“Hal!”
Ik keek op van mijn bureau en kreeg de schrik van mijn leven. “Frodo! Wat doe jij hier?”
Hij zag er anders uit dan bij het etentje van Debbie. De hobbitkleren waren vervangen door een zwart leren jack met daaronder een strak wit hemdje en zijn haar stond niet meer alle kanten op, maar was met veel gel gemodelleerd in het soort kuifje dat de helft van de hippe meisjes op vrouwenfeesten ook had. ‘Kuifje in Lesboland’ noemde Noor dat altijd.
“Dat kan ik ook wel aan jou vragen. Jij bent toch…”
“Saskia,” zei ik snel, voordat hij zou gaan rondblaten dat ik Lilian heette, “de receptioniste. Heb je een afspraak?” Eigenlijk wist ik het antwoord al: hij was de Niels die voor twaalf uur op de agenda stond.
“Ik ben geen hobbit meer,” verkondigde hij. “Ik kom auditie doen als pornoster.” Hij keek erbij alsof hij verwachtte dat ik hem een sticker zou opplakken met een nummer erop en hem dan zou doorsturen naar de jurykamer, waar Patricia Paay, Henk-Jan Smits en Gordon met smart op hem zouden wachten.
“Jij bent zestien,” zei ik.
“Ja, en? Voor dit vak moet je niet te oud zijn.”
“Minderjarig dus,” zei ik. “Minderjarigen mogen niet in de porno werken.”
“Ik heb gelogen over mijn leeftijd,” zei Niels. “Het lijkt me echt vet om in zo’n film te spelen. Ze hoeven toch niet te weten dat ik nog geen achttien ben? En trouwens, iedereen zegt altijd dat ik zo volwassen ben voor mijn leeftijd. Zelfs mijn moeder.”
“Frodo,” zei ik.
“Niels.”
“Niels,” zei ik. “Als je nog geen achttien bent mag je niet eens porno kopen, laat staat eraan meedoen. Dit bedrijf is strafbaar als ze jou in een pornofilm laten spelen.”
“Maar ze zien een ster in mij! Ze denken dat ik talent heb! Ze hebben me toch uitgenodigd om auditie te doen?”
Ze zagen ook een ster in Wouter, maar dat had meer te maken met bepaalde fysieke kenmerken dan met talent.
Ik zag denkrimpels op Niels’ gezicht verschijnen. “Jij heet helemaal geen Saskia. Jij heet Lilian. Ik heb met jou gedanst op het feestje van tante Debbie. Jij bent een detective.”
Ik keek om me heen. Niemand te zien.
“Dat mogen ze hier niet weten,” fluisterde ik. “Ik werk undercover.”
Ik wist allang wat er nu zou komen, maar Niels deed er nog best lang over om het zelf allemaal te bedenken.
“Oké, Sas-ki-a,” zei hij langzaam, met een sluwe blik in zijn ogen, “dan wil ik een deal met je maken. Ik verraad jou niet, jij verraadt mij niet. Ik ga gewoon auditie doen. Ik ben niet voor niks helemaal naar dat fucking Arnhem gekomen. Waar zijn de camera’s eigenlijk?”
“In de studio natuurlijk. Ga maar even zitten, je wordt zo opgehaald. Wil je koffie of thee?”
“Doe maar water.” Hij droeg een laaghangende spijkerbroek en sneakers, zag ik toen hij naar het zitje liep.
Ik vulde een bekertje en vroeg me af of ik zelf ook strafbaar zou zijn als ik hem liet doorgaan met zijn screentest. Debbie zou me vermoorden als ze het wist. Hoewel…Debbie zou waarschijnlijk een of ander verhaal opdissen over wat ze zelf allemaal uitspookte op die leeftijd, en dat zou minstens even spectaculair zijn als spelen in een pornofilm.
“Niels,” zei ik, toen ik het water bij hem neerzette, “je weet toch dat het om homoporno gaat, hè?”
“Tuurlijk. Ik ben queer.”
Ik keek hem aan. “Weten je ouders hiervan?”
Hij leek weer even het kleine jongetje te worden dat op het feestje verontwaardigd “Nóú!” had geroepen, maar herpakte zich en keek brutaal terug. “Weten ze hier dat je geen receptioniste bent?”
“Jij bent Niels?” Don kwam aanlopen en gaf Niels een hand. Samen liepen ze de gang in. Ik liep achter hen aan naar het kantoor van Frank.
