Twee

Seks als middel

“Wat heb je gedaan?”

David staart Lili aan terwijl de baby op zijn arm zachte geluidjes maakt en naar zijn oor graait.

“Rustig maar. Ik weet wat ik doe. Misschien moet je eerst het hele verhaal horen.”

Lili probeert zelf ook rustig te blijven terwijl ze zich afvraagt of dit allemaal wel zo’n goed idee is. Niet haar plan, dat staat vast. Ze heeft er lang over nagedacht of ze iemand in vertrouwen moest nemen. Voor zichzelf, als een link met die andere, gewone realiteit, zodat ze die niet uit het oog verliest. En ook voor de veiligheid. Wie weet in wat voor hachelijke situaties ze zich zal moeten begeven? Het leek haar het beste dat er dan iemand op de hoogte zou zijn. Iemand die ze dag en nacht kan bellen. Iemand die haar goed kent.

Nu ze oog in oog met David staat en hij haar aankijkt alsof ze helemaal gek geworden is, weet ze het niet meer zo zeker. Kan een ex zoiets wel aan?

“Kijk, het is een lang verhaal maar eigenlijk is het best eenvoudig,” begint ze voorzichtig. “Misschien had ik niet zo met de deur in huis moeten vallen.”

“Lili, echt. Je had toch gewoon kunnen bellen om te praten als het slecht met je gaat? Misschien kan ik je helpen om professionele hulp te zoeken.”

Hij legt de kleine Sam voorzichtig op een deken op de grond en aait beschermend over zijn buikje.

“Het gaat helemaal niet slecht met mij en ik heb ook geen hulp nodig. Eigenlijk wil ik er niet eens over praten, maar ik wil het jou vertellen zodat iemand weet waar ik mee bezig ben.”

“Op een vrijdagavond naar een parenclub gaan waar je niks te zoeken hebt en waar een paar losers zitten! Lili, hoe kom je daar nou weer bij? Jij hebt dat toch niet nodig?”

“Dat is maar net hoe je het bekijkt en wie ben jij om te zeggen dat die mensen losers zijn? Mag ik koffie? En waar is Véronique trouwens?”

“Die zit de hele dag bij een vriendin vandaag.”

Terwijl David in de keuken rommelt met de kopjes gaat Lili naast Sam op de grond zitten en geeft een kusje op zijn wang. Sam lacht naar haar.

“Jij vindt mij niet gek, hè Sammie? Jij vindt alles best, toch?”

“Oké, hier is koffie. Ga zitten. Ik luister.”

Lili gaat naast David op de bank zitten.

“Het gaat over liefde. Dat is het eigenlijk.”

“Jij gaat naar de meest liefdeloze plaats die je kunt bedenken en dat gaat dan over liefde?”

“Ja zoiets. Jij kent mij toch. Zo’n club zegt mij niets en seks om de seks ook niet. Dat is juist het probleem.”

“Ik vind dat geen probleem.”

“Jij niet. Maar ik wel.”

Lili slurpt van de hete koffie en denkt na hoe ze dit verhaal logisch kan vertellen. Zo logisch als het in haar hoofd ontstaan is.

“Ik denk dat ik meestal best evenwichtig ben.”

“Daar ben ik ineens niet meer zo zeker van.”

“Dank je. Wat in ieder geval zeker is, is dat ik hopeloos ben in de liefde.”

“Ik vind jou helemaal niet hopeloos. Je bent gewoon de juiste persoon nog niet tegengekomen.”

“Het probleem is niet dat de juiste persoon niet langskomt. Ik ben het probleem. Blijkbaar vergis ik me steeds weer tusen seks en liefde. En daar ga ik iets aan doen want ik heb er genoeg van. Dus nu ga ik dat verschil leren en ik begin met de seks. Voila! Dat is het eigenlijk. En waar kan ik dat beter dan op een plaats waar je je niet eens kunt vergissen? Hoe minder leuk ik die kerels vind, hoe beter. Dat is dan lekker duidelijk.”

“Leuk theorietje,” mompelt David. “Niks voor jou. Zo zit jij niet in elkaar.”

“Zie het als een missie. Met de liefde als doel en seks als middel.”

“Komt het door die Steven?”

“Het komt door alle Stevens van de wereld. Maar die zoeken het verder zelf maar uit. Ik ga nu eerst mezelf redden.”