Navo in aadorp

Ik heb gedroomd dat ik meehielp een vereniging op te richten van mensen-die-niet-weten-dat-er-een-NAVO-depot-in-Aadorp-komt.

De ledenwerving van de vereniging-van-mensen-dieniet-weten-dat-er-een-NAVO-depot-in-Aadorpkomt was goed opgezet met als gevolg dat de oprichtingsvergadering druk werd bezocht. Allereerst werd overlegd wat de leden van hun vereniging verwachtten. Na langdurig overleg kwamen er drie wensen naar voren: uitstapjes overal naar toe, af en toe een feestje voor de leden en éénmaal per jaar met Sinterklaas surprises maken.

Om te bepalen wat men per sé niet wilde was nauwelijks overleg nodig. Unaniem was men het er over eens dat als er één ding is wat de vereniging niet wilde dan was het wel, weten dat er een NAVO-depot in Aadorp komt. Dan zou namelijk de vereniging uit elkaar vallen en dan konden de leden fluiten naar de feestjes en de uitstapjes overal naar toe (behalve naar Aadorp natuurlijk). Tegen het feit dat de uitstapjes overal naar toe zouden gaan behalve naar Aadorp maakte nog één lid bezwaar. Deze was vertegenwoordiger van de middenstand in Aadorp en vond dat de middenstand van andere steden met deze uitstapjes bevoordeeld werd boven de middenstand van Aadorp.

Weliswaar zal dit worden gecompenseerd door de vestiging van het NAVO-depot, maar dit feit wil de vereniging niet weten en mag dus ook niet als tegenargument gebruikt worden.

Gelukkig werd dit probleem snel opgelost. Éénmaal per jaar zou er een uitwisseling plaatsvinden tussen onze vereniging en een vereniging in Lingen die zichzelf vereniging-van-mensen-die-niet-willenweten-dat-ze-uitzicht-hebben-op-een-kerncentrale noemt. Ook deze vereniging stuitte bij haar voorgenomen uitstapjes op bezwaren bij de middenstand.

Als nu éénmaal per jaar de mensen uit Lingen naar Aadorp gaan en onze vereniging naar Lingen dan is het probleem opgelost.

Erg leuk was de binnengekomen adhesie-betuiging van de organisatie-van-mensen-die-dicht-bij-het-station-wonen. Deze wil afschaffing van de stadsbussen.

“Als wij van het station naar huis kunnen lopen dan kunnen anderen dat ook wel,” aldus de organisatie en ergens hadden we het gevoel dat zij op dezelfde golflengte zaten als wij. Nog leuker was de binnengekomen uitnodiging van de bond-van-mensen-dieniet-weten-hoe-zwaar-de-motor-is-die-in-een-peugeot-304-zit. Op hun uitnodiging om samen met hen een uitstapje te maken naar het bowlingcentrum gaven wij graag gehoor. Een week later zaten we al in de bus, onze vereniging en de bond-van-mensen-dieniet-weten-hoe-zwaar-de-motor-is-die-in-een-peugeot-304-zit.

Bijna ging de bowling-avond niet door toen de chauffeur omriep dat hij ons van harte welkom heette in deze spiksplinternieuwe bus met een vermogen van maar liefst 260 p.k., precies 4x zoveel als de motor van bv. een peugeot 304. Na een korte periode van stilte die nodig was om uit te rekenen hoeveel 260:4 is, ging er een golf van ontzetting door de bus. De bond die ons zo vriendelijk had uitgenodigd was door de opmerking van de chauffeur automatisch opgeheven en het bowling-avondje dreigde niet door te kunnen gaan.

Gelukkig kwam iemand op het idee om de bond om te dopen in een bond-van-mensen-die-niet-weten-hoezwaar-een-100-chevaux-motor-is. Een beetje sneu was het wel dat één lid (een leraar Frans) wél wist hoe zwaar een 100-chevaux motor is en uit de bus moest worden gezet.

Tegen het eind van de bowling-avond deed zich nog een incident voor tussen de voorzitter van onze vereniging en mij. Tijdens de finale (die ging tussen onze sub-groep van mensen-die-zelfs-nog-nooit-van-Aadorp-gehoord-hebben en de subgroep van mensendie-denken-haast-wel-na-te-kunnen-gaan-hoe-zwaarzo’n-motor-is-maar-het-toch-niet-zeker-weten) wilde ik even naar de wc. Dit kon makkelijk dacht ik want de sub-groep van mensen-die-werkelijk-nietzouden-weten-wat-ze-hoorden-als-ze-hoorden-dater-een-NAVO depot-in-Aadorp-kwam, waar ik in zat, was toch al uitgeschakeld. Onze voorzitter dacht er kennelijk anders over want op het moment dat ik de zaal wilde verlaten beet hij mij toe: “Waar denkt dat heen te gaan?”

“Eh, ik wilde vast koffie bestellen en even naar de wc.”

“Koffie-bestellen heb ik al gedaan,” zei de voorzitter.

“En naar de wc gaan?” probeerde ik nog.

“Heb ik ook al gedaan.”

Schaamtevol werd ik wakker.

De hele daaropvolgende dag dacht ik niet meer aan deze droom en ik zou hem ook allang vergeten zijn als ik niet nog diezelfde avond op een sterke manier eraan herinnerd werd.

Ik las namelijk de krant en daar stond niets in over het NAVO-depot in Aadorp.

Ik dacht: