Veertien
Ik laat me thuis op de bank vallen en denk heel diep na. Een neef van wie ik het bestaan, maar de naam niet weet. Als Ada hem had geweten, zou ze me die vast en zeker hebben verteld. Ik moet erachter zien te komen waar de neef woont. Dan zal ik hoogstwaarschijnlijk ook Rose vinden. Ik haal me haar voor de geest en kan me eigenlijk niet indenken dat zij voor al die moorden verantwoordelijk is geweest. Misschien moet ik mijn mening herzien. Die neef zit me ergens gewoon dwars en wie weet is hij wel degene die alles uit wraak heeft geflikt. Ik kan me hem niet herinneren van de begrafenis van Justin. Hij was ouder dan Justin en Rose en had Rose vanwege haar gezondheid in huis genomen. Niemand vroeg daar ooit naar, maar ik had begrepen dat Rose last van depressies had gehad en er niet uit wist te komen. Die neef had aangeboden haar een tijd in huis te nemen en de verandering van omgeving had Rose goed gedaan. Hij had, zo had ik ooit van Justin begrepen, veel energie in zijn nichtje gestoken. Er waren veel wandelingen gemaakt, goede gesprekken gevoerd, maar voornamelijk de rust waar Rose schijnbaar enorm veel behoefte aan had, was voorhanden. De neef was niet getrouwd en als hij aan het werk was, scheen Rose wat in zijn huis te rommelen en veel boeken te lezen. Die man heeft energie in zijn nicht gestoken, was niet bij de begrafenis van zijn neef, om wat voor reden dan ook, en trok zich het lot van zijn nichtje natuurlijk enorm aan. Haar opnieuw in huis nemen, zal geen optie zijn geweest gezien Rose’ toestand, maar hij moet een enorme woede hebben gevoeld.
Ik kan alleen maar voor me uit staren en merk dat ik op dit moment wel een borrel kan gebruiken. In feite kom ik helemaal niet verder met de informatie die ik heb. Rose en die neef, de krantenartikelen en die belachelijke brief.
Ik besluit dat ik mijn leven weer moet oppakken en ga maandag gewoon weer aan het werk. In het begin bleef het me dwars zitten, maar er volgden geen nieuwe brieven, moorden of nare dingen. Ik wilde er ook niet op gaan wachten en moest een keer die ziektewet uit.
Ik zit dan ook al snel in mijn oude routine op het arbeidsbureau. Ik word in het begin met argusogen bekeken, mannen komen sowieso van een koude kermis thuis en het heeft natuurlijk even tijd nodig voordat elke collega weet dat ik niet meer die vreselijke losbol ben. Het bevalt me prima. ’s Avonds kom ik moe thuis, maar voel me wel gewoon goed en voldaan.
Elke dag ebt de angst meer weg tot het na een week helemaal verdwenen is. Een ander zou het wellicht niet kunnen laten rusten, maar ik had ook nog eens te maken met een schuldgevoel. Uiteraard is het niet goed te praten dat ik ontvoerd ben, maar met het zoeken naar de schuldige zou ik ook een beerput opentrekken. Ik denk er liever niet meer aan, maar op zaterdagochtend ontvang ik weer zo’n anonieme brief. Trillend pluk ik hem van de mat en pas als ik op de bank zit, open ik hem.
Je hebt nog steeds niet gedaan wat ik voorstelde. Groene driehoek. Je kunt nu wel zo makkelijk verdergaan, maar het vreet aan je, nietwaar? Je denkt dat je veranderd bent, maar dat ben je niet. Je steekt nog steeds je kop in het zand. Niet alles is wat het lijkt.
Ik lees het korte, getypte briefje een paar keer. Groene driehoek? Wat moet dat voorstellen? Ik pak de andere brief die ik heb ontvangen en pas dan begrijp ik het. Ik raad je aan eens de film Still Alive te huren.
