Poppenkast
(Nuala)
Alweer eind januari. En ze was zo gedeprimeerd geweest vanwege Jim dat ze samen met Liam toch met oud en nieuw naar haar zuster Shauna in Newcastle was gegaan.
Het was precies zo verlopen als ze had gevreesd. Hetzelfde gedoe van knuffels en kussen en iedereen die deed alsof de wereld een heerlijk oord was, met een paar uur lang een opgewekt lachje op hun gezicht geplakt…En nog geen vijf minuten nadat de Big Ben twaalf had geslagen hadden Shauna en haar man alweer de draad opgepakt en maakten ze elkaar uit voor alles wat mooi en lelijk was. Ze snapte echt niet waarom ze bij elkaar bleven. Zelfs hun eigen zoon en dochter – zelf ouders en opmerkelijk onbeschadigd – hadden hen gesmeekt de strijdbijl te begraven en te gaan scheiden. Maar Shauna zei dat een flinke ruzie stimulerend werkte en Trevor was kennelijk goed in bed. Dat kwam er ook nog bij. Geen enkel detail van hun seksleven bleef onbesproken en hoewel Nuala beslist geen zedenprediker was, wilde ze echt niet weten wat haar zus en zwager in bed uitspookten. Bovendien was Shauna al zevenenvijftig, acht jaar ouder dan zijzelf.
“Je bent er nog maar net,” had Shauna geprotesteerd toen Nuala zich op nieuwjaarsdag klaarmaakte om te vertrekken.
Liegen had geen zin.
“Liam raakt van streek door jullie geruzie.”
Hij had met zijn vingers stijf in zijn oren rondgelopen.
“Maar die hebben toch niks te betekenen. En het is fantastisch om het weer goed te maken. Trevor wordt echt…”
“Hij haat harde stemmen. Dan raakt hij overstuur. Hij heeft behoefte aan rust.”
“De echte wereld is niet rustig. Hij is zeventien en je behandelt hem nog steeds alsof hij zeven is. Doe eens wat met je leven, Nuala. En kijk toch eens hoe zwaar je bent geworden. Jij was de mooiste van ons allemaal. Je hebt jezelf laten gaan, echt waar.”
Kalm blijven, dacht Nuala, je weet hoe ze is.
En zelfs toen ze elkaar bij het afscheid hadden gekust, had Shauna nog gauw ‘je weet best dat ik gelijk heb’ gezegd…
Inmiddels was de nieuwe schoolperiode godzijdank alweer een tijdje begonnen. Daardoor werd ze tenminste afgeleid van het kniezen om een man die ze nauwelijks kende en die ze inmiddels allang vergeten had moeten zijn. Ze kon genieten van volwassen gesprekken met collega’s in de lerarenkamer. Ze bleef zelfs ‘s middags na schooltijd nog wat langer om niet meteen naar huis te hoeven en weer in dat isolement te belanden. De school had van het graafschap een prijs gekregen voor de afdeling Bijzonder Onderwijs. In de plaatselijke krant had een afgrijselijke foto van Nuala gestaan toen ze de prijs in ontvangst nam. Met drie onderkinnen. En ze lachte zo breeduit toen ze het certificaat omhooghield dat haar gezicht op een tot het uiterste opgerekt elastiekje had geleken. Haar ogen waren nauwelijks te zien geweest.
Het fijne nieuws was dat Liam vandaag weer aan het werk was gegaan. Hij was bij de beste van de twee plaatselijke supermarkten aangesteld om de winkelwagentjes te verzamelen en had een echt uniform gekregen: groene broek, wit overhemd, groene stropdas en een groen gewatteerd jack. En bij stortregen – zoals nu – kreeg hij een groene regenjas met capuchon die hij eroverheen kon dragen.
Ze bad dat hij dit baantje zou houden. De kans was groot omdat het bedrijf zich beroemde op gelijke kansen voor iedereen. De hele dag winkelwagentjes duwen mocht voor de meeste mensen oneindig saai lijken, maar Liam hield van regelmaat. Continu hetzelfde doen gaf hem een gevoel van veiligheid, waardoor hij zijn aandacht erbij zou houden. En dus minder snel afgeleid raakte.
Ze moest tijdens de lunch toch boodschappen doen en hoewel ze meestal naar de andere supermarkt ging, omdat die goedkoper was en ze daar zegeltjes spaarde, was dit haar kans om Liam in actie te zien zonder dat het leek alsof ze hem bespiedde.
