22
Luitenant-kolonel Gerard Hamilton had niet bepaald enthousiast geklonken toen D.D. en Bobby hadden gevraagd of ze hem konden spreken, maar hij schikte zich in zijn lot. Een van zijn agenten was betrokken bij een ‘ongelukkig voorval’. Natuurlijk moest het onderzoeksteam hem vragen stellen.
Uit beleefdheid spraken D.D. en Bobby bij hem op kantoor af. Hij gaf D.D. een hand en begroette Bobby vervolgens met een meer familiaire klap op de schouder. Het was duidelijk dat de mannen elkaar kenden en D.D. was dankbaar dat Bobby erbij was. Waarschijnlijk zou Hamilton zich zonder zijn aanwezigheid niet zo collegiaal hebben opgesteld.
Ze liet Bobby het voortouw nemen terwijl zij Hamiltons kantoor bestudeerde. De staatspolitie van Massachusetts stond bekend om haar voorliefde voor militair aandoende hiërarchie en titels. Waar D.D. in een bescheiden, sober ingerichte kantoorruimte werkte, deed die van Hamilton haar denken aan het kantoor van een vooraanstaand politicus. Aan de met houten panelen bedekte muren hingen foto’s in zwarte lijsten van Hamilton met alle belangrijke politici uit Massachusetts, inclusief een extra grote van de politiechef met de Republikeinse senator van Massachusetts, Scott Brown. D.D. zag een diploma hangen van UMass Amherst, en nog een ander van de FBI-academie. Met de indrukwekkende verzameling geweitakken bo -ven zijn bureau liet de luitenant-kolonel duidelijk zien hoe bedreven hij was in de jacht, maar voor de zekerheid hing er ook nog een foto waarop Hamilton gekleed in een groen werktenue en oranje jachtvest naast zijn laatste vangst stond.
D.D. stond niet lang stil bij de foto’s. Ze begon de indruk te krijgen dat de kleine Warren vegetariër was. Rood vlees was vies. Droge muesli daarentegen begon steeds beter te klinken.
‘Natuurlijk ken ik agent Leoni,’ zei Hamilton nu. De luitenantkolonel zag er voornaam uit – goed verzorgd, atletisch gebouwd, met donker haar dat grijs werd bij de slapen en een permanent gebruind gezicht als gevolg van vele activiteiten in de buitenlucht. D.D. wilde wedden dat de jonge mannelijke agenten hem openlijk bewonderden en dat de jonge vrouwelijke agenten hem stiekem sexy vonden. Was Tessa Leoni een van hen? En waren die gevoelens wederzijds?
‘Prima agent,’ vervolgde hij op neutrale toon. ‘Jong maar bekwaam. Nooit incidenten of klachten gehad.’
Tessa’s dossier lag geopend op Hamiltons bureau. De luitenantkolonel bevestigde dat Tessa vrijdag- en zaterdagnacht had gewerkt. Vervolgens bekeek hij samen met Bobby haar logboeken, waar D.D. geen chocola van kon maken. Rechercheurs hielden zich bezig met actieve zaken, losten zaken op, regelden rechterlijke machtigingen, ondervroegen getuigen, verhoorden verdachten enzovoort enzovoort. Staatsagenten hielden zich, onder meer, bezig met het aanhou -den van voertuigen, aanhoudingen in het verkeer, noodoproepen, betekende dagvaardingen, in beslag genomen goederen en het verlenen van allerlei soorten bijstand. D.D. vond het allemaal niet zoveel met echt politiewerk te maken hebben.
Hoe dan ook had Tessa pittige logboeken, ook nog afgelopen vrijdag- en zaterdagnacht. Alleen al zaterdag had ze twee automobilisten aangehouden wegens rijden onder invloed, en de tweede keer had ze niet alleen de bestuurder in hechtenis laten nemen maar ook moeten regelen dat de auto van de verdachte werd weggesleept.
Bobby trok een gezicht. ‘Hebt u het papierwerk al gezien?’ vroeg hij, tikkend op de processen-verbaal van de twee aanhoudingen.
‘Ik heb het een paar uur geleden van de commandant gekregen. Ziet er goed uit.’
