Dag 1
Vanmorgen bedacht ik ineens dat dit een belangrijke dag is in mijn leven. Het is nu meer dan negen maanden geleden dat ik ben geboren. Met andere woorden, ik ben er langer uit, dan ik er in was. Een bord met rundvlees en groente over de kat omgekeerd, om de dag niet geheel onopgemerkt voorbij te laten gaan.
Dag 3
Weer een onmenselijk lange tijd achter de tralies gezeten vandaag. Doorgegaan met werken aan het telraam en de spijlen ernaast.
Het zal niet lang meer duren. Maar daar moet ik zelfs niet aan denken. Door langdurige gevangenschap kunnen gevangenen totaal versuft, verdoofd en uitgeblust raken.
Dag 5
Waar mijn ouders de laatste negen maanden steeds weer over begonnen, is de vakantie.
Kennelijk is dat altijd het hoogtepunt geweest in hun kinderloze jaren. Het schijnt dat ze altijd naar hete plaatsen gingen, zoals Griekenland of Spanje, om een paar weken in de zon te liggen, te zwemmen en te drinken, alleen onderbroken door herhaaldelijke bezoekjes aan hun villa voor langdurige siësta’s (zo noemden ze dat tenminste).
Zo te horen een behoorlijk decadent leven en zeker niet een dat ze voort kunnen zetten met mij erbij. Ik moet toegeven, dat ze dat leken te accepteren; Zij gemakkelijker dan Hij. “Het zal niet echt leuk zijn naar het buitenland te gaan voor de baby wat ouder is,” zegt Ze dan. “Over een paar jaar kunnen we misschien weer eens.”
Hij reageert dan altijd somber met: “Als we het kunnen betalen.”
Hij beseft onderhand dat mijn komst niet alleen een zonnestraaltje in Zijn leven heeft gebracht, maar ook behoorlijk wat onkosten.
Wat de onkosten betreft ben ik in feite nog niet eens begonnen. Ik heb ervoor gekozen voorlopig niet te praten, en ik kijk nog bijna geen televisie. Wacht maar tot ik mijn eisen onder woorden kan brengen en ga zeuren om alle dure dingen van de tv-reclames. En wacht maar tot ik naar school ga en begin te roepen van: “Alle kinderen hebben het – waarom ik niet?” Maar om op die vakanties terug te komen…zoals ik al zei berusten ze, met min of meer tegenzin, in de gedachte dat ze dit jaar niet naar het buitenland kunnen, maar ze denken nog steeds over ‘een paar dagen ertussenuit in eigen land’.
“Per slot van rekening,” hoorde ik Haar vanavond zeggen, “hebben we een vermoeiend jaar achter de rug. We kunnen best een beetje rust gebruiken.” Wat ze ook zullen krijgen, ik kan je garanderen dat het geen rust is.
Dag 7
Ze hebben enige vooruitgang geboekt op vakantiegebied. Hij heeft wat vakantiedagen opgenomen voor over twee weken en Zij heeft folders gehaald bij het reisbureau voor vakanties in eigen land. De hele avond zaten ze er mistroostig in te bladeren.
Bijna elke vakantie die Hij wel zag zitten (vooral die met hang gliding, bergbeklimmen, parachutespringen…) kwamen niet in aanmerking omdat kinderen niet werden toegelaten.
De vakanties die Haar wel wat leken (die met de nadruk op de cuisine – Zij is eigenlijk in stilte een beetje een gefrustreerde fijnproefster) kwamen niet in aanmerking om dezelfde reden.
Aan het einde van de avond zaten ze elkaar doodongelukkig aan te kijken.
Als ze de droeve waarheid nog niet onder ogen hadden willen zien, dan werden ze er nu wel met hun neus bovenop gedrukt hoezeer mijn komst hun leven heeft veranderd.
Dag 8
Een grote sprong voorwaarts. Na een paar weken op mijn achterwerk de box doorschuifelen, besloot ik met een nieuwe wijze van voortbewegen te experimenteren.
Ik ging uit van de plat-op-de-buik positie en daarna hief ik mijn hoofd en bovenlijf op met behulp van mijn armen. Vervolgens probeerde ik mijn buik van de grond op te tillen door mijn knieën te verplaatsen. De eerste paar pogingen lukten niet erg. Ze waren zelfs nogal pijnlijk omdat ik steeds weer op mijn neus terechtkwam.
