11

De rook en de muziek – de band is al begonnen – komen ons tegemoet als we de volle kroeg binnenstappen. Wanneer mijn ogen zich aan de donkere ruimte aangepast hebben, ontdek ik links een lange bar. Het podium is achter in de zaal.

“Wijntje, dames?” vraag ik. “Droge witte?”

“Lekker,” zeggen Therese en Jessica als uit één mond.

Wachtend op mijn beurt vang ik een glimp op van een bassende Stef. Zelfverzekerd, alsof hij nooit anders gedaan heeft, staat hij daar op het kleine podium. Zijn basgitaar laag op zijn kruis, zijn benen stoer uit elkaar. Wat een podiumbeest! Een golf van trots gaat door me heen.

“Zeg het maar,” roept de barman. Hij leunt naar voren en gluurt naar mijn borsten.

Mijn zwarte mini-jurkje is redelijk beschaafd en heeft geen noemenswaardig decolleté, maar mijn cup dubbel D valt nu eenmaal op. Altijd. Wanneer mannen even staren, doe ik niet moeilijk, maar langdurig loeren maakt me laaiend.

Gelukkig valt deze jongen in de eerste categorie. Hij zet de glazen op de bar. “Alsjeblieft dame, drie witte wijn.”

“Laat het wisselgeld maar zitten.” Ik duw hem vijftien euro in zijn hand en manoeuvreer me door de menigte, op zoek naar Therese en Jessica die vooraan bij het podium staan. Jessica draagt haar Dr. Martens onder haar nieuwe jurk en ik moet toegeven dat het geinig staat. Lekker brutaal. Een jongen met lang haar probeert haar aandacht te trekken, maar ze heeft het niet door. O, wat een naïeve sukkel.

Therese lijkt zich onverwacht goed te vermaken, ze krijgt nogal wat aandacht van een paar ruige motorbinken op leeftijd. Vol verve flirt ze terug. Daar kunnen Jessica en ik nog heel wat van leren.

“Je moet mannen niet te serieus nemen,” heeft Therese wel eens tegen me gezegd. “Flirten is een spel waar je van moet genieten, je merkt later wel of een man relatiemateriaal is of niet.” Lachend voegde ze eraan toe: “En meestal is dat niet het geval.”

Wanneer ik Therese en Jessica hun glas geef, legt iemand een hand op mijn schouder. Het is William, Ruby staat lachend achter hem.

“Wat leuk dat jullie er zijn,” roep ik opgetogen en val Ruby om de hals.

“We hebben Stef beloofd om naar zijn concert te komen,” zegt ze, haar mond tegen mijn oor. “Claartje heeft een oppas.”

Heel verstandig, het zal die twee goed doen om weer eens samen uit te gaan en een beetje plezier te maken.

Ik haal Therese weg uit haar groep ‘aanbidders’. “Kom, dan kan ik je aan Ruby en William voorstellen.”

“Als je haar maar wel weer bij me terugbrengt,” brult een reusachtige man met een grijs staartje en een Harley Davidson T-shirt aan.

Therese gaat direct met me mee. “Zo daar ben ik netjes vanaf. En ik wil Ruby nu eindelijk wel eens ontmoeten.”

Door de harde muziek is een gesprek onmogelijk, maar er worden handen geschud en glimlachjes uitgewisseld. Therese en Ruby lijken elkaar op het eerste gezicht sympathiek te vinden. William haalt een rondje voor ons allemaal.

De rest van het concert staan Ruby en William rustig vanaf de zijkant van het podium te luisteren, hun vingers verstrengeld. Ik sta met Therese en Jessica als een stel groupies mee te joelen en te dansen. Stef kijkt als een kat die een schoteltje melk krijgt. Opeens denk ik aan Mister X. Als hij er niet was, zou ik de avond van mijn leven hebben. Maar hij is er wel en de continue dreiging op de achtergrond begint steeds meer op mijn zenuwen te werken. Voor we van huis vertrokken, heb ik met zorg alle ramen gesloten en de deuren naar de tuin op slot gedaan, terwijl ik normaliter gewoon de deur achter me dichttrek.

