Hoofdstuk 1

 

 

 

Rhianna was al niet bepaald ontspannen toen ze in Londen op de trein stapte, maar op het moment dat de trein over de brug over de Tamar reed, voelde ze de paniek toeslaan.

Ik doe hier geen goed aan, dacht ze. Ik hoor niet op deze bruiloft aanwezig te zijn en straks in de kerk van Polkernick te moeten toezien hoe Simon en Carrie elkaar het jawoord geven. Ik had gewoon moeten afzeggen. Het is me van tevoren duidelijk genoeg gemaakt dat mijn aanwezigheid niet gewenst is. Waarom ben ik in hemelsnaam dan toch op de trein gestapt?

Sinds de aankondiging van Carries verloving met Simon had ze met angst en beven zitten wachten op de uitnodiging voor het huwelijk. Ze had al een brief klaargelegd, waarin ze uitlegde dat ze helaas verhinderd was vanwege de opnamen voor de volgende serie afleveringen van Castle Pride – hetzelfde excuus als ze had gebruikt om geen bruidsmeisje te hoeven zijn.

Maar toen had Carrie onverwachts gebeld. Ze was een dagje in Londen om haar uitzet aan te vullen en stond erop gezellig samen te gaan lunchen.

‘Zeg nu ja.’ Ze had vrolijk en opgewonden geklonken. ‘Het zou namelijk voorlopig wel eens de laatste keer kunnen zijn, weet je. Simon heeft een nieuwe baan in Kaapstad en de hemel weet wanneer we weer terugkomen.’

‘In Kaapstad?’ Het was er nogal scherp uit gekomen. Rhianna had zichzelf verwenst. ‘Goh… Ik wist helemaal niet dat hij… dat jullie plannen hadden om je in het buitenland te vestigen,’ was ze op neutraler toon verdergegaan. Daar had Simon tegen haar nooit iets over gezegd…

‘O, maar dat waren we ook niet van plan,’ had Carrie opgewekt verteld. ‘Een kennis van Diaz was toevallig op zoek naar iemand en deed Simon een aanbod dat te mooi was om te laten lopen.’

Diaz…

Rhianna had haar maag samen voelen krimpen. Diaz… Natuurlijk. Het was echt iets voor hem om ervoor te zorgen dat Simon naar het buitenland vertrok – naar een plaats hier ver vandaan waar hij geen verdere schade meer kon aanrichten. De puinhoop die hij hier zou achterlaten was al groot genoeg.

Diaz, die van achter de schermen aan de touwtjes trok, dwars over oceanen en continenten heen. Die mensen als onwetende marionetten naar zijn pijpen liet dansen, opdat zijn lievelingsnichtje Carrie straks met haar jeugdliefde voor het altaar zou staan.

Een prachtig paar, dacht Rhianna, moeilijk slikkend. Niets kon hen er nog van weerhouden. Ze had natuurlijk een smoes moeten bedenken, maar aan de andere kant had ze het zo leuk gevonden om Carrie weer even te spreken. Ook al had haar vriendin honderduit gepraat over Simon en hun trouwdag.

Het was allesbehalve meegevallen om tegenover Carrie te moeten zitten en te zien hoe gelukkig ze was. Hoe eenvoudig was het geweest om haar geluk in scherven te doen vallen – eenvoudig en tegelijk onmogelijk.

‘Je bent er toch wel bij, hè?’ had Carrie aangedrongen. ‘Beloofd? Het zou fijn zijn als er tenminste één normaal persoon temidden van die waanzin is. Je bent altijd een rots in de branding voor me geweest, en die zal ik nu hard nodig hebben, kan ik je verzekeren.’ Ze had onwillekeurig gehuiverd. ‘De respectievelijke moeders zijn al weken bezig hun messen te slijpen, dus het zit er dik in dat er nog voor de grote dag bloed zal vloeien.’

Wat had Rhianna anders kunnen doen dan toezeggen? Ze had maar één geldige reden om weg te blijven, maar juist met die reden kon ze niet aankomen. Omdat Carrie haar beste vriendin was, haar eerste echte vriendin. Omdat Carrie de enige op Penvarnon was die van meet af aan aardig tegen haar geweest was. Zij, en Simon dan. En daarmee was alle ellende begonnen…

En nu wilde die goeiige Carrie van Rhianna de verzekering dat ze zich door niets en niemand ervan zou laten weerhouden om op haar trouwdag aanwezig te zijn. Niets en niemand, hè? Rhianna glimlachte wrang. Carrie moest eens weten dat ze tegen de uitdrukkelijke wens van Diaz Penvarnon in naar Cornwall reisde. Zijn boosheid reisde als een donkere wolk met haar mee, wachtend in de coulissen van haar geest om ieder ogenblik tot uitbarsting te komen.

