Lili op de rand van een zenuwinzinking
Alleen de liefde kan je hart breken.
NEIL YOUNG
Er breekt een storm los in Lili. Een storm van woeste razernij. Dat heeft ze nog nooit meegemaakt.
Ze belt naar Viktor. Die neemt niet op.
Ze belt haar moeder.
“Ik ben zo boos!”
“Wat is er dan?”
“Ik ben zo boos!”
Lili vertelt en Maria luistert.
“Ik ben zo boos! En ik wil dat kunnen zeggen tegen hem. Hoe boos ik ben.”
“Doe dat dan gewoon. Hij doet toch ook wat in hem opkomt?”
“Hij neemt de telefoon niet op.”
Ze probeert nog eens te bellen maar er wordt weer niet opgenomen. Lili schrijft de langste SMS van haar leven:
∗
Ik ben zo boos op mezelf dat ik heb gehouden van een man waarin ik echtheid vermoedde terwijl hij toch de lege praatjesmaker is waar iedereen het over heeft. Fijn dat je nu toch iemand hebt gevonden die wel het daglicht mag zien. En fijn dat jullie mij samen van jullie pad hebben geveegd. Je had dat meteen kunnen zeggen en mij een hoop tijd bespaard maar ach, jij speelt graag met mensen alsof het gebruiksvoorwerpen zijn. Je bent geen mooi mens en ik heb me nog nooit zo vergist. Stom.
Viktor:
Li, beheers jezelf!
Lili:
IK moet mij niet beheersen. JIJ!
Daarna skypt ze met Wolf, die weer naar Boedapest is vertrokken.
Voordat hij iets kan zeggen, begint Lili zo hard te huilen dat hij nauwelijks verstaat wat ze allemaal zegt.
“Liefje, je moet iets minder hard huilen, ik begin hier ook al bijna te janken.”
Lili snuit haar neus en huilt verder, maar nu iets minder hard. Wolf probeert haar te troosten en zegt dat ze naar Boedapest moet komen.
“Dat gaat niet want daar zijn we samen geweest en dan word ik nog verdrietiger. En ik ga ook ander werk zoeken zodat ik hem nooit meer hoef te zien en ik kijk ook nooit meer televisie en hoe kan ik nou zo stom zijn. Ik vind het niet eens een goede acteur!”
Wolf begint te lachen maar dat maakt Lili alleen maar weer harder aan het huilen.
“Luister nou eens goed naar mij. Jij bent een wereldwijf en je gaat je toch niet slecht laten voelen door zo’n kind? Het is gewoon een AARDBEI.”
“Wat?” Lili stopt even met huilen en haalt haar neus op.
“Een AARDBEI!”
“Waarom? Ik vind hem helemaal geen aardbei.”
“Dat ga ik je vertellen.”
Ze ziet dat Wolf zich voorover buigt naar zijn webcam en een aardappelneus krijgt doordat hij veel te dicht bij de lens komt.
“Hij is een AARDBEI en daar ben jij allergisch voor. En wat jij doet, is steeds opnieuw van die aardbei eten. En dan word je ziek, lig je dagen in bed. Met uitslag. En zodra je beter bent, ga jij meteen weer naar de supermarkt om een nieuw bakje aardbeien te kopen, eet je er weer van en lig je daarna weer te klagen in bed dat je er ziek van wordt. Je moet gewoon stoppen met naar de supermarkt gaan en steeds een nieuw bakje aardbeien te kopen. Daar kun je niet tegen. En hij is een AARDBEI!”
Lili moet nu lachen en huilen tegelijk. Wolf buigt zich nog verder naar voren en ze ziet alleen nog zijn rechteroog dat haar aanstaart als het Grote Boze Oog.
“Dus als hij ooit nog iets laat horen, denk: aardbei!”
∗
Lili wordt de volgende dag wakker met dikke ogen. Na de middag krijgt ze een bericht van Viktor: Was dat nu echt nodig gisteren?
Lili denkt: AARDBEI! en delete het bericht.
Ze slaapt nu nog hoogstens drie uur aan een stuk en wanneer ze probeert te eten, gooit ze daarna meer dan de helft van haar eten weer in de vuilnisbak. Bij het minste of geringste barst ze in tranen uit of wordt ze kwaad op onschuldige passanten.
