Hoofdstuk 3
Het vermaken van de sluier was natuurlijk precies het excuus dat ze nodig had om voorlopig op haar kamer te kunnen blijven, bedacht Rhianna. De massa tule was intussen tot een derde van de oorspronkelijke lengte gereduceerd. De rest had ze, na de randjes keurig te hebben afgehecht, weer terug in de doos gelegd.
Carrie was schoorvoetend akkoord gegaan met het inkorten van de sluier. Tegen de tijd dat Simons moeder erachter kwam, was het toch te laat. Hopelijk was ze in staat om de ingreep te vergoelijken als ze begreep dat haar sluier weer in zijn volle glorie hersteld kon worden.
Ach, wat kon het ook schelen, dacht Rhianna. Tegen die tijd zijn Carrie en ik allang weg. Kon ze lekker in haar eentje de boel bij elkaar vloeken.
Ze moest een beetje opschieten, want over niet al te lang wachtte de volgende hindernis: het diner met de familie – en de heer des huizes uiteraard.
‘Ik kijk echt uit naar het feest morgenavond. Het wordt in de Polkernick Arms gehouden,’ had Carrie gezegd. ‘Ik vind het wel jammer dat Simon vanavond niet bij het diner kan zijn,’ had ze eraan toegevoegd. ‘Zijn peetvader en diens vrouw zijn vandaag al uit Worcestershire gekomen, en Margaret stond erop dat hij de avond met hen doorbracht.’
Toen Rhianna dat hoorde, slaakte ze inwendig een zucht van verlichting. Vroeg of laat moest ze Simon natuurlijk tegenkomen, maar wat haar betreft gebeurde dat liefst zo laat mogelijk.
Niet dat het diner door zijn afwezigheid opeens een genoeglijke aangelegenheid zou worden, dacht ze somber. Er was nog iemand die ze liever vermeed: Diaz. Hij had daarnet in de salon weliswaar laten merken dat hij achter haar actie met het diadeem stond, maar ze had niet de illusie dat hij daardoor opeens totaal anders over haar dacht. Hij zou haar nauwlettend gadeslaan, wachtend tot ze iets verkeerds zou zeggen of doen.
Nou, dacht ze grimmig, dan stond hem een teleurstelling te wachten. Ze was namelijk tot de tanden gewapend.
Ze nam een douche en trok een zijden indigo rokje aan en een witte blouse met een hoge kraag, die met een pin werd afgesloten. Het toppunt van zedigheid. Ze bond haar haren bijeen in een lage paardenstaart, versierd met een zilveren haarspeld. Na zich heel licht te hebben opgemaakt – mascara om haar wimpers te accentueren en een lichte kleur op haar lippen – deed ze een druppeltje parfum in het kuitje van haar hals en op de binnenkant van haar polsen. Tenslotte deed ze nog een paar bescheiden zilveren oorknopjes in.
Niet gek, dacht ze, een kritische blik in de spiegel werpend. Elegant, maar niet opzichtig.
Met Carries naaimandje liep ze naar de stoel bij het raam met de bedoeling de inhoud even te ordenen. Onwillekeurig keek ze naar buiten en liet ze haar blik over het glooiende grasland gaan, dat tot aan de zee reikte. Morgenochtend zou de feesttent worden opgezet, dus dit was misschien wel de laatste keer dat ze het landschap zo zou zien, dacht ze, turend over de uitgestrekte groene velden die tot aan de zee reikten. Zo vertrouwd en tegelijk zo vreemd…
Ze had heel wat herinneringen aan deze plek, maar er waren er maar een paar die ze de rest van haar leven zou blijven koesteren. Eigenlijk waren ze op één hand te tellen: de koele zachte aarde aan haar voeten, het warme zand op het strand en de schok van het koude zeewater. De mistige ochtenden, het luieren in de schaduw op verzengend hete middagen. Allemaal jeugdsentiment natuurlijk.
Ze herinnerde zich de zoute smaak van tranen en een mannenstem: wat is er? Waarom zit je hier in je eentje te huilen? Het was een moment waar ze liever niet aan terugdacht – niet meer. Misschien was ze daarom wel hierheen gekomen, bedacht ze. Om voor eens en voor altijd af te rekenen met het verleden, zodat ze zich met heel haar hart op de toekomst kon richten. Een toekomst die er zo op het oog rooskleurig uitzag, want ze was bezig het soort carrière te maken waar iedere actrice van haar leeftijd van droomde.
