Hoofdstuk 12
Tegen zonsopgang werd ze wakker. Ze bleef even liggen om naar zijn slapende gezicht te kijken, waarna ze zich voorzichtig uit bed liet glijden. Ze wilde hem niet storen. Na zo’n inspannende nacht had hij zijn rust dubbel en dwars verdiend.
Maar, dacht ze, terwijl ze haar nachthemd van de vloer opraapte, Pilar had net zo goed recht op haar illusies. Dus wat was erop tegen om te doen alsof ze de hele nacht in haar eigen bed had geslapen?
Terug in haar kamer wierp ze haar nachthemd op haar koffer en kroop weer in bed. Het regende niet meer, en door de blinden sloop een grauw daglicht naar binnen. Ergens in de tuin zong een vogel. Weer iets waar ze met heimwee aan terug zou denken… Ze draaide zich om en verborg haar gezicht in haar kussen.
Het was niet haar bedoeling geweest om weer in slaap te vallen, maar toen ze haar ogen opsloeg stond de zon al hoog aan de hemel. Een blik op haar polshorloge bevestigde dat de ochtend al voor de helft voorbij was.
Ze stommelde haastig uit bed en verdween de badkamer in. Waarom hadden ze haar niet even gewekt, vroeg ze zich onder het douchen af. Ze meende zich vaag te herinneren dat iemand haar over haar hoofd aaide, maar voor hetzelfde geld had ze het gedroomd.
Ze kleedde zich snel aan, zette haar bagage klaar en ging naar beneden. Ze stond net in de hal, toen Pilar de zitkamer uit kwam. De huishoudster begroette haar warempel met iets wat op een glimlach leek.
‘Buenas dias, señorita. U wilt vast ontbijten?’
‘Nou, als dat nog kan,’ antwoordde ze bescheiden. ‘Het spijt me dat ik zo laat ben opgestaan.’
De huishoudster haalde haar schouders op. ‘No importa. Señor Penvarnon had gezegd dat ik u niet mocht wekken.’
De tafel op het terras aan de achterkant was gedekt voor één persoon. Nadat Pilar een pot koffie, een mandje met warme broodjes, een schaaltje met honing en een met een salade van verse vruchten op tafel had gezet, verdween ze weer naar de keuken om even later terug te keren met een grote omelet gevuld met bacon, tomaten, paprika, aardappelen en kaas.
‘Allemachtig,’ mompelde Rhianna enigszins ontzet. ‘Dat is toch niet allemaal voor mij?’
‘Por supuesto,’ antwoordde Pilar gedecideerd. ‘Jawel, hoor.’
‘Heeft Señor Penvarnon dan al ontbeten?’ vroeg Rhianna, terwijl ze een kopje koffie voor zichzelf inschonk.
‘O, al uren geleden.’ Pilar keek haar een beetje verbaasd aan. ‘Toen is hij aan het werk gegaan. Achter de computer, aan de telefoon. Hij had veel te doen. Nu is hij naar Puerta Caravejo, naar de boot.’
‘O.’ Rhianna probeerde zich te herinneren hoelang ze erover gedaan hadden om van Puerto Caravejo naar huis te komen. ‘Hoe ver rijden is dat, weet je dat? Ik moet vanmiddag naar het vliegveld.’
‘Maak je geen zorgen. Hij heeft gezegd dat hij op tijd terug zou zijn. Echt, hij komt heus wel.’ Pilar schonk haar nogmaals een glimlach, waarna ze zich terugtrok.
Rhianna viel aan op haar omelet. Tot haar verbazing at ze hem achter elkaar op en bovendien verorberde ze daarna nog twee broodjes met honing. Misschien wel zo verstandig ook, dacht ze, want waarschijnlijk zou ze pas in Londen weer de gelegenheid krijgen om iets te eten.
Ze was op haar kamer toen ze een auto hoorde aankomen. Dat zal Diaz zijn, dacht ze. Ze pakte haar bagage op, wierp nog een laatste blik door de kamer om zich ervan te vergewissen dat ze niets vergeten had, en verliet de kamer.
Ze zou hem met een glimlach begroeten, bedacht ze, terwijl ze trap af liep. Hij mocht vooral niet merken hoezeer het afscheid haar aan het hart ging.
Plotseling werd ze opgeschrikt door een verblindende flits. Knipperend met haar ogen bleef ze staan. Het duurde even voordat ze de twee mannen kon onderscheiden, die haar beneden stonden op te wachten. Een van hen liet net zijn camera zakken; de andere was Jason Tully, de verslaggever van The Duchy Herald.
‘Hallo, Rhianna,’ zei hij met een triomfantelijk lachje. ‘Ik wist dat we elkaar nog wel eens tegen zouden komen.’ Hij wierp een blik op haar bagage. ‘Ga je ergens heen?’
‘Ja. Ik ga terug naar Engeland.’ Ze vervolgde haar weg zonder een spier te vertrekken en zette kalm haar bagage onderaan de trap neer. In werkelijkheid was ze helemaal niet zo kalm. Haar hart ging als een razende tekeer.
‘Maar dan toch niet terug naar Cornwall, neem ik aan? Want daar ben je niet langer welkom, maar waarschijnlijk weet je dat inmiddels al.’ Hij bestudeerde haar gezicht. ‘Je hebt mijn artikel in de Sunday Echo toch wel gelezen? Niet?’ Hij haalde een opgevouwen exemplaar uit zijn zak en gaf het haar. ‘Alsjeblieft. Ga er maar even bij zitten.’
