10

“Als ik dit zo terugstuur naar tante Anna in de keuken, komt ze je persoonlijk met de braadpan bewerken,” zei Marco.

Het was middag, de meeste tafeltjes bij Syracuse waren bezet door lunchende kantoormensen.

David had nauwelijks enkele happen van de penne marinara genomen en daarna zijn bord naar de rand van de tafel geduwd.

“Het spijt me, amice, maar ik krijg gewoon geen hap door mijn keel.”

“Als het door het werk komt, zal Anna je met de pan hard op je hoofd slaan,” lachte Marco. Als het om een andere vrouw gaat, komt er nog een truc met een vleesmes bij kijken.”

Hij schonk klokkend een glas vol uit een goudbruine fles en zette het voor David neer.

“En als het om allebei is, heb je dringend behoefte aan dit. Marsala Riserva, tien jaar oud.”

David vertelde over het plan van Rob Stiemers. En over Iris.

“Tja,” zei Marco.

“Tja? Eén van mijn werkgevers is van plan om mensen op te sluiten in een leeuwenkooi en dat vervolgens uit te zenden op televisie, mijn andere werkgever heeft een goddelijke vrouw die poedelnaakt voor me gaat staan in haar hotelkamer, en jouw enige commentaar is tja?

“Je kunt het ook anders bekijken,” antwoordde Marco. “Er is een flapdrol van de dierentuin die een waanzinnig plannetje lanceert dat toch nooit zal lukken en je hormonen maken overuren voor een andere vrouw. Niets om een goed bord penne marinara voor te laten staan, vind ik.”

“Eikel,” lachte David. “Toen de steenkool op was, hadden we jullie Italianen allemaal moeten terugsturen.”

Certo. Maar wat had je dan elke dag mogen eten, hé? Hamburgers met wortelpuree, imbecile.”

De televisiezender Plus! had de twee bovenste verdiepingen van een flatgebouw afgehuurd om als kantoorruimte te gebruiken. Ivo Mertens, de creatief directeur, woonde in één van beide kamers op de hoogste etage.

Ivo en David dronken cappuccino op het ruime houten terras en keken naar de bedrijvigheid van de stad beneden hen.

“Niet slecht, toch,” zei Ivo, “als je bedenkt dat ik een goed jaar geleden nog bij de stadskrant De Bode werkte. “Het kan verkeren,” zei Bredero.”

“Dat kan het inderdaad. Het kan gruwelijk fout gaan. Zei Cleeffs.”

David had Ivo over zijn besognes verteld en ook Ivo tilde er blijkbaar niet al te zwaar aan.

“Ik geef Marco gelijk, hoor. Die uitzendingen komen er nooit, maak je geen zorgen.”

“Maar de kerel is geschift, Ivo! Wat er uit zijn mond komt, is te dom voor woorden. Het probleem is dat zijn mond in zijn hoofd zit en zijn hersenen ter hoogte van zijn kruis. De afstand daartussen is gewoon te groot.”

“Het zal wel niet zo’n vaart lopen. En wat de vrouw van Leo Droste betreft…”

“Ik ben benieuwd.”

“Geniet ervan, zou ik zeggen. Go with the flow. Ik heb het met Sven ook meegemaakt, een paar jaar geleden. Compleet gaga van een struise dokwerker. Heeft twee maanden geduurd, toen was ie terug bij mij.”

“Was je niet jaloers?”

“Op zijn biceps, vooral. Die kerel had bovenarmen als boomstronken. Als de rest ook zo was…ik mag er niet aan denken.”

“Lach maar.”

“Stikjaloers was ik. Wou hem te lijf gaan met mijn handtas en zo.”

“Ivo…”

Ivo zette zijn kopje neer en grijnsde.

“Ach, weet je. Na een maand ben ik opgehouden met jaloers te zijn. Echt waar. Jaloezie is een van de meest onzinnige, bezitterige trekjes die een mens kan hebben. Tussen haakjes: hoe is het met Ellie?”

David zuchtte.

“Vanochtend nog min of meer normaal. Maar op dit ogenblik durf ik daar geen eed meer op te zweren. Ze had voor vandaag een actie met Gaia gepland, iets met konijnen in het circus, geloof ik.”

“Gaan ze die bevrijden?”

“Of eisen dat ze voortaan een vertegenwoordiger bij de vakbond krijgen, het zal me worst wezen,” bromde David. “Pas op, dit is nog onschuldig amusement vergeleken met andere dingen die ze uithaalt. Een paar maanden geleden heeft ze samen met haar kompanen ‘s-nachts de ruiten van een bontzaak ingegooid. Ze houdt bij hoog en bij laag vol dat ze er zelf niet bij was, maar het zou me eerlijk gezegd erg verbazen als dat klopt.”

“Je bent getrouwd met een guerrillero”, lachte Ivo.

“Toen waren er gelukkig geen getuigen,” ging David somber verder. “De eigenaar heeft alleen maar een klacht tegen onbekenden kunnen neerleggen. Twee weken daarna was het wel prijs, met die kalkoenen.”

