Hoofdstuk 8
Diaz en zij waren de trap op gerend naar haar appartement op de eerste verdieping, herinnerde ze zich. Lachend en hand in hand. Voor haar deur waren ze opnieuw in elkaars armen gevallen. Tegen de tijd dat Rhianna de deur wilde opendoen, stond ze zo te trillen op haar benen dat ze de sleutel bijna niet in het slot kreeg. Dat Diaz intussen zijn lippen in haar nek drukte, maakte het er niet gemakkelijker op.
Eenmaal binnen in de hal was er niets meer wat hen tegenhield. Terwijl zij aan de knoopjes van zijn shirt frummelde, liefkoosde hij haar hals en de rondingen van haar borsten met zijn lippen.
Met hese stem fluisterde hij haar naam. Toen hoorde ze weer haar naam, maar deze keer was het een andere stem en kwam het geluid uit een andere richting. Geschrokken keek ze op. In de deuropening van de zitkamer stond een klein, kwetsbaar figuurtje met verwarde haren en een betraand gezicht.
‘Donna?’ Rhianna slikte moeilijk. ‘Wat doe jij hier?’
‘Ik wist niet waar ik anders heen moest, en toen ben ik maar teruggekomen,’ zei Donna snikkend. ‘O, Rhianna. Het spijt me zo. Je moet begrijpen…’ Ze keek naar Diaz en sloeg een hand voor haar mond. ‘Ik wist niet dat je…
‘Geeft niet,’ hoorde Rhianna iemand met haar stem zeggen. Iemand die kalm en beheerst klonk, niet iemand die bezig was vanbinnen dood te gaan, van teleurstelling en van nog veel meer.
‘Donna, mag ik je voorstellen, dit is Diaz Penvarnon, een neef van mijn vriendin Caroline Seymour, over wie ik je wel eens heb verteld.’ Ze zweeg even alvorens verder te gaan. ‘Diaz, dit is Donna Winston, een collega van me in Castle Pride. Ze heeft een tijdje bij me gewoond tot ze… tot ze ergens anders terecht kon.’
‘Maar dat blijkt tegen te vallen,’ zei hij. Maar waarom uitgerekend vanavond, vroeg hij zich gefrustreerd af. ‘Ik denk dat ik er maar beter vandoor kan gaan. Kan ik je morgen bellen? Sta je in het telefoonboek?’
Dat was niet het geval, dus ze gaf hem haar telefoonnummer, dat hij meteen in zijn mobieltje opsloeg.
‘Ik ga wel even koffie zetten,’ mompelde Donna, terwijl ze naar de keuken verdween.
Diaz trok Rhianna weer naar zich toe. ‘Soms laat het drama zich niet tot het televisiescherm beperken,’ mompelde hij met een wrange glimlach. ‘Het gaat zeker om een vent?’
‘Ik denk het wel.’ Ik weet het wel zeker, dacht ze erachteraan. ‘O, Diaz, het spijt me vreselijk,’ zei ze.
‘Nou, mij ook.’ Hij kuste haar vluchtig op de lippen. ‘Maar zodra we de kans krijgen, doen we het dunnetjes over, dat beloof ik.’
Daar twijfelde ze geen moment aan, ook al was het kwaad al geschied.
De volgende dag belde hij inderdaad. ‘En, hoe is het met je vriendin?’
‘Slecht,’ bekende ze. Ze had een doorwaakte nacht achter de rug en het deed haar goed om zijn stem te horen.
‘Daar ben je dus voorlopig nog niet vanaf, begrijp ik,’ zei hij berustend. ‘We zullen geduld moeten hebben.’ Hij zweeg een ogenblik. ‘Maar we kunnen elkaar toch gewoon zien? Zullen we vanavond naar de film gaan?’
‘Goed idee.’ Ze grijnsde van oor tot oor.
Donna was pas laat haar bed uit gekomen en hing de rest van de dag treurend op de bank. Tegen het einde van de middag kondigde ze aan dat ze naar haar agent ging.
Hopelijk ging ze ook meteen op zoek naar een andere woonruimte, dacht Rhianna, terwijl ze zich in een warm bad liet zakken, want ze kan niet hier blijven – nu zeker niet.
