Het is het eerste wat ik denk als ik ‘s-morgens wakker word: leeft mama nog? Vanmorgen leefde ze nog. Dus ik kon gerust mijn boterham met hagelslag klaarmaken en opeten. Toen ik naar school ging, lag mama nog wel in bed, maar ze sliep niet meer. Ik heb haar nog een kusje gegeven. Okke doet dat niet. Nooit. Ja, een jaar geleden nog wel, maar nu nooit meer.
En de laatste weken is hij meteen ‘s-morgens al boos op iedereen. Hij vindt het vervelend dat hij nu voortaan zelf zijn boterhammen klaar moet maken. Eerst deed mama het. Papa zou het natuurlijk ook kunnen doen, maar die vindt dat wij het net zo goed zelf kunnen. Mij maakt het niet uit. Ik vind het niet erg om een boterham voor school te smeren, maar Okke wel. Soms smeert hij ook geen boterhammen. Dan koopt hij een broodje of iets anders in de kantine op zijn school.
Afgelopen weekend heeft hij een nacht bij een vriend gelogeerd. Sven heet die jongen. Hij is een paar keer hier bij ons thuis geweest. Een keer of acht, denk ik, meer niet. Maar volgens Okke is het zijn beste vriend.
Dat zal ook wel als je er blijft logeren. Okke kwam gisteravond pas thuis. Daardoor was ik bijna de hele zondag alleen, want Irscha kon niet komen. Nou ja, papa en mama waren er natuurlijk wel, maar mama lag steeds op bed en papa heeft bijna de hele middag in een stoel bij mama gezeten. Ikzelf heb een tekening gemaakt van een doodskist.
Mama heeft één keer gezegd dat ze een mooie doodskist wil, geen gewone maar eentje die beschilderd is. Met kleurige bloemen. Daarom heb ik er eentje getekend. En gekleurd. Mama wil echt begraven worden. Niet gecremeerd, dus niet verbrand.
Ik wist niet eens precies hoe doodskisten eruitzagen. Ik heb er eerst een paar opgezocht op internet. Trefwoord: doodskist. Hoe vaak zou dat woord ingetikt worden?
Geen idee. Misschien doet iedereen het ooit wel een keer in zijn leven. En wat je dan te zien krijgt! Echt heel veel soorten kisten. De meeste hebben dezelfde vorm en zijn van hout. Maar je kunt kiezen uit allerlei soorten hout en verschillende kleuren. En er zijn toch ook wel heel aparte vormen, zoals doodskisten die op een gitaar of een piano lijken en zelfs ronde doodskisten. Er bestaat ook een echte doodskistenfabriek. Daar zou ik nooit willen werken. Dan ben je de hele dag bezig met dood, dood en nog eens dood.
Ik zag op internet ook een site van iemand die doodskisten beschildert, met vlinders, met bloemen, allemaal vrolijke dingen. Hiephoi, wat een vrolijke gebeurtenis, er is iemand dood. Ja, daar lijkt het op als je doodskisten zo gaat beschilderen. Misschien heeft mama die site wel gezien waardoor ze op een idee is gekomen voor haar eigen doodskist. Ik las ook ergens dat sommige mensen een mobieltje meekrijgen in hun doodskist. Dus als ze dood zijn en begraven worden. Een mobieltje. Dan kun je iemand die dood is nog een tijdlang bellen. Tot de batterijen van het mobieltje in de doodskist op zijn. Lijkt me raar. Dus dan zou ik mama opbellen en dan weet ik dat het mobieltje afgaat in haar kist, terwijl ze onder de grond ligt. En dan neemt ze niet op natuurlijk. Moet je niet per ongeluk het verkeerde nummer intikken. Dan neemt er wel iemand op. Dan schrik je je rot. Maar ook als je het goede nummer intikt, is dat toch akelig. Dat je weet dat er naast je dode moeder een telefoon gaat. Onder de grond, in de kist. Het is ook raar trouwens als je op een kerkhof loopt en je hoort ineens vanuit een graf een mobieltje rinkelen of er komt een mooie ringtone uit.
Dan kun je ook behoorlijk schrikken.
Maar ik heb dus een kist getekend met bloemen erop.
Rode bloemen. Rozen. Daar houdt mama van. Rode rozen. Die heeft ze ook vaak van papa gekregen en van Okke en mij. Met Moederdag. Maar ik heb mijn tekening toen hij klaar was meteen weer verscheurd. Ik werd bang van mijn eigen tekening. Rozen zijn wel mooie bloemen, maar rozen op een doodskist zijn treurig, zeker als het op een doodskist is die bedoeld is voor je eigen moeder.