Ze liep in de regen van school naar de supermarkt en hield haar paraplu in de rukwinden stevig boven haar hoofd. Hij was nergens te bekennen. Hij zou ook wel lunchpauze hebben, zei ze bij zichzelf terwijl ze probeerde zich geen zorgen te maken. Ze nam opzettelijk alle tijd in de winkel, gaf veel meer uit dan ze normaal zou doen en vertrok tenslotte met drie draagtassen in de ene en haar paraplu in de andere hand. Ze liep wat moeilijk omdat het gewicht niet goed verdeeld was. Het leek vast op het loopje van een ouwe zeeman.
Toen zag ze hem. Die gestalte zou ze overal herkennen, ook al kon ze aanvankelijk alleen zijn in het groen gehulde rug zien. Hij leek op een groen rotsblok en duwde een rij winkelwagentjes op hun plek alsof hij schapen in een kooi dreef. Op de een of andere manier wist hij de rij in toom te houden. En toen hij de wagentjes op hun plaats zette, zag ze de verrukking op zijn gezicht. Hij was in zijn element. De regen droop van zijn regenjas en capuchon, maar daar leek hij niets van te merken. Hij zag er zo enorm tevreden uit, helemaal opgaand in zijn eigen wereldje, dat haar maag samenkromp van liefde en blijdschap voor hem.
Het was haar bedoeling geweest hem te verrassen – boe, zou ze dan hebben gezegd terwijl ze hem aan zijn capuchon trok – maar ze herinnerde zich de woorden van haar zus en draaide zich snel om voordat hij haar zag. Dan kon hij straks zelf vertellen hoe zijn dag was geweest.
Nuala had de laatste tijd wat nagedacht. Ze had alle tijd gehad om die opmerking van Shauna van alle kanten te bekijken en misschien zat er wel een vleugje waarheid in. Het was de manier waarop ze het had gezegd, niet zozeer de inhoud, die haar tegen haar zus in het harnas had gejaagd. Nuala werd zich ervan bewust dat ze misschien wel te veel voor Liam had gedaan. Hoewel ze hem enerzijds aanmoedigde zelfstandiger te worden, moest ze anderzijds toegeven dat ze aan al zijn grillen toegaf. Het lag niet in haar aard om streng te zijn, dat was het probleem.
Vanaf de tijd dat hij een ziekelijke baby was, had ze zich zorgen om hem gemaakt. Toen waren de grondvesten al gelegd, besefte ze nu. Maar inmiddels was hij in een kolossale tiener veranderd.
Als Shauna gelijk had, als Nuala moest ophouden zich zo beschermend tegenover hem op te stellen, dan betekende dat ook dat ze wat vaker aan zichzelf moest denken. Ja toch? En dat betekende dat ze…nee, in dat opzicht had ze haar kansen verknoeid.
∗
“…En soms moet ik klanten naar hun auto’s helpen met hun…hun…aankopen,” vertelde hij haar onder het eten (karbonades, broccoli, en nogal klonterig uitgevallen aardappelpuree).
Ze glimlachte. Er was een nieuwe wereld voor hem opengegaan.
“Maar dat is toch fantastisch.”
“Ja…” hij hield een stukje vlees omhoog waarvan de jus op zijn bord terug drupte, “…en de klanten waren echt blij. Eén mevrouw vond dat ik zo sterk was.”
“Nou, dat ben je ook. Ze mogen van geluk spreken dat ze jou hebben.”
“Ik had lunch in de eetkamer en we zaten met een heleboel aan tafel.”
“Je bedoelt een kantine?”
“Nee. Een eetkamer. Ze noemen het een eetkamer. Dat zei Sally.”
“Wie is Sally?”
“Ze werkt daar. Bij de lunch zat ze naast me. Ze is erg mooi.”
Nuala had nooit eerder gehoord dat Liam commentaar had op een meisje. Het bezorgde haar een vreemd gevoel. Een mengeling van blijdschap en bezorgdheid.
“Het is echt fijn dat je al vrienden hebt gemaakt. En wat heb je gegeten?”
“Ik had kerrie…Er staat ook een snookertafel. En na de lunch heb ik snooker gespeeld.”
“Met Sally?”
“Nee, met Jess. Zij zit aan de kassa. Zij is ook mooi. Maar ik vind Sally aardiger.”
