Poppenkast
(Daniel)
Nadat ze weg waren, deed de bungalow heel anders aan. Hij voelde zich als een oude eenzame wolf terwijl hij door de opgeruimde, fris ruikende kamers scharrelde.
Hij stelde op prijs wat ze had gedaan. Dat had hij natuurlijk niet tegen haar gezegd, anders zou ze wel eens kunnen gaan denken dat hij zelf niet in staat was het huishouden te doen, maar hij moest toegeven dat het er nu een stuk beter uitzag. Weer zoals het er vroeger uitzag. Pas toen hij dat dacht, besefte hij hoe ver hij alles had laten komen. Hij had even overwogen om zijn dochter te bellen, maar kon dat bij nader inzien toch niet opbrengen en hij had ook eigenlijk niks te zeggen. Ze was naar haar Londense leven teruggegaan en dat was dat. Ze hadden beleefd afscheid van elkaar genomen. Geen omhelzing, niets van die onzin, maar hij had haar en het kleintje vanaf de voordeur keurig nagewuifd. Hij miste vooral die dreumes. Doei opa, doei opa, had ze door het omlaag gedraaide raampje geroepen.
Vanaf dat moment had hij eigenlijk geen oog meer dicht gedaan. Niet vanwege de pijn – die werd met de dag draaglijker – maar gewoon omdat alles zo vreemd leek: zijn dochter die voor hem zorgde en echt met hem praatte. En dan die onthulling dat haar vriend…nou was die naam hem weer ontschoten…B…of nee, P…o ja, Patrick…dat Patrick was vermoord. Wie zou nu aan zoiets hebben gedacht? Hij moest toegeven dat ze het niet gemakkelijk had gehad. Hij kon nog steeds niet bevatten dat Meg het had geweten en het voor hem had verzwegen. Door trouw aan haar dochter te zijn was ze hem, haar eigen man, ontrouw geweest. Maar ja, als hij zich niet zo afkeurend had opgesteld en niet het woord ‘buitenechtelijk’ had gebruikt, dan had Meg het hem misschien wel verteld. Of Frankie had het hem zelf kunnen vertellen. Was het daarom allemaal zijn schuld? Hij was er echt van in de war. Maar hij had zijn principes en hij nam geen blad voor de mond. Daar was toch niks mis mee. Trouwens, hij was bereid geweest om alles te vergeven en te vergeten. En als dat andere er niet was geweest…
Het was Megs idee geweest.
Om hun trouwdag te vieren waren ze naar Londen gegaan – met de bus – om een show te zien. Riverdance. Meg was weliswaar doof, maar ze genoot van de visuele ervaring van een theaterbezoek en ze keek dolgraag naar dansen. Ze zouden er vroeg naartoe gaan, dan konden ze van tevoren de inhoud van het programma lezen. Soms, afhankelijk van de show, nam ze een toneelkijker mee om te kunnen liplezen.
“En laten we na afloop dan Frankie gaan verrassen in het restaurant waar ze werkt,” had Meg gezegd. “Het is hoog tijd dat jullie weer vrede sluiten.”
Dus na de voorstelling (die Daniel voor het grootste deel slapend bijwoonde) gaf ze de naam van het restaurant aan de taxichauffeur die ze hadden aangehouden.
“Weet u zeker dat het de goede naam is?” had hij gezegd.
Meg keek nog eens op het papiertje en verzekerde hem dat het goed was, waarna hij hen door het centrum van Londen reed en hen daar afzette.
Het moest wel een zeer deftige aangelegenheid zijn omdat ze er een portier hadden, had Meg opgemerkt toen ze naar binnen gingen. Zij in haar keurige roze pakje en hij in zijn blazer met koperen knopen.
Het was er gedempt verlicht en de tafeltjes waren voornamelijk door mannen bezet. Ze zetten een paar stappen in de richting van de bar – daar moest je vermoedelijk langs om in het restaurant te komen, had Daniel gezegd – en waren even onzeker blijven staan. Pas toen zijn oren zich aan de muziek hadden aangepast en hun ogen de omgeving in zich konden opnemen, beseften ze dat er verscheidene schaars geklede meisjes op een verlicht podium stonden te dansen. Te kronkelen, kon je beter zeggen.
“Goeie genade, ik heb me duidelijk vergist. Dit kan niet…”
Ze wilden net teruglopen toen ze haar zagen.
Naakt, afgezien van een met rijnsteentjes bezette string.
Haar lange, mooie, goudglanzende lijf.
Haar achterste vlak voor het gezicht van een man.
Die greep haar bij de billen terwijl ze ermee stond te draaien met een lach op haar gezicht.
Ze keken geschokt toe, als gehypnotiseerde konijntjes, met hun mond wijd open. En op dat moment had ze zich omgedraaid en hen gezien.
Ze kwam naakt als ze was naar hen toe rennen. Mam! Pap! Maar Daniel had Meg, die als aan de grond genageld stond te snikken, aan haar arm meegesleurd en haar snel mee naar buiten genomen.
Het onbehagen. De schaamte. De schok. De vunzige, slonzige, walgelijke, smerige verdorvenheid van die tent. Daniel had er geen woorden voor.
En dat was waarom hij niets meer met zijn dochter van doen wilde hebben.