Hoofdstuk 7

“Echte?” vroeg Mo, met een blik op mijn dreads.

Ik knikte, terwijl ik haar bestelling klaarmaakte. “De jouwe ook?” Ik verwachtte half en half dat ze nee zou zeggen.

“Honderd procent.”

“Hoe hou je ze zo mooi?”

“Draaien, en als ze te dik worden moet je ze doorknippen.”

Dreads doormidden knippen? Dat kon toch niet goed gaan?

Ze zag mijn frons en lachte. “Dat kan echt, ik wil het je wel een keer laten zien. Moet je morgen werken?”

“Vanaf acht uur. Morgenmiddag ben ik vrij.”

“Nu niet meer, want dan kom ik bij je langs om je dreads nog mooier te maken.”

Ik schoof haar drankjes over de bar. “Op rekening?”

“Yep. Is vijf uur goed?”

“Prima. Ik woon hierboven. Zal ik ook wat te eten voor ons maken dan?”

“Lekker. Ik eet geen vlees, trouwens.”

Ze pakte haar drankjes en liep naar de tafel waar haar vriendinnen zaten.

“Je geeft licht joh. Waarom sta jij zo te stralen?” Karina stond aan de bar. Ik had haar niet zien binnenkomen.

“Ik krijg morgen visite.”

“Oh? Van Evelien?”

Ik schudde mijn hoofd en glimlachte mysterieus.

“Van een van die ouwe potten dan?”

“Nope. Wat wil je drinken?”

“Baileys met ijs. Van Naima? Oh nee, wacht, het is toch niet weer aan met Richard hè?”

“Tuurlijk niet, gek.”

“Een jongen of een meisje?”

“Je raadt het nooit. Ik krijg dreads-les. Van haar.” Ik knikte met mijn hoofd naar Mo.

“En waarom moet je daar dan zo om grijnzen?” Ze volgde mijn blik.

“Val je op haar of zo?”

“Een beetje.” Ik voelde mijn wangen gloeien.

“Vergeet het maar. Volgens mij heeft ze verkering met een huisgenoot van Julian. Een jongen dus.”

“Nou en?”

Karina haalde haar schouders op. “Je moet het zelf maar weten, maar mij lijkt het een hopeloze onderneming.”

“Gewoon een beetje dreads draaien, verder niks.”

“Oké, oké. Hoe is het met de potten?” Ze lachte. “Met de échte potten bedoel ik.”

Ik had mijn kamer gestofzuigd en opgeruimd, mijn bed verschoond en in de keuken stond een grote pan Italiaanse tomatensoep volgens Sara’s recept zachtjes te koken. Ik mag dan niet zo veel verstand van koken hebben, ik had één recept dat ik tot in de finesses beheerste. Precies om vijf uur ging de bel. Mijn hart sloeg over. Onzin natuurlijk, er was helemaal niets aan de hand. Een leuk meisje dat ik een paar keer gesproken had, kwam bij me langs op een saaie zondagmiddag. Dat gebeurde zo vaak als je boven een kroeg woonde. Ik deed glimlachend de deur open, maar mijn glimlach bevroor toen ik mijn bezoeker zag. Richard, die zo te zien al een week of zes niet meer geslapen had. Shit.

“Zo, blijkbaar verwachtte je me al, je lacht zo vriendelijk.” Hij stonk naar drank.

“Je komt een beetje ongelegen, ik krijg zo bezoek.” Hij duwde me opzij en stommelde de trap op. Ik liep achter hem aan. Boven snoof hij. “Tomatensoep. Komt goed uit, ik heb honger.”

“Richard, ik…” begon ik.

“Ja ik weet het, je krijgt zo bezoek.” Hij liep de keuken in, met mij achter hem aan. “Netjes hier.” Hij fronste. “Je hebt opgeruimd. Dat kan maar een ding betekenen. Wie is dat bezoek van jou? Heb je een nieuwe vriend soms?” Zijn gezicht kreeg iets dreigends. Hij deed twee passen naar voren en greep me bij mijn T–shirt. “Nou? Heb je een nieuwe vriend?” De bel ging weer. Ik slaakte een zucht van verlichting, maakte me los uit zijn greep en vloog de trap af. “Wat is er met jou?” vroeg Mo, toen ze mijn gezicht zag. “Mijn ex is er,” zei ik, zo zachtjes als ik kon. “Dronken.” Even was ik bang dat ze zou zeggen dat ze wel een andere keer terug zou komen. “Die kunnen wij wel aan toch?”

