8

Elf uur ‘s-ochtends. Ik leg de telefoon neer na een gesprek met iemand van connect-ya. Hij belde naar aanleiding van mijn e-mailtje gisteravond en bood gelijk zijn excuses aan. “We vinden het zeer vervelend dat u het slachtoffer bent geworden van iemand die misbruik van de site heeft gemaakt.” Vervolgens legde hij uit dat connect-ya een gratis site is en dat namen en adressen alleen steekproefsgewijs gecontroleerd worden. Vanwege mijn e-mail hebben ze de inschrijvingsgegevens van Joopóp onmiddellijk bekeken: die waren duidelijk vals. Maar omdat hij zich via een hotmailadres heeft aangemeld, konden ze zijn werkelijke identiteit niet achterhalen.

“Vanzelfsprekend is hij onmiddellijk van de site verwijderd,” aldus de connect-ya-meneer.

Op mijn vraag of dergelijke dingen vaker voorkomen, antwoordde hij ontkennend.

“Gelukkig niet. De meeste leden zijn serieus op zoek naar een partner. Maar er zijn altijd mensen die het voor de anderen verpesten.”

Ik bedank hem voor de snelle reactie en wil ophangen, maar hij is me voor.

“Een ogenblikje nog. Weet u zeker dat u geen lid wilt blijven?”

“Heel zeker.” De brutaliteit!

Meteen daarna bel ik de politie en vraag naar Anneke van Duin. Gelukkig heeft ze dienst.

“Och hemel,” zegt ze meelevend nadat ik mijn verhaal heb gedaan. “Deze man is wel heel vasthoudend. Helaas kunnen wij ook geen hotmailadressen natrekken. Maar ik zou je toch aanraden aangifte te doen.” Vervolgens gaf ze me haar doorkiesnummer en legde neer.

Ik wil nog steeds geen aangifte doen, want dan komt mijn belager achter mijn naam en adres.

Zal ik Therese bellen? Het zou wel fijn zijn mijn hart te luchten, maar ik doe al zo vaak een beroep op haar. En misschien is het verstandiger die klootzak zo veel mogelijk te negeren, anders gaat hij mijn gedachten en dddrmee mijn leven beheersen. De situatie is zo al vervelend genoeg.

Resoluut zet ik mijn kwelgeest uit mijn hoofd, en ga kijken of er een mailtje van Bas is. Ik ben benieuwd of hij al op mijn berichtje van gisteravond heeft gereageerd. Daar is nog net even tijd voor, voordat Jessica komt poseren.

Wanneer Outlook zich opent, komt er een e-mail van mijn fotograaf uit New York binnen, met zoveel bijlagen, dat het een paar minuten duurt voor het hele pakket binnen is. Dan blijkt dat Bas me foto’s heeft gestuurd van mensen die hij kent. Van vrienden. Van zijn buurvrouw van tachtig. Van zijn favoriete plekken, zoals de diner waar hij meestal ontbijt. Er is zelfs een foto bij van een bananasplit. “Daar ben ik aan verslaafd,” staat erbij. O, wat een leukerd, die jongen weet precies hoe hij me moet veroveren. “Ik ben gevleid dat je me je eigen e-mailadres hebt gegeven,” schrijft hij. “En eerlijk gezegd boeit connect-ya me totaal niet meer sinds ik jou heb ontmoet.”

Ik mag dan een stalker hebben, maar gelukkig heb ik ook een aanbidder die ik helemaal zie zitten!

McDonalds spint langs mijn kuiten en ik buk me om zijn oortjes te kroelen. “Donnie, het ziet ernaar uitdat je concurrentie krijgt.” En daar houdt mijn grote, dikke kater niet van. Als Bas hier ooit over de vloer komt, is de kans groot dat McDonalds het op een blazen en bijten zet. Hij houdt simpelweg niet van mannen, met Stef als enige uitzondering. Maar die kent hij dan ook vanaf de tijd dat hij heel klein was.

In mijn atelier drapeer ik alvast lakens op de sofa en schenk een glas whisky voor Jessica in. Dat zal haar helpen zich te ontspannen. Misschien een onorthodoxe methode, maar wel eentje die werkt als je voor het eerst van je leven naakt poseert.

