Zeven

 

 

‘Yara,’ galmt er door mijn hoofd. ‘Eén, twee, drie... Word wakker, Yara, alsjeblieft!’

Ik ben totaal verward, want ik ben wakker, al ben ik het donker spuugzat. Ik moet plassen, ik heb dorst en voel me misselijk. Ik heb tevens last van koude rillingen en denk met weemoed aan het kleedje op mijn bank.

‘... je zult niet angstig zijn en...’

Het donker voert me onwillekeurig mee naar plekjes die ik als vergeten beschouw. Ooit waren het mooie plaatsen.

 

Justin en Yara, Yara en Justin. Het proefde als zoete aardbeien in mijn mond. We slopen elke nacht weg en bedreven dan de liefde. Dat was soms moeizaam aangezien de vakantie voorbij was. We waren weer thuis, zaten in de harde werkelijkheid en in ons laatste schooljaar. Ik klom uit mijn raam, niemand heeft ooit iets gemerkt. Justin deed hetzelfde. Hij heeft wel eens de sleutel gejat van het vakantiehuis van zijn ouders. Dan deden we het in hun huisje, het park was toch verlaten buiten het seizoen. Ik was soms bang om hem kwijt te raken, maar hij bezwoer me dat dit nooit zou gebeuren. Ik geloofde dat ook wel, maar als iets zo mooi is en zo goed voelde, kreeg je vanzelf de angst dat dit nooit kon blijven voortbestaan.

We lieten niets merken als we allemaal bij elkaar waren. We wilden niet verantwoordelijk zijn voor veranderingen binnen de groep en mijn ouders mochten niets te weten komen. Niemand heeft iets gemerkt, want iedereen had het druk met zichzelf. Benny had alleen maar aandacht voor Rose. Tygo en Melvin waren stekeblind en Summer had iemand op het oog. Een of andere zeer jonge leraar wiskunde. Oké, Stan Weber was een heel leuke vent, gaf leuk les, maar dat was het dan ook wel. Summer was helemaal vol van hem en had uitgezocht waar hij zoal uitging. Yvanka vond hem ook erg leuk. Het was jammer voor de meiden toen hij homofiel bleek te zijn.

Het leven ging verder en ineens kwam ik tot het besef dat we alweer bijna een jaar verder waren en het al bijna vakantie was. We zouden de vakantie doorbrengen in het vakantiepark. Dan zouden Justin en ik ook plechtig vermelden dat we een relatie hadden. Daar was het wel eens tijd voor.  Ik was tenslotte achttien, onze relatie was serieus, dus mijn ouders konden weinig bezwaar meer hebben. We zouden het eerst aan onze vrienden vertellen en daarna aan onze ouders.

Het was een prachtige dag. Zo’n vijfentwintig graden. We waren allemaal de koffers aan het pakken om naar het vakantiepark te gaan. Ik voelde me bibberig en weet het aan de vakantiestress. En natuurlijk aan het feit dat we alles eerlijk op tafel zouden gooien. Dat gaf toch de nodige zenuwen. Hoe zouden ze reageren? Geen leuke stapavonden meer, geen leuk samenzijn? Dat je als groep op een gegeven moment uit elkaar ging, was onvermijdelijk; toch wilden Justin en ik niet de reden van zo’n afscheid zijn.

De jongens gingen stappen en Yvanka, Summer, Rose en ik hadden afgesproken een leuke meidenavond te houden en op de dronken lui te wachten. We gingen er blind vanuit dat ze beschonken thuis zouden komen. Justin had me al toegefluisterd dat ik op hem moest wachten en dat hij dronken nog heel goed kon presteren.  We vulden onze avond met een echte meidenfilm, liters thee en veel chocola. Daarna kletsten we, met opgetrokken benen op de bank, lang na over de film.

Toen de jongens terugkwamen, zag ik in één seconde dat ze hem flink hadden geraakt. Benny kwam lallend binnen en bekeek me heel vreemd. Tygo schoot zelfs in de lach en ik liet mijn blik snel naar Justin gaan, die mij verontschuldigend aankeek. Ik wist ineens waar dit vreemde gedrag vandaan kwam en zette me schrap.

‘Zo, wij hebben een nieuwtje!’ brulde Benny en gaf Justin een mep. Melvin bekeek mij ineens met andere ogen en ik staarde naar zijn beschonken kijkers. Mijn blik werd losgetrokken van Melvin toen Benny ineens voor me strompelde en zich voor mijn voeten liet vallen.

‘Volgens mij hebben jullie er een paar te veel op,’ sneerde Summer en bekeek Benny nijdig.

‘Ik ben er ook bang voor,’ zei Yvanka, maar zij grijnsde erbij. Melvin liet zich naast haar vallen en viel met zijn hoofd in haar schoot.

‘Onze Yara en Justin wippen al een jaar samen!’ brulde Benny het nieuws de kamer in. Vervolgens stond hij op en waggelde naar een stoel. Ik zag de blik van Rose, die het leuk leek te vinden, maar er ook totaal niet van opkeek. Ze glimlachte en gaf me een samenzweerderige knipoog.