Maar ik bleef het proberen en uiteindelijk werd ik beloond met enig succes. Ik kwam waarschijnlijk een tiental centimeters vooruit. Daar heb ik het voor vandaag maar bij gelaten. Je moet niet willen rennen voor je kunt lopen – of bedoel ik, lopen voor je kunt kruipen…?
Dag 9
Doorgegaan met oefenen van mijn nieuwe techniek. Stiekem. Ik hield meteen op wanneer ik Haar de kamer hoorde binnenkomen. Ik wil niet dat Zij zich dit keer bewust wordt van de enscenering. Ik wil Haar confronteren met het eindprodukt.
Dag 10
Stom. Ik liet me vanmorgen door Haar verrassen. Ze was helemaal hoteldebotel van wat Ze zag. “Kijk nou eens, mijn hartepitje kruipt! Wat een knappe kruipende schattebout!”
Ik koesterde me in Haar verrukking. Wat moest ik anders?
Ze belde meteen Haar moeder op om haar het goede nieuws te vertellen. Hun gesprek begon mild genoeg, maar werd steeds zuurder. Het scheen dat Haar moeder op het nieuws reageerde met iets als: “O nou, nu baby al zo ver is, ga je zeker wel beginnen met zindelijk maken, hè?”
Uit Haar reactie maakte ik op dat zindelijk maken ook weer een punt van conflict is tussen de generaties. Mooi, dat kan ik goed gebruiken. Ze belde Hem niet op om het te vertellen. Ze besloot Hem er ‘s-avonds mee te verrassen wanneer Hij van zijn werk kwam.
Toen Hij thuis kwam had Hij een rothumeur. Hij heeft extra hard moeten werken en Hij heeft ontzettend moeten slijmen en Zijn baas naar de mond praten om vrij te krijgen voor onze aanstaande vakantie, en dat zit Hem helemaal niet lekker. Dat is misschien de reden dat Hij niet erg onder de indruk leek van mijn nieuwste prestatie. “Zal ik je eens wat vertellen, lieveling?” riep Ze enthousiast toen Hij de deur binnenkwam. “De baby kan kruipen!”
“O ja?” zei hij zuur. “Die zou het nog ver schoppen bij zijn baas.”
Dag 13
Ik ben een beetje onvoorzichtig geweest vandaag. Ik was met mijn gedachten elders – bij mijn plannen voor de grote ontsnapping uit de box en de mogelijkheden voor chaos en ontwrichting die onze komende vakantie zal bieden – en daardoor heb ik niet goed op Haar gelet. Ik had er mijn hoofd niet bij tijdens de lunch en ‘s middags ook niet. Pas toen ik in bed lag en Haar tegen Hem hoorde praten, besefte ik wat ik verkeerd had gedaan.
“Baby heeft vandaag gewoon een flesje gedronken in plaats van de borst,” zei ze trots. “Bij de lunch en in de namiddag. Ik wist dat het een kwestie was van rustig afwachten. Dus kunnen we vanaf vandaag zeggen dat we zijn begonnen met spenen!” Ik moet meteen beginnen met een achterhoedegevecht om het verloren terrein terug te winnen.
Dag 14
Ze wordt steeds slimmer. Ze frustreerde mijn onmiddellijke tegenactie op Haar offensief door het grootste deel van de dag uit te gaan en mij – plus alle flesvoedingspullen – bij Haar moeder achter te laten. Dus had ik niet veel keus en moest ik mijn lippen wel om de gehate speen klemmen.
En om het nog erger te maken, toen ik ‘s-avonds snakte naar een heerlijke slemppartij, produceerden Haar borsten bijna niets. “Sorry,” verklaarde Ze voldaan. “Zie je, nu je groot wordt en van de borst afgaat, drogen de voorraden op.”
Ik vertrouw het niet helemaal. Wedden dat Ze vlak voor mijn voeding naar de wc is geslopen om het grootste deel van Haar borstinhoud in de pot te laten lopen.
Het bevalt me helemaal niet dat mijn gezag op deze manier wordt ondermijnd.
Dag 15
Ze blijkt heel koppig te zijn. Ze bood me vandaag weer na beide maaltijden een flesje aan en ondanks een paar hartverscheurende kreten die best een Oscar verdienden, weigerde Ze halstarrig Haar bloes los te knopen.
Het is een vreselijke gedachte dat zonder de stimulans van regelmatig zuigen Haar melkvoorraad steeds verder terugloopt. Ik moet er iets op zien te vinden.