In de supermarkt moet ze zich inhouden om niet iedereen die haar voor de voeten loopt omver te maaien met haar winkelkarretje en in de auto omklemt ze haar stuur met alle macht om te voorkomen dat ze bij een rood stoplicht uitstapt om sukkelaars op de weg eens flink de waarheid te gaan zeggen.
∗
Op een maandagochtend stopt het lichaam van Lili met functioneren. Ze wil opstaan om naar haar werk te gaan maar haar lijf blijft liggen. Ze heeft ook buikpijn en is weer misselijk maar dat is ze intussen al gewend. Opnieuw probeert ze in beweging te komen zoals ze elke ochtend doet, maar het lukt niet. Ze slaapt nog een paar uur en belt dan naar de dokter.
Op consultatie vertelt ze dat ze al weken slecht eet en slaapt en dat deze morgen haar lijf niet meer wilde opstaan. Dat haar lijf eigenlijk helemaal niets meer wil. En zij ook niet. De dokter kijkt haar bezorgd aan. Lili komt er al jaren en de vrouwelijke arts kent haar goed.
“Dat is niks voor jou. Jij bent nooit ziek en zelfs als je ziek bent, ga je toch altijd werken.”
De dokter stelt haar nog een paar vragen en Lili geeft een korte samenvatting van de laatste maanden.
“Te veel stress, dat is duidelijk. Jij moet gewoon even thuisblijven.”
“Met welke reden dan?”
“Stress. Je kunt niet functioneren als je niet kunt slapen en eten. Eerst moet je rusten en dan komt de rest vanzelf weer in orde. We beginnen met twee weken en daarna zien we wel weer verder. En ik ga je ook homeopathie voorschrijven.”
“Waarvoor?”
“Voor je misselijkheid. En het helpt ook tegen liefdesverdriet.”
Medicatie tegen liefdesverdriet. Lili heeft er nog nooit van gehoord, maar het klinkt goed.
“Wat zou je het allerliefste willen?” vraagt de dokter.
“Hoe bedoelt u?”
“Wat zou je het allerliefste willen in je leven?”
Lili begint te huilen en de dokter reikt haar een doos kleenex aan.
“Van iemand houden die ook van mij houdt.”
Meteen na de dokter gaat ze naar de apotheek van Thomas en geeft hem het voorschrift. Thomas vraagt hoe het met haar gaat.
“Slecht.”
Hij vraagt niet verder, loopt naar achteren en komt weer terug met nog steeds alleen het voorschrift in zijn handen.
“Ik heb werkelijk alle homeopathie in huis maar hier heb ik nog nooit van gehoord. Ik heb het niet in voorraad.”
Typisch, denkt Lili.
Ze gaat naar een andere apotheek en gooit de kleine pilletjes in één keer onder haar tong zodra ze weer thuis is. Daarna smijt ze de jodelende koe al zingend in de vuilnisbak en sluit de deksel. Ze luistert naar het gedempte gejodel van het verdronken kalf. AARDBEI!
Vervolgens gaat ze in bed liggen en komt er drie dagen niet meer uit, behalve als ze naar de wc moet of om iets te eten of te drinken te halen. Dat neemt ze dan mee naar bed. Eén keer gaat ze voor sigaretten naar de nachtwinkel in haar pyjama met een jas erover en ze ziet in een winkelruit dat ze eruit ziet als de eerste de beste marginaal. Niet dat dat haar iets kan schelen.
De telefoon ligt naast haar bed voor als haar moeder belt. Maria belt elke dag en wanneer Lili vraagt hoe het nu verder moet met haar en een lichaam dat het niet meer doet, zegt ze: “Gewoon doorademen.”
Verder vertelt ze Lili verhalen over onmogelijke liefdes die gewoon weer voorbijgingen en in een heel enkel geval mogelijk werden. Over gebroken harten die altijd weer helen en de donkerste nachten die uiteindelijk altijd weer dag worden.
Na zo’n verhaal kan Lili meestal een paar uur slapen.
Wanneer Lisa na drie dagen op de stoep staat, doet Lili met tegenzin open.
“Wat zie jij eruit! Hoe lang ben je de deur niet uit geweest?”
