Een

 

 

De nacht brengt niets anders dan duisternis en een verstikkende stilte, onderbroken door een vaag bonkend geluid waar ik de oorsprong niet van ken. Als ik alleen maar probeer te bedenken wat me is overkomen, word ik misselijk en moet ik hollen om het toilet te halen. Het is bizar om je ontbijt vaarwel te zeggen louter omdat je nadenkt. Hersenschudding, denk ik dan, om vervolgens geconfronteerd te worden met geschaafde polsen en gestriemde enkels. Het is zo bizar dat de wereld gewoon doorgaat. Er splijt niets open dat me opslokt, maar toch voelt het voor mij wel zo. 

Hoe ik het ook probeer, ik kan me gewoon niet herinneren hoe ik in mijn achtertuin terecht ben gekomen. Eenendertig jaar en ik heb ineens het geheugen van een demente oma. Ik herinner me wel een geweldig feest in een oude loods, en een aantal kroegavonden en één avond bij mij thuis met wat collega’s, maar meer herinner ik me gewoon niet. Ik kan het niet uitstaan en het maakt me razend dat ik de controle over mijn eigen hersens kwijt ben geraakt. Drugs... Daar trek ik toch echt de grens, maar de kans zit erin dat iemand het me heeft toegediend. Iets in mijn glas heeft laten vallen. Dan ben ik wel even flink van de wereld geweest, want ik ben tijd kwijt. Het feest in de loods was afgelopen vrijdagavond geweest, ik ben met een taxi naar huis gegaan en ik heb de voordeur geopend. Ik ben daadwerkelijk naar binnen gegaan. Vanaf dat moment is alles blanco. Ik ben vier dagen kwijt.

           

De volgende dag neem ik een besluit. Mijn levenslust strijdt om voorrang met een beklemmende broosheid. Ik wil af van de dot watten die in de plaats van mijn hersens is gekomen. Ik wil simpelweg mezelf terug.

Beneden trek ik de gordijnen open en laat het zonlicht mijn huis en tegelijkertijd mijn ziel binnen. Ik sluit mijn ogen. De warme stralen aaien in al hun vriendelijkheid mijn huid. Door mijn neus inademend open ik langzaam mijn ogen en zet van schrik een stap naar achteren. Buurvrouw Lotte zwaait enthousiast voor mijn raam en maakt een handgebaar. Alsjeblieft zeg. Alsof ze al die tijd voor de deur heeft gewacht. Ik heb op dit moment geen zin om te moeten praten. Lichtelijk depressief, zou mijn huisarts zeggen, volkomen logisch als hij mijn verhaal zou horen. Maar mijn huisarts weet van niets, want ik ga niet naar hem toe. Ik besluit dat ik het maar beter gehad kan hebben. Lotte bedoelt het natuurlijk goed, dus ik loop naar buiten.

‘Yara, wat goed je te zien!’ begroet ze me. ‘Hoe is het met je?’

‘Beter, al blijf ik nog wel even in de ziektewet.’ Alsof ik op het arbeidsbureau waar ik werk andere mensen zou kunnen stimuleren voor de juiste baan. Ik zou op dit moment een gediplomeerde verpleegster op gesprek bij een aannemersbedrijf sturen. Ik merk dat zelfs praten me moeite kost. Alsof ik zojuist een marathon heb afgelegd, zelfs mijn benen voelen loodzwaar.  Ik voel me een dweil.

‘Herinner je je alles weer even goed?’ vraagt Lotte vriendelijk. ‘Je leek namelijk erg verward.’

‘Als ik me bepaalde dingen niet meer voor de geest kan halen, zal dat wel een reden hebben.’ Ik grijns krampachtig en heb spijt dat ik niet binnen ben gebleven.

‘Herinner je je bijvoorbeeld wat je het laatst hebt gedaan? Voor je in je achtertuin wakker werd, bedoel ik.’

‘Mm,’ mompel ik. ‘Een feestje en daarna ben ik zelf mijn huis in gelopen.’

‘Dat is het?’ vraagt ze ontzet.