Dag 17
Toen Hij vanavond van zijn werk kwam was Hij nog erger afgepeigerd dan anders. Het was Zijn laatste dag voor onze langverbeide vakantie. Hij had tot over zijn oren in het werk gezeten en het enige wat Hij nog wilde, was een groot glas whisky. Maar Zij zei nee, ze moesten eerst de auto inladen. Dat was zo gebeurd en daarna zou Hij lekker ontspannen zijn borreltje kunnen drinken.
Mopperend stemde Hij ermee in. Zijn gemopper werd er niet minder op toen Hij de berg bagage zag die in de logeerkamer stond.
“Godallemachtig!” zei hij. “We gaan een weekje op vakantie, we openen geen babywinkel!” Ze liet Hem alles stuk voor stuk zien en legde uit waar het voor nodig was. Het was allemaal voor mij, natuurlijk.
Om te beginnen waren bijna al mijn kleren ingepakt. “Baby’s maken ontzettend veel vuil en het is heel duur om het in het hotel te laten wassen.” Er waren genoeg dozen luiers om een kleine stad van te bouwen. “We weten toch niet hoe ver het hotel van de winkels af is – het zou vreselijk zijn als we zonder kwamen te zitten.”
Er was nog een berg dozen babydoekjes, papieren zakdoekjes, waslapjes en slabbetjes. Er waren genoeg watten om in het donker door te gaan voor een kudde schapen.
Er was een koffer vol medicijnen voor de behandeling van acne, allergieën, angina, berg, blaasontsteking, blauwe plekken, de bof, brandwonden, bronchitis, cholera, constipatie, darmkrampen, diarree, Engelse ziekte, eczeem, galbulten, geelzucht, gele koorts, gordelroos, griep, hamertenen, herpes, hoest, hongeroedeem, huidziekten, insektenbeten, keelontsteking, kinkhoest, klierkoorts, kroep, kwikvergiftiging, laryngitis, lintwurm, loopoog, luieruitslag, malaria, mazelen, middenoorontsteking, netelroos, ontstoken amandelen, oorpijn, puistjes, ringwurm, roos, schaafwonden, scheurbuik, schurft, slijmvliesontsteking, spoelwurmen, steenpuisten, verkoudheid, verstopping, voetwratten, waterpokken, wespesteken, wintervoeten, zonnesteek en zwemmerseczeem. Er was bovendien een reiswiegje plus onderstel op wielen, een wandelwagentje, een box en een kampeerbedje.
“Nee maar,” zei Hij op sarcastische toon. “Waarom neem je het aanrecht ook niet mee, nou je toch bezig bent.”
“Goed dat je het zegt!” zei Ze, als altijd weinig ontvankelijk voor ironie. “Ik vergat bijna het babybadje.” Eindelijk, tegen half twee ‘s-nachts, was de auto ingepakt.
Er was geen centimeter ruimte meer over voor hun spullen.
Dag 18 – 24
Onze week vakantie was een ongeëvenaarde ramp. Tenminste wat hun betreft. Ik heb me best geamuseerd.
Ik bedoel, het is aardig om te zien hoelang je moet krijsen in een onbekende hotelkamer voor mensen op de muren gaan bonzen. Of hoeveel dingen je om moet gooien in een restaurant voor ze je verzoeken te vertrekken.
Mijn ouders kregen geen rust, geen slaap en zeker geen tijd om met elkaar alleen te zijn en wakker. Bovendien bleef het aan één stuk door regenen. Een nieuwe ervaring. In een korte pauze tussen twee stortbuien in, namen ze me mee naar het strand. Omdat het een grauw, winderig strand was kan ik niet zeggen dat ik het leuk vond. Het enige interessante eraan was dat ik zag dat nat zand precies lijkt op al die beige nattige smurrie die ik te eten krijg. Dus at ik een hoop zand. Het smaakte ook niet veel anders.
Ik maakte ook gebruik van mijn nieuwe kruipkunst om, toen ze even niet keken, bij stukjes zeewier, flarden van plastic zakken en hondedrollen te komen, die ik nooit had kunnen bereiken als we een maand eerder met vakantie waren gegaan. Dus daar werkte ik ook het een en ander naar binnen. Eén positief punt heeft deze week opgeleverd: Ze moest me zo vaak aan de borst nemen om me te kalmeren, dat Haar melktoevoer weer even overvloedig is als eerst.
Ik kan tot mijn genoegen meedelen dat er geen sprake meer is van stoppen met borstvoeding en weer gaan werken.