Tweeëntwintig

“Ik heb je gemist de afgelopen week,” zei Sandra, terwijl ik de post uit mijn postbus haalde. “Ben je op vakantie geweest?”

“Zoiets,” zei ik. “Undercover.”

“Spannend. Waar?”

“Dat kan ik je wel vertellen…”

“…maar dan zou je me moeten vermoorden,” maakte ze mijn zin af. “Dat riedeltje heb ik nou al zo vaak van je gehoord.”

Ik lachte. “Je zou onderhand moeten weten dat je dat soort vragen dus beter niet kunt stellen.”

“Hé, ik kon het toch proberen?” riep ze me na, toen ik de gang naar de kantoren inliep.

Ik nam de trap naar mijn verdieping. Het was er rustig voor een maandagmiddag, de meeste deuren zaten dicht. Die van Katia stond open. Ik klopte aan en stak mijn hoofd naar binnen.

“Hoi.”

“Lilian! Ik dacht dat jij bij de porno zat?” Katia keek op van haar scherm, waar ze weer eens naar allerlei abracadabra had zitten turen.

Ik klopte op mijn tas. “Ik heb hem.”

“Wat, de geheugenkaart?”

“Yep. Zien?”

Ze stond op en liep met me mee naar mijn kamer.

Ik legde de post – twee rekeningen – ongeopend op de groeiende stapel mijn bureau. “Als jij nou even koffiezet, dan start ik de computer op.”

Ze trok het kastje open. “Je hebt geen schone kopjes.”

Ik zette de computer aan. “Wil jij een paar kopjes afwassen of zal ik het doen?”

“Ik doe het wel.”

Terwijl ze koffiezette, checkte ik snel mijn mail. Spam en – dat werd tijd – een mailtje van Debbie, die het erg naar haar zin had in Australië en voorlopig in Sydney zou blijven.

Ik pakte de geheugenkaarten uit mijn tas en legde ze op een rijtje. “Welke denk jij dat het is?”

Ze keek om en fronste. “Drie? Waarom drie?”

“Er lagen er drie in de la en ik wilde het risico niet nemen.”

“Weet je zeker dat de goede erbij zit?”

“Nee.”

Ze floot. “Je hebt dus wél een groot risico genomen.” Ze dacht even na. “Stel dat de goede er tussen zit, wat ga je dan met die andere twee doen?”

“Hij zit ertussen. Daar durf ik om te wedden. Geen idee wat ik met de andere ga doen. Terugbrengen lijkt me geen optie: ‘Hallo, daar ben ik weer, ik had per ongeluk iets meegenomen’.”

Ze schoot in de lach. “Had je een maand geleden gedacht dat je ooit nog eens pornofilms zou stelen?”

“Kind, het is al jaren mijn diepste wens om pornofilms te stelen. Oké. Showtime. Als jij niet kiest, doe ik het zelf wel.” Ik pakte de meest linkse geheugenkaart van het rijtje en stopte hem in de kaartlezer.

Katia zette twee koppen koffie op het bureau en trok een stoel bij. “Dat is wel De Vijf Eiken,” zei ze toen de film begon. “Maar het zijn niet Luc en die politieker.”

“Nummer twee dan maar.” Ik haalde kaart nummer 1 uit de pc en stopte de tweede erin. We haalden allebei opgelucht adem toen de vertrouwde beelden van Luc, Dirk-Jan en het olijke tweetal het scherm vulden.

“Missie geslaagd,” zei Katia.

“Nog niet helemaal.” Ik pakte de dvd’s uit mijn tas. Die met het gele memobriefie legde ik apart. “Dit is een lege dvd, de andere twee moeten we even bekijken.”

“Waar heb je die gevonden?” vroeg Katia. “Een pornobedrijf ligt toch vol met dvd’s, waarom heb je speciaal deze meegenomen?”

“Omdat ze in een afgesloten la lagen, bij de geheugenkaarten.” Ik keek naar mijn scherm, waar een treurig kijkende transseksueel tegen de camera praatte. “Oh, shit.”

“Wat?” vroeg Katia.

“Dit is materiaal voor de documentaire van Pim.” Ze keek me niet-begrijpend aan, dus ik legde het uit.

“Dat materiaal gaat hij missen natuurlijk,” zei ze. “Dus je moet die dvd terugbrengen.”

“Ik vrees het ook. Tegelijk met die andere twee geheugenkaarten. Ik kan nu niet meer naar Arnhem, ik kan met geen mogelijkheid verklaren waarom ik drie uur weggeweest ben. En dan nog, ik zou die spullen natuurlijk nooit ongezien kunnen terugleggen in de la.” Ik pakte de tweede dvd. “Eens kijken wat hierop staat.”

