Praatjesmakers & cloaca’s
Liefde overwint alles, behalve armoede en kiespijn.
MAE WEST
“Li, ik heb alweer een heel weekend lopen tobben over jou.”
“Wat nu weer?”
Lisa en Lili zitten op een terras tijdens hun lunchpauze.
“Sarah kwam weer naar mij en nu vertelde ze ook met welke vrouw Viktor in Alicante was.”
“Heeft die Sarah eigenlijk niks beters te doen? En wil ik dit weten?”
“Nee. Ik lig er al twee dagen van wakker. Maar ik vind dat ik het toch moet zeggen.”
Lili voelt zich warm en koud tegelijk worden maar blijft rechtop zitten en luistert.
“Hij was daar met die Caroline. Blijkbaar hebben die twee nog steeds iets.”
Lili krijgt tranen in haar ogen en zet haar zonnebril op.
“Gaat het een beetje? Sorry, ik vond dat je dat moest weten.”
“Laat me maar even.”
Ze blijven zwijgend zitten en drinken hun koffie.
Lili kijkt naar de voorbijgangers en bedenkt dat al die mensen elke ochtend moeten opstaan om iets te gaan doen, ergens. Dat alle mensen op de hele wereld elke ochtend moeten opstaan om dingen te gaan doen. Zich moeten wassen, eten, gaan werken, naar school. Naar de wc moeten als ze die hebben, en anders ook. En dat al die mensen maar naar één ding op zoek zijn. De liefde die ze misschien nooit gaan tegenkomen. En toch staan ze elke dag weer op en gaan ze weer verder, een heel leven lang. Ze vraagt zich af hoe het verder moet als je dat ineens zat bent en daar allemaal niet meer aan mee wil doen.
Diezelfde middag krijgt Lisa telefoon dat een ex-liefje zelfmoord heeft gepleegd en gaat ze vroeg naar huis. Ze vraagt Lili of ze later op de avond langs wil komen, en wanneer Lili onderweg is in de auto, gaat haar telefoon.
“Schatje, hoe gaat het met jou?”
Viktor klinkt opgeruimd.
“Dat is al veel beter geweest.”
“Wat is er dan?”
“Misschien weet jij dat beter dan ik.”
“Wat dan?”
“Dat jij naar Alicante gaat met die Caroline en dat je er blijkbaar twee relaties op na houdt.”
“Wie heeft je dat verteld?”
“Wat maakt dat uit? Ik vraag me vooral af waar jij mee bezig bent.”
Het is even stil.
“Zullen we vanavond niet nog even afspreken dan? Dan kunnen we erover babbelen.”
“Ik ben onderweg naar Lisa, dus nu heb ik geen tijd.”
“Bel me daarna.”
Lili zet thee voor Lisa die verdoofd op een stoel zit en zich afvraagt of ze iets had kunnen doen voor de jongen zich gisteren onder een trein gooide. Hij had haar ooit nog eens gebeld om te praten, maar daar had Lisa zich toen niet klaar voor gevoeld. Lili zegt dat ze er niets aan kan doen en schenkt meer thee in terwijl Lisa huilt. Om elf uur gaat Lisa slapen en Lili naar haar auto.
In de auto belt ze naar Viktor.
“Ik ga nu naar huis. Het was een stomme dag.”
“Ik zou heel blij zijn als je toch komt.”
Versuft rijdt Lili naar het huis van Viktor.
“Ik weet niet zo goed waar ik moet beginnen, maar ik wil dat je weet dat ik veel om je geef en dat ik je niet kwijt wil.”
Lili kijkt Viktor aan, maar er komt geen tekst.
“Caroline en ik. Hoe moet ik dat uitleggen? We zien elkaar al drie jaar af en aan, en natuurlijk mag ik haar. Ook al wist ik vanaf het begin dat er geen toekomst in zit. Het was gewoon gemakkelijk. Ze doet alles voor mij en ik wilde me niet binden. Ze is er steeds geweest en ze heeft nooit moeilijk gedaan, daarom mocht ze blijven. Als ik haar wilde zien, hoefde ik maar te bellen en als ik geen zin had, liet ik haar links liggen. Ik heb altijd geweten dat ik er vroeg of laat mee moest stoppen. Maar ik deed het nooit.”
“Iemand die al drie jaar in je leven is, dan kun je wel spreken van een relatie. Dus heb je er eigenlijk twee.”