“Drie dagen.”
Lili sloft terug naar haar bed en gaat weer liggen.
“Doe dan nu maar kleren aan want wij gaan naar buiten.”
Lili trekt het dekbed over haar hoofd. “Echt niet. Ik voel me stom, oud en lelijk. En mijn leven is de slechtste soap die ik ooit heb gezien.”
“Kom Li, het is genoeg geweest. Jij bent verdorie nog erger dan ik!”
“Het komt door de stress. Ik kan er niks aan doen. Mijn lijf doet het niet meer.”
“Natuurlijk wel. We gaan gewoon rustig op een terras zitten.”
Lili doet de lelijkste kleren aan die ze kan vinden en zonder in de spiegel te kijken, gaat ze met Lisa mee naar buiten. Met hun jassen aan gaan ze op een terras zitten waar de zon schijnt en Lili zet haar zonnebril op.
“Dat is toch lekker, een beetje zon op je gezicht?”
“Ik voel me net een sanatoriumpatiënt.”
“Twee cappuccino’s alsjeblieft. Hoezo?”
“Zo stelde ik mij dat vroeger voor en het leek me altijd erg romantisch. Ziek en ingepakt in de bleke zon. En dan genezen maar.”
“Zie je wel dat het een goed idee was?”
“Mm. Hoe gaat het trouwens met jou en Ernst?”
“Ik durf het niet zo goed te zeggen, maar het gaat geweldig. Elke dag beter. Ik geloof dat ik klaar ben met zoeken.”
“En waarom durf je dat niet te zeggen?”
“Omdat ik het vervelend voor jou vind.”
“Het is het beste nieuws dat ik in tijden gehoord heb. Maar waar ik dan wel weer bloedlink van word, is luisteren naar de buren die urenlang luidruchtige seks hebben terwijl jij godbetert in je bed ligt dood te gaan van ellende. Gisteren ook weer. Tot drie uur vannacht!”
“Ook dat nog.”
“Ja, en dan moet je weten, die buurvrouw keft als een hondje en komt de hele tijd nét niet klaar. Gek word ik daarvan. En hij brult de hele tijd als een bronstige beer.”
“Asociaal.”
Subject:
Hallo Lili,
Hier een mail van een verschrikkelijke lege praatjesmaker. Een man zonder inhoud, zonder gevoel en zonder oprechtheid.
Je begint me verrot te schelden en uit je woede zonder fundament.
En dan de deur dicht.
Weet je nog dat jij een einde maakte aan onze tocht naar meer? “Poepie, ik ga ermee stoppen…”
Weet je nog dat ik mijn hand uitstak om dit eens deftig uit te praten en te bekijken wat we ermee aankonden? Op al die zaken antwoordde jij zwart-wit of niet.
Ik geloof nogal in go-with-the-flow en niet in een dwangscenario. Liefde laat zich niet in zwart-wit-beslissingen vatten maar in een groeiend gevoel.
En ja, je hebt me eindeloos veel kansen gegeven en ik wou er nog meer. Die kreeg ik niet. Dat begrijp ik. Misschien was dat heel erg jammer.
Op zo’n manier kon ik niet anders dan een beslissing nemen (ik dacht dat jij die genomen had trouwens, lees hierboven).
Het was noodzakelijk voor mij om duidelijkheid te creëren. Dat heb ik gedaan.
Dit betekent niet dat ik je vergeten ben. Ik ben zwaar geraakt door je uitspraken over houden van een persoon die je niet kende, die zich anders voordeed, die mensen als gebruiksvoorwerpen gebruikt etc. Ik heb me geen enkel moment anders voorgedaan dan ik was. Het enige zwaard dat vooral boven mijn hoofd hing was de twijfel, de angst, de tweede persoon…
De keuze die ik moest maken, die ik wou maken, die je me niet liet maken, ik had meer tijd nodig…
En ja, nu kom ik met iemand anders naar buiten.
Betekent dit dan dat ik niet om je geef? Betekent dit dat we plotseling andere mensen zijn? Betekent dit dat alles wat we hadden, probeerden…nooit bestond?
Is de oplossing ervan weglopen en is dit voor jezelf zorgen??? Ik weet het niet, hoor. Ik denk het niet.
