Ik heb een geheime zonde. Nu is het natuurlijk niet zo handig om hier mijn geheime zonden op te biechten. Maar ik zondig zo in het diepste geheim dat ik bij na zeker weet dat ik gewoon zonder betrapt te worden door kan gaan met zondigen. Zo vreselijk geheim is mijn zonde. Hier komt-ie: ik loop weleens bij een siga-renboer naar binnen en vraag, met mijn rug naar het publiek, fluisterend om een kraslot. Nou ja…om vier krasloten! De sigarenwinkelier knijpt zijn ogen een beetje dicht en scheurt voorzichtig vier loten van zijn rolletje. Ik pak ze schichtig aan en trek me terug inhetkrashoekje. Ik moet er wel mijn leesbril bij opzetten, anders kaniknietzienofikietshebgewonnen. Meestal win ikniks.
Ik kras niet zo vaak, gemiddeld één keer per maand, dus je kunt mij niet onder de gokverslaafden rekenen. Maar soms is het raak! Dan heb ik een knaak verdiend. Laatst zelfs kraste ik drie knaken winst! En als ik die winst nou tevreden in mijn zak stopte…Maar nee! Ik gok dóór! Van iedere gewonnen rijksdaalder koop ik een nieuw kraslot. Ja, als ik plotseling tienduizend gulden zou winnen, zou ik ze natuurlijk niet omzetten in krasloten. Dan zou ik ogenblikkelijk lekker gaan eten in een hemels restaurant, twee nieuwe mantelpakken kopen en veel speelgoed voor mijn kleinkinderen. Maar zo’n gewonnen knaak, daar probeer ik ‘t nóg een keertje mee. En dan win ik niks meer. Ik moet dus, volgens het oude spreekwoord althans, zeer gelukkig in de liefde zijn. Want je bent óf gelukkig in het spel, óf gelukkig in de liefde. Dus hoe je ‘t ook wendt of keert, het moet altijd bingo zijn…
De sigarenwinkelier probeert mij weleens te bewegen om ook eens een Lucky Ten-lootje te kopen. Hij illustreert zijn suggestie met verhalen van een mevrouw die zo de honderdduizend heeft gewonnen. Nou, ik heb die loten eens bekeken, maar dat gaat mij te ver. Daarvoor moet je te veel rekenen en nakijken. Nee, als ik financieel binnenloop, wil ik gewoon ogenblikkelijk incasseren. Niks geen gedoe met invullen en opsturen en afwachten, winnen is winnen en de buit moet ogenblikkelijk in een grote zak mee naar huis! Zonder bijkomend omslachtig gedoe.
Ik ben ook per ongeluk aangesloten bij de Postcodeloterij. In een onbewaakt ogenblik heb ik, uit medelijden met de goede doelen, iets ingevuld waarvan ik nu niet meer weet hoe ik er ooit afkom. Iedere maand wordt er automatisch twintig gulden van mijn rekening afgeschreven. En een heel enkel keertje ontvang ik een bij schrijving van zes gulden.
‘Gefeliciteerd met uw prijs!’ staat er bij dat bedrag op het afschrift van de bank. Prijs? Ik moet vier keer kijken tot het tot me doordringt dat het bij die zes gulden om een prijs uit de Postcodeloterij gaat.
Jaja, lieve lezer(es), u heeft het nu zo langzamerhand wel door: ik ben een beetje een sukkel als het om winstspelletjes gaat. Maar gelukkig sta ik daarin niet alleen. Laatst ontmoette ik een goeie vriend, uiterst correct gekleed met colbert en stropdas, toen hij op weg was naar een uiterst geheimzinnige bijeenkomst.
‘Als dit gaat lukken,’ sprak hij vol zelfvertrouwen, ‘dan ben ik boven Jan!’ En hij haastte zich verder. Ik hoorde hem er verder niet meer over. Na een maand of twee besloot ik eens te informeren hoe het nu met zijn fortuinlijke onderneming stond.
‘Ben je al boven Jan?’ vroeg ik tactvol.
Zijn blik verduisterde. ‘Praat me er niet van!’ zei hij somber. ‘Dat was zo’n piramidespel, je weet wel, waardoor in Albanië de revolutie is uitgebroken!’
Ik begreep hem. Hij was er ingestonken. Hij was zijn zuurverdiende centjes kwijt. Ik ken het gevoel: wanneer ik mijn povere kraswinst weer heb vergokt met nieuwe krasloten voel ik hetzelfde in het klein. Ik heb hem getrakteerd op een kopje koffie. En we hebben besloten dat wij gewoon gelukkig in de liefde zijn…