Iets in zijn stem zei dat ze zijn raad maar beter kon opvolgen, en ze ging op de trap zitten. Zodra ze de krant openvouwde, sprong de kop haar in het oog:
CASTLE PRIDE ACTRICE VERIJDELT HUWELIJK. ‘HIJ IS VAN MIJ,’ ALDUS EEN HUILENDE DONNA WINSTON
‘O, nee…’ fluisterde Rhianna voor zich heen. Het zal toch niet waar zijn? Ze bladerde door naar pagina drie, die volledig in beslag genomen werd door het bewuste artikel:
De bruiloftsgasten die zich hadden verzameld in het kleine, pittoreske kerkje van Polkernick wisten niet wat hen overkwam toen Donna Winston, een rijzende ster in de succesvolle televisieserie Castle Pride, de huwelijksceremonie stillegde met de woorden: ‘Ik ben zwanger van de bruidegom!’
De tweeëntwintigjarige Donna choqueerde de aanwezigen door te verklaren dat ze sinds drie maanden een verhouding had met Simon Rawlins, de man die op het punt stond in het huwelijk te treden met zijn jeugdliefde, Caroline Seymour. Bovendien voegde ze eraan toe dat ze in verwachting van hem was.
Jammerend wierp ze zich in de armen van de één meter tachtig lange, blonde bruidegom, die bij het altaar stond in afwachting van de binnenkomst van zijn aanstaande. ‘Je bent de vader van mijn kind, Simon,’ riep ze. ‘Je hoort bij mij. Ik laat je niet gaan!’
Onder het oog van de ontstelde bruiloftsgasten werd de krijsende jonge vrouw haastig de kerk uit gewerkt. ‘Simons leven is één grote leugen,’ verklaarde ze buiten in de zon. ‘Dat moet nu maar eens afgelopen zijn. Hij mag zijn verantwoordelijkheden niet langer uit de weg gaan.’
Ze had Simon leren kennen via haar vroegere huisgenote, Rhianna Carlow, vertelde ze verder, in wier appartement aan Walburgh Square ze elkaar in het geheim ontmoetten.
‘Rhianna wist heel goed wat er aan de hand was,’ verklaarde Donna. ‘Terwijl ze nota bene de beste vriendin van de bruid is. Maar ik vermoed dat ze last kreeg van haar geweten. Ze probeerde me namelijk over te halen om het kind weg te laten halen. Daar wilde ik niets van weten natuurlijk, want ik weet dat Simon van me houdt. Dat bewijst deze baby wel.’
Binnen kondigde ds. Alan Braithwaite, de dominee van Polkernick, intussen aan dat zowel de ceremonie als de receptie, waar tweehonderd gasten werden verwacht, voor onbepaalde tijd waren uitgesteld.
Terwijl vrienden en familie van het paar zwaar aangeslagen de kerk verlieten, glipten de bruidegom en zijn getuige door een zijdeur naar buiten en weigerden verder ieder commentaar.
Ook Rhianna Carlow – beter bekend als de immorele intrigante Lady Ariadne uit Castle Pride – die haar flat ter beschikking zou hebben gesteld aan het liefdespaar, was helaas niet beschikbaar voor commentaar.
Volgens getuigen was ze wel aanwezig op de avond voor de bruiloft, maar ze schijnt het feest voortijdig te hebben verlaten, samen met Diaz Penvarnon, de knappe multimiljonair die zijn landhuis ter beschikking had gesteld voor de geplande receptie.
Er gaan geruchten dat het paar de bruiloft liet schieten voor een intiem samenzijn op zijn luxueuze jacht, waarmee ze vrijdagavond laat met onbekende bestemming uit de haven van Polkernick vertrokken.
Caroline Seymour, de drieëntwintigjarige bedrogen bruid, wordt intussen liefdevol opgevangen door haar familie, die naar aanleiding van de recente gebeurtenissen alle contact met de buitenwereld heeft verbroken.
Rhianna haalde diep adem en keek Jason Tully onbewogen aan. ‘Zo onbekend was de bestemming kennelijk niet,’ zei ze, met een vinger op de krant tikkend. ‘U hebt goed uw best gedaan, Mr. Tully. Uw kostje is gekocht, dus wat doet u hier nog?’
‘Er zijn nog wat dingetjes, die wat nadere uitleg behoeven. Geen moeite is me te veel, als het maar geld in het laatje brengt.’ Hij wierp een blik om zich heen. ‘Best een aardig optrekje. Waar is de heer des huizes? Die ligt nog bij te komen van het Ariadne-effect zeker?’ vroeg hij met een veelbetekenende grijns. ‘Was de passie niet van blijvende aard? Of leek het hem bij nader inzien toch niet zo kies om Grace Trewints dochter als minnares te hebben?’
Hij lachte. ‘O, ja,’ zei hij, toen hij Rhianna zag schrikken. ‘Toen de mensen lazen wat jij Miss Seymour had aangedaan, waren ze meer dan bereid om me te vertellen dat ze vroeger al eens zo’n schandaal hadden meegemaakt. Je bleek een slechte naam te hebben in Polkernick – een onverwachte meevaller voor mij natuurlijk. Ik neem aan dat de eertijds versmade vrouw net over de grens woont,’ ging hij verder. ‘Ik vraag me af hoe ze zal reageren als ze hoort dat zoonlief het voorbeeld van zijn vader volgt. Waarschijnlijk zal ze niet zo blij zijn. Misschien moet ik het haar maar eens gaan vragen.’
Rhianna haalde haar schouders op. ‘Je zult bot vangen, dat kan ik je op een briefje geven. Maar waarom zou je haar lastigvallen als ik je alles kan vertellen wat je wilt weten?’
Ze stond op, fatsoeneerde haar jurk en keek hem glimlachend aan. ‘Je had helemaal gelijk, het was een bevlieging,’ teemde ze. ‘Zoiets gebeurt wel eens wanneer je allebei een slok op hebt. Ik wierp me in zijn armen en hij ving me op. Het leek op dat moment een goed idee, maar algauw bleek dat dat niet zo was. Dus nu heb ik hier niets meer te zoeken.’ Ze schonk hem weer een glimlach. ‘Je moet straks toch niet toevallig naar het vliegveld, hè? Want dan zou ik graag met je meerijden als dat kan.’
