Het televisie-amusement staat niet stil. Behalve de goedbekeken spelletjes en shows is men voortdurend bezig nieuwe dingen te bedenken die het publiek aan de buis moeten kluisteren. Zo was er, alweer een tijd geleden, Wek-tv.
Ik zou er niet van hebben geweten, ware het niet dat men mij had gebeld of ik een keertje de ‘mystery-guest’ wilde zijn. Het leek mij niet onaardig. Ik houd van mysterie en andere geheimzinnige zaken, dus ik zei ja.
Ik kreeg instructies: ‘Wij bellen u, dan bent u onze ‘mystery-guest’ en dan kunnen de mensen bellen als ze weten wie u bent!’
Ik vergat helemaal te vragen voor welke zuil of commerciële zender het was, maar een goed ingevoerde kennis riep:’ Wek-tv, dat is Veronica!’
Goed, Veronica dus. Ik vergat het in mijn agenda te schrijven, zodat ik, poedelnaakt, mijn linkerbeen in het bad zette toen de telefoon rinkelde. Ik trok de natte voet ijlings terug en ging in totaal natuurlijke staat op de rand van het bed zitten. Ja hoor, het was Wek-tv. Het was een nacht van vóór de ijsheiligen, met vorst aan de grond. ‘Hallo, blijft u even hangen?’ Rillend van kou bleef ik ‘hangen’. Toen stokte de verbinding. Ik reikte naar mijn ochtendjas, maar een rinkelende telefoon voorkwam dat ik hem kon pakken: ‘Ja sorry, we waren verbroken. Blijft u nog even hangen?’ Daar hing ik weer, mijn huid veranderde in kippenvel.
‘Bent u daar nog?’ klonk een andere meisjesstem.
‘Jajaja,’ klappertandde ik terug.
‘Blijft u nog even hangen?’
Ik kon nu door de telefoon ook de uitzending volgen, hoorde brekend vaatwerk. Toen was ik aan de beurt.
Eerste vraag: ‘Wat gaat u vandaag doen?’
‘Werken!’ antwoordde ik uit de grond van mijn hart. Was het maar vast zover, zat ik maar vast aangekleed achter de schrijfmachine.
‘Wat voor werk?’
‘Schrijven!’
‘Oh,’ klonk het. Ik voelde me belachelijk, net of schrijven geen werk zou zijn.
‘Blijft u nog even hangen?’
‘Jajajaja!’
Ik hing en hing, hoorde nog meer van de uitzending, een hond blafte. Eindelijk, ik was weer aan de beurt.
‘En dan gaan we nu over naar onze mystery-guest Marjan Berk. Oh guttegut! Nou verklap ik de mystery-guest! Oh, nu word ik vast ontslagen! Hallo! Bent u daar nog?’ Ik zag al blauw van al dat hangen, maar werd nog blauwer omdat ik stikte van de lach: ik was de met naam en toenaam genoemde ‘mystery-guest’ van de dag!
‘Oh oh oh,’ jammerde de meisjesstem. ‘Wat moeten we nu doen? Blijft u nog even hangen?’
Ik hing en hing en ja, daar was de stem weer.
‘Weet u wat we hebben bedacht? De mensen moeten raden met wie u samen dat kookboek heeft geschreven. Als ze het goed raden mogen ze een weekendje weg!’
‘Best,’ riep ik, maar het eind van mijn uithoudingsvermogen kwam nu toch in zicht. Er belden mensen die achtereenvolgens meenden dat ik een kookboek had geschreven met Joop Braak-hekke, Johnny Kraaykamp, Henk Molenberg, Peter Lusse, Ruiger Hauer en eindelijk, eindelijk de verlossende naam: Jeroen Krabbé! Deze slimme persoon mocht een weekendje weg. Waarheen is mij door alle consternatie ontgaan.
‘Hoe heet uw volgende boek? Oh, Gezonde lucht? U schrijft veel over lichamen, hè?’ Ik viel geheel stil. Schrijf ik veel over lichamen? Hoezo dan? Rillend van de kou vroeg ik de meisjesstem hoe ze daar nu toch bij kwam? Ik schrijf over van alles: oude mensen, kinderen, lust, liefde, eten. Maar lichamen…
‘Nou, uw boek heet toch Gezonde Lucht? Ik dacht: dat gaat vast over lichamen!’
Toen was het halfuur Wek-tv om. We wensten elkaar het allerbeste. Ik ging haastig in het inmiddels koud geworden bad en zegende in gedachten de uitbreiding van de visuele media. Wat een informatie, wat een wetenswaardigheden, wat een diepgang, wat een amusement. Ik heb me gek gelachen. En ik heb nog een hele week heel erg moeten niezen!