Nu heb ik sowieso helemaal geen zin om iets te doen wat mijn ontvoerder me opdraagt, maar nieuwsgierigheid is de reden dat ik van de bank opsta, mijn tas van de grond pluk en me naar het centrum beweeg.
Ik ga alle stellingen in de videotheek af. Ik heb geen flauw idee onder welk genre de film valt. Komedie lijkt me sterk. Ik ga de thrillers voorbij en zoek langs horror, maar kan het niet vinden. Ik besluit om maar even hulp te vragen aan de dame achter de balie.
‘Ik zoek de film Still Alive,’ zeg ik tegen de zwartharige vrouw.
‘Ik zal eens even voor je kijken,’ reageert ze en tikt iets in op het toetsenbord. ‘Uit welk jaar komt de film? Want ik heb er meerdere met die titel.’ Ze kijkt me met haar donkere ogen aan en ik haal mijn schouders op.
‘Eh, hij is me aangeraden en ik weet niet welke.’
‘Enig idee waar hij over gaat?’
Ik schud mijn hoofd.
‘Wel, dan moet je ze allemaal maar even bekijken,’ glimlacht ze en loopt achter de balie vandaan. Ze gaat diverse stellingen af en geeft me uiteindelijk drie dvd-hoesjes in mijn handen. Ik bedank haar en bekijk de achterkant.
De ene is uit 1965 en gaat over een man die vermist raakt. De tweede is in 1985 uitgekomen en gaat over een vrouw die een vreselijk auto-ongeluk overleeft en de derde is uit 1990. Zodra ik de samenvatting lees, krijg ik de koude rillingen, maar ik weet wel dat dit de film is die ik mee moet nemen. Niet alleen omdat er een groene driehoek op de cover staat, maar het is de inhoud van de film. Ik betaal bij de zwartharige vrouw en haast me naar huis. Niet omdat ik een enorme zin heb om deze film te bekijken, maar omdat ik ineens weer door angst word overspoeld. Ik wil thuis zijn, waar het veilig is.
Ik heb niet eerder een film opgezet met de zenuwen in mijn buik. Uiteraard wel eens goede zenuwen omdat ik me gewoon op een bepaalde film verheugde, maar dit is totaal anders; ik verheug me helemaal niet op wat ik ga zien. Ik had Rick op zijn mobiel gebeld met de vraag of hij wilde komen meekijken, maar ik had de voicemail gekregen. Zonder in te spreken had ik opgehangen, in het besef dat ik het alleen zou moeten doen. Ik druk op de playknop, trek beschermend een kussen tegen mij aan en dan begint de film.
Ze verspillen geen minuut, zo merk ik als meteen in het begin een blonde vrouw wordt vastgegrepen, de bosjes ingetrokken en vervolgens door meerdere mannen wordt aangerand. Godzijdank zijn er geen details te zien, maar desalniettemin is er weinig verbeeldingskracht voor nodig om te weten wat er gebeurt. Het slachtoffer wordt daarna diverse keren met een mes gestoken en ook nog eens in elkaar getrapt. De verkrachters smeren hem na hun laffe daad en laten de vrouw voor dood achter.
De film gaat verder en nu volg ik een begrafenis. Een dieptreurige man staat bij een graf, tezamen met nog veel meer mensen. Een ouder echtpaar snikt het uit. Ik vind het een klotefilm, maar kijk wel knarsetandend verder. Gaandeweg worden er mannen vermoord en de politie heeft het er maar druk mee. Telkens als een man wordt vermoord, is de dader niet duidelijk te zien. Aan de kleding en de bewegingen te zien, gaat het absoluut om een man. Zo kijk ik anderhalf uur naar slachtpartijen om er uiteindelijk achter te komen dat de moordenaar alleen maar wraak heeft genomen en dat het al die tijd om de verkrachtte vrouw gaat. Wie er dan begraven is, wordt niet duidelijk.
