42

Ellie was opgeruimd, maar dan in de figuurlijke betekenis van het woord.

Het was een stralende ochtend in Tanger.

Voor het ontbijt had Ellie flensjes gebakken met de vrouwen en ze was apentrots geweest dat ze zich het recept nog uit het hoofd kon herinneren. Er gingen dan wel vier eieren in het deegmengsel, maar ze had dezer dagen andere zorgen aan haar hoofd dan strikt in de leer te zijn wat haar voedingsgewoonten betrof.

Toen ze even later onder de grote boom op de binnenplaats zat te lezen in een Franse krimi die vanaf de eerste dag op haar slaapkamer rondgeslingerd had, zag ze hoe de jongste dochter met een mand naar de ochtendmarkt vertrok en met veel lawaai de grote buitenpoort opende en weer dicht trok.

Nog jaren daarna kon Ellie voor zichzelf niet uitmaken of het die dag een ongelukje was geweest of net niet – dat het meisje het opzettelijk had gedaan. Maar feit was dat de vrouw die ochtend de poort op een flinterdunne kier had laten staan.

Ellies hart bonkte in haar keel.

Ze keek rond en probeerde uit te vissen waar de beide andere vrouwen waren, maar uit het huis kwam geen enkel geluid.

Ellie stond langzaam op en nam een besluit.