Je bent gewaarschuwd… hoorde ze hem in gedachten zeggen. Ze kreeg prompt een droge mond en nam haastig een paar flinke slokken uit haar flesje mineraalwater.

Stel je niet aan, zei ze in gedachten tegen zichzelf. Hoelang zit je nu helemaal in Cornwall? Drie dagen, hooguit vier. Als Carries huwelijk eenmaal achter de rug is, vertrek je weer en deze keer voorgoed. Bovendien zal Diaz er waarschijnlijk niet eens bij zijn. Hij is allang weer terug naar Zuid-Amerika, in de veronderstelling dat zijn bevelen ook wel in zijn afwezigheid zullen worden opgevolgd.

De rest van de bewoners van het grote, uit grijze steen opgetrokken landhuis mochten haar aanwezigheid weliswaar al evenmin op prijs stellen, maar geen van hen kon haar nog wat aandoen. Ze konden het zich niet meer veroorloven haar te beschouwen als een indringster. Niet langer konden ze, zoals vroeger, op haar neerkijken. En als het aan haar lag, bleef dat ook zo. Ze was namelijk niet langer meer het ongewenste nichtje van de huishoudster, dat spichtige kind waarmee Caroline Seymour, de dochter des huizes, tegen de wil van haar familie in, bevriend was geraakt.

Ze was nu Rhianna Carlow, televisieactrice en de ster van de met vele prijzen bekroonde serie Castle Pride. Een onafhankelijke vrouw met een eigen leven en een eigen appartement, die haar kleren niet in de uitverkoop hoefde te kopen en die tegen niemand ‘dank je wel’ hoefde te zeggen.

Ze was beroemd, ze werd overal herkend. Toen ze een paar uur geleden in Paddington de eersteklascoupé betrad, stootten de andere passagiers elkaar veelbetekenend aan. Ze wist ook dat het niet lang zou duren voor er iemand om een handtekening kwam vragen of toestemming vroeg om met zijn mobiele telefoon een foto van haar of samen met haar te maken. Zo ging het namelijk altijd. Dan stemde ze vriendelijk glimlachend toe, waarna de betreffende persoon weer vertrok met de opmerking dat ze toch zo aardig was en zo charmant.

Het was gewoon een act; het hoorde erbij en het kostte haar ook geen enkele moeite. Maar overmorgen, wanneer Simon Carrie eeuwig trouw beloofde, terwijl hij wist dat zij, Rhianna, zich onder de genodigden bevond, zou ze al haar acteertalent moeten aanspreken. Om haar mond te houden in plaats van te schreeuwen: ik protesteer! Dit huwelijk mag geen doorgang vinden! Dat is beter voor iedereen!

Dat was toch ook zo? Om erger te voorkomen moest je soms harde maatregelen nemen. Helaas werd dat argument maar al te vaak gebruikt ter rechtvaardiging van een opzettelijk gemene actie…

Zou ze werkelijk in staat zijn om straks in die kerk te onthullen dat Carrie door Simon bedrogen werd? Ze stelde zich voor wat dat voor Carrie zou betekenen, hoe ze zou reageren. De sprankeling in haar ogen zou voorgoed doven.

Ooit had Carrie, die van nature vrolijk en opgewekt was en van binnenuit leek te stralen, de buitenstaander Rhianna, de duistere planeet, in haar baan getrokken. Het leek alsof ze zo een tegenwicht hoopte te geven tegen de meedogenloze, kille houding van Rhianna’s tante Kezia en tegen de aan vijandigheid grenzende afstandelijkheid waarmee de rest van de familie op Penvarnon House Rhianna bejegende.

Zo was het geweest vanaf het moment dat ze elkaar leerden kennen, dacht Rhianna. Ze wist nog precies waar ze had gestaan: boven aan de stenen trap die naar de lager gelegen gazons leidde en huiverend in de wind – een diep ongelukkig meisje van twaalf dat bliksems goed wist dat ze zich op verboden terrein bevond.

