Lusteloos hang ik op de bank. De vrolijke rode bekleding vormt een schril contrast met mijn stemming. Het loopt al tegen vieren en er heeft nog niemand op mijn poster gereageerd. Niemand! Het enige lichtpuntje is dat mijn stalker ook niets van zich heeft laten horen. Tot nu toe dan.
Ik pak het roze kussentje dat in de hoek van de bank ligt, het kussentje waarop McDonalds vaak lag te slapen, en breng het naar mijn gezicht. Warmeer ik zijn vertrouwde geur ruik, krijg ik een brok in mijn keel. Was mijn dikke lieverd maar weer thuis.
Moet je me nou toch zien. Vastgeklemd aan een roze kussen, terwijl de meest afschuwelijke filmpjes door mijn hoofd spelen: McDonalds die gewