Interview met de schrijver

Laten we maar met de deur in huis vallen. Wat was de inspiratiebron voor dit verhaal?

Het verhaal van Adanna is gebaseerd op een waargebeurd verhaal. De eerste keer dat ik naar Afrika ging, werd ik continu geconfronteerd met de tragische levensverhalen van de kinderen daar. Het was onverdraaglijk. Ik ontmoette een meisje dat buiten de hoofdstad van Swaziland woonde; ze had het mooiste, onschuldigste gezicht dat ik ooit had gezien. Ze was gelukkig en straalde blijdschap uit. De directeur van het kindertehuis vertelde me haar verhaal. Hij zei dat ze was gered uit een situatie van misbruik en mishandeling, hoewel ze in eerste instantie niet wisten hoe erg het was.

Ze namen haar op en hielden van haar als van een eigen kind. Ze vertoonde de typische symptomen van verwaarlozing: van top tot teen onder het vuil; smerige, gescheurde kleren die los om haar heen hingen; en blauwe plekken en schrammen van de slaag die ze had gekregen, ook met stokken. De eerste dag dat ze daar was, kwamen de kinderen bij elkaar om een spelletje te doen. Op het moment dat het spelletje begon, plaste ze in haar broek, met iedereen erbij. In eerste instantie dachten haar begeleiders dat ze nooit zindelijk was gemaakt. Maar dit ging dag na dag zo door. Ze brachten haar naar een dokter en realiseerden zich na het onderzoek dat het misbruik veel ernstiger was geweest dan ze hadden aangenomen.

Haar beide ouders waren overleden aan de gevolgen van AIDS, waarna ze in huis werd genomen door een verre oom.

Haar leven werd gereduceerd tot dat van een slavin. Ze moest vijftien uur per dag werken en haar oom verkocht haar lichaam aan mannen uit het dorp, zodat hij geld had om drank te kopen. En op een gegeven moment begon hij haar zelf dagelijks te verkrachten. Dat was dus de reden voor haar incontinentie.

Haar verhaal komt overeen met dat van heel wat jonge meisjes die ik in heel Afrika ontmoette. Het was meer dan ik aankon. Nog steeds, trouwens.

Ik moest gewoon iets doen en wilde hun verhaal vertellen. Ik hoop dan ook dat het lezen van dit boek mensen tot actie aanzet.

Welke andere personages en omstandigheden zijn op het echte leven gebaseerd, zonder verder namen en dergelijke te noemen, mocht dat gevoelig liggen?

Bijna elk personage in het boek is gebaseerd op iemand die ik in Afrika ken. Dominee Waker bijvoorbeeld is een van de mensen die ik het meest respecteer in Swaziland. Hij is de stichter van een gemeente die voor honderden wezen zorgt.

Ik weet dat Waker in het verleden wezen te eten heeft gegeven terwijl zijn eigen kinderen hongerleden. Een verbazingwekkende man. Het geloof dat hij heeft in Gods voorzienigheid in zijn leven overstijgt dat van mij enorm.

Hij geeft van het weinige dat hij heeft, terwijl het voor mij soms moeilijk is om te geven van mijn overvloed. Ik herinner me nog dat hij me vertelde hoe hij geroepen was om voor al die wezen in zijn dorp te zorgen. Hij zei dat het Bijbelvers dat maar door zijn hoofd bleef zweven, Jacobus 1:27 was: “Alleen dit is reine en zuivere godsdienst: weduwen en wezen bijstaan in hun nood.” En dus zei hij tegen God: “Heer, U weet dat ik een arme man ben. Wilt u wat rijke mensen sturen om me te helpen?”

Het antwoord dat hij daarop kreeg, klonk ongeveer als volgt: “Luister, jongen, steek eerst je hand maar in je eigen zak en geef aan hen zoals Ik aan jou heb gegeven.”

En dat heeft Walter dus gedaan. Vandaag de dag zorgt hij vanuit acht verschillende verdeelpunten voor duizend wezen. Hij is echt een inspiratiebron voor me. Op de website bij de Amerikaanse versie van dit boek, www.scaredthebook.com, kun je een documentaire bekijken over het leven van de echte dominee Walter.

