Zijn veel huisdieren paranormaal? Onderzoekers zijn het er nog niet over eens. Zo was er de bazin van Jacky, die had opgemerkt dat haar hondje elke keer kwispelend voor het tuinhek stond als een van haar zoons met buslijn 98 thuiskwam. Aangezien de jongens alleen maar in het weekend en altijd onverwacht opdoken, kon de dame slechts één verklaring vinden: haar hond moest over paranormale gaven beschikken.
De Engelse bioloog en schrijver Rupert Sheldrake (°1942) heeft onder andere de gedragingen van planten en dieren op paranormaliteit onderzocht, en kwam daarbij soms tot heel verbijsterende vaststellingen.
De Zweedse gedragsonderzoeker en hondenkenner Erik Zimen (1941-2003) echter vond veel van Sheldrakes conclusies pure bullshit. “Honden hebben gewoon een veel betere innerlijke klok dan mensen. Als ze eenmaal een bepaald ritme gevonden hebben, of een bepaalde routine in iets hebben ontdekt, dan kunnen ze zich op een heleboel dingen van tevoren instellen,” beweerde Zimen. Nader onderzoek bracht aan het licht dat de bus van lijn 98 elke 20 minuten voorbijkomt en dat de zoons van Jacky’s bazin eigenlijk alleen maar op zaterdagmiddag arriveerden. De hond Jacky had dit ritme dus gewoon veel sneller door dan zijn bazinnetje.
∗
Moeten we nu meteen de conclusie trekken dat huisdieren dus toch niet paranormaal begaafd zijn? Het is in ieder geval zo dat voor een aantal voorbeelden van zogenaamd kleine paranormale verwachtingspatronen nog steeds geen sluitende verklaringen gevonden zijn.
Een paar merkwaardige voorbeelden. De werkloze Pam Smast uit Ramsbottom bij Manchester kwam steevast op verschillende tijden thuis van sollicitatiegesprekken. Het viel haar ouders daarbij op dat haar hond, de vijfjarige Jautee, alleen voor het raam piepte als Pam aan de terugreis was begonnen. Het maakte niet uit waar Pam zich op dat moment bevond.
Nog een sterk verhaal is dat van John Carons honden. De man lijdt aan epilepsie. Af en toe krijgt hij aanvallen, die zo plotseling plaatsvinden dat John zich er helemaal niet op kan voorbereiden. Wanneer zijn twee honden beginnen te grommen en te huilen en met hun neus tegen hem aan duwen, weet hij wat hem te doen staat. Hij zet dan snel alle gevaarlijke voorwerpen uit de weg en gaat zitten. Hij weet immers dat hij op het punt staat een epileptische aanval te krijgen.
Op het internet vind je een aantal van dergelijke verhalen die best wel eens zouden kunnen kloppen.
Dit bijvoorbeeld: “Ik heb ooit wel eens iets beleefd waarvan ik dacht: tiens, da’s vreemd. Vroeger hadden wij altijd een hond in huis. En af en toe hadden we een logé, iemand die bij mijn tante inwoonde. Die kwam bij ons klusjes uitvoeren. Op een avond zaten wij tv te kijken met het gezin toen één van onze honden plots abnormaal begon te huilen, een beetje zoals een wolf. Dat was heel vreemd, want dat deed-ie anders nooit. Toen we enkele dagen daarna onze tante aan de telefoon kregen, zei die dat onze logé plots overleden was. En je raadt het al, precies op het moment dat onze hond was gaan huilen! Telepathie of zo?”
De Britse filosoof en biochemicus Rupert Sheldrake verzamelt dergelijke voorbeelden van het bovennatuurlijke in het dierenrijk om ze wetenschappelijk te kunnen bestuderen. Hij concludeert dat ongeveer vijftien procent van de hondenbezitters ooit met hun huisdier iets onverklaarbaars heeft meegemaakt. En bijna dertig procent gelooft zelfs dat honden bepaalde vaardigheden hebben die mensen niet kunnen controleren of begrijpen.
Maar niet alleen honden vertonen onverklaarbaar gedrag. Duiven bijvoorbeeld weten steeds hun hok terug te vinden. Zelfs al worden ze honderden kilometers getransporteerd in een donkere kist, ze slaan meestal meteen de juiste richting in, zelfs al is hun hok intussen verplaatst!
Sommige vlinders kunnen van een afstand van zomaar eventjes 3000 kilometer de boom van hun ouders terugvinden.
In het maandblad Hart voor dieren stond jaren geleden zelfs een verhaal over een konijn dat op het dak van een huis kroop. Gewoon bizar gedrag? Niet echt als je weet dat er even later een zware aardbeving plaatsvond…
De conclusie van wetenschapper Rupert Sheldrake lijkt weinig wetenschappelijk. Hij vindt dat wij mensen al eens moeten durven toe te geven dat er gebeurtenissen zijn waarvoor geen logische, wetenschappelijke verklaring te vinden is. Misschien heeft hij wel gelijk…