“Daar ben ik niet slim genoeg voor. Dat is veel te ingewikkeld. Nee, een relatie zou ik dat niet noemen met haar.”
“En ondertussen waren er anderen?”
Lili kent de rest van het verhaal al maar vraagt het toch.
“Ja, dat gebeurde. Maar die gingen vroeg of laat dingen vragen en eisen en dan was ik weer weg.”
“Zoals de verhalen de ronde doen.”
“Begin nou niet weer over die reputatie. Ik wilde mij niet binden. En bij haar kon dat.”
“Omdat dat is wat ze wil?”
“Nee, ze heeft dromen en plannen. Ze wil trouwen, kinderen. Alles erop en eraan. Maar ik ben eerlijk tegen haar en zij neemt daar genoegen mee.”
“Weet ze dat ik besta?”
“Nee.”
“Lekker eerlijk.”
“Je hebt tegen mij gezegd dat je wist dat ik niet de meest trouwe man ben.”
“Toen had ik het over seks. Niet over een andere relatie of iemand waar je mee op vakantie gaat terwijl je mij SMS’jes stuurt dat je voor me kiest.”
“Het is geen echte relatie en dat is het nooit geweest. Het stelt echt niks voor, dus maak het alsjeblieft niet groter dan het is. Ik had haar een hele tijd geleden beloofd dat we zouden gaan als ze haar examens haalde. Ze doet die studie speciaal voor mij, ook al zeg ik haar dat ze het voor zichzelf moet doen. Maar ze wil zich graag bewijzen en laten zien dat ze iets kan.”
“Waar studeert ze voor?”
“Advocaat. Ze was eerst serveerster.”
“En waarom ga je er toch mee verder als het niks voorstelt?”
“Omdat…het is een beetje ingewikkeld. Ze kent ook Kato en die mag haar graag.”
“En daarom mag ik je dochter nooit zien en ben ik niet welkom in het weekend?”
Langzaam voelt Lili de gebalde vuist opkomen die haar hart in de houdgreep neemt. Ze wil roepen of huilen, maar in plaats daarvan neemt ze een sigaret en steekt die op.
“Ik wil mijn kind niet voortdurend aan iemand anders voorstellen. Kinderen hechten zich aan mensen.”
“En wat vond ze van het artikel in dat blaadje laatst?”
“Ze dacht dat het over haar ging. Het was niet makkelijk om ervoor te zorgen dat het over jullie allebei had kunnen gaan.”
Lili blijft nog steeds onbewogen zitten terwijl ze het gevoel heeft dat ze net een stomp in haar buik heeft gekregen.
“Besef je dan niet dat je met mensen aan het spelen bent?”
“Zo is het niet. Ik hou van jou.”
“Misschien ben je wel gewoon een praatjesmaker.”
“Denk je dat nu echt? Dat ik een praatjesmaker ben?”
Hij wil haar zoenen, maar Lili ontwijkt hem en zijn mond belandt ergens bij haar rechteroor.
“Volgend weekend is het feest van Wolf in Boedapest.”
“Is dat volgende week al?”
“Omdat ik maar niets hoorde heb ik twee tickets besteld. Ook één voor jou.”
“Dat is zo lief. Ik ga zorgen dat ik me vrij kan maken.”
Lili wil naar huis gaan, maar Viktor zegt dat het te laat is en dat ze beter kan blijven slapen. Ze is moe.
∗
De volgende dag krijgt ze een mail van Viktor.
Subject: ik ben geen praatjesmaker! xV
In attachment zit een foto van een uil.
David:
Dit klopt niet meer helemaal. Hij zal wel een keuze moeten maken als hij je niet wil verliezen.
Lisa:
Wat een eikel. Ik dacht steeds dat die Caroline verleden tijd was en hij op z’n minst eerlijk tegen je zou zijn.
Wolf:
(in gesprek)
Thomas:
Kan ik toch nog één keer een gesprek met je hebben? X
Lisa:
Jezus Christus, wanneer stopt die man?
∗
Op kantoor gonst het van de geruchten dat Viktor met een andere vrouw op vakantie is gegaan en Lili van niets wist. Lili merkt dat gesprekken stilvallen wanneer ze in de lift stapt en dat sommige collega’s niet weten wat ze moeten zeggen en haar daarom mijden. Weer anderen vragen bezorgd hoe het met haar gaat en leggen dan een hand op haar arm.