 

Ze woonde toen bij haar tante, in een kil, ijzingwekkend steriel appartement in de voormalige stallen en had, als ze buiten wilde spelen, onder geen voorwaarde van het erf af gemogen.

‘Je mag in je handjes knijpen dat je van Mrs. Seymour hier mag komen wonen,’ had haar tante gezegd. ‘Maar ze heeft wel als voorwaarde gesteld dat je rond dit huis blijft. Het grote huis en de tuin zijn dus verboden terrein voor je, begrepen?’

Nee, had Rhianna toen opstandig gedacht, ik begrijp het niet. Ik begrijp niet waarom mammie dood moest gaan of waarom ik niet bij Mr. en Mrs. Jessop in Londen kon blijven, terwijl zij het prima vonden. Ik snap niet waarom ik met jou mee moest naar dit vreselijke oord waar niemand me moet – jij al helemaal niet. Ik ken hier niemand, ik mag nergens naar toe, het is hier net een gevangenis. Ik wil hier helemaal niet zijn.

Ze was niet van plan geweest om de regels te overtreden, maar op het met kinderhoofdjes geplaveide erf met de paar oude stallen die al lang niet meer gebruikt werden, was ze binnen een paar minuten uitgekeken.

Ze had de verleiding om eens een kijkje te gaan nemen op het prachtige terrein aan de andere kant van het half openstaande hek dan ook niet kunnen weerstaan. Heel even een kijkje nemen kon geen kwaad, had ze geredeneerd. Per slot van rekening zou ze hier de komende jaren wonen. Even rondkijken, dan zou ze terugkomen en het hek netjes achter zich dichtdoen. Daar zou toch niemand wat van merken?

Ze volgde het grindpad rond Penvarnon House en kwam zo aan de achterzijde van het huis. Terwijl ze uitkeek over de uitgestrekte gazons, kwamen er twee kinderen op haar afgerend.

Het meisje bereikte de trap het eerst. ‘Hallo,’ zei ze lachend. ‘Ik ben Carrie Seymour, en dit is Simon. Ben je met je moeder bij ons op theevisite? Een saaie bedoening, zeker? Wij waren net op weg naar de baai beneden. Kom maar met ons mee, dat is veel leuker.’

‘Dat mag niet.’ Rhianna besefte dat ze in de nesten zat nu ze ontdekt was en ze slikte moeilijk. ‘Ik mag hier helemaal niet komen. Mijn tante heeft gezegd dat ik bij de stallen moest blijven.’

‘Je tante?’ vroeg het meisje. ‘O, jij bent het nichtje van Miss Trewint.’ Rhianna knikte langzaam. ‘Ik heb pappie en mammie over je horen praten…’ vervolgde het meisje aarzelend. Toen lachte ze weer. ‘Maar je kunt toch niet de hele dag op dat erf rondhangen? Daar is niets aan. Kom maar met Simon en mij mee. Maak je maar geen zorgen, ik leg het straks wel uit aan mijn moeder en aan Miss Trewint.’

 

En dat had Carrie ook gedaan, dacht Rhianna droogjes, met een engelachtige glimlach en in de overtuiging dat ze niets verkeerds had gedaan. Zo kreeg ze alles voor elkaar.

Rhianna, zo had Carrie verklaard, woonde nu op Penvarnon House, dus er was geen enkele reden waarom ze geen vriendinnen zouden zijn. En daarmee was de kous af.

Niemand van hen had toen kunnen voorzien waar het allemaal toe zou leiden. Het was ook bepaald niet iets om trots op te zijn, dacht Rhianna somber. Het was een verhaal vol leugens, stiekem gedoe, verraad en bedrog. Een verhaal zonder goede afloop.

Was ik toen maar braaf op dat erf gebleven, dan was er niets gebeurd. Maar ik ging die middag mee naar de baai, waar ik hele middag over het strand rende en over de rotsen klom en pootje baadde in het ijskoude zeewater. Die middag was ik weer kind, voelde ik me sinds tijden weer vrij en gelukkig.

Ze had aangenomen dat Simon – lang van stuk, blonde haren, blauwe ogen – Carries oudere broer was, maar dat bleek niet zo te zijn.

 

‘Mijn broer? Nee, hoor. We zijn allebei enig kind, net als jij,’ reageerde Carrie olijk. ‘Hij is maar een passant, een sprinkhaan.’ Ze lachte toen Simon grommend naar haar uithaalde.

