“Dat is ons konijn,” zei Katia. “Ik bedoel, dat konijn dat in onze diepvries ligt.”
“Heb jij hetzelfde bericht gekregen?”
Ze knikte. “Van een verborgen nummer.” Ze dronk haar glas rum in één keer leeg. “Ik denk dat het van Els komt.”
“Els heeft geen sleutel van ons huis.” Ik keek haar aan. “Tenminste, voor zover ik weet. Heb jij haar nog gezien sinds je uit Antwerpen weg bent?”
“Nee, maar wie kan het anders zijn? Die fan van Emma?”
“Die moet dan wel heel gestoord zijn,” zei ik. “Emma gelooft in elk geval niet dat zij het is.”
Ze liep naar het aanrecht en schonk nog een keer in. “Wil jij nog?”
“Ik moet nog steeds vroeg op morgen.” Ik keek nog maar eens naar de klok. “Doe toch maar. Ik zal me morgenochtend toch al ellendig voelen.”
In de stilte van de nacht zaten we zeker tien minuten naar het tafelblad te staren. “Wat als het Noor is?” vroeg ik.
“Hoe, Noor?” vroeg Katia. “Die zat toch in Azië?”
“Ik heb alleen mobiel met haar gebeld. Wie zegt dat ze al die tijd in Azië zat? Ik heb in de trein wel eens iemand glashard horen beweren dat hij in de file stond. Misschien zat ze wel gewoon in Nederland.”
“Amai,” zei Katia weer. “Iemand die tot zoiets in staat is, daar moet wel een flinke hoek afzijn.” Ze dacht even na. “Maar waarom moet ze dan mij hebben? Als ze heel die tijd in Nederland zat en jou in de gaten heeft gehouden, dan zou ze weten dat jij iets met Emma hebt en niet met mij.”
“Misschien heeft ze mij niet de hele tijd in de gaten gehouden.”
“Ik denk toch dat het Els is,” zei ze koppig.
“Waarom?”
“Toen ik net uit Antwerpen weg was, sms’te ze elke dag. Net als die vrouw bij Dr. Phil. Eerst waren het smeekbedes, maar later kwamen er anonieme SMS-jes die niet zo vriendelijk waren. Ik werd er zot van en ik heb een nieuwe sim-kaart genomen, en een Nederlands telefoonnummer.”
“Dat weet ik nog.” De rum begon naar mijn hoofd te stijgen, maar ik kreeg toch een heldere gedachte. “Als jij een nieuwe sim-kaart hebt, dan weet ze je nummer toch niet? Hoe kan ze je dan die foto sturen?”
“Els komt overal achter.”
“Maar ze woont in Antwerpen,” zei ik. “Je kunt toch niet zomaar alles achterlaten om vervelende grappen met je ex uit te halen? Heeft ze geen baan?”
“Els heeft ook haar eigen bedrijf. Ze kan werken waar ze wil.”
“Oké,” zei ik, “dan stel ik jou nu de vraag die jij mij net stelde: als het Els is, waarom moet ze dan mij hebben? Dan zou ze weten dat jij iets met Lynette hebt.”
“Ik heb niet ‘iets met Lynette’.” Katia volgde een nerf in het tafelblad met haar vinger. “Niet iets serieus.”
“Els kan niet weten dat dat niet serieus is,” zei ik, met dronken triomfantelijkheid.
“Lynette is hier alleen geweest om iets met ons samen te doen,” wierp Katia tegen. “We hebben films gekeken en gegeten. En jij bent met haar uit geweest, ik niet.”
“Oké. Dus ze weet niet dat jij iets met Lynette hebt.”
“Ik heb niet…”
“Stil maar, dat weet ik. Maar de vraag blijft: waarom zou Els mij moeten hebben?”
“Op het konijn stond geen naam,” zei Katia. “En ik ben vergiftigd, jij niet. Misschien moest ze niet jou hebben, maar mij.”
“Laten we aannemen dat die thee vergiftigd was. Zij kan niet weten of ik thee drink en dus zou ze een enorm risico genomen hebben met die thee. Wij hadden daar allebei ziek van kunnen worden. Dat jij vergiftigd bent, kan ook een ongelukje geweest zijn, misschien was het gif voor mij bedoeld.” Ik dacht even na. “En dan zijn er ook nog die anonieme briefen het feit dat ik van mijn fiets gereden ben.”