“Saskia!” riep hij verheugd. “Hé, is er iets?” Zijn gezicht betrok. “Je gaat me toch niet vertellen dat je ontslag neemt, hè?”
“Het gaat over de jongen die nu zijn screentest heeft,” zei ik. “Die ken ik via via.”
Hij wachtte rustig tot ik verderging.
“Hij is zestien.”
“Die Niels? Ik vond hem er ook al zo jong uitzien op de foto’s. Shit, daar gaan we problemen mee krijgen.” Hij dacht na. “Zestien?”
Ik knikte.
“Geen zeventienenhalf?”
Ik schudde mijn hoofd. “Zestien.”
“Is-ie slim?”
“Hij is verwend, instabiel, een beetje gestoord en hij heeft een ego zo groot als de Eiffeltoren.” Dat hij vorige week nog vrolijk had beweerd dat hij een hobbit was, liet ik achterwege. Dat kon ik altijd nog vertellen om mijn verhaal kracht bij te zetten.
“Dus als we hem afwijzen vanwege zijn leeftijd…”
“…kan er van alles gebeuren,” zei ik.
Hij rommelde wat in een bakje op zijn bureau. “Hier heb ik zijn formulier. Hij zegt dat hij achttien is, natuurlijk. Jezus, zestien. Ik had nog niet eens geneukt op mijn zestiende. Hooguit een beetje gerotzooid op schoolkamp.”
“Heb je nooit eerder te maken gehad met jonge jongens die model wilden worden?”
“Natuurlijk, meestal zeggen we dan dat ze over een paar jaar terug moeten komen. Maar als dit joch echt zo verknipt is als jij zegt, moeten we iets doen waardoor zijn ego gestreeld wordt. Wacht, ik heb een idee. We zeggen tegen Niels dat hij met zijn lijf eigenlijk een hoofdrol zou moeten hebben, en dat de hoofdrol in Rescue Party echt door een volwassen man gespeeld moet worden.”
“En dan beloof je dat je hem gaat bellen als je een geschikte film voor hem gevonden hebt,” vulde ik aan.
“Omdat ik het zonde zou vinden als zo’n groot talent zichzelf te grabbel gooit in onbelangrijke bijrollen.” Frank kwam nu echt op dreef. “Is dat geniaal of is dat geniaal?”
Ik lachte. “Dat is geniaal, Frank.” En omdat je het ijzer nou eenmaal moet smeden als het heet is, vroeg ik meteen maar vrij voor vrijdag. “Ik ga een weekend naar Barcelona met mijn…” Hoe moest ik Emma noemen? “…partner, dat was al gepland voor ik hier kwam werken. Sorry dat ik dat niet eerder gezegd heb.”
“Geeft niks,” zei Frank. “Ga jij maar lekker naar Barcelona met je…vriend? Vriendin?”
“Vriendin.” Het was de eerste keer dat iemand met wie ik een zakelijke relatie had niét als vanzelfsprekend aannam dat ik hetero was. Natuurlijk kwam dat doordat Frank zelf homo was en de hele dag homo’s om zich heen had, maar het voelde toch prettig. Warm. Alsof ik niet de uitzondering was, maar gewoon iemand die er mocht zijn.
∗
“Wij gaan even lunchen.” Frank had zijn jas al aan en wachtte op Pim, die naar de kapstok liep om de zijne te pakken. Rock Hard had een keuken met een rijkgevulde koelkast, maar Frank en Pim aten blijkbaar liever buiten de deur.
“Oké,” zei ik. “Waar? En hoe lang? Zijn jullie mobiel te bereiken of moet ik zeggen dat jullie in bespreking zitten?”
“In het winkelcentrum. We gaan te voet, dus ik denk dat we in totaal zo’n anderhalf uur weg zijn,” zei Frank. “Als het dringend is, kun je mij wel mobiel bellen. Alles is goed gegaan met die jongen trouwens. Die is zich nu aan het aankleden. Tot straks.”