Sommige gebeurtenissen zijn ook waar gebeurd. Het verhaal over die organisatie die na de overstroming een nephulpverlening opzette, is waar. Er is op een verschrikkelijke manier misbruik gemaakt van de Afrikanen. Des te belangrijker is het dat mensen die echt om hen geven, hun woord houden en aan hen laten zien wat ware liefde is.

Het is duidelijk dat de thema’s die u in dit boek behandelt, u persoonlijk raken. Wat houdt die passie levendig?

Ik vind dat iedereen moet weten hoe de kinderen in Afrika lijden. Het is puur onrecht en zou niet mogen bestaan in de eenentwintigste eeuw. Ik weet dat mensen dat niet graag horen. Niemand wil zich tenslotte hulpeloos of schuldig voelen in verband met dit soort situaties. Ik kan je trouwens verzekeren dat dat niet mijn bedoeling is. Maar de realiteit is realiteit.

Wat ik wil, is dat de mensen zullen beseffen hoe gemakkelijk het voor hen is om een enorme verandering teweeg te brengen in het leven van een kind dat gebukt gaat onder armoede. Vijf dollar kan al het verschil betekenen tussen leven en dood. Van dat geld kunnen levensreddende medicijnen worden gekocht tegen malaria, honderd maaltijden of een muskietennet.

Mijn passie komt voort uit de eenvoudige overtuiging dat iedereen in het Westen niet alleen iets kan doen om kinderen te helpen die klem zitten in hun armoede, maar dat ook moet doen. Gods koninkrijk komt wanneer mensen dit soort zaken oplossen en vanuit hun liefde de omstandigheden veranderen. Wij zijn het antwoord en dat is de reden dat we in beweging moeten komen.

Dit is uw eerste roman. Beschrijf het proces eens waar u doorheen bent gegaan.

Slopend – zo kun je het proces wel noemen. Ik heb tot nu toe drie informatieve boeken geschreven en dat schreef toch eenvoudiger. Non-fictie heeft toch de neiging om meer lineair te zijn en op die manier werken mijn hersens dan ook. Mijn linker hersenhelft doet dus het meeste werk! Het schrijven van een roman was een heel ander proces. Ik heb de prijs betaald voor de jaren dat ik niet oplette bij de lessen literatuur en grammatica, zowel op de middelbare school als toen ik studeerde! Ik moest in een korte periode mijn taalvaardigheid zien bij te schaven.

Een roman lijkt meer op een wandkleed. Alle scènes, hoofdstukken en woorden moeten tot een geheel geweven worden. En alles, en dan bedoel ik ook echt alles, moet worden beschreven. Bij informatieve boeken is dat niet nodig, maar bij een roman is het een vereiste.

Wat ik heb geleerd? Ik heb geleerd dat alles mogelijk is wanneer je je er met je hele hart in stort. Geloof me, er waren momenten dat ik niet zeker wist of ik het verhaal ooit af zou krijgen. Er zaten dagen bij dat er niks zinnigs uit mijn pen kwam, nachten dat alles overhoop leek te liggen en weken dat ik niet kon schrijven vanwege mijn krankzinnige werkrooster. Ik heb denk ik meer dan duizend pagina’s geschreven om er uiteindelijk driehonderd gedrukt te krijgen.

Natuurlijk heb ik uitstekende hulp gehad in de persoon van Lisa Samson, Claudia Mair Burney, Moira Allaby en Steve Parolini, die me hebben geholpen de ruwe kanten van het verhaal te slijpen en alles netjes te polijsten.

Uiteindelijk ben ik erg tevreden over hoe deze roman is geworden. Het is een ingewikkeld verhaal, maar wel een verhaal dat zich richt op het ware doel van het leven en waar we onze hoop op moeten richten, in welk land we ook mogen wonen.

In hoeverre wijkt het boek af van de eerste ruwe versie?