Jason Tully begreep er niets van. ‘Jullie zijn dus niet van plan om elkaar nog te zien?’
‘O hemel, nee,’ antwoordde ze. ‘Over één ding waren we het hartgrondig eens: dit was eens, maar nooit weer.’
‘Juist ja,’ mompelde hij langzaam. ‘En heb je al bedacht wat je tegen Caroline Seymour gaat zeggen, wanneer je haar weer ziet?’
Hoe was het mogelijk dat ze hier gewoon iemand te woord kon staan, terwijl ze vanbinnen kapotging en het liefst als een hoopje ellende in elkaar zou willen zakken?
Ze haalde haar schouders op. ‘Ik heb geen idee, maar ik zal vast wel iets bedenken.’
‘Er gaan geruchten dat je contract na afloop van de volgende serie van Castle Pride zal worden opgezegd. Wat vind je daarvan?’
Die vraag kwam totaal onverwacht. Ze kromp inwendig ineen, maar zei met een stalen gezicht: ‘Tja, aan alles komt een einde, hè? Ook aan de goede dingen.’ Ze zette zich al schrap voor de volgende pijnlijke vraag, maar op dat moment stormde Pilar schreeuwend en vervaarlijk zwaaiend met een bezem op Tully en zijn collega af.
‘Hé!’ riep hij, toen hij de borstelige kant van de bezem in zijn gezicht geduwd kreeg. Hij richtte zich tot Rhianna. ‘Zeg eens tegen haar dat ze zich schuldig maakt aan geweldpleging. Als ze niet onmiddellijk ophoudt, haal ik de politie erbij.’
‘Ik denk dat zij dan zal zeggen dat dit privéterrein is en dat jullie je onwederrechtelijk toegang hebben verschaft,’ antwoordde ze droogjes. ‘Verder wil ik je er even op wijzen dat je hier in haar land bent, en dat haar baas in deze omgeving veel aanzien geniet. Reken er dus maar niet op dat de politie je gelijk zal geven. Als ik jou was, zou ik er maar gauw vandoor gaan.’
Tegen alle verwachtingen in volgden ze haar raad op. Onder luid gemopper verlieten ze het huis en even later reden ze weg.
Rhianna liet zich op de trap zakken en verborg haar gezicht in haar handen. Het duurde even voordat het tot haar doordrong dat Pilar een hand op haar schouder had gelegd en haar tot kalmte maande.
‘Pilar,’ bracht ze met moeite uit. ‘Ik moet hier onmiddellijk weg. Ik moet terug naar Engeland, liefst zo snel mogelijk. Misschien is er nog plaats op een eerdere vlucht. Kun je Felipe vragen of hij me naar Oviedo wil brengen?’
‘Felipe kan vertrekken,’ reageerde de huishoudster ijzig. ‘Hij heeft die mannen toegelaten – voor geld. Hij heeft de familie te schande gemaakt.’ Ze keek Rhianna ernstig aan. ‘Wacht maar liever op Señor Penvarnon.’
‘Nee!’ Rhianna greep haar hand. ‘Dat wil ik niet.’ Ik kan hem niet meer onder ogen komen na de uitspraken die ik daarnet heb gedaan. ‘Het kan me niet schelen wat Felipe heeft gedaan,’ zei ze. ‘Hij moet me nu naar het vliegveld brengen. Alsjeblieft, Pilar. Wil je dat even aan hem vragen, por favor.’
Het bleef even stil. Toen knikte de huishoudster.
‘Ay de mi,’ mompelde ze, haar handen ten hemel heffend. ‘Wat moet ik straks tegen señor Penvarnon zeggen? Ik moet hem ook al vertellen dat er vreemde mannen in zijn huis zijn geweest.’
Rhianna gaf haar de verkreukelde krant. ‘Geef hem deze krant maar,’ zei ze. ‘Dan begrijpt hij alles. Wil je dan nu Felipe voor me gaan halen, alsjeblieft? Ik moet echt weg.’
‘Dat meen je niet.’ Daisy staarde Rhianna met open mond aan. ‘Je stapt toch niet uit Castle Pride vanwege deze onzin? Maar lieve schat, dat meen je toch niet?’
‘Ja,’ antwoordde Rhianna rustig. ‘Ik meen het serieus. Ik besefte opeens dat ik er niet langer aan kan meewerken.’ Ze schoof Daisy de roddelkrant toe, die ze bij zich had. ‘Dit heeft de doorslag gegeven.’
Ze wees naar een grote foto van Diaz, die allesbehalve vriendelijk in de camera keek, en naar de kop die boven de foto stond: HIJ SLIEP MET ARIADNE EN OVERLEEFDE HET! DRONKEN MILJONAIR LAAT ZICH VERLEIDEN TOT STOEIPARTIJ!
Ze schudde meewarig haar hoofd. ‘Dit is zo smerig, zo vals ook,’ zei ze. ‘Dit moet vreselijk zijn voor Diaz, die zoveel waarde aan zijn privacy hecht. Tot overmaat van ramp grijpen ze nu ook terug op het feit dat mijn moeder een verhouding met zijn vader heeft gehad.’
Ze glimlachte geforceerd. ‘Mijn poging om die lui maar iets op de mouw te spelden heeft een averechtse uitwerking gehad,’ verzuchtte ze. ‘Ik heb het er alleen maar erger op gemaakt, voor iedereen, ook voor mezelf. Ik word er ook zwaar voor gestraft. Diaz zal nu mijn bloed wel kunnen drinken.’
