11

Shane Lyons was bereid Bobby en D.D. na zessen te spreken op het hoofdbureau van de BPD. Dat gaf hun genoeg tijd om ergens een hapje te eten. Bobby bestelde een reusachtige sandwich met een dubbele portie van alles en nog wat. D.D. hield het bij een kom kippensoep met noedels die rijkelijk was bestrooid met verkruimelde crackertjes.

In de hoek van de broodjeszaak stond keihard een tv aan met het journaal van vijf uur, dat opende met de schietpartij in Allston-Brighton en de verdwijning van Sophie Marissa Leoni. Het scherm werd gevuld door het gezicht van het meisje, met haar heldere blauwe ogen en de brede tandeloze glimlach. Onder de foto kwam het nummer voorbij dat mensen konden bellen. Er werd een beloning van 25.000 dollar uitgeloofd voor tips die ertoe zouden kunnen leiden dat ze werd gevonden.

D.D. kon het niet opbrengen om te kijken. Dat zou haar te veel deprimeren.

Het was nu acht uur na de eerste melding en ze boekten te weinig vooruitgang. Eén buurtbewoner had gezegd dat hij Brian Darby even na vieren ’s middags de vorige dag had zien wegrijden in zijn witte GMC Denali. Daarna was Brian nergens meer gesignaleerd. Er waren geen gesprekken met de vaste telefoonlijn geregistreerd en er stonden geen berichten op zijn mobieltje. Niemand had enig idee waar Brian Darby naartoe was gegaan, wat hij had gedaan of bij wie hij misschien langs was gegaan.

Dat bracht hen bij de zesjarige Sophie. Gisteren was het zaterdag geweest. Geen school, geen speelafspraakjes, er was niemand gesignaleerd in de tuin, niemand was opgenomen door camera’s in de buurt en via het speciale telefoonnummer waren er geen magische tips binnengekomen. Vrijdag was Sophie om drie uur opgehaald bij school. Wat er daarna was gebeurd, was één groot raadsel.

Tessa Leoni had zich zaterdagavond om elf uur ’s avonds gemeld voor haar nachtdienst. Drie buren hadden haar surveillancewagen zien wegrijden, en een van hen had hem de volgende ochtend na negen uur ook weer zien terugkomen. In de meldkamer werd precies bijgehouden hoe laat iedereen zich voor zijn of haar dienst meldde, en uit die gegevens bleek dat Tessa Leoni die nacht had gewerkt en dat ze zondagochtend even na achten het laatste papierwerk had ingeleverd.

Daarna was er van het hele gezin geen spoor meer. Buren hadden niets gezien of gehoord. Geen ruzie, geen gegil, zelfs geen schoten, maar dat maakte D.D. alleen maar wantrouwig, want het was haar een raadsel hoe je níét kon horen dat er met een 9 mm drie schoten werden afgevuurd. Misschien wilden mensen gewoon niet horen wat ze niet wilden horen. Dat leek waarschijnlijker.

Sophie Leoni was sinds tien uur die ochtend officieel vermist. De zon was onder, de temperatuur daalde aanzienlijk en naar verluidt was er tien tot vijftien centimeter sneeuw op komst.

Het was een slechte dag geweest. En de nacht zou nog erger worden.

‘Ik moet even iemand bellen,’ zei Bobby. Hij had zijn sandwich op en rolde de verpakking op tot een balletje.

‘Ga je tegen Annabelle zeggen dat het een latertje wordt?’

Hij gebaarde naar buiten, waar de eerste sneeuw begon te vallen. ‘Is dat niet zo dan?’

‘Kan ze leven met je werktijden?’ vroeg D.D.

Hij haalde zijn schouders op. ‘Ze zal wel moeten. Zo’n baan heb ik nou eenmaal.’

‘En Carina? Die komt er al snel achter dat papa verdwijnt en niet altijd weer thuiskomt om te spelen. Dan krijg je nog de gemiste voordrachten, toneelstukjes en wedstrijden waar je niet bij kunt zijn. Ik heb gescóórd, pap! Maar jij was er niet.

Bobby keek haar aandachtig aan. ‘Zo’n baan heb ik nou eenmaal,’ herhaalde hij. ‘Ja, soms is het klote, maar ja, dat geldt voor de meeste banen.’