Lili haat het allemaal.
Pas op donderdag besluit ze dat Viktor mee mag naar Boedapest. Ze wil hem twee dagen voor zich alleen hebben en dan een beslissing nemen. Want hoewel Viktor doet alsof er niets is veranderd, is voor haar alles anders nu.
De nacht voor hun vertrek heeft ze een nachtmerrie. Ze bevindt zich in een groot, leeg hotel en is op de vlucht. Ze rent door de gangen en opent verschillende deuren. Achter elke deur die ze opendoet, staat Caroline haar op te wachten met een mes. Lili sluit de deuren steeds zo snel als ze kan en rent dan verder door de gangen. Ze blijft lopen tot ze uitgeput is en wanhopig wordt. Caroline blijft maar opduiken en Lili weet niet meer waar ze naartoe moet. Dan voelt ze een hand op haar arm die haar meetrekt naar een deur die ze nog niet had gezien. Lili kijkt opzij. Het is haar moeder.
“Kom jij eens hier,” zegt Maria en neemt haar dochter mee in een kamer met roze behang.
“Nu is het goed geweest.”
Maria sluit de deur achter hen.
Lili wordt wakker en kijkt op de wekker. Het is half-vier.
∗
Vrijdagmiddag komt Viktor haar ophalen en drinken ze opnieuw champagne op de luchthaven. Lisa is niet meegekomen omdat ze de volgende dag naar de begrafenis van haar ex gaat.
“Heb je dat gezien?” vraagt Viktor wanneer ze in het vliegtuig zitten. “Helga gaat ook mee!”
Lili kijkt opzij en schuin achter hen ziet ze Helga, de strenge stewardess die op hun vlucht van Lissabon naar huis steeds zorgde dat ze elkaars hand niet konden vasthouden. Vandaag is Helga niet in uniform, maar reist ze mee als passagier.
“Ja,” zegt Lili. “Ik denk dat ze ons schaduwt. Of is dat je vrouw, die je ook al die tijd voor mij hebt verzwegen?”
“Ik moest je dat eigenlijk nog steeds vertellen. Je vindt het toch niet erg dat ze meekomt dit weekend?”
“Als ze maar op haar eigen kamer blijft dan.”
“Uiteraard.”
Ze komen laat aan en nemen een taxi naar het hotel dat Wolf heeft geregeld. Na het inchecken lopen ze weer naar buiten om nog iets te gaan drinken, maar vinden ze alleen stripbars, waar er blijkbaar veel van zijn in Boedapest.
Omdat ze hebben gehoord dat de vrouwen in Boedapest tot de mooisten van Europa behoren, gaan ze ergens naar binnen. Er is maar één andere klant en de oudere zakenman zit gebiologeerd te kijken naar de meisjes die verveeld aan een paal staan te dansen. Viktor en Lili bestellen vodka en geven commentaar op de meisjes. Eentje heeft mooie borsten maar geen billen. Een andere heeft een prachtig lichaam maar een chagrijnig hoofd. Een derde heeft een mooi gezichtje maar is nauwelijks anderhalve meter groot. Met hakken.
De zakenman verdwijnt naar boven met één van de meisjes en ondertussen duikt er aan hun tafel nog een nieuw meisje op. Ze maakt aanstalten om aan de kant van Viktor bij te schuiven op de pluchen bank maar Viktor gebaart dat het niet hoeft. Verward kijkt het meisje naar hen en probeert het dan aan de kant van Lili. Lili zegt ook dat het niet nodig is en het meisje verwijnt weer terwijl ze haar schouders ophaalt naar haar collega achter de bar.
De volgende dag lopen ze hand in hand langs de Donau. Ze hebben Wolf nog niet gezien, want die heeft het te druk met de voorbereidingen van het feest. Hij belt ieder uur om te zeggen dat het fantastisch wordt en Viktor en Lili gaan iets drinken op een boot op de rivier waar Viktor Lili vertelt dat hij zich zeldzaam thuis voelt bij haar.
“En ik vind jou zo lief. Jij bent zo lief.”
“Dat valt soms ook wel mee.”
“Nee, het is zo. En wat ook raar is, is dat ik me bij jou nog nooit aan iets heb gestoord. Nog niet één keer. Dat maak ik anders nooit mee.”
“Misschien komt dat nog wel.”
“Nee, want dan was het al lang gebeurd.”