Bobby keek naar D.D. ‘Dan had ze zaterdagnacht absoluut geen hersenschudding. Het lukt mij nauwelijks om deze formulieren in te vullen als ik helemaal helder ben, laat staan met een zware verwonding aan mijn hoofd.’
‘Is ze zaterdagnacht door iemand gebeld?’ vroeg D.D. aan de luitenant-kolonel.
Hamilton haalde zijn schouders op. ‘Onze agenten patrouilleren met hun eigen mobiele telefoon, niet alleen met hun officiële pieper. Ze kan door allerlei mensen privé gebeld zijn. Maar niet via de officiële kanalen.’
D.D. knikte. Het verbaasde haar dat staatsagenten hun mobieltje nog bij zich mochten hebben. Vaak waren mobiele telefoons bij de politie verboden, omdat het meer dan eens voorkwam dat geüniformeerde agenten, die vaak als eerste op een plaats delict arriveerden, persoonlijke foto’s met hun toestel maakten. Misschien vonden ze een kerel die zichzelf voor zijn kop had geschoten er grappig uit zien. Of misschien wilden ze een collega van een ander bureau een bijzondere bloedspetter laten zien. Juridisch gezien vormde elke foto van een plaats delict echter bewijs waar de verdediging volledige inzage in moest hebben. Dat betekende dat als zulke foto’s opdoken nádat er een vonnis in de zaak was uitgesproken, alleen al het bestaan ervan voldoende reden was om de zaak te seponeren.
De aanklager was niet bepaald blij als dat gebeurde. Sterker nog, hij werd dan ronduit onaangenaam.
‘Heeft Leoni wel eens een berisping gekregen?’ vroeg D.D.
Hamilton schudde zijn hoofd.
‘Heeft ze veel vrije dagen opgenomen? Ze is een jonge moeder die de helft van het jaar alleen is met haar kind.’
Hamilton bladerde het dossier door en schudde zijn hoofd. ‘Bewonderenswaardig,’ zei hij. ‘Het is niet makkelijk te voldoen aan de eisen die je werk aan je stelt en tegelijkertijd in de behoeften van het gezin te voorzien.’
‘Amen,’ mompelde Bobby.
Ze leken het allebei echt te menen. D.D. beet op haar onderlip. ‘Hoe goed kende u haar?’ vroeg ze opeens aan de luitenant-kolonel. ‘Gezamenlijke uitjes om het groepsgevoel te versterken, met z’n allen naar de kroeg, dat soort dingen?’
Voor het eerst aarzelde Hamilton. ‘Ik kende haar niet echt goed,’ zei hij ten slotte. ‘Leoni had de reputatie afstandelijk te zijn. In een paar functioneringsgesprekken is dat aangestipt. Ze was een heel betrouwbare agent die haar werk prima deed. Ze gaf blijk van een goed beoordelingsvermogen. Maar op sociaal gebied bleef ze gereserveerd. Dat was een bron van enige zorg. Zelfs staatsagenten, die meestal in hun eentje surveilleren, moeten oog hebben voor het groepsgevoel. Je moet er zeker van zijn dat je collega’s je altijd dekken. Leoni’s collega’s hadden respect voor haar professionaliteit. Maar niemand had echt het gevoel dat hij haar persoonlijk kende. En in dit vak, waarin werk en privé nogal door elkaar heen lopen…’
Hamiltons stem stierf weg. D.D. begreep wat hij bedoelde en was geïntrigeerd. Als je bij de politie werkte, had je geen gewone baan. Het was niet een kwestie van inklokken, doen wat je moest doen en je dienst overdragen aan je collega. Bij de politie werken was een roeping. Je was toegewijd aan je werk en je team en schikte je naar het leven dat erbij hoorde.
D.D. had zich afgevraagd of Tessa misschien te close was geweest met een andere agent of zelfs met een leidinggevende, zoals de luitenant-kolonel. Zo te horen was ze echter juist niet close genoeg.
‘Mag ik u iets vragen?’ vroeg Hamilton onverwacht.
‘Mij?’ Geschrokken knipperde D.D. met haar ogen. Toen knikte ze.