D.D. wierp hem een afkeurende blik toe. Toen keek ze omlaag en duwde met haar lepel in de soep. De vloeistof was opgezogen door de crackertjes, zodat er een klonterig geheel was ontstaan. Ze had helemaal geen trek meer. Ze was moe. Ze voelde zich ontmoedigd. Ze moest denken aan een klein meisje dat ze waarschijnlijk niet levend zouden vinden. Ze moest denken aan wat mevrouw Ennis had gezegd over hoe moeilijk Tessa Leoni het had gevonden om haar baan, een huis en een kind te combineren.

Misschien was een gelukkig gezinsleven wel niet weggelegd voor vrouwen die bij de politie werkten. Misschien zou D.D. vanmorgen nooit zijn opgeroepen en zou er nu geen onschuldig kind worden vermist als Leoni haar zinnen niet op huisje, boompje, beestje had gezet.

Wat moest D.D. in hemelsnaam tegen Alex zeggen? Ze had geen idee hoe zij, een workaholic met een succesvolle loopbaan als rechercheur, zich hierover moest voelen.

Ze duwde nog een laatste keer met haar lepel in de soep en schoof de kom toen van zich af. Bobby stond nog steeds bij de tafel. Kenne -lijk wachtte hij tot ze iets ging zeggen.

‘Heb je je mij wel eens voorgesteld als moeder?’ vroeg ze.

‘Nee.’

‘Daar hoefde je niet eens over na te denken.’

‘Vraag het dan niet, als je het antwoord niet wil horen.’

Ze schudde haar hoofd. ‘Ik heb me mezelf ook nooit als moeder voorgesteld. Moeders… zingen slaapliedjes en zijn in de weer met pap en trekken gekke gezichten om hun baby aan het lachen te maken. Ik glimlach alleen op het werk, en dan alleen als er koffie en verse donuts aan te pas komen.’

‘Carina houdt van kiekeboe,’ zei Bobby.

‘Echt?’

‘Yep. Ik doe mijn handen voor mijn ogen, haal ze weer weg en roep: “Kiekeboe!” Zij kan dat uren achter elkaar doen. En nu blijkt dat ik het óók uren achter elkaar kan doen. Wie had dat ooit gedacht?’

D.D. deed een hand voor haar ogen en haalde hem weer weg. Bobby verdween en verscheen weer, maar verder vond ze er niet veel aan.

‘Ik ben je baby niet,’ legde Bobby uit. ‘We zijn genetisch zo geprogrammeerd dat we onze kinderen gelukkig willen maken. Als Carina straalt, dan… ik kan het niet eens onder woorden brengen. Maar het is mijn hele dag waard geweest, en door wat voor onbenulligs ze ook is gaan stralen, ik doe het opnieuw. Ik weet niet hoe ik het moet zeggen. Het hebben van een kind gaat nog veel dieper dan heel veel van iemand houden.’

‘Ik denk dat Brian Darby zijn stiefdochter heeft vermoord. Ik denk dat hij haar heeft gedood en dat Tessa is thuisgekomen en hem heeft neergeschoten.’

‘Dat weet ik.’

‘Als we genetisch geprogrammeerd zijn om onze nakomelingen gelukkig te maken, hoe verklaar je dan dat heel veel ouders hun eigen kinderen kwaad doen?’

‘Mensen zijn waardeloos,’ zei Bobby.

‘En die gedachte motiveert je om elke ochtend je bed uit te komen?’

‘Ik heb weinig met mensen te maken. Ik heb Annabelle, Carina, mijn familie en mijn vrienden. Dat is genoeg.’

‘Komt er een tweede Carina?’

‘Ik hoop het.’

‘Jij bent een rasoptimist, Bobby Dodge.’

‘Op mijn manier. Ik neem aan dat het serieus begint te worden tussen jou en Alex?’

‘Dat is de vraag, denk ik.’

‘Maakt hij je gelukkig?’

‘Ik ben niet iemand die gelukkig wordt.’

‘Geeft hij je dan een tevreden gevoel?’

Ze dacht aan die ochtend, toen ze in Alex’ overhemd aan Alex’ tafel had gezeten. ‘Ik zou best meer tijd met hem kunnen doorbrengen.’

