Vier

 

 

Ik haal snakkend adem terwijl ik noodgedwongen in het pikkedonker lig. Vastgebonden als een of ander beest met iets om mijn ogen en oren. Ik kan geen kant op en hoor geen enkel geluid op het irritante gebonk na. Ik bevind me verdomme in een ruimte met een zwaar gestoorde man. Met iedere seconde die de tijd weg tikt word ik steeds meer zijn gevangene. Zijn slachtoffer, of wellicht zijn prooi. Ik kan echter niemand bedenken die mij dit aan wil doen, maar ik probeer het toch. Ik ben nu eenmaal aan mezelf overgeleverd.

Bastiaan op het feest van mijn collega. Een enorm lekker ding, maar zijn donkerbruine ogen stonden te dicht bij elkaar en hij kon absoluut niet zoenen. Hij maaide met zijn tong door mijn mond alsof hij de nieuwste tandenborstel uit de reclame was. Als een man al niet eens lekker kan zoenen, wil ik niet weten hoe hij verder in bed is. Blonde Rutger was wel oké. Anthony, een Surinamer, bleek getrouwd te zijn en had zelfs drie kinderen. Bob, Rocco, Patrick, Michael, David... Ze passeren allemaal de revue en ik kan nog wel even doorgaan, maar dat is onbegonnen werk.

Ik spits mijn oren omdat ik iets meen op te vangen. Ineens word ik opnieuw overvallen door angst. Ik begin te rillen. Hij wil dat ik in mijn verleden duik omdat hem ooit iets is aangedaan. Maar behalve een man afweren of er geen tweede afspraak mee maken, heb ik bij mijn weten niemand iets vreselijks geflikt.

‘Laat me los, klootzak!’ Niets te horen, behalve mijn hijgende ademhaling. Mijn kortstondige verzet brengt een subtiele verandering teweeg. Ik put er kracht uit. ‘Eikel! LAAT ME GAAN!’

Ik hoor krakende voetstappen en merk dat mijn woede plaatsmaakt voor een zinderende angst. Hij staat naar me te kijken, dat weet ik zeker. Straks heeft hij een pistool en schiet me dood. Of een mes, waarmee hij in me hakt tot ik gillend en krijsend doodbloed.  Ik besef dat ik een begaafdheid heb ontwikkeld om mezelf naar de klote te helpen. Of dat ik schijnbaar het talent bezit om in moeilijkheden te komen.

‘Laat me gaan,’ zeg ik dunnetjes, al probeer ik uit alle macht mijn waardigheid te behouden. ‘Laat me alsjeblieft vrij. Je hebt echt de verkeerde voor je.’

Hij zegt niets en laat de stilte voortduren, waar ik nog nerveuzer van word. Ik wil zijn stem horen, ik wil wel een uur naar zijn stem luisteren, zodat er misschien in mijn hoofd een belletje gaat rinkelen en ik weet wie hij is. Ik hoor hem niet eens ademen. Hij staat er toch wel?

Ik begin van schrik te gillen als er ineens een vinger over mijn voorhoofd strijkt die een haarlok opzij veegt. Ik kronkel en beweeg woest.

‘Blijf van me af!’ Ik spuug in het wilde weg in de hoop hem te raken. ‘Blijf met je gore poten van me af!’

‘Ik bewonder je vechtlust,’ sist hij vlak bij me. ‘Maar die gebruik je voor de verkeerde redenen.’

Zijn vinger glijdt langs mijn wang naar beneden terwijl ik woest worstel. Ik voel de vinger als een brandende lucifer langs mijn hals gaan. Hij heeft zelfs de gore moed om mijn beha opzij te schuiven, mijn borst aan te raken en een cirkel te draaien langs mijn buik.

‘Blijf van me af!’ krijs ik compleet over mijn toeren. Ik kronkel woest en gil de longen uit mijn lijf.

Ineens is de vinger verdwenen en lig ik stokstijf, al is het alsof de vinger nog steeds rondjes op mijn buik maakt. Ik word vreselijk misselijk.

‘Vrienden,’ fluistert hij krakend. ‘Je bent nog steeds niet daar waar je in gedachten zijn moet. Iets beter je best doen.’ 

Ik onderdruk een snik. Ik wil niet naar datgene dat ik zo diep heb weggestopt. Waarom word ik daartoe gedwongen? Maar hij krijgt zijn zin. Ineens ben ik weer terug in de tijd, of ik nu wil of niet.

 

Die dag op het strandje bij de zwemvijver was er iets bij mij veranderd. Justin maakte iets los en ik raakte daar danig van in de war. Telkens als ik hem zag, barstte er een rijpe meloen in mijn maagstreek. Mijn lichaam tintelde als ik alleen maar aan hem dacht. Mijn god, ik wist precies wat ik met hem wilde, maar het daadwerkelijk durven, was een heel ander verhaal.

Elke dag werd het verlangen heviger en als we naar de zwemvijver gingen, zorgde ik er voor dat mijn handdoek stomtoevallig naast de zijne lag. Hij was zo mooi dat het me verbaasde dat niet elk meisje zich aan zijn voeten wierp. Ik zag soms wel blikken van Summer naar Justin glijden en dan kwam er iets in mij los waar ik nog nooit last van had gehad: jaloezie. Niet iets om trots op te zijn, maar ze moest met haar klauwen van Justin afblijven!