‘Een passant?’ herhaalde Rhianna niet-begrijpend.

‘Een toerist,’ legde Simon uit. ‘Iemand die niet in Cornwall woont, maar hier alleen in de vakanties komt. En in de zomer zijn er hier zoveel toeristen dat er sprake is van een ware plaag, net als met sprinkhanen. Maar wij zijn geen toeristen, want wij hebben vlak buiten het dorp een huis, waar we minstens de helft van ons leven doorbrengen.’

‘Elk jaar zitten we weken achtereen met hem opgescheept,’ verzuchtte Carrie. ‘Zo saai, je hebt geen idee.’

Toch had Rhianna toen al doorgehad dat Carrie daar niets van meende en dat de grote knappe Simon in werkelijkheid het middelpunt van haar kleine universum was.

Na de paasvakantie zouden ze allebei teruggaan naar hun respectievelijke kostscholen, terwijl Rhianna op de middelbare school in Lanzion zou beginnen.

‘Maar we zien elkaar weer in de meivakantie,’ zei Carrie vol vuur, ‘en daarna hebben we acht weken zomervakantie. Dan kunnen we lekker zwemmen en picknicken aan het strand, en als het lelijk weer is gaan we in The Cabin zitten.’

The Cabin bleek een riant uitgevallen zomerhut onder een uitstekende rots te zijn, bestaand uit een ruim woongedeelte met een buitenkeuken, een oude doorgezakte bank, ligstoelen, en een tafel om aan te eten of gezelschapsspelletjes te spelen. Wijlen Ben Penvarnon, Diaz’ vader, had er zelfs elektriciteit laten aanleggen.

‘O, ik verheug me er nu al op,’ zei Carrie grijnzend. ‘Ik ben blij dat je hier bent komen wonen.’

Zelfs tante Kezia’s openlijke afkeuring noch het feit dat Moira Seymour, Carries moeder, deed alsof ze lucht was, kon Rhianna er niet van weerhouden zich een beetje thuis te voelen.

Ze had nog wel steeds veel verdriet om haar moeder, temeer daar tante Kezia haar meteen te verstaan had gegeven dat de naam van Grace Carlow niet genoemd mocht worden. Er bevond zich in het fantasieloze appartement dan ook geen enkele foto van haar moeder of een ander aandenken. Sterker nog, de trouwfoto van haar ouders die ze op het nachtkastje naast haar bed had gezet, verdween binnen de kortste keren in de la van een kastje.

‘Ik heb al genoeg in huis te doen zonder al die tierelantijnen,’ had tante Kezia gezegd, toen Rhianna daartegen protesteerde. ‘Ik heb geen zin om al jouw spullen ook nog eens te moeten afstoffen.’

Aan de andere kant had ze het erg naar haar zin op haar nieuwe school. Tegen het einde van het eerste schooljaar kwam ze opgewonden thuis met de mededeling dat ze een rol toebedeeld had gekregen in het schooltoneelstuk dat in de herfst gerepeteerd en met kerst zou worden uitgevoerd. Tot haar ontzetting en teleurstelling wilde tante er niets van weten. ‘Daar komt niets van in, jongedame,’ zei ze zuinigjes. ‘Ik verbied je om eraan mee te doen. Je hoort geen aandacht te trekken, want daar komt alleen maar ellende van. Dat heeft het verleden wel bewezen,’ voegde ze er bitter aan toe. ‘Om maar niet te spreken van die onzin met Miss Caroline, terwijl ik je nog zo gezegd hebt je daar verre van te houden.’

Ze zoog haar adem in. ‘Vergeet niet dat je aanwezigheid slechts getolereerd wordt, dus leg je er maar bij neer dat je je zo veel mogelijk op de achtergrond dient te houden. Per slot van rekening woon je wel in een huis dat van Mrs. Seymour is.’

‘Dat is helemaal niet waar,’ protesteerde Rhianna. ‘Carrie heeft me verteld dat het huis eigenlijk van haar neef Diaz is, maar dat haar ouders er zolang op passen omdat hij vaak op reis moet voor zijn werk of in een van zijn huizen in Zuid-Amerika woont. Ze mogen hier blijven totdat hij trouwt, want dan wil hij er zelf in gaan wonen.’

‘Miss Caroline moest eens wat beter op haar woorden letten,’ mompelde haar tante. ‘Niettemin moet ik binnenkort maar eens een hartig woordje met je leraar spreken. Die theaterambities van jou kunnen maar beter meteen de kop ingedrukt worden.’

