De afgelopen week heb ik veel met Chris samengewerkt en behalve het gesprek met Nadien gaat het best goed. Chris en ik hebben op vrijdagmiddag opnieuw afgesproken. Een eerste serie sollicitatiegesprekken is afgerond en samen gaan we de balans opmaken. We zijn zo druk bezig, dat we de tijd vergeten. Door een zachte klop op de deur kijken we allebei even op. Het is Mia. “Heb je me nog nodig? Anders ga ik naar huis.”
“Nee, hoor, ga maar,” zegt Chris afwezig. De deur gaat weer zachtjes dicht.
We gaan verder totdat ik merk dat ik me niet meer kan concentreren. Ik wrijf met mijn handen over mijn slapen en kan maar nauwelijks een gaap onderdrukken. Chris kijkt op zijn horloge.
“Is het al zo laat? We maken het maandag wel af.”
“Dat kan niet. Guus heeft het maandag nodig, liefst nog eerder, zodat hij ook de tijd heeft om het door te nemen.”
“Je hebt gelijk, maar je ziet er moe uit. Weet je wat? We gaan even wat eten. Dan bespreken we de laatste details en maak ik het dit weekend wel even af. Heb je honger?” Ik knik een beetje verbaasd. Waar komt deze attente man ineens vandaan?
Energiek staat hij op, alsof hij niet de hele middag hard gewerkt heeft. Ik ben inderdaad heel erg moe en heb eigenlijk niet zo’n zin in een etentje met hem. Maar ik geloof dat ik er niet onderuit kom. Dus sta ik op en pak mijn spullen, waarna we samen naar zijn auto lopen. Alex heeft gelijk, het is inderdaad een zwarte BMW.
Tijdens het eten bespreken we nog de laatste punten. Als we aan het hoofdgerecht beginnen, zijn we klaar. Ik weet niet zo goed waar we het nu over kunnen hebben. Het is vrijdagavond, dus vraag ik: “Wat ga jij komend weekend doen?”
“Ik heb nog geen plannen. Jij wel?”
Hij laat het klinken alsof ik zit te vissen naar een afspraakje. Dat was helemaal niet de bedoeling en ik begin te blozen. Hij kijkt me geamuseerd aan. “Ik bedoelde er niets mee,” zeg ik snel. “Ik ook niet.” Weer is het even stil.
Dan zegt hij: “Het is vrijdagavond. Vergeet even dat ik je baas ben.”
Het lijkt me onmogelijk om dat te vergeten, maar vervolgens vertelt hij dat hij komend weekend waarschijnlijk met een paar vrienden de kroeg in gaat. Hij kent ze nog uit zijn studententijd. Ik vertel dat ik Nadien en Ellen ook nog van vroeger ken. Voor ik het weet zijn we gezellig aan het kletsen. De avond vliegt voorbij. Na het eten brengt hij me naar huis. In de auto vallen we toch weer stil. Herinneringen aan twee weken geleden komen boven en ik doe mijn best om die weer weg te drukken, maar dat valt niet mee. Bij mijn huis aangekomen stap ik snel uit.
“Tot maandag,” zeg ik snel en weg ben ik. Ik ben nog niet bij mijn voordeur of ik hoor dat hij achter me aan komt. Ik draai me om.
“Wil je nog een kopje koffie?”
Ik bedoel het als grapje, maar op de een of andere manier komt het er heel serieus uit.
“Een kopje koffie?” vraagt hij geamuseerd, terwijl hij me nog eens van top tot teen opneemt. Het is wel duidelijk waar hij aan denkt. Dan zwaait hij vrolijk met mijn tas voor mijn neus. Ten overvloede zegt hij: “Je bent je tas vergeten.”
“Ik zie het,” zeg ik dommig. Zenuwachtig pak ik de tas van hem aan.
Waarom ben ik nu over dat clichématige kopje koffie begonnen? Af en toe ben ik ook echt een enorme muts.
Tijdens het eten heb ik geen druppel gedronken, speciaal om dit soort gênante situaties te voorkomen. Ik heb duidelijk geen drank nodig om mezelf voor schut te zetten. Wat nu? De zenuwen gieren ineens door mijn keel. Wat gaat hij doen? Ik rommel in mijn tas op zoek naar mijn sleutels. Als ik ze eenmaal gevonden heb, sta ik een beetje te stuntelen om de deur open te krijgen. “Zal ik die maar van je overnemen?” Voorzichtig pakt hij de sleutels uit mijn hand en opent de voordeur.
Terwijl ik in de keuken koffiezet, gaat hij aan de bar zitten. Hoewel ik hem niet kan zien, voel ik zijn ogen in mijn rug prikken. We zwijgen allebei, waardoor ik me nog meer opgelaten voel. Wanneer ik op mijn tenen ga staan om een pak suiker uit het kastje boven mij te pakken, komt hij naast me staan. “Laat mij maar.”
