28

Très bien,” zei de oude dame, en ze lachte naar Ellie.

“Dus zo doe je dat,” antwoordde Ellie. “Ik was vroeger verzot op kaneelkoekjes, voor ik gezond ben beginnen eten, natuurlijk.”

Ellie stond met drie andere vrouwen in de grote, koele keuken van het huis in Tanger.

Toen ze die ochtend wakker geworden was, had ze tot haar verbazing gemerkt dat de deur van haar kamer op een kier stond. Ze was naar beneden geslopen en naar de buitendeur gelopen, maar daar was geen beweging in te krijgen.

Ferme”, zei een stem achter haar.

Ellie draaide zich om en zag een vrouw van haar leeftijd die haar vriendelijk aankeek. “Pas de hors,” zei de vrouw. “Dans la maison, oui, mais pas de hors.”

Het grote, wat vervallen huis bleek bewoond te worden door een oude weduwe en haar twee volwassen dochters. Van Hassan was er geen spoor.

Ellie vernam tijdens het ontbijt dat de echtgenoten van de beide jonge vrouwen voor een maand op het platteland waren, waar ze hielpen om de oogst Arganianoten binnen te halen die diende om er de gelijknamige kostbare olie van te produceren. Ze leerde ook dat een van de neven van de vrouwen Mehdi ben Salah heette en dat haar opsluiting in dit huis moest helpen om neef Mehdi veilig terug naar Marokko te krijgen. Veel snapte ze er niet van, maar in ieder geval was de paniek van de avond voordien grotendeels verdwenen: ze kon zich niet voorstellen dat ze veel te vrezen had van deze vriendelijke vrouwen die in de uren na het ontbijt getoond hadden hoe je originele Marokkaanse kaneelkoekjes moest maken.

“Maar ik wil naar huis,” had Ellie gezegd. “Wanneer kan dat dan?”

Très vite,” had een van de dochters geantwoord. “Prends un biscuit.”