In 1952 maakte de Amerikaanse petroleummaatschappij Esso een poster met daarop een realistische, nogal bloeddorstige tijger. Toch duurde het nog tot 1959 voor de tijger in een meer menselijke vorm in een reclamecampagne gebruikt werd, samen met de kreet ‘Put a Tiger in your Tank’. De reclamecampagne werd een gigantisch succes en heel wat landen namen de slogan over. Ook België en Nederland gingen er in 1961 mee van start.
Hoe populair de slogan wel was, blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat er zelfs in films grapjes over gemaakt werden. In de Franse klassieker Pierrot le jou (1965) gaat acteur Jean-Paul Belmondo tanken met de woorden: “Doe maar een tijger in mijn tank!” Als de garagist hem antwoordt dat hij zo’n beest niet in huis heeft, antwoordt Belmondo droogweg. “Doe dan maar gewoon vol!”
Maar soms zitten er ook wel eens andere dingen dan reclametijgers in de kofferbak. Zo bijvoorbeeld bij Jan Otten uit Hengelo. In 2005 had hij zijn auto al vier keer naar de garage moeten brengen omdat steenmarters zijn leidingen hadden kapotgeknaagd.
Steenmarters die leidingen doorknagen? Dat lijkt al even ongeloofwaardig als tijgers in je tank. Maar nee hoor, als je wat gaat googelen, zie je dat dit echt geen alleenstaand geval is. Je vindt verhalen van steenmarters die bougiekabels doorknagen in heel diverse plaatsen terug. Niet alleen in Hengelo, maar ook bijvoorbeeld in Millingen aan de Rijn. Om problemen met niet-startende auto’s te voorkomen, is er in het Nederlandse Tiel zelfs een bureau dat meldingen registreert van mensen die steenmarters in hun buurt zien. En een wijkkrantje uit Heerenveen schreef dan weer dat de stroom was uitgevallen nadat zo’n knaagdiertje in een elektriciteitscabine was binnengedrongen.
Dus toch maar eens even kijken wat Jan Otten uit Hengelo nóg te vertellen heeft: “Ik ben het echt spuugzat. Het lijkt wel of alle steenmarters in de omgeving het op mijn auto hebben gemunt! Die beesten hebben intussen al voor een paar honderd euro schade aangericht. Alsof mijn auto een magische aantrekkingskracht op hen uitoefent.”
Volgens Otten hebben de marters het vooral gemunt op de slangetjes van het koelsysteem. Hij doet er echt alles aan om de beestjes uit zijn auto te weren. Hij bracht al toiletblokjes aan onder de motorkap in de hoop dat de geur ervan de steenmarters zou verjagen. Mooi niks, hoor! Daarom plaatste hij ook hindernissen op de schutting rond zijn auto, maar ook dat kon de steenmarters niet afschrikken.
Otten wendde zich dan maar tot de gemeente met de vraag om de schade te vergoeden, maar ook dat leverde niets op. De gemeente zou niets betalen. En toen Otten ermee dreigde de beestjes dan maar zelf aan te pakken, moest hij ook al een toontje lager zingen. Steenmarters zijn beschermde dieren. Wie ze iets aandoet, kan nog een boete krijgen ook…
Uiteindelijk bleef er maar één oplossing over: de garagist schermde de onderzijde van zijn motor af met ijzeren gaas. En dat hielp! De marters lieten zijn auto met rust en besloten hun tanden in de slangen van andere koelsystemen te zetten.
Toch zouden de marters misschien beter naar Azië zijn overgebracht. Daar zitten immers ook wel eens andere slangen dan slangen van het koelsysteem onder de motorkap. Toen een toerist in het zuiden van Thailand zijn huurauto niet aan de praat kreeg en vrolijk de motorkap opensloeg, stelde hij tot zijn verbijstering vast dat een python van zo’n vijf meter lang de oorzaak was van de problemen. Om een reden die alleen pythons kennen, hield het reptiel de motor in een wurggreep…