Het probleem was alleen dat ze zelf van iets anders droomde en het werd tijd dat daar eens een einde aan kwam. Ze moest accepteren dat datgene waar ze jaren van gedroomd had, nooit werkelijkheid zou worden en dat de man die ze liefhad een andere weg ingeslagen was.
Ze keerde het raam abrupt de rug toe en haalde een paar keer diep adem, zoals ze altijd deed voor ze een belangrijke scène moest spelen. Toen verliet ze de kamer – en botste frontaal tegen Simon op.
‘Daar ben je dus.’ Hij greep haar hardhandig bij haar arm en duwde haar terug de kamer in. ‘Wat heeft dit te betekenen, Rhianna?’ vroeg hij, de deur zorgvuldig achter zich sluitend. ‘Ik dacht dat je niet van plan was om te komen. Dat deed je in ieder geval voorkomen.’
‘Ik had gezegd dat ik nog niet besloten had wat ik zou doen,’ zei ze bevend, voornamelijk van ingehouden woede. ‘Wat is het probleem, Simon? Heb je plotseling last van gewetenswroeging?’
‘Hou op, zeg.’ Hij was duidelijk geïrriteerd. ‘Ik heb een fout gemaakt, dat is alles. Ik ben niet de eerste vent – en ik zal ook zeker niet de laatste zijn – die vlak voor zijn trouwdag last krijgt van koudwatervrees en nog gauw even een tussendoortje heeft met een andere vrouw.’
‘Een tussendoortje?’ herhaalde ze bitter. ‘Zie je dat echt zo? Het lijkt me toch iets meer dan dat, wanneer je tegen de vrouw in kwestie zegt dat je van haar houdt. Wat is dat voor een mentaliteit: een vrouw eeuwige trouw beloven, haar vervolgens zwanger maken om haar uiteindelijk te laten vallen?’
‘Is dat wat je hier komt doen?’ vroeg hij schor. ‘Om me te vertellen dat de abortus niet doorgaat? Of kom je hier soms om stennis te maken?’
‘Nee,’ zei ze. ‘Op beide vragen is het antwoord nee. Je kunt dus weer rustig ademhalen. Maar ik wil je één ding duidelijk maken, Simon. Ik hou mijn mond over deze onverkwikkelijke zaak, maar dat doe ik voor Carrie, niet voor jou. Jij bent een gore gluiperd, een onbetrouwbaar sujet. Ze verdient beter, maar ze wil jou nu eenmaal hebben.’
‘Tja,’ zei hij zacht. ‘Ze is de enige niet. Wat jij, schatje?’ Hij legde een hand tegen haar wang met de bedoeling haar een aai te geven, maar ze deinsde als door een wesp gestoken achteruit.
‘Eruit,’ gebood ze. ‘Zorg dat je Carrie gelukkig maakt. Verwoest haar leven niet ook nog eens, zwijn dat je bent.’
‘Dat was ik ook niet van plan.’ Hij klonk opeens serieus. ‘Ik hou namelijk van haar. Misschien ben ik juist door mijn korte uitstapje gaan beseffen hoeveel ik van haar hou en dat ik niet zonder haar kan. Kun je je daar iets bij voorstellen?’
‘Nee, Simon. Ik begrijp absoluut niets van jou,’ zei ze ijzig. ‘Of van jouw gedrag van de afgelopen maanden. Ik ben wel degene die met de ellende blijft zitten, maar ach, daar zit jij natuurlijk niet mee, hè? Dat is immers mijn probleem,’ voegde ze er bitter aan toe.
‘Je moet niet overdrijven, Rhianna.’ Zijn spottende toon was weer helemaal terug. Er klonk bovendien iets van triomf door in zijn stem. ‘Ellende, hoezo? Wees even reëel, zoveel stelde het toch nog niet voor?’ Hij zweeg een ogenblik. ‘Helaas moet ik er weer gauw vandoor, maar morgen ben ik er weer. En doe me een lol en gedraag je alsjeblieft netjes. Per slot van rekening trouw ik met je beste vriendin,’ besloot hij, waarna hij met een triomfantelijke grijns de kamer verliet.