Daisy schonk nog wat koffie in. ‘Doet dat dan nog ter zake?’ vroeg ze droogjes. ‘Je had toch al besloten dat je hem nooit meer wilde zien? Ik vind trouwens dat je je niet verantwoordelijk moet voelen voor iets wat gebeurd is lang voordat jij werd geboren.’ Ze keek haar vriendin aan. ‘Bovendien heb jij Diaz Penvarnon niet meegelokt naar je jacht om vervolgens het ruime sop te kiezen. Dat plan is aan zijn brein ontsproten. Dat het nu allemaal verkeerd uitpakt, heeft hij alleen aan zichzelf te wijten. Ik vind dan ook niet dat je daarvoor je carrière op het spel moet zetten.’ Ze nam een slokje koffie. ‘Hoe reageerde je agent op deze toestand?’
Rhianna beet op haar onderlip. ‘Dat wil je niet weten.’
‘Ik denk dat ik me er wel iets bij kan voorstellen,’ mompelde Daisy. ‘En de productiemaatschappij?’
‘Daar heb ik nog geen reactie van ontvangen, maar ik heb zo’n idee dat zij er niet echt van wakker zullen liggen. Niet dat het me wat uitmaakt.’ Ze leunde naar voren. ‘Maar begrijp het dan toch, Daisy. Als mensen mij zien, zien ze Lady Ariadne, dat afgrijselijke mens. Ze is werkelijkheid geworden, en ik besta gewoon niet meer. Ik kan er niet meer tegen. Toen ik die rol aannam, had ik er plezier in, maar dat is nu ver te zoeken. Ik wil het niet meer, ik wil van haar af.’
Ik wil ook voor niemand meer uit de kleren, behalve voor de man van wie ik houd, dacht ze.
‘Neem nu geen overhaaste beslissing.’ Daisy legde een hand op haar arm. ‘Zo zal het niet altijd zijn. Dit gaat voorbij. Over een tijdje is iedereen dit gedoe met Donna Winston vergeten.’
‘O ja? Maar ik niet, hoor,’ zei Rhianna bitter. ‘En ik zal de enige niet zijn, want reken maar dat ze nu in iedere talkshow verschijnt om haar zielige verhaal te doen en mij zwart te maken.’
‘Terwijl de ware boosdoener de dans intussen ontspringt,’ merkte Daisy spottend op. ‘Ik heb ergens gelezen dat hij naar Zuid-Afrika gevlucht is. Nu ja, opgeruimd staat netjes, moet je maar denken.’ Ze aarzelde even. ‘Heb je trouwens al contact gehad met je vriendin in Cornwall?’
‘Nee,’ mompelde Rhianna terneergeslagen. ‘Ik heb al een paar keer gebeld, maar ik krijg haar niet aan de lijn.’ Ze staarde in haar koffie. ‘De laatste keer nam haar moeder op. Die schold me meteen de huid vol.’
‘Ja, vind je het gek? Je hebt zelf een keer gezegd dat ze altijd al een hekel aan je had. Ze moet toch iemand de schuld geven?’
‘Zij en een miljoen andere mensen,’ murmelde Rhianna somber. ‘Ik voel me als iemand die zich niet in het openbaar kan vertonen, omdat hij anders het risico loopt gestenigd te worden. Ik ben vanochtend hierheen gekomen met een pruik en een zonnebril op, omdat ik niet in de metro herkend wilde worden. Ik ben dolblij dat ik bij de Jessops terecht kon, want voor mijn huis staat het zwart van de verslaggevers. Maar ja, ik kan daar toch niet eeuwig blijven.’
Ze slaakte een diepe zucht. ‘Ik wou dat ik me ergens kon verstoppen waar niemand me kon vinden.’
‘Ik vind het best, mits je belooft om over zes maanden weer tevoorschijn te komen,’ zei Daisy lachend. ‘Want dan word je peetmoeder.’
‘Wat? Word ik peetmoeder?’ Rhianna schoot rechtop in haar stoel en vergat op slag haar zorgen. ‘Daisy… Is het echt waar? O, lieve schat, wat heerlijk voor jullie! Is dat waarom Rob…’ Ze aarzelde.
‘…in paniek de benen nam?’ vulde Daisy aan. ‘Inderdaad. Mijn geliefde teerbeminde kreeg opeens last van allerlei vreselijke visioenen waarin hij zonder werk zat, terwijl hij een vrouw en een kind moest onderhouden. Hij vluchtte naar zijn ouders in Norfolk, waar hij de waanzin van zijn actie inzag. Vervolgens wist hij niet hoe gauw hij terug moest komen.’
Ze grinnikte. ‘Van de rol van koene ridder met zijn gade is hij afgestapt. Nu ziet hij zichzelf als toekomstige patriarch die zijn tijd met zijn familie, plus hun golden retriever, in de tuin van hun huis op het platteland doorbrengt.’
Het bleef heel even stil. Toen barstte Rhianna in lachen uit. Toen Daisy van de weeromstuit ook moest lachen, kwamen ze niet meer bij.
‘Wat is het toch een schat,’ zei Rhianna, de tranen uit haar ogen wissen. ‘Onverbeterlijk is die man van je.’
Ze moest er nog een beetje om grinniken, toen ze niet lang daarna terugkeerde naar het huis van de Jessops.
Thuisgekomen werd ze in de hal onderschept door Mrs. Jessop.
‘Er is bezoek voor je, meisje,’ zei de oudere vrouw ietwat beschroomd. ‘Een dame. In de zitkamer.’
Carrie, was het eerste wat Rhianna dacht. O, laat het alsjeblieft Carrie zijn. Ze ging de zitkamer binnen.
Het was Carrie niet, maar een rijzige vrouw met grijsblonde haren. Ze droeg een smetteloze grijze broek en een grijze zijden blouse met een koraalrood linnen jasje, dat losjes om haar schouders hing.
Toen de vrouw die voor het raam stond zich omdraaide, schrok Rhianna. Ze dacht heel even dat ze Moira Seymour voor zich had en verwachtte de wind van voren te krijgen. Maar de vrouw glimlachte.
