Vandaag is de dag na gisteren, de dag dat ik uit de moppenclub stapte. Ik merkte vanmorgen al meteen op het schoolplein dat alle kinderen uit mijn klas naar me keken.
Het kwam natuurlijk door Lucy, omdat zij gisteren had geroepen dat mijn moeder doodgaat. Nu ben ik niet meer gewoon Wietske, maar Wietske-van-wie-de-moeder-doodgaat. Daarom wilde ik ook zo graag dat niemand het nog zou weten. Want nu ben ik toch anders. En dat wil ik niet.
De meesten zullen mij wel zielig vinden. Al zijn er ook kinderen die me nu extra stom vinden, omdat ik meer aandacht krijg. Sommige kinderen kunnen dat niet hebben. Die willen zelf altijd alle aandacht. Bij twee meisjes uit de klas is dat heel erg: Lucy en Gerdie. Zo gauw zij merken dat de aandacht van anderen niet meer op hen gericht is, beginnen ze van alles te verzinnen om opnieuw de aandacht te krijgen. Het rare is dat veel jongens hen geweldig vinden. Je zou denken: blijf toch uit de buurt van die aanstelsters. Maar nee, de meeste jongens zoeken hen steeds op.
Melis zie ik nooit bij die meisjes staan, behalve dan in de grote pauze. Want Lucy en Gerdie zitten net als Melis bij de moppenclub. Melis houdt niet van hun aanstellerige gedrag, denk ik. Maar hij is vandaag niet naar mij toe gekomen. Misschien vindt hij mij nu ook een aanstelster.
Omdat ik uit de moppenclub ben gestapt vanwege mama.
De eerste die vanmorgen wél naar me toe kwam, was Mischa twee. We hadden dus al ge-msn’d met elkaar, maar hij wilde ook nog echt even tegen me zeggen hoe erg hij het vindt van mama. Ik heb maar gezegd dat het nog niet zeker is dat ze snel doodgaat. Dat heb ik ook aan de andere kinderen verteld die naar me toe zijn gekomen.
Gelukkig is de juffrouw in de klas niet óók nog eens over mama begonnen. Ik denk wel dat ze gehoord heeft dat iedereen in de klas het nu weet. Maar ik ben blij dat ze er niets over gezegd heeft. Ik heb het er echt liever met niemand over, behalve dan met Irscha, mijn beste vriendin.
In de eerste pauze ben ik bij Jorel, Simone en Eva gaan staan. Die zitten alle drie niet in de moppenclub. Er zijn nog wel een paar andere kinderen uit de klas die ook niet in de moppenclub zitten, maar dat zijn kinderen bij wie ik anders ook nooit sta. Het zou raar zijn als ik dat nu wel zou doen. Jorel, Simone en Eva ken ik beter. Van Simone is de vader trouwens al dood. Door een ongeluk. Dat is twee jaar geleden gebeurd. Ik weet het nog goed. Een tante van Simone kwam haar toen uit de klas halen. Daarna is ze twee weken lang niet op school geweest.
Misschien moet ik straks ook wel zo lang thuis blijven als mama doodgaat. Het klinkt lang, twee weken. Maar het kan best zijn dat ik helemaal niet meer naar school wil als mama dood is. Misschien wil ik wel helemaal niks meer, alleen maar huilen.
Simone heeft trouwens al echte borsten. Sommige meisjes in mijn groep hebben al wel iets, maar niet veel. Maar Simone wel. Het is een beetje raar om naast haar te staan.
Tenminste voor mij. Want ik heb dus nog helemaal niks.
Ik ben nog totaal plat. Nou ja, ik kan wel voelen dat er ooit iets aan gaat komen, maar wanneer dat is, zou ik niet weten. Terwijl Simone al echte borsten heeft. Of tieten.
Dat woord gebruik ik ook wel, hoor. Ze heeft ook allang een bh. Bij gymnastiek kun je het allemaal zien in het kleedlokaal van de meisjes. Veel meisjes dragen een bh.
Ik nu ook. Maar bij de meesten is het een nepding. Er zit niks in. Bij mij ook niet. Vorig jaar, in groep 7, was Simone de enige die al een bh droeg. Maar nu hebben echt bijna alle meisjes er een. Ik ben er ook mee begonnen toen ik aan het begin van het schooljaar merkte dat er steeds meer meisjes waren die er eentje droegen. Ook meisjes die nog helemaal niks hadden. Dat kon je goed zien, want de bh die ze hadden, zat plat tegen hun bovenlijf aan.
Mama heeft er daarna twee voor mij gekocht. Dat moet wel moeilijk voor haar zijn geweest. Want zijzelf had toen al geen borsten meer. Maar ik durfde niet zelf een bh te gaan kopen. Vooral niet omdat ze in de winkel zouden zien dat ik nog niks heb en dat ik dus eigenlijk ook geen bh nodig heb. Daarom heb ik toch maar aan mama gevraagd of zij ze voor mij wilde kopen.
Mama zelf draagt geen bh meer. Waarom zou ze ook? Een bh is een bustehouder. Maar mama heeft geen buste meer.
Dus er hoeft ook niks vastgehouden of omhoog gehouden te worden. Bij mij is dat ook zo, maar ik draag een bh omdat veel andere kinderen er een dragen. Ja, ik ben soms wel een meeloper.
Ik heb vandaag met Jorel, Simone en Eva maar heel even over mama gepraat. Ik vind het moeilijk. De anderen hebben meer gepraat dan ik. Simone vertelde nog dat haar moeder al een tijdje een nieuwe vriend heeft. “Is dat niet raar voor jou?” vroeg Jorel. Maar Simone zei van niet.
“Maar je noemt hem toch geen ‘papa’ of 20?” vroeg Jorel.
“Nee, dat niet,” zei Simone. En ze dacht ook niet dat ze dat ooit zou gaan doen.
Ondertussen stond de moppenclub zoals altijd bij het fietsenhok. Zonder mij. Af en toe hoorde ik dat er hard gelachen werd. Maar we deden alle vier alsof we de moppenclub niet hoorden.
Toen de bel ging en iedereen naar binnen liep, hoorde ik Joege nog vlug een mop tegen iemand vertellen. Het leek erop dat hij expres dicht bij mij was gaan lopen. Het was een mop over tieten. Hij weet het nu natuurlijk ook van mama en daarom vertelde hij die mop, denk ik. Het was een typische Joegemop.
Een vrouw komt bij de dokter omdat haar ene borst veel langer is dan de andere. De dokter vraagt of haar man er misschien iets speciaals mee doet. De vrouw zegt: “Ja, hij houdt één tiet ‘s-avonds altijd vast als we gaan slapen.”
“Maar dat is toch niet zo bijzonder,” zegt de dokter.
“Nou, toch wel,” zegt de vrouw, “want we slapen in een stapelbed.”
Ik zag Joege met een stiekeme blik naar me kijken toen hij de mop verteld had. Hij is zóóó gemeen.