4

Na een verfrissende douche snijd ik de groenten. Het lamsvlees ligt in de marinade en de geur van knoflook en uitjes, die in de koekenpan liggen te smoren, doet me watertanden.

Jessica komt de keuken binnen, ze heeft net een bad genomen. Met haar natte, netjes gekamde haren lijkt ze eerder zestien dan vierentwintig, haar echte leeftijd, zo weet ik ondertussen.

“Wat zalig, zo’n bad. Ik ben helemaal rozig. En ik ben blij met mijn huiskamer, dat geel staat zo vrolijk.”

Terwijl het vlees met een sissend geluid in de pan gaat, wijs ik naar het wijnrek. “Wil jij die fles linksboven openmaken? De kurkentrekker ligt al op tafel.”

“Manuela?”

“Mm.” Ik snuffel door de keukenkastjes, op zoek naar rozijnen.

“Ik wil je bedanken. Als jij er niet was geweest, had ik nu waarschijnlijk in een goedkoop hotel gebivakkeerd, of op een zolderkamertje gezeten bij een hospita met een druipneus. Als ik ooit iets voor jou kan doen…”

“Joh, niet zo overdrijven,” onderbreek ik haar. “En noem me alsjeblieft Maan, dat doet iedereen.”

Wanneer Jessica naar het wijnrek loopt, valt me weer op hoe tenger ze is. Ik kijk nog een keer. Dan krijg ik een geweldige ingeving. Er is wel degelijk iets dat ze voor me kan doen! Ik heb nog geen portret van een vrouw met zo’n elfachtig postuur als Jessica.

“Zou je een keer voor me willen poseren?” vraag ik. “Voor mijn tentoonstelling met grote naakten?”

Ze schrikt. “Poseren? Ik? In mijn blootje?”

“Ja. Maar ik zal je zo schilderen dat niemand je herkent.”

Ze kijkt me twijfelend aan.

“En het is kunst, geen porno,” gooi ik er een schepje bovenop.

“Oké,” zegt ze dan.

Even voel ik me schuldig. Heb ik haar voor het blok gezet? “Zeker weten?” vraag ik daarom. “Je moet je niet verplicht voelen, hoor.”

“Nee. Ik moest even aan het idee wennen, maar eigenlijk lijkt het me wel kicken als mijn portret ook op je tentoonstelling hangt.”

“Mooi!”

Terwijl Jessica de wijn openmaakt en ik in de pannen roer, gaat de deurbel twee keer kort achter elkaar. Therese heeft een sleutel, maar kondigt haar komst altijd even aan. Even later vliegt de keukendeur open en Therese tiktakt naar binnen op hooggehakte laarsjes. Ze is gekleed in een zwart-wit geruite rok, daarboven draagt ze een strakke roestbruine coltrui. Haar haren zijn opgestoken met een zilveren klem.

“Hallo meiden.” Ze geeft me een knuffel en Jessica krijgt een hand. “Ik ben Therese,” stelt ze zich voor. “En jij moet Jessica zijn.” Thereses kunstig opgemaakte ogen nemen mijn nieuwe huurster op.

“Willen jullie me alsjeblieft Jesse noemen, Jessica klinkt zo tuttig.”

“Prima,” zeg ik. “Dat vind ik ook leuker.”

“Ik ook,” zegt Therese. Ze schuift aan tafel en pakt een van de wijnglazen die Jessica ondertussen ingeschonken heeft, en neemt een slok. “Daar heb ik nou al de hele dag trek in.” Ze slaat haar in glanzende kousen gehulde benen over elkaar. “Ik heb vandaag een nieuwe manager voor het hotel aangenomen, Piet van Steenis. Komt die naam je bekend voor, Maan?”

“Nooit van gehoord.”

“Maakt niet uit. Waar het om gaat, is dat die man zijn gewicht in goud waard is. Hij staat al jaren op mijn verlanglijstje. Op meerdere fronten.”

Aha, hij weet het nog niet, maar hij wordt haar volgende minnaar. Ik zet het gas lager en ga ook aan tafel zitten.