Ik haal mijn schouders op en zeg niets. Het klinkt ineens zo dom. Alles wat ik zeg klinkt belachelijk, maar de logica heeft zijn greep allang verloren. Ik besef gerust wel dat ze denkt dat het mijn eigen schuld is. Omgang met de verkeerde, een te losbandig bestaan, bla bla. Ik heb haar vaker met haar hond zien langslopen en dan kon ze het nooit laten om even een blik naar binnen te werpen. Niet dat ik dat erg vind, het is een automatisme om te kijken waar geluid vandaan komt. En als ik visite heb, gaat er nou eenmaal altijd een muziekje op. Soms ook als ik alleen ben, wat in feite weinig voor komt. Ik heb gewoon een enorm geluk dat de buren aan de ene kant er geen punt van maken en aan de andere kant een oude, dove man woont. Ik herinner me ineens dat Lotte me ooit eens vroeg of ik soms moeite had om alleen te zijn.

‘Ik heb je verteld dat ik verpleegster ben,’ zegt Lotte en haalt mij daarmee uit mijn gedachtegang. ‘In ons ziekenhuis zit toevallig een zeer bekwame hypnotiseur. Ik hoop niet dat je het erg vindt dat ik het over je heb gehad.’

‘Veel valt er niet te vertellen, nietwaar.’

‘Dat zeg jij. Hij is echt goed en gaf aan je te willen helpen.’

Lotte staat overduidelijk op mijn reactie te wachten. Ze wil me zo graag helpen en dat waardeer ik gerust, maar ik zit in een cocon van gedachten die op de een of andere manier een ander toebehoren. Een beslissing maken kan ik nu simpelweg niet. Ik knik naar haar en trek een gezicht dat duidelijk maakt dat ik er over na zal denken.

Ze geeft me een knikje terug. ‘Ik moet er vandoor. Hou je kalm en je weet me te vinden als je me nodig hebt, oké?’

‘Bedankt Lotte,’ zeg ik en ik meen het.

Ik kijk haar na tot ze niet langer in zicht is en draai me dan om, denkend dat ze het natuurlijk goed bedoelt, maar dat ik eigenlijk helemaal geen zin heb in een of andere vent die in mijn hoofd wroet.

Mijn voet staat al binnen als ik een geluid opvang. Ik draai me om en zie een blauwe auto die geparkeerd wordt. Mijn ogen focussen zich. In eerste instantie herken ik de bestuurder niet. Dan stapt een man uit die zijn hoofd naar mij opricht. Mijn adem stokt als ik in zijn helderblauwe ogen kijk. Hij leunt nonchalant tegen de auto en staart me zwijgend maar uitdagend aan. Het is net alsof hij uit een reclamespotje van Levi’s is gestapt in zijn trendy jeans en shirt. Een gezicht zo zacht en wonderschoon als Brad Pitt in de film Legends of the Fall.  Er zit een slag in zijn halflange, zwarte haar. Opnieuw word ik getroffen door zijn betoverende uiterlijk.

‘Mooie Yara. Hoe is-tie?’

Hold your horses. ‘Rick. Dat is lang geleden.’ Hij nam me ooit mee naar een kamer waar het plafond op een jungle leek, alleen de schommel leek niet op zijn plaats. Ik dacht aan SM toen ik attributen zag zoals zweepjes, handboeien en maskers, en de verzameling dildo’s was buitengewoon bewonderenswaardig. Ik weet nog dat ik verbaasd was. Stille wateren. Zuig me, had hij dwingend geëist en voor ik eventueel kon protesteren duwde hij zijn erectie in mijn gezicht. Op zijn penis na was zijn lichaam totaal gehuld in een latex pak. Neuken in een bult touwen bleek gek genoeg grandioos te zijn, al liep ik twee weken met striemen op mijn lijf rond. Schommels bleken ook een heel ander doel te hebben dan ik aanvankelijk had gedacht.

‘Kom je even binnen?’ vraag ik.

Hij kijkt op zijn horloge. ‘Ja, een halfuurtje heb ik wel voor ik bij mijn volgende cliënt moet zijn.’