Ik berg net de fles weer op in de stellingkast als Jessica binnenkomt. Wat heeft ze nou toch weer aan? Een te grote spijkerbroek die alleen blijft zitten omdat er een strakke riem omheen zit, en een sportjasje met capuchon. Tot nu toe heb ik haar alleen maar in onflatteuze slobberkleding gezien. Zou ze er ook zo bij gelopen hebben toen ze nog met Alex ging of is dit een reactie op het verbreken van hun relatie?

Ze wijst naar de sofa. “Moet ik daarop?” vraagt ze, terwijl ze zenuwachtig met haar ogen knippert.

Die whisky is hoogstwaarschijnlijk geen overbodige luxe. “Alsjeblieft.” Ik overhandig haar het glas. “Opdrinken. In één teug.”

Verbaasd kijkt ze me aan, pakt het glas en zet het braaf aan haar mond. “Goh, dat brandt,” zegt ze even later. “Maar ik voel me wel lekker relaxed.”

Ik ga nog even door met de lakens, verschuif hier en daar wat stof en maak een paar extra plooien. Achter me klinken geluiden, een rits die open gaat. Kledingstukken die op de grond vallen.

“Klaar,” roept Jessica. “En nu?”

Wanneer ik me omdraai, staar ik naar een naakte Jessica. Ze heeft brede schouders, een smal middel en lange benen. Haar borsten zijn klein, maar stevig. Ik had wel zo’n vermoeden dat ze een goede bouw had, maar zoveel moois had ik niet verwacht.

“Je bent perfect, Jesse.”

Verbaasd kijkt ze me aan. “Vergeleken met jou ben ik net een jongetje.” Ze wijst op haar borsten. “Cup A.”

“Nee, joh, die passen bij je, je hebt echt een geweldig figuur.”

Mijn welgemeende compliment in combinatie met de alcohol doet haar zichtbaar goed. Zonder enige gêne loopt ze naar de sofa en gaat erop liggen.

Jessica heeft als vanzelf een goede pose aangenomen, iets wat je zelden meemaakt met modellen. Ik hoef alleen haar arm een tikje te verschuiven en haar gezicht iets meer naar me toe te draaien.

“Lig je zo comfortabel?” vraag ik.

“Zalig. Ik ben alleen een beetje aangeschoten, is dat erg?” Ze giechelt.

“Welnee, als je maar niet in slaap valt.”

“Nee, zo erg is het nu ook weer niet…”

Met een rustgevend muziekje op de achtergrond begin ik met houtskool op het doek te schetsen en vergeet de tijd tot Jessica omhoog komt en haar been masseert.

Natuurlijk, ze heeft kramp. Heel normaal na meer dan een uur poseren. Ze heeft een pauze nodig, maar eerst maak ik snel een paar foto’s met mijn digitale camera om haar houding vast te leggen. Dan kan ik aan haar portret werken als ze niet aanwezig is.

“Zo, van dat poseren word je stijf, zeg,” zegt Jessica, terwijl ze rondjes door het atelier loopt.

“Ja, maar je doet het goed, hoor, de opzet schiet lekker op.”

Jessica vraagt of ze naar het doek mag kijken, maar dat heb ik liever niet. “Als het klaar is, goed?”

Ze knikt en vraagt of er nieuws is over Herinnering.

“Dat ben ik je helemaal vergeten te vertellen,” roep ik. “Herinneringis terecht.”

“Gelukkig, dan is dat probleem opgelost. Je kneep ‘m behoorlijk, hè?” Ze gaat weer op de sofa zitten. “En hoe gaat het met daten? Nog leuke mannen tegengekomen?”

Bij de gedachte aan Joop69 slaat de stress toe.

Niet aan denken. Zelfs niet over praten.

“Eén man springt eruit, qua leuk dan,” zeg ik. “Zijn naam is Bas, een Nederlandse fotograaf die momenteel nog in New York woont. Over een poosje komt hij voorgoed terug naar Amsterdam. Hij wil nieuwe mensen leren kennen, zijn sociale contacten zijn verwaterd, daarom zit hij op de datingsite. Hij schreef dat hij me geweldig vindt En dat is wederzijds, Jesse, hij ziet er zo lekker uit.”