“Hoe vond je het?” vraagt Stef na het concert. Hij neemt een te grote teug uit zijn bierflesje en weet nog net te voorkomen dat hij zich verslikt.

“Geweldig.” Ik moet lachen om de gitarist die me probeert te versieren. Hij doet me denken aan een mug die niet van wijken wil weten.

“Schatje,” lalt de mug. “Weet je dat je een lekkere chick bent, met die prachtige tieten van je. En het is duidelijk dat je op me geilt.”

“Droom maar lekker verder,” zet ik hem op zijn plaats.

“Zeg, Peter,” brult Stef. “Gedraag je. Deze dame is een goede vriendin van me en ze is niet in je geïnteresseerd. Ze zoekt een echte kerel.”

Peter druipt af. “Sorry, hoor, ik wist niet dat je haar voor jezelf bestemd had.”

We schieten in de lach.

Stef slaat zijn arm om mijn schouder en drukt me even tegen zich aan. Dan loopt hij naar de rest van de bandleden.

Ik, op mijn beurt, slenter naar Ruby en Jessica, die in een hoekje staan te kletsen. Ze hebben het over de laatste roman van Heleen van Royen.

“Maan, heb jij die ook gelezen?” Jessica probeert me in het gesprek te betrekken.

“Een aanrader…” Ruby doet verwoede pogingen haar zin af te maken, maar het lijkt wel of ze geen lucht krijgt. Naar adem happend rent ze naar de uilgang.

“Wil jij William waarschuwen?” vraag ik Jessica en ik ga achter Ruby aan.

Shit, Ruby staat te hijgen en te piepen. Ze is doodsbang. Ik loods haar naar een houten bankje, een paar meter verderop.

Volgens mij is ze aan het hyperventileren. Bij gebrek aan een plastic tasje raad ik haar aan haar handen voor haar gezicht te houden. Ze volgt mijn advies op en heel langzaam wordt haar ademhaling weer normaal. Ik pak haar hand vast en zo zitten we een tijdje in stilte naast elkaar.

“Dank je,” zegt Ruby zacht. “Ik ben blij dat je bij me bent.”

“Dito.”

“Ik zit gewoon nog niet goed in mijn vel.”

Wanneer ik voorstel dat ze misschien een keer met een professional moet praten, schuift ze als door een wesp gestoken van me weg. “Ik ben niet gek, hoor!”

De intieme sfeer is onmiddellijk verdwenen.

“Tuurlijk niet,” zeg ik. “Waarschijnlijk is het puur lichamelijk. Door die hormonen, dat kan toch onderzocht worden? En het is geen schande om met een therapeut te praten.”

Ze kijkt voor zich uit. “Het gaat vanzelf wel weer over. Als de baan van William veilig is gesteld.”

“Maar er is zat werk in zijn branche, hij vindt zo een nieuwe baan, dat heeft hij zelf gezegd,” probeer ik haar gerust te stellen.

Kwaad veert ze overeind. “Sinds wanneer bespreekt William zulke dingen met jou? Hebben jullie soms ook over mij gepraat?” Haar gezicht vertrekt van woede. “William wil me ook al naar ‘een professional’ hebben,” sneert ze.

Mijn poging haar duidelijk te maken dat ik niet achter haar rug met William samenspan, mislukt.

Ze wil niet luisteren, in plaats daarvan staat ze op. “Ik wil naar huis.”

“Zal ik William voor je halen?”

“Nee,” kat ze me af. “Dat kan ik zelf wel.” Ze loopt naar de kroeg waar de deur openzwaait.

Het is William, op zoek naar zijn vrouw. “Gaat het, schat?” vraagt hij. “Of was dat concert te veel voor je? Wil je naar huis?”

“Ia.”

Hij draait zich naar mij toe. “Tot ziens, Maan. Dank je voor de goede zorgen.”

Ruby wandelt weg zonder een woord te zeggen en laat mij als aan de grond genageld achter.