Rhianna liet zich langzaam op de rand van het bed zakken. Rustig nu maar, zei ze in gedachten tegen zichzelf. Je hebt Simon gezien, en je hebt zelfs met hem gesproken. Dat is nu klaar. Hij is weg, en morgen zal iedereen het zo druk hebben om alles op tijd klaar te krijgen, dat niemand zal opmerken dat je hem probeert te ontlopen. Het mag alleen niet te opvallend, anders krijgt Carrie argwaan.
Vanavond houd je je op de achtergrond. Je doet je mond niet open, tenzij je iets gevraagd wordt. Dat kun je best. In dit huis werd je jarenlang beschouwd als een indringster. Nu ben je een gast die niet welkom is. Na het diner geef je te kennen dat je een beetje moe bent van de reis en trek je je terug.
Denk er aan, waarschuwde ze zichzelf, je laat geen traan. Nu niet, en ook straks niet, wanneer je in bed aan hem ligt te denken en vergeefs probeert om niet naar hem te verlangen. Zoals je in het verleden al zoveel nachten hebt gedaan. En de rest van je leven zult blijven doen.
Nadat Rhianna een beetje tot zichzelf gekomen was en met goed fatsoen naar beneden durfde te gaan, bleek er nog niemand te zijn. De gasten werden kennelijk wel ieder ogenblik verwacht, want op een bijzettafeltje stond een dienblad klaar met twee karaffen, een met Pimms en een met zelfgemaakte vruchtensap, en een wijnkoeler met een fles witte wijn.
De avondzon wierp haar gouden stralen door de openstaande tuindeuren naar binnen en in de verte was het ruisen van de zee te horen.
Rhianna wilde net naar buiten lopen, toen ze zich bedacht. Het was verleidelijk om langs het strand te gaan wandelen, maar ze was er niet op gekleed. Er zat niets anders op dan hier te blijven en hopen dat de avond zo snel mogelijk voorbijging.
Ze ging voor de open haard staan en bekeek de portretten van Tamsin Penvarnon en haar Spaanse echtgenoot, die aan weerszijden van de schoorsteen hingen. Lang geleden, op een middag dat Simon geheel tegen zijn zin met zijn moeder mee naar Truro moest om kleren te kopen, had Carrie haar hun levensgeschiedenis verteld.
‘Enkele jaren nadat de Armada uiteengeslagen was, voerden de Spanjaarden vanuit de zee een bliksemaanval uit op Cornwall,’ zo had ze verteld. ‘Ze slaagden erin Mousehole en Newlyn plat te branden, maar eenmaal terug in hun galeien werden ze aangevallen. Bij dat gevecht raakte een van hun kapiteins, Jorge Diaz, gewond. Hij sloeg overboord en spoelde aan land in wat nu nog steeds onze baai is. Daar werd hij meer dood dan levend aangetroffen door Tamsin, dochter en enig kind van de Penvarnons. Ze liet hem naar huis brengen en verzorgde hem tot hij weer helemaal opgeknapt was.’
Ze had ondeugend gegrijnsd. ‘En wat denk je? Op zekere dag bleek Tamsin zwanger te zijn. Dus trouwde ze met kapitein Diaz. Voor het geval iemand lastige vragen ging stellen, verzon de familie dat hij een verre neef was, een lid van de zwarte tak uit de buurt van St. Just. Hij nam de familienaam over, maar Tamsin en hij noemden een van hun zonen Diaz, een traditie die in de generaties erna werd voortgezet. Dus toen oom Ben en tante Esther een zoon kregen, wist iedereen welke naam hij bij zijn doop zou krijgen.’
Ze had een dromerige zucht geslaakt. ‘Wat een romantisch verhaal, hè? Vooral als je weet dat de vader van Jorge Diaz een van de conquistadores was die Zuid-Amerika veroverden. Hij werd schatrijk en werd grootgrondbezitter. Toen hij stierf verviel alles aan Juan Diaz, de oudste zoon, die echter kort daarop stierf, waardoor de familiebezittingen in handen kwamen van Jorge en Tamsin. Zo komen de Penvarnons dus aan hun rijkdom. Bovendien bleek hun grond in Chili vol bodemschatten te zitten, waardoor mijn neef Diaz multimiljonair werd. Wij zijn de arme tak,’ had ze er olijk aan toegevoegd. ‘Al vindt mammie het niet leuk wanneer ik dat zeg.’