Met het gemak van iemand die lang is, pakt hij de suiker uit de kast en geeft het aan mij. De spanning is om te snijden en wanneer zijn vingers over mijn hand glijden, laat ik spontaan de hele zaak vallen. “O, verdorie,” zeg ik voornamelijk tegen mezelf. “Laat die koffie maar zitten, dadelijk vallen er nog doden.” Hij pakt mijn hand en leidt me naar de woonkamer. Hij zet me neer op de bank en gaat naast me zitten. Zijn vingers pakken mijn kin en draaien die naar zich toe. Langzaam komt zijn hoofd dichterbij. Ik vergeet alles zodra zijn lippen de mijne raken. We zoenen elkaar hartstochtelijk. Gretig trekken we aan elkaars kleren.
Ik word wakker en even denk ik dat ik nog droom. Wat doet mijn baas hier in mijn bed? Het is vandaag toch zaterdag? Dan zit ik ineens rechtop. Nee! Dat kan niet. Ik kan toch niet twee keer zo stom zijn geweest? Hij is mijn baas. Officieel mag ik hem niet eens. Hij vindt mij vreselijk. Waarom word ik dan toch steeds naast hem wakker? Heel even heb ik de neiging om weer snel mijn bed uit te rennen. Inmiddels weet ik dat vluchten geen zin heeft. Hij wacht toch net zo lang tot ik weer thuis ben. In plaats daarvan laat ik me weer in de kussens vallen. Gebeurd is gebeurd, dan kan ik net zo goed nog even gaan slapen, het is tenslotte zaterdag.
“Dit is een hele verbetering ten opzichte van de vorige keer.”
“Hoezo?” vraag ik slaperig. “Je bent er nog.”
“Naar die lunchroom ga ik niet meer. Wat een afzetters.”
“Zal ik dan maar voor het ontbijt zorgen?”
“Graag.”
Hij staat op, trekt zijn boxer short aan en loopt naar beneden. Terwijl ik hem in de keuken hoor rommelen, draai ik me nog een keer lekker om. Dat viel reuze mee. Ik merk dat mijn schroom van de avond ervoor verdwenen is. Even later komt hij met een groot dienblad naar boven. “De keuze was beperkt. Ik heb koffie en wat crackers met jam.”
“Prima.”
Ik ga rechtop in bed zitten en realiseer me dan dat ik nog helemaal naakt ben.
“Eh…Chris, zou je je misschien eh…even kunnen omdraaien?”
“Waarom? Ik heb het allemaal al een keer uitgebreid bestudeerd.”
“Dadelijk knoei ik met de koffie.”
“Ik haal wel even een badjas,” zegt hij snel. Hij weet inmiddels hoe onhandig ik soms kan zijn. Hij kijkt even om zich heen. “Waar vind ik die?”
“In de badkamer.”
Hij geeft me mijn badjas aan en gaat dan weer naast me zitten.
Terwijl ik geniet van de koffie, vraag ik: “Waar zijn we in vredesnaam mee bezig?”
“Ik zou zeggen: met het ontbijt,” zegt Chris droog. “Hoe moet dat nu maandag op het werk?”
“Wat we thuis doen is onze zaak. Daar hoeven ze op kantoor niets van te weten,” zegt Chris, wat serieuzer nu. “We houden het dus geheim?”
“Als jij daar geen problemen mee hebt?” Niet echt. Wat is er nu precies gebeurd? Twee nachtjes seks. Dat stelt toch niets voor? Eerst maar eens kijken of dit überhaupt ergens toe leidt. “Ben je klaar?”
Ik knik en voordat ik het weet, heeft hij het dienblad met een grote zwaai opgetild en op de grond naast het bed gezet. Hij neemt me in zijn armen en het is wel duidelijk wat hij van plan is.
“Nu we hier toch naakt naast elkaar liggen, kunnen we er net zo goed gebruik van maken.”
Voordat ik ertegenin kan gaan, zoent hij me recht op mijn mond. Ach, wat maakt het uit? Dan komt de teller op drie te staan. Dat is nog steeds geen serieuze relatie en dus hoef ik me ook niet schuldig te voelen dat ik het geheimhoud voor Ellen en Nadien. Zonder enig protest beantwoord ik zijn kus.
