Hond veroorzaakt lek – hond speurt naar gaslek

Wat doe je als je een heel grote hond hebt en je wilt even boodschappen gaan doen? Stel je voor dat het dier per se mee wil, maar dat jij dat niet wilt. Wat doe je dan?

Een Amsterdammer had er midden februari 2008 niets beters op gevonden dan de loebas vast te maken aan de gastoevoer van de gevelkachel van zijn huis aan de Kramatweg. Het dier moet na verloop van tijd ongeduldig geworden zijn en is er uiteindelijk in geslaagd zich los te rukken, waardoor een levensgevaarlijk gaslek ontstond. Gelukkig meldden de buren snel de gasgeur, zodat de inderhaast toegesnelde brandweer de toevoer kon afsluiten. Uiteraard heeft de politie een stevig gesprekje gevoerd met de eigenaar van de hond!

Een hond die een gaslek veroorzaakt, is één. Maar een hond die een gaslek opspoort, is weer een heel ander verhaal. Zo trok het volgende berichtje onze aandacht:

Op 28 maart 1966 deed de hond Anja examen voor gashond als opvolger van de overleden gashond Kees. Na het behalen van het diploma werd haar een oorkonde aangeboden door studenten van de Utrechtse studentenvereniging Veritas. Door de ombouw naar aardgas moesten er veel lekken worden opgespoord.

Verder speurwerk leerde ons dat honden inderdaad vaak voor dergelijke moeilijke klussen worden ingezet. Het gaat dan niet om de keffer van de buren, maar om degelijk opgeleide dieren. Duitse herders zoals Igor, bijvoorbeeld. Hij was een tijdlang actief als speurneus voor het grote chemische bedrijf Borealis in Beringen. Igor was de hond van Rudy van Baelen, een werknemer van het bedrijf. De algemeen directeur – zeg maar gerust de grote baas – wist dat Rudy met hondensport bezig was en vroeg hem of hij zijn dier kon leren gaslekken op te sporen.

“Eerst dacht ik dat hij een grapje maakte,” zei Rudy. “Ik wist wel dat ze vroeger in de koolmijnen steevast kanaries in de schachten lieten vliegen. Als er giftig gas ontsnapte, vielen die beestjes meteen dood neer, hét sein voor de mijnwerkers om het hazenpad te kiezen. Vandaar dat ik er aanvankelijk weinig voor voelde om mijn hond voor dergelijke activiteiten op te leiden…”

Maar de grote baas nodigde Rudy uit om bij een zusterbedrijf in Zweden te gaan kijken hoe zij honden inzetten voor dergelijke klussen. Daar zag Rudy hoe herdershonden vrolijk op-en-neer renden langs gasleidingen. “Met die honden was niets mis, ze straalden van gezondheid en enthousiasme. Ik wist algauw dat het werk niet dieronvriendelijk was, zoals ik gevreesd had,” lachte Rudy. Toch ging hij niet over één nacht ijs en won hij informatie in bij dierenartsen en de dierenbescherming. Rudy mocht op zijn twee oren slapen: zijn viervoeter zou niet aan gevaarlijke chemische stoffen worden blootgesteld. Dus kon de training beginnen.

Die was erg intensief en duurde een heel jaar. Drie maanden lang trokken Rudy en Igor eropuit om op industrieterreinen, tussen leidingen, tanks en pompen aan de vaak lawaaierige werkomgeving vol vreemde geuren gewend te raken. Speciaal voor de opleiding werd een oefenterrein gebouwd met 15 meter gasleidingen vol ventielen, kleppen, dichtingen en compressoren. Daar konden allerlei gaslekken worden nagebootst.

Aanvankelijk had de hond dezelfde reactie als mensen: ook hij wendde zich meteen van de gasgeur af. Het kostte dus heel wat geduld, moeite en aanmoedigingen voordat Igor die vervelende geuren net ging opzoeken. Meer nog, hij moest de kern van de geur leren aangeven, het eigenlijke gaslek dus. Bovendien bevinden gaslekken zich niet altijd op de begane grond. Met een hond leidingen controleren die zich 50 meter hoog bevinden, is niet vanzelfsprekend. Een hond met hoogtevrees kan dit werk dus niet aan.

Uiteindelijk mocht Igor aan de slag. En ook baasje Rudy had zijn nieuwe roeping gevonden: het opleiden van en werken met gashonden. Met zes vrienden richtte hij in 1991 zelfs een bedrijfje op dat ze heel toepasselijk The Sniffers noemden.