Na het eten ging ze naar boven, naar de kamer die ze als haar studeerkamer gebruikte. Ze zette haar computer aan om te kijken of er e-mails waren gekomen. De gebruikelijke spam.
“Ik heb een enorme paal…”
“Ik ben te groot voor haar mond…”
“Staat kaarsrecht als een schildwacht…”
Er was er een van haar vriendin uit Oxford die zich verontschuldigde voor het feit dat ze te druk was geweest om te bellen. En van Shauna die haar vertelde dat je soms wreed moest zijn om vriendelijk te zijn.
En één van Jim.
Lieve Nuala,
Om te beginnen nog een gelukkig nieuwjaar, al is het een beetje aan de late kant. Ik hoop dat je dit in goede gezondheid ontvangt.
Ik moet bekennen dat ik heel wat moest overwinnen om je te schrijven, maar ik dacht dat ik toch nog maar eens moest proberen contact met je op te nemen, ook al loop ik het risico als een enorme kluns te worden beschouwd. Ik ben een echte doorzetter als het om mijn instinct gaat! Ach Jim…jij en je verrekte instinct!
Sinds dat nogal onbevredigende telefoongesprek vlak voor de kerst heb ik geprobeerd iets van de verwarrende gedachten die me door het hoofd spelen te begrijpen. Om eerlijk te zijn was ik eerst bijzonder gekwetst en een beetje boos. Ik dacht: nou, ze kan me wat’. Maar dat hielp niet, je bleef me maar door het hoofd spoken en daarna heb ik nog eens goed over alles nagedacht. En hoe meer ik dat doe, Nuala, hoe minder logisch het me voorkomt.
Ik weet nog dat je in dat telefoongesprek iets vaags hebt gezegd in de geest van ‘je weet hoe het is’, en ik herinner me dat ik antwoordde met ‘ja’ en niet verder met je wilde praten. Je had me compleet overvallen. Een tijdlang heb ik die afwijzing genomen voor wat het leek. Maar nu, anderhalve maand later, betrap ik me erop dat ik er nog steeds op zit te broeden en me afvraag of ik het mis had om het daarbij te laten. Want nee, lieve Nuala, ik weet niét ‘hoe het is’, als ik jou mag citeren en ik moet weten wat je daarmee bedoelde. Mijn probleem is dat ik met plezier
– echt, Nuala, met enorm veel plezier – aan onze heerlijke avond samen blijf terugdenken. Dus kwam ik tot de conclusie dat er meer aan de hand moet zijn!
Ik herinner me dat we het erover hadden dat we te oud waren om spelletjes te spelen. Ik zei dat in ieder geval wel. Jij bent natuurlijk nog zo jong als de nieuwe dag – ze schoot onwillekeurig in de lach – dus zeg het maar als ik het mis heb, maar ik heb me je plezier op die avond toch niet verbeeld? Net zomin als die vonk die tussen ons oversprong?
Als je bereid bent me te antwoorden en me eerlijk te antwoorden, hoe dat ook mag uitpakken, weet ik tenminste zeker dat ik nog eens iets van je hoor. Als dat niet zo mocht zijn, en ik er alleen maar in geslaagd ben je lastig te vallen, dan mijn excuses.
Met de allerbeste wensen.
Jim
Nog een kans. Ze monterde op slag op. Ze leefde weer. Haar zusje met haar ‘ik heb gelijk, dat weet je best’. En Liams stralende gezicht toen hij de winkelwagentjes naar hun plek reed…
Lieve Jim,
Heel erg bedankt voor je e-mail en ik wens jou ook nog een verlaat gelukkig nieuwjaar. (O, ze voelde zich echt gelukkig.) Bedankt dat je zo volhardend bent. En nee, je hebt je niet verbeeld dat ik die avond heb genoten en ook niet dat er een vonkje oversprong. Maar ik heb je veel uit te leggen en om die reden zou ik je liever weer willen ontmoeten, zodat we elkaar aan kunnen kijken. Vind je dat goed?
Liefs, Nuala
Een minuut later e-mailde hij al terug, toen ze nog bezig was zijn eerste mailtje over te lezen.
Goed? GOED? Meer dan goed. Wanneer?
Heel veel liefs, Jim. X
En hardop lachend stuurde ze hem haar antwoord.
Wat dacht je van morgen?
Heel veel liefs, N.X
En het zijne.
JA! Waarom kom je niet hierheen? Dan kan ik voor je koken. XX…