Ze keek me aan. “Het was Slaap Wel-thee. Els weet dat ik slecht slaap. Daarbij, ik heb ook een anonieme brief gekregen. En die nieuwe sim-kaart heeft maar één dag geholpen, toen kwamen de anonieme SMS-jes weer.” Ze pakte haar mobieltje en drukte op een paar knopjes. “Ik heb ze bij elkaar in een mapje gezet.”
Ik pakte het mobieltje van haar aan en scrollde door een eindeloze rij narigheid, scheldkanonnades en dreigementen. De berichten mochten dan anoniem verstuurd zijn, ze konden alleen maar van een wraakzuchtige ex komen. “Waarom heb je dit niet eerder gezegd?”
Ze dronk haar glas leeg. “Ik hoopte dat het vanzelf zou ophouden.”
“Maar het hield niet vanzelf op. Het werd alleen maar erger.”
Katia haalde diep adem. “Ik heb een theorie.”
“Brand los.”
“Nadat ik uit Antwerpen wegging is Els mij beginnen zoeken. Ze heeft ontdekt dat ik in Nederland zit, en, meer bepaald, dat ik een bureau heb gevonden in De Koekfabriek. Dan heeft ze ontdekt dat jij naast mij werkt, en dat wij samen in één huis wonen. En daar heeft ze haar conclusies uit getrokken.”
“Ze denkt volgens jou dat wij een relatie hebben?”
“Dat kan toch niet anders? Wel, daarna heeft ze de sleutels van ons huis te pakken gekregen en gekopieerd. Ze heeft ingebroken en die thee in de kast gezet. En ze is in mijn kamer geweest en heeft daar mijn nieuwe telefoonnummer gevonden.”
“Het klinkt logisch,” moest ik toegeven. “Hoe goed ken je Els?”
“Toch wel goed,” zei Katia. “Onze relatie heeft acht jaar geduurd.”
“Is Els het type dat…nou ja, dat rare dingen gaat doen?”
“Dat is juist waarom ik zo twijfelde,” zei Katia. “Ze is heel gepassioneerd en vasthoudend, maar of ze zo’n dingen zou doen als dode konijnen voor de deur leggen, ik weet het niet.”
“En wat doen we nu?” vroeg ik.
“Gaan slapen?” suggereerde Katia.
∗
Precies op tijd was ik bij Rock Hard. Als enige. De wekelijkse vergadering zou om tien uur beginnen, maar om vijf voor tien stond ik in mijn eentje voor de deur te kleumen.
Vanochtend had Emma me uit bed gebeld. Ik had het gevoel dat ik er nog maar net in lag, maar eigenlijk was ik al aan de late kant. Het was goed dat ze belde, want ik had de wekker niet gehoord. Terwijl ik me aankleedde had ik haar in grote lijnen verteld wat er gisteren was gebeurd.
“Hm, ik zou blij moeten zijn,” zei ze. “Maar hoe voel jij je?”
“Goed,” zei ik, ondertussen op één been balancerend om een sok aan te trekken. “Ik zit in de werkmodus.”
“Zal ik bij je langskomen als je klaar bent met werken?”
“Eh…” Ik pakte een spijkerbroek van de stoel. “Ik weet nog niet hoe laat ik klaar ben.”
“Je bent toch zo’n loonslaaf tegenwoordig? Die weten toch exact hoe laat ze hun bureau mogen leegmaken?”
“Ik ben misschien wel eerder klaar. Ik leg het je nog wel uit.”
Het was een ongezellig gesprek geweest, dus ik had beloofd haar vanmiddag weer te bellen. In de keuken had ik net twee mueslirepen gepakt en in mijn tas gegooid, toen Katia binnenkwam. Die had slecht geslapen, vertelde ze, vanwege Els. Ze wilde niets liever dan ogenblikkelijk uitzoeken of zij achter de pesterijen zat.
