Al m’n hele leven heb ik een voorkeur voor ouwe spullen. Niet omdat ze mooier zouden zijn, of meer waarde hebben dan nieuwe dingen, maar vooral om de verhalen die eraan kleven. Ooit bezocht ik New York, het was 1979 en het was ook de eerste keer dat ik in deze heerlijke, opwindende stad was. Het stratenplan van New York is buitengewoon eenvoudig; alles is genummerd en je loopt gewoon tot je benen je niet meer willen dragen. Dan zak je uit in zo’n heerlijke koffieshop en je eet er een grote bruine boterham met zuurkool, pekelvlees en mosterd, bespoeld door een mok cappuccino.
En in bepaalde buurten van New York sterft het van de winkels en winkeltjes waar het mooiste antiek naast de afdankertjes van grote families staat en ligt. Zo kwam ik terecht in een soort antieksupermarkt: een grote hal waarin tal van kleinere winkeltjes gevestigd waren. Eén kleine zaak trok mij zeer. Alles wat ze daar verkochten, was hartvormig. Van spanen dozen tot en met kostbare diamanten ringen. Dat eigenares Bernice dit alles bij elkaar had gekregen, was een wonder van verzamelkunst. Bernice deed het woord, ze kakelde aan een stuk door, terwijl een kleine vrouw – later bleek het haar moeder te zijn – in een hoekje van de winkel toekeek. Ik stortte me enthousiast op het assortiment, terwijl Bernice uitgebreid vertelde waar het allemaal vandaan kwam. Plotseling ontwaarde ik een enorme zilveren, hartvormige ring. Ik pakte hem op en Bernice schoot op mij af om de prijs en herkomst van dit pronkstuk te noemen. Het verhaal was bizar: oorspronkelijk was het zilveren hart het deksel van een heel klein doosje geweest. Bernice had de ring tijdens een vakantie in Mar-seille gekocht van een vrouw die haar vertelde dat het sieraad afkomstig was uit een familie waar dramatische gebeurtenissen hadden plaatsgevonden…Moord! Ik deed de ring aan mijn rechterhand. Beeldig! De prijs viel mee en mijn toenmalige echtgenoot trok zijn knip en schonk mij deze ring.
Het was geen ring waar je de afwas mee zou doen, dus ik droeg hem uitsluitend bij feestelijke gelegenheden. Op een avond zat ik aan een diner bij vrienden, toen mijn tafelheer, een jurist van naam en faam, plotseling strak naar mijn ring keek.
‘Mag ik hem even vasthouden?’ vroeg hij. Ik deed de ring af, hij draaide hem om en om en zei: ‘Ik ben af en toe helderziend. Deze ring heeft vreselijke dingen meegemaakt!’ Ik vroeg hem beduusd of het geen kwaad kon dat ik hem droeg. Hij schudde zijn hoofd.
‘Jij neutraliseert al het kwade dat eraan zit, totaal! Maar je moet hem, als je hem afdoet, altijd in een stukje folie bewaren.’
Jaren later, in de periode dat ik voor een groot ochtendblad interviews schreef, ontmoette ik een helderziende die mij van alles over mijzelf vertelde. Nu is het best makkelijk om van alles over mij te vertellen, want een groot deel van mijn leven speelt zich af in de openbaarheid. Dus om de proef op de som te nemen en zijn helderziendheid te testen, haalde ik de ring te voorschijn en gaf hem aan de man. Misschien kon hij er iets over vertellen?
De helderziende zette zijn bril af, wreef over zijn ogen en zei: ‘Hij is twee keer over het grote water gegaan en je hebt hem gekocht bij een kleine, donkere vrouw die nog meer praat dan jij! Hij heeft vreselijke dingen gezien, drama’s beleefd. Maar hij doet jou geen kwaad. Sterker nog, je moet hem maar dragen bij zakelijke besprekingen!’ Diezelfde middag werd mijn contract bij de krant voor een jaar verlengd…En het verhaal klopte helemaal met wat Beatrice mij had verteld: gekocht in Marseille en door mij weer mee teruggenomen over het grote water. En Berni-ce was inderdaad de grootste kakelkip.
Kijk, zo’n verhaal vertelt eigenlijk waarom ik zo dol ben op oude en gebruikte voorwerpen. Ze zijn de bruggen naar het verleden!
Ik heb ook altijd van oude en zeer oude mensen gehouden, om precies dezelfde reden. Als je naar ze luistert leer je van vroeger en vaak dragen ze geheimen met zich mee. De verhalen van de ouden onder ons, dat zijn de verbindingen met vroeger.