En dat was precies wat ze deed, hoe Rhianna ook protesteerde, huilde en smeekte.

Carrie was een en al medeleven toen Rhianna haar hart uitstortte. ‘Waarom is ze toch zo streng tegen je? Was ze vroeger ook al zo?’

Rhianna schudde haar hoofd. ‘Weet ik niet,’ mompelde ze verdrietig. ‘Ik heb haar voor het eerst ontmoet op mammies begrafenis. Toen vertelde ze dat ze officieel mijn voogd was en dat ze me in huis zou nemen. Ik wist niet eens dat ze bestond. Ze was nog nooit bij ons thuis geweest, zelfs niet op verjaardagen of met Kerstmis. Ik kon wel zien dat ze helemaal geen zin had om me in huis te nemen.’ Ze slaakte een diepe zucht. ‘Ik heb ook niet het gevoel dat ik hier welkom ben. Ik zou willen dat iemand me eens vertelde wat ik fout gedaan heb.’

‘Het ligt ook niet aan jou,’ zei Carrie aarzelend. ‘Dat lijkt me tenminste.’

Rhianna beet op haar onderlip. ‘Je hebt je ouders toch een keer over me horen praten? Weet je nog wat ze toen over me zeiden?’

Carrie kreeg prompt een kleur als vuur. ‘Ik weet niet of ik het me nog precies kan herinneren, het is al zo’n tijd geleden. Bovendien was het een gesprek dat niet voor mijn oren bestemd was,’ voegde ze er mismoedig aan toe. ‘En ik denk dat je dat maar beter van je tante kunt horen.’

‘Ja, maar die gaat het me echt niet vertellen, hoor,’ reageerde Rhianna somber. ‘Die houdt haar kaken stijf op elkaar.’ Ze keek haar vriendin smekend aan. ‘Alsjeblieft, Carrie, vertel het me. Ik moet weten waarom iedereen zo’n hekel aan me heeft.’

Carrie zuchtte. ‘Goed dan. Ik zat een keer te lezen in de erker van de zitkamer, toen mijn ouders al pratend binnenkwamen. Ze hadden totaal niet door dat ik daar ook zat. Toen hoorde ik mijn moeder zeggen: “Ik snap niet hoe Kezia Trewint het in haar hoofd haalt om de voogdij over het kind van die vrouw te accepteren. En dan bij mij aankloppen met het verzoek of ze haar hier mee naartoe kan nemen”! Mijn vader dacht dat ze waarschijnlijk geen keus had gehad. Hij zei tegen mammie vooral geen overhaaste beslissingen te nemen, omdat ze nu eenmaal niet gauw een andere huishoudster zouden vinden die net zo goed en betrouwbaar was.’

Ze slikte moeilijk alvorens verder te gaan. ‘Toen zei hij: “Dat kind valt ook niets te verwijten, lijkt me. Je kunt haar toch moeilijk de schuld geven van de dingen die haar moeder heeft gedaan in de tijd voordat zij geboren werd. Die dingen zijn nu eenmaal gebeurd, dus ga het nu niet extra ingewikkeld maken”. Toen werd mammie kwaad. Ze zei dat jouw moeder, eh… nou ja, bepaald geen sympathiek persoon was,’ voegde Carrie er gegeneerd aan toe. ‘En dat de appel nu eenmaal niet ver van de boom viel, en wat Diaz wel niet zou zeggen als het hem ter ore kwam? Toen verzuchtte pappie: “De hemel mag het weten”. Hij vond dat je niet te snel moest oordelen over een ander en dat iedereen een kans verdiende. Toen vertrok hij naar de golfclub.’

Met tranen in de ogen keek ze haar vriendin aan. ‘Het spijt me, Rhianna, ik had mijn oren dicht moeten doen. Maar toen ik je tegenkwam, wist ik dat pappie gelijk had. Je zag er zo verdrietig en verloren uit. Ik ben alleen bang dat ik het nu veel erger voor je heb gemaakt.’

‘Niet waar,’ zei Rhianna langzaam. ‘Je hebt het niet erger gemaakt. Bovendien wilde ik het toch graag weten?’ Ze wierp haar hoofd in haar nek. ‘Er is alleen geen woord van waar. Hoe komt je moeder erbij dat mammie niet sympathiek was? Mammie was juist ontzettend lief.’

