Bh’s

De zomer komt eraan. Dat betekent’bloot vlees’. Benen bloot, armen bloot, meisjes van een bepaalde leeftijd mogen zelfs de navel bloot. Wat je maar wilt. Nu herinner ik mij nog steeds de wijze woorden van Georgette Hagedoorn, God hebbe haar ziel, zij is reeds lang niet meer onder ons.

Zij riep, met een van goede smaak doortrokken stem: ‘Boven de veertig geen bloot vlees, dames!’ Dat heb ik altijd onthouden.

Ooit zat ik in Londen in een theater, waar de beroemde Carol Channing, die we allemaal weleens in een film of op de televisie hebben gezien, een show deed met dertien mannen. Carol was toen al enigszins bejaard, om niet te zeggen hoogbejaard, hetgeen uit helemaal niets bleek. Zij tilde haar benen nog steeds kunstig tot in haar nek en danste met die dertien kerels als een achttienjarige. Haar lichaam oogde strak. Dat wil zeggen: uit de verte. Maar ik zat op de eerste rij en ik had het volle zicht op haar…eh…vleugeltjes! Haar armen staken – bloot – uit een soort strakke body, niets op aan te merken. Behalve dan die flapperende vleugeltjes van vlees die onder haar armen fladderden. Ik kon er mijn ogen niet van afhouden en dacht steeds maar aan Georgette, die haar charmante vlees na haar veertigste tot haar dood op het toneel én in het dagelijks leven bedekt hield. Ik denk ook aan haar als het warm wordt en ik verlang naar koele, blote jurken.

 

En dan is er naast het al dan niet bedekte vlees ook nog de bh, dat meubelstuk dat ons damesbalkon door de jaren, door de eeuwen heen steunt. Was het laatste model niet de ‘push-up’? Of loop ik alweer achter? Ik weet nog dat we de televisiemusical Joop ter Heul, naar het succesvolle meisjesboek van Cissy van Marxveldt, opvoerden. De costumière zag graag dat de jonge actrices hun borstpartij plat-drukten met een soort brede band, iets wat de mode in de jaren twintig dwingend voorschreef. Niks push-up!

En ik herinner me als de dag van gisteren hoe ik direct na de oorlog mijn bloesje opvulde met twee proppen zakdoek, om de zozeer door mij begeerde lichaamsrondingen te suggereren. Door de hongerwinter was mijn lichamelijke ontwikkeling een beetje gestagneerd. En o help…het vreselijke moment, toen een harteloos vriendinnetje tijdens een feestje die proppen zakdoek ten overstaan van een gezelschap schaterende familieleden en vrienden te voorschijn trok! Het is gelukkig later allemaal goed gekomen, maar het fenomeen bh heeft voor mij altijd een bijklank gehouden.

In de jaren vijftig was daar plotseling de ‘strapless bh’. Nou ja, strapless. Er zaten inderdaad geen bandjes aan. Maar als je nu ergens striemen in je vlees van kreeg, dan was het van dat ellendige ding. Net zo iets als losse kousen die zogenaamd niet afzakken. Geloof me, ze zakken altijd af! Die strapless bh zakte alle kanten uit, zodat het soms net leek of je vier borsten had: twee balein-punten en daarboven je eigen natuurlijke uitstulpingen.

 

Het passen van een bh, ook zoiets. Tegenwoordig zorgt de zelfbediening ervoor dat je op je gemak zelf kunt beoordelen of het allemaal wel op zijn plaats zit. Maar vroeger had je in de betere ondergoedwinkels vaak een mevrouw met van die warme handen, die dan persoonlijk zorgde dat je de borstophouder goed ‘uitvulde’! En die dan persoonlijk voordeed, aan de hand van haar eigen borstpartij, hoe je dat thuis zelf ook kon doen. Zonder haar warme handen! Tijden veranderen, bh’s ook. Push up, push down. We vinden het wiel steeds weer opnieuw uit!