Deze roman is een roman. Maar ook een kroniek en een reportage. De personages hebben allemaal bestaan en bijna altijd heb ik hun echte namen gebruikt. De schrijver heeft hun een leven, gebaren en woorden gegeven die samenvatten of symboliseren wat de journalist vaststelde tijdens zijn ontmoetingen met hen. Ik ben zo vrij geweest ze soms een beetje te veranderen om hun hoedanigheid van vermoorde mannen en vrouwen beter uit te laten komen. De organisatoren en verantwoordelijken van de genocide hebben in dit boek hun ware identiteit behouden. Bepaalde gewelddadige of wrede scènes zullen door sommige lezers worden toegeschreven aan een overactieve fantasie. Ze zitten er volkomen naast. Voor bewijzen verwijs ik naar de zevenhonderd bladzijden aan getuigenissen die door de organisatie African Rights zijn verzameld en in het Engels zijn verschenen onder de titel Rwanda: Death, Despair and Defiance (African Rights, Londen 1995).
G.C.