Flauwe bocht

Ik had van alles geprobeerd. Ik was al naar een haptonoom geweest, ik was al naar een iriscopist geweest, ik was al naar iemand in Duitsland geweest – daar schijnt ook een hele goeie te zitten – ik was al naar een acupuncturist geweest, ik was al naar Lourdes geweest en op het laatst dacht ik: weet je wat, ik ga eens naar de dokter. Ja, je probeert de gekste dingen, hè.

Ik naar de dokter. Hij zegt tegen mij: “Bent u misschien een beetje overwerkt?”

Nou, dat kon wel kloppen, want ik was in die tijd leraar aan een middelbare school. Nu was dat lesgeven op zich nog niet zo’n probleem, maar ik gaf les in aardrijkskunde en als ik iets niet begrijp, dan is het wel aardrijkskunde. Neem nou alleen eens topografie: je hebt Capelle, West-Capelle, Capelle aan de Lek, Moercapelle, Capelle aan de IJssel, Arnhem, Zwolle, Groningen, Hoogeveen…Ja, die tiende vergeet ik steeds. Dus die man heeft mij gelijk doorverwezen naar het ziekenhuis.

Lig ik eenmaal in het ziekenhuis, komt diezelfde hoofdzuster van daarnet naar me toe en die zegt tegen mij: “Hier. Heeft u tabletten. Moet u eens innemen.”

“Waarom dan?”

“Kun je lachen.”

“Maar ik heb altijd van die kleine witte tabletjes.”

“Ja, dat weet ik wel, dit zijn hele dikke rooien. Echt, moet u eens innemen, u heeft nog nooit zo gelachen!”

Ik denk na en zeg: “Ja, dat is wel goed.”

Ja, wat dat betreft ben ik net Pim Jacobs, hè. Ik neem die tabletten in en…lachen! Lachen! Naast me lag een patiënt, was net geopereerd, nou, hij kwam niet meer bij. Was trouwens helemaal een beetje sneu geval. Die man had namelijk een auto-ongeluk gehad.

In de Seth Gaaikemastraat. Hij was daar in de Seth Gaaikemastraat uit een flauwe bocht gevlogen. Hij komt bij kennis en zegt: ‘Goh, ik lig al zó lang in het ziekenhuis en het enige wat de dokter steeds tegen me zegt is: “Doet u de broek maar uit.”

“Welke dokter is dat?”

“Dokter Jansen.”

“Dokter Jansen? Toch niet dokter Gerrit Jansen?”

“Ja, dokter Gerrit Jansen.”

“Nou, ik zou het hem maar niet al te kwalijk nemen, want hij zit privé nogal moeilijk. Gerrit is namelijk lange tijd werkloos geweest; heeft hij eindelijk werk, gaat zijn vrouw ervandoor. En nu zit Gerrit alleen thuis met een kanarie.”

“Kijk, dat wist ik niet.”

“Kon je ook niet weten.”