24

“O, shit!” riep Ellie. “Kan je daar in euro betalen, in Marokko?”

David en Ellie liepen door de vertrekhal van het Centraal Station. Ellie stond op het punt om met de trein naar de luchthaven te vertrekken.

In de weken voordien had David een paar keer geprobeerd om haar op andere gedachten te brengen, maar de roep van de langvleugelvleermuis was te sterk gebleken.

“Je beseft niet waar je aan begint,” gromde David. “Als je maar weet dat ik je niet uit een of andere soek zal komen redden.”

“Ik zit niet in een soek, ik logeer in een hotel. Een mooi hotel, aan de foto’s te zien. Kan ik daar nu in euro betalen of niet?”

“Het was toch allemaal gratis?”

Ellie zuchtte.

“Het hotel is gratis. Maar ik moet toch cadeautjes meebrengen? En hoe moet ik anders aan jouw babouches geraken?”

Sinds David twintig jaar eerder in de soek van Marrakesh handgemaakte lederen puntmuiltjes gekocht had, droeg hij in huis bijna niets anders meer. Onlangs had hij zijn tot op de draad versleten exemplaren na veel vijven en zessen toch in de vuilnisbak gegooid, en sindsdien zat hij zonder zijn geliefde pantoffels. Bovendien wist hij uit ervaring dat de puntpantoffels die je in Egypte of Tunesië kon kopen, bijna allemaal van inferieure kwaliteit waren.

“Die betaal je in dirham. Als dat hotel van jou toch zo mooi is als ze zelf beweren, dan zal je er makkelijk euro’s kunnen omwisselen. Maar denk eraan dat…”

“…ik moet opletten met die babouches, ja, je hebt het me nog maar tien keer uitgelegd,” zei Ellie. “Ze moeten volledig van leder zijn, ook de onderkant, en de zijkanten moeten met de hand dichtgenaaid zijn, want anders kunnen ze er karton tussen gestoken hebben.”

Ze omhelsde hem, pakte haar koffer op en stapte in de klaarstaande trein.

“Pas goed op jezelf. En vergeet die schotel morgenvroeg niet mee te nemen.”

Ellie had een uitgebreide veganistische maaltijd klaargemaakt om Davids laatste les met de gedetineerden “een beetje feestelijk te maken.”

Hij had de moed niet gehad om haar tegen te houden.

“Soms, heel soms, kan het leven eenvoudig zijn,” dacht David diezelfde avond.

Hij had zich voor de tv geïnstalleerd met een fles rode wijn en een enorme doos die hij tien minuten eerder afgehaald had. Het was een zonde waarvoor hij bij niemand in zijn omgeving op enige clementie had moeten rekenen. Ellie zou hem misprijzend hebben aangestaard en Marco zou om zijn tante Anna met haar vleesmes hebben geroepen.

De doos kwam van Pizza Hut en bevatte een grote Deep Pan Super Suprème, een vijf centimeter hoge pizza die volgestouwd lag met gehakt, salami en bacon. En met enkele stukjes paprika voor de gezondheid.

Op tv begonnen de voorbeschouwingen bij de finale van de Champions League. David nipte van zijn wijn, nam een flinke hap van zijn pizza en leunde genietend achterover.

Vijf minuten later ging de telefoon.

“Staat je tv aan?” vroeg Johan.

“Wutbol.”

“Wutbol? Is dat een nieuw scheldwoord?”

“Voetbal,” zei David, “en ik ben aan het eten, mijn mond zat vol.”

“Zap eens even. Loop voor je Leven is begonnen.”

David liet een pizzapunt op zijn bord vallen.

“Je vergist je toch, hoop ik? Ze beginnen pas over twee weken te filmen!”

“Zo te zien is het een soort inleidend programma,” antwoordde Johan. “Voorstelling van de kandidaten.”

Het eerste wat David zag, was een lachende Cindy, een blondine die tien jaar eerder een nationale schoonheidswedstrijd gewonnen had. Ze frequenteerde sindsdien de mediapagina’s van de populaire magazines door af en toe een programmaatje te presenteren en door zich te gedragen als een stoere, sexy tante die haar hand er niet voor omdraaide om te gaan bungeejumpen, met motoren te scheuren of zich uit een vliegende helikopter te laten bengelen.

De presentator van het programma lachte breed.

“Cindy, jij bent de coach van de meisjes die aan Loop voor je Leven zullen meedoen. Maar euh…”

Zijn stem ging een octaaf lager. Hij keek snel even bezorgd in de camera.

“Jij gaat zelf ook mee in de leeuwenkooi. Ben je dan niet bang?”

“Ach, bang zijn, das niets voor mij, Jonas,” lachte Cïndy. “De challenge, daar gaat het om.”

“Trut!” riep David naar zijn toestel. Zijn zin in pizza was helemaal over.

“En wat voor een challenge, dames en heren,” kreunde de presentator. “Laten we hopen dat de leeuwen onze bloedmooie Cindy niets in de weg leggen.”

Terwijl hij nog aan het spreken was, zagen de kijkers een korte montage die ongetwijfeld heel grappig bedoeld was. Cindy liep in slow motion door iets dat op een leeuwenverblijf leek en stond opeens oog in oog met een man die een leeuwenkop op had. Intussen weerklonken er enkele regels uit een Clouseau-liedje: “Daar staat ze, en zoveel gratie heb ik nooit gezien…”

Toen het applaus weggeëbd was, begon de show in alle ernst. Terwijl er onheilspellende filmpjes werden getoond van leeuwen in de Afrikaanse savanne die antilopen en buffels achternazaten en ze daarna in close-up begonnen op te vreten, passeerde de ene na de andere kandidaat de revue. Aan de enthousiaste reacties van het publiek in de zaal te horen, waren enkelen van hen al halve sterren.

Na elke voorstelling van een van de kandidaten verscheen er een telefoonnummer in beeld waarop de kijkers alvast konden beginnen gokken. Wie dacht dat Liesje het drie minuten in de leeuwenkooi zou uithouden, mocht een tekstberichtje sturen naar 3600-3. De te winnen prijzen waren mooi en de hoofdprijs was – hoe kon het ook anders – een safari naar Kenia.

“Joerie!” riep de presentator. “Wat zie je er beeldig uit!”

Joerie droeg het soort outfit dat voor een rapper aan de Amerikaanse westcoast waarschijnlijk al overdreven zou zijn geweest. Over de gehele lengte van zijn borst was het logo van het bedrijf aangebracht dat Joerie in exclusiviteit sponsorde.

“Joerie, kerel, jij bent de coach van de jongens in Loop voor je Leven. En je hebt al een nieuw platencontract, heb ik gehoord?”

“Ik heb een song geschreven over wat we daar allemaal gaan meemaken,” zei Joerie. “De beat en de nieuwe lyrics zijn van mij, de muziek is van een of ander Waals meisje. Het liedje heet Sjeime la vie.”

“Van Sandra Kim, van het Songfestival?”

Whatever,” zei Joerie. “Het gaat over dat ik daar in die leeuwenkooi sta en nadenk over van alles, en dan begin ik te rappen over hoe graag ik toch leef, eigenlijk. Daarom heet het Sjeime la vie, das Frans voor ik leef graag.”

“Te gek, gewoon!” joelde de presentator.