Dat verhaal kende Ivo. Ellie had samen met drie anderen op klaarlichte dag een kinderboerderij overvallen en er twee kalkoenen ontvoerd, met als argumentatie dat “de dieren ergens gingen worden ondergebracht waar ze niet voor entertainment konden worden misbruikt.” Ellie had een voorwaardelijke straf kunnen ontlopen omdat David het met de eigenaar van de kinderboerderij op een akkoordje had gegooid en hem twee nieuwe kalkoenen had laten bezorgen.

“Als het van haar had afgehangen, had ze zich met plezier laten veroordelen,” zei David. “De Jeanne d’Arc van het pluimvee.”

“Je hebt me nooit verteld wat er met die twee kalkoenen gebeurd is,” zei Ivo.

“Die heb ik weggebracht. Ik heb diezelfde avond nog een lief, oud echtpaar op het platteland gevonden dat met plezier voor de beestjes wou zorgen. Ellie was blij.”

“Ik geloof er geen fluit van.”

“En gelijk heb je,” gromde David. “Een uur later hingen ze al ondersteboven bij Marco in de keuken. Ik geloof dat hij er een prima ragout van heeft gemaakt.”

Toen Ivo eindelijk ophield met lachen, stond hij recht en liep hij naar zijn desk.

Lets talk shop. Je had een leuk voorstel, zei je aan de telefoon.”

Enkele dagen eerder had David in zijn werkkamer geprobeerd om een planning voor de komende maanden te maken, vooral om de op stapel staande cruises in te kunnen passen in zijn andere bezigheden. Over drie maanden stond er een literaire cruise naar Sint-Petersburg op het programma en omdat David wist dat Leo Droste hem al herhaaldelijk gevraagd had of hij niet wat meer persaandacht kon genereren, had hij zich geamuseerd met het maken van een mindmap en er iedereen op genoteerd die hij kende. De link met Plus! was snel gemaakt.

Ivo was gelukkig even snel overtuigd.

“Uitstekend idee, David. Doen we. We maken een docudrama van een aantal afleveringen aan boord. Joggende bejaarden, beschaafde diners ‘s-avonds, lachende gezichten in de cocktailbar. Ik zie het zo voor me. Ken je de route al?”

“De vertrekplaats is Antwerpen. Dan gaat het via de Westerschelde en Hoek van Holland naar boven, naar Kopenhagen en de Oostzee. Helsinki, dan Sint-Petersburg.”

“Perfect. Ik ken al enkele klanten die graag reclame zullen inkopen.”

“Het is wel een beetje een bijzondere cruise, Ivo. Er zullen een aantal schrijvers en ander intellectueel volk aan boord zitten, met lezingen en voordrachten en zo.”

“Das toch prima? Pakken we meteen de boekenmarkt mee. Het zit perfect in onze doelgroep, jongen. We noemen het ‘Het Leven zoals het was.”

De villa van Leo Droste was een stuk mooier dan David had gevreesd. Hij was voor zijn werk al in flink wat huizen van nouveaux riches over de vloer geweest en keer op keer was hij tot de vaststelling moeten komen dat goede smaak niet te koop was, in tegenstelling tot alle mooie dingen die je als gefortuneerde kon kopen als je wél goede smaak had. Dat laatste gold zeker voor het huis van Leo en Iris Droste. Het was een grote, strakke villa in een hellende tuin met brede loofbomen. Geen namaak Palazzo in baksteen, geen torentjes, geen enorme garage voor 30 auto’s.

Toen David hem in de auto eindelijk aan de lijn kreeg, was Leo Droste bijzonder opgetogen met het plan.

“Fantastisch,” riep Droste. “Puik werk, kerel! Weet je wat? Kom vanavond bij ons eten in Maastricht, dan kunnen we de details bespreken. Iris zal in haar nopjes zijn.”

“Iris misschien wel,” bedacht David terwijl hij aanbelde. Hij keek naar zijn spiegelbeeld in het gangvenster naast de voordeur.

David was nooit het soort man geweest dat zich erg druk maakte om zijn kleding of zijn uiterlijke verschijning. Hij droeg liefst eenvoudige kleren: wanneer hij naar klanten moest, droeg hij een pak, privé liep hij meestal rond in jeans en een T-shirt of een trui. Hij had nooit veel op zijn lijn moeten letten, maar hij betrapte zich er nu op dat hij zijn beginnend buikje introk en probeerde de bruine krullen op zijn hoofd een beetje in bedwang te krijgen.

“Goed gevonden?” vroeg Iris toen ze hem binnenliet. “Leo is nog bij klanten. Een computerfirma die een heel schip wil afhuren voor een incentive. Geen job voor jou, gelukkig, ze willen gewoon naar Griekenland om in de zon te gaan liggen en een paar uur per dag aan teambuilding te doen.”

“Daar waren de Oude Grieken nochtans heel goed in, in teambuilding.”

