Strontballetjes zonder tomatensaus

Hoewel wij in België en Nederland best wel wat verkeersdrukte gewoon zijn, knipper je als toerist toch verbaasd met de ogen zodra je in één van de grote steden in India komt. De chaos op de wegen is er onvoorstelbaar. Je hebt landen waar het verkeer rechts rijdt, je hebt er waar het verkeer links rijdt, maar in India rijdt men overal en met alles. Fietsen, bromfietsen waarop hele families samengepakt zitten, auto’s, karren die door dieren of mensen getrokken worden…Alles wriemelt er in een ongelooflijk kluwen door elkaar. Waag het als voetganger niet te denken dat al dat verkeer wel zal stoppen zodra je op het zebrapad bent. Nee, voor Indiërs dienen zebrapaden enkel om de grijze straat wat kleur te geven. Het verkeer in India stopt voor niets of niemand…Of toch?

Te midden van al die drukte zoeken de koeien – die wel van uitlaatgassen moeten houden – de drukste plaatsen op. Zo staan ze bij voorkeur midden op een kruispunt met een domme blik in hun ogen voor zich uit te staren. Ze lijken wel vastgevroren, zodat iedereen in een bocht om ze heen moet en de chaos nog groter wordt. Zelfs als zo’n koe tot naast een politieman stapt, om daar midden op het kruispunt een koeienvla te deponeren, doet die nog geen poging om het beest naar rustiger oorden te brengen. Dieren zijn in India immers heilig. Die raak je niet zomaar aan. En koeien zijn superheilig. Zij zijn het symbool van vruchtbaarheid en moederschap. Daarom hebben ze, meer nog dan andere dieren, recht op bescherming, eerbied en liefde, zeggen de hindoes, die tijdens godsdienstige feesten zelfs kleurige bloemenslingers om de koeiennekken hangen.

Die eerbied heeft ook te maken met het feit dat de koe, voor ze gepensioneerd is en de vrijheid krijgt, de Indiërs heel veel geeft. Melk, maar ook stront…En dat laatste vinden de Indiërs al even belangrijk! Als je koeienmest en hooi mengt en het dan in de zon laat drogen, krijg je immers een product dat perfect als brandstof gebruikt kan worden. Oké, het ruikt misschien een beetje raar, maar je krijgt het er in de winter wel lekker warm van. Je kunt trouwens nog leuke mengsels maken. Koeienstront en klei bijvoorbeeld…Dat is dan weer uitermate geschikt om de muur mee te bezetten, en het houdt naar het schijnt ook nog de insecten buiten…

Dat uitwerpselen in India wel vaker heel wat nut hebben, mocht ik trouwens zelf ondervinden tijdens een reis door Rajasthan. Tijdens die rondreis bezochten mijn vrouw en ik een boel indrukwekkende steden en bouwwerken. Mandawa, Bikaner, het wondermooie Jaisalmar, Jodhpur…Noem maar op. We eindigden onze reis bij de Taj Mahal, een graftombe die tot één van de zeven nog bestaande wereldwonderen wordt gerekend.

Maar het hoogtepunt van de reis was voor ons toch de kamelentocht die we maakten. Vanuit Jodhpur trokken we in een minikaravaan naar de woestijn, waar we onder de blote hemel sliepen. Een heel aparte ervaring, trouwens. Niet alleen vanwege de ontelbare sterren die er ‘s-nachts te zien zijn, maar ook vanwege de kou. Zodra de zon ondergaat, koelt het in de woestijn heel snel af. ‘s-Nachts ben je er dus beter maar niet te kouwelijk.

Toen we stilaan onze bestemming bereikten, merkte ik op dat één van de kamelendrijvers met een juten zak rondliep. Iedere keer als er een kameel een drol liet vallen, schepte hij die op en deed die in de juten zak. Ik vroeg me af wat hiervan de bedoeling was.

Toen we uiteindelijk op de plek kwamen waar we zouden overnachten, werd het me duidelijk. Terwijl de zon onderging, werden de kamelendrollen op een hoop gegooid en in brand gestoken. En ja hoor, het leverde een lekker kampvuur op dat ons niet alleen een rare geur, maar ook licht en warmte gaf.

Maar de kamelendrollen hadden blijkbaar nog een functie…Op de kar die door één van de kamelen werd getrokken, lag ook wat proviand. Geen eten zoals wij dat kennen, natuurlijk, maar het was ook niet de bedoeling om midden in de woestijn mosselen met friet te gaan eten…

In het vage licht van het vuur zag ik hoe onze gids uit deeg witte balletjes begon te rollen. Die moesten blijkbaar ook worden verwarmd en omdat er alleen maar kamelendrollen voorhanden waren, diende dat dus ook daarin te gebeuren…Met een dikke handschoen aan brak hij één na één de drollen wat open en deponeerde de balletjes erin.

Toen het deeg warm was, werd het weer uit de drollen gehaald. Onze gids wreef er even met een vuil doekje over, en ons avondeten was klaar. Ach ja, je bent op reis en je past je aan. Het was gelukkig ook vrij donker, zodat we niet precies konden zien wat we aten, maar toch vonden mijn vrouw en ik dat de deegballetjes die avond een heel bijzonder smaakje hadden. En dat kwam echt niet alleen omdat ze niet in tomatensaus lagen…