Ze was net uit bad gestapt, toen de deurbel ging. Ze wierp een blik op haar polshorloge en grinnikte. Niet te geloven, hij was veertig minuten te vroeg! Glimlachend deed ze open.
‘Hallo, Rhianna,’ zei Simon. Hij wachtte niet tot hij binnen werd gevraagd en liep gewoon door. ‘Ben je alleen? Mooi. Want we moeten eens een ernstig gesprek hebben, jij en ik.’
‘Het komt nu alleen niet zo goed uit,’ zei ze haastig. ‘Mijn bezoek kan ieder ogenblik voor de deur staan.’ En hij is wel de laatste die jou hier mag aantreffen.
‘Nou, dat is dan jammer.’ Hij was doorgelopen naar de zitkamer, pakte een glas uit de kast en schonk zichzelf een dubbele whisky in. Toen draaide hij zich met een kwaad gezicht naar haar om. ‘Ze heeft het je zeker al verteld?’
‘Inderdaad,’ zei ze. ‘Ze heeft verteld dat je haar aan de kant hebt gezet. Ze heeft ook verteld dat jij denkt dat ze ervoor gezorgd heeft dat ze zwanger raakte om je te strikken. En dat jij vond dat ze het maar weg moest laten halen. Grote klasse, Simon.’
‘Jij staat aan haar kant natuurlijk,’ zei hij. ‘Vrouwen verenigt u tegen de mannelijke onderdrukker – dat ken ik. Maar laat je niet om de tuin leiden door die grote onschuldige reeënogen van haar. Veel aanmoediging had ze niet nodig, dat zal je die avond niet ontgaan zijn.’
Alsof ze dat moment ooit zou kunnen vergeten. Ze had die avond een diner, maar was wegens een aanval van migraine – iets wat niet vaak gebeurde – voortijdig naar huis gegaan. Bij thuiskomst betrapte ze Simon en Donna, terwijl ze een nummertje op het haardkleedje aan het maken waren.
Donna, die haar het eerst in de gaten kreeg, begon te gillen, waarop Simon haastig en nogal onceremonieel overeind sprong. Gechoqueerd had Rhianna zich teruggetrokken op haar slaapkamer.
Ze haalde diep adem. ‘Ik kies helemaal geen partij,’ zei ze verontwaardigd. ‘Maar jij weet vast niet dat ze gisteravond dreigde om een eind aan haar leven te maken.’
‘Ach, dat kind moet niet zo hysterisch doen,’ reageerde hij onverschillig. ‘Maar je begrijpt toch zeker wel dat er geen baby kan komen? Ik heb het juist zo goed voor elkaar allemaal, en ik moet er niet aan denken om alles kwijt te raken door één zo’n stommiteit.’
‘Eén stommiteit? Een hele reeks stommiteiten zul je bedoelen.’ Ze keek hem furieus aan. Wat was er gebeurd met de Simon van vroeger? En dan te bedenken dat ze nog een tijdje had gedacht dat ze verliefd op hem was. Ze schaamde zich zo voor het feit dat ze jaloers was op Carrie, dat ze haar vriendin soms bijna niet aan durfde te kijken.
‘Ik vind niet dat jij er iets over te zeggen hebt,’ voegde ze eraan toe. ‘Het onderbreken van een zwangerschap is een buitengewoon serieuze aangelegenheid voor een vrouw.’
‘Nou en? Het gaat hier wel om mijn toekomst, en die is minstens zo belangrijk.’ Hij nam een flinke slok whisky. ‘Allemachtig, Rhianna. Ik hoef jou toch niet uit te leggen wat dit voor Carrie betekent als ze erachter komt? Ze mag dit absoluut niet te weten komen.’
‘Weet ik,’ mompelde ze wrang. ‘Van mij zal ze het ook niet te horen krijgen.’