Een liefdesrelatie is onwaarschijnlijk geworden maar ik mis je wel…in mijn leven…
Een jongen die het nooit slecht bedoeld heeft.
Xxx
V.
(zo’n lege mail heb je waarschijnlijk nog nooit gehad)
Re: Antwoorden in jouw mail. L
Hallo Lili,
Hier een mail van een verschrikkelijke lege praatjesmaker. Een man zonder inhoud, zonder gevoel en zonder oprechtheid.
Je begint me verrot te schelden en uit je woede zonder fundament.
LILI:
Je verzwijgt iemand anders een half jaar lang, vertelt me dan dat het niets voorstelt en nu is het ineens je nieuwe liefde. Hallo?
En dan de deur dicht.
LILI:
Jouw deur is nooit open geweest. Dat heeft me veel verdriet gedaan. Voor het grootste gedeelte van de tijd stond de mijne wagenwijd open en zag ik je alleen maar vluchten.
Weet je nog dat jij een einde maakte aan onze tocht naar meer? “Poepie, ik ga ermee stoppen…”
LILI:
De tocht naar meer bestond uit jij die geen tijd had en bij je andere lief zat. Ik ben niet achterlijk.
Weet je nog dat ik mijn hand uitstak om dit eens deftig uit te praten en te bekijken wat we ermee aankonden? Op al die zaken antwoordde jij zwart-wit of niet.
LILI:
Ik heb bijna een jaar gepraat tot ik BLAUW zag en ik kan blijven praten tot ik PAARS zie maar daardoor gebeurt er nog niets. Waarom zou ik daar nog energie in steken? Je vindt het zelf niet eens de moeite. De wereld of zelfs een mensenleven is nog nooit veranderd door woorden. Enkel door de dingen die je doet.
Ik geloof nogal in go-with-the-flow en niet in een dwangscenario. Liefde laat zich niet in zwart-wit-beslissingen vatten maar in een groeiend gevoel.
LILI:
Dwangscenario, my ass! Ik heb jou nooit gedwongen of gechanteerd (in tegenstelling tot anderen, of was dat ook niet waar?).
En ja, je hebt me eindeloos veel kansen gegeven en ik wou er nog meer. Die kreeg ik niet. Dat begrijp ik. Misschien was dat heel erg jammer.
LILI:
Terwijl ik jou kansen gaf zat jij go-with-the-flow die tijd te gebruiken met iemand anders en wist je het maanden later nog niet. Zo heb je je eigen tijd én die van mij verprutst. Heb jij mij één kans gegeven?
Op zo’n manier kon ik niet anders dan een beslissing nemen (ik dacht dat jij die genomen had trouwens, lees hierboven).
LILI:
Je hebt een onhoudbare situatie gecreëerd en die koppig verdergezet zodat ik niet anders kon dan weggaan.
Het was noodzakelijk voor mij om duidelijkheid te creëren. Dat heb ik gedaan.
LILI:
Je hebt mij de knoop laten doorhakken en bent dan teruggeslopen naar iemand die alles van je pikt en waar je mee kunt doen wat je wil (als dat stuk waar is wat je me hebt verteld). Is dat liefde?
Dit betekent niet dat ik je vergeten ben. Ik ben zwaar geraakt door je uitspraken over houden van een persoon die je niet kende, die zich anders voordeed, die mensen als gebruiksvoorwerpen gebruikt etc.
LILI:
Je gebruikt vrouwen en geeft hen niet dezelfde keuze omdat ze van niets weten. Mooi is dat! Je hebt me meegesleept in een situatie waarover je gelogen hebt, dus ben je niet de persoon die ik dacht dat je was!
Ik heb me geen enkel moment anders voorgedaan dan ik was. Het enige zwaard dat vooral boven mijn hoofd hing was de twijfel, de angst, de tweede persoon…
LILI:
Dat die tweede persoon blijkbaar wel iets betekent weet ik ook nu pas. Je liet me geloven dat het om vrijheid ging, maar het ging om iemand anders. Dat is onoprecht, laf en leeg. Je bent niet de persoon die ik dacht dat je was.