En nog beeldschoon ook, dacht ze, met die prachtige donkere kastanjebruine haren; mahoniekleurig volgens pappie. En met die groene ogen, die lachten wanneer haar mond lachte. Mijn haren zijn gewoon rood.

Ze slikte. ‘Toen pappie doodging, nam ze een baan in de thuiszorg. De mensen waar ze kwam liepen met haar weg. Mrs. Jessop zei tegen iemand dat als mammie wat minder goed voor andere mensen had gezorgd, ze misschien wat beter op zichzelf zou hebben gelet en eerder in de gaten zou hebben gehad dat er iets niet goed was. Dat ze dan ook eerder naar een dokter was gegaan en niet pas toen het… te laat was.’ Haar stem trilde. ‘Dus ik denk echt dat ze zich vergissen. Dat kan gewoon niet anders.’

Carrie gaf haar een bemoedigend klopje. ‘Dat zal dan wel,’ gaf ze toe, maar de ongeruste blik in haar ogen verried dat ze er niet van overtuigd was. Misschien hadden haar ouders het mis, maar dan bleef nog altijd de vraag waarom Kezia Trewint zich zo kil en afstandelijk gedroeg tegen haar enige nog in leven zijnde familielid.

 

Het zou nog heel lang duren voordat duidelijk was waar dat vandaan kwam, dacht Rhianna. Ze leunde achterover en sloot haar ogen. Intussen zou het op de achtergrond blijven meespelen en zo nu en dan de kop opsteken.

Zoals op de dag dat ze voor het eerst kennis maakte met Diaz Penvarnon.

 

Het was zo’n zinderend warme, windstille dag in augustus. Ze hadden de hele dag met zijn drieën aan het strand gespeeld. Wat zwemmen betreft deed Rhianna intussen allang niet meer onder voor de anderen. Ze braken de boel op toen Simon zei dat hij naar huis moest, omdat zijn ouders mensen te dineren kregen. Zoals gewoonlijk deden ze wie het eerste boven was, een wedstrijd die meestal glansrijk door Simon werd gewonnen. Doordat hij deze keer onderaan het pad in het mulle zand een schoen verloor, lagen Carrie en Rhianna opeens voor. Toen Carrie onderweg ook nog eens struikelde, arriveerde Rhianna lachend en buiten adem als eerste boven – om pardoes tot stilstand te komen tegen een gespierde borstkas.

Geschrokken wankelde ze achteruit, maar werd net op tijd stevig bij haar schouders gepakt.

‘Nee, maar. Wie hebben hier? Een indringster die zich uit de voeten probeert te maken? Dit is eigen terrein, hoor.’

Ze keek verdwaasd omhoog en staarde in een getaand gezicht met hoge jukbeenderen, welgevormde lippen en grijze ogen. Terwijl hij haar van top tot teen in zich opnam, van haar verwarde wilde haren en haar lange wimpers tot aan de volle, half geopende lippen, maakte de licht geamuseerde uitdrukking op zijn gezicht plaats voor een kille afstandelijkheid.

‘Ik ben Rhianna Carlow,’ stamelde ze. ‘Ik… Ik woon hier.’

Hij zoog zijn adem scherp in, liet haar los en deed snel een stap achteruit alsof ze een besmettelijke ziekte had.

‘Dat is waar ook,’ mompelde hij voor zich heen. ‘Het kind. Dat was ik helemaal vergeten.’

‘Diaz!’ Carrie vloog hem om de hals. ‘Te gek! Ik wist helemaal niet dat je zou komen.’

‘Het was ook een verrassing,’ zei hij, haar beheerst begroetend, alvorens zijn blik weer op Rhianna te richten.

Een onverklaarbaar gevoel van verlatenheid maakte zich meester van Rhianna. Alweer iemand die vond dat ze hier niet thuishoorde…

Op dat moment kwam Simon hijgend boven, en terwijl hij Diaz begroette, kwam Moira Seymour aangelopen. Ze droeg een blauwe jurk en had een breedgerande strooien hoed in haar hand, waarmee ze zichzelf koelte toewuifde.

‘Simon, hondje van me,’ zei ze. ‘Je moeder heeft al gebeld om te vragen waar je bleef. Carrie, ga jij je even opfrissen voor de thee?’ Ze liet een afkeurende blik over Rhianna’s gestalte gaan. ‘En wat jou betreft, jongedame, je tante zal vast wel een of ander klusje voor je hebben.’