‘Doet u wel eens iets gezelligs met uw collega’s? Ergens een biertje drinken, samen pizza eten, bij iemand thuis een wedstrijd kijken?’
‘Tuurlijk. Maar ik heb geen gezin,’ bracht D.D. naar voren. ‘En ik ben ouder. Tessa Leoni is een jonge, knappe moeder die te maken heeft met een bureau waar alleen maar mannen werken. Klopt het dat ze uw enige vrouwelijke agent is?’
‘In Framingham wel, ja.’
D.D. haalde haar schouders op. ‘Er werken nou eenmaal weinig vrouwen bij de politie. Als Tessa Leoni niet zo heel intiem wilde worden met haar collega’s, kan ik haar dat niet kwalijk nemen.’
‘We hebben er nooit klachten over gehad dat ze seksueel is lastiggevallen,’ zei Hamilton meteen.
‘Niet alle vrouwen zitten op de rompslomp te wachten.’
Die opmerking beviel Hamilton niet. Zijn gezicht betrok en hij zag er intimiderend, ja zelfs hard uit.
Op bitse toon zei hij: ‘We hebben Leoni’s leidinggevende op het bureau aangespoord haar meer mogelijkheden te bieden om zich betrokken te voelen. Laten we zeggen dat dat gemengde resultaten heeft opgeleverd. Ik twijfel er niet aan dat het moeilijk is om de enige vrouw te zijn in een organisatie die wordt gedomineerd door mannen. Aan de andere kant leek Leoni er zelf weinig aan te willen doen om de afstand minder groot te maken. Heel eerlijk gezegd werd ze gezien als iemand die nogal op zichzelf was. En zelfs agenten die hun best deden om een vriendschap met haar…’
‘Zoals Shane Lyons?’ onderbrak D.D. hem.
‘Zoals Shane Lyons, ja,’ bevestigde Hamilton. ‘Hun pogingen wa -ren vergeefs. Als je echt als team wilt samenwerken, moet je het hart en het verstand van je collega’s voor je winnen. Daar slaagde Leoni maar half in.’
‘Over hart en verstand gesproken,’ zei Bobby. Hij klonk verontschuldigend, alsof hij het vervelend vond de luitenant-kolonel te moeten reduceren tot roddelaar. ‘Is het u wel eens ter ore gekomen dat Leoni een verhouding had met een andere agent? Of was er misschien een agent die geïnteresseerd was in haar, of die belangstelling nu wederzijds was of niet?’
‘Ik heb wat om me heen gevraagd. De collega met wie Tessa Leoni het best bevriend was, was Shane Lyons, al loopt die relatie meer via de echtgenoot dan via Leoni.’
‘Kende u hem?’ vroeg D.D. nieuwsgierig. ‘Haar man, Brian Darby? Of Sophie, haar dochter?’
Tot haar verrassing antwoordde Hamilton somber: ‘Ik kende ze allebei. Ik heb ze door de jaren heen verscheidene malen ontmoet op barbecues en familiefeestjes. Sophie is een mooie kleine meid. Wijs voor haar leeftijd, voor zover ik het me kan herinneren.’ Er verschenen rimpels op zijn voorhoofd en even leek hij het moeilijk te hebben. ‘Je kon zien dat Leoni heel veel van haar hield. Dat idee had ik tenminste altijd als ik ze samen zag. De manier waarop Tessa haar dochter vasthield. Ze was gek op haar. De gedachte…’
Hamilton keek weg. Hij schraapte zijn keel en klemde toen zijn handen in elkaar op het bureau. ‘Echt een treurige geschiedenis,’ mompelde de luitenant-kolonel, tegen niemand in het bijzonder.
‘En Brian Darby?’ vroeg Bobby.
‘Die kende ik al voordat ik Tessa leerde kennen. Brian was een goede vriend van Shane Lyons. Hij verscheen een jaar of acht, negen voor het eerst op barbecues. Hij is zelfs een paar keer met ons mee geweest naar een wedstrijd van de Boston Bruins, en hij kwam wel eens naar een pokeravond.’