De tweede dvd was een kopie van de Luc-en-Dirk-Jan film. Ik was trots op mezelf: ik had toch maar mooi de tegenwoordigheid van geest gehad om die dvd’s ook mee te nemen. Dat ik daarmee mezelf meteen met een probleem had opgezadeld was van later zorg.

Voor de volledigheid bekeken we de derde geheugenkaart, die ook opnamen voor The Tourist Trap bevatte. Jeroen en Philip hadden voor deze editie twee bijzonder macho uitziende Italianen opgepikt. Ik klikte op stop en deed de dvd terug in het doosje.

“Wat ga je nu doen?” vroeg Katia.

“Inbreken, denk ik. Bij iemand die veel geld heeft betaald voor deze opnamen.”

Ze bood aan om toch mee te gaan, maar dat sloeg ik af. “Ik heb jou er al veel te veel in betrokken. Ik red het wel in mijn eentje.”

“Oké.” Ze dronk haar koffie op en stond op. “Dan ga ik weer aan het werk.”

Toen ze de kamer uit was, sloot ik de computer af en ging ik op zoek naar iets waar ik de dvd en de twee geheugenkaartjes van Pim in kon stoppen. Ik vond een bubbeltjesenvelop waar ooit een of ander boek in had gezeten, deed de spullen erin en legde hem in de bovenste la van mijn bureau. De geheugenkaart en de dvd met de film van Luc en Dirk-Jan stopte ik met de ARP-formulieren in een andere envelop, die ik in mijn tas deed.

Ik trok mijn jas aan, pakte mijn tas en schakelde het alarm in. Katia kwam haar kamer uit terwijl ik de deur op slot deed.

“Heb je eigenlijk nog iets gehoord van…” Ik dempte mijn stem. “…onze gezamenlijke vriendin?”

Ze schudde haar hoofd. “Maar ik blijf ervan overtuigd dat zij het is. En die gedachte bevalt me niets.”

“Als ik thuiskom verzinnen we een plan,” beloofde ik. “En nu ga ik aan het werk.”

“Succes,” zei ze.

Sandra zat niet op haar plaats, zag ik toen ik beneden in de hal stond. Ik opende mijn postbus en legde de envelop erin. Ik durfde de spullen niet mee naar huis te nemen, aangezien een onbekende mijn huissleutel had, en hier leken ze me betrekkelijk veilig.

“Ben je aan het dementeren?” vroeg Sandra. “Je hebt een uur geleden nog je post uit de postbus gehaald.”

Ik deed het deurtje weer dicht en draaide me om. Ze stond met een kop koffie achter de balie. “Oh ja.” Ik probeerde schaapachtig te lachen. “Dat is ook zo. Vandaar dat er niks in zit.”

“Je hebt het zeker druk,” zei ze met een meelevende blik. “Ik word ook altijd verstrooid als ik het druk heb. Komt het door die spannende undercoverklus van je?”

Ik schonk haar een glimlach die, naar ik hoopte, van alles kon betekenen en ging naar buiten.

Als iemand me gezegd had dat ik in de chicste buurt van Broek in Waterland was beland, had ik het ook geloofd, maar dit was toch echt een Vinex-wijk in Amersfoort. Ik keek naar het huis van Gerdien Schouten, dat vanaf de eerste verdieping was afgewerkt met lichtblauw geschilderd hout, ongetwijfeld van het onderhoudsvrije soort. Ik haalde me soortgelijke huizen uit de Woonidee voor de geest en schatte dat dit pandje toch al snel een slordige zes ton zou moeten opbrengen. Ik pakte mijn mobieltje. Halfdrie. Als Gerdien het gedachtegoed van haar partij naleefde, zou ze nu haar kinderen van school halen. Ik durfde te wedden dat dat gedachtegoed ineens een stuk minder belangrijk was als het je politieke carrière beïnvloedde en dat ze gewoon bij de landelijke vergadering van de Eigentijdse Christenen zat, die vandaag in Harderwijk werd gehouden. Dus óf haar drie bloedjes van kinderen gingen naar de naschoolse opvang, of er was iemand die ze ophaalde. Ik gokte dat ik ongeveer drie kwartier de tijd had om de dvd in handen te krijgen. In het hofje waar Gerdien woonde stonden nog vijf van zulke huizen. Zo op het oog leek er nergens iemand thuis: er stonden geen auto’s op de opritten en in de huizen werd niet bewogen. Welcome stond er op Gerdiens deurmat. Naast de mat stond een gietijzeren etagère met drie uitgebloeide geraniums. In het huis woonden Gerdien, André, Betsie, Adam en Jonathan Schouten, volgens een handbeschilderd bordje naast de bel. Ik haalde mijn trouwe setje uit mijn tas en liep zo zelfverzekerd mogelijk naar de voordeur. Daar zat een makkelijk slot op. Ik had het al open en wilde net naar binnen stappen, toen een blonde bakfietsmama de straat in kwam fietsen. Ze stapte af bij het huis naast dat van Gerdien.