Heel soms leek het alsof hij wist dat ik verliefd op hem was. Hij kon mij zo diep in mijn ogen kijken dat hij mijn ziel raakte. Ik had al snel door dat Summer enkel maar Benny jaloers wilde maken, maar die dacht volgens mij alleen maar aan Rose. Ze was even aardig tegen iedereen, maar Benny deed heel wat pogingen en had het zelfs voor elkaar gekregen dat Rose met hem naar het eindfeest zou gaan. Summer was des duivels en ik was zo bang dat ze al haar zinnen op Justin had gezet. Ze deed ook zo onvriendelijk tegen Rose, die toch echt een schat van een meid was.

Ik droomde dat hij mij midden in de nacht zou bezoeken, dat we samen het bos in zouden gaan. Maar dat gebeurde nooit.

 

In de tweede week van onze vakantie liep ik met Summer en Yvanka, handdoeken over onze schouders, door het park. We waren op weg naar de zwemvijver, waar Benny, Melvin, Tygo en een paar andere leuke mensen al waren.

We liepen langs Justins huis, dat op de route lag. Ik zag hem buiten op zijn hurken zitten, hij was ergens mee bezig en mijn hart sprong omhoog.

‘Wat ben je aan het doen?’ vroeg Summer poeslief aan Justin, die een schroef in een stuk hout draaide.

Hij keek op en glimlachte. ‘Ik maak een windwijzer.’

‘Lukt nog niet best, hè?’ giechelde ze. ‘Ik heb er niet veel verstand van, maar dit is absoluut geen windwijzer.’

‘Komt nog wel,’ reageerde hij en ging weer verder. Ik keek ondertussen naar zijn armen en zag zijn spieren bewegen, elke keer als hij een draai aan de schroef gaf. Ik werd afgeleid toen Rose uit het huisje kwam lopen.

‘Hoi,’ zei ze bedeesd. ‘Gaan jullie naar de zwemvijver?’

‘Dat was in ieder geval wel het plan,’ zei ik en zag de blik van Summer verzuren. ‘De anderen zijn daar al. Ga je ook mee?’

‘Ja, leuk,’ reageerde ze spontaan.

‘We kwamen Justin halen,’ zei Summer en wees vervolgens naar hem en het stukje hout in zijn hand.

Wat een leugenaar, dacht ik.

‘Wat het moet worden weet geen mens, maar ik mag het schilderen,’ grijnsde Rose.

‘Een windwijzer,’ zei Justin zonder op te kijken. ‘Dat wist je al, Rose.’

‘Nou, geef de moed maar niet op dan,’ zei Summer nadrukkelijk tegen Justin. ‘We zien je vast straks wel als je klaar bent met je, eh, windwijzer. Toch?’ Ze knipperde overdreven met haar ogen en ik kon een geërgerde zucht niet binnen houden.

Justin zei niets, maar keek mij heel even schuin aan, zonder met zijn werk te stoppen. Het was net alsof ik iets in die ogen las, maar voor ik het kon ontcijferen, trok hij zijn blik van me los.

 

Die middag lag ik alleen op een handdoek bij de zwemvijver. Iedereen, op Justin na lag in het water. Summer had de vlotten in het midden van het water uitgekozen om te zonnen. De jongens deden een balspel, Rose en Yvanka deden met ze mee en heel af en toe hoorde ik Summer gillen als de bal op haar belandde. Ik had een ontspannen gesprek met Timo, Robin en Sjakie gevoerd. Ik had al gemerkt dat ook zij Rose de moeite waard vonden, maar behalve haar bewonderend te bekijken, maakten ze geen aanstalten tot meer.

Terwijl ik de jongens hoorde kletsen over Gekke Henkie, de dorpsgek van het vakantiepark die iets te vriendelijk tegen jonge meisjes was zonder echt gevaarlijk te zijn, dwaalden mijn gedachten af en voerden me naar groene ogen. Ik was zo vreselijk verliefd. Ik moest iets doen, maar omdat Justin een vriend van ons allemaal was, wist ik gewoon niet hoe. Ik was de normale, losse manier van doen kwijt nu ik ineens verliefd op een vriend was geworden.

‘Yara, wij gaan ervandoor!’

Ik zei Timo, Robin en Sjakie gedag en sloot mijn ogen.

Ineens werd mij het zonnetje ontnomen. Ik dacht heel even aan een wolk, maar wist direct dat het geen wolkje voor de zon was. Ik wist wie er stond, dat liet de reactie van mijn lichaam me weten. Kijk maar goed, dacht ik bij mezelf, terwijl de spanning in mijn lichaam enorm toenam. Kijk maar eens wat hier voor het grijpen ligt.

Ik durfde niet tussen mijn wimpers door te gluren en er leken uren voorbij te gaan. Justin keek, maar zei geen woord. Het was spannend, maar ook bizar. Waarom geen enkel geluid? Toch wist ik zeker dat hij het was. De spanning steeg en ik voerde een strijd met mijzelf om mijn ogen gewoon open te doen. Hem recht in die prachtige ogen te kijken.

‘Justin!’ riep een stem. ‘Kom lekker hier liggen!’

Ineens ving mijn gezicht de zon en wist ik dat Justin niet langer naar mij keek. Ik opende mijn ogen en ging rechtop zitten. Ik moest een aantal keer met mijn ogen knipperen, maar toen zag ik Justin in het water. Mijn ogen staarden strak naar zijn bruine, gespierde rug en er ging een rilling door mijn onderlichaam.

Hij deed heel even met het balspel mee en liet zich vervolgens naast Summer op het vlot vallen. Ze begon direct overdreven te flirten en ineens kon ik de grijns van Justin niet meer aanzien. Ik draaide me op mijn buik en probeerde het achterlijke gegiechel van Summer te negeren.