Hoofdstuk 36

“Hebben jullie daar geen wasmachine?” Chantal keek toe terwijl ik mijn was uit de machine haalde en in een plastic tas stopte.

“We hebben alleen de hoogstnodige dingen,” zei ik. “Als we ontruimd worden, zijn we alles kwijt.”

“Wat ga je met je kamer doen?” vroeg ze.

“Nog even aanhouden tot ik meer zekerheid heb.”

“Een vriendin van mij zoekt woonruimte,” zei ze. “Ze woonde samen, maar het is uit. Kan ze zolang jouw kamer gebruiken? Alleen maar om te slapen, de rest van de tijd zit ze bij mij. Ze kan je wel betalen als je dat wilt.”

Ik dacht na. “Als we ontruimd worden, heb ik mijn kamer meteen weer nodig.”

“Als je niet in de gevangenis slaapt tenminste. Ze is hier nu, wil je even kennis met haar maken? Kan ze trouwens niet bij jullie in dat kraakpand?”

“Pff nee, daar moet dan weer uren over vergaderd worden. Ze kan wel in mijn kamer. Voor vijf euro per dag. Tegemoetkoming in de huur. En zeg alsjeblieft niks tegen Herman.”

“Tuurlijk niet. Ik ga haar even halen.”

Ze kwam even later terug met een onopvallend meisje, dat er niet uitzag alsof ze me problemen zou bezorgen.

“Dit is Marieke.”

Marieke en ik maakten afspraken over mijn kamer en de betaling en ineens had ik er weer een inkomstenbron bij. Ik gaf haar de sleutel van mijn kamer om hem bij te laten maken en ging douchen.

Gek, bedacht ik terwijl ik me inzeepte, hoe je zoiets als een warme douche kunt waarderen als je het een tijdje gemist hebt. Ik bleef er extra lang onder staan om van het gevoel van luxe te genieten.

Toen ik weer aangekleed was, kwam Marieke de sleutel terugbrengen.

“Fijn dat ik een tijdje hier mag blijven.”

“Ik ben blij dat ik je kan helpen. Ik hoop dat je snel iets voor jezelf vindt.” Ik pakte nog een tas met spullen en vertrok.

In Villa Volta liep ik rechtstreeks naar de tweede verdieping om mijn tas naar mijn kamer te brengen. Kitty had inmiddels blijkbaar ook een cd-speler, want er kwam muziek uit haar kamer. Ik kende het nummer, maar ik kon het even niet thuisbrengen. Dat Kitty keihard en loeivals meezong hielp ook niet echt mee. Ik klopte aan en ze deed open.

“Mooi hè.” Ze zette de cd-speler zachter. “Frédérique Spigt.” Oh ja. Nu wist ik het weer. “En Sarah Bettens,” zei ik. “Heb ik van Gerda gekregen.” Ze liet me trots het doosje zien. Exact hetzelfde als mijn cd.

“We hebben vanavond vergadering,” zei ze. “Na het eten.” Ik bracht de tas naar mijn kamer en ging naar de kantine. In de gang op de eerste stond Gerda op een trap blonde dreads aan een engelenhoofd te schilderen.

“Wat een ongelooflijk sexy engel is dat,” zei ik. “Komt door die dreads,” zei Gerda. “Ja hoor. Dat werkt niet meer, vrees ik.” Ze lachte.

“Hoe heb je dat zo snel gedaan?” vroeg ik.

“Met een diaprojector. Plaatje projecteren, lijntjes overtrekken en kleuren maar. Die dreads en die vleugels heb ik natuurlijk wel zelf bedacht, de rest is een foto. Van Marilyn Monroe.” Dat verklaarde de ouderwetse jurk van de engel. Ik liep naar de kantine en begon met de voorbereidingen voor het eten.

“We moeten het voornamelijk over het feest hebben,” zei Hans toen we na het eten aan de koffie zaten. “We hebben nog maar één dag de tijd om alles te regelen.”

“Het is pas woensdag,” zei Kitty. “Woensdagavond,” corrigeerde Hans. “Vrijdag overdag hebben we ook nog,” zei Kitty. “Goed, anderhalve dag dan,” zei Hans. “Wat moet er allemaal nog geregeld worden?” vroeg Lenie. “Dat wou ik net gaan inventariseren,” zei Hans. “Zal ik maar even, punt voor punt?” Iedereen knikte. “De muziek?”

“Die jongens komen om acht uur,” zei ik. “Bier?”

“We hebben een thuistap.”

“Glazen? Wijn? Frisdrank? Hapjes? Buitenverlichting?” Ze werkte haar hele lijst af en keek tevreden toen ze klaar was. “Alles is gewoon in orde. Wat fantastisch.”

Nu moest ik toch maar eens vertellen dat ik er vrijdag niet de hele tijd bij zou zijn. Ik haalde diep adem. “Er is één klein dingetje.”

“En dat is?” vroeg Nel.

“Ik moet morgen en vrijdag werken. Van vier tot twaalf in het Filmhuis.”

“Kun je daar niet onderuit?” vroeg Hans. “Morgen is mijn tweede werkdag.”

“Nee, dan kun je er niet onderuit,” zei ze. “Hebben we nu een probleem? Wat zijn jouw taken voor vrijdag?”

“De tap aansluiten, de glazen klaarzetten en boodschappen doen,” somde ik op. “Dat kan allemaal van tevoren. Er moet alleen iemand die muzikanten opvangen.”

“Dat doe ik wel,” zei Kitty. “Je bent dus zelf pas om half één op het feest?”

“Gelukkig wel,” zei ik. “Dan ben ik tenminste niet de eerste.” Ik lachte erbij, maar eigenlijk kon ik mezelf wel voor mijn kop slaan toen het in z’n volle omvang tot me doordrong dat we een heel leuk feestje organiseerden, maar dat ik er zelf niet bij zou zijn. “Wie kookt er dan morgen en vrijdag?” vroeg Lenie. “Volgens mij hadden we afgesproken dat Sara drie dagen per week zou koken,” zei Hans. “Dat betekent dat er sowieso iemand anders aan de beurt is. Sara, komt het jou uit om voortaan maandag, dinsdag en woensdag te koken?”

“Perfect,” zei ik. “De andere dagen moet ik werken.”

“Ik kook morgen wel,” zei Lenie.

“Dat is dan geregeld,” zei Hans. “En vrijdag wordt toch een rare dag, dus dan zien we wel.”