‘Mooi zo. Nou, regel jij het dan verder met Donna? Ze vertrouwt je, dus jij kunt haar vast wel overhalen om te doen wat ze moet doen. En als je het niet voor mij wilt doen, doe het dan voor Carrie.’ Hij wierp de rest van zijn whisky achterover en zette zijn lege glas neer. ‘Je bent best een mooie meid eigenlijk, Rhianna,’ zei hij langzaam. ‘En je ziet er verdraaid lekker uit in die kamerjas. Je hebt er vast niets onder aan. Laat eens zien? Kom op, gewoon, net als in die goede oude tijd.’
‘Ik weet van geen “goede, oude tijd”, Simon.’ Ze wierp hem een minachtende blik toe. ‘Die heeft voor mij nooit bestaan. En nu opgehoepeld, en vlug een beetje.’
Hij liet een zacht gefluit horen. ‘Wat een harde woorden, zeg. Maar je werkt wel mee, hè? Je hebt namelijk geen keus, weet je.’ Hij bleef staan bij de voordeur, die ze met een ruk opentrok. ‘Ik reken op je. Stel me dus niet teleur,’ besloot hij.
Toen hij zich omdraaide om weg te gaan, zag ze hem verrast opkijken. Diaz, flitste het door haar heen. Ze deed een stap naar voren en zag Diaz roerloos bovenaan de trap staan.
‘Kijk aan,’ zei Simon spottend. ‘De verwachte bewonderaar. Goh, Rhianna, je hebt verrassende kanten, moet ik zeggen. Ik moet Carrie zeker de groeten van je doen, neem ik aan? Hallo en tot ziens, Diaz. Fijne avond nog – dat gaat vast lukken.’ Hij gaf Rhianna een knipoog, waarna hij vertrok.
Rhianna staarde Diaz verstijfd aan. Wat nu? Hij zou natuurlijk allerlei vragen gaan stellen, vragen waarop ze het antwoord schuldig moest blijven… De moed zonk haar in de schoenen.
‘Komt hij vaak bij je langs?’ vroeg Diaz, terwijl ze de voordeur sloot.
Wat moet ik nu zeggen? Moet ik soms tegen hem liegen? Dat wil ik helemaal niet! ‘Hij komt wel eens langs, ja,’ antwoordde ze.
‘Daar heeft Carrie anders niets over gezegd.’
‘Waarschijnlijk vond ze het niet noemenswaardig.’ Rhianna haalde haar schouders op. ‘Per slot van rekening ken ik hem nog van vroeger.’
‘Ja,’ zei hij peinzend. ‘Dat is waar.’ Hij liet een blik over haar gestalte gaan. ‘Ontvang je hem altijd in je kamerjas?’
‘Natuurlijk niet. Ben je nu helemaal?’ Haar verontwaardiging was tenminste echt. ‘Ik verwachtte ook niet dat hij vanavond langs zou komen, als dat je dat soms denkt.’
‘Eerlijk gezegd weet ik niet goed wat ik hiervan moet denken. Op deze manier verwachtte ik in ieder geval niet te worden verwelkomd.’
Ze sloeg haar ogen neer. ‘Ik had ook iets heel anders voor ogen.’
Hij keek om zich heen. ‘Waar is onze treurwilg?’
‘Doe niet zo onaardig!’
‘Ik ben op het moment niet zo meelevend, vrees ik. Intussen heb ik nog geen antwoord op mijn vraag.’
‘Ze is de deur uit,’ zei Rhianna.
Hij trok zijn wenkbrauwen op. ‘Eindelijk iets goeds,’ zei hij zacht. ‘Zullen we die film maar vergeten en hier blijven?’
Twee stappen en ze lag in zijn armen, dacht ze. En dan zouden alle vragen vergeten zijn. Hij verlangde naar haar. Zij verlangde naar hem. Zo simpel was het. Of toch niet?
Had ze niet daarnet, in deze zelfde kamer, gezien waartoe seks zonder diepere betrokkenheid kon leiden? Ze wist wat ze voor Diaz voelde, maar ze had geen idee wat hij werkelijk voor háár voelde. Hij was nog steeds een raadsel voor haar. Hij verweet haar vijf jaar geleden naar Londen te zijn gevlucht, maar hij was haar niet achterna gekomen. Hij had haar gewoon laten gaan. Hij had haar op geen enkele manier gesteund. Degenen die haar wel hadden gesteund waren Francis Seymour en Carrie.
