18

Het was voor D.D. een fluitje van een cent om Tessa’s jeugdvriendin Juliana MacDougall, meisjesnaam Howe, op te sporen. Ze was drie jaar getrouwd, had een kind en woonde in een huisje in Arlington. Misschien had D.D. een beetje gelogen. Ze had gezegd dat ze op dezelfde middelbare school had gezeten en dat ze oud-scholieren opspoorde voor een aanstaande reünie.

Hé, niet iedereen zat nou eenmaal te wachten op een telefoontje van een rechercheur, en nóg minder mensen stonden waarschijnlijk te trappelen om meer vragen te beantwoorden over een schietpartij die tien jaar eerder een broer van hen het leven had gekost.

D.D. kreeg Juliana’s adres, stelde vast dat ze thuis was en reed ernaartoe. Onderweg luisterde ze haar voicemail af. Een van de berichten was van Alex, die haar opgewekt een goede morgen en veel succes met de vermissingszaak wenste. Hij liet haar weten dat hij in de stemming was om pasta alfredo klaar te maken, als zij tenminste in de stemming was om die op te eten.

Haar maag rammelde. En trok toen samen. En rammelde toen weer. Echt weer iets voor haar, om een baby te hebben die net zo eigenzinnig en wispelturig was als zij.

Ze zou Alex moeten bellen. Ze zou vanavond tijd moeten vrijmaken, al was het maar een halfuurtje, om even met elkaar te praten. Ze probeerde zich in te beelden hoe het gesprek zou verlopen, maar dat lukte haar nog niet zo goed.

ZIJ: Weet je nog dat je een keer hebt gezegd dat jij en je eerste vrouw een paar jaar geleden zwanger probeerden te worden maar dat dat niet lukte? Ik heb nieuws voor je: jij blijkt toen níét het probleem te zijn geweest.’

HIJ:

ZIJ:

HIJ:

ZIJ:

Het was niet echt een gesprek. Misschien kwam het doordat ze niet zoveel fantasie had, of doordat ze geen ervaring had met dit soort dingen. Ze was zelf beter in ‘Bel jij mij maar niet, ik bel jou wel’-gesprekken.

Zou hij zeggen dat hij met haar wilde trouwen? En zou zij daartoe bereid zijn, als het niet voor zichzelf was dan toch wel in het belang van de baby? Of maakte dat tegenwoordig niet meer uit? Ging ze er alleen maar van uit dat hij haar zou bijstaan? Of zou hij er gewoon van uitgaan dat zij hem nooit zou verlaten?

Ze kreeg weer buikpijn. Ze wilde niet meer zwanger zijn. Het was te verwarrend en ze was niet goed met grote levensvragen. Ze voerde liever meer elementaire discussies, bijvoorbeeld over de vraag waarom Tessa Leoni haar man had gedood, en wat dat te maken had met het feit dat ze tien jaar geleden Thomas Howe had doodgeschoten.

Kijk, aan zo’n vraag had je nog eens wat.

D.D.’s navigatiesysteem bracht haar naar een doolhof van kleine zijstraatjes in Arlington. Een straatje links hier, twee rechts daar, en toen kwam ze tot stilstand voor een vrolijk rood geschilderd huis met wit lijstwerk en een ondergesneeuwde voortuin die even groot was als D.D.’s auto. D.D. parkeerde langs de stoeprand, pakte haar zware jas en liep naar de voordeur.

Juliana MacDougall deed na één keer bellen open. Ze had lang, vaalblond haar dat was samengebonden in een slordige paardenstaart en droeg een spijkerbroek. Op haar dijbeen hield ze een dikke, kwijlende baby in evenwicht. Ze keek D.D. nieuwsgierig aan, maar verstarde toen D.D. haar politiepenning liet zien.

‘Brigadier-rechercheur D.D. Warren van de BPD. Mag ik binnenkomen?’

‘Waar gaat het over?’

‘Alsjeblieft.’ D.D. gebaarde het huis in, dat lag bezaaid met speelgoed. ‘Het is koud buiten. Ik denk dat het voor ons allemaal aangenamer is om binnen te praten.’

Juliana tuitte haar lippen en hield toen zonder een woord te zeggen de deur voor D.D. open. Het huis had een betegeld halletje dat uitkwam op een kleine huiskamer met mooie ramen en een recentelijk gepolitoerde hardhouten vloer. Het huis rook naar nieuwe verf en babypoeder: een nieuw gezinnetje dat zich in een nieuw huisje vestigde.