‘Is je tante… Is Mrs. Penvarnon, bedoel ik, ook overleden?’ had Rhianna gevraagd.
‘Nee, hoor. Ze leeft nog, maar ze woont in het buitenland. Ze heeft geen behoefte om hier terug te komen.’
‘O. Waarom niet? Het is hier zo mooi.’
Carrie had haar schouders opgehaald. ‘Ik heb geen idee. Ik heb het wel eens gevraagd aan mijn vader. Hij zei toen dat sommige mensen nu eenmaal niet graag verhuizen. Jorge Diaz vond dat kennelijk niet zo’n probleem. Toen hij en Tamsin eenmaal in goeden doen waren, hebben ze zich laten portretteren. Het zijn echt staatsieportretten. Zij staat erop met de goud met turkooizen Penvarnonketting om haar hals, die hij speciaal voor haar had laten maken. Als er een keer eens niemand in huis is, zal ik je die portretten laten zien.’
Carrie had woord gehouden. Rhianna herinnerde zich nog het moment dat ze de portretten van de twee geliefden voor het eerst zag. Een knappe jongeman met donkere trekken en een beeldschone vrouw met een bos rode haren en levendige blauwe ogen.
De gelijkenis tussen Diaz Penvarnon en zijn Spaanse voorouder was werkelijk treffend, constateerde ze, nu ze de portretten nog eens goed bekeek. Als ze dat zwarte sikje van Don Jorge even wegdacht, dat hemd met die ruches verving door een modern wit shirt met een openstaande kraag en ze hem zich voorstelde met een mobieltje in de hand in plaats van een zwaard, dan zou Don Jorge zo kunnen doorgaan voor Diaz’ tweelingbroer.
Het waren allebei avonturiers. Hun blik was op de horizon gericht, uitkijkend naar nieuwe werelden om te veroveren en naar mogelijkheden om fortuin te maken.
Ze ging voor het andere portret staan. Tamsin had nooit kunnen vermoeden waar ze aan begon, toen ze zich liefdevol over de Spaanse schipbreukeling ontfermde… Zou ze nooit eens hebben verlangd naar een wat rustiger bestaan, vroeg Rhianna zich af. Tamsin leek niet iemand die aan zichzelf twijfelde. Ze keek met dezelfde mengeling van trots en zekerheid de wereld in als haar knappe echtgenoot. In haar ene hand hield ze een waaier die uit prachtige gekleurde veren bestond. De zwaar beringde vingers van de andere hand wezen naar het opvallende halssieraad dat ze droeg: een turkooizen ketting gevat in een gouden setting, waarvan de hanger, die bestond uit een enkele steen omringd met parels, half in haar decolleté verdween.
‘Die halsketting lag vroeger altijd in dat vitrinekastje op tafel,’ had Carrie destijds verteld. ‘Maar op een gegeven moment besloot oom Ben dat hij maar beter in een bankkluis bewaard kon worden. Het had iets met de verzekering te maken, geloof ik. Alle Penvarnonbruiden hebben hem gedragen op de dag dat ze trouwden, dus ik vrees dat we zullen moeten wachten tot Diaz trouwt voordat we dat ding in het echt te zien krijgen.’ Ze was intussen naar het vitrinekastje gehuppeld. ‘Maar de waaier ligt er nog wel in, dus als je hem wilt zien…’
Ze had het bij kijken moeten laten, dacht Rhianna, maar ze was niet tegen de verleiding bestand geweest en had het voorwerp uit de vitrine gehaald.
Zodra ze de waaier in haar hand had gehouden, was er iets vreemds gebeurd. Het was net of ze was veranderd in een volwassen, zelfbewuste vrouw. Ze had langzaam door de kamer geschreden, minzaam haar ogen opslaand naar links en naar rechts, als werd ze omringd door een schare bewonderaars.
Vanaf dat moment had ze geweten dat ze actrice wilde worden, denkend dat ze door te spelen dat ze een ander was, aan de eenzaamheid zou kunnen ontsnappen.
