Twintig

Sinterklaasavond is niet doorgegaan of maar half. Nou ja, hij is natuurlijk op zich wel doorgegaan, maar niet voor ons, tenminste niet echt. Mama was heel ziek. We konden echt geen normale surprise doen. Papa vond dat we het toch moesten doen, zonder mama, maar dat wilden Okke en ik niet. Nu hebben we het half en half gedaan. Bij papa en mama op de slaapkamer. Eigenlijk hebben we geen surprise gedaan, maar ook weer wel. Ik heb de surprise die ik voor Okke had gemaakt eerst zelf op mijn eigen kamer uitgepakt, zonder dat iemand het heeft gezien. De echte cadeautjes, het muziektijdschrift en het T-shirt, heb ik eruit gehaald en die heb ik hem gegeven. Zonder het gedicht.

Zelf heb ik wel de hele surprise gekregen die papa voor mij had gemaakt: een sjaal die hij had ingepakt als een slang. En op de sjaal had hij dan nog wat dingetjes gespeld: een bioscoopbon, een armbandje en wat plakplaatjes, alsof ik nog een klein kind ben. En er zat een gedicht bij, echt zo’n raar papa-gedicht, dat ik hier nu niet ga opschrijven. En ik heb ook nog een boek van hem gekregen, over de Citotoets. Die toets moeten we over twee maanden maken, in februari. Maar ik denk er nog helemaal niet aan. Ja, op school oefenen we wel voor de toets, maar het interesseert me verder niet veel. Februari. Dan zal mama wel dood zijn.

Mama had voor ons allemaal een fotoboek gemaakt. Voor mij een fotoboek met alleen maar foto’s van haar en mij; voor Okke een fotoboek met foto’s van haar en Okke; en voor papa een fotoboek met foto’s waarop zij en papa steeds staan. Echt heel bijzonder. Dat ze dat nog heeft kunnen doen. Of misschien heeft ze het door oma Lea laten doen of door opa Leen.

Op de eerste bladzijde van mijn fotoboek staat: “Ter herinnering aan alle fijne momenten.” Het is het handschrift van mama. Ik heb erom moeten huilen. Niet meteen toen ik het zag, maar daarna op mijn kamer, toen ik het fotoboek weer opendeed. In Okkes boek zal mama wel hetzelfde hebben geschreven.

De surprise die Okke voor mama had gemaakt, was best lief. Veel liever dan ik gedacht had. Een verrekijker. “Voor als je in de hemel bent en naar ons wilt kijken,” had hij erbij geschreven op een klein briefje. Het was geen gedicht, maar wel een mooie zin, vond ik. Zeker voor Okke.

Maar mama was echt te moe om het cadeautje zelf uit te pakken. Dat kun je je misschien niet voorstellen: dat iemand te moe is om een cadeautje uit te pakken. Maar mama kon het echt niet. Papa deed het voor haar, maar toen hij het haar wilde laten zien, sliep ze. Intussen zal ze het wel gezien hebben en ze zal er ook wel blij mee zijn, denk ik. Een verrekijker. Okke meent het natuurlijk niet echt. Dat mama vanuit de hemel met die verrekijker naar ons kan gaan zitten kijken. Want ja, de hemel: waar is de hemel? Is er wel een hemel? Maar het is wel een grappig idee. Dat mama heerlijk boven op een berg ligt, in de warme sneeuw, waarop zelfs bloemen kunnen groeien, en dat ze dan met een glimlach naar ons ligt te turen. Gek dat je bij de hemel altijd aan zulke dingen denkt: bergen, bloemen, lekker weer. Nooit aan schoolbanken, trappenlopen, regen en wind of zo.

Hemel.

Wat een raar woord.

Maar dat is bijna elk woord als je er lang naar kijkt en de echte betekenis ervan kent, zoals ‘kanker’, dat ‘krab’ betekent.

Dat Okke de verrekijker heeft gegeven en die ene zin heeft opgeschreven, betekent dat hij nu toch ook voor zichzelf heeft toegegeven dat mama snel dood zal gaan.

En mama zelf heeft het met haar fotoboeken natuurlijk helemaal duidelijk aangegeven: nog een paar dagen of weken en dan ben ik alleen nog maar een herinnering.

Het was dus onze laatste surpriseavond met z’n vieren.

Dat is wel zeker. Misschien komt er wel nooit meer een nieuwe surpriseavond voor mij. Want een surpriseavond alleen met papa en Okke, dat lijkt me niet zo leuk. Maar het kan zijn dat papa weer een nieuwe vrouw vindt. Daar heb ik natuurlijk wel aan gedacht. Papa zelf niet, denk ik, maar ik wel. Hij zou met Marieke kunnen trouwen, een van mama’s vriendinnen. Zij is zelf niet getrouwd.

Marieke is best een leuk iemand, vind ik. Maar het zou wel heel gek zijn, een nieuwe mama. En die ga ik natuurlijk ook nooit ‘mama’ noemen. Okke zou het alleen maar stom vinden als papa een nieuwe vrouw krijgt. Dan gaat hij onaardig en boos tegen haar doen. Hij gaat haar misschien wel proberen weg te pesten. Of hij sluit zich opnieuw in zijn kamer op: weken, maanden. Dat wil ik niet. Ik wil dat alles fijn is; dat er geen ruzie is, dat iedereen blij kan zijn, dat we samen in de fotoboeken van mama kunnen kijken. Dat we kunnen lachen om sommige foto’s in mijn fotoboek, zoals de foto waarop mama en ik naast elkaar van een waterglijbaan glijden, onze benen een beetje omhoog, de ogen en mond wijd open en onze armen in de lucht.