Rick is niet eerder bij me thuis geweest en ik zie hem dus nieuwsgierig rondkijken, maar ik observeer hem. Vroeger dacht ik altijd dat mensen die aan kinky seks deden dat ook uitstralen. Niets is minder waar.

‘Hoe is het met je? Beetje ruige avond gehad?’ Hij wijst besmuikt naar mijn polsen.

‘Je bent nog even scherp,’ grimas ik. Moet je de rest van mijn lijf eens zien. ‘Ik zit in de ziektewet. Ongelukje gehad.’ Denk ik.

‘Wat voor ongeluk?’

‘Niets ernstigs.’

‘We hebben het leuk gehad samen, al was het maar kort. Ik ben je eigenlijk nooit echt vergeten.’

Ik weet bijna zeker dat hij terugdenkt aan ons gestoei in de touwen. Ik had toen ongeveer net zulke polsen en ergens baal ik dat hij het zo snel voor elkaar krijgt een seksuele spanning te creëren zonder veel moeite te doen. Hij knipoogt verleidelijk en dat doet me meer dan ik op dit moment aankan.

Rick fronst. ‘Je komt een beetje gestrest op me over. Klopt dat?’

‘Er is iets wat me bezig houdt.’

‘Vanaf het moment dat je mij zag?’ Hij grijnst veelbetekenend. ‘Flauw, ik weet het. Maar ik zie je en ben meteen even terug in de tijd.’

‘Hoe is het verder met jou?’ vraag ik haastig. Ik doe niet mee met zijn spelletje.

‘Niet te dichtbij komen, ik begrijp de boodschap.’ Rick gaat zitten. ‘Ik heb met wat hulp van een oude vriend een baan aangeboden gekregen en die heb ik met beide handen aangepakt. Het bevalt me prima in het ziekenhuis.’

‘Ik kan me even niet herinneren...’

‘Ik heb je dat nooit verteld. Ik ben hypnotherapeut. Dat ben ik geworden omdat ik de psyche van de mens graag doorgrond.’

Ik moet ineens aan Lotte denken.

‘En je doet dat dus ook bij mensen thuis?’ vraag ik.

‘Als het zo uitkomt. Heb je mij professioneel nodig?’

‘Misschien.’

‘Want?’

Ik vertel hem mijn verhaal, wat me enige moeite kost, want ik heb liever dat hij me stoer vindt. Een vrouw die niet moeilijk doet, maar overal voor in is. Absoluut geen vrouw die wakker wordt in haar eigen achtertuin en niet eens weet hoe ze daar gekomen is. Dan komt ook Lotte aan bod.

‘Ik zal eerlijk tegen je zijn. Ik weet van Lotte dat je mij misschien nodig hebt. Ik wist uiteraard in eerste instantie niet dat het om jou ging, maar toen ik je naam hoorde, moest ik even bij je langs. Ik kan morgen wel komen, dan schuif ik wat in het ziekenhuis. Je bent een interessant geval, maar dat vond ik toentertijd al.’

Ik bedank hem en besef dat zijn manier van doen typerend voor hem is. Hij laat mij eerst vertellen en geeft dan pas toe dat het niet bepaald toevallig is dat hij hier op de bank zit. Spelletjes spelen: Rick is er dol op.

Na een tijdje kijkt hij op zijn horloge en geeft te kennen dat hij moet gaan.

‘Tot morgen, Yara.’ Zijn warme hand ligt in mijn nek en hij geeft me drie zoenen op mijn wang, wat erg zedig is als je beseft wat we allemaal hebben uitgevreten. ‘Wie weet wat er allemaal bovenkomt, al moet ik je wel waarschuwen. Het kan griezelig zijn en er kan ook veel bovenkomen dat je wellicht liever verborgen houdt, maar ik ben bij je en je bent veilig. Houd dat voor ogen.’

‘Is goed,’ glimlach ik en ik voel me voor het eerst in jaren ietwat verlegen, maar dat is wat Rick onbewust met een vrouw doet.