Eerst heeft men onderzocht hoe vrouwen reageren op het rinkelen van de kassa. En wat bleek? Vrouwen worden daar vrolijk en gelukkig van. En de vrolijkheid en het geluk hebben niets te maken met de prijs van het gekochte. Zelfs een eenvoudige lipstick of een flesje nagellak kan bij het afrekenen een groot geluksgevoel oproepen bij vrouwen.
En nu zijn de mannen aan de beurt. Niks geluksgevoel of tevredenheid, integendeel. Stress in een mate waarin straaljager- en andere piloten tijdens landingen zich bevinden. Zenuwen die door de keel gieren, bloeddruk die oploopt tot gevaarlijke hoogte, hartkloppingen, diarree of constipatie. Kortom: de kopende man is een ongelukkig schepsel.
Sinds ik de resultaten van dit onderzoek ken, observeer ik de kopende man. In de supermarkt zie ik veel mannen van alle leeftijden achter de boodschappenkar. Zij zien er over het algemeen niet gestrest uit. Sommigen schijnen zelfs intens te genieten van het op rijpheid knijpen in tomaten en avocado’s, het kritisch vergelijken van de prijzen van verschillende merken keukenrol of het kaasproeven bij het meisje van de kaasafdeling. Het onderzoek schijnt niet in een supermarkt te hebben plaatsgevonden.
Maar dan ga ik een nieuwe rok kopen in mijn lievelingsboetiek, waarvan ik de verkoopster al jaren ken en zij mij ook. Er staat een mevrouw een avondjurk te passen. Haar echtgenoot zit een weinig onderuitgezakt op een stoel, zijn blik staat op oneindig. Zo op het eerste gezicht ziet hij er niet uit of er iets aan de hand is met zijn bloeddruk. De mevrouw maakt nu vlak voor de neus van haar levensgezel een paar dansachtige pasjes.
‘Schat, wat vind je van deze?’ Schat knikt.
‘Leuk, hoor.’ Het klinkt uitgeblust: in schat ontwaakt geen vuur door de aanblik van zijn vrouw in de roodfluwelen jurk.
‘Vind je deze leuker dan de vorige?’ dringt ze aan. Schat knikt weer, en nu zie je hem denken: het zal mij worst zijn, als ze maar opschiet. Studio Sport begint over een kwartier. Ik wil naar huis!
De juffrouw, duidelijk gewend aan meekomende mannen, gaat nu knopen doorhakken: ‘Deze tekent wél meer dan de vorige.’
Die woorden zijn beslissend: ‘Doet u die andere dan maar!’ De man zucht diep, hij is opgelucht. Hij kijkt op zijn horloge: als die jurk nu een beetje vlug wordt ingepakt, haalt hij nog net…Zijn bloeddruk zakt, zijn stress vloeit weg in een wolk van ontspanning. Hij wordt plotseling actief en loopt vast naar de kassa om af te rekenen.
Nee, mannen zijn geen koopbeesten. Neem nou de parfumerie op sinterklaasmiddag. Of op de zaterdag vóór moederdag. Vlak voor sluitingstijd hollen daar mannen binnen, vaak driedelige-pakkenmannen met zakelijk uitziende koffertjes bij zich.
‘Een luchtje,’ roepen ze ongeduldig tegen de toesnellende verkoopster.
‘Welke geur?’ Zij wil graag precisie. Anders moet ze aanstaande maandag weer al die flessen ruilen.
‘Eh ja, iets lekkers, iets, ja, iets goeds!’
De juffrouw probeert nog: ‘Is uw vrouw blond. Of donker?’ O gut, nu moet die man nadenken.
‘Eh, mijn vrouw is blond, eh, geloof ik.’
Heeft hij nog nooit over nagedacht. Is ze wel blond? Donkerblond? Lichtblond?
‘Jaja, ze is blond.’ Ineens weet hij weer waar hij ooit verliefd op werd.
‘Blond, ja.’ De juffrouw neemt een veilige, beetje neutrale fles uit de kast.
‘Wilt u even ruiken?’ Voor geen prijs, denkt hij.
‘Nee nee. Dank u wel. Pakt u die fles maar in. Met een grote strik!’
Nee, ze worden niet happy van kopen. Van lekker ruiken, voelen, knijpen. Van het strelen van fluweel of zijde. Van tutten met de verkoopster. Van wikken en wegen. Van besluiteloos aarzelen. Van toeslaan. Van huppelend zo’n winkel verlaten, een mooie papieren zak onder de arm. Ze hebben er helemaal niks mee.
Wij wel!