‘Zo.’ Ze had een zachte, heldere stem. ‘Grace’ dochter. Eindelijk ontmoeten we elkaar dan.’
O, hemel, dacht Rhianna, terwijl de paniek toesloeg. Ze herkende het gezicht van het portret. Dit was de moeder van Diaz.
‘Mrs. Penvarnon, is het niet?’ vroeg ze aarzelend. ‘Wat onverwacht. Wat heeft u ertoe gebracht om me op te komen zoeken? En hoe wist u dat ik op dit adres zou zijn? Ik begrijp hier helemaal niets van.’
‘Eerlijk gezegd heb ik steeds gehoopt dat er nooit een moment zou komen waarop ik zou moeten uitleggen wat er vroeger gebeurd is,’ zei de oudere vrouw. ‘Maar toen Diaz me de foto’s stuurde die hij in je kamer had aangetroffen, eiste hij een verklaring. Ik realiseerde me terstond dat ik geen keus had.’
‘Foto’s?’ Rhianna staarde haar ietwat verwezen aan. Ze was al in Londen toen ze besefte dat ze ze kwijt was. Ze herinnerde zich vlak voor haar vertrek de kamer nog even te hebben rondgekeken om zeker te weten dat ze alles had. Als de foto’s nog op het nachtkastje hadden gelegen, waar ze ze de vorige avond had neergelegd, zou ze zeker hebben gezien…
‘Had Diaz die foto’s?’ vroeg ze. ‘Maar waarom heeft hij ze u toegestuurd? Het zijn toch voornamelijk foto’s van zijn vader?’
‘Er waren inderdaad heel wat foto’s van zijn vader bij,’ gaf ze toe. ‘Maar er waren ook een aantal foto’s van, eh… andere mensen.’
‘Ja, dat klopt.’ Rhianna begreep er nog steeds niets van. ‘Er waren foto’s bij van Mrs. Seymour alleen, een paar van haar met haar man. Maar ik begrijp niet –’
‘Nee,’ zei de oudere vrouw zacht. ‘Niet Moira met haar man, maar ik. Samen met mijn minnaar.’
Rhianna wist niet hoe ze het had. ‘Bent u dat?’ vroeg ze stomverbaasd. ‘U was degene die een buitenechtelijke verhouding had?’
‘Ja.’ Ze keek Rhianna recht in de ogen. ‘Ik had een verhouding met mijn zwager, Francis Seymour. Toen ik ziek werd, zijn hij en Moira op Penvarnon komen wonen om me gezelschap te houden en het huishouden te bestieren wanneer Ben van huis was. In het begin kwam Francis ’s avonds een uurtje bij me zitten. Dan las hij wat voor, of we luisterden samen naar de radio. Gaandeweg veranderde onze relatie.’
Ze wendde haar blik even af en keek Rhianna vervolgens weer aan. ‘Het was niet zomaar iets,’ hernam ze. ‘We hadden allebei een ongelukkig huwelijk en vonden in elkaar een zielsverwant. Niet dat dat een geldig excuus is voor de schade die we daarmee aanrichtten.’
‘Maar u zat in een rolstoel,’ zei Rhianna.
‘Dat klopt,’ zei Esther Penvarnon. ‘Ik heb hem ook een tijdje echt nodig gehad, maar veel korter dan ik deed voorkomen. Ik had zo mijn redenen om iedereen in de waan te laten dat ik hulpeloos was.’ Ze zweeg een ogenblik. ‘Kunnen we er misschien even bij gaan zitten? Wat ik nu ga vertellen is niet zo gemakkelijk voor me.’
Rhianna haalde diep adem. ‘Dat lijkt me een goed idee.’
Esther Penvarnon nam plaats op een van de fauteuils naast de open haard. Rhianna ging tegenover haar zitten.
‘Om te beginnen,’ vervolgde Mrs. Penvarnon, ‘heeft mijn echtgenoot me niet verlaten omdat hij een buitenechtelijke relatie had met jouw moeder. Grace Trewint was zijn inwonende huishoudster in Londen, en daarnaast een goede vriendin aan wie hij in die moeilijke periode heel veel heeft gehad. Dat schreef Ben in een brief die ik kort voor zijn dood ontving, en ik heb geen enkele reden om dat niet te geloven. Hij besloot Cornwall en het huis waar hij zo aan gehecht was te verlaten, nadat hij foto’s onder ogen had gekregen – die overigens veel explicieter waren dan de foto’s die Diaz heeft gezien. Foto’s die aantoonden dat ik hem ontrouw was. Hij was er kapot van.’
Ze zuchtte inwendig. ‘Jouw moeder werd ook niet ontslagen omdat ze iets verkeerds zou hebben gedaan. Ze stapte een paar weken daarvoor zelf op. Ze vermoedde wat er gaande was en wenste niet mee te werken aan het bedriegen van een goed mens. En Ben was een goed mens, Miss Carlow. Hij was ook een zeer vermogend man, en bovendien was hij knap en energiek. Vrouwen waren dan ook dol op hem. Hij was alleen niets voor mij.’
Ze ging verzitten. ‘Als kind stond ik altijd al in de schaduw van mijn zuster. Ik was de stille, de saaie van ons tweeën, en ik wist dan ook niet wat me overkwam toen Ben op mij viel en niet op mijn zuster. Ik voelde me zeer vereerd, maar ook wel een beetje overweldigd. Op de een of andere manier wist ik mezelf ervan te overtuigen dat ik dan ook maar van hem moest houden.’
Een tijdje bleef ze in gedachten verzonken voor zich uit staren. ‘Helaas had het huwelijksleven een ontnuchterende werking op me. Ik kwam erachter dat ik niets voor hem voelde. Ik begon op te zien tegen iedere vorm van lichamelijk contact, en uiteindelijk kon ik het niet meer verdragen.’