Ik keek in de agenda. Om twee uur zou de accountant komen voor zijn afspraak met Guus, de administrateur. Ik zou dus tussen tien voor twee en vijf over twee aan mijn bureau moeten zitten, en dat betekende dat ik een dikke drie kwartier had om de geheugenkaart te vinden. Mocht dat niet lukken, dan zou ik nog tot half-drie de tijd hebben voor een tweede poging. Als Niels nou een beetje opschoot, dan kon ik aan het werk. De omstandigheden waren ideaal. Franks coproducent Erik was er ook vandaag niet, editor Harry kwam pas om drie uur. Alle aspirantmodellen waren weg. In het pand waren dus alleen Guus, regisseur Don, de cameraploeg en de tegenspeler voor de screentests. Guus zou zijn handen vol hebben aan de voorbereidingen voor zijn afspraak met de accountant. Don en zijn ploeg zouden er vast niets achter zoeken als ik in de montagekamer rondliep, die hadden waarschijnlijk geen flauw idee wat het werk van een receptioniste inhield.
Ik bladerde door de handleiding van de telefooncentrale, tot ik het hoofdstuk vond waarin werd uitgelegd hoe je het ding doorschakelde. Ik volgde de stappen en schakelde hem door naar de draadloze telefoon die op de balie stond.
“Zie je wel.” Een stralende Niels kwam de gang uitlopen en stopte bij mijn balie. “Ze denken echt dat ik een ster kan worden.”
“Leuk voor je.” Ik produceerde er een glimlach bij en hoopte dat hij snel zou opdonderen.
“Ik krijg een hoofdrol,” ging hij verder. “In een film die speciaal voor mij geschreven wordt.”
“Gefeliciteerd,” zei ik. “Dus je screentest ging wel goed?”
Hij knikte enthousiast en fluisterde: “Ik heb die ene man gepijpt. Marcus Thomas.”
“Dat meen je niet,” fluisterde ik terug.
“Echt waar. Ze zeiden allemaal dat ik het heel goed deed. Ik ben veel te goed voor een bijrol, dus nu gaan ze een film voor me schrijven en dan bellen ze me als het scenario klaar is. En dan mag ik zeggen wie mijn tegenspelers worden. Chili hè?”
“Heel goed.” Hij leek niet van plan om snel te vertrekken; het had er meer van weg dat hij hier uren zou staan genieten van zijn gloriemoment. Ik besloot hem wakker te schudden. “Moet jij niet naar school of zo?”
“Oh, shit, hoe laat is het?” Hij haalde zijn mobieltje uit de zak van zijn leren jack. “Shit, shit, shit! Ik moet gaan!” Hij riep nog iets dat leek op ‘doei’ en huppelde het gebouw uit.
∗
Ik legde de telefoon, het Easy Picking setje en mijn minivideocamera even op Harry’s bureau, dat nog net zo netjes was als gisteren. Precies in het midden stond een joekel van een beeldscherm. Links en rechts daarvan stonden rekjes met digitale videotapes, allemaal keurig voorzien van etiketten. Ook al twijfelde ik er niet aan dat de geheugenkaarttheorie klopte, toch keek ik voor de zekerheid of er tapes van The Tourist Trap bij zaten. Die waren er niet en geheugenkaarten had Harry ook al niet op zijn bureau liggen; hij had eigenlijk helemaal niets op zijn bureau liggen. Ik trok een paar laden open en zag paper-clips, nietjes, pennen, een rekenmachine en meer van de gebruikelijke kantoorrommel. Als iemand me had verteld dat dit het bureau van een ambtenaar was, had ik het ook geloofd.
Ik pakte mijn spullen en liep naar het bureau van Pim, dat er veelbelovender uitzag. Zijn beeldscherm was ook groot en stond ook in het midden, maar dat was de enige overeenkomst met het bureau van Harry. Zonder ook maar iets te hoeven verplaatsen kon ik al drie geheugenkaarten zien liggen, van hetzelfde type als de kaarten die in mijn camera moesten. Dat was nog eens mazzel hebben. Ik opende het klepje van mijn videocamera en stopte de eerste geheugenkaart erin. Reading error, zei het schermpje. Op nummer twee stonden heel veel korte filmpjes. Ik speelde er een paar af en was getuige van de hoogtepunten uit een zeilvakantie van Pim en een andere jongen, waarschijnlijk zijn partner. De derde bevatte twee films. Op de eerste zag ik een agressief kijkende man die in een deprimerend flatje op een versleten bank zat te praten. Met woeste gebaren van zijn getatoeëerde armen zette hij zijn woorden kracht bij. Ik viste een oortelefoontje uit mijn zak en luisterde. “Het zijn gewoon viezeriken,” zei de man. “Eerst verkleedden ze zich eigen alleen maar als vrouw en nou laten ze zich eigen ook nog opereren. Zodat de gewone mensen denken dat ze vrouwen zijn. En die trappen er dan in. Nou, ik niet.” Hij snoof. “Ik ken zo’n omgebouwde homo wel van twintig kilometer afstand herkennen. En ik zeg je dit: als die vent van nummero 78 echt zich eigen gaat laten ombouwen, sodemieter ik hem hoogstpersoonlijk van de galerij af. Zulke mensen moeten we hier niet.”