‘Dat is alvast iets. Nou, als je het niet erg vindt ga ik mijn vrouw bellen en waarschijnlijk wat lieve geluidjes voor mijn dochter maken.’

Bobby liep weg van de tafel. ‘Mag ik meeluisteren?’ riep D.D. hem na.

‘Vergeet het maar,’ riep hij terug.

Dat was maar goed ook, want haar maag trok weer samen en ze dacht aan een bundeltje in het blauw of misschien een bundeltje in het roze en vroeg zich af hoe een kleine Alex of een kleine D.D. eruit zou zien en of ze net zoveel van een kind zou kunnen houden als Bobby overduidelijk van Carina hield, en of die liefde alleen genoeg kon zijn.

Want huiselijk geluk was zelden heel lang weggelegd voor vrouwen bij de politie. Daar wist Tessa Leoni alles van.

Toen Bobby was uitgebeld, waren de wegen door de sneeuw één grote chaos geworden. Ze hadden de hele rit hun zwaailicht en sirene aan, maar toch deden ze er meer dan veertig minuten over om in Roxbury te komen. Vervolgens kostte het hun nog eens vijf minuten om een parkeerplek te vinden, en tegen de tijd dat ze de lobby van het hoofdbureau van de Bostonse politie binnen kwamen lopen, had Shane Lyons al minstens een kwartier duimen zitten draaien. De potige agent stond op toen ze binnenkwamen. Hij had zijn complete uniform nog aan, zijn hoed was diep over zijn voorhoofd getrokken en aan zijn handen droeg hij zwarte leren handschoenen.

Bobby begroette hem eerst en daarna D.D. Het zou van weinig respect getuigen om hem mee te nemen naar een verhoorkamer, dus vond D.D. een lege vergaderruimte die ze konden gebruiken. Toen Lyons ging zitten deed hij zijn hoed af, maar zijn jas en handschoenen hield hij aan. Kennelijk rekende hij op een kort gesprek.

Hij nam het blikje cola aan dat Bobby hem aanbood. D.D. hield het bij water, Bobby nam koffie. Nu de voorbereidingen waren afgerond, konden ze ter zake komen.

‘Het leek je niet te verbazen dat we contact met je opnamen,’ begon D.D.

Lyons haalde zijn schouders op en draaide het colablikje heen en weer tussen zijn vingers. ‘Ik wist dat mijn naam genoemd zou worden. Ik moest echter eerst mijn verplichtingen als vakbondsvertegen woordiger nakomen, dat was mijn hoofdverantwoordelijkheid op de plaats delict.’

‘Hoe lang ken je Tessa Leoni al?’ vroeg Bobby.

‘Vier jaar. Sinds ze op het bureau kwam werken. Ik was haar directe leidinggevende en begeleidde haar tijdens haar eerste twaalf weken surveillance.’ Lyons nam een slokje van zijn cola. Hij leek slecht op zijn gemak en straalde aan alle kanten uit dat hij met tegenzin een verklaring aflegde.

‘Werkte je veel met haar samen?’ drong D.D. aan.

‘De eerste twaalf weken wel. Maar daarna niet meer. Bij de staatspolitie surveilleren agenten in hun eentje.’

‘Zagen jullie elkaar wel eens?’

‘Misschien één keer per week. Als agenten dienst hebben, proberen ze samen koffie te drinken of te ontbijten. Dat breekt de dienst een beetje en is goed voor de onderlinge band.’ Hij keek D.D. aan. ‘Soms krijgen we zelfs gezelschap van agenten uit Boston.’

‘Nee toch?’ D.D. deed haar best om geschokt te klinken. Eindelijk glimlachte Lyons. ‘Je moet elkaar helpen, nietwaar? Dan is het goed om de communicatielijnen open te houden. Maar toch is een staatsagent tijdens zijn dienst grotendeels alleen, en vooral ’s nachts – helemaal alleen met je lasergun en een snelweg vol dronken automobilisten.’

‘En op het bureau?’ wilde D.D. weten. ‘Spreken Tessa en jij elkaar, gaan jullie wel eens iets eten na het werk?’

Lyons schudde zijn hoofd. ‘Neu. Voor een staatsagent is de surveillancewagen zijn kantoor. Wij komen alleen op het bureau als we een arrestant hebben of om een blaastest te doen, dat soort dingen. Zoals ik al zei, we zitten meestal op de weg.’