Toen ze zich, beschaamd lachend om haar eigen fantasie, naar Carrie had omgedraaid, had ze Moira Seymour met een zuur gezicht in de deuropening zien staan. En vlak achter haar had Diaz Penvarnon gestaan, die al net zomin vrolijk uit zijn ogen had gekeken.
‘Waar haal je de brutaliteit vandaan?’ had de oudere vrouw boos uitgeroepen. ‘Hoe durf je ook maar iets aan te raken in dit huis, jij kleine –’
‘Het is niet haar fout,’ had Carrie haastig gezegd. ‘Ik heb gezegd dat ze de waaier best even mocht vasthouden.’
Mrs. Seymour had haar boosheid op haar dochter gericht. ‘Je weet dat dat verboden is, Caroline. Dit is een erfstuk van de familie Penvarnon, niet een stuk speelgoed waar iedereen maar met zijn tengels aan kan zitten. Van nu af aan gaat die vitrine op slot. En wat doet dat kind hier in huis? Ze mag hier helemaal niet komen! Daar ben ik van meet af aan expliciet over geweest.’ Ze had Rhianna streng aangekeken en had haar hand opengehouden. ‘Geef hier dat ding en maak dat je wegkomt. En denk maar niet dat hierover het laatste woord is gezegd.’
Rhianna was krijtwit geworden. ‘Maar ik heb hem toch niet stukgemaakt,’ had ze gestameld. ‘Dat zou ik nooit doen. Ik wilde hem alleen maar even vasthouden, omdat hij ooit van haar is geweest…’ Ze had een zijdelingse blik op het portret van Tamsin geworpen. ‘Ik vind haar zo mooi.’
‘Het is wel goed, tante Moira,’ had Diaz Penvarnon rustig gezegd. ‘Laat mij maar even.’ Hij was naar voren gekomen en had de waaier voorzichtig uit Rhianna’s vingers getrokken. ‘Je had vast geen kwaad in de zin, maar die waaier is erg oud en daardoor nogal breekbaar.’ Hij had Mrs. Seymour aangekeken. ‘Ik zei de vorige keer al dat hij eigenlijk in een kostuummuseum thuishoort. Ik zal er meteen werk van maken.’
Het was een ogenblik stil gebleven. ‘Zoals je wilt,’ had Mrs. Seymour vervolgens met tegenzin gezegd.
‘Ja, dat lijkt me het beste.’ Hij had de waaier teruggelegd in de vitrine en vervolgens het glazen deksel gesloten. ‘Zo. Niets aan de hand. Hij is nog heel. Gaan jullie nu maar gauw naar buiten, dan hebben we het er verder niet meer over.’
Diaz had woord gehouden, dacht Rhianna, want de verwachte donderpreek van tante Kezia bleef uit. Een paar dagen daarna werd het vitrinekastje met zijn kostbare inhoud in een busje geladen en naar een andere locatie gebracht.
‘Mammie is niet te genieten,’ had Carrie geklaagd. ‘Altijd wanneer we bezoek kregen, liet ze ze maar wat graag ons familierelikwie zien. Zo noemt ze de waaier. Dat kan nu niet meer. Ze sprong helemaal uit haar vel toen pappie opmerkte dat hij toch aan Diaz’ voorouders had toebehoord, en niet aan de onze, en dat hij mocht bepalen wat hij ermee wilde doen.’
Ze had een ogenblik gezwegen. ‘O, en hij zei ook nog,’ had ze heel wat opgewekter vervolgd, ‘dat het onzin was om jou de toegang tot het huis te ontzeggen. Hij vond het een wonder dat je dat verbod niet eerder had overtreden. En hij zei dat Diaz er net zo over dacht, dus daar hoeven we ons dus voortaan niets van aan te trekken.’
Daar had Rhianna zo haar twijfels over gehad, maar ze had haar gedachten voor zich gehouden.
Ze slaakte een diepe zucht. Dat was jaren geleden, maar intussen was er weinig veranderd. Ze wierp een laatste blik op het portret. Deze Tamsin had de man van haar leven gekregen, maar gezien de tijd waarin ze leefde, had ze daarvoor heel wat hindernissen moeten overwinnen. Rhianna draaide zich om… en bleef als aan de grond genageld staan.