Dat hij nu hier was, had alles te maken met dat wat er die ene avond, vijf jaar geleden, tussen hen gebeurd was. Iets wat zij nooit had kunnen vergeten, en hij kennelijk ook niet, ook al was hij daarna gewoon doorgegaan met zijn leven, met geld verdienen, met vrouwen versieren.
Hij verlangde naar haar, ja. Maar wie kon garanderen dat er nooit een moment zou komen waarop hij genoeg van haar had? Wat weerhield hem ervan om haar dan te laten vallen, zoals Simon Donna als een baksteen had laten vallen?
Ze moest er niet aan denken op die manier te worden behandeld. Daar had ze te veel eigenwaarde voor, bedacht ze.
‘Dat kan niet,’ antwoordde ze resoluut. ‘Donna kan ieder ogenblik thuiskomen. Dus het wordt de film of niets.’ Ze keek hem koeltjes aan. ‘Gezien de stemming waarin je op dit moment verkeert, voel ik het meest voor het laatste.’
‘Ik zou je op andere gedachten kunnen brengen.’
‘Waarom zou je dat doen, Mr. Penvarnon?’ vroeg ze spottend om niet te laten merken dat ze in werkelijkheid wel kon huilen. ‘Bespaar je de moeite.’
Hij reageerde niet, maar liet een veelbetekenende blik over haar gestalte gaan, alsof hij haar uitkleedde met zijn ogen. Ze gaf geen krimp, ofschoon iedere vezel van haar lichaam naar hem snakte. Uiteindelijk draaide hij zich om en liep hij weg.
Zodra ze de voordeur hoorde dichtgaan, liet ze zich op de bank zakken en verborg haar gezicht in haar handen.
Op dat moment dacht ze nog dat dat het ergste was wat haar kon overkomen, herinnerde ze zich. Nu wist ze wel beter. Ze stond op van de bank en streek haar haren naar achteren. Dat oeverloze gemijmer had ook geen enkel nut. Ze was toch van plan om alvast haar spullen bij elkaar te pakken? Nou dan. Stel je niet aan, sprak ze zichzelf in gedachten streng toe. Veel langer dan vierentwintig uur zou ze niet in zijn gezelschap zijn, en als er intussen nog steeds sprake was van een zekere aantrekkingskracht, dan moesten ze daar vooral geen gehoor aan geven. Dat was beter voor haar, en voor hem ook. Klaar. Uit. Afgelopen!
Ze deed de kastdeur open. Na een chagrijnige blik op haar kleren te hebben geworpen, besloot ze haar koffiekleurige linnen jurkje aan te trekken en de rest in te pakken. Maar toen ze het kledingstuk uit de kast wilde halen, viel er een bruine envelop uit de zak.
Verwonderd raapte ze hem op. Hij was aan haar geadresseerd, maar het handschrift kwam haar niet bekend voor. Nieuwsgierig maakte ze hem open. Er zat een mapje met foto’s in en een begeleidend briefje.
Ze ging op bed zitten, knipte het licht aan en las het briefje.
Geachte Miss Carlow,
Bij het ontruimen van de slaapkamer van het appartement, vonden we tussen het bed en de muur dit mapje met foto’s. Het moet van uw tante geweest zijn. Het leek me dat u er wel prijs op zou stellen, dus heb ik het maar bij uw kleren gestopt.
Ik hoop dat ik er goed aan gedaan heb.
M. Henderson
Rhianna trok een grimas. Nee maar, dacht ze. Heeft tante Kezia me toch nog iets nagelaten. Niet te geloven. Ze vouwde het mapje open en haalde er een handvol foto’s uit.
Het bleek een merkwaardige verzameling te zijn. Alle foto’s waren genomen op het terrein van Penvarnon House, alleen stonden er geen mooie vergezichten of doorkijkjes op, zoals je zou verwachten, maar mensen – mensen die duidelijk niet hadden geposeerd. Veel verstand van fotograferen had tante Kezia duidelijk niet: veel kiekjes waren schots en scheef of onder een vreemde hoek genomen. Bovendien waren ze vaak bewogen of onscherp.
