Thereses Smart stopt voor de ingang van het ziekenhuis. “Stappen jullie maar vast uit, dan zoek ik een parkeerplaats.”
Jessica en ik lopen de klinisch witte hal in en krijgen nogal wat verbaasde blikken toegeworpen. Jessica draagt een nauwsluitende, rode strapless jurk, ik een lange oranje zijden japon met een grote split In de grote kledingzak die aan mijn arm bungelt, zit het pak voor Stef. Over twee uur is de feestelijke opening van mijn tentoonstelling.
Stef, die ons in zijn kamer zit op te wachten, fluit. “Jezus, heb ik even geluk dat ik door twee van die kanjers word opgehaald.”
Hij ziet nog wat witjes rond de neus, maar hij is er weer helemaal bovenop. Zijn maag is leeggepompt en volgens de doktoren mag hij van geluk spreken dat zijn lever niet beschadigd is. Hij had bijna drie keer zoveel valium en alcohol in zijn bloed als ik. Vergeleken met hem ben ik er gemakkelijk vanaf gekomen: ik ben alleen een dagje slaperig geweest.
Stef staat op en omhelst eerst mij, dan Jessica. “Mag ik je plechtig bedanken,” zegt hij tegen haar. “Ik heb begrepen dat de politie door jouw toedoen zo snel ter plaatse was. Wie weet hoe het anders met ons was afgelopen! Ik wil het hele verhaal horen, van a tot z.” Hij omhelst haar nog een keer.
Jessica straalt.
Gisternacht hebben Jessica en ik uren gepraat, dus ik weet ondertussen wat er gebeurd is, terwijl Stef en ik vastgebonden op bed lagen. Toch zit ik op het puntje van mijn stoel wanneer Jessica begint te vertellen.
“Ik ben bijna 24 uur bij mijn moeder in het ziekenhuis gebleven, en toen ik thuiskwam stond ik voor een dichte deur.” Er trekt een vleug verdriet over haar gezicht.
Stef en ik kijken beschaamd naar de grond.
Jessica lijkt het niet op te merken. “Maan had op mijn voice-mail ingesproken dat ze bij jou was, maar ik had jouw telefoonnummer en adres niet. Ik kon Therese ook niet bereiken, dus heb ik bij Ruby en William aangebeld.” Ze friemelt aan haar haren. “Ruby was thuis. Ze wilde me eerst niet binnenlaten, tot ik haar vertelde dat ik buitengesloten was, omdat Maan de alarmcode had veranderd. Toen werd ze heel lief voor me, en zette ze zelfs een kopje thee.”
“William had haar wijsgemaakt dat we een verhouding hadden,” flap ik eruit. “Ruby voelde zich verraden door mij en zag een lotgenoot in Jesse.”
Jessica neemt het verhaal weer over. “Ruby had die dag weinig valium genomen en ze was vrij helder. Rustig zelfs. Maar toen ik haar het telefoonnummer van Stef vroeg, raakte ze opnieuw geïrriteerd. Begrijpelijk, want William was de avond ervoor van huis vertrokken om Stef een lift naar huis te geven. “Sindsdien heb ik niets meer van die klootzak gehoord,” zei Ruby. “Hij komt en gaat, zoals het hem belieft. Hij houdt geen rekening meer met zijn gezin.””
Stef buigt zich dichter naar Jessica toe. “Heb je verteld dat Maan ook in die auto zat?”
“Nee, ik was bang dat Ruby dan helemaal door zou draaien. Enfin, omdat ze haar adressenboekje niet kon vinden, gingen we naar de werkkamer van William. Er hing een heel klein slotje op de deur. “Dat hing er gistermiddag nog niet,” riep Ruby woedend. “Ik heb het helemaal gehad met dat stiekeme gedoe.” Ze forceerde het slot. En toen zagen we al die foto’s aan de muur…”
“Foto’s?”vraagt Stef.
“Foto’s van Maan. De hele kamer hing er vol mee. Maan op straat Maan in haar tuin, Maan op haar fiets, Maan met McDonalds. Het was doodeng om te zien. Ruby ging door het lint. “Zie je wel dat ze een verhouding hebben?” riep ze. “Zie je wel. Nou heb ik er genoeg van. Ik wil scheiden. Ons huwelijk stelt toch al jaren niets meer voor, ik ben alleen voor Claartje bij hem gebleven.””
“Ik hoop dat je haar duidelijk hebt kunnen maken dat er geen sprake was van een verhouding?” zegt Stef.
“Uiteindelijk bleek dat niet nodig.”
“Niet nodig?”
“Nee. Op zijn bureau lag namelijk een presse-papier. Eentje van rood materiaal. Gesmolten zuurtjes.”
Stef fluit tussen zijn tanden. “Een stuk van de rode jurk. Keihard bewijs.”
“Eronder lag het pornografische plaatje dat gebruikt is voor de porno-e-mail, en daar wist Ruby natuurlijk nog niets vanaf. Toen ik haar vertelde wat Maan allemaal te verduren heeft gehad, viel ook voor haar de puzzel in elkaar. Het was hartverscheurend om te zien dat Ruby op dat moment besefte dat haar eigen man de stalker van Maan was.”