Mrs. Seymour had nog nooit eerder direct het woord tot haar gericht, besefte Rhianna. Carries moeder draaide haar meteen de rug toe, zodat het pijnlijk duidelijk was hoe ze over haar dacht: Rhianna was een indringster, zoals Diaz Penvarnon haar daarnet had genoemd. Iets wat hij misschien gekscherend had bedoeld, was opeens een feit.

Mijn eerste grote rol, dacht Rhianna bitter, een rol die me waarschijnlijk de rest van mijn leven zal blijven achtervolgen, ongeacht wat ik doe of waar ik heen ga.

Diaz Penvarnon…

Hij was een schakel die haar met het verleden verbond. Een schakel die doorbroken moest worden, besefte ze, en ze besloot voortaan te doen alsof ze hem niet kende.

Dat bleek gemakkelijker gezegd dan gedaan.

Intussen was ze weer terugverwezen naar het appartement boven de stallen en het bijbehorende erf en zolang de eigenaar er was, zou ze Carrie ook niet te zien krijgen.

De sfeer leek totaal veranderd, iets wat zelfs op afstand voelbaar was. Het was net of de lome, ietwat melancholieke sfeer op het landgoed verdwenen was, alsof er nieuw leven ingeblazen was. In de weekends was het een komen en gaan van bezoekers die kwamen zwemmen in de baai of gebruikmaakten van de tennisbaan naast het huis. Er waren diners en feestjes die uitliepen tot in de kleine uurtjes, en buiten op het terras werd gedanst op muziek die door de openstaande ramen naar buiten zweefde.

En Diaz Penvarnon was de spil van alles.

Dat was in ieder geval wat Rhianna constateerde tijdens de paar keren dat ze haar nieuwsgierigheid niet kon bedwingen en zich toch buiten het erf waagde. Temidden van de gasten sprong zijn rijzige gestalte er steevast uit als die van een vorst die over zijn onderdanen regeerde. Zijn bevelen werden blindelings opgevolgd.

‘Wat zou mevrouw daar niet van vinden, vraag ik me af,’ hoorde ze Mrs. Welling, de daghulp een keer zeggen toen ze buiten met Jacky Besant, die buiten werkzaam was, een sigaretje stond te roken.

‘Ze zal er niet blij mee zijn, denk ik.’ Jacky leek zich er vrolijk om te maken. ‘Maar ze hoeft zich geen zorgen te maken. Straks is hij weer weg en keert de rust terug.’

Voor ons allemaal, verzuchtte Rhianna inwendig. Diaz was heel anders dan ze zich had voorgesteld op grond van wat Carrie haar had verteld. Hij was veel jonger en veel slanker ook, en dat hij een grote aantrekkingskracht bezat was zelfs Rhianna ondanks haar jonge leeftijd niet ontgaan.

‘De spreekwoordelijke begeerlijke vrijgezel,’ luidde het afgunstige commentaar van Simon, die zich door de komst van de flamboyante Diaz duidelijk op een zijspoor gezet voelde. ‘Lang, donker en superrijk. Volgens mijn ouders probeert iedere vrouw van onder de dertig hier in Cornwall hem aan de haak te slaan.’

Rhianna was hem tegengekomen in het dorp, nadat ze voor haar tante naar het postkantoor was geweest. ‘Nou, ik vind hem een walgelijke figuur,’ zei ze fel, en ze moest weer denken aan de kille blik uit die uitzonderlijke, bijna zilverkleurige ogen van hem.

Ze had hem ook een keer in een donker hoekje van het terras met een of andere blonde vrouw betrapt. Hun compromitterende houding had het schaamrood naar haar kaken doen stijgen, en allerlei andere vreemde gevoelens bij haar opgeroepen die ze niet kon benoemen.

Toen hij de schouderbandjes van de jurk van de vrouw omlaag schoof, had ze zich omgedraaid en was ze naar huis gerend. Het was meteen de laatste keer dat ze ’s avonds stiekem was gaan kijken.

‘Ik vind het gewoon ziek,’ voegde ze er met nadruk aan toe.

Simon grinnikte. ‘Houden zo.’ Hij keek haar aan. ‘Zeg, zullen we even een ijsje gaan eten aan de haven? Of een colaatje drinken in Rollo’s Café?’