Binnen loop ik rechtstreeks naar de bar om een whisky te bestellen, ik heb behoefte aan een borrel.

“Hé,” zegt de barman. “Heet jij toevallig Maan?”

“Ja.” Hoe weet hij dat nou?

“Je vriendje heeft gebeld, hij is op zoek naar je.” Hij wijst op een meisje met dreadlocks dat bier aan het tappen is. “Zij had hem aan de lijn. Miriam! Miriaaaam!”

Het meisje kijkt op. “Kom d’r aan.” Ze rekent af en loopt dan naar me toe. “Je vent belde, hij was naar je op zoek.”

“Ik heb helemaal geen vent Misschien ben je in de war met iemand anders.”

“Nee, hij zei dat je een zwarte mini-jurk aanhad,” zegt ze bierglazen omspoelend. Haar handen bewegen in razend tempo. “En om eerlijk te zijn, vond ik het nogal een engerd. “Doe de groeten aan mijn roodharige slet,” zei hij. Ik heb geen zin om dat soort boodschappen door te geven, dus voed die gozer even op, wil je? Ofbeternog: zethem aan de kant.”

Roodharige slet? De opmerking komt aan als een dreun op mijn hoofd. Jezus, hoe weet die klootzak dat ik hier ben en een zwarte jurk aan heb? Angst kruipt langs mijn ruggengraat omhoog. Therese! Waar is Therese? Me een weg door de menigte banend doorkruis ik de zaal van links naar rechts tot ik mijn tante vlak bij de toiletten vind. Voor ik iets kan zeggen, wijst ze met haar hoofd naar een hoekje achter de bar. Daar staan Jessica en Stef tot mijn verbazing te zoenen.

We zijn er getuige van dat Stef Jessica van zich af duwt. Hij kijkt verward, Jessica kwaad. Oei, daar gaat iets helemaal mis. Stef beent haastig weg en botst daarbij tegen mij op.

“Verdomme, Maan,” zegt hij. “Ze besprong me en ik heb een paar biertjes te veel op en ik heb haar teruggekust, tot het tot me doordrong waar ik mee bezig was. Ik heb mijn excuses gemaakt en gezegd dat ze een fijne meid is, maar dat dit een vergissing was. Toen werd ze pislink.” Hij kijkt naar het podium. De andere bandleden zijn hun instrumenten aan het inpakken. Bekkens worden losgeschroefd, snoeren opgerold. “Shit, ik moet de jongens helpen.”

Jessica staat ondertussen huilend naast Therese. Er beginnen mensen naar ons te kijken en elkaar aan te stoten.

“Er is een taxistandplaats op de hoek,” zegt mijn tante droogjes. “Volgens mij is het tijd om te gaan.”

“Wat is dat toch met mannen?” valt Jessica uit als we in de taxi zitten. “Waarom behandelen ze me altijd zo raar? Ik dacht dat Stef me leuk vond. Hij kuste me!”

“Die kus duurde niet veel langer dan twee seconden,” is Thereses reactie. “En het was jouw initiatief. Ik stond er vlak naast en zag het gebeuren.”

“Bedoel je dat er iets mis met mij is, dat geen enkele man op me valt?” Jessica schreeuwt bijna.

Ik vind dat er genoeg commotie voor vanavond is geweest. Meer dan genoeg. Eerst Ruby, toen dat misselijke telefoontje en nu Jessica. Hield ze haar kop maar. Ik wil rust. Alleen zijn met Therese, bij haar schuilen. Haar vertellen hoe bang ik ben.

“Stef is zo’n stuk,” lalt Jessica.

Verdomme, ze is dronken, en niet zo’n beetje ook.

“En nou is het afgelopen.” Therese wordt kwaad. “Als je niet tegen drank kan, moet je maat weten te houden.”

Jessica kalmeert op slag en de rest van de rit is ze stil. Therese rust met haar hoofd tegen de rugleuning, ze ziet grauw van vermoeidheid. Verdomme, vanavond kan ze er niets meer bij hebben, zeker mijn problemen niet Ik moet tot morgen wachten.

Bedankt, Jessica!