Voorproefje Bouquet 3200
Hiermee komt helaas een einde aan deze prachtige liefdesgeschiedenis. Maar er ligt alweer een nieuwe serie voor u klaar: HET BALFOUR FORTUIN. Een meeslepende achtdelige serieroman over de familie Balfour. Ze zijn rijk, stijlvol en onverschrokken, maar worden geconfronteerd met een schandaal. De patriarch van de familie, Oscar Balfour, aarzelt geen moment en neemt harde maatregelen: het is afgelopen met het luxeleventje van zijn dochters en ze moeten leren om op eigen benen te staan. De Balfour-dochters zijn geschokt, maar besluiten de uitdaging aan te gaan…
Het eerste deel, De regels van het spel, (Bouquet 3200) is geschreven door topauteur Michelle Reid. Hieronder vindt u alvast een voorproefje…
Proloog
Mia stond stil tussen twee grote pilaren waarop een stel woeste gouden griffoenen klaar leken te staan om zich op hun prooi te storten. Er liep een rillinkje over haar gespannen rug, en ze moest haar blik afwenden van hun waakzame aanwezigheid om niet de moed te verliezen.
Ze herkende de twee angstaanjagende figuren van het familiewapen van de Balfours dat ze op hun website had gezien, samen met het familiemotto Validus, Superbus quod Fidelis. Machtig, trots en loyaal.
‘Dio,’ fluisterde ze, zo geïntimideerd door de pracht en praal van de statige ingang, dat ze nog zenuwachtiger werd dan ze al was.
Achter haar stierf het geluid van de taxi waarmee ze was gekomen langzaam weg, en ze bleef alleen achter in het zwakke februarizonnetje dat door de kale takken van de overhangende bomen scheen.
Het was vreemd te bedenken dat ze nog maar een week geleden bij haar tante op het platteland van Toscane had gewoond, zich totaal niet bewust van het bestaan van de rijke, aantrekkelijke Engelse familie Balfour – en al helemaal niet van de mogelijkheid dat ze banden met hun roemrijke naam zou kunnen hebben.
Ze zou zich nog steeds niet bewust zijn geweest van hun bestaan als die kille, afstandelijke persoon die voor haar moeder moest doorgaan haar verzoek om haar te mogen bezoeken niet genegeerd had, hetgeen Tia Giulia had doen besluiten dat het tijd was om een geheim te onthullen dat ze twintig lange jaren voor zich had gehouden.
En nu stond ze op het punt om Oscar Balfour te ontmoeten, het trotse hoofd van het huis van Balfour. Machtig zakenman en miljardair. Echtgenoot van drie zeer verschillende vrouwen en vader van maar liefst zeven mooie dochters.
Acht, corrigeerde Mia, en ze kreeg er een raar gevoel van in haar maag. Zou een man die al gezegend was met zeven dochters er eentje bij willen? Ze was helemaal hiernaartoe gereisd om hem dat te vragen. Ze moest Oscar Balfour zien en zijn reactie op haar bestaan vis-à-vis incasseren. Als hij weigerde haar te erkennen, zou ze tenslotte niets meer verliezen dan nog een stukje van haar hart. De kille afwijzing van haar moeder had er al een groot stuk uit gerukt, dus zijn afwijzing kon nooit erger zijn. En er was natuurlijk altijd nog een kans dat hij bereid was haar te verwelkomen.
Op haar trillende lip bijtend, bukte Mia zich om het handvat van haar koffer vast te pakken. Ze rechtte haar rug en kantelde de koffer op zijn wieltjes. Haar hart sloeg over en ze had het benauwd. Toen ze een stap zette en haar gewicht op haar voorste voet bracht, schoten er speldenprikjes van spanning langs haar been omhoog naar haar ruggengraat. Even voelde ze zich duizelig en moest ze haar ogen sluiten.
Toen ze ze weer opende, merkte ze dat ze naar een lange oprijlaan keek die aan weerszijden geflankeerd werd door een rij oude bomen. Doordat het terrein dat voor haar lag iets daalde, was het huis niet zichtbaar, maar ze wist dat het daar stond, in de privacy van zijn eigen afgelegen vallei, want dat had ze op de website gezien.
Nu hoefde ze alleen nog maar tussen die twee rijen bomen door ernaartoe te lopen, hield ze zich voor. Toen ze zich weer in beweging zette, merkte ze dat ze vanbinnen bibberde van angst, maar het tegelijkertijd spannend vond.
