In elke stem die ik hoor
hoor ik jouw mond bij mijn oor
die zegt: ik hou van jou.
Ging naar de dokter daarvoor,
ik vroeg waar komt dat toch door?
Hij zei: Ik hou van jou.
Sinds de dag dat ik je ken
staat de wereld op z’n kop…
(stukje dat nog niet af is…)
En die liefde van jou
die krijg ik bijna van jou voor nop.
Hooguit een jurkje of zo,
een keer een oorbel kado
een doosje chocola.
Maar heel wat anders niet waar
dan zo’n stakker die ‘s-avonds laat te twijf’len staat
voor dat rood verlichte raam,
waar een rosse boezem welft.
Wat ziet zo’n man in Katendrecht,
echte liefde kost de helft.
En pas gelee mocht ik mee
naar mijn schoonlui in spe te Delft.
Ik weet nog goed hoe dat was,
je vader was uit zijn sas,
hij had een rothumeur.
O wat een kutvoetbal, zeg,
dat kut-Den Haag is toch slecht!
Je moeder kreeg een kleur.
Gaat dat ook bij jou thuis zo?
vroeg zij mij toen maar heel snel.
Ligt ook aan het weer, zei ik,
als ‘t van dat kutweer is, dan wel.
En sindsdien hoor ik erbij,
je ouders zijn toch zo gek met mij.
Liefde maakt vaak droef tot ziek aan toe,
maar ‘k merk er weinig van
tot nu toe. Tot nu toe.
Echte liefde tot nu toe.