“Je hoeft hem niet gauw weg te sturen, Sara. Als die lul een beetje vent is, komt-ie nu naar boven. En dan sla ik z’n kop eraf!” Richard verscheen bovenaan de trap.

“Fijn dat ik zo welkom ben,” zei Mo, terwijl ze de trap opliep. Boven stak ze haar hand uit. “Ik ben Simone, hoe heet jij?” Oh, daar kwam de afkorting Mo dus vandaan.

Hij negeerde haar hand en richtte zich weer tot mij. “We moeten praten, Sara.”

“Niet nu.”

“Wel nu. Iedereen mag horen wat ik te zeggen heb.” Ik zuchtte en keek verontschuldigend naar Mo. Die haalde haar schouders op en glimlachte flauwtjes. “Wat wil je drinken, Mo?” vroeg ik.

“Oh. Bieden we Richard niets meer te drinken aan? Richard is de ex, dus Richard krijgt niks. Richard telt niet meer mee.”

“Iets fris is prima. Jij vindt jezelf wel erg zielig, hè?” Dat eerste zei Mo tegen mij, het laatste tegen Richard. “Sara is een kutwijf.”

Ik werd er een beetje moe van. “Verzin eens wat nieuws, Richard. De hele stad weet onderhand al dat ik een kutwijf ben. Waarom zet je het niet in de krant?”

Even dacht ik dat hij me weer bij mijn shirt zou pakken, maar hij liep de keuken in om er met een blikje bier in zijn hand weer uit te komen. Hij trok het open, nam een slok en boerde hard. “Gaan we nog naar Sara’s kamer of blijven we hier op de gang staan?”

“Jij gaat weg en Mo en ik gaan naar boven.” Ik liep naar de keuken en pakte een fles sinas en twee glazen. “Ik dacht het niet. Jij zult naar mij luisteren.”

Mo en ik liepen de trap op, met een wankelende Richard achter ons aan. Die zouden we voorlopig niet kwijtraken, vreesde ik. “Leuke kamer heb je. Altijd gezellig, een zolder. En niet eens zo heel warm,” zei Mo, alsof er helemaal niets aan de hand was. Ze ging aan mijn eettafel zitten.

Ik koos de stoel tegenover haar en schonk onze glazen vol. “Ik ben er ook wel blij mee. Ik hoop dat ik hem kan blijven betalen.”

“Hoezo?” vroeg Richard, die ondertussen op mijn pas verschoonde bed was gaan liggen, uiteraard met zijn schoenen aan. “Heb je ineens geen geld meer? Moet je steeds uit eten met je nieuwe vriend soms?” Ik probeerde hem te negeren. “Hebben we nog iets speciaals nodig voor die dreads?”

“Ik heb kralen en touwtjes meegenomen, en mini-elastiekjes. En vet.” Mo pakte haar legertas, waarop het portret van Che Guevara nog net te zien was onder alle buttons die ze er opgespeld had. Ze haalde er een paar zakjes en een pot shaper uit. “Hé, kutwijf! Ga nog eens een biertje voor me halen.” Weer deed ik net of ik Richard niet hoorde.

Mo stond op. “Zullen we gewoon je hele haar even doen? Dan begin ik rechts, en jij doet hetzelfde aan de linkerkant. Heb je een spiegel?”

“Gaan jullie kappertje spelen? Sara mooi maken voor haar vriendje? Helpt toch niet, van binnen is ze verrot. Door en door.”

“Jezus Richard!” Ik had het helemaal gehad. “Schei alsjeblieft uit met dat geëtter. Zeg wat je te zeggen hebt of sodemieter op.” Richard boerde weer. “Ik moet pissen.” Hij stond op en liep slingerend de kamer uit. We hoorden hem de trap afstommelen en even later de wc doortrekken. In spanning wachtten we tot hij weer naar boven zou komen. Dat deed hij niet: hij ging de trap af en trok met een harde klap de voordeur achter zich dicht. “Pfff, die is weg.” Ik stond op om de spiegel te pakken. “Is die gozer altijd zo?”