De keuze die ik moest maken, die ik wou maken, die je me niet liet maken, ik had meer tijd nodig…
LILI:
Hoe meer tijd ik gaf, hoe meer je nodig had.
En ja, nu kom ik met iemand anders naar buiten.
LILI:
Inderdaad. Ik ben blij dat ik eindelijk weet over wie die interviews nu eigenlijk gaan. Al een geluk dat ik bij premières aan de kant ga als er fotografen staan. Anders had je nu een probleem.
Wat pijn doet is dat je mij zei dat je er alles aan wilde doen om mij niet kwijt te raken maar mij in plaats daarvan snel en efficiënt vervangt met de persoon waarvan je me vertelt dat ze je chanteert en stalkt en dat je dat niet pikt.
Hopelijk hoeft zij zich nooit te schamen als ze je op een publieke plaats een zoen wilgeven, zoals ik gedaan heb.
Betekent dit dan dat ik niet om je geef? Betekent dit dat we plotseling andere mensen zijn? Betekent dit dat alles wat we hadden, probeerden…nooit bestond?
LILI:
Ik heb alles geprobeerd. Jij niet. Dat was een illusie van mij. Ik wilde met je naar Lissabon om te zien wat er onder het imago, de nood aan aandacht, verstrooiingen nooit genoeg, angst, weetikveel, schuilt en ik zag een fijne vent en voelde harmonie en liefde. Daarna heb ik die man nog maar weinig gezien en ik ben zo lang blijven zoeken als ik volhield. Nu weet ik niet meer of hij ooit wel bestond.
Is de oplossing ervan weglopen en is dit voor jezelf zorgen??? Ik weet het niet, hoor. Ik denk het niet.
LILI:
Is blijven voor een man die mij go-with-the-flow negeert als het te ingewikkeld wordt voor mezelf zorgen? Ik denk het niet. Ik was moeite voor jou aan het doen, stom kieken. En jij werd al moe van het niets doen.
Een liefdesrelatie is onwaarschijnlijk geworden maar ik mis je wel…in mijn leven…
LILI:
Wat stel je voor? Dat ik bij jou en je nieuwe liefde op de koffie kom? Ik dacht het niet. Ik voel me misleid en verraden.
Ik wil aanvaarden dat je echt niet wil en omdat ik niet in dwangscenario’s geloof (dat was die ander. Wanneer hou je ons eindelijk eens uit elkaar?), ga ik dan weg.
Een jongen die het nooit slecht bedoeld heeft.
LILI:
Bush bedoelt het ook goed.
Xxx
V.
(zo’n lege mail heb je waarschijnlijk nog nooit gehad)
De volgende avond heeft Lili met Frederik afgesproken. Terwijl Tania ‘s-middags haar appartement aan het poetsen is, zit Lili op de rand van haar bed en belt naar Viktor.
“En? Mis je mij nog steeds?”
“Ik wil je tijd niet langer verprutsen.”
“Gelukkig maar.”
Lili wuift Tania weg die met de stofzuiger in de deuropening verschijnt.
“Doe eerst maar de keuken.”
“Li, ik vind het echt heel vervelend. Maar ik kan de dingen niet terugdraaien. Wat kan ik doen om het goed te maken?”
“Om te beginnen zou ik je zo hard in je ballen willen schoppen dat je een maand geen seks kunt hebben.”
“Een hele maand?”
“Minstens.”
“Ik ben over een uur bij jou.”
Omdat Tania nog bezig is met strijken, gaan ze iets drinken in een café. Viktor pikt Lili op.
“Graag een café waar ik niemand ken,” zegt Lili. “Want ik wil nergens met jou worden gezien.”
Ze rijden naar een café waar ze nog nooit is geweest en bestellen twee mojito’s.
“Ik ben zo blij dat ik je weer zie. Je ziet er geweldig uit.”
“Ik heb me anders al veel beter gevoeld.”
Wanneer de ober de drankjes komt brengen, wil Viktor meteen afrekenen, maar de ober gebaart dat dat ook later kan.
“Pas op, hoor,” roept Lili de ober na. “Deze man kun je niet vertrouwen, dus misschien kun je beter meteen afrekenen!”
De ober kijkt verbaasd om en Viktor moet lachen.
“Je bent nog steeds de grappigste vrouw die ik ken.”
