Van filmsterren tot drijvend varkensvlees

We krijgen maar niet genoeg van dieren die zich tijdens de oorlog als ware helden gedroegen. In het vorige verhaal schreven we al dat 32 duiven ooit gedecoreerd werden met de Dickin-medaille, een onderscheiding voor de dapperste dieren in de krijgsgeschiedenis. Maar naast die duiven kregen ook 26 honden, drie paarden en één kater die medaille omgehangen (opgeprikt zou wat te pijnlijk zijn).

Vooral die kater is natuurlijk heel intrigerend. Hoe komt zo’n beest ooit aan die hoogste onderscheiding? Dat zou je eigenlijk aan de bemanning van de HMS Amethyst moeten vragen, een Britse torpedobootjager. Toen die de haven uitvoer, zaten er veel ratten aan boord. En dus werd kater Simon ingeschakeld. Hoewel hij niet eens veel groter was dan een gemiddelde rat kweet hij zich prima van zijn taak. Zelfs toen het schip dagenlang op een zandbank vastlag en door Chinese kustbatterijen bestookt werd, bleef Simon de ratten achtervolgen. Niet onbelangrijk, want de voedselvoorraden van het schip dreigden op te raken en als de ratten hun gang konden gaan, zou dat nog veel sneller gebeuren.

Tijdens één van de vele beschietingen raakte Simon echter gewond. Het beest werd geopereerd, en kijk, wat niemand verwachtte…Ondanks alle pijn die de operatie ongetwijfeld met zich meebracht, bleef Simon de ratten achtervolgen. Hij slaagde er zelfs in om Mao Zedong, de grootste rat die op het schip rondliep en die door de bemanning al snel op die aparte bijnaam getrakteerd werd, in een heroïsch gevecht te doden. Van toen af kon de bewondering van de bemanning voor hun ‘zwarte zeeduivel’ helemaal niet meer stuk. Ze zorgden ervoor dat Simon kreeg wat hij dubbel en dwars verdiend had: een medaille!

Een ander zeer merkwaardig levensverhaal is dat van Rin Tin Tin, een Duitse herder die door Lee Duncan, een Amerikaanse soldaat, in de Eerste Wereldoorlog op het slagveld gevonden werd. Het beest was er heel erg aan toe. Het vertoonde gedragsstoornissen en zijn smaak-, reuk- en gezichtsvermogen leken aangetast. Lee Duncan twijfelde er niet aan dat dit een gevolg was van de vreselijke ervaringen die het dier op het slagveld had opgedaan. De Amerikaanse soldaat nam contact op met een Duitse hondentrainer die krijgsgevangen was en samen pakten ze het probleem aan. Niet zonder succes blijkbaar, want na de oorlog nam Duncan de hond mee naar huis en leerde hem allerlei kunstjes. Daar werd Rin Tin Tin ontdekt door een filmproducent. Die vond de hond zo geweldig dat hij hem prompt tot filmster bombardeerde Rin Tin Tin deed dat zo fantastisch dat hij in niet minder dan 26 films de hoofdrol kreeg en op het hoogtepunt van zijn roem dagelijks bijna 2000 brieven van fans ontving. Over de hond doen allerlei ongelooflijke verhalen de ronde. Zo zou hij een eigen kok gehad hebben die hem elke dag een lekkere steak bereidde. En om het allemaal nog wat romantischer te maken, doet ook het verhaal de ronde dat hij een zeer zoete dood gestorven is: in de bevallige armen van een bloedmooie actrice…

Maar Lee Duncan was niet de enige soldaat die aan het front een dier had. Ook heel wat andere militairen, tot zelfs de generaals toe, hielden er gezelschapsdieren of mascottes op na. Zo had de Britse generaal Montgommery twee terriërs. De ene noemde hij Rommel en de andere Hitler.

Maar dat was nog niks in vergelijking met wat men in Polen tijdens de Tweede Wereldoorlog presteerde. Daar had de 22ste compagnie Army Cervice Corps een beer in haar rangen. Geen klein babybeertje, hoor. Nee, een echte grote bruine beer. Voytek heette hij. Hij zorgde er niet alleen voor dat het moreel altijd hoog bleef, maar hielp ook bij het uitladen van zware granaten. Tijdens de overwinningsparade in Glasgow marcheerde hij zelfs mee tussen alle andere soldaten. Waarom ook niet? Hij had ook de hele oorlog samen met hen doorgebracht. Ook op de Duitse kruiser SMS Dresden hadden ze een heel speciale mascotte: een varken. Dat beest verging het echter minder goed. Toen de kruiser in 1915 door de Britten tot zinken werd gebracht, kwam het in het water terecht. De Britse soldaten pikten het op, adopteerden het en gaven het spottend de naam Tirpitz (naar de opperbevelhebber van de Duitse zeevloot). Maar Tirpitz zou altijd als een vijand worden beschouwd. Dat werd wel overduidelijk toen er kort na de oorlog in 1919 een veiling ten bate van het Rode Kruis gehouden werd. Tirpitz werd verkocht en zijn vlees bracht het Rode Kruis de niet onaardige som van 1785 Britse pond op…