Sensatiekippen

Wanneer de werkzaamheden in het land overdag plaatsvinden, mag ik dolgraag op mijn seniorenpasje met goedkope reisdagen twaalfvijftig extra betalen om als een dame van stand lekker eerste klas naar het werk te rijden. Zo mocht ik laatst op een mooie dag naar Best reizen. De inlichtingentelefoon van de Nederlandse Spoorwegen had mij uitstekend voorgelicht hoe laat alle treinen naar mijn bestemming reden: eerst de sneltrein naar Eindhoven, en dan ruim tijd voor het overstappen op de boemel naar Best! De sneltrein…nog voor de brug naar Geldermalsen stond mijn snelle trein stil. Een bezorgde mannenstem klonk door de microfoon om bekend te maken dat vóór ons een goederentrein op de brug bij Geldermalsen problemen had met de rem. Wij moesten wachten. Ojé. Wachten. Dat kwam slecht uit. Mijn afspraak zou ik zeker niet meer halen.

De stem van een van mijn zoons echode mij in mijn oren: ‘Mam, je moet echt zo’n portable telefoontje bij je hebben. Voor als je niet goed wordt!’

Ik riep vol bravoure terug: ‘Als ik niet goed word, ga ik niet bellen!’ Misschien toch maar eens in de telefoonwinkel kijken naar iets opvouwbaars dat ik in tijden van file of vertraging zou kunnen gebruiken…Zo wordt de mens in tijden van nood de moderne tijd ingetrokken!

 

Door de stilte in de coupé die door de stilstand van de trein was gevallen, kon ik nu genieten van de conversatie van mijn medereizigers. Drie zusters van gevorderde leeftijd zaten gezellig met elkaar te klessebessen over niks. Dat moet kunnen, het is best leuk om te luisteren naar de zorg die mensen hebben over hun kamerplanten. Maar plotseling werd het gesprek medisch; een van de zuster meldde dat Kees gisteren had gebeld. Het was enige tijd met Kees niet goed gegaan, maar nu was hij door een duivels slim uitgevoerde operatie als door een wonder weer aan de beterende hand. Er was een stuk uit zijn kaak gehaald, dat was vervangen door een stuk uit zijn been. Met aanhangend bloedvat! Ik kan hier niet herhalen hoe die operatie verliep, maar mijn medereiziger wél en ik kan u verzekeren: het was een bloederig verhaal.

Waarop de andere zusters ook duiten in het zakje deden. Openhartoperaties werden afgewisseld met pikante geamputeerde tenen. De stilstand van de trein werkte stimulerend op het medisch herinneringsvermogen van de zusters. Het leek waarachtig wel de wachtkamer van de dokter. Mensen schijnen een geweldige behoefte te hebben, wanneer het medische aan bod komt, elkaar te overtroeven met nóg spannender en wildere getuigenissen van opzienbarende wonderen en mislukkingen in de geneeskunst. Net als die enge televisiereportages, waarbij je vele malen vergrote operaties van interne organen mag bijwonen…

 

Gelukkig trok de trein met mij en de drie zusters op, nadat onze Kees een bloeding had gekregen waarvan ik het verloop gelukkig door het geraas van de wielen niet meer kon volgen…De gelukkige afloop wist ik al.

Een van de zusters haalde een trommeltje met snoepjes te voorschijn en bood alleraardigst ook mij een tumtummetje aan.

‘Neem er maar een paar!’ riep ze royaal. Ik nam er twee en een dropje. Kauwend overdacht ik de genezing van Kees. Waarom zijn wij mensenkinderen toch zo dol op medische verhalen? Waarom doen ziekenhuisseries het altijd zo goed op televisie? Waarom zijn de doktersromans in de bibliotheek altijd uitgeleend?

Toen de trein eindelijk het eindstation bereikte, wist ik het antwoord: wij mensen zijn sensatiekippen. Vooral het leed van anderen interesseert ons buitengewoon. En vooral het medisch leed van onze medemens. Want bij het vernemen van andermans ellende verbleken onze eigen hoofdpijnen, galblaaskrampen en verstuikte tenen. Denk ik. Maar misschien zit ik er wel helemaal naast…