26

Gordon Clandish – Exclusief voor de Times

Matsapha, Swaziland, 16 februari.

Drie dagen nadat de enorme neerslag in het zuiden van Manzini overstromingen veroorzaakte, zitten duizenden mensen zonder eten en schoon drinkwater. De meeste kinderen zijn onder de twaalf. Bijna 25 procent van hen is hoofd van een huishouden, omdat ze hun ouders of verzorgers hebben verloren aan AIDS. De regering van Swaziland zegt dat ze geen internationale hulp nodig heeft, maar de enige hulp die het land biedt, komt in de vorm van wolven in schaapskleren. Eerder vandaag hebben twee vrachtwagens van de Swazi hulporganisatie Een helpende hand hun opwachting gemaakt bij het verdeelpunt van Thembini, dat wordt beheerd door dominee Waker Malaza. Honderden dorpelingen hadden hun heil gezocht op deze hoger gelegen plek, in de hoop voedsel en water te vinden.

Slachtoffers van de overstroming juichten en dansten toen de medewerkers van Een helpende hand grote containers met voedsel, water en toiletartikelen begonnen uit te laden. Daarna arriveerden er nog meer voertuigen, waaruit stafleden van de organisatie tevoorschijn kwamen, die naar een platform liepen waar de mensen in rijen waren gezet om de hulpgoederen in ontvangst te nemen. De stafleden, die eruitzagen alsof ze gekleed waren voor een politieke bijeenkomst, overhandigden kleine papieren zakjes aan de dorpelingen, terwijl ingehuurde fotografen plaatjes schoten.

In elk zakje zat een klein beetje rijst, een zakje saus, een zakje thee, een stuk zeep en een religieus pamflet. Het was nauwelijks genoeg voor één maaltijd.

Stafleden van Een helpende hand verdeelden de papieren zakjes en reden toen weg in hun dure, nieuwe Mercedesbussen, en de rest van de hulpverleners laadde alle andere spullen, inclusief het gefilterde water, weer in de vrachtwagens en verdween uit Thembini.

De hulpverleners wilden geen commentaar geven op hun ongebruikelijke distributieactiviteiten of hun motivatie. Een teleurgestelde Malaza zei: “We werden als een kudde geiten bij elkaar gedreven, met de belofte dat we hulp zouden krijgen, maar we werden gewoon aan ons lot overgelaten, door onze eigen mensen.” Een coördinator van de Verenigde Naties in Swaziland, Mnkobi Msibi, zei in een telefonisch interview vanuit Mbabane dat hij nog nooit van Een helpende hand had gehoord.

“Vluchtelingen hebben een tekort aan schoon drinkwater, voedsel en onderdak, maar de situatie is onder controle,” zei Msibi.

Tot nu toe heeft de regering uitgebreidere hulp afgeslagen. Nog geen kilometer bij het verdeelpunt vandaan stond een ander tafereeltje scherp in contrast met dat bij het verdeelpunt. Een twaalfjarig Swazi meisje, inwoonster van Thembini, deelde elk beetje water en voedsel dat ze in huis had uit aan een tiental wezen die voor haar hut zaten. Dit meisje, Adanna Diamini, had enkele dagen daarvoor van een Amerikaanse bezoeker eten gekregen voor haarzelf en haar jongere broertje en zusje. Toen haar gevraagd werd waarom ze het niet bewaarde voor haar eigen gezin, antwoordde ze: “Deze kinderen hebben ook honger. Waarom zou ik ze niet te eten geven?”

Adanna en haar zusje van vijf en haar broertje van twee hebben kortgeleden hun moeder verloren aan complicaties die het gevolg waren van AIDS. Haar moeder was besmet door haar echtgenoot, die het gezin vier jaar geleden heeft verlaten en van wie wordt aangenomen dat hij dood is. Adanna is een van de duizend kwetsbare wezen in dit gebied. Ze worden vaak genegeerd door familieleden en mededorpelingen, en lijden ook onder veelvuldig misbruik.

Dit is een bekend verhaal in Afrika. Bij afwezigheid van toereikende medische zorg en AIDS-remmers zien duizenden kinderen hun ouders sterven aan de gevolgen van AIDS. De AIDS-crisis in de Verenigde Staten is wat dat betreft veel beter onder controle. Vandaag de dag overlijden in de vs meer mensen door zelfmoord dan aan de gevolgen van AIDS. Dit kwetsbaar uitziende meisje,dat je eerder acht dan twaalf jaar zou geven, heeft alle reden om te wanhopen. Maar zelfs na alles wat haar overkomen is en na de natuurramp die een groot deel van haar dorp heeft weggevaagd en nog duizenden anderen het leven heeft gekost, doet ze haar best om haar medemensen te helpen, om hoop te bieden. Adanna is niet alleen een hulpverlener, maar ook een getalenteerd schrijfster met een brede blik. Haar dagboek, dat ze heeft gekregen van een Finse lerares, staat van het begin tot het einde vol met haar gedachten.

Mijn land

Vandaag kwam de paarse vogel naar me toe

In de schemering,

Wanneer de zon en de maan

Naar elkaar knikken, over diezelfde vlakte

Een buiging maken!

Eén om de dag te begroeten, de ander de nacht.

Vogel van het land van mijn herinnering Je strijkt neer en speurt de grond af.

Ik vonddat je van mij was,

Toen mamma mij een deel gaf

Uit haar pot, om over het pad uit te strooien

Ik liet de maïs tussen mijn vingers doorglijden

Die jij vond, met je koninklijke snavel.

Vogel van Swaziland,

Jouw zwarte kraalogen doorzoeken mijn ziel.

Weet dat ik niet langer water put

Uit een rivier die door de aarde is verzwolgen

Ik vind geen maïs in dit verschroeide land.

Vogel van smart

Er vallen alleen kruimels droge aarde uit mijn handen

Die hunkeren naar een emmer water

Het gevoel van maïs

De aanraking van mijn moeder

Haar stem, als een morgenvogel, die zegt

Sawubona, mijn kind. Begroet de nieuwe dag!