Diaz… Nonchalant tegen een deurpost geleund sloeg hij haar gade.
‘Je laat me schrikken,’ stamelde ze.
‘Kennelijk ben je toch niet zo heel erg bang voor me,’ merkte hij droogjes op. ‘Anders was je wel weggebleven.’
Rhianna beet op haar lip. ‘Op dit moment, bedoelde ik. Ik had helemaal niet in de gaten dat je daar stond.’
‘Je was in gedachten,’ zei hij. ‘Volgens mij fascineerden die portretten je vroeger ook al.’
Ze haalde haar schouders op. ‘Er zit ook een interessante geschiedenis aan vast.’ Ze keek hem aan. ‘Ik keek naar die bijzondere halsketting van haar en ik vroeg me af of er een speciale reden was waarom je voorouder voor turkooizen had gekozen.’
‘Turkooizen staan voor de verbinding tussen de hemel en de zee,’ legde hij uit. ‘Heel toepasselijk dus voor een vrouw uit Cornwall.’
‘Aha, dat wist ik niet,’ zei ze. ‘Ik zou hem zo graag in het echt willen zien, dus ik hoopte eigenlijk stiekem dat je hem aan Carrie zou uitlenen op haar trouwdag.’
‘Het spijt me voor je, maar hij wordt uitsluitend gedragen door de bruid van een Penvarnon. Als symbool van trouw en continuïteit van het huwelijk.’ Hij glimlachte minzaam. ‘Dat ligt in dit geval dus nogal moeilijk, denk je ook niet?’
‘Ik denk anders dat Carrie een fantastische en loyale echtgenote zal zijn,’ wierp Rhianna ertegenin.
‘O, daar twijfel ik ook geen moment aan. Mijn opmerking slaat dan ook meer op de bruidegom. Als iemand dat zal begrijpen, ben jij dat.’
Ze ontweek zijn blik. ‘Nou ja, het doet er niet toe. Ik vind het wel jammer, want aangezien ik wel niet op de lijst van genodigden zal staan wanneer jij in het huwelijksbootje stapt, zal ik die bijzondere halsketting nooit in het echt te zien krijgen.’ Ze zweeg een ogenblik. ‘Is die waaier trouwens nog in een museum terechtgekomen?’
‘De waaier? Jazeker. Ik was dat voorval bijna vergeten, zeg. Maar hij is in handen van mensen die er goed op passen.’ Hij maakte zich los van de deurpost en liep de kamer in. ‘Ik ben helemaal geen goede gastheer,’ zei hij. ‘Kan ik iets voor je inschenken? Een glaasje Pimms misschien?’
Daar zou ze best zin in hebben, maar het leek haar verstandiger om vanavond nuchter te blijven. ‘Nee, dank je. Ik wil liever iets non-alcoholisch.’
Hij staarde haar een ogenblik aan. ‘Natuurlijk, het komt eraan.’ Hij draaide zich abrupt om naar het tafeltje met de drank.
‘Waar drinken we op?’ vroeg hij, toen hij haar even later een longdrinkglas met vruchtensap aanreikte. ‘Op het aanstaande echtpaar? Of op jouw gezondheid? Want dat is op dit moment misschien wel belangrijker, lijkt me.’
Rhianna keek hem verbaasd aan. ‘Hoe kom je daar nu bij?’
Hij haalde zijn schouders op. ‘In jouw werk kun je je immers niet veroorloven voor langere tijd afwezig te zijn – om welke reden dan ook. Vooral niet omdat er tientallen meiden met knappe gezichtjes staan te trappelen om je plaats voor de camera’s in te nemen.’
‘Fijn dat je me er nog even op wijst. Het zullen er trouwens honderden zijn.’ De koele, ietwat rinse vruchtendrank deed haar goed. ‘Maar tot nu toe ben ik er redelijk in geslaagd om gezond te blijven, dus voorlopig is een vervanging niet aan de orde.’
‘Maar dat moment zal toch eens komen,’ zei Diaz. ‘En voor televisiekijkers geldt: uit het oog, uit het hart. Als je te lang niet op het scherm te zien ben, weet niemand meer wie je bent. Wat ga je dan doen?’
