In het begin van de jaren tachtig werkte ik mee aan een programma voor kinderen. De kro zond het iedere zondagochtend uit na het nieuws van acht uur tot de klok van negen. De Hutsgeklutste was de naam van dat programma, dat live werd uitgezonden en waaraan een groot aantal kinderen hun medewerking verleende. Ik maakte wekelijks een soort nieuwsuitzending en presenteerde dat in eigen persoon: Tante Marjan. We deden ons uiterste best het meest baldadige soort nieuws te verzamelen. De raarste nieuwtjes kregen een plaats. Ik herinner me nog dat er midden in de zomer in een mesthoop een staaf ijs was gevonden, en ja, dat was nieuws! Ook de verrichtingen van de toenmalige Amerikaanse president Carter hielden we scherp in de gaten. Die man kon wat ons betreft niet vaak genoeg uitglijden.
Toen ik laatst in de krant een stuk las over de stand van zaken op de Nederlandse toiletten in de horeca en andere openbare gelegenheden, moest ik terugdenken aan een uitzending, waarin we een handleiding gaven voor het schoonmaken van de…eh…pléé! We vonden dat nuttig en noodzakelijk en we vonden het behoorlijk hypocriet dat je het over alles kon hebben – van incest tot het gebruik van kernwapens – en dat zoiets noodzakelijks in ons dagelijks bestaan, het hebben en gebruiken van een schone wc, nooit eens ruimhartig in de belangstelling kwam. Ik vond als kind al dat het legen van onze darmen en blaas in de boeken bitter weinig aandacht kreeg.
Bij een overwintering op Nova Zembla werd een periode van zeker een half jaar beschreven met alle verschrikkingen en al die tijd ging niemand eens gewoon naar het toilet. Het dagelijks voedsel dat nodig was om te overleven kreeg de volle aandacht in die boeken, maar die gewone en noodzakelijke behoefte werd consequent overgeslagen.
Ik vond dat ongeloofwaardig en raar, dus behandelde ik uitgebreid in een uitzending van De Hutsgeklutste het verantwoord schoonmaken van de wc. En daar kwamen me toch reacties op!
Van; ‘Afschuwelijk, zo’n onderwerp in een kinderuitzending!’ tot: ‘Wat goed om zoiets normaals waarover niemand praat in een kinderuitzending te behandelen!’
Mijn enige dochter had in haar middelbareschooltijd altijd bijbaantjes om haar zakgeld wat op te krikken. Ze was veertien jaar toen ze met een vriendinnetje ‘uit werken’ ging. De dames verdienden met z’n tweeën tien gulden per uur en stoften en sopten dat het een lieve lust was. Maar toen hun mevrouw ze voor de behandeling van de wc-pot een vatenkwast aanreikte, gingen mijn dochter en haar vriendin in staking.
‘Bah mevrouw! U denkt toch niet dat onze moeders het goed zouden vinden dat wij uw wc schoonmaken met een afwas-kwast? Nee hoor, dat doen wij niet! U moet voor ons een echte wc-borstel kopen!’ Aldus geschiedde.
Ik moet zeggen: mijn opvoeding werkt dóór! De wc is het visitekaartje van een huis. En bij mijn kinderen ruikt het altijd lekker fris, want u begrijpt dat opoe Berk met kritische blik het kleinste kamertje in de huizen en appartementen van haar kroost inspecteert. Ik vind het het leukst als er op zo’n plek ook iets te lezen valt. Het kan er, behalve schoon, niet gezellig genoeg zijn. Er zijn mensen die er hele romans uitlezen, hangend op de bril met hun neus in een spannend verhaal. De ervaring heeft mij geleerd dat stripverhalen en de Margriet zich uitstekend lenen voor een kort of iets langer verblijf in dat vierkante kamertje, waar zelfs de keizer te voet gaat.