“Hallo,” zei ze. “Bent u de makelaar?”

Ik zette een professionele glimlach op. “Gerdien heeft dus al gezegd dat ik zou komen?”

Ze knikte. “Jammer dat ze weggaan, het zijn aardige mensen en onze kinderen kunnen het goed met elkaar vinden. Ik begrijp het wel. Als je elke dag zo’n eind moet reizen voor je werk…Ze komt elke avond doodmoe thuis. Een pied a terre in Den Haag zag ze niet zitten, in verband met de kinderen, dus ik heb op een gegeven moment gezegd: ‘Meid, verkoop je huis toch gewoon en ga in Den Haag wonen.’ Daar is ze over gaan nadenken en toen vroeg ze of ik een goede makelaar wist. Ik ben degene die haar op uw kantoor gewezen heeft, weet u. Ik zei: ‘Timmermans Makelaars, die moet je hebben’.” Ze keek me aan als een hond die een koekje verwacht.

Ik glimlachte beleefd en wenste dat het mens naar binnen ging.

“Ik had eigenlijk verwacht dat Joke Timmermans zelf zou komen, maar die had het zeker te druk,” ging ze verder.

“Joke doet alleen nog de eerste afspraak, de onderhandelingen en de overdracht bij de notaris,” zei ik. “Ik doe de bezichtigingen.”

“Dat begrijp ik. Op een bepaald moment moet je gaan delegeren.” Ze keek op haar Swatch horloge. “U bent aan de vroege kant, de kijkers komen toch pas om vier uur?”

“Deze mensen hebben serieuze belangstelling,” verzon ik. “Ik wil even zeker weten dat er nergens speelgoed slingert en dat alle kamers er aantrekkelijk uitzien.”

“Dan hou ik u niet langer op, want dan heeft u nog wel even werk, met zeven kamers,” zei ze. “Succes.”

Zeven kamers. Drie kwartier leek ineens niet meer zo lang, zeker niet als er ook nog eens elk moment een echte makelaar kon opduiken.

Eenmaal binnen had ik net mijn latex handschoenen aangetrokken, toen mijn telefoon ging.

Ik nam op. “Hé, Lynette. Je timing is niet zo heel erg goed.”

“Oh. Wat ben je aan het doen dan?”

“Inbreken.”

“Leuk. Bij wie?”

“Hé, ik sta dus in het huis van iemand die elk moment kan binnenkomen. Is er iets belangrijks?”

“Je neemt zélf op,” zei ze semi-verontwaardigd. “Ja, er is iets belangrijks. Noor kwam gisteren midden in de nacht bij mij langs. In alle staten. Heb jij haar gedumpt?”

“Nou ja, gedumpt…Ik heb het uitgemaakt.”

“Goed van je. Maar ze kwam dus bij mij verhaal halen. Ze zei dat ik jou had opgestookt met mijn hoerige gedrag en ze wilde van mij weten met wat voor vrouw je nu was. Het kostte uren om haar weer de deur uit te werken.”

“Heb je haar over Emma verteld?”

“Natuurlijk niet. Straks staat ze daar ook midden in de nacht voor de deur. Ik vond dat je het in elk geval moest weten. Ga nu maar weer verder met inbreken.”

“Ik bel je vanavond nog wel even,” beloofde ik en we verbraken de verbinding.

Via de hal kwam ik in de woonkamer, die in landelijke stijl was ingericht. Eigenlijk kon ik die wel overslaan: met drie opgroeiende kinderen in huis zou je daar geen porno-dvd’s neerleggen, en al helemaal niet als je die kinderen ook nog in de christelijke traditie opvoedde. In haar keuken, die uiteraard van alle gemakken voorzien was, zou ze vast ook geen dvd bewaren, maar ik kon de verleiding niet weerstaan en trok het gootsteenkastje open. Jawel hoor, een Qooker. Kokend water uit de kraan, handig voor drukke mensen die geen seconde op hun kopje thee kunnen wachten.