‘Je bezorgdheid is roerend,’ reageerde ze hoffelijk. ‘Maar voorlopig ben ik nog niet uitgerangeerd. Tenzij jij zoveel aandelen in de productiemaatschappij bezit, dat je daar invloed op kunt uitoefenen. Maar zelfs dan zal het je niet meevallen.’
‘Nee,’ zei hij zacht. ‘Jij bent niet iemand die met stille trom zal vertrekken. Dat heb je meer dan duidelijk gemaakt.’
Iets in zijn stem deed een huivering langs haar ruggengraat lopen. Terwijl ze hem peinzend aanstaarde, stormde Carrie binnen, en ze keek niet bepaald blij.
‘Het is niet te geloven!’ riep ze geagiteerd uit. ‘Denk je alles gehad te hebben, en dan krijg je dit weer!’
Rhianna ging onmiddellijk naar haar vriendin toe. ‘Wat is er?’
‘Mrs. Rawlins,’ antwoordde Carrie met een mengeling van boosheid en wanhoop. ‘Wie anders? Alweer Mrs. Rawlins natuurlijk.’
‘Niets zeggen, ik weet het,’ zei Rhianna snel in een poging om haar vriendin aan het lachen te maken. ‘Ze heeft ontdekt wat we met de sluier gedaan hebben en stapt nu naar de rechter.’
Carrie liet zich echter niet opvrolijken. ‘Ik had je toch verteld dat Simons peetvader en zijn vrouw speciaal een dag eerder zijn gekomen? Weet je waarom? Mrs. Rawlins blijkt hen te hebben uitgenodigd voor het diner morgenavond, terwijl ze niet op de gastenlijst staan!’
Ze maakte een moedeloos gebaar. ‘Mijn moeder heeft nog geprobeerd uit te leggen dat de Polkernick Arms slechts plaats biedt voor een bepaald aantal mensen, maar dat argument werd meteen van tafel geveegd. Als we allemaal een beetje indikten, konden ze er volgens Simons moeder nog best bij. Maar dat kan niet, dat weet ik gewoon.’
Rhianna sloeg troostend een arm om Carries schouders. ‘Het lijkt me dat Simon even met zijn moeder moet gaan praten. Hij kan haar vast wel tot rede brengen.’
‘Vergeet het maar,’ zei Carrie ongewoon stroef. ‘Ze heeft hem toch al opgestookt dat onze vrienden en kennissen oververtegenwoordigd zijn. Hij staat er vast op dat ze ingepast moeten worden en dat we anders naar een groter restaurant op zoek zullen moeten gaan. Daar zinspeelde zijn moeder al op,’ voegde ze er somber aan toe. ‘Maar dat zal op zo’n korte termijn niet lukken.’
Een zichtbaar gestreste Moira Seymour kwam de salon binnen. ‘De manager wil er niets van weten,’ zei ze tegen haar dochter. ‘Ze hebben plaats voor een bepaald aantal personen, dat is reglementair bepaald. Ze zitten al aan het maximum, precies zoals ik dat onmogelijke mens duidelijk probeerde te maken. We gaan echt geen andere mensen schrappen ten behoeve van twee ongenode gasten.’
‘Nee,’ viel Diaz haar onverwacht bij. ‘Maar misschien zijn er wel mensen die bereid zijn om hun plaats af te staan.’ Hij keek Rhianna veelbetekenend aan. ‘Wat denk je ervan, Miss Carlow,’ zei hij zacht. ‘Ben je bereid om Carrie uit de brand te helpen door je plaats aan het diner af te staan, en in plaats daarvan samen met mij uit eten te gaan?’
Er viel een diepe stilte. Echt een cliffhanger aan het einde van een acte, dacht Rhianna. Iedereen blijft roerloos staan, en langzaam gaat het doek dicht. Een beetje ouderwets, maar niettemin zeer effectief.
Carrie staarde Diaz met open mond aan, en haar moeder leek te zijn veranderd in een ijssculptuur. Zelf stond ze eveneens aan de grond genageld, en Diaz sloeg haar spottend gade.
Moira Seymour was de eerste die haar stem hervond. ‘Maar dat kan toch niet,’ wierp ze tegen. ‘Het is bijzonder edelmoedig van je, Diaz, maar afgezien van het feit dat je Carries neef bent, trouwt ze ook nog vanuit jouw huis. Jij hoort er gewoon bij te zijn.’