Summer zat naar adem te happen. ‘Wippen?’

‘Ja, en niet op een wipkip,’ gierde Melvin, die nog steeds met zijn hoofd bij Yvanka op schoot lag. ‘Maar wie weet ook wel, gewoon lekker overal wippen!’

Ik keek snel naar Justin en voelde een lachbui opkomen, maar ik hield het in. Hij kwam bij me zitten en sloeg zijn arm om mijn schouder. ‘Hai cicaro,’ zei hij zacht in mijn oor en plantte een kus ergens halverwege mijn oor en nek. Hij stonk naar bier en sigarettenrook.

‘Ja, we doen het al een heel jaar en jullie hebben niks gemerkt,’ zei hij vervolgens overmoedig en totaal niet zichzelf. ‘Daar zijn we heel blij mee. Jullie ook?’

Die avond liep heel anders dan ik had gedacht, maar het had veel erger kunnen zijn. Melvin lag op de schoot van Yvanka te snurken en toen ze naar bed wilde, hees hij zich moeizaam overeind.

‘Kom, Yvanka, laten we ook gaan wippen,’ brabbelde hij en vertrok naar zijn slaapkamer. Ik zag Yvanka een gezicht trekken, maar ze liep met hem mee onder het mom dat ze hem even in bed zou helpen. Ze kwam alleen niet meer terug.

Summer had de verdere tijd haar blik zowel naar mij als naar Justin laten gaan alsof ze het niet geloven kon. Later gaf ze toe dat ze meer dan normale belangstelling voor Justin had. Ze is daarna nooit meer zo eerlijk tegen me geweest. Benny vertrok snel na Melvin, net als Tygo. Summer verdween gek genoeg naar de slaapkamer van Benny, die dit toeliet.

Ik stond op, greep Justin bij de hand en nam hem mee naar mijn slaapkamer. Het was een hele rare avond geworden, maar ik lag lekker met mijn schatje in bed en had een geweldige nacht.

 

Een prikkend gevoel haalt me uit mijn herinneringen. Er dringt iets in mijn huid. Een mes! schiet het door me heen terwijl de druk wordt opgevoerd.

‘Word je er al opgewonden van?’

Ik lig voor dood en durf me niet te bewegen.

‘Of ben je al zo ver dat de spijt je bekruipt.’

Ik laat mijn adem ontsnappen zodra ik merk dat het mes me niet langer bedreigt.

‘Spijt van je daden, spijt van je leugens, spijt dat het levens heeft gekost. Je dacht: als ik maar van God los leef, is het nooit gebeurd.’

‘Nee!’ krijs ik. ‘Luister, ik heb er genoeg van. Ik moet plassen en ik heb dorst!’

‘Verantwoordelijkheden nemen voor je daden, zo is het leven nu eenmaal.’

Ik krijg er geen woord meer uit en voel opnieuw zijn vinger die over mijn lichaam glijdt. Geen mes, denk ik heel even opgelucht. Het is maar een vinger en...

‘Zoveel mannen hebben je aangeraakt, maar je maakte het hen niet zo moeilijk.’

Hij heeft zijn hand om mijn enkel geslagen en beweegt hem traag omhoog. Ik ben in gedachten even overal, behalve hier in deze bedompte ruimte.

‘Vind je dit prettig?’

Ik antwoord niet.

‘Of dit?’ Traag beweegt de hand zich omhoog. Ik griezel en verafschuw het, maar ik besef dat ik niets kan doen. Hoe kwader ik word, hoe meer plezier deze eikel eraan beleeft. Die voldoening gun ik hem niet.

Hij haalt ineens zijn hand weg en ik kan een zucht van verlossing niet binnenhouden. Hij hoort het, hij weet dat ik doodsbang ben.

‘Jij hebt er plezier aan beleefd, maar dat is niet zo bij alle vrouwen. Denk maar eens heel goed na, ga maar eens jaren terug. Ik heb alles gezien! Alles!’

Ik geef een schreeuw als hij mijn string naar beneden trekt, me in mijn kruis knijpt om vervolgens zijn vingers ruw bij me naar binnen te duwen.

‘Schreeuw maar, dat heeft zij ook gedaan!’

Hij verkracht me met zijn vingers en het doet verdomd veel pijn.

‘Is het lekker?’

Ik kan door de brandende pijn even geen woord uitbrengen. Ik hol mijn rug en probeer op mijn zij te rollen om aan zijn greep te ontkomen.

‘Alsjeblieft, je doet me pijn...’ pers ik er kermend uit.

‘Jij bent nog veel erger dan de rest, jij verdient nog een veel ergere straf! Vuile hoer!’

De opluchting is groot als hij zijn vingers uit me haalt en mijn string omhoog trekt. Het brandt verschrikkelijk.

‘Smerige hoer!’

Ik huil bittere tranen. Die ellendeling heeft alle deuren in mijn hoofd opengezet, al het oude verdriet omhoog gehaald en vervangen voor nieuw verdriet. Ik denk aan een heel mooi meisje in de bloei van haar leven waar plotsklaps een einde aan kwam. En aan dat ellendige feit heb ik mede schuld.