Bij het klimmen der jaren word ik soms overvallen door het verlangen naar vroeger. Dan heb ik het vooral over eetbare dingen. Zo zie je in de supermarkt spullen verdwijnen. Je kunt alles verpakt kopen, maar zo’n slager die hakt of uitbeent, is veel leuker dan die verpakte stukken dood vlees. Nu heeft dat verdwijnen van die live-slager uit de supermarkt waarschijnlijk te maken met het bestaan van een echte slager in dezelfde straat. Zo’n slager met mannen en vrouwen achter de toonbank die je al jaren bij hun voornaam noemt en die jou ook kennen.
Ik hoor nog mijn jongste zoon verontwaardigd zeggen: ‘Nou…daar ga ik niet meer naartoe. Hans herkende mij niet eens!’ Mijn zoon vergat te melden dat hij zeker een half jaar niet was geweest en zijn lange haar had afgeknipt. Daar kan het geheugen van geen enkele slager tegenop.
Zo is een paar jaar geleden de kruidenier ook uit die straat verdwenen. Ik heb de oude mijnheer Verburg nog gekend. Hij zag eruit als een kruidenier uit een kinderboek, met een witte jas aan en een brilletje op zijn neus. Zijn zoon nam de zaak over en mijn kruidenierstoekomst zag er zonnig uit. Alles wat je in een supermarkt niet kunt krijgen, hadden ze daar: vanillestokjes, vele soorten kerrie, geheimzinnig verpakte Engelse biscuittjes, exotische jam, thee uit alle werelddelen en versgemalen koffie. Op een slechte dag was mijnheer Verburg opgelost in het niets. En wat kwam ervoor in de plaats? Een exclusieve klerenwinkel! Ik ben niet zo’n zeurkous die maar herkauwt hoe geweldig het leven vroeger was, want de herinnering doet veel verkleuren en er is veel verbeterd. Maar niet in kruideniersopzicht.
En zo zie ik ook mijn groenteman worstelen tegen de grote buurtsuper. In mijn eentje eet ik niet veel, maar bij mijn groenteman kan ik twee appels, een peer en twee ons spinazie bestellen, plus een uitje en een citroen. Daarnaast heeft hij allerlei interessante paddestoelen, dieppaarse aardappelen, onbespoten van alles en nog wat, kortom, bij hem wordt mijn kookfantasie geprikkeld. Bij de banketbakkers is hetzelfde gebeurd. Zo was er in Amsterdam een banketbakker die handgemaakte karamels verkocht: chocolade-, koffie- en frambozenkaramels. Eerst verdwenen de roze frambozenkaramels en vervolgens ook de donkerbruine en koffiekleurige karamels. Bovendien verdwenen de nootjes die boven op de zoutjes zaten. Te veel werk. Uiteindelijk is de hele banketbakker verdwenen, ook zijn pand werd verbouwd tot Herenwinkel. Wanneer er zoveel dingen verdwijnen die mensen gelukkig maken, komt er zeker een tegenbeweging-Ik herinner me als de dag van gisteren de jaren zestig, waarin het brood nog uit broodfabrieken kwam en helemaal niet naar versgebakken brood rook. En plotseling, om de hoek van de straat waar ik toen woonde, kwam daar een warme bakker. De geur van warm brood trok door de straat. Voor zijn winkel ontstonden lange rijen van kopers, die allemaal op die heerlijke lucht afkwamen. Sindsdien is de warme bakker niet meer weg te denken. Zelfs in de supermarkt wordt het brood vers afgebakken, omdat die lekkere lucht koopgraag maakt! Ik denk dat als het verlangen van de mens naar de heerlijke dingen die verdwenen zijn groot genoeg wordt, ze weer een kans krijgen herontdekt te worden. Ik durf te voorspellen dat er weer speciaalzaken komen met mensen die het leuk vinden je te helpen.
Zoals de twee vriendinnen die in Purmerend aan de Kaasmarkt een bakwinkel openden, Piece of Cake geheten, waar je alles kunt kopen voor het bakken van brood, taart en koekjes. De klanten komen van heinde en ver. En als men vraagt om iets wat niet voorradig is, wordt het gevraagde aan het assortiment toegevoegd.
Ach, als ik niks meer te schrijven weet, begin ik ook een winkeltje, met ouderwetse harige pantoffels, die mijn teckel zo graag kluift, met roze karamels, met vanillestokjes en met zoutjes met bovenop die amandel, die eraf moest omdat het te veel werk werd.