Bij nadere bestudering herkende Rhianna op een aantal foto’s Francis Seymour, maar op de meeste andere stond een heel andere man, in wie ze Diaz meende te herkennen. Net toen ze zich verbaasd afvroeg waarom tante Kezia Diaz zo vaak had gefotografeerd, realiseerde ze zich dat dit Diaz was zoals hij er over twintig jaar uit zou zien – wat ronder en zwaarder en grijzer.
‘Maar natuurlijk,’ mompelde ze voor zich heen. ‘Dat is zijn vader, Ben Penvarnon.’
Er was een foto bij van een vrouw op het terras van het huis. Ze zat ietwat onderuitgezakt met het hoofd voorovergebogen. Bij nadere inspectie bleek ze in een rolstoel te zitten. Wat bezielde tante Kezia om een foto van haar werkgeefster in zo’n weinig flatteuze houding te nemen? Wat smakeloos.
De rest bestond uit foto’s van Moira Seymour, allemaal van grote afstand genomen en nauwelijks te herkennen. Op een ervan stond ze vlak boven aan de trap naar de baai. Ze keek over haar schouder, alsof ze zich bewust was van het feit dat ze gefotografeerd werd. Op een andere foto kwam ze uit het struikgewas tevoorschijn, haar gezicht bleek en vormeloos. Op weer een andere stond ze samen met haar man onder een boom.
De foto’s hadden iets sinisters, net of ze stiekem gemaakt waren, vond Rhianna, terwijl ze ze bijeenraapte om ze terug in het mapje te stoppen. Toen ontdekte ze dat er nog een opgevouwen briefje in zat.
Het bleek een cheque te zijn – een cheque van drieëntwintig pond, ondertekend door Ben Penvarnon. Hij dateerde van meer dan vijfentwintig jaar geleden…
Verbaasd bekeek Rhianna de cheque. Waarom had tante Kezia dat ding bewaard? Het zou meer iets voor haar zijn geweest om hem direct te verzilveren. Ze huiverde onwillekeurig en stopte de cheque en de foto’s haastig terug in het mapje. Op de een of andere manier had ze er een smerig gevoel aan overgehouden. Ze zou het mapje ook het liefst meteen weggooien, maar ja, om het nu overboord te gooien? Het was beter om het mee te nemen en thuis in de vuilnisbak te gooien.
Ze had dringend behoefte aan een douche en verdween naar de badkamer, waar ze zich uitkleedde. Na zich uitgebreid te hebben ingezeept en haar haren te hebben gewassen, draaide ze met een voldaan gevoel de douchekranen dicht. Ze wrong haar haren nog even uit en stapte de douchecabine uit.
Toen zag ze Diaz in de deuropening staan.
Ze had niets gehoord, niets gemerkt ook. Ze staarde hem aan en huiverde onwillekeurig onder de zinderende blik uit die zilverkleurige ogen. Het was te laat om snel iets om zich heen te slaan, besefte ze. Ze hoefde niet te vragen wat hij hier deed – ze wist het allang. Toch moest ze iets zeggen, al was het alleen maar om die afgrijselijke stilte te doorbreken.
‘Diaz. Nee…’ Meer dan een hees gefluister kwam er niet uit haar keel.
‘Je bent zo mooi.’ Ook hij leek moeite met spreken te hebben. Hij pakte een badhanddoek, die hij om haar heen sloeg, waarna hij haar langzaam droog begon te deppen.
Zijn trage bewegingen hadden onmiddellijk effect op haar.
‘Hoe kun je?’ protesteerde ze, zich vaag bewust van zijn lichaamsgeur, die haar naar het hoofd leek te stijgen. ‘Je walgt toch van me?’
‘We hebben iets af te maken, Rhianna, weet je nog wel?’ antwoordde hij kalm. ‘Wat je verder ook met Simon Rawlins mag hebben uitgespookt, mijn verlangen naar je is er niet minder door geworden, hoe graag ik dat ook zou willen.’