Rhianna slikte moeilijk. ‘Mrs. Penvarnon,’ zei ze aarzelend. ‘Ik geloof niet dat dit mij iets aangaat. Bovendien doet het niet meer ter zake.’
‘Je vergist je, meisje. Dit was namelijk waarom ik bleef doen alsof ik ziek was. Ik kon er mijn man mee op afstand houden. Ik bedroog deze lieve, deze door en door goede man die van me hield dus al lang voordat Francis en ik iets met elkaar kregen. Ik denk dat dat was wat hij me nooit heeft kunnen vergeven, het feit dat ik zo ver ging om maar niet aan mijn huwelijkse verplichtingen te hoeven voldoen.’
Ze streek haar broek glad. ‘Nadat hij vertrokken was, hebben wij, Moira, Francis en ik, nog een tijd lang gedaan of er niets aan de hand was. Moira was te zeer gehecht aan haar status als bewoner van het landhuis om een scheiding te overwegen, maar ik had het er moeilijk mee. Ik was toen eigenlijk het liefste weggegaan.’
‘Mag ik even wat vragen?’ vroeg Rhianna. ‘Wat heeft tante Kezia ertoe bewogen om die foto’s te maken? Deed ze dat soms omdat ze het, net als mijn moeder, niet in de haak vond wat er gebeurde?’
Esther Penvarnon glimlachte wrang. ‘Nee, Kezia Trewint had andere motieven. Ze was verliefd op Ben, ze was volkomen geobsedeerd. Het arme mens verkeerde in de waan dat hij haar dankbaar zou zijn voor de moeite die ze zich had getroost bij het verzamelen van bewijzen en droomde van een bepaalde beloning. Maar hij vertrok zonder haar mee te nemen. Toen ze hoorde dat Grace voor hem werkte, sloeg haar liefde om in wraak en ging ze over tot kwaadsprekerij. Het verhaal dat Ben en je moeder een verhouding hadden, is door haar de wereld in gestuurd.’
De oudere vrouw zuchtte weer. ‘En ik heb het zo gelaten,’ hernam ze. ‘Zelfs nadat Ben me die brief had geschreven, heb ik niets gedaan om het recht te zetten. Ik hield mezelf voor dat niemand er baat bij zou hebben. Moira en Francis hadden intussen nieuw leven in hun huwelijk geblazen en hadden zelfs een kind. Het leek me beter om maar geen slapende honden wakker te maken en bleef de rol van de bedrogen echtgenote spelen.’
Ze keek Rhianna aan. ‘Niemand van ons had kunnen bevroeden dat al dat oud zeer weer boven zou komen drijven door jou, Grace’ dubbelgangster. Ik heb ook nooit rekening gehouden met de mogelijkheid dat mijn zoon op een dag zijn hart aan je zou verliezen en me zou dwingen met de waarheid op tafel te komen en de naam van je moeder te zuiveren.’
Ze schraapte haar keel. ‘Dus ik ben naar je toe gekomen om vergiffenis te vragen. Als er toch iets goeds uit de ellende van het verleden kan voortkomen, dan is het wel dat nu het helingsproces eindelijk kan beginnen.’
Het bleef lange tijd stil. Toen zei Rhianna langzaam: ‘Misschien, maar het punt is dat ik nu nog steeds last heb van de gevolgen van de ellende uit het verleden.’ Ze stak haar kin vooruit. ‘Begrijp me goed, ik ben erg blij dat mijn geloof in mijn moeder gerechtvaardigd is gebleken, maar daar blijft het bij. Ik weet niet of u het begrijpt, Mrs. Penvarnon, maar dit verandert verder niets voor mij. Mijn leven ligt overhoop, het is één grote chaos. Ik ben ongewild betrokken geraakt bij een volstrekt onacceptabele situatie, waarover ik tegen niemand iets kon zeggen. Het gevolg is dat ik als de boosdoener word gezien en dat mijn naam door het slijk wordt gehaald.’
Ze was opgestaan en merkte dat ze stond te trillen op haar benen. ‘Mijn carrière kan ik verder wel vergeten. Mijn poging om mijn beste vriendin te beschermen is uitgelopen op een ramp. Haar leven is erdoor verwoest, en ze zal nooit meer iets met me te maken willen hebben. En van mijn relatie met Diaz, die ik weliswaar om de verkeerde redenen begon, wordt in de rioolpers een totaal verwrongen beeld geschetst. Kijkt u wel eens een krant in? Diaz mag dan geëist hebben dat de waarheid boven tafel kwam, maar ik denk niet dat hij verder nog iets met me te maken wil hebben.’
Ze sloot haar ogen en haalde een paar keer diep adem. ‘Ik heb alles verknald, terwijl ik dacht naar eer en geweten te hebben gehandeld. In feite heb ik meer ellende veroorzaakt dan tante Kezia had kunnen dromen. Natuurlijk, ik vergeef u wat er in het verleden gebeurd is. Dat is toch wat u wilde horen? Zo moeilijk is dat niet, want een aantal van de betrokkenen kan inmiddels niet meer door de waarheid worden geschaad. Maar op dit moment heb ik te maken met de gevolgen van iets vergelijkbaars, en ik dreig te strijd te verliezen. Bij wie kan ik om vergeving vragen, Mrs. Penvarnon? Zal ik deze last de rest van mijn leven met me mee moeten dragen? Hoe sla ik me hier in vredesnaam doorheen?’
‘Samen met mij, mijn liefste,’ zei Diaz vanuit de deuropening. ‘Samen slaan we ons overal doorheen.’
Rhianna draaide zich als door een wesp gestoken om. ‘Hoe heb je me weten te vinden?’
‘Ik heb altijd precies geweten waar je zat,’ antwoordde hij. ‘Toen je vijf jaar geleden naar Londen afreisde, heb ik me ervan vergewist dat je daar in goede handen was. Dus toen ik die horde journalisten voor de deur van je appartement zag, wist ik meteen waar ik je moest zoeken.’