Als ik alles even heel goed overdenk, kan ik maar tot één conclusie komen. Mijn ontvoerder en de moordenaar van mijn oude vrienden, is niemand minder dan Rose, samen met haar neef. Zij bedacht het en de neef voerde het uit. Ze heeft wraak genomen, maar mij laten leven. Misschien is dit wel het laatste deel van haar wraak. Dat ik nu weet dat zij het is geweest.
Ook al kost het me moeite, ik denk dat ik het hier bij ga laten. De doden krijgen we toch niet terug en de consequenties zullen enorm zijn als ik hier werk van maak. Politie, de pers die er bovenop duikt en dan hoef ik enkel maar even aan Fern en zijn artikel te denken. De politie heeft hem nooit geloofd.
De telefoon gaat en ik neem op.
‘Met Lotte, hoe istie?’
‘Hai, ja, wel goed hoor.’
‘Wat een toeval dat Rick en jij elkaar al kenden.’
‘Toeval schijnt niet te bestaan,’ zeg ik en ik hoor tot mijn eigen verbazing een lach in mijn stem.
‘Hij heeft me verder niets verteld hoor, maar ik ga ervan uit dat hij je heeft kunnen helpen. Zo’n mooie man,’ zwijmelt ze. ‘Prachtige huid ook, geen pukkeltje, geen rimpeltje. Ik wil zijn geheim wel eens weten. Je hebt vast in het ziekenhuis wel gezien hoe dol de zusters op hem zijn.’
Ik beaam zijn schoonheid met een knikje dat Lotte niet kan zien. Rick heeft het beste van Moeder Natuur ontvangen en ineens vind ik het ongelooflijk dat hij, in een wereld vol bloedmooie vrouwen, mij ooit wilde. Niet dat ik lelijk ben, maar ineens voel ik me speciaal.
‘Nee, hij heeft me thuis behandeld,’ antwoord ik.
‘Thuis? Meen je dat nou?’
‘Ja, hij doet vaker huisbezoeken vertelde hij.’
‘Ze veranderen ook alle regels zodra je kont de hoek om is!’ Lotte klinkt boos. ‘Het is wel geopperd om huisbezoeken af te leggen omdat veel patiënten zich dan prettiger voelen, maar er was toch echt besloten het niet te doen. Rick was het daar mee eens.’
‘We kennen elkaar,’ zeg ik. ‘Dus vandaar dat hij...’
‘Je begrijpt het niet. Het was juist Rick die het tegenhield. Ook voor bekenden en vrienden. Hij zei gekscherend dat hij de praktijk in het ziekenhuis niet voor niets had en dat je dan wel aan de gang kon blijven.’
‘Hij heeft een uitzondering voor mij gemaakt,’ zeg ik. ‘Laten we het maar onder ons houden voor hij problemen krijgt.’
‘Dat is goed. Ik zal er met niemand een woord over reppen.’
Ik weet heel zeker dat Rick van een cliënt kwam, toen hij voor mijn deur verscheen. Hij moest zelfs naar een andere afspraak en noemde het een huisbezoek.
‘Maar goed, ik wilde enkel weten hoe het met je ging,’ gaat Lotte verder. ‘Ik wil niet als bemoeial overkomen hoor, maar soms denk ik terug aan hoe je daar lag en nou ja, ik was erg geschrokken.’
‘Het gaat prima,’ verzeker ik haar. Na wat heen-en-weer geklets hangen we op en staar ik voor me uit.
De voordeurbel haalt me uit mijn gedachten en ik zet de dvd-speler en de televisie uit. Uiteraard verwacht ik geen bezoek en zin heb ik er ook al niet in. Denkend aan een of andere collecte slof ik naar de voordeur en trek hem open. Ik staar in een paar blauwe ogen en zet alvast een stapje naar achteren. Hij komt als geroepen. Kan hij het me meteen mooi uitleggen.