Ik ben bezig met het opruimen van de ontbijtbod wanneer de telefoon gaat. Het is Nadien. Ze begint meteen een heel verhaal over een of andere vent, waar ze al een paar keer mee heeft afgesproken. Ze heeft advies nodig. Boven hoor ik dat Chris klaar is met douchen. Het zal nu niet lang duren voordat hij naar beneden komt. Gelukkig kan Nadien niet door de telefoon heen kijken. Zolang Chris zachtjes doet, is er niets aan de hand. Rustig wacht ik tot ze klaar is met haar verhaal. Ondertussen houd ik de trap in de gaten. Zodra ik Chris zie, wijs ik nadrukkelijk naar de telefoon in mijn hand, terwijl ik mime dat het Nadien is. Ik geloof niet dat hij het begrijpt, daarom zeg ik een keer heel nadrukkelijk: “Dat is goed, Nadien.”
Ik zie Chris knikken, terwijl hij doorloopt naar de woonkamer. Nadien ratelt gewoon verder. Intussen kijk ik af en toe stiekem om de hoek van de deur, om te kijken wat Chris uitspookt. Hij drentelt een beetje door de kamer en bestudeert een dik boek dat hij uit de boekenkast gehaald heeft.
“Wat denk je? Wat moet ik doen?” vraagt Nadien aan de andere kant van de lijn.
“Klinkt als een leuke vent. Ga een keer gezellig eten.”
“Denk je echt?” vraagt Nadien. Ze klinkt verbaasd. “Maar hoe zit het dan met…”
Chris bekijkt nu de foto’s van mijn familie. Onwillekeurig vraag ik me af of het ooit zover komt dat ik hem aan hen ga voorstellen.
“Dus jij denkt dat dit geen probleem is?” vraagt Nadien weer.
“Natuurlijk niet, problemen zijn er om opgelost te worden,” zeg ik zo overtuigend mogelijk. De helft van haar verhaal gaat langs me heen, daarom probeer ik mijn antwoorden zo algemeen mogelijk te houden. “Ga een paar keer samen uit. Leer hem wat beter kennen en dan zie je wel weer.”
“Als jij het zegt. Hij is echt megaleuk.” Alle mannen met wie Nadien uitgaat zijn megaleuk. Gek dat er in al die jaren nooit de ware tussen zat. “Nadien, ik moet nu echt ophangen.” Ineens hoor ik op de achtergrond een klap en een typisch geluid, daarna een stevige vloek. “Wat is dat? Heb je bezoek?”
“Nee, hoor, dat is bij de buren.”
“Ik ken dat geluid ergens van. Het is de mannenverklik-ker!” roept Nadien verwonderd uit.
De mannenverklikker ziet eruit als een ingenieus technisch apparaat vol boutjes, moertjes en radertjes. Een grote hoeveelheid knoppen maakt het onweerstaanbaar voor mannen om er aan te zitten. Maar zodra je dat doet, komt er een hamertje en dat tikt je letterlijk op de vingers. Tegelijkertijd gaat er een sirene loeien. Nu begrijp ik niet meer waarom ik het stomme prul ooit gekocht heb. “Vertel op. Is het een lekker ding?” Nadien is meteen een en al oor.
Ik kijk weer even de kamer in en zie dat Chris met een pijnlijk gezicht over zijn hand wrijft. “Valt wel mee,” zeg ik zo neutraal mogelijk. Nadien gaat enthousiast verder. “Dus je hebt een nieuwe vlam, waarom heb je dat niet verteld?”
“Omdat het geen blijvertje is. Meer leuk voor één nacht.”
“Ik begrijp wat je bedoelt,” zegt Nadien op een meelevende toon. “‘s-Avonds lijkt hij berespannend, maar wanneer je de volgende ochtend naast hem wakker wordt, weet je niet hoe snel je van hem af moet komen.” Ze moest eens weten.
“Dan zal ik je niet langer ophouden. Ik wil maandag wel alle details horen, beloofd?”
Ik doe mijn best een diepe zucht te onderdrukken. Wat moet ik haar vertellen?
“Natuurlijk, maak je geen zorgen, ik zie je maandag.” Nadat ik opgehangen heb, loop ik naar de kamer. “Wat is dat voor onding?” vraagt Christopher geïrriteerd. “De mannenverklikker.”
“De wat?” vraagt hij verbaasd.
“De mannenverklikker. Ik heb hem een keer in zo’n heb-bedingwinkeltje gekocht.”
“Waarom heb je in hemelsnaam zoiets in huis?”
“Het leek toen wel grappig.”
“Haha,” zegt hij met een zuur gezicht. “Heeft Nadien me gehoord?”
“Wat denk je? Je schreeuwde de hele wereld bij elkaar.”
“Wat heb je gezegd?”
“Ik kon toch moeilijk nog ontkennen dat er iemand was. Dus heb ik gezegd dat er een of andere vent is blijven slapen, die ik nu ga dumpen.”
Hij trekt even zijn wenkbrauwen op. “Dat vond ze niet raar?”
“Betere ideeën?”
“Waarom niet de buurman die iets komt repareren?”