Ik vermoedde dat Gerdien boven een werkkamer zou hebben, dus ik liep terug naar de hal en ging de trap op naar de eerste verdieping. Daar waren een riante ouderslaapkamer met roze bloemenbehang en een keurig opgemaakte lits-jumeaux, twee vrolijke kinderkamers en een badkamer. Ik ging de ouderslaapkamer binnen en gokte dat Gerdien aan de linkerkant van het bed sliep; op het antieke nachtkastje lag een boek dat er als een vrouwenhoek uitzag. Ik pakte het op en las de flaptekst. Het ging over een vrouw die op een dag een tienermeisje aan haar deur krijgt dat beweert de dochter van haar man te zijn. Ontreddering alom, want haar man had daar nooit iets van gezegd en bovendien waren ze elkaars eerste liefde én hadden ze elkaar, volgens goed Amerikaans religieus gebruik, bezworen dat ze als maagd het huwelijk in zouden gaan. Ik opende het nachtkastje. Een potje handcrème, een fles massageolie, de bijbel, een strip anticonceptiepillen en – hier moest ik even om grinniken – een tube chocolade bodypaint. Dat zou nog een rotzooi geven op het spierwitte beddegoed. Ik liep de slaapkamer uit en nam de trap naar de tweede verdieping. Daar waren nog een kinderkamer en een werkkamer. Ik onderwierp de boekenkasten langs een van de wanden van de werkkamer aan een oppervlakkige inspectie. Het zou kunnen dat de dvd hier gewoon tussen de lectuur stond, die bestond uit stichtelijke non-fictieboeken, romans van hetzelfde kaliber als het boek op Gerdiens nachtkastje en zelfhulpwerkjes voor vrouwen die hogerop wilden komen, met fraaie titels als Hoge hakken, geen gelulblijf jezelf, ook in zaken en De VorstinMachiavelli voor vrouwen. Het leed geen twijfel dat Gerdien het nog ver zou schoppen in de keiharde mannenwereld, en als de boeken niet hielpen kon ze altijd de bodypaint nog als geheim wapen inzetten. Ik keek naar het enorme bureau dat midden in de kamer ouderwetse degelijkheid stond uit te stralen. Echt een plek om een dvd te verstoppen, onbereikbaar voor grijpgrage kindervingertjes. Ik peuterde het slot van het drie laden tellende ladenblok open. De dvd lag in de middelste la. Ik stopte het ding in mijn tas en legde de lege dvd ervoor in de plaats. Alweer een klusje gefikst. Nu moest ik maken dat ik wegkwam. Ik wilde net de la dichtdoen, toen mijn oog viel op een stapeltje enveloppen met een roze strik eromheen, helemaal achterin de la. Interessant. Ik pakte het stapeltje, maakte de strik los, zocht een willekeurige envelop ergens uit het midden en haalde de brief eruit. Hij begon met Allerliefste Gerdien en eindigde met Je Herman, en tussen die begroetingen door meldde de briefschrijver dat hij zo genoot van hun geheime ontmoetingen en Gerdiens verrukkelijke lichaam, dat hij enorm in de knoop zat met zijn geweten en met wat de bijbel schreef over overspel, en dat hij desondanks toch alweer uitkeek naar hun volgende afspraak. Gerdien reed een scheve schaats. Met Herman, wie dat dan ook mocht zijn. Ik fotografeerde de brief met mijn mobieltje en stopte hem terug in de envelop. Ik koos nog een paar smeuiige exemplaren uit om te fotograferen en maakte daarna weer net zo’n mooi stapeltje als het was. De eerste brief, de onderste van het stapeltje, was nog geadresseerd aan een huisadres, een ander dan het adres waar ik nu was, de rest aan een postbus. De eerste dateerde van mei 2004, de laatste van september 2008. Dat hoefde natuurlijk niet per se het einde van de affaire te betekenen; Gerdien en Herman konden net zo goed de zegeningen van e-mail ontdekt hebben. Ik vroeg me af of ze bij Herman ook bodypaint gebruikte of dat ze dat reserveerde voor André, haar wettige echtgenoot aan we ze onvoorwaardelijke trouw had beloofd. Mijn blik gleed naar de foto van Gerdiens kinderen op haar bureau. Ik schatte haar oudste, Betsie, op een jaar of acht en de twee zoons op zes en vier. Misschien was een van deze schatjes zelfs wel van Herman. Ik knoopte de strik weer om het stapeltje en legde het terug op zijn plaats. Daarna schoof ik de la dicht en deed hem met behulp van mijn setje op slot. Het werd tijd om op te stappen.

Ik stond op de overloop van de eerste verdieping en wilde net naar beneden lopen, toen ik de voordeur hoorde opengaan.