“Wat een kanjer,” roept Jessica even later, wanneer ik, omdat ze bleef aandringen, zijn foto van boven heb gehaald. “Eindelijk een man die niet op een zeilboot staat of op een motorfiets zit. Maan, wat heb jij toch een mazzel.”

“Inderdaad. En hij schrijft zo grappig. Als hij in Amsterdam is, ga ik lekker voor hem koken, en dan zien we wel verder.”

Voordat Jessica kan reageren, gaat de telefoon.

Het is Allard. “Ik bel je over Herinnering,” zegt hij meteen ter zake komend. “Het stuk is dan wel terecht, maar er klopt iets niet. Ik vond een briefje naast de doos. Heel klein opgevouwen, daarom was het me niet eerder opgevallen. ‘Volgende keer beter opletten’, staat erop. Iemand heeft een flauwe grap uitgehaald.”

Een onplezierig gevoel bekruipt me. De term ‘flauwe grap’ heb ik net iets te vaak gehoord. Wie zou zoiets doen? Maar ik weet het antwoord eigenlijk al. Het was Mister X, zoals ik mijn stalker in gedachten ben gaan noemen.

“Het zit me niet lekker,” gaat Allard verder. “Ik durf mijn hand in het vuur te steken voor mijn personeel. Er is al een cijferslot op het depot gezet en ik ben de enige die de code weet. Het briefje moet er dus al die tijd gelegen hebben. Maar het was zo klein, dat ik het over het hoofd heb gezien.” Hij schraapt zijn keel. “Ik vond dat je dit moest weten, maar ik beloof je dat ik voortaan extra goed zal opletten.” Daarna mompelt hij een snelle groet en verbreekt de verbinding.

Waarom juist Herinnering? vraag ik me af. Toeval? Of betekent dit dat hij iemand is die ik ken? Bij deze gedachte versnelt mijn ademhaling en begint mijn gezicht te tintelen. Bewust adem ik naar mijn buik. Dat helpt, na een paar minuten komt mijn lichaam weer tot rust.

“Wat is er aan de hand?” vraagt Jessica.

Ik vertel haar dat iemand me lastigvalt en beschrijf de telefoontjes, het fluitje en het feit dat hij zich via connect-ya aan me op heeft gedrongen.

Jessica kijkt me verontwaardigd aan. “Waarom heb je dat niet eerder gezegd? Dan had je niet in je eentje hoeven piekeren.”

Ik haal mijn schouders op. “Ik dacht het zelf wel af te kunnen.”

“Jemig, Maan, moet je zien hoe je zit te beven.” Ze loopt naar de stellingkast en schenkt een laagje whisky voor me in.

Ze heeft gelijk, ik sta te trillen op mijn benen.

“Heb je enig idee wie die man kan zijn?” vraagt Jessica.

Ik neem een slok. “Nee. Het is gewoon een of andere gek. Alsjeblieft, laten we hem niet zoveel aandacht geven, dat gun ik hem niet. En bellen doet hij toch niet meer sinds ik zo hard op dat fluitje heb geblazen.”

De telefoon rinkelt alweer. We staren naar het apparaat, en dan naar elkaar.

“Zal ik?” stelt Jessica voor. “Stel dat het hem is? Ik pik het niet dat iemand jou het leven zuur maakt. Echt niet.”

“De telefoontjes zijn gestopt, Jessica, dat zei ik toch al.”

Maar Jessica beent al als een kleine, kwaaie pitbull in haar blote kont naar de telefoon en neemt op.

“Hallo? O, hoi Stef, met Jessica.” Ze knipoogt naar me. “Maan is even bezig.”

Een paar minuten later, als ze opgehangen heeft, meldt ze dat Stef zaterdag gaat optreden in een hardrockcafé. Er zou een andere band spelen, maar die heeft afgezegd. “Hij heeft ons uitgenodigd, en vanavond komt hij hier barbecueën omdat het zulk mooi weer is. Hij neemt het eten mee.” Jessica gaat weer op de sofa zitten. “Maar nog even over je stalker.”

“Daar wil ik het niet meer over hebben,” kap ik haar af. “En dit gesprek blijft onder ons.”