De donkergroene bank, het enige meubelstuk in de kamer, werd in beslag genomen door een wasmand. Blozend zette Juliana de plastic mand op de grond, zonder haar grip op de baby te verliezen. Toen ze eindelijk zat, ging ze op de rand van het kussen zitten, met haar kind midden op schoot, als een soort eerste verdedigingslinie.

D.D. nam plaats op het andere uiteinde van de bank en keek aandachtig naar de kwijlende baby. De kwijlende baby staarde terug, stopte toen een hele vuist in zijn of haar mond en maakte een geluid dat klonk als: ‘Kaa’.

‘Lief hoor,’ zei D.D. met een stem die duidelijk sceptisch klonk. ‘Hoe oud?’

‘Nathaniel is negen maanden.’

‘Een jongetje.’

‘Ja.’

‘Loopt hij al?’

‘Hij heeft net leren kruipen,’ zei Juliana trots.

‘Grote jongen,’ zei D.D., en toen was haar voorraad babyonderwerpen op. Goeie genade, hoe moest ze ooit moeder worden als ze niet eens met een andere moeder kon praten?

‘Heb je een baan?’ vroeg D.D.

‘Ja,’ zei Juliana trots. ‘Ik voed mijn kind op.’

D.D. nam genoegen met dat antwoord en ging verder. ‘Goed,’ zei ze kortaf. ‘Ik neem aan dat je het nieuws over het vermiste meisje in Allston-Brighton hebt gevolgd.’

Juliana keek haar wezenloos aan. ‘Wat?’

‘Dat Amber Alert. De zesjarige Sophie Leoni uit Allston-Brighton die wordt vermist?’

Juliana keek D.D. met een fronsende blik aan en drukte de baby iets steviger tegen zich aan. ‘Wat heb ik daarmee te maken? Ik ken geen kinderen uit Allston-Brighton. Ik woon in Arlington.’

‘Wanneer heb je Tessa Leoni voor het laatst gezien?’ vroeg D.D. Juliana reageerde onmiddellijk. Ze verstijfde en ontweek D.D.’s blik. Met haar blauwe ogen keek ze naar de hardhouten vloer. Een vierkant blokje met de letter ‘O’ en een plaatje van een olifant lag bij haar voet, waar ze een slipper aan droeg. Ze raapte het op en gaf het aan de baby, die het hele ding in zijn mond probeerde te proppen.

‘Hij krijgt tandjes,’ mompelde ze afwezig, terwijl ze een rode wang van haar kindje streelde. ‘Dat arme joch heeft in geen nachten geslapen en dreint de hele dag omdat hij wil worden vastgehouden. Ik weet dat alle baby’s dat hebben, maar ik had niet gedacht dat het zo moeilijk zou zijn om mijn eigen kind pijn te zien lijden. Om te weten dat ik alleen maar kan wachten.’

D.D. zei niets.

‘Soms wieg ik hem ’s nachts heen en weer als hij huilt, en dan huil ik met hem mee. Ik weet dat het sentimenteel klinkt, maar ik heb het gevoel dat het hem helpt. Misschien vindt niemand het fijn om in zijn eentje te huilen, zelfs baby’s niet.’

D.D. zei niets.

‘O god,’ riep Juliana MacDougall opeens uit. ‘Sophie Leoni. Sophia Leoni. Het is de dochter van Tessa. Tessa heeft een meisje gekregen. O mijn gód.’

Toen klapte Juliana Howe helemaal dicht. Ze zat daar alleen maar met haar baby’tje, dat nog steeds aan zijn houten blokje sabbelde.

‘Wat heb je die avond gezien?’ vroeg D.D. voorzichtig aan de jonge moeder. Ze hoefde niet te verduidelijken welke avond ze bedoelde. De kans was heel groot dat Juliana’s hele leven nog altijd om dat ene moment draaide.

‘Niks. Niet echt. Ik sliep nog half toen ik een geluid hoorde en naar beneden ging. Ik zag Tessa en Tommy op de bank. Toen hoorde ik een hard geluid en Tommy stond op. Hij deed een soort stap achteruit en viel. Tessa stond op. Ze zag me en begon te huilen. Toen ze haar hand uitstak zag ik dat ze een pistool vasthield. Dat was het eerste wat ik echt zag. Tessa had een pistool. Vanaf dat moment drong alles tot me door.’

‘Wat deed je?’

Het bleef even stil. Toen zei Juliana: ‘Het is lang geleden.’

D.D. wachtte.