Rhianna schudde haar hoofd. ‘Nee, ik moet weer naar huis.’ Dat was maar ten dele waar. Ze schaamde zich om te moeten bekennen dat ze daar geen geld voor had. Ze had van haar tante precies genoeg geld meegekregen om te doen wat ze moest doen en geen cent meer.

‘Maar je kunt best tien minuten langer gemist worden,’ drong Simon aan. ‘Je moet toch even wat drinken voor je weer op de fiets stapt. Het is bloedheet.’ Hij wachtte even. ‘Ik trakteer.’

Ze bloosde van plezier. De grote knappe Simon bood haar een ijsje aan! Wanneer Carrie erbij was, schonk hij nooit enige aandacht aan haar, iets wat Rhianna niet meer dan logisch vond. Carrie en Simon kenden elkaar immers al lang voordat zij op het landgoed kwam wonen. Ze vond ook dat ze niet jaloers moest zijn.

Maar nu had Carrie het druk met andere dingen… Als ze Simon een keer helemaal voor zichzelf wilde hebben, dan was dit haar kans! Al voelde ze zich natuurlijk wel meteen schuldig.

Toen ze Simons lachende gezicht zag, bezweek ze voor de verleiding. ‘Maar ik kan echt niet te lang wegblijven, hoor,’ zei ze nog.

Hij kocht twee ijsjes, die ze in de zon op de kade opaten terwijl ze naar de voorbijvarende boten keken en gezellig over van alles kletsten. Toen Rhianna op een gegeven moment zei dat ze er nu echt vandoor moest, hielp hij haar overeind.

‘Dit was hartstikke leuk,’ zei hij. ‘Moeten we vaker doen.’

Met zingend hart fietste ze terug naar Penvarnon. Langer dan een halfuur had het alles bij elkaar niet geduurd, maar voor Rhianna was het een halfuur met een gouden randje, een belangrijk keerpunt voor een eenzaam meisje dat zich op de drempel van de puberteit bevond. Een duizelingwekkende ervaring, maar om daar nu je toekomstdromen op te baseren?

Ik wist toen nog niet wat ik nu weet, dacht ze somber, laat staan dat ik wist dat die dromen onbereikbaar zouden zijn tegen de tijd dat ik er eindelijk in durfde te geloven.

 

Ze schrok op uit haar gemijmer door de stem van de conducteur die de naam van haar eindbestemming omriep. Ze stond op en zette haar zonnebril op. Je hoeft niet uit te stappen, zei een stem in haar binnenste, terwijl ze met tegenzin haar bagage uit het rek boven haar hoofd pakte. Je kunt ook gewoon blijven zitten tot Penzance en vanaf daar de eerstvolgende trein terug naar Londen nemen. En dan Carrie bellen met het excuus dat je een of ander virus hebt opgelopen – zomergriep, of zo.

Natuurlijk zal Carrie erg teleurgesteld zijn dat je niet kunt komen, maar ze heeft zoveel reden om gelukkig te zijn dat ze daar snel overheen zal zijn. En als je er niets voor voelt om terug te gaan naar Londen, reis dan naar het dichtstbijzijnde vliegveld. Je hebt je paspoort en creditcards bij je, dus wat let je om ergens heen te gaan waar je je een beetje kunt ontspannen?

Hou vooral op met dat gemijmer over het verleden. Daar valt toch niets meer aan te doen. In ieder geval niet zonder dat je Carries bruiloft verpest, en dat is toch niet de bedoeling?

Ze kon niet echt meer terug, want ongemerkt stond ze temidden van de passagiers die eveneens waren opgestaan om de trein te verlaten. Even later schoven de deuren open en stapte ze het zonovergoten perron op.

Ofschoon het erg warm was, merkte Rhianna dat ze kippenvel op haar armen kreeg, alsof er een koude windvlaag voorbijkwam. Gealarmeerd hield ze haar pas in…

Toen kreeg ze hem in het oog.

Hij stond te wachten aan het einde van het perron, een lange donkere figuur, een rijzige strenge schaduw. Ergens had ze wel verwacht dat hij haar zou komen ophalen. Het was alsof ze hem diep vanbinnen met zich meedroeg, hoe ze zichzelf er ook van trachtte te overtuigen dat hij al lang geleden naar de andere kant van de wereld was vertrokken en dat ze niets meer van hem te vrezen had.

Op het moment dat hun blikken elkaar kruisten, liep Diaz Penvarnon langzaam op haar toe.