“Als Piet ingewerkt is, krijg ik meer vrije tijd. Ik ben van plan weer wat vaker reisjes te maken. Die week in Zuid-Frankrijk is me wonderwel bevallen. Zullen we na je opening samen naar Italië gaan?”

“Dat lijkt me geweldig!” Reizen met Therese is een feest. Ze kent overal mensen en weet de beste adresjes.

Therese neemt Jessica weer in het vizier. “Als ik het goed heb begrepen, ben je via Stef bij Maan terechtgekomen? Is hij je nieuwe vriend?”

“Nee hoor, ik ken hem pas een paar dagen, ik heb hem in de supermarkt ontmoet.”

“Goh. De supermarkt,” herhaalt Therese. “Wat bijzonder.”

Aan de toon van haar stem hoor ik dat ze dit niet bepaald een bijzondere aanbeveling vindt. Ziet ze dan niet dat Jessica een hartstikke leuke meid is?

“Ach, die Stef,” mijmert Therese. “Wat een heerlijke man is hij toch. Nooit gedacht dat uit dat schriele, verlegen joch zo’n knapperd zou groeien.” Ze glimlacht en kijkt mij aan. “Jullie waren zo schattig toen jullie verliefd waren. Je brak zijn hart toen je er met die jongen uit de hoogste klas vandoor ging.” Therese neemt nog een slok wijn. “Hoe staat het trouwens met de liefde, Maan? Heb je al een leuke man ontmoet?”

Verdomme, moet dat nou waar Jessica bij is?

“Spijkers met koppen slaan, lieverd. Het wordt tijd dat je je grote liefde ontmoet.” Ze richt zich tot Jessica. “Ik ben zo blij dat Maan inziet dat ze haar eigen gezin moet stichten. Ik heb ook niet het eeuwige leven en iedereen heeft familie nodig om op terug te kunnen vallen.”

“Hallo, zeg,” protesteer ik. “Je bent 55, geen 80. En ik heb geen haast.”

“Weet je wat?” zegt Therese nu weer tegen mij. “Misschien moet je met Stef trouwen. Of heeft hij momenteel een vriendin?”

“Geen idee, volgens mij heeft hij weleens iets bij de hand. Maar niets serieus, anders had ik de dame in kwestie vast al ontmoet.”

Wat Therese niet weet, en dat wil ik graag zo houden, is dat Stef en ik de nacht na mijn verhuizing, na een paar flessen wijn, met elkaar in bed zijn beland. Stom, stom, stom. Een complete mislukking. De seks was niet denderend. Of beter gezegd: er was helemaal geen seks. Er werd niets hard, er ging niets omhoog. En in plaats van Stef op zijn gemak te stellen en hem te verzekeren dat het niets uitmaakte, kreeg ik met mijn dronken kop de slappe lach en viel daarna in slaap.

“Maak je niet druk over vannacht,” zei hij tot mijn opluchting toen we de volgende ochtend naast elkaar wakker werden. “Vergeet het. Niets aan de hand. Alles blijft gewoon bij het oude.”

We zijn er niet meer op teruggekomen.

“Verdient Stef nog steeds zijn geld met zijn motorhandel en het bouwen van websites?” wil Therese van me weten. “En zit hij nog in zo’n muziekgroepje?”

“De garage loopt steeds beter, hij heeft al heel lang niet meer bij hoeven klussen als whizzkid. En ja, hij zit nog steeds in een band.”

“Zit Stef in een band?” vraagt Jessica. “Wat speelt hij?”

“Bas.”

“En Allard?” neemt Therese het gesprek weer over.

“Allard?” vraag ik verbaasd.

Hoofdschuddend kijkt Therese me aan. “Je wilt me toch niet vertellen dat je niet door hebt dat die man als een blok voor je is gevallen? Moet je toch eens zien hoe hij naar je kijkt, alsof je het prachtigste bent dat op aarde rondloopt.”

Wat een onzin. “Ik ben gewoon zijn nieuwe protégé,” zeg ik afwerend.