Er zijn verscheidene grote veranderingen in aangebracht.

Een daarvan was het personage Stuart. In eerste instantie was hij veel egocentrischer en egoïstischer. Hij was totaal niet sympathiek. Begrijp me niet verkeerd, want hij heeft in de eerste helft van het boek natuurlijk genoeg trekjes waaraan gewerkt moet worden.

Zijn karakter is geïnspireerd door ene Kevin Carter. Misschien dat zijn naam je niets zegtje hebt waarschijnlijk wel zijn meest beroemde foto. Die van een Soedanese peuter die op weg naar een voedselverdeelpunt in de modder was gevallen. Ze was helemaal vervuild en kwam bijna om van de honger. Op de achtergrond zat een doorvoede gier te wachten tot ze stierf. Afschuwelijk. Nou, meneer Carter werd er bekend door en won later de Pulitzer Prijs voor portretfotografie. Maar het feit dat hij die prijs had gewonnen met zo’n foto en de ellende en het kwaad dat hij door zijn lens heen had aanschouwd, was meer dan hij kon verdragen. Zestien maanden nadat hij die foto had genomen, pleegde hij zelfmoord. Ik zal een paar dingen noemen die in zijn afscheidsbrief stonden:

Ik ben depressief…zit zonder telefoon…zonder geld voor de huur…geld voor het onderhoud van de kinderen…geld voor het afbetalen van mijn schulden…geld!!!…Ik word achtervolgd door levendige herinneringen aan moordpartijen en lijken en woede en pijn…van uitgehongerde en gewonde kinderen, van schietgrage gekken, vaak politiemensen, van rondlopende heulen…

Stuart maakt ongeveer hetzelfde mee als Kevin, maar zijn ontmoeting met Adanna brengt een verandering in hem teweeg. Hij ondergaat een transformatie die zijn blik op het leven verandert, waardoor hij een nieuw mens wordt.

Ik heb ook het aantal drama’s verminderd die Adanna zijn overkomen. Wat zo droevig is, is dat wat haar in dit boek overkomt, miljoenen kinderen op deze aarde overkomt. Dat is de ergste soort onrechtvaardigheid. Maar ik kon haar in het verhaal niet nog meer aandoen. Dat kon ik gewoon niet aan. Ik had bijvoorbeeld in eerste instantie een scène waarin ze haar lichaam verkocht voor een brood, om haar broertje en zusje te eten te geven, maar die heb ik eruit gelaten.

Het einde is heel anders dan ik het de eerste keer had geschreven en het is uiteindelijk drie keer veranderd. In eerste instantie ging Adanna niet dood. Ze werd een beetje beroemd door haar gedicht en trok Afrika rond om over AIDS en misbruik te praten. Dat was hartverwarmend, maar niet reëel. Dit einde is het juiste einde. Het past bij het boek. Het doet pijn, maar het past in het verhaal.

Uw verwijst in uw verhaal subtiel naar Children’s Hope Chest. Vertel eens iets meer over die organisatie en uw rol daarin.

Haha, ja, gewiekst, hè?! Tja, Children’s Hope Chest is mijn passie. Dat is wat ik de rest van mijn leven wil doen. Ik heb deze organisatie over de hele wereld zoveel levens van weduwen en wezen zien redden. Het geheim van Children’s Hope Chest is relaties opbouwen. We willen de mensen aanmoedigen om zich actief te gaan verbinden aan de levens van de armen.

De drijfveer van Hope Chest is Jacobus 1:27 voorleven, zoals ik eerder aanhaalde: “Alleen dit is reine en zuivere godsdienst: weduwen en wezen bijstaan in hun nood.” Dat doen we door op vijf verschillende gebieden van hun leven hulp te bieden: lichamelijke behoeften, onderwijs, medische en tandheelkundige hulp, en emotionele en geestelijke hulp. Het is een praktische, langetermijnbenadering die is gericht op de mens en zijn eeuwige redding. Het is ons doel om liefde en zorg te bieden aan weduwen en wezen, zodat zij een voortrekkersrol in hun gemeenschap kunnen gaan vervullen. Zij zullen de generatie worden die hun land van de armoede, de dood en de wanhoop zal redden, daar zijn we van overtuigd.