“Toen we nog verkering hadden, dronk hij af en toe. Niet zo erg als nu.”

“Agressief mannetje.” Ik knikte.

“Oké. Je wrijft eerst een beetje vet in je handen.” Mo kwam naast me staan en draaide de pot met shaper open. De geur van haar patchouli-parfum vermengde zich met de zoete lucht van de shaper. “Dan pak je een dreadje en dat rol je tussen je vingers.” In de spiegel zag ik hoe ze dat deed. Ze was er echt heel behendig in. “Hoe lang hebben jullie iets gehad?” vroeg ze tijdens het draaien.

“Iets meer dan een jaar. Hij was heel serieus hoor, hij heeft me zelfs ten huwelijk gevraagd.”

“Wat? Trouwen? Jullie zijn toch nog hartstikke jong?”

“Tijdens een verschrikkelijke vakantie in Turkije. All-inclusive. Hij vond het hartstikke leuk, de hele dag gratis zuipen en hamburgers eten bij het zwembad. Ik heb me die hele vakantie rot verveeld. Achteraf was het wel goed dat we gegaan zijn, want daardoor begreep ik wel dat we nou niet echt voor elkaar bestemd waren.”

“Elk nadeel heb z’n voordeel,” zei Mo, die dichter bij me kwam staan. Ik kreeg het warm, en dat had niets te maken met het gespreksonderwerp. “Als je trouwens een verdikking tegenkomt, moet je extra kracht zetten. En als je ‘m niet plat krijgt, kun je er een kraaltje omheen knijpen. Kijk, zo.” Ze leunde over me heen om een kraaltje van tafel te pakken. Ik kon het niet helpen, ik moest kijken naar die stevige kleine borsten in dat vaalroze T–shirtje. En dan die patchouli-geur. Ik dacht dat ik ter plekke een appelflauwte zou krijgen. Mo ging ondertussen door alsof er niets aan de hand was. Ze klikte een turquoise kraaltje in mijn haar. “Of je wikkelt er een touwtje of een elastiekje omheen. Die elastiekjes worden wel heel viezig, die vallen na een paar weken uit elkaar.”

“Dan hou ik het bij de kralen en de touwtjes. Doe ik het goed?” Mijn kurkdroge mond in aanmerking genomen mocht het een wereldwonder heten dat er geluid uit mij kwam.

“Bijna.” Ze pakte het dreadje waar ik mee bezig was en even raakten onze handen elkaar. Het was alsof we een klein schokje kregen. “Plastic schoenzolen,” zei Mo. Hoogspanning, dacht ik. “Komt die Richard wel vaker langs?” vroeg ze. Ongelooflijk. Hoe kon ze zulke vragen stellen als er zo’n enorme spanning in de lucht hing? “Af en toe. Meestal komt hij in de kroeg zeiken dat ik een kutwijf ben.”

“Exen…” zei Mo. “Breek me de bek niet open.”

“Dat klinkt alsof jij er heel veel hebt,” zei ik, terwijl ik me het hoofd pijnigde over een manier om erachter te komen of die exen mannen of vrouwen waren.

“Valt wel mee,” zei ze. “Drie. En eigenlijk spreek ik ze nooit meer. Maar daar is elke keer wel een hoop ellende aan voorafgegaan.”

“Relaties, daar begin ik niet meer aan.” Shit, waarom zei ik dat nou weer?

“Gelijk heb je. Vrijheid, blijheid.”

Ha. Dat was een inkopper. “Heb jij ook geen relatie?” vroeg ik zo onschuldig mogelijk.

“Los-vast. Niet iemand om mee naar je ouders te nemen.”

“Een seksrelatie dus.” Met wie, wilde ik vragen. Met wie doe je het? Maar ja, zoiets vraag je niet aan iemand die je net kent. Ook al ruikt ze nog zo naar patchouli en draait ze nog zo wulps om je heen. “Ik ga knippen, daar heb ik al mijn concentratie voor nodig. Even opletten dus, en stilzitten,” zei ze.

Tegen zeven uur waren we klaar. Oké, ik zag er prachtig uit en ik wist dat ze geen vaste relatie had, maar verder was ik er geen steek mee opgeschoten.