Jessica kijkt me nieuwsgierig aan.

“Allard is mijn galeriehouder,” leg ik haar uit en ik wend me tot Therese. “Meer niet,” zeg ik met nadruk.

Therese neemt me met een scherpe blik op. “Ben je daar zeker van?”

Ze weet vandaag werkelijk van geen ophouden. Het komt wel vaker voor dat ze doordraaft, maar dit slaat alles.

“Allard is een schat, hoor, maar hij is over de veertig. Een tikkeltje te oud voor mij. Ander onderwerp graag.”

“Ach, mannen,” mijmert Therese. “Aparte wezens zijn het, maar zo heerlijk, hè?”

Jessica staart naar de tafel. “Ik ben op dit moment niet erg geïnteresseerd in mannen, op een romantische manier dan. Mijn relatie is net verbroken, en daar moet ik nog van bijkom en.”

“Niet verdrietig zijn, kindje,” probeert Therese haar op te beuren. “Ik kan me voorstellen dat je dat eerst moet verwerken, maar zulke ervaringen horen nu eenmaal bij het leven.” Ze legt een hand op mijn schouder. “En jou heb ik ingeschreven bij een datingsite. Ik heb die leuke foto erbij gedaan, die waarop je op het strand staat.”

“Therese, dat meen je niet!” Vol afschuw schuif ik mijn stoel achteruit.

“Natuurlijk meen ik dat. Als je een fijne partner wilt, moet je er iets voor doen.”

“Maar een advertentie…,” roep ik, “dat is toch voor zielige mensen.” Ik begin echt boos te worden. Waar bemoeit ze zich mee?

“Larie! Je moet met je tijd meegaan, internetdating is volledig geaccepteerd. Ik doe het ook.” Ze geeft Jessica een knipoog.

“Jij?” Nou moet het toch niet gekker worden.

“Waarom niet? Had je dan een tante willen hebben die elke avond in het casino zit? Of in een bingohal?”

“Heb je er ook een foto van jezelf op gezet?”vraag ik.

“Ja, natuurlijk.”

“Wat doe je dan als zo’n man wil afspreken?” vraagt Jessica.

“Dat hangt van de man in kwestie af. Meestal ga ik niet op dergelijke verzoeken in, maar soms ga ik wel eens een drankje met een van hen drinken.”

“Therese!” Ik ben geschokt, dit had ik nooit van haar verwacht.

“Maan!” zegt Therese met net zo veel nadruk. “Waar heb jij de laatste jaren gezeten? In een klooster of zo? Internetdating is tegenwoordig een heel gewone manier om mannen te leren kennen.”

Het kattenluikje klappert. McDonalds komt binnen en valt als een hongerige wolf aan op zijn verse vis. Daarna wandelt hij kalm de trap op. Naar mijn slaapkamer, en ook de zijne.

“Ik heb al een man,” zeg ik zo hooghartig mogelijk.

Na de maaltijd – mijn ‘succes verzekerd’-recept van couscous met lamsvlees, dadels en honing – zit ik met frisse tegenzin met Therese en Jessica voor de computer. Geroutineerd maakt Therese verbinding met internet. “Connect-ya.nl is een goede website, daar heb ik zulke enige mannen ontdekt. Kijk, Maan, ik heb je ‘zonnetje’ genoemd, je wachtwoord is kunstkunstkunst.”

Zonnetje?

“Let goed op, dan kun je het voortaan zelf. Ik zal het gelijk even voor je opschrijven.”

“Zeg, ik ben niet helemaal achterlijk, hoor,” brom ik.

“Tuurlijk niet.” Ondertussen klikt ze door met de muis en het scherm verandert. De tekst Welkom zonnetje verschijnt. “Er zijn drie berichten voor je. Zie je, Maan, er hebben al mannen gereageerd,” zegt Therese. “Maar eerst laat ik je jouw profiel zien.”

Een foto waarop ik met een grote glimlach en verward haar op het strand sta, vult het beeld. Daarnaast staat mijn leeftijd, dat ik kunstenares ben en wat mijn hobby’s zijn.

