Negen

“Eén salami! Eén gezond! Twee koffie!” riep de in stemmig zwart geklede ober naar de dame achter het buffet. De cafetaria van het Centraal Station was een grote ruimte, en de bestellingen van de ober galmden over de tafeltjes. Om negen uur ‘s-ochtends waren de meeste plaatsen bezet met bier en koffie drinkende forenzen, toeristen wiens koffers naast hun stoelen stonden gestapeld en oudere stedelingen die, weggezakt in het dieprode pluche van de grote zitbanken, bij een warm drankje kwamen schuilen voor de bittere koude buiten.

David had met veel geluk een tafeltje voor vier gevonden, en blies voorzichtig in zijn gloeiend hete cappuccino. Hij wachtte op Meerkens en Beke en bekeek het huiswerk dat ze hem hadden toegestuurd. Beke had met succes een handleiding op de kop getikt voor het maken van een semtex-bom, verstopt in een horloge. Afgaande op zijn document wist zijn collega Meerkens intussen meer van de ETA dan sommige ETA-leden zelf. Vandaag was een extra lange sessie over terrorisme en algemene kennis gepland: de beide heren hadden een dagje vrij, en Ellie bleef nog enkele dagen bij haar zus op het platteland logeren. De kust was vrij.

Vanochtend had Ellie al enthousiast verslag uitgebracht aan de telefoon.

“Ik voel me herboren!” riep ze.

David hield de hoorn van het toestel wat verder van zijn oor.

Hij was ‘s-ochtends al niet echt op zijn best, en het vooruitzicht van een herboren Ellie deed hem niet meteen juichen.

“We kunnen dus weer eens om nieuwe kussens,” bromde David. “En deze keer moet je er niet aan denken om het als onkosten in te brengen, zoals vorig jaar. Mijn fiscalist kwam niet bij van het lachen.”

“Zeurpiet!” riep Ellie. “Any way, ik bel je om te zeggen dat ik enkele dagen bij Margot blijf logeren. Ben komt pas over drie dagen terug, en ze zit hier niet graag alleen.”

Ben gebruikte de jaarlijkse duiveluitdrijvingen in zijn tuin om met een stel van zijn oude schoolvrienden naar Duitsland af te zakken. Dat de kussenverbrandingen samenvielen met de jaarlijkse Bierfeesten in München was een gelukkig toeval geweest, en het had er zeker voor gezorgd dat Bens protesten na de eerste seance zo goed als verdwenen waren.

“Zorg dat je goed eet, intussen,” ging Ellie verder.

David wilde opmerken dat hij altijd uitstekend dineerde als Ellie niet thuis was, maar hij zweeg op tijd.

Hij had net een flinke slok van zijn koffie genomen toen een walm van goedkoop parfum hem deed opkijken. Er stonden twee hoertjes aan zijn tafel, en ze keken hem vragend aan. Bij nader inzien was ‘hoeren’ een betere omschrijving: de ene was minstens een meter negentig groot, de andere leek alsof ze net uit het krachthonk kwam.

“Dag knapperd,” zei de kleinste.

Davids adem stokte. Om negen uur ‘s-ochtends in een overvol stationsbuffet te worden aangesproken door twee prostituees was niet meteen zijn idee van een goed begin van de dag. En toen zag hij het. Bij de grootste dame kwamen de zware baardstoppels onder de dikke laag make-up kijken.

“Wij zijn het,” fluisterde Dirk Beke.

“Mijn god,” hijgde David.

“We hebben ons vermomd,” bromde Meerkens.

Een familie met drie kinderen zat aan het belendende tafeltje. Ze keken ademloos toe.

“Vermomd? Jullie zien er oud als twee overjaarse taarten!” fluisterde David. Meerkens droeg een knalgele plastic rok en een wit hemdje waaronder een grote zwarte beha te zien was. Beke had zich als een motor queen uitgedost. Zijn bloedrode lippen waren enorm.

“Goed, hé,” grijnsde Beke. “De inspecteur, euh, ik bedoel, Deborah zag het niet meteen zitten, maar we zullen in ieder geval niet zo snel herkend worden, op deze manier.”

“Deborah?” fluisterde David.

“Ik ben Liesje,” zei Beke.

“Jezus, ik wil hier weg,” kreunde David.

Zowel de ober als de helft van de aanwezigen volgde het tafereel met interesse.

David gooide een muntje van twee euro op de tafel, pakte zijn boekentas en greep Meerkens bij de arm.

“Dat zijn rare dames, hé pappa,” riep het kleinste meisje aan de tafel ernaast.

“Zijn dat nu porstituees?” vroeg haar oudere zusje.

“Pro…drink je melk leeg,” fluisterde vader.

Aan de uitgang van het station stond een rij taxi’s te wachten op klanten.

“Geen woord zeggen tijdens de rit,” had David nog gesist toen ze naar buiten liepen, “er zijn niet zoveel hoeren met een bariton.”

David duwde de politiemannen op de achterbank van de eerste wagen en stapte zelf in naast de bestuurder.

“Koninginnenlaan 32,” mompelde David, “en zet er wat vaart achter, alstublieft.”

“Mijnheer is gehaast?” vroeg de chauffeur monkelend.

Achterin wist inspecteur Meerkens met zichzelf geen blijf. Hij klemde zijn imitatie krokodillenlederen tasje stevig tegen zijn namaakboezem en keek naar de grond. Een van zijn netkousen was gescheurd. Dirk Beke keek uitdagend voor zich uit.

“Koninginnenlaan, Koninginnenlaan,” mompelde de bestuurder, “weet u de naam van het hotel, misschien?”

“Ik woon daar,” zei David kortaf, “en schiet nu op.”

De chauffeur zweeg en concentreerde zich op het verkeer. Twee hoeren meenemen naar je eigen huis om halftien ‘s-ochtends, hij had weer wat om aan de collega’s te vertellen tijdens de dode uurtjes.

Toen ze straat indraaiden, graaide de bestuurder in zijn handschoenenkastje en gaf David een kaartje. Paradise, stond er bovenaan te lezen, gevolgd door discrete service bij u thuis en een telefoonnummer.

“Probeert u dit maar eens de volgende keer,” fluisterde de chauffeur tegen David toen hij de wagen voor de deur liet halt houden. “Mooie, jonge vrouwen, niet van die goedkope dellen die…nou ja.”

Meerkens probeerde in een vloeiende beweging uit te stappen, maar gleed weg op een van zijn naaldhakken en viel plat voorover op de stoep. Hij vloekte luidkeels. David was hem gevolgd en probeerde hem overeind te trekken.

De chauffeur keek verschrikt op toen hij Meerkens’ zware bariton hoorde. En hij werd helemaal bleek toen hij de gespierde, behaarde arm van Beke rond zijn nek voelde. De aspirant-inspecteur was de opmerking over de dellen nog niet vergeten.

“De volgende keer dat ik je tegenkom, leg ik je ballen in een knoop,” bromde Beke.

Toen hij de chauffeur losliet en uitstapte, stoof de taxi zo snel weg dat je het verbrande rubber kon ruiken. David had niet eens de tijd gehad om de man te betalen.