Martha McPhee
Engelentijd
1997
Engelentijd, is een ontroerende en grappige roman, uiterst origineel en met een geheel eigen atmosfeer, die zich afspeelt in de V.S. aan het eind van de jaren ‘60. De 8-jarige Kate vertelt wat er gebeurt wanneer haar vader haar, haar 2 zusjes Jane en Julia, en hun volkomen gebroken moeder Eve Cooper verlaat. Ze raken verzeild in een leven ‘on the road’ als Eve troost zoekt in de armen van Anton Furey, ex-jezuïet, therapeut, specialist in liefde en alleenstaande vader van 5 jonge kinderen. De Coopers en de Fureys trekken samen als één groot, nieuw gezin in een camper door het Amerikaanse Westen. Jane, Julia en Kate komen terecht in een verwarrend nieuw leven waarin ze niet meer aan regels en regelmaat gebonden zijn en worden blootgesteld aan alcohol, religieuze verdwazing, drugs en al te veel vrijheid. Kate begint ondertussen steeds heviger naar haar vader te verlangen…
NBD|Biblion recensie
Op autobiografische gegevens gebaseerde debuutroman over een achtjarig meisje en haar twee oudere zussen, opgevoed in de jaren zestig in de Verenigde Staten. Nadat hun ouders gescheiden zijn, raakt hun moeder, na een ernstige depressie waarin de kinderen worden meegesleurd, op drift. Ze voegen zich bij een onzekere en zich daardoor dictatoriaal opstellende ex-priester en Gestalt-therapeut en diens vijf kinderen. Dan begint een doelloze trektocht door de States. De ‘ouders’ gaan op in hun idealen van (seksuele) vrijheid, waar de kinderen aan onderdoor lijken te gaan. De ontwikkelingen, ontdekkingen en verlangens van het achtjarige meisje en haar zussen, komend uit een strak georganiseerd en gestructureerd gezin, worden prachtig en meeslepend beschreven. De kracht van de zussen onderling kan niet verhelen dat dit ook een felle aanklacht is tegen de (opvoedings)idealen van de jaren zestig en een oproep tot meededogen met het lot van kinderen. Aantrekkelijk omslag in de sfeer van de jaren zestig.
Erosie
Ze zijn klein en plat, rivierkiezels
die nauwelijks kunnen geloven dat de lange reis,
die meesterslijper van wind en water,
ze uiteindelijk heeft meegevoerd
naar een holletje op maat in de zachte delta
van de hand, om zich diep onder in de broekzak
te laten opwrijven, keer op keer.
Het zijn wonderlijke gezellen, de ene gepolijst,
product van enige verfijning,
traanvormig en wat broos, zo te zien,
de andere een eerlijk brokje berg,
eens losgeraakt en weggerold van het steenslag,
een steen nieuwe stijl, een stenige steen.
Er is gerechtigheid op aarde,
en de stenen zijn best bereid
het hier uit te zitten, in dit grillige ratjetoe,
voorgoed ingebed tussen autosleuteltjes, lippenvet,
nu en dan een parkeerbon –
want als het niet hier was,
zou het zijn zoals het elders is:
de wereld die zich tot stof vermaalt.
MARK SVENVOLD