‘Maar jullie helpen elkaar,’ zei Bobby. ‘Vooral als zich iets voordoet.’

‘Tuurlijk. Vorige week hield Tessa iemand aan wegens rijden onder invloed, dus ging ik erheen om te assisteren. Ze ging met die man naar het bureau om een ademtest af te nemen en hem op zijn rechten te wijzen. Ik bleef bij zijn auto tot de sleepwagen er was. We hielpen elkaar, maar we stonden echt niet met elkaar te praten over ons huwelijk en onze kinderen terwijl zij een dronken kerel op de achterbank van haar wagen liet plaatsnemen.’ Lyons keek Brian scherp aan. ‘Je weet toch nog wel hoe het is?’

‘Vertel eens iets over Brian Darby,’ zei D.D., en Lyons richtte zijn blik weer op haar.

De agent antwoordde niet meteen maar tuitte zijn lippen en leek in innerlijke tweestrijd te verkeren.

‘Ik ben de lul als ik dat doe en ik ben de lul als ik het niet doe,’ mompelde hij opeens.

‘Hoezo?’ vroeg Bobby.

‘Luister.’ Lyons zette zijn cola op tafel. ‘Ik weet dat ik in de shit zit. Ik word verondersteld heel goed personen te kunnen inschatten, dat hoort bij mijn werk. Maar deze situatie met Tessa en Brian… Verdomme, óf ik ben een volslagen idioot die niet wist dat zijn buurman soms helemaal over de rooie ging, óf ik ben een klootzak die een collega heeft opgezadeld met een kerel die zijn eigen vrouw slaat. Als ik dit had geweten…’

‘Laten we beginnen met Brian Darby,’ zei D.D. ‘Wat wist je van hem?’

‘Ik heb hem acht jaar geleden ontmoet. We zaten allebei op een ijshockeyclub in de buurt. We speelden vrijdagavond in hetzelfde team, hij leek me een aardige gast. Hij kwam een paar keer bij me eten en een biertje drinken. Toen leek hij me nog steeds een aardige gast. Hij had absurde werktijden bij de koopvaardij, dus hij begreep mijn werksituatie ook heel goed. Als hij er was, spraken we samen af – ijshockeyen, skiën, soms een dag een trektocht maken. Hij hield van sporten, en ik ook.’

‘Brian was een actieve man,’ zei Bobby.

‘Ja. Hij was altijd in beweging. Tessa ook. Ik vond echt dat ze goed bij elkaar pasten. Daarom heb ik ze gekoppeld. Zelfs als ze niks met elkaar zouden krijgen, dacht ik dat ze met elkaar konden gaan wandelen of zo.’

‘Jij hebt ze gekoppeld,’ herhaalde D.D.

‘Ik heb ze allebei uitgenodigd voor een zomerbarbecue. Vanaf dat moment mochten ze het zelf uitzoeken. Kom op, ik ben een kerel. Meer kun je niet van kerels verwachten.’

‘Gingen ze samen weg van de barbecue?’ vroeg Bobby.

Daar moest Lyons even over nadenken. ‘Nee. Ze hebben later afgesproken om samen iets te drinken of zo, ik weet het niet. Maar voordat ik het wist trok Tessa met haar dochter bij hem in, dus het zal toch wel gewerkt hebben.’

‘Ben je op de bruiloft geweest?’

‘Nee. Ik hoorde er pas van toen die al geweest was. Ik geloof dat het me opviel dat Tessa opeens een trouwring droeg. Toen ik ernaar vroeg, zei ze dat ze getrouwd waren. Daar schrok ik wel een beetje van, want het leek me wat snel, en oké, misschien was ik ook wel verbaasd omdat ze me niet hadden uitgenodigd, maar…’ Lyons haalde zijn schouders op. ‘Niet dat we nou zo close waren.’

Hij scheen het belangrijk te vinden om dat duidelijk te maken. Zó close was hij niet met ze, zó betrokken was hij niet bij hun leven.

‘Zei Tessa wel eens iets over trouwen?’ vroeg D.D.

‘Niet tegen mij.’

‘Tegen anderen wel?’

