Als je iemand doodgraag ziet, dan geef je die wel eens een koosnaampje. Keuze te over: je kunt het op ‘schatje’ of ‘bolleke’ houden, maar je kunt ook de originele toer opgaan: ‘mijn koekeloerepoezewoefke’, ‘mijn mirabelleke’, ‘mijn kakkewietje’. Of je kunt heel simpel voor het volkse ‘sjoeke’ kiezen.
Dat laatste deed Nathalie Tys, een jonge vrouw die in het Antwerpse Schipperskwartier woonde. Haar papegaai heette Sjoeke, zo simpel was dat.
Maar Sjoeke was niet altijd zo’n sjoeke. Het was een zeer eigenzinnig dier. Hoewel Sjoeke van Nathalie altijd los in haar appartement mocht vliegen – kwestie van de vleugeltjes op tijd en stond eens uit te slaan – was het beest daar niet tevreden mee. Misschien vloog er buiten hier of daar wel een andere papegaai die Sjoeke als zijn sjoeke kon beschouwen?
En dus was Sjoeke voortdurend op zoek naar ontsnappingsroutes. Tot tweemaal toe was wegvliegen al gelukt: een keer uit Nathalies caravan in Westerlo en een keer uit haar appartement. Gelukkig had Nathalie haar geliefde roodstaartpapegaai elke keer opnieuw kunnen vangen.
Maar op 22 april 2009 was het weer zover! Een openstaand klapraam was voor Sjoeke genoeg om op avontuur te trekken.
Ontgoocheling bij Nathalie natuurlijk toen ze vaststelde dat haar papegaai er weer vandoor was. Ze moest en ze zou hem terugvinden! Van geen kleintje vervaard, klauterde Nathalie samen met een vriend op het platte dak van haar appartement. Vandaar had ze een prima uitzicht over de hele buurt. Om haar kansen om Sjoeke terug te vinden te vergroten, had ze een kleine theaterverrekijker meegenomen.
Mooi niks, hoor! De theaterverrekijker had duidelijk zijn beste tijd gehad! Als ze haar lievelingsdier daarmee in het vizier moest krijgen…In het vizier!?
Er schoot Nathalie iets anders door het hoofd! Zij had ook nog een loodjesgeweer. Dat ding had een vizier dat veel beter werkte dan die stomme verrekijker waar je haast niks door kon zien!
In geen tijd was het meisje terug in haar appartement en met de luchtkarabijn in haar hand klom ze weer op het dak. Ze zette het geweer tegen haar schouder terwijl ze turend door het vizier het hele Schipperskwartier afspeurde.
Sjoeke, Sjoeke, kom nu terug bij moeke.
Maar toen Nathalie met haar geweer op het dak stond rond te draaien, werd ze opgemerkt door een bediende van de werkgeversorganisatie CEPA, die wat verder aan de Brouwersvliet gevestigd was.
Zeg nu zelf: wat doe je als je iemand met een geweer de buurt ziet afspeuren? Dan slik je even, je denkt: oei, terroristen op m’n dak, en je belt prompt de politie! Dat deed die bediende dus ook en zo kreeg de Antwerpse politie al snel een telefoontje met de mededeling dat er twee gekken met een geweer over de daken liepen.
De rest van het verhaal laat zich raden. De politie rukte uit en Nathalie en haar vriend mochten in geuren en kleuren uitleggen wat ze met dat geweer op het dak liepen te doen!
Toen bleek dat het om een ongelukkig misverstand ging en dat je zelfs geen vergunning nodig had voor dit type van luchtkarabijn, konden de agenten er eens hartelijk om lachen. Twee uur later brachten ze Sjoeke met de combi weer naar huis. Nathalie ging helemaal uit haar dak, maar de politiemannen vonden het minder grappig. Sjoeke had niet alleen één van de agenten in zijn hand gebeten, hij had ook de hele combi ondergesch…(Enfin, maak het rijm maar zelf af.)