“Arme Ruby,” zegt Stef. “En toen?”
“Onder de pornoboekjes lag een rekening van jouw garage met je adres en telefoonnummer erop. ‘Vanavond pak ik dat rode secreet’, stond er in ballpoint op gekrabbeld. Ik heb direct de politie gebeld. En daarna Therese, die nam nu gelukkig wel op. De rest weten jullie.”
“Wat een verhaal,” zegt Stef. Hij laat zijn adem langzaam ontsnappen. “Hopelijk sluiten ze William de rest van zijn leven op. Die jongen is levensgevaarlijk.”
“Dat hoeft niet meer,” zegt Therese terwijl ze de kamer binnenkomt. Zij ziet er in haar zwartleren mantelpakje zo mogelijk nog opvallender uit dan wij. Net als Jessica is ze hetzelfde gekleed als haar portret. De oranje jurk die ik aanheb, wordt ook’gedragen’ door een van de dames op doek.
Stef gaapt Therese met open mond aan. Ze loopt op hem af, legt haar hand onder zijn kin en duwt zijn mond dicht. “Dat pakje draag ik alleen omdat Maan het zo graag wil.”
“Bent u nog single, mevrouw?” vraagt Stef.
Ze lacht. Dan wordt haar uitdrukking weer ernstig. “William is onder een auto gerend, toen hij probeerde te ontsnappen. Hij is onderweg naar het ziekenhuis overleden.”
“Tyfus,” zegt Stef. Hij krabt op zijn hoofd. “Maar ik snap nog steeds niet waarom William het op Maan gemunt had. Was hij verliefd op haar?”
Therese kijkt mij aan. “Jouw beurt, Maan.”
Zo beknopt mogelijk vat ik Williams verhaal samen. “William is de zoon van Anna Garucci, een van de invloedrijkste vrouwen uit de kunstwereld.”
“Maar wat heeft dat nou met jou te maken?”
“Anna heeft voor haar huwelijk een kind gebaard en ter adoptie afgestaan. Daar is ze nooit mee in het reine gekomen. Ze is dat kind op afstand blijven volgen, en kocht zelfs vier van haar kunstwerken.”
“Jezus. Dat kind ben jij!” Stef kan zijn verbazing amper verbergen.
“Ja.”
“Hoe wist William dat jij zijn halfzusje bent?”
“Hij heeft haar herkend van de foto’s die ik Anna af en toe stuurde,” zegt Therese. “Dat was tegen de afspraak, Anna zou zich volledig terugtrekken, maar ze had me erom gesmeekt…”
Stef kijkt haar niet-begrijpend aan.
“Anna en ik studeerden samen. Toen Anna zwanger werd, heb ik haar aan Maans ouders voorgesteld.”
“Wist jij dat William de zoonvan Anna was?”vraagt Stef.
“Nee, dat was voor mij ook een verrassing.” Therese pakt de kledingzak, haalt het pak voor Stef eruit en legt het op zijn bed. “Ik wist wel dat Anna het contact met Maan wilde herstellen. Ze heeft Maan in haar testament opgenomen, iets wat voor William onverdraaglijk was. Dat, plus het feit dat zijn baan op de tocht stond, dat hij een kind door een miskraam had verloren en zijn huwelijk aan het wankelen was, zorgde ervoor dat William doordraaide.”
“Het ging dus om geld.” Stef kijkt afkeurend.
Therese slaakt een zucht. “Nee, schat. Zo simpel is het niet. Het gaat om verdriet, om niet erkend en bemind worden als kind. William zal van nature misschien instabiel zijn geweest, maar het zijn de omstandigheden tijdens zijn jeugd die hem gevormd hebben.”
We zijn allemaal stil. Ik bedenk me dat ik van geluk mag spreken dat ik bij ‘mijn ouders’ terecht ben gekomen. Ik heb een fijner leven gehad dan William.
“Hoe moet het nou verder met Ruby en Claartje?” vraagt Jessica.
“Ik heb Ruby en Claartje vanochtend naar Anna gebracht.”
“Naar Anna?” roep ik verbaasd.
“Dat is immers Claartjes oma.” Therese kijkt me vergoelijkend aan. “Ik weet dat jij moeite met haar hebt, maar Anna wil alles doen om haar schoondochter en kleinkind te helpen. En ze hebben elkaar nodig, Maan. Claartje heeft haar oma nodig.”
Even weet ik niet hoe ik moet reageren. “Ik ben blij dat ze in goede handen zijn,” zeg ik uiteindelijk.
Therese geeft me een goedkeurende blik. “Ruby en Claartje gaan een zware tijd tegemoet. Maar Ruby is ook opgelucht, ze heeft al die tijd aangevoeld dat er iets behoorlijk mis was met William. En hun huwelijk was al slecht. Het belangrijkste is nu dat Claartje zo ongeschonden mogelijk door deze periode heen komt.”
“Tyfus,” zegt Stef voor de zoveelste keer.
“Als je dat nog een keer zegt, ga ik gillen,” roep ik geïrriteerd.
“Geen ruzie maken, kinderen.” Therese klapt in haar handen. “Stef, trek nou eindelijk dat pak aan. Ik wil niet te laat komen op de opening van mijn nicht!”