“En jij nog steeds het grootste kieken dat ik ken. Ik denk dat jij vrouwen gewoon haat.”
“Waarom haat ik vrouwen?”
“Omdat je ze afstraft als ze van je houden. Meedogenloos.”
Viktor vraagt waarom ze niet in zijn ogen kijkt en Lili moet huilen. Ook Viktor krijgt het moeilijk.
“Snoes, denk je dat het mij niets doet om jou weer te zien?”
Hij probeert haar arm vast te pakken maar Lili weert hem af.
“Niet doen. En ik ga ook niet zitten janken hier want ik heb geen waterproof mascara op. Straks zie ik eruit als een pandabeer.”
Viktor moet opnieuw lachen.
“Trouwens,” vervolgt ze. “Ik heb altijd een hekel aan die naam gehad. Snoes. Het doet me denken aan smoes. Of snoeshaan. Of misschien doet het mij er vooral aan denken dat de leuke namen al bezet waren.”
Viktor kijkt haar verbaasd aan. “Noem je mij nu een snoeshaan?”
“Weet je wat ik graag zou willen?” zegt Lili. “Ik zou graag willen dat je nu in mijn ogen kijkt en zegt dat je nooit een relatie met mij wilde.”
“Ik wil nú geen relatie met jou.”
“En ik wil ook dat je in mijn ogen kijkt en zegt dat je wel wil samen zijn met Caroline.”
“Ik heb een keuze gemaakt. En ik kan nu niet meteen terug.”
“En ik wil ook dat je zegt dat je daar gelukkig mee bent.”
“Ik ben niet ongelukkig.”
Viktor steekt een sigaret op.
“Al moet ik zeggen dat ik niet weet of ik het allemaal wel volhoud zonder jou. Met Caroline kan ik niet zo goed praten en als we praten heeft ze het steeds over jou. Soms heb ik het gevoel dat ik met mijn kind op stap ben in plaats van met mijn vriendin.”
“Ach ja, als de seks maar goed is.”
“Zo geweldig is dat nu ook weer niet. Het is gewoon een lief meisje dat goed voor mij zorgt. Ze doet zo haar best.”
“Heel mooi.”
“Soms denk ik dat ik maar moet stoppen met alles en eens wat alleen zijn. Weet je wat het ook is? Jij bent gewoon te ernstig.”
“Ik ben te ernstig?”
“Jij niet. Het gevoel dat ik bij jou heb. Dat is het gevoel dat ik bij mijn ex had. En dat is slecht afgelopen.”
“Dus kies je voor de angst?”
Viktors ogen vullen zich met tranen. Hij staat op en gaat naar het toilet.
Wanneer hij weer terug is, zegt hij: “Jij bent de enige vrouw op wie ik de laatste drie jaar verliefd ben geworden. Ik vind dat wij geweldig goed bij elkaar passen.”
“O.”
“En ik denk dat het goed komt. Ooit. Het moment zal zichzelf wel kiezen En hou je dan maar vast voor wat er komen gaat.”
“Ik blijf het stom vinden. Twee mensen die van elkaar houden en daar dan tegen moeten vechten.”
“Je snapt het niet. Als we hieraan beginnen is dat voor heel lang. En dan kunnen we niet meer terug. Nooit meer.”
∗
Onderweg naar de auto vraagt Viktor of ze nog plannen heeft vanavond.
“Ik heb afgesproken.”
“Met wie?”
“Dat zijn je zaken niet.”
In de auto zegt hij: “Daar heb ik het wel lastig mee, maar dat is waarschijnlijk ongepast.”
Lili zegt niets.
“Zeg dat dat ongepast is.”
“Dat is ongepast.”
Voor haar deur blijft Lili nog even in de auto zitten. Ze heeft nog één vraag.
“Waarom?”
“Het is te vroeg om dat te zeggen.”
Hij geeft een kus op haar wang en Lili doet het portier open. Voor ze uitstapt kijkt ze nog een keer om en het volgende moment zijn ze aan het zoenen. Viktor kreunt zacht.
Lili denkt: AARDBEI! AARDBEI! AARDBEI!
Op dat moment gaat zijn gsm.
“Iemand heeft je nodig.”