‘Ik kan alleen voor mezelf spreken.’

‘En zelfs dát doe je niet eens,’ zei D.D. zonder omhaal.

‘Hé, ik probeer jullie de waarheid te vertellen. Ik ga op zondag niet bij Brian en Tessa eten en ik nodig ze niet uit om na de kerk bij mij thuis te komen. We zijn zeker vrienden, maar we hebben ons eigen leven. Kom op, Brian was de helft van het jaar niet eens thuis.’

‘Even samengevat,’ zei D.D. langzaam. ‘Je ijshockeymaatje Brian Darby is de helft van het jaar op zee en laat een collega van je achter die het huis en de tuin moet onderhouden en daarnaast ook nog eens een klein kind moet zien op te voeden, en jij gaat gewoon je eigen gang. Je leidt je eigen leven en hebt niks te maken met dat van hen?’

Lyons werd rood. Hij keek naar zijn cola en klemde zijn kaken duidelijk zichtbaar op elkaar.

Hij was een beetje rossig, en D.D. vond dat hij er leuk uitzag. Daardoor vroeg ze zich af: wilde Brian Darby breder worden omdat zijn vrouw een pistool bij zich droeg? Of omdat zijn vrouw een collega begon te bellen als ze hulp in huis nodig had?

‘Het zou kunnen dat ik de grasmaaier een keer heb gemaakt,’ mompelde Lyons.

D.D. en Bobby wachtten.

‘De kraan in de keuken lekte. Daar heb ik naar gekeken, maar daar wist ik te weinig van, dus heb ik haar de naam van een goede loodgieter gegeven.’

‘Waar was je gisterenavond?’ vroeg Bobby zacht.

‘Ik had dienst!’ Lyons keek met een ruk op. ‘Jezus, ik ben al sinds elf uur gisterenavond niet thuis geweest. Ik heb zelf drie kinderen, weet je, en als je denkt dat ik niet elke keer wanneer ze Sophies foto laten zien aan hén moet denken… Shit. Sophie is nog maar een kind! Ik weet nog goed dat ze in mijn achtertuin van de heuvel rolde. En dat ze vorig jaar in de oude eik klom. Mijn zoon van acht zou haar niet eens kunnen bijhouden. Die meid is een halve aap. En die lach van haar, en… ach, verdomme.’

Shane Lyons sloeg een hand voor zijn gezicht. Hij leek geen woord meer te kunnen uitbrengen, dus gaven Bobby en D.D. hem even de tijd.

Toen hij zich weer hervonden had, liet hij zijn hand zakken. Hij had een vertrokken gezicht. ‘Weten jullie hoe we Brian noemden?’ vroeg hij onverwacht. ‘Wat zijn bijnaam was op de ijshockeyclub?’

‘Nee.’

‘De tere ziel. Zijn favoriete film is Pretty Woman! Toen zijn hond doodging, Duke, schreef hij een gedicht dat hij opstuurde naar de buurtkrant. Zo iemand was hij. Dus nee, ik heb geen moment getwijfeld toen ik hem in contact bracht met een collega van me met een klein kind. Verdomme, ik dacht dat ik Tessa een dienst bewees.’

‘IJshockeyden jullie nog steeds samen?’ vroeg Bobby.

‘Niet zo vaak meer. Mijn rooster is veranderd. Ik werk nu meestal op vrijdagavond.’

‘Brian zag er nu breder uit dan toen hij trouwde. Steviger.’

‘Volgens mij is hij bij een sportschool gegaan of zo. Hij had het over gewichtheffen.’

‘Heb je wel eens met hem gespard?’

Lyons schudde zijn hoofd.

D.D.’s pieper ging af. Ze keek even op het schermpje, zag dat het het forensisch laboratorium was en excuseerde zich. Terwijl ze de vergaderruimte uitliep, stelde Bobby vragen over het trainingsprogramma dat Brian Darby volgde en over het mogelijke gebruik van voedingssupplementen.

D.D. pakte haar mobieltje en belde het lab. De eerste resultaten van het onderzoek naar de witte GMC Denali van Brian bleken binnen te zijn. Ze luisterde, knikte en wist het gesprek net snel genoeg te beëindigen om op tijd naar het damestoilet te rennen, waar ze de soep met moeite binnen wist te houden, maar wel pas nadat ze haar gezicht met een heleboel koud water had afgespoeld.