‘Ik wist niet dat u en Shane Lyons zo close waren,’ zei D.D. fronsend. Hamilton keek haar streng aan. ‘Als mijn agenten me uitnodigen voor een familiefeestje, probeer ik altijd te komen. Kameraadschap is belangrijk, en bovendien zijn informele bijeenkomsten van onschatbare waarde voor het openhouden van de communicatielijnen tussen de agenten en de leiding. Dat gezegd hebbende, onderneem ik waarschijnlijk niet vaker dan drie, vier keer per jaar iets met Lyons en zijn “posse”, zoals hij ze noemt.’
‘Wat vond u van Brian?’ vroeg Bobby.
‘Hij volgde het ijshockey en was fan van de Red Sox, dus ik vond hem een prima kerel.’
‘Sprak u hem vaak?’
‘Bijna nooit. Bij de meeste uitstapjes deden we echte mannendingen – we gingen naar wedstrijden, we speelden zelf wedstrijden of we gokten op wedstrijden. En ja,’ zei hij terwijl hij zich op D.D. richtte, alsof hij al vooruitliep op wat ze zou gaan zeggen, ‘het zou kunnen dat Leoni zich buitengesloten voelde door dat soort activiteiten. Al meen ik me te herinneren dat zij de Red Sox ook volgt en dat ze met haar gezin naar heel wat wedstrijden is geweest.’
D.D. keek hem kwaad aan. Ze vond het vreselijk als ze zo makkelijk te doorgronden was.
‘En is de alcoholverslaving van Leoni ooit ter sprake gekomen?’ vroeg Bobby kalm.
‘Ik was op de hoogte van de situatie,’ antwoordde Hamilton. ‘Voor zover ik weet had Leoni met succes een twaalfstappenprogramma doorlopen en wist ze op het rechte spoor te blijven. Ook wat dat betreft zijn er nooit incidenten of klachten geweest.’
‘En die hele toestand dat ze op haar zestiende iemand heeft doodgeschoten?’ vroeg D.D.
‘Daar gaan we nog ontzettend veel gedonder mee krijgen,’ zei Hamilton zwaarmoedig.
Hamiltons ongezouten uitspraak overviel D.D. Het duurde even voordat ze begreep wat hij bedoelde. De pers zou dieper gaan spitten in het verleden van de nieuwste femme fatale uit Boston en willen weten waar de staatspolitie mee bezig dacht te zijn door een agent in dienst te nemen die een gewelddadig verleden had.
Yep, de luitenant-kolonel zou een hoop uit te leggen hebben.
‘Luister,’ zei de chef van de staatspolitie. ‘Leoni is nooit beschuldigd van een misdrijf. Ze heeft aan al onze andere eisen voldaan. Als we haar sollicitatie hadden geweigerd, zou dat discriminatie zijn geweest. En voor de goede orde: ze is met vlag en wimpel geslaagd voor de academie en voerde haar politietaken voorbeeldig uit. We konden onmogelijk weten…’
‘Denkt u dat ze het heeft gedaan?’ onderbrak D.D. hem. ‘U kende haar man en haar kind. Denkt u dat Tessa hen allebei heeft gedood?’
‘Wat ik denk is: hoe langer ik dit werk doe, hoe minder ik me verbaas over dingen die me wel zouden moeten verbazen.’
‘Hebt u wel eens geruchten gehoord over huwelijksproblemen tussen haar en Brian?’ vroeg Bobby.
‘Die zou ik als laatste gehoord hebben,’ verzekerde Hamilton hem.
‘Opvallende veranderingen in haar gedrag, met name de afgelopen drie weken?’
Hamilton hield zijn hoofd een beetje schuin. ‘Hoezo de laatste drie weken?’
Bobby keek zijn baas alleen maar aan. Maar D.D. begreep het. Brian Darby was nog maar drie weken thuis geweest en volgens zijn personal trainer had hij slecht in zijn vel gezeten nadat hij van zijn laatste reis was teruggekomen.
‘Er schiet me één situatie te binnen,’ zei Hamilton onverwacht. ‘Die had echter geen betrekking op Leoni, maar op haar man.’
D.D. en Bobby wierpen elkaar een blik toe.