‘Ik begrijp het niet. Waarom nu opeens deze vragen? Ik heb alles aan de politie verteld. Ik dacht dat de zaak helemaal was afgerond. Tommy had een reputatie… Die man van de politie zei dat Tessa niet het eerste meisje was dat hij iets had aangedaan.’

‘Wat denk jij?’

Juliana haalde haar schouders op. ‘Hij was mijn broer…’ fluisterde ze. ‘Eerlijk gezegd probeer ik er niet over na te denken.’

‘Geloofde je wat Tessa die avond zei? Dat je vriendin probeerde zichzelf te beschermen?’

‘Dat weet ik niet.’

‘Had ze ooit eerder laten merken dat ze in Tommy geïnteresseerd was? Vroeg ze wel eens naar zijn rooster? Flirtte ze wel eens met hem?’

Juliana schudde haar hoofd en keek D.D. nog altijd niet aan. ‘Maar je hebt haar sindsdien nooit meer gesproken. Je hebt haar verstoten. Net als haar vader.’

Nu werd Juliana rood. Ze pakte haar baby steviger vast. Toen hij begon te jammeren liet ze meteen weer los.

‘Er was iets aan de hand met Tommy,’ zei ze opeens.

D.D. wachtte.

‘Mijn ouders wilden het niet zien. Maar hij was… gemeen. Als hij iets wilde, dan nam hij het. Zelfs toen we klein waren… als ik speelgoed had dat hij wilde hebben…’ Ze haalde weer haar schouders op. ‘Hij maakte liever iets kapot dan dat hij het mij liet houden. Mijn vader zei altijd dat jongens nou eenmaal zo zijn en dat ik het maar moest laten gaan. Ik leerde er wel van: als Tommy iets wilde, liep je hem niet voor de voeten.’

‘Je denkt dat hij Tessa heeft aangerand.’

‘Wat ik denk, is dat ik niet verbaasd was toen rechercheur Walthers ons vertelde dat er ook andere meisjes over Tommy hadden gebeld. Mijn ouders waren er helemaal ondersteboven van. Mijn vader… die gelooft het nog steeds niet. Maar ik wel. Als Tommy iets wilde, liep je hem niet voor de voeten.’

‘Heb je dat ooit aan Tessa verteld?’

‘Ik heb Tessa Leoni al tien jaar niet meer gesproken.’

‘Waarom niet?’

‘Gewoon.’ Ze haalde voor de zoveelste keer haar schouders op. ‘Tommy was niet alleen mijn broer, hij was de zoon van mijn ouders. En toen hij stierf… Mijn ouders zijn al hun spaargeld kwijtgeraakt aan Tommy’s begrafenis. En toen mijn vader het niet kon opbrengen om weer aan het werk te gaan, raakten we ons huis kwijt. Mijn ouders moesten zich failliet laten verklaren. Uiteindelijk zijn ze gescheiden. Mijn moeder en ik zijn bij een tante ingetrokken. Mijn vader kreeg een zenuwinzinking. Hij zit in een inrichting, waar hij zijn dagen slijt door Tommy’s plakboek te bekijken. Hij kan er niet overheen komen. Voor hem is de wereld een vreselijke plek waar iemand je kind kan vermoorden terwijl de politie de zaak verdoezelt.’

Juliana streelde de wang van haar eigen kind. ‘Wel gek,’ mompelde ze. ‘Ik dacht altijd dat ik uit een perfect gezin kwam. Dat was ook wat Tessa zo gaaf aan me vond. Ik kwam uit een geweldig gezin, heel anders dan dat van haar. Toen veranderden we op één avond in een gezin als het hare. Ik raakte niet alleen mijn broer kwijt, mijn ouders verloren ook hun zoon.’

‘Heeft ze ooit geprobeerd contact met je op te nemen?’

‘De laatste woorden die ik tegen Tessa Leoni gesproken heb, waren: “Je moet nú naar huis gaan!” En dat deed ze. Ze pakte haar pistool en rende het huis uit.’

‘Kwam je haar nooit tegen in de buurt?’

‘Haar vader schopte haar de deur uit. Toen woonde ze niet meer in de buurt.’

‘Heb je je nooit afgevraagd hoe het met haar ging? Heb je je nooit zorgen gemaakt over je allerbeste vriendin, die je eigen broer van zich af moest slaan? Jij hebt haar die avond uitgenodigd om te komen logeren. Volgens haar eerste verklaring had Tessa gevraagd of Tommy die avond thuis zou zijn.’

‘Dat weet ik niet meer.’

‘Heb je tegen Tommy gezegd dat ze zou komen?’