Het is mijn doel om iedereen samen te brengen die hart heeft voor het werk dat onze organisatie doet, zodat het hun leven zal veranderen en ook dat van de weduwen en wezen waarmee zij in contact komen. Als iemand geïnteresseerd is om zich op dat niveau in te zetten, kijk dan voor meer informatie op www.hopechest.org.

Bovenstaande informatie over Children’s Hope Chest is vooral gericht op Amerikaanse lezers van dit boek. Nederlandse lezers die betrokken willen raken bij de situatie in Afrika kunnen zich aansluiten bij de organisatie World Vision Nederland. Deze organisatie helpt kwetsbare kinderen en hun omgeving, biedt noodhulp waar die het hardst nodig is en geeft een stem aan de armen. World Vision biedt je talloze manieren om de situatie in Afrika te verbeteren, bijvoorbeeld door een kind te sponsoren of wereldcadeaus bij elkaar te sparen. Ga naar www.worldvision.nl en geef een kind een toekomst!

Wat hoopt u dat de lezers zullen onthouden van Adanna’s verhaal?

Ik hoop dat de lezers door in Adanna’s leven te duiken, zo geraakt zullen worden door het lot van deze weeskinderen, dat ze zich gedrongen voelen om in beweging te komen. Ik heb ontdekt dat jij en ik voor de weduwen en wezen op deze wereld het verschil kunnen betekenen tussen leven en dood. Echt! Zoals ik al zei, kan vijf dollar het verschil betekenen tussen een levenreddend malariamedicijn en de dood; het is een bedrag voor een jaar lang schoon water per kind; en in Afrika is het de tegenwaarde van honderd maaltijden voor één wees. Iedereen die dit leest, kan dat missen.

Ik denk dat het ook goed is om eens in andermans schoenen te gaan staan en dit boek geeft je daarvoor de mogelijkheid. De wereld zien door de ogen van een weeskind dat opgroeit in Afrika, te midden van een totale vernietiging, is ontredderend. Ik kan niet om de vraag heen: wat als het mijn kinderen zouden zijn? Wat als wij daar geboren zouden zijn? Dit gaat om meer dan alleen maar dankbaar zijn dat we in het rijke Westen wonen. Het gaat erom dat we ons identificeren met de pijn van een ander en bewogen zijn met die ander.

Ik ben ervan overtuigd dat God het antwoord al heeft klaarliggen om de meest ingewikkelde vraagstukken op te lossen, en dat antwoord zijn mensen zoals wij, die zich inzetten. Dus neem de stap om te helpen en het zal je leven voor altijd veranderen!

Liggen er plannen klaar voor meer romans? Of voor non-fictie?

Eigenlijk is Angst het eerste boek van een serie die ik aan het schrijven ben. In het volgende boek zit Stuart in Rusland om een van de smerigste industrieën, de kinderseksslavenhandel, aan de schandpaal te nagelen. Het is een thriller die vanaf het eerste hoofdstuk zal boeien. Het is een duik in de cultuur en geschiedenis van Rusland, met daar doorheen geweven een gevaarlijke confrontatie met de maffia, door een poging meisjes te bevrijden die worden gebruikt als seksslavin. Stuart krijgt het zwaar te verduren. Hij gaat ondergronds in een weeshuis en ontmoet een kleine jongen, die kunstenaar is en een verandering brengt in zijn leven.

Ik werk ook aan een non-fictieboek dat zich richt op het integreren van oude christelijke gewoontes in ons leven, op een manier die het koninkrijk van God in ons leven zichtbaar maakt in alles wat we doen. Ik ben zeer enthousiast over beide projecten. Via mijn blog kun je op de hoogte blijven. Er zijn ook video’s over Afrika en Rusland te vinden die me hebben geïnspireerd bij het schrijven van deze boeken.

EOF