Ze spoelde haar mond en liet meer koud water over de rug van haar handen lopen. Vervolgens bestudeerde ze haar bleke spiegel -beeld en zei ze tegen zichzelf dat ze het zou klaarspelen, of het haar nu aanstond of niet.

Ze zou deze avond overleven. Ze zou Sophie Leoni vinden.

En vervolgens zou ze naar huis gaan, naar Alex, omdat ze een paar dingen moesten bespreken.

D.D. liep met krachtige passen terug naar de vergaderruimte. Ze zette zonder omhaal de aanval in, omdat Lyons een muur voor hen optrok en omdat ze, heel eerlijk gezegd, geen tijd meer had voor al dit gelul.

‘De eerste bevindingen over de auto van Brian Darby,’ zei ze op scherpe toon.

Ze legde haar handen plat op de tafel voor Lyons en boog zich zo ver naar voren dat haar gezicht nog geen tien centimeter van het zijne verwijderd was.

‘Ze hebben achter in de auto een opvouwbare schep gevonden, waar nog modder en restanten van bladeren op zaten.’

Lyons zei niets.

‘Er is ook een nieuwe luchtverfrisser gevonden, met meloengeur, zo’n ding dat je in een stopcontact moet doen. De nerds van het lab vonden dat merkwaardig, dus hebben ze het eruit gehaald.’

Lyons zei niets.

‘Binnen een kwartier was de geur goed te ruiken. Heel sterk, volgens de nerds. Maar als echte nerds lieten ze toch een lijkenhond komen.’

De staatsagent werd bleek.

‘Ontbinding, agent Lyons. Met andere woorden: de knappe koppen van het lab zijn er vrijwel zeker van dat er in de afgelopen vierentwintig uur een lijk in de kofferbak van de wagen van Brian Darby heeft gelegen. Gezien de aanwezigheid van de schep vermoeden ze verder dat het lichaam naar een onbekende locatie is gereden en daar is begraven. Had Brian ergens een tweede huis? Een huisje bij het meer, een jachthut, een skihut? Als je eindelijk begint te praten kunnen we in elk geval misschien Sophies lichaam terugvinden.’

‘O nee…’ Lyons werd nog bleker.

‘Waar heeft Brian zijn stiefdochter mee naartoe genomen?’

‘Dat weet ik niet! Hij heeft geen tweede huis! Daar heb ik hem in elk geval nooit over gehoord!’

‘Door jou zitten ze in de shit. Jij hebt Brian Darby in contact gebracht met Tessa en Sophie, en nu ligt Tessa aan gort geslagen in het ziekenhuis en is Sophie hoogstwaarschijnlijk dood. Jíj hebt dit allemaal in gang gezet. Nou, wees een kerel en help ons om Sophies lichaam te vinden. Waar kan hij haar heen hebben gebracht? Wat kan hij gedaan hebben? Vertel ons alle geheimen van Brian Darby.’

‘Hij had geen geheimen! Ik zweer het… Brian was altijd open en eerlijk. Hij ging naar zee en kwam dan weer naar huis, naar zijn vrouw en zijn stiefdochter. Ik heb hem nooit zijn stem horen verheffen. En ik heb hem al helemaal nooit met geweld zien dreigen.’

‘Wat is er dán gebeurd?’

Een korte stilte. Opnieuw ademde Lyons lang en schokkerig uit.

‘Er is… Er is nog een andere mogelijkheid,’ zei hij opeens. Hij keek hen allebei aan, nog steeds met een asgrauw gezicht, en klemde zijn handen voortdurend om het blikje en liet het dan weer los. ‘Ik klap niet echt uit de school als ik dit vertel,’ flapte hij eruit. ‘Ik bedoel, jullie horen het vroeg of laat toch wel van luitenant-kolonel Hamilton. Hij is degene die het me verteld heeft. Bovendien is het officieel vastgelegd.’

‘Voor de draad ermee, Lyons!’ schreeuwde D.D.

Hij gehoorzaamde. ‘Wat er vanochtend gebeurd is… Nou ja, laat ik zeggen dat dit niet de eerste keer was dat Tessa Leoni een man heeft gedood.’