Juliana perste haar lippen samen. Opeens zette ze de baby op de grond en stond ze op. ‘Ik wil dat u nu weggaat. Ik heb Tessa al tien jaar niet meer gesproken. Ik wist niet dat ze een dochter had, en ik heb al helemaal geen idee waar ze uithangt.’

Maar D.D. bleef zitten waar ze zat, op de rand van de bank, en ze keek op naar Tessa’s voormalige beste vriendin.

‘Waarom heb je Tessa die avond in de huiskamer laten slapen?’ drong D.D. verder aan. ‘Als het een logeerpartijtje was, waarom heb je je beste vriendin dan niet wakker gemaakt zodat ze mee kon naar je kamer? Wat heeft Tommy gezegd dat je moest doen?’

‘Hou op!’

‘Je vermoedde het, hè? Je wist wat hij van plan was, en daarom kwam je naar beneden. Je was bang voor je broer, je maakte je zorgen om je vriendin. Heb je Tessa gewaarschuwd, Juliana? Heeft ze daarom dat pistool meegenomen?’

‘Nee!’

‘Je wist dat je vader niet zou luisteren. Jongens zijn nu eenmaal jongens. Zo te horen had je moeder zich de boodschap al eigen gemaakt. Dat betekende dat jij en Tessa er alleen voor stonden. Twee meisjes van zestien die zich proberen te verzetten tegen een bruut van een broer. Dacht ze dat ze hem gewoon zou afschrikken? Dat alles voorbij zou zijn als ze maar met haar pistool zwaaide?’

Juliana antwoordde niet. Haar gezicht was grauw geworden. ‘Alleen ging het pistool af,’ ging D.D. verder op een toon alsof ze een luchtig gesprek voerde. ‘En Tommy werd geraakt. Tommy ging dóód. Jullie hele gezin viel uit elkaar. Allemaal omdat Tessa en jij eigenlijk niet wisten waar jullie mee bezig waren. Wie kwam er op het idee om die avond dat pistool mee te nemen?’

‘Ga weg.’

‘Jij? Zij? Wat dáchten jullie?’

‘Ga weg!’

‘Ik ga je telefoongegevens natrekken. Eén telefoontje, meer heb ik niet nodig. Eén telefoontje van Tessa en jouw kersverse gezinnetje valt ook uit elkaar, Juliana. Ik ruk het helemaal uit elkaar als ik erachter kom dat je iets voor me verzwijgt.’

‘Ga weg!’ gilde Juliana. De baby reageerde op de stemverheffing van zijn moeder en begon te krijsen.

D.D. stond op. Ze hield haar blik gericht op Juliana MacDougalls bleke gezicht, de gespannen schouders, de verwilderde blik. Ze leek net een hert dat verstarde in de koplampen van een auto. Ze leek op een vrouw die zat verstrikt in een tien jaar oude leugen.

D.D. deed nog één laatste poging: ‘Wat is er die avond gebeurd, Juliana? Wat verzwijg je voor me?’

‘Ik hield van haar,’ zei de vrouw onverwacht. ‘Tessa was mijn aller beste vriendin, en ik hield van haar. Toen stierf mijn broer, ons gezin ging kapot en mijn wereld werd een hel. Ik ga niet terug. Niet voor haar, niet voor u, voor niemand. Ik weet niet wat er met Tessa gebeurd is en het kan me ook niet schelen. Nu wil ik dat u weggaat uit mijn huis en dat u mij en mijn gezin niet meer lastigvalt.’

Juliana hield de deur open. Haar baby zat nog steeds te snikken op de grond. D.D. gaf toe en ging eindelijk weg. De deur sloeg met een klap achter haar dicht, en om haar boodschap kracht bij te zetten draaide Juliana het slot dicht.

Maar toen D.D. zich omdraaide kon ze haar door het raam zien. De vrouw tilde haar huilende zoontje op en wiegde de baby tegen haar borst. Om het kind te troosten of om zich door hem te laten troosten?

Misschien maakte het niet uit. Misschien werkte het gewoon zo.

Juliana MacDougall hield van haar zoon. Zoals haar ouders van haar broer hadden gehouden. Zoals Tessa Leoni van haar dochter hield.

Cirkels, dacht D.D. Stukken van een groter patroon. Ze kon het alleen niet uit elkaar trekken en ook niet opnieuw in elkaar leggen.

Ouders hielden van hun kinderen. Sommige ouders zouden er alles voor overhebben om ze te beschermen. En andere ouders…

D.D. begon een slecht gevoel te krijgen.

Toen ging haar mobieltje.