Nikos Theakis was geen man die zich door zijn gevoelens liet meeslepen. Sterker nog, hij was er trots op dat hij de meeste facetten van zijn leven koel en zakelijk benaderde. Toen hij die ochtend echter wegreed van zijn ontbijtafspraak met Oscar, was er niets kalms of zakelijks aan hem.
Hij verkeerde in een shock, evenals de gehele familie Balfour. De enige die er redelijk mee leek om te kunnen gaan, was Lillian Balfour zelf. Een zachte vloek ontsnapte hem toen hij Oscars mooie vrouw voor zich zag, bleek en zwak maar dapper glimlachend toen ze voorgoed afscheid van hem nam.
Emotie schoot door zijn lichaam, en hij drukte hard op het gaspedaal alsof de woedende uitbarsting van snelheid het onbekende gevoel zou wegnemen. De snelle auto schoot vooruit, omhoog de vallei uit, en bracht hem onder de kale takken van de bomen die de weg naar de uitgang van het landgoed flankeerden.
Hij lette echter niet op. Dat wist hij zodra hij haar daar zag staan, midden op de weg. Enkele beangstigende seconden lang was hij er zo van overtuigd dat hij een in het zwart geklede spookverschijning zag, dat hij vergat te remmen.
Zoiets had hij nog nooit meegemaakt. In die paar verbijsterende seconden die hij nodig had om weer bij zijn verstand te komen, had zijn geschokte blik haar hele verrukkelijke verschijning opgenomen. Van haar glanzende zwarte haar dat haar fraaie hartvormige gezicht omlijste, tot de weelderige vormen van haar lichaam. Ze droeg een aangemeten jasje en een rok die elke golvende lijn van haar heupen, lange slanke bovenbenen en welgevormde kuiten volgde. En ze droeg laarzen, viel hem om de een of andere vreemde reden op. Zwarte leren enkellaarsjes met levensgevaarlijke naaldhakken.
Toen drong met een schok de realiteit tot hem door, en vloekend stampte hij hard op de rem.
Mia stond als aan de grond genageld toen het zilveren monster op haar af kwam stuiven en vervolgens met een oorverdovend gegier en de stank van verbrand rubber op twee centimeter van haar schenen tot stilstand kwam.
De motor siste, de zilveren motorkap sidderde… en toen was het weer doodstil.
Nikos schoof naar achteren in zijn stoel en staarde haar aan, terwijl zijn hart in zijn keel klopte en zijn vingers het stuur omklemd hielden. Hij had niet gedacht dat hij op tijd zou kunnen stoppen. Hij was er zelfs niet zeker van dat hij op tijd gestopt wás. Verdoofd bleef hij zitten, wachtend tot zij iets zou doen. Zou ze naar achteren stappen zodat hij kon zien dat hij haar niet geraakt had, of zou ze in elkaar zakken?
Theos, wat is ze mooi, deelde zijn verdoofde brein hem mee.
Hij rukte het portier open en stapte uit de auto. ‘Kunt u niet uitkijken?’ riep hij woedend uit. ‘Bent u soms levensmoe? Waarom ging u in hemelsnaam niet opzij?’
Mia had al haar krachten nodig om adem te halen. Uiteindelijk slaagde ze erin haar blik van de auto af te wenden en op hem te richten. Het kwam als een tweede schok toen ze zag dat ze naar de mooiste man staarde die ze ooit had gezien.
Als een ten strijde trekkende gladiator kwam hij op haar af. Alleen had deze gladiator een zwarte overjas om zijn indrukwekkend brede schouders hangen, waaronder hij een elegant driedelig staalgrijs kostuum droeg. Zijn overhemd was wit, zijn stropdas leek een zijden rookpluim.
Aan de zijkant van de auto aangekomen, wierp hij een blik omlaag om te zien hoe dicht hij bij haar benen was gekomen. Er kwam een vuur in zijn ogen toen hij haar plotseling bij haar middel pakte en van de grond tilde. Hij ging zo op in waar hij mee bezig was, dat hij niet hoorde dat haar adem stokte of dat haar koffer met een doffe plof op de grond viel. ‘Hebt u zich bezeerd?’ vroeg hij schor. ‘Zeg in hemelsnaam iets.’
Als een marionet die door middel van verborgen touwtjes werd bewogen, knikte Mia schokkerig met haar hoofd. ‘U… U had me bijna doodgereden,’ fluisterde ze.