Viktor neemt de laatste slok van zijn schuimwijn en gebaart dan naar de ober dat hij nog een fles wil bestellen. Zijn laatste sigaret is nog niet gedoofd of hij pakt alweer een nieuwe.
“Jij bent altijd zo gulzig in alles wat je doet. Alsof je nooit genoeg krijgt van drinken, eten, plezier, seks, het leven.”
“Hoe zou dat komen?”
“Ik weet het niet. Meestal vind ik het wel grappig en in bed zelfs erg leuk. Ik vraag me alleen af of je bang bent dat je nooit genoeg zal krijgen.”
“Dat vraag ik me ook wel eens af.”
‘s-Avonds gaan ze terug naar het hotel om zich om te kleden voor het feest en wanneer Lili uit de badkamer komt, zegt Viktor dat ze er geweldig uitziet. Ze heeft nieuwe zilveren hakken aan die haar een fortuin hebben gekost. Aan de receptie bestellen ze een taxi die hen naar het appartement van Wolf en zijn vriend Gabor zal brengen. Gabor komt onmiddellijk naar Lili gesneld en zegt dat hij zich al weken verheugt om haar eindelijk te ontmoeten en dat hij veel over haar heeft gehoord. Lili vindt hem knap en charmant en knikt goedkeurend naar Wolf, die verderop staat te glunderen.
Op het feest kent ze verschillende mensen van thuis die ook zijn overgevlogen voor het weekend. Viktor raakt in gesprek met een vrouw die hem niet meer met rust laat en Lili wordt voorgesteld aan de buurvrouw van Wolf en Gabor over wie Wolf haar al uitvoerig verteld heeft tijdens het skypen.
Marianna is paaldanseres en heeft dijspieren van staal. Voor de rest ziet ze er tenger uit en haar roodgeverfde haren draagt ze strak naar achteren in een lange staart. Zoals alle vrouwen in Boedapest draagt ze ladingen make-up en Lili is een beetje bang voor haar.
Wolf heeft haar verteld dat hij eens bij haar op bezoek was en toen de fles wijn op was, pakte Marianna haar telefoon en sprak kort in het Hongaars tegen iemand aan de andere kant van de lijn. Even later ging de bel en stond er een nieuwe fles wijn op de stoep. Wolf had verbaasd gevraagd of er een soort wijndeliveryservice bestond in Boedapest en Marianna had hem uitgelegd dat haar slaaf de wijn had gebracht. Welke slaaf? wilde Wolf weten en Marianna vertelde over de oudere man met wie ze al jaren een sm-relatie had, tot hij iemand anders over hun relatie vertelde. Dat was tegen de regels en nu mocht haar slaaf haar nooit meer zien. Hij bleef wel haar slaaf en af en toe belde ze hem op met een opdracht.
Wolf had Lili ook laten weten dat Marianna een ingebeeld kind heeft, maar dat het taboe is om daar iets over te zeggen. Ze rijdt al jaren rond met een leeg babyzitje achter in haar auto en met Kerstmis koopt ze een cadeautje voor haar denkbeeldige baby. Lili blijft op veilig terrein en heeft het met Marianna over de stripbar waar ze werkt. Daarna gaat ze alleen dansen in de omgebouwde woonkamer, waar Wolf haar komt ontvoeren. Hij neemt haar mee naar de badkamer, waar ze verhoord wordt over de stand van zaken met Eddy Plastic en in het kort legt Lili de situatie uit. Ze ziet dat Wolf tranen in zijn ogen krijgt.
“Wat krijg jij nou ineens?”
“Het doet me pijn. Die man is zoals ik.”
“Hoe bedoel je?”
“Dat het een man is die nooit tevreden kan zijn met één persoon en die altijd meer en anders wil.”
“Dan hoeft het nog geen slechte man te zijn. Wij zijn toch ook beste vrienden?”
“Juist daarom. Ik wil dit niet voor jou. Ik wil dat er iemand is die goed is voor jou.”
“En wie zegt dat hij niet goed is voor mij? Misschien moeten wij onze weg nog zoeken en vinden we wel een evenwicht.”
Wolf kijkt haar verdrietig aan, maar zegt niets meer.
Innig gearmd lopen ze naar het terras, waar Viktor nog steeds met dezelfde vrouw staat te praten.
“En wat doet hij trouwens heel de tijd bij dat mens?” sist Wolf vals.
