We weten het allemaal: veel mensen drinken graag bier, wijn of sterkedrank. Alcohol, dus. Mensen kopen die alcoholische dranken in winkels, cafés, restaurants…Die drank zit in flessen, in vaatjes, in glazen. Alcoholische drank groeit niet aan de bomen. Toch?
Maar misschien wel in een bloem?
Laten we beginnen bij het begin. We nemen aan dat jij nog nooit van een Ptilocercus lowii hebt gehoord. Nee, er is helemaal niets met je aan de hand. Nee, je bent niet dronken als je de woorden met moeite en veel haperen kunt lezen. Wij hadden er tot voor kort ook nog nooit van gehoord. En ook wij spreken die woorden niet echt vlotjes uit. De Ptilocercus lowii is beter bekend als de vederstaarttoepaja. Eh, je bent nog niet mee? Een toepaja is een soort spitsmuis, en de vederstaarttoepaja heeft een opvallende pluim aan de staart die op een vogelveer lijkt. Het beestje heeft een staart van 16 tot 19 centimeter, wat langer is dan hijzelf, want vederstaarttoepaja’s worden nauwelijks 14 centimeter lang.
Ik hoor je nu al denken: is dit een biologieboek of ben ik per ongeluk in een encyclopedie beland? Nee hoor, we komen nu stilaan waar we moeten zijn, namelijk bij de Eugeissona tristis. Waarschijnlijk roep je nu dat het welletjes geweest is, dat je niet meer verder leest. Maar dat zou ik niet doen. Nu wordt het leuk. De Eugeissona tristis is immers een soort plant. Een palm die je vindt in landen zoals Maleisië, en waarvan de bloemen flink naar gist ruiken. En nu komt het: de Ptilocercus lowii is verzot op nectar van de bloem van de Eugeissona tristis. ‘s-Nachts trekt de Ptilocercus lowii eropuit om nectar te gaan slurpen. En na zo’n nachtje stappen is de Ptilocercus lowii eigenlijk redelijk dronken, want de nectar van de Eugeissona tristis is bijzonder alcoholisch. Dat kleine, onschuldige vederstaarttoepajaatje is dus eigenlijk een echte alcoholicus! Wetenschappers vermoeden dat het muisje zoveel drinkt dat hij, mocht hij een mens zijn, niet meer achter het stuur van een auto zou mogen zitten!
Voor het eerst is er wetenschappelijk onderzoek naar dat muisje gedaan. In het wetenschappelijke tijdschrift Proceedings of the National Academy of Sciences stond dat het de eerste keer is dat bij een zoogdier nauwkeurig werd vastgesteld dat het van nature leeft op een alcoholhoudend dieet. Uiteraard wisten velen dat dieren dronken kunnen worden, als je ze maar genoeg bier, wijn of andere alcohol te drinken geeft. Nu is er in de natuur erg weinig alcohol te vinden. Als rijp fruit gist, bevat het vaak minder dan 0,5 procent alcohol. Dus is een bestaan op alcohol voor weinig diersoorten weggelegd. Fruitvliegen consumeren regelmatig alcohol, en ook fruit etende vleermuizen zouden wel eens dronken zijn.
Diep in het regenwoud van Maleisië merkten Duitse biologen van de universiteit van Bayreuth dat de vederstaarttoepaja’s vaak afkwamen op een palm waarvan de bloemen duidelijk naar gist roken. De onderzoekers voorzagen de diertjes van een zender, en analyseerden de nectar en de haren van de beesten. Wat bleek: de toepaja’s bezochten dagelijks meer dan tien planten. Als je weet dat het alcoholpercentage van de nectar tot 3,8 procent bedraagt – dat is dus zo sterk als bier! – dan begrijp je wel dat de muisjes sporen van chronisch alcoholgebruik vertonen. Of ze ook dronkenmanspraat vertellen (bijvoorbeeld burps in plaats van piep) hebben we niet kunnen achterhalen…