Ik zette het filmpje uit en startte het tweede. Daarin stond een groepje jongeren vol ontzag te luisteren naar een bleke jongen met een pet en een vlassig baardje, die duidelijk hun leider was en ongeveer hetzelfde zei als de man in de flat.
Ik twijfelde er niet aan dat de mensen niet wisten dat ze gefilmd werden. Pim had hier een behoorlijk risico mee gelopen.
Ik begon bewondering voor hem te krijgen. Hij had toch maar het lef gehad om naar deze mensen toe te gaan. Ik vroeg me af wat ze zouden doen als ze wisten dat ze gefilmd waren. Al hun vrienden bellen waarschijnlijk. In deze tijd probeert niemand meer belastend filmmateriaal vernietigd te krijgen – nou ja, behalve Dirk-Jan van Veen dan, en dat was een heel ander soort materiaal. De mensen op deze twee films zouden hooguit vinden dat ze recht hadden op een mening, en dat ze in het verlengde van die mening best een transseksueel van de galerij mochten gooien. Ik kreeg er een nare smaak van in mijn mond.
Onder een stapeltje homopornoblaadjes vond ik nog een geheugenkaart, maar die gaf weer een reading error. Ik bekeek de stapels papieren. Bijna allemaal waren het montagescripts, scenario’s waarop was aangetekend welke scènes waar te vinden waren. Van The Tourist Trap waren er geen montagescripts. Dat was ook niet zo gek als je bedacht dat die met één onbemande camera in één take gedraaid waren: daarover viel simpelweg niks aan te tekenen. Wel lag de hele serie Tourist Trap-dvd’s op een hoek van het bureau. Ik pakte er eentje van de stapel en zag dat Pim genoemd werd als editor. Ik opende de bovenste la van Pims bureau. Die was leeg, op een pakje kauwgum na. De tweede la was ook leeg. De onderste zat op slot. Ik wilde net mijn Easy Picking setje pakken, toen ik de deur van de studio hoorde opengaan. Ik schoof een pornoblaadje over de videocamera en het setje, pakte de telefoon en hield hem tegen mijn oor.
“Ja. Ik sta nu bij zijn bureau en ik leg een briefje voor hem neer.”
Don zwaaide even toen hij voorbij de montagekamer liep. “Lunch,” zei hij geluidloos. De cameramensen keken niet eens naar binnen en het model liep iets met zijn telefoon te doen.
“Graag gedaan hoor,” zei ik voor de vorm tegen de niet-bestaande beller. “Dag.”
Ik vroeg me af hoe laat het was. Ik keek de kamer rond, maar zag nergens een klok. Pims computer stond nog wel aan. Ik tikte op de muis en de computer kwam tot leven. Het was 13.46 volgens Pims beeldscherm. Ik startte de internetbrowser en bekeek de surfgeschiedenis van de afgelopen maand. Bingo: Pim had de website van de Eigentijdse Christenen bekeken.
Ik zette de computer weer in de slaapstand, pakte mijn spullen en liep terug naar mijn bureau. Ik zette de telefoon terug in de gewone stand, stopte het cameraatje en het Easy Picking setje in mijn tas en ging zitten wachten op de accountant.
Om vijf voor half-drie kwam er eindelijk een lichtgrijze Audi A4 de parkeerplaats oprijden. Nog voor de accountant uitstapte had ik al een hekel aan die vent. Je gaat toch niet iemand vijfentwintig minuten van wederrechtelijke activiteiten zitten afhouden? Als hij gewoon op tijd geweest was, wat je toch mocht verwachten van een accountant want die horen stipt te zijn, had ik de geheugenkaart allang in handen gehad. Dan zat mijn werk er hier op en dan was de zaak zo goed als afgerond. Morgen naar kantoor, een verslagje tikken, mijn uren bij elkaar optellen en een factuur maken, het hele zaakje afleveren bij Luc, donderdag mijn koffer pakken en vrijdag vertrekken.
Behalve dan, zei een stemmetje in mijn hoofd, dat je ook nog moet uitzoeken hoeveel kopieën er op dvd zijn, en dat je die vervolgens ook nog even moet ophalen.