Lili gaat naar Viktor en de vrouw, die net haar buik voor hem ontbloot, en onderschept Viktor.
“Kom, ik moet je iets laten zien.”
Ze gaan naar de hal en nemen de lift naar de bovenste verdieping. Wolf heeft haar verteld over het dakterras en het adembenemende uitzicht vanop de heuvels van Buda over de Donau en Pest aan de overkant van de rivier.
Vanuit de ligstoelen die op het terras staan, kijken ze naar de lichtjes in de verte.
“Ik weet niet meer zo goed wat ik hier allemaal mee moet,” begint Lili.
“Ik wil het nog steeds proberen.”
“Proberen is misschien niet genoeg.”
Viktor trekt aan zijn sigaret. “Ik ben dol op jou, dat weet je al. Maar ik ben misschien ook niet zo heel erg verliefd.”
Lili kijkt voor zich uit en neemt in zich op wat ze te horen krijgt. Ze weet dat dit niet goed genoeg is. Viktor trekt haar bij zich op schoot.
Lili slikt een paar keer om haar tranen te bedwingen en in stilte neemt ze afscheid terwijl Viktor haar vasthoudt.
“Kom,” zegt ze even later. “Terug naar het feest.”
Ze trekt hem overeind en weer beneden gaat ze nog een mojito halen en danst ze alleen rond tussen de andere mensen in de woonkamer. Wanneer later op de avond een collega van Gabor met Lili staat te flirten, komt Viktor naast Lili staan en wijkt de rest van de avond niet meer van haar zijde. Tegen de ochtend staat de vrouw met wie Viktor eerder praatte plots te zoenen met een andere man, terwijl haar vriend ernaast staat toe te kijken.
“Heb je dat gezien?” vraagt Viktor geschrokken. “Haar vriend staat er gewoon naast.”
“Ja, dat zie ik,” zegt Lili en draait zich weer om.
Ze delen een taxi met de zoenende vrouw en haar vriend en onderweg naar het hotel entertaint Viktor het gezelschap met luid gezang en verhalen over Stalin en Lenin. Lili probeert hem het zwijgen op te leggen omdat ze denkt dat de taxichauffeur hen anders onderweg ergens zal achterlaten, maar ze krijgt hem niet stil. Wanneer ze aankomen bij het hotel zegt de vriend van de zoenende vrouw: “Jullie zijn een fantastisch koppel.”
“Ja,” zegt Lili. “En het mooiste is dat we helemaal geen koppel zijn!”
Voor er nog iemand iets kan zeggen, trekt ze Viktor mee naar de kamer, waar hij zich meteen op het bed laat vallen en begint te snurken.
‘s-Morgens praten ze in bed na over het feest, cloaca’s en hoe vogels seks hebben. Dat intrigeert Lili en Viktor blijkt er alles vanaf te weten. Ze vrijen en gaan dan ontbijten voor ze weer naar de luchthaven moeten vertrekken. Terwijl Boedapest aan hen voorbijtrekt tijdens de taxirit, plaagt Lili Viktor dat ze toch een mooi afscheid hebben gevierd samen. Viktor kijkt haar geschrokken aan.
“Meen je dat nou?”
“Tja, er zit niet veel anders op als jij niet wil inzien dat ik de ware ben. Dan moet ik dat maar gewoon accepteren en verdergaan.”
Viktor bekijkt Lili alsof hij niet weet of ze het nu meent of niet. Ze weet het zelf ook niet. Zodra ze op de luchthaven in zijn auto stappen, gaat zijn gsm en ziet ze Viktor kijken wie er belt en dan de telefoon wegleggen zonder op te nemen.
Later op de avond, wanneer ze weer alleen thuis is, stuurt ze een SMS: Hoe graag ik het ook zou willen, ik kan dit niet. Ik heb het gevoel dat ik al heel lang mijn adem aan het inhouden ben en ik heb dringend lucht nodig. Daarom laat ik je gaan. Ik hou van jou. X
Daarna slaapt ze dertien uur aan een stuk.
De volgende dag pas ziet ze zijn antwoord: Ik kan hier nu niet meteen op antwoorden. X
David:
Sommige mannen zijn echt heel hardnekkig in die dingen. Lisa: Wat een eikel.
Wolf:
Laten vallen als een baksteen en meteen een andere zoeken! Of twee. Of drie!
Thomas:
Ik vind dit niet leuk meer! X
Lisa:
Ja, zeg!