‘Als ik het me goed herinner, was het al niet zeker of ik wel bij de bruiloft aanwezig kon zijn,’ zei hij droogjes. ‘Zelfs op dit moment kan ik niet beloven dat ik de ceremonie zal kunnen bijwonen. De bruiloft zal gewoon plaatsvinden, of ik er nu wel of niet bij ben.’
Hij keek Rhianna even aan. ‘En als ik me niet vergis, is Rhianna ook pas op het laatste moment op de gastenlijst gezet,’ voegde hij eraan toe. ‘We zitten in een vergelijkbare positie, dus wat is erop tegen om ons op te offeren en samen iets anders gaan doen?’
‘Maar dit is toch te absurd voor woorden?’ brieste Moira Seymour. ‘Hoe kun je nu…’ Ze besefte dat ze iets ging zeggen wat wel eens verkeerd zou kunnen vallen en herstelde zich haastig. ‘Ik bedoel, ik kan niet toestaan dat je je opoffert, beste Diaz. Ik weet zeker dat Miss Carlow dat ook niet van je verwacht.’
‘O, maar u hoeft echt geen medelijden met me hebben, hoor,’ zei hij duidelijk geamuseerd. ‘Ik weet niet of u het weet, maar er is in heel Engeland geen man die niet een gat in de lucht zou springen als hij de kans kreeg om de grootste televisiester van dit moment uit dineren te nemen.’
O nee? Ik ken er anders wel een, hoor, dacht Rhianna. Hij staat hier recht tegenover me. Waarom doe je dit, Diaz? Wat zit erachter?
‘Bovendien hebt u Mrs. Rawlins dan mooi tuk,’ hernam hij. ‘Zij staat klaar om de strijd met u aan te gaan, en ze zal lelijk op haar neus kijken als straks blijkt dat er helemaal geen sprake is van een strijd, omdat u het probleem keurig in stilte hebt opgelost. Zij hoeft niet te weten dat u alleen maar twee naamkaartjes hebt hoeven te vervangen door twee nieuwe.’
Hij keek Rhianna weer aan. ‘Het is natuurlijk heel sneu als je er niet bij kunt zijn, maar weet dan dat je bijgedragen hebt tot het oplossen van een lastig probleem. De bruidegom zal je in ieder geval eeuwig dankbaar zijn, denk ik.’
Hij lachte haar bemoedigend toe. ‘Dus, Rhianna, ben je bereid om je op te offeren – al was het alleen maar om Simon een gelukkig man te maken?’ Zijn staalgrijze ogen keken haar uitdagend aan. Uitdagend, maar koud.
‘Als je het zo stelt, kan ik toch niet weigeren?’ vroeg ze ijzig.
Hij glimlachte van oor tot oor. ‘Ik zou anders wel een paar argumenten kunnen verzinnen, en jij ook, denk ik.’ Hij richtte zich tot Moira Seymour, wier gezicht nog altijd een stenen masker was. ‘Ik stel voor dat Rhianna gewoon met jullie mee naar The Arms gaat om te borrelen, dan komen de fans van Castle Pride ook aan hun trekken. Tegen de tijd dat we aan tafel gaan, verdwijnen wij door de achterdeur. Zullen we het zo doen?’
‘Het moet maar,’ mompelde Carrie weinig enthousiast. Ze haakte een arm door die van Rhianna. ‘Nu moet ik de twee mensen missen die ik er juist zo graag bij had willen hebben. Dat is wel het laatste wat ik wilde.’ Ze trok haar wenkbrauwen samen. ‘Het is een oplossing, maar wel voor een probleem dat nooit had mogen ontstaan, en dat zal ik Simon zeggen ook.’
‘Pak hem maar niet te streng aan,’ zei Diaz lachend. ‘Anders verandert hij misschien van gedachten en laat hij je zaterdag voor het altaar staan.’
Carrie ontspande zichtbaar. ‘Nee, hoor. Daar ben ik niet bang voor,’ zei ze grinnikend terug.
Rhianna vertrok geen spier en nam intussen een slok van haar vruchtensap, dat plotseling naar azijn smaakte.