Laptop

Gedurende ruim een jaar hebben mijn kleine elegante Japanse laptop en ik een warme relatie opgebouwd. Natuurlijk, de eerste maanden zat ik nog weleens met bloeddoorlopen ogen achter haar schermpje, als die onwillige oosterse meid niet deed wat ik wilde. En natuurlijk riep ik vele malen de hulp in van de hulptroepen achter de helpdesk, waarbij ik nooit en te nimmer dezelfde deskundige helpheer of-dame trof, maar wel innig vertrouwelijke gesprekken voerde met Ina, Pim, Ruud, Toos, Karel, Stefan, Natalie, Kees, Reinier en nog ongeveer het hele Nederlandse namenboek.

Altijd even vriendelijk en geduldig waren ze, ik surfte aan hun telefonische hand door mijn laptop, ik stak er ook het een en ander van op en nooit of te nimmer riepen ze: ‘Domme sukkel! Weet je nou nog niet hoe het moet!’ Hulde. Maar er was één handeling die ik niet aandurfde. Kijk, een laptop is ervoor gemaakt om mee te nemen. En ik nam de mijne nooit mee, ik liet haar veilig thuis op mijn bureau naast de oude schrijfmachine staan. En nu, na een dik jaar, was het zover. Ze mocht mee naar Overijssel.

 

Omzichtig koppelde ik haar los van het Amsterdamse net en stopte haar met haar loshangende uiteinden in de daarvoor bestemde hoes. In Overijssel aangekomen stopte ik al die losse snoeren en stekkers in vermoedelijk de juiste gaten…en daar gingen wij! En o glorie, het lukte. Intens geïnspireerd begon ik mijn column te schrijven, mijn digitale weg lag zonnig en zonder obstakels voor mij. Dacht ik. Maar het noodlot sloeg toe. Plotseling liep mijn lieve laptop genadeloos vast. Geen beweging meer in te krijgen. Stokstijf en totaal bewegingloos hield mijn muis zich, geen letter kreeg ik meer op het scherm. Paniek. Ik begon eerst op de knoppen te drukken die naar mijn idee de boel weer los zouden krijgen, zonder resultaat. Vervolgens ging ik wat rondbellen. Eerst een deskundige zoon.

‘Je moet Ctrl, Alt en Del in een vloeiende beweging indrukken. En verder moet je me niet meer storen, want ik ben druk.’

Ik maakte de vloeiende beweging, maar mijn muis weigerde koppig. Daarna belde ik het Schrijfmachinehuis in Amsterdam. Maar mijnheer Schrijfmachine was ziek en zijn zoon wist uit de verte ook geen steekhoudende adviezen te verschaffen. Vervolgens raadpleegde ik de helpdesk van de winkel waar ik mijn laptop had gekocht. Hoera! Daar was Daniël. Hij wist raad. Ik moest de laptop ondersteboven houden en een schuifje openen, daarachter zat een batterij. Nauwgezet volgde ik zijn bevelen op, laptop lag nu ondersteboven in mijn armen. Maar ik kon geen schuifje vinden.

 

Ik bedwong met de grootste moeite de neiging om laptop met een flinke zwaai in de voor mijn huis stromende vaart te kieperen, maar uit angst dat de betrekkingen met Japan dan ernstig zouden kunnen verslechteren hield ik mij in. Ik belde Daniël maar weer, ik hoorde hem zachtjes maar nog wel beleefd zuchten…voor hij mij aanraadde alle stekkers uit mijn laptop te rukken. Daarna moest ik alles er weer insteken. En ja hoor, daar raakte mijn muis weer op drift en mijn laptop ratelde beschaafd en nu goedgehumeurd verder.

 

Zo ziet u maar: hoe makkelijker het leven wordt met al die nieuwe hulpmiddelen, hoe fouter het allemaal kan gaan. Ik riep nog even naar Daniël dat ik hem het liefst eens flink zou knuffelen, waarop hij geschrokken riep dat hij al een vriendin had…! Nu ja, ik bedoelde het ook alleen maar symbolisch. Ik knuffel bij deze al die bekwame en geduldige helpdeskers in ons land die licht ver-zenuwde iets oudere dames door de digitale jungle weten te loodsen!