“Voorlopig heb ik eerst een dagje homoporno in het verschiet,” zei ik. Opeens schoot me te binnen dat ik haar nog moest vragen om me te helpen. “Wil je trouwens nog een keer mee inbreken?”
“Waarom?”
“Ik hoop dat ik vandaag de geheugenkaart vind, maar er is ook nog een kopie op dvd. Ik heb een vermoeden waar die ligt en wij moeten hem wissen.”
Ze goot water in het koffiezetapparaat en leunde tegen het aanrecht. “Kun je hem niet gewoon stelen?”
Ik schudde mijn hoofd. “De persoon bij wie hij ligt mag niet weten dat-ie weg is.”
Ze schepte koffie in het filter. “Is die kopie bij Rock Hard gemaakt?”
“Waarschijnlijk wel.”
“Neem dan een lege dvd van Rock Hard mee, dan kun je hem verwisselen en heb je mij niet nodig.”
“Kun jij eigenlijk dvd’s wissen?”
“Je kunt een gewone dvd niet wissen. Een rewritable wel. Verwisselen is echt de slimste manier.”
“Dus ik moet alleen inbreken,” zei ik, terwijl ik mijn jas aantrok. “Wat heb ik toch een ongezellig beroep. Tot vanmiddag. Of vanavond.”
Ik had voor de verandering met gemak de trein gehaald en nu stond ik dus, keurig op tijd, voor een dichte deur, met het knagende gevoel dat ik iets vergeten was. Ik keek in mijn tas. Het Easy Picking setje zat erin. Gelukkig.
Het duurde tot tien over tien voor Frank kwam aanscheuren in zijn Porsche. “Saskia, je bent vroeg,” zei hij toen hij uitgestapt was. Hij deed de deur open en schakelde het alarm uit. “Kom binnen.”
“Het is bijna kwart over tien. Zouden jullie niet al lang en breed aan het vergaderen moeten zijn?”
“De rest zal zo wel komen. Maandagochtend is altijd moeilijk.”
Ik liep naar het ingewikkelde design espressoapparaat. “Koffie?”
“Een latte alsjeblieft.”
Pim en Harry kwamen tegelijk binnen, op de voet gevolgd door Guus van de administratie, die meteen doorliep naar zijn kantoor.
“Dus het is rond,” zei Pim op terloopse toon.
“Lekker voor je,” zei Harry. “Je hebt nu dus ook genoeg budget voor de postproductie?”
“Alles is gedekt.” Pim hing zijn jas op en liep naar het espressoapparaat, waar ik op Franks latte stond te wachten. “Morgen Saskia.”
“Hoi Pim. Mag ik je ergens mee feliciteren?”
“Dat kun je wel zeggen, ja. De financiering van mijn documentaire is rond.”
“Echt waar?” vroeg Frank, die bij de balie stond. “Heb je geld van het Filmfonds gekregen?”
“Je loopt hopeloos achter, Spears,” zei Harry. “Hij heeft een investeringsmaatschappij gevonden. The Entertainment Company, zegt je dat wat?”
Met Franks latte en mijn cappuccino liep ik naar de balie.
“Nooit van gehoord.” Frank pakte de beker koffie en liep naar zijn kantoor. “Saskia, geef jij een seintje als iedereen er is?”
“Wie moet er nog komen dan?” vroeg ik, maar hij hoorde het niet meer.
“Don en Twan komen niet, die zijn allebei op locatie aan het werk. Bram en Bas zijn daarbij, dus die komen ook niet,” zei Pim in Franks plaats. “Erik is er wel bij.” Hij liep met twee bekers koffie door de hal en gaf er een aan Harry.
“Wie is Erik ook alweer?” Ik ging zitten. “Oh ja, ik weet het weer. De coproducent.”
“Precies,” zei Harry. “De kantoorvariant van de man die op zondag het vlees komt snijden.”
Pim schoot in de lach. “Laat het hem maar niet horen.”
“Dat vooruitzicht van een smak geld is wel goed voor je humeur,” zei ik tegen Pim. “Ik vind jou behoorlijk opgewekt voor de maandagochtend.”
Pim grijnsde. “Wen er maar vast aan. Als ik straks dat Gouden Kalf binnen heb, én die IDFA-prijs, ben ik elke dag het zonnetje in huis.”
