De kinderen uit het notarisgezin Terwee zijn groot geworden. Peter gaat met zijn vrouw Connie naar Tanzania om er opbouwwerk te verrichten.

Irene hecht zich aan een patiëntje dat lange tijd op de zaal ligt waar zij werkt. Als Irene dan de vader van dit kind beter leert kennen, groeit er langzamerhand een grote sympathie bij haar voor deze eenzame weduwnaar. Zal zij, ter wille van een kind, de moederrol op zich nemen in een gezin dat al te lang onvolledig is geweest?