“Ongetwijfeld,” lachte Iris. “Aperootje? Ik ben zelf geen keukenprinses, ik heb catering besteld bij een restaurant in de buurt. Als het knudde is, moet je dus niet bij mij komen klagen.”

Ze droeg een wit topje en een lange, crèmekleurige rok. Toen ze zich omdraaide en zag dat David haar aankeek, fronste ze de wenkbrauwen.

“Ik weet het,” zuchtte Iris. “Die laarzen passen absoluut niet bij deze rok, maar ik heb ze vanmiddag gekocht en ik wil ze nooit van mijn leven nog uittrekken. Is het echt zo erg?”

Terwijl ze praatte, had ze de zoom van haar rok omhooggetrokken om David haar nieuwe bruinlederen knielaarzen te laten zien. Hij slikte.

“Kom mee,” lachte ze.

Ze was door de woonkamer naar de wintertuin gelopen, een ruime veranda in massief hout met ramen die uitkeken over de lange oprijlaan beneden.

“Ga zitten,” zei Iris. “Nee, niet daar, hier, in deze stoel.”

David was nauwelijks gaan zitten toen Iris de lichten dempte, haar rok open ritste en wijdbeens op zijn schoot kwam zitten.

“We hadden nog wat unfinished business, dacht ik,” fluisterde ze, en ze kuste hem vol op de mond.

“Als je een zwarte Jaguar op de oprijlaan ziet aankomen, dan roep je maar. Dat is Leo.”

Ze had zijn hoofd vastgenomen en drukte het tegen haar borsten.

“Als je een bestelwagentje ziet komen, mag je ook roepen. Dat is de catering.”

David liet zijn handen onder haar rok glijden en streelde haar dijen. Hij had een enorme erectie. Iris stak haar hand tussen zijn benen en kneep.

“En als je zelf gaat komen, hoef je niet te roepen,” kreunde ze. “Behalve tegen mij.”

“Ze moeten het wel allemaal mooi in beeld brengen, David,” zei Leo Droste later die avond. “Het mag geen voyeurisme worden. Een mooie documentaire over de geneugten van een cruise, zoiets.”

Het had uiteindelijk nog meer dan een uur geduurd voor de Jaguar van Leo Droste op de oprijlaan was gearriveerd. De catering was nog later gekomen.

David daarentegen zowat meteen.

Niet lang daarna hadden ze opnieuw gevreeën, op het hoogpolige tapijt dat de hele vloer van de wintertuin bedekte. Iris had zich voorovergebogen en zich met beide handen aan de poten van een leunstoel vastgeklampt. Ze had alleen haar knielaarzen aangehouden.

“Ik ken de mensen van Plus! nogal goed, mijnheer Droste,” zei David.

Hij probeerde de prachtige billen van Iris uit zijn hoofd te krijgen en zich te concentreren op het gesprek.

“Het zijn vakmensen, goedkoop effectbejag is niets voor hen.”

Dat Ivo’s aandeelhouders ondertussen een kwart van de zendtijd hadden gereserveerd voor erotische programma’s en de cruisedocumentaire doodleuk Het leven zoals het was gingen noemen, vond David niet meteen gepast om nu aan Droste te vertellen. De bonus die hij kreeg voor het binnenhalen van de tv-ploeg was meer dan welkom en het vooruitzicht om een week met Iris op een cruise naar Sint-Petersburg door te brengen, deed zijn tenen krullen van vreugde.

Drostes telefoon rinkelde.

Micbael? Oh hello, Michael!” riep Droste. “Just one moment, please.”

“Klant van daarstraks, de grote baas,” bromde Droste. “Ik loop even naar mijn werkkamer.”

Iris nam een slokje wijn. Ze keek lief.

“Zit niet zo te glunderen,” fluisterde ze, “je ogen verraden je…”

“Ik ben helemaal ondersteboven,” hakkelde David. “Ik kan het nog steeds niet geloven.”

“Ik heb nog iets voor jou. Een relatiegeschenk.”

David zag hoe haar beide handen onder tafel gingen terwijl ze zich even van haar stoel oprichtte. Een ogenblik later lag haar slipje naast zijn bord.

“Voor de koude nachten. De weerman heeft guur weer voorspeld.”

David had net de tijd om het stukje textiel in zijn broekzak te stoppen toen Leo Droste met veel misbaar uit zijn bureau kwam.

“Altijd wat, die klanten,” zuchtte hij. “Nu moeten ze weer een karaoke-installatie aan boord hebben. Zodat de baas ‘s-avonds ladderzat My Way kan verkrachten. Waar waren we?”

“De tv-ploeg,” mompelde David. Het slipje brandde in zijn zak.

Right. Weet je, David, dat kan een interessante bedoening worden, die literaire cruise naar Sint-Petersburg. Als ik niet zo vast zat met mijn werk, zou ik eraan denken om zelf mee te varen.”

“O, das niks voor jou, lieverd,” zei Iris. “Ik zal wel meegaan. Ik heb altijd al de Hermitage willen zien.”