Ze voelde haar maag samenkrimpen. Ze moest hem een halt toeroepen. Ze moest hem vertellen hoe het precies zat, voor het te laat was. ‘Diaz, alsjeblieft. Luister even naar me. Je hebt geen idee –’
Hij liet haar niet uitspreken. ‘Nee, jíj bent degene die geen idee heeft.’ Hij tilde haar van de grond, bedekte haar mond met de zijne en droeg haar naar de kamer ernaast.
Nadat hij haar op bed had gelegd, trok hij met één soepele beweging de badhanddoek weg, die hij achteloos op de vloer wierp, even later gevolgd door zijn short.
‘Ik wil dat je hem vergeet,’ zei hij, terwijl hij naakt bij haar ging liggen. ‘Ik zal hem uit je geheugen wissen en je bewijzen dat je niet in het verleden hoeft te blijven leven, Rhianna. Ik zal je laten zien dat er een nu bestaat en dat er een toekomst is om naar uit te zien.’
‘Nee,’ zei ze schor. ‘Je hebt het mis. Zonder de man van wie ik hou zal er geen sprake zijn van een toekomst.’
Hij glimlachte wrang. ‘Misschien heb je gelijk,’ zei hij. ‘Maar ik wil het toch proberen.’
De tederheid waarmee hij zijn hand op haar buik legde, deed haar huiveren van genot.
‘Maak je geen zorgen,’ zei hij zacht. ‘Ik beloof dat ik je met zachtheid zal behandelen.’
‘O, hemel,’ murmelde ze, verscheurd tussen angst en verlangen, toen ze besefte wat hij bedoelde. ‘Diaz, nee. Er is iets wat ik je moet vertellen. Laat me gaan, alsjeblieft.’
‘Ik zal je ook laten gaan,’ zei hij. ‘Dat heb ik toch beloofd. Maar nu nog niet. En we gaan nu niet praten. Praten doen we straks.’
Hij boog zich naar haar toe en kuste haar weer, deze keer langzaam en verleidelijk. Met zachte dwang duwde hij haar lippen vaneen, waarna hij met zijn tong haar mond binnen drong. Toen hij zich terugtrok, was ze buiten adem. Haar hart ging als een razende tekeer en denken kon ze niet meer.
‘Dit had ik al weken geleden willen doen,’ zei hij schor. ‘Op die bewuste avond dat ik hem uit jouw appartement zag komen. Maar goed dat je me toen hebt weggestuurd, want ik was woest op dat moment. Je stuurde me weg, maar ik wist zeker dat je naar me verlangde. Naderhand, toen ik besefte dat je nog altijd met hem sliep, hield ik mezelf voor dat het te laat was. Dat ik je niet meer in de buurt kon verdragen, laat staan je aanraken. Niet nu ik wist dat hij jou al gehad had.’
Er verscheen een bittere trek om zijn mond. ‘En kijk nu eens naar me. Mijn verlangen naar je is zo sterk, dat ik op het punt sta om alle fatsoen aan mijn laars te lappen, en alle redenen waarom we niets met elkaar zouden moeten beginnen opzij te zetten. Ik heb niet langer een keus.’
Hij streelde haar middenrif en legde zijn hand om een van haar borsten. Met zijn duim streek hij langs de tepel, die ogenblikkelijk op zijn liefkozing reageerde.
‘Als we dit nu eens opvatten als een deal,’ fluisterde hij. ‘Ik zal jou verlossen van Simon en jij, mijn beeldschone Rhianna, verlost me voorgoed van jou. Misschien kunnen we dan de draad van ons leven weer oppakken. Laat me maar zien wat je prettig vindt.’
Hij boog zich over haar heen en begon haar tepels een voor een te liefkozen met zijn tong en zijn lippen. Ze hapte naar adem en kromde haar rug.
Ze liet zich leiden door wat ze voelde. Ze had geen idee hoe ze op hem zou reageren of wat hij van haar verwachtte. Al die liefdesscènes die ze had gespeeld, waren gespeeld, maar in het echt bleek ze daar niets aan te hebben…
Toch was dit waar ze al die jaren naar had verlangd: in Diaz armen te liggen en met hem de liefde te bedrijven. Door hem vervuld te worden. Misschien dat dit nu om de verkeerde redenen gebeurde, dacht ze, maar dit is het enige wat ik van hem zal krijgen. Dus geef ik hem het enige wat ik hem te bieden heb.