Ik nam me voor om ook even uit te zoeken wie er achter The Entertainment Company zat. Er moest een verband bestaan tussen Pims geheimzinnige financier en de Eigentijdse Christenen, dat kon niet anders. Arme Pim. Die financiering zou wel eens niet meer zo vanzelfsprekend kunnen zijn op het moment dat de geheugenkaart en de dvd, Pims wisselgeld, spoorloos verdwenen waren.
Ik kon nu best alvast beginnen met The Entertainment Company. Die vergadering begon toch nog niet. Ik nam een slok koffie en zette de computer aan. Pim en Harry zagen dat als een signaal dat er gewerkt moest worden en vertrokken eindelijk naar hun kamer.
Ik tikte de url van de Kamer van Koophandel in en verwachtte dat ik me door een woud van schimmige bv’s zou moeten worstelen, maar het viel mee. The Entertainment Company was een volle dochter van een financiële holding, Emotive Capital. Directeur van Emotive Capital was Gerdien Schouten, de nummer twee binnen de Eigentijdse Christenen. Ik kreeg medelijden met Dirk-Jan. Van je vrienden moest je het maar hebben. Van de andere kant: dat had hij kunnen bedenken voor hij de politiek in ging. Ik ging op internet op zoek naar het huisadres van Gerdien en vond het in de telefoongids. Gerdien moest nog wennen aan haar status als politieke hotshot, of ze was zo’n politica die vond dat je toegankelijk moest zijn voor het electoraat. Voor mij was het vooral heel prettig dat ze zo makkelijk te vinden was. Als het meezat, kon ik vanmiddag even langswippen om de dvd op te halen.
De draaideur begon te draaien en ik klikte alle sites snel weg.
“Goedemorgen,” zei een gedistingeerde oudere heer, die veel weg had van Tony Curtis in zijn nadagen. “Jij moet de nieuwe receptioniste zijn. Saskia, niet?”
Ik knikte. “En u bent?”
“Erik van Ravenswaaij, partner in dit prachtige bedrijf. Je mag wel jij zeggen hoor, dat doet iedereen hier. Aangenaam kennis te maken, Saskia.”
Ik weet nooit zo goed wat je dan moet zeggen, dus ik glimlachte en vroeg of hij voor de vergadering kwam.
Hij knikte. “En voor de heerlijke koffie. Kan ik voor jou ook iets meenemen?”
“Ik heb nog, dank je.”
“Zijn alle anderen er al?”
“Don en Twan komen niet, want die draaien op locatie. En die twee productieassistenten, hoe heten ze ook alweer…”
“Bram en Bas,” vulde Erik aan. “Die zijn natuurlijk ook op locatie. What else is new.” Erik ging met de seconde meer op Tony Curtis lijken, al leek zijn dikke witte haardos me wel echt. “Als praktijkmensen een vergadering kunnen overslaan, zullen ze dat zeker niet nalaten. Weet je zeker dat je geen koffie wilt?”
Ik dronk mijn kopje leeg en zette het op de balie. “Als je toch gaat halen…cappuccino alsjeblieft.”
Ik glimlachte naar hem en haalde een stapel paperassen uit het bovenste brievenbakje. Zodra de vergadering begonnen zou zijn, zou ik ze er even enthousiast weer in leggen, maar nu deed ik natuurlijk net of ik alles uitgebreid zou gaan bestuderen.
“Oh, goed, Erik is er ook.” Frank kwam de hal in en klapte een paar keer in zijn handen. “We gaan beginnen, mensen!” riep hij. “Saskia, zou jij over een half-uurtje even een rondje koffie willen doen? Een latte voor mij, espresso voor Pim en Harry, cappuccino voor Guus en jij wilt een ristretto, toch, Erik?”
“Graag,” zei Erik, terwijl ik braaf alles opschreef en me ondertussen afvroeg of ik met de geheugenkaart zou vertrekken vóór of nadat ik voor koffiejuffrouw had gespeeld.
“Het komt voor elkaar, hoor,” zei ik. “Over een half-uurtje, dat is dus om…” ik keek op de klok, “kwart voor elf.”