‘Maar je kunt niet blijven. Ga maar weer weg. Ga nu maar.’ Ze draaide hem de rug toe en sloeg haar handen voor haar gezicht.
Het werd heel stil in de kamer. Daar ging hij, dacht ze nog, toen ze de deur dicht hoorde gaan, maar ze had het mis. Zodra ze zijn handen op haar schouders voelde, besefte ze dat het Esther Penvarnon was die de kamer had verlaten.
Hij draaide haar zachtjes naar zich toe. ‘Zonder jou ga ik nergens heen, lieve schat. Jij bent mijn wederhelft, zonder jou wil ik niet leven. Wen er maar vast aan.’
‘Maar dat kan toch niet?’ riep ze wanhopig uit. ‘Als de pers erachter komt dat je hier zit, zullen ze je opnieuw zwart maken.’
‘Waarom? Vanwege weer zo’n dronken stoeipartij soms?’ Hij lachte. ‘Jammer dat ik me er niets van herinner. Kunnen we dat niet nog eens dunnetjes overdoen?’
‘Er is anders niets geestigs aan,’ jammerde ze. ‘Ik heb zelf tegen die vreselijke Tully gezegd dat we allebei met een slok op samen in bed zijn beland, maar dat zei ik alleen om van hem af te komen. Hij dreigde een boekje over ons open te doen bij je moeder, iets wat ik meende te moeten voorkomen.’
‘Hij zou toch voor niets zijn gekomen. Ze wist het namelijk al.’
‘O ja?’ vroeg ze verbaasd. ‘Hoe wist ze dat dan?’
‘Ik heb het haar diezelfde ochtend verteld. Toen ik bij het wakker worden ontdekte dat ik weer alleen in bed lag, besefte ik dat dat de rest van mijn leven zo zou blijven als ik nu niet tot actie overging. Ik heb mijn hele leven geaccepteerd dat er over het verleden niet gesproken mocht worden, omdat het allemaal te pijnlijk was. Maar nu het mijn toekomst dreigde te gaan bepalen, had ik er opeens genoeg van.’
Hij haalde zijn schouders op. ‘Dus trok ik de stoute schoenen aan en belde mijn moeder op. Ik vertelde haar dat ik een relatie met je had en kondigde aan dat ik diezelfde dag nog met de Windhover naar St. Jean de Luz zou komen om jullie aan elkaar voor te stellen. Ik had verwacht dat ze hevig zou gaan protesteren of in een hysterische huilbui zou uitbarsten, maar dat gebeurde niet,’ vertelde hij. ‘Het bleef een hele tijd stil. Toen zei ze doodkalm dat het goed was, dat het nu misschien tijd was om alles eens openlijk uit te spreken en dat ze ons in de loop van de dag verwachtte.’
Hij keek haar aan. ‘Ik ben meteen naar je kamer gegaan om het je te vertellen, maar je sliep nog en ik had het hart niet om je te wekken. Toen zag ik die foto’s op je nachtkastje liggen. Ik kon het natuurlijk niet nalaten om ze te bekijken, maar erg blij werd ik er niet van,’ zei hij. ‘Tot op dat moment had ik hetgeen mij was verteld over het huwelijk van mijn ouders altijd voor waar gehouden. Het kwam niet in me op om het in twijfel te trekken, zelfs niet toen ik merkte dat ik verliefd was op jou. Opeens veranderde mijn kijk op de zaak radicaal, en ik vermoedde wat mijn moeder me zou gaan vertellen. Ik ben meteen achter de computer gekropen om haar de foto’s per e-mail te versturen. Toen kwam het hele verhaal eruit.’
Rhianna keek hem hoofdschuddend aan. ‘Het zal niet gemakkelijk voor haar zijn geweest om jou de waarheid te vertellen en vervolgens mij op te zoeken.’
‘Het is een hele opluchting dat het er eindelijk uit is, zei ze tegen me. Het viel niet mee te moeten leven met een leugen. Ze was altijd bang dat ik het haar nooit zou kunnen vergeven als ik er ooit achter zou komen. Vergeet niet dat ze met haar zogenaamde ziekte niet alleen mijn vader op afstand hield. Maar goed, ik heb de indruk dat ze er zwaar genoeg voor gestraft is,’ besloot hij.
‘Toen heb ik haar wat over jou verteld,’ vervolgde hij. ‘Hoe ik met je kennismaakte, en dat je zo eenzaam en ongelukkig leek op Penvarnon. Dat je, op Carrie na, door ons allemaal altijd ontzettend rot bent behandeld. Vooral door mij, toen ik merkte dat ik allerlei warme gevoelens voor je kreeg die ik helemaal niet wilde hebben,’ voegde hij er beschaamd aan toe.
‘Maar ik kwam er maar niet van af, Rhianna. Vijf jaar lang heb ik geprobeerd je te vergeten.’ Hij trok een grimas. ‘Als ik toegaf aan mijn verlangen naar jou zou ik me onherroepelijk de gramschap van mijn familie op de hals halen. Ik was er toen nog heilig van overtuigd dat mijn moeder zou instorten als ik met jou thuiskwam. Tante Moira voedde dat idee. Ze zinspeelde er vaak op dat mijn moeder niet veel kon hebben.’
Hij zuchtte. ‘Na jouw vertrek naar Londen hield ik mezelf lange tijd voor dat het gewoon een kwestie van seksuele frustratie was en dat ik nergens last van zou hebben als ik eenmaal met je naar bed was geweest. Jou te zien in de rol van Ariadne maakte het er bepaald niet gemakkelijker op. Toen ik je weer tegenkwam, besefte ik dat mijn lichamelijke verlangen naar jou maar een deel was van wat ik voor je voelde. Je was nog altijd het bange eenzame meisje dat ik wilde beschermen, aan wie ik mijn liefde wilde geven.’