‘Dit is geen solo, lieve schat,’ hoorde ze hem geamuseerd zeggen. ‘Dit is een duet. Kom, doe ook eens wat. Of ben je soms vergeten hoe je ervan genoot om in mijn armen te liggen?’
Ze legde haar handen op zijn schouders en begon ietwat bedeesd zijn lichaam te exploreren.
Tevreden grommend trok hij haar dichter tegen zich aan. Hij kuste haar opnieuw, terwijl hij zijn handen over haar rug liet dwalen en haar billen kneedde. De adem stokte haar in de keel toen hij zijn erectie tegen haar onderbuik duwde. Ze bracht haar hand omlaag en vouwde haar vingers eromheen, maar algauw hield hij haar tegen.
‘Kalm aan, liefje,’ fluisterde hij, haar oogleden bedekkend met een regen van vederlichte kussen. ‘Ik heb hier lang op moeten wachten en ik wil dan ook niet dat het in drie tellen voorbij is. Maar ik ben ook maar een mens van vlees en bloed, dus ik weet niet hoelang ik het volhoud als je daarmee doorgaat. Laten we er de tijd voor nemen.’
Hij drukte zijn lippen tegen haar hals, kuste de binnenkant van haar armen, beroerde haar navel met zijn tong. Ze kronkelde onder zijn aanrakingen, hunkerend naar meer. Ze kreunde toen hij haar tepels met zijn mond begon te bewerken. De hand die haar dijbenen streelde, bleef rusten op haar venusheuvel.
Hij tilde zijn hoofd op en keek naar haar gezicht. Ze had een kleur van opwinding en haar ogen schitterden.
‘Wil je nog steeds dat ik ophou?’ vroeg hij zacht. ‘Moet ik je laten gaan?’
‘Nee.’ Ze was niet in staat om meer dan een hees gefluister te produceren. ‘O, nee… Alsjeblieft niet…’
Toen verdween zijn hand tussen haar dijbenen en beroerde hij met zijn vingers het vochtige verborgen plekje. Ze wist niet wat haar overkwam. Ze wist niet eens dat er zulke sensaties bestonden.
Niet stoppen… doorgaan, was het enige wat ze nog kon denken. Ze had het gevoel dat ze vloeibaar werd.
‘Nu, liefste,’ hoorde ze hem zeggen, terwijl hij zich bovenop haar liet zakken.
Ze reageerde automatisch en leidde hem naar de poort van het ultieme genot, waar ze hem met een snik verwelkomde.
Op dat moment veranderde alles. Ze had niet verwacht dat de eerste penetratie echt pijn zou doen. Ze gaf een gil, kromp ineen en voelde vanbinnen alles verkrampen. Ze beet op haar onderlip. Maagdelijkheid was immers maar een bedenksel uit vroeger tijden? Het zweet parelde op haar voorhoofd.
Diaz bleef roerloos liggen. ‘Wat is er?’ bracht hij hijgend uit. ‘Wat heb je, liefje? Je gaat me toch niet vertellen…’ Hij staarde haar gechoqueerd aan. ‘Allemachtig, het is toch niet…’ Hij trok zich terug, rolde van haar af en bleef met zijn rug naar haar toe gekeerd liggen.
Rhianna staarde naar het plafond en probeerde iets te zeggen, maar kreeg geen geluid uit haar keel.
Uiteindelijk was het Diaz die de stilte verbrak: ‘Dit is de eerste keer voor jou.’ Het was niet eens een vraag. ‘Je had het nog nooit gedaan…’ Hij draaide zich langzaam naar haar om, trok het laken omhoog om zijn naaktheid te bedekken en hees zich op een elleboog. ‘Je hebt nooit iets gehad met Simon Rawlins en je bent dus ook nooit zwanger van hem geweest. Want tot op enkele ogenblikken geleden was je nog maagd.’
‘Het spijt me,’ was het enige wat ze kon uitbrengen. ‘Het spijt me vreselijk.’