‘Ongeveer een halfjaar geleden,’ vervolgde Hamilton, die niet echt hun kant uit keek. ‘Eens denken… het zal november zijn geweest. Shane Lyons had een avondje in Foxwoods geregeld. We waren met een heleboel, en Brian Darby was er ook bij. Zelf heb ik een show gezien en ik heb vijftig dollar verspeeld in het casino, toen ben ik gestopt. Maar Brian… Toen het tijd werd om te gaan, konden we hem niet meekrijgen. Nog één rondje, nog één rondje, dit was echt het laatste. Op het laatst kregen Shane en hij ruzie, waarbij Shane hem letterlijk meetrok uit het casino. De andere jongens deden er lacherig over, maar mij leek het vrij duidelijk dat Brian Darby beter niet terug kon gaan naar Foxwoods.’
‘Had hij een gokprobleem?’ vroeg Bobby met fronsende blik.
‘Ik zou zeggen dat hij een meer dan gemiddelde belangstelling had voor gokken. Ik zou zeggen dat als Shane hem niet bij de roulettetafel had weggetrokken, Brian daar nu nog steeds naar de ronddraaiende getallen zou zitten kijken.’
Bobby en D.D. keken elkaar aan. D.D. zou meer met dit verhaal kunnen als Brian niet vijftigduizend dollar op de bank had staan. Gokverslaafden hadden over het algemeen geen halve ton aan spaargeld. Toch keken ze aandachtig naar de luitenant-kolonel.
‘Zijn Shane en Brian de laatste tijd weer in het casino geweest?’ vroeg Bobby.
‘Dat zouden jullie aan Lyons moeten vragen.’
‘Heeft Leoni het ooit over financiële problemen gehad? Heeft ze wel eens gevraagd of ze mocht overwerken of zo?’
‘Afgaand op de logboeken,’ zei Hamilton langzaam, ‘heeft ze de laatste tijd meer gewerkt.’
Maar wel met vijftigduizend dollar op de bank, dacht D.D. Wie had het met zo’n bedrag nou nodig om over te werken?
‘Er is nog iets anders wat jullie moeten weten,’ zei Hamilton zacht. ‘Ik wil dat jullie goed begrijpen dat dit strikt vertrouwelijk is. En misschien heeft het wel niets met Tessa Leoni te maken. Maar… jullie hadden het over de afgelopen drie weken en het geval wil dat we juist twee weken geleden een intern onderzoek zijn gestart. Een externe accountant was tot de ontdekking gekomen dat er op onregelmatige wijze geld van de vakbondsrekening was gehaald. De accountant denkt dat het geld is verduisterd, waarschijnlijk van binnenuit. We proberen dat geld nu te traceren.’
D.D. zette grote ogen op. ‘Wat fijn dat u ons dat vertelt. En zo snél ook.’
Bobby wierp haar een waarschuwende blik toe.
‘Over hoeveel geld hebben we het?’ vroeg hij op gematigde toon.
‘Tweehonderdvijftigduizend dollar.’
‘En dat geld wordt al twee weken vermist?’
‘Ja. Maar de verduistering is twaalf maanden eerder begonnen, een reeks betalingen aan een verzekeringsmaatschappij die helemaal niet blijkt te bestaan.’
‘Maar de cheques zijn wel verzilverd,’ zei Bobby.
‘Stuk voor stuk,’ beaamde Hamilton.
‘Wie heeft ze getekend?’
‘Moeilijk te zeggen. Maar het geld is elke keer op een rekening in Connecticut gestort die vier weken geleden is opgeheven.’
‘Dus die nepverzekeringsmaatschappij diende om betalingen binnen te krijgen ter waarde van een kwart miljoen en is vervolgens weer opgedoekt.’
‘Dat is inderdaad wat de onderzoekers denken.’
‘De bank moet informatie voor jullie hebben,’ zei Bobby. ‘Ging het bij alle transacties om dezelfde bank?’
‘De bank heeft volledige medewerking verleend. We hebben videoopnamen gekregen van een vrouw met een rode honkbalpet en een donkere zonnebril. Dat is de belangrijkste aanwijzing – we zoeken een vrouw die over inside-information beschikt over de vakbond van de staatspolitie.’
‘Zoals Tessa Leoni,’ mompelde D.D.
De luitenant-kolonel sprak haar niet tegen.