Hij fronste zijn voorhoofd. ‘Ik had me voorgenomen om je dat te vertellen, maar Rawlins haalde een streep door de rekening. De nacht dat ik voor jouw huis posteerde en mezelf gek maakte door me voor te stellen hoe je het met hem zou hebben. Vreselijk, zo laag was ik nog nooit gezonken. Intussen verlangde ik nog steeds naar je, dus toen ik hoorde dat je mijn advies aan je laars lapte en toch naar de bruiloft kwam, begon ik plannen te smeden. Natuurlijk zei ik tegen mezelf dat ik je alleen maar meenam om er zeker van te zijn dat je Carries huwelijk niet zou verstoren, maar diep in mijn hart wist ik dat bezig was mezelf voor de gek te houden.’
Hij zuchtte weer. ‘En toen belandde ik in bed – niet met een wereldwijze verleidster, maar met het onschuldige meisje van vroeger.’ Hij lachte onzeker. ‘Al mijn ideeën bleken te zijn gebaseerd op verkeerde aannames. Ik moest het roer omgooien en besloot te proberen om je over te halen om met me te trouwen. En ik was niet van plan om me door een of ander schandaal van vroeger tegen te laten houden.’
‘En de schandalen van dit moment, wat doen we daaraan?’ vroeg Rhianna. ‘Bovendien vind ik dat we rekening moeten houden met Carries gevoelens.’ Ze liet haar hoofd hangen. ‘Ik met mijn goede bedoelingen ook. En Donna Winston blijft maar olie op het vuur gooien.’
‘Nou, dan heb ik goed nieuws voor je: het vuur van onze vindingrijke Miss Winston staat op het punt om uit te doven. Vriend Rawlins schijnt niet de eerste te zijn die haar geld toestopte voor een abortus. Een vent uit Ipswich is hetzelfde overkomen. Morgen staat het in de krant, dus ik verwacht dat er heel wat mensen hun mening over deze zaak zullen herzien.’
‘Maar daar heeft Carrie niets aan.’ Ze deed vergeefse poging om zich los te maken uit zijn omarming. ‘Hoe kan ik me nu in je armen storten, terwijl zij zich door mijn toedoen zo ellendig voelt? De Seymours zijn familie van je, Diaz, dat kunnen we niet negeren. Ze zullen alles in het werk stellen om ons uit elkaar te houden. Wat Carries moeder niet allemaal tegen me zei toen ik haar laatst aan de telefoon kreeg. Daar lusten de honden geen brood van.’
‘Ik kan me er anders wel iets bij voorstellen,’ zei Diaz kalm. ‘Ik betwijfel alleen of haar woede-uitbarsting iets te maken heeft met de gevoelens van haar dochter. Als je het mij vraagt, zit ze veel meer in over het vooruitzicht haar positie van vrouw van Penvarnon House kwijt te raken aan jou. Ze schijnt alleen maar met oom Francis te zijn getrouwd om in Cornwall te kunnen blijven en op Penvarnon te kunnen wonen, in de hoop dat mijn vader tot de conclusie zou komen dat hij met de verkeerde zuster was getrouwd.’
Hij trok een mondhoek op. ‘Maar dat bleek een misrekening. Hij hield nu eenmaal van mijn moeder, en is volgens mij tot aan de dag van zijn dood van haar blijven houden.’
Hij bestudeerde haar gezicht.‘Maak je nu maar niet al te veel zorgen over Carrie, liefje. Natuurlijk was het een grote schok voor haar, en ze is diep gekwetst, maar wie weet wat haar niet bespaard is gebleven. Ik heb zo het idee dat ze dat zelf ook begint in te zien. Toen we een paar dagen geleden samen een lange wandeling maakten, gaf ze toe dat ze een paar weken voor de bruiloft al het gevoel had dat er iets niet goed was. Ze vond dat Simon veranderd was en dat ze in hem nauwelijks meer de jongen herkende op wie ze vroeger verliefd was geworden. Ze merkte dat ze begon te twijfelen aan haar besluit om met hem te trouwen, maar deed het af als het soort koudwatervrees waar iedere bruid op de vooravond van haar huwelijk door geplaagd wordt.’
Hij glimlachte teder. ‘Ze haat je niet, wat haar moeder ook mag beweren. Ze wist best dat je niets van Simon moet hebben. Dus dat jij hem aan je huisgenoot zou hebben gekoppeld wil er bij haar niet in.’ Hij boog zich naar haar toe en gaf haar een vluchtige kus op haar mond. ‘Het komt wel weer goed met haar, liefste. Geef haar de tijd.’
Ze kroop tegen hem aan. ‘Maar tussen ons zal het ook niet meer hetzelfde zijn,’ zei ze ietwat weemoedig.
‘Nee,’ zei hij zacht. ‘Dat kan ook niet, want straks ben je mijn vrouw en dan verandert er nog veel meer.’
Hij tilde haar op en ging met haar op een grote leunstoel zitten. ‘Kunnen we het nu heel even over ons hebben?’ Hij haalde een platte leren doos uit zijn binnenzak. ‘Ik heb iets voor je.’
Met open mond staarde Rhianna naar Tamsin Penvarnons turkooizen halsketting.
‘Mocht ik je kunnen overhalen tot een snel huwelijk, zelfs dan zul je deze moeten dragen. En hij gaat mee op huwelijksreis,’ fluisterde hij. ‘Ik zou graag willen dat je hem droeg tijdens onze huwelijksnacht.’
Het zou nog wel even duren voordat de roddels de wereld uit waren en ze gewoon verder konden gaan met hun leven, dacht Rhianna, maar met Diaz aan haar zijde kon ze alles aan.
‘Met alle plezier,’ zei ze zacht, waarna ze haar woorden bezegelde met een kus.