“Ik heb ingevuld dat je gek bent op koken. En dat je graag leest.”

“Lezen? Daar heb ik nooit tijd voor,” sputter ik tegen.

“Je geeft kapitalen uit aan tijdschriften. Dat is ook lezen,” zegt Therese gedecideerd. “Trouwens, je kan elk moment je profiel veranderen.” Ze klikt met de muis op het icoontje Ik zoek. “Hier kan je invullen wat je bedoelingen zijn. Ik heb gekozen voor ‘een vriendschap en misschien meer’. Anders lijk je zo gretig. Das niet verstandig.”

“Laat die berichten nou zien,” zeg ik tot mijn eigen verbazing. Therese weet precies hoe ze mijn nieuwsgierigheid moet prikkelen. We buigen ons dichter naar het beeldscherm.

“Goh, wat spannend.” Jessica zucht. “Misschien zit je droomprins er wel bij.”

“Droomprinsen bestaan niet, schat,” zegt Therese.

De eerste reactie is van Wim309: “Ik heb je profiel gezien en ik vind je een ontzettend geil wijfie. En je kan ook nog koken. Schrijf je terug?”

“Wat een eikel!”Walgend keer ik me af.

“Helemaal mee eens. Wil je zijn foto nog zien?” vraagt Therese. “Nee? Volgende.”

Ik neem de muis over. “Laat mij eens.”

Nico heet de volgende. Ik lees voor: “Je lijkt me een leuk mens. Zelf ben ik werkzaam in de zorgsector. Ik woon in Amsterdam en ik ben vijftig jaar, maar zie er jonger uit.” Na een paar klikken met de muis zien we Eric in volle glorie aan het roer van een zeilboot. “Best aardig,” vindt Therese.

Daar ben ik het niet mee eens.

“Mag ik ‘m?” Therese druk op print. “Handig hè, zo’n kleurenprinter!”

Ik kan een glimlach niet onderdrukken.

De derde reactie is van ene Pieter, een journalist die dol is op kunst en film. “Je hebt vast veel reacties gehad, maar ik zou graag met je willen e-mailen. Als het klikt, kunnen we elkaar misschien ontmoeten.”

“De foto!” roept Therese.

Pieter heeft een vriendelijk gezicht met een stoppelbaardje. Hij ziet er best appetijtelijk uit. Misschien is dat internetgedoe toch wel geinig. Binnenkort ga ik er eens even uitgebreid voor zitten. Alleen. Zonder pottenkijkers.

Jessica is naar huis en Therese ligt te slapen in de logeerkamer. Zij is een van die gezegende mensen die in slaap vallen zodra hun hoofd het kussen raakt. Nadat ik de vaatwasser heb aangezet en de lege wijnflessen naar de gang heb gebracht, ga ik naar mijn atelier. Schilderen bij nacht. Met de daglichtlampen aan. Ik heb net mijn overall aan als de telefoon gaat.

Verstoord neem ik op. “Hallo?”

Stilte.

“Hallo?” vraag ik nog een keer. “Met wie spreek ik?”

Geen reactie.

“Zeg wie je bent of laat me met rust!”

Hoor ik een man ademen? Het is zo zacht dat ik er niet zeker van ben.

“Vieze vuile slet.”

Pardon? Ik wil het op een schelden zetten, maar krijg de kans niet. Er wordt neergelegd. Dit is toch ongelooflijk! De wereld barst werkelijk van de idioten. Ik kan zo een telefonische hulplijn beginnen: “Maan luistert naar al uw gekkigheid, 24 uur per dag!”

Ik ga op mijn sofa zitten. En schiet meteen weer overeind. Jezus, wat ben ik toch een sukkel. Met een apparaatje of een doek voor je mond kun je dezelfde stem steeds weer anders laten klinken, en twéé mafkezen achter elkaar is té toevallig. De persoon van net moet haast wel dezelfde zijn als die van vannacht en gistermiddag.

Zou iemand het op mij gemunt hebben?