Ongewenst bezoek

Hoe ouder je wordt, hoe minder je de behoefte hebt confrontaties met mensen en onaangename situaties uit de weg te gaan. Bij het opdoemen van iets onvermijdelijks heb ik steeds vaker de gedachte: het is wel stinkvervelend, maar morgen is het weer voorbij, dus vooruit maar! Of: ik geef je een halfuur, en dan maak ik een eind aan dit bezoek. Maar vroeger. .Ja, vroeger wilde ik me nog weleens schuilhouden als zich mensen aandienden waar ik geen trek in had.

Ik ben daarin niet de enige. Wim Sonneveld zaliger had, als hij in zijn huis in Zuid-Frankrijk verbleef en in de verte gezelschappen zag naderen waar hij absoluut geen zin in had, de gewoonte een briefje op de voordeur te hangen met de tekst: We zijn er niet. We zitten op het strand in Nice! Hij ging dan op de wc zitten of verschool zich in het bos achter zijn huis tot het gevaar was geweken. En als je nou weet dat het strand van Nice twaalf kilometer lang is, dan is het te begrijpen dat de gasten diep ontmoedigd maar weer vertrokken.

 

Mijn lieve moeder heeft zich eens, toen er een leverancier aanbelde die vermoedelijk een onbetaalde rekening kwam incasseren, enige tijd onder de tafel verstopt. Maar de leverancier had mijn moedertje door. Hij liep achterom, door de poort naast ons huis, en keek door de glazen deuren naar binnen. Daarachter zat mijn moeder (die buitengewoon inventief was in het bedenken van oplossingen in rare situaties) vrolijk naar hem te zwaaien en ze gedroeg zich alsof het de gewoonste zaak van de wereld was dat ze onder de tafel zat. Ik weet niet meer hoe dat is afgelopen. Ze zal wel iets hebben geregeld!

Op bezoek bij vrienden in Londen werd ik eens meegenomen naar een kennis, een Spaanse wijnimporteur, die de vrolijke gewoonte had om op zaterdagochtend een glaasje champagne te schenken voor zijn kennissen. Het was een vrolijk gezelschap. Een van de aanwezige heren had zijn nieuwe vriendin meegebracht, een mooie jonge vrouw.

Plotseling ging de bel. Beneden stond de nog steeds wettige echtgenote van de man met de mooie vriendin. Nu bevonden we ons op de bovenste verdieping van een smal huis, en alle verdiepingen waren met elkaar verbonden door een wenteltrap. Goede raad was duur! De wettige echtgenote van de man met de vriendin klom hoger en hoger. Ten einde raad duwde de gastheer de mooie vriendin in het toilet.

Nietsvermoedend betrad de echtgenote het vertrek…En toen heb ik de Engelse landsaard goed kunnen bestuderen. De conversatie had vanaf dat ogenblik veel weg van een comedy van Noel Coward: de pokerfaces van de aanwezigen verrieden hoegenaamd niets van wat er werkelijk door hun hoofden speelde. De mooie vriendin wist geruisloos de wc te verlaten. We hebben haar niet meer teruggezien en de heer in kwestie verliet uiteindelijk met zijn eigen vrouw het pand.

 

Zelf heb ik eens een benauwd uurtje in de bedstee doorgemaakt. Ik deed met mijn toenmalige echtgenoot een dutje, terwijl mijn schoonmoeder een potje zat te breien in de kamer. Er meldde zich een vroegere hulp, met wie ik niet zo blij was geweest. Toen mijn schoonmoeder zei dat we er niet waren (we hadden haastig de deuren van de bedstee gesloten!), besloot de voormalige hulp gezellig te wachten tot we terugkwamen.

Ik geloof dat het ongeveer anderhalfuur heeft geduurd. Een periode waarin we ongelofelijk veel moeite hadden om ons geproest binnen de grenzen van het onhoorbare te houden. Ook werd het heel warm daar in die ongeventileerde kast, wat een bedstee toch eigenlijk is.

We hoorden mijn schoonmoeder met schuldige stem babbelen met de gast en haar verloofde. De opluchting was bijzonder groot toen het stel eindelijk besloot dan maar niet langer te wachten en een andere keer terug te komen.

Dat nu doe ik niet meer; ik ga nooit meer onder tafel of in een bedstee zitten, voor niemand!