Hij deed net of hij haar niet gehoord had. ‘Hoe kun je dan… Je houding was bepaald niet afstandelijk. Je stuurde er bijna op aan. Hoe zit dat?’
‘Ik verlangde naar je.’ Want ik hou van je, dacht ze erachteraan. Ik heb altijd al van je gehouden en mijn liefde voor jou zal ook nooit overgaan. Maar dat wilde hij vast niet horen. Ze haalde diep adem. ‘Ik heb lang geleden bedacht dat ik het voor het eerst wilde doen met iemand die ik leuk vond en die wist wat hij deed. Jij paste niet alleen precies in het plaatje, maar je zorgde ook nog voor de juiste omstandigheden. Dat is toch zo? Dus voel je niet schuldig. Ik wilde het zelf, geloof me.’ Ze sloeg haar ogen neer. ‘Ik dacht dat maagdelijkheid vooral tussen je oren zat. Aan de eventuele gevolgen dacht ik nu even niet.’
‘En als je straks zwanger blijkt te zijn, wat dan? Laat je het dan weghalen?’
‘Hou op!’
Dat kan ik niet, dacht hij. En als je zwanger bent van mij al helemaal niet! ‘Waar dacht je dat je mee bezig was?’ vroeg hij. ‘Met het opnemen van een aflevering van die stomme serie? Zie je het leven als een bedenksel, een droom die je zelf creëert? Waarom heb je in vredesnaam niet verteld hoe het zat met Simon Rawlins? Waarom heb je me in de waan gelaten dat je een verhouding met hem had?’
Ze draaide hem de rug toe en sloeg haar armen beschermend voor haar borsten. ‘Omdat dat was wat jij wilde geloven. Mijn moeder had je vader van jouw moeder afgetroggeld, dus ik zou vast proberen om Simon van Carrie af te pakken. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan, toch? Het scenario was al geschreven.’
‘Nee,’ zei hij. ‘Nee, Rhianna. Dat slaat nergens op. Toen ik jou ervan beschuldigde een affaire met Simon te hebben, heb je geen enkele moeite gedaan om mijn bewering te ontkrachten. Waarom niet? Leg dat dan eens uit?’
Toen ze niets zei, ging hij verder. ‘Je zegt dat je naar me verlangde, maar intussen lijk je alles in het werk te stellen om te voorkomen dat we de kans krijgen om samen te zijn.’
‘Nee,’ zei Rhianna. ‘Het komt door ons gedeelde verleden. Want als ooit bekend was geworden dat wij iets met elkaar hadden, dan zouden alle oude roddelverhalen over mijn moeder weer bovengehaald worden, en dat verdient ze niet, wat jij er verder ook van mag denken. Het zou trouwens ook pijnlijk zijn voor jouw moeder, want zij leeft nog. Hoe zou zij het vinden als ze hoort dat je het bed deelt met de dochter van Grace Trewint?’
Ze staarde met niets ziende ogen voor zich uit. ‘Misschien zag ik in jouw beschuldiging onbewust een kans om uit een onmogelijke situatie te ontsnappen,’ hernam ze toonloos. ‘En misschien is dit incident wel een teken dat we er niet goed aan doen, hoe erg we ook naar elkaar verlangen.’ Ze beet op haar onderlip. ‘Zou je nu misschien weg willen gaan? Ik wil nu liever alleen zijn.’
‘Helaas,’ zei Diaz. ‘Ik ben helemaal niet van plan om weg te gaan.’ Hij nam haar weer in zijn armen en mompelde een verwensing bij het zien van de angst in haar ogen. ‘Wees maar niet bang, liefje,’ zei hij geruststellend. ‘Ik ben niet van plan om het weer te proberen. Ik wil je alleen maar in mijn armen houden. En zo te zien heb jij daar ook behoefte aan.’
Plotseling werd het haar allemaal te veel: het verdriet en de teleurstelling, de angst voor de vragen die er ongetwijfeld nog zouden komen, de wetenschap dat alles verloren was. En dan opeens, uit het niets, deze onverwachte handreiking.
Ze drukte haar gezicht tegen zijn schouder en snikte het uit in de armen van de man die nooit haar minnaar zou zijn.