“Fijn,” zei Frank. “We vergaderen altijd maar een uurtje, maar het tweede half-uur gaat een stuk beter met koffie erbij.”
Nadat de deur van de vergaderkamer eindelijk dichtgegaan was, wachtte ik nog vijf minuten voor het geval iemand zijn notulen vergeten was. Toen pakte ik de telefoon en mijn Easy Picking setje en zette koers naar de kamer van Pim en Harry. Daar was de puinhoop op Pims bureau nog groter dan vorige week. In mijn secretaressetijd had ik ooit een cursus time management gevolgd, waarin de tip werd gegeven om elke vrijdag net te doen alsof je op vakantie ging. Zo had je altijd een opgeruimd bureau. Niet dat ik ooit iets serieus met dat advies gedaan had, maar het was me wel altijd bijgebleven. Misschien was het ook een goede tip voor Pim.
Even twijfelde ik of ik niet eerst tussen de rotzooi op het bureau zou zoeken, maar ik besloot toch met Pims la te beginnen. Het kostte me een halve minuut om het slot open te peuteren en voor de zoveelste keer complimenteerde ik mezelf met de investeringen die ik via Teleshopping had gedaan. Die leuke hebbedingetjes brachten hun geld dubbel en dwars op.
Pim had niet veel geheimen. In de la lagen drie geheugenkaarten en twee op het oog blanco dvd’s. Eindelijk wist ik wat ik vergeten was. Mijn videocamera. Ik kon me wel voor mijn kop slaan. De geheugenkaarten en de dvd’s stuk voor stuk bekijken op Pims computer was een te groot risico, dus ik nam alles mee naar de balie en stopte de dvd’s en de geheugenkaarten in mijn tas. Daarna pakte ik uit de kast met kantoorartikelen drie nieuwe geheugenkaarten en drie lege dvd’s. De kaartjes en twee dvd’s legde ik op de plek waar de andere hadden gelegen, de derde dvd hield ik apart. Ik duwde de la zachtjes weer dicht en deed hem op slot. Daarvoor had ik dus vier dagen bij dit bedrijf gewerkt: het was een klusje van niks – behalve dan als ik de verkeerde dingen had gejat, maar aan die mogelijkheid dacht ik liever niet. Pim zou nooit onbelangrijke spullen in een afgesloten bureaula bewaren. Ik tikte op de muis van Pims computer, want ik had nog meer dan genoeg tijd voor ik werd geacht koffie te serveren. Het scherm kwam uit de slaapstand en ik klikte op het mailprogramma, dat nog open stond. Geen berichten van of aan Gerdien Schouten of The Entertainment Company. Ik had ook niet verwacht dat die er zouden zijn, tenminste, niet in zijn mailbox bij Rock Hard. Maar je wist het nooit. Ik keek in zijn internetgeschiedenis. Misschien had hij een hotmail- of een Gmail-account. En misschien had ik geluk en had hij zijn browser de gebruikersnaam en het wachtwoord laten bewaren. In de geschiedenis van de afgelopen week stond geen enkele webmailprovider, en verder ook weinig interessants. Dat ene bezoek aan de website van de Eigentijdse Christenen was blijkbaar voldoende geweest, want daar had hij ook niet meer op gekeken.
Ik liep terug naar de balie, zette de telefoon in zijn houder, schoof een geel memobriefje in het doosje van de derde lege dvd en stopte de dvd samen met het lockpicking setje in mijn tas. Tien over half-elf. Tijd voor een kopje koffie.
Eigenlijk vond ik het best sneu voor Pim, bedacht ik, toen ik met een dienblad vol koffie naar de vergaderkamer liep. Ik gunde hem zijn droom. Tegelijkertijd was het natuurlijk zijn eigen schuld. Hij had ervoor gekozen om zijn droom te financieren met geld van een afperser.
Ik bonkte met het dienblad tegen de deur. Frank deed open en nam het dienblad van me over. “Je bent top, Saskia. Ik zou nu al niet meer weten wat we zonder jou zouden moeten.”
Daar zou hij snel genoeg achterkomen. Vandaag nog, om precies te zijn.