“Ik zal haar opbellen en zeggen dat ik me vergist heb en dat het de buurman was, oké? En kijk niet naar me alsof ik een schaamteloze slet ben. Ik neem heus niet elk weekend een scharrel mee naar huis, maar ik was vóór jou ook geen maagd meer, als je dat soms dacht.” Ik begin me op te winden. Wat een betweter is het toch. Chris haalt zijn schouders op en loopt terug naar de bank. “Ben je dit aan het lezen?” Hij wijst naar het dikke boek dat hij zo-even aan het bekijken was en dat ik alleen maar heb gekocht omdat het zo leuk staat in de boekenkast. “Ja,” lieg ik.
“Ziet er nog nieuw uit.”
“Ik ben zuinig op mijn spullen.”
“Ik zie het,” zegt hij sarcastisch terwijl hij naar een beduimeld boek wijst, dat ik wel heb gelezen. “Ik ga er maar weer eens vandoor. Ik moet nog werken.”
“Nu je toch hier bent, kunnen we er ook samen nog even naar kijken,” stel ik voor.
“Natuurlijk niet, geniet jij maar van het weekend. Het is heerlijk weer.”
“Onzin, jij hebt ook weekend. Als we er samen nog even aan werken, zijn we zo klaar. Kunnen we daarna leuke dingen doen.”
“Wat had je in gedachten?”
“Wat bedoel je?”
“Wat voor leuke dingen wil je gaan doen?”
“Ik bedoelde niet samen.” Dat klinkt ook niet erg aardig. “Ik bedoel, het kan wel samen, maar het hoeft niet. Ik wil me niet opdringen.” En dat klinkt weer veel te gretig. “Je begrijpt wel wat ik bedoel.” Ik begin me een beetje wanhopig te voelen.
“Nee, leg het nog eens uit. Wil je nu wel of niet iets samen doen?”
Ik wil al opnieuw beginnen, als ik zie dat hij zijn lachen nauwelijks kan inhouden.
“Laten we maar gewoon aan het werk gaan. Daarna zien we wel,” zeg ik zo normaal mogelijk. Uiteindelijk zijn we nog een paar uur bezig, voordat de klus helemaal geklaard is.
“Maar goed dat ik meegeholpen heb, anders was je morgen ook nog bezig geweest.”
“Ja, nu hebben we nog tijd over. Wat vind je eigenlijk leuk om te doen?” vraagt Chris.
Ik haal mijn schouders op. “Van alles. Bioscoop, uit eten of rustig wat drinken in een café.”
Terwijl ik het zeg, vraag ik me af of hij me nu heel spontaan gaat vragen een filmpje te pakken. “Ik weet een leuk restaurantje met een mooie binnentuin. Zullen we daar lekker gaan lunchen? Daarna kunnen we eventueel nog naar de film,” stelt hij voor. “Als je het niet erg vindt, ga ik me thuis even omkleden. Dan haal ik je over een uur op, oké?”
Wat een voortvarendheid ineens. Maar het klinkt leuk, dus stem ik in.
De binnentuin is een oase van rust midden in de stad. Ik kijk verbaasd om me heen. Ik heb nooit geweten dat dit er was. Het eten is echt heerlijk en ik werk alles met smaak naar binnen.
“Je vindt het lekker, hè?” vraagt Chris terwijl ik juist een hap van mijn chocoladetaart neem.
Ik schrik. Ben ik aan het schrokken? Dat is ook niet erg elegant.
“Sorry, als iets heel lekker is, vergeet ik al mijn goede manieren,” zeg ik verontschuldigend.
“Is dat zo?”
Zachtjes veegt hij met zijn vinger langs mijn mondhoek.
“Je vergeet nog wat.” Hij houdt zijn vinger voor mijn mond en ik lik de kruimel er automatisch van af. We kijken elkaar aan en ik voel een tinteling onder in mijn buik.
Na het eten gaan we naar de film. Het is een artmovie in een filmhuis waar ik normaal met een grote boog omheen loop. Ik wil niet al te oppervlakkig overkomen, dus doe ik net of ik er regelmatig kom. De film is saai en er komt geen eind aan. Letterlijk, ineens is het afgelopen. Iedereen loopt tevreden naar buiten, behalve ik. Ik haat het wanneer de regisseur niet de moeite neemt om er een fatsoenlijk einde aan te breien.
‘s-Avonds lijkt het heel normaal dat hij weer blijft slapen. Uiteindelijk gaat hij pas zondagmiddag naar huis. “Dan zie ik je morgen weer op kantoor,” zegt hij met een jongensachtige grijns op zijn gezicht. We zoenen nog een laatste keer, daarna draait hij zich om. Terwijl hij naar zijn auto loopt, steekt hij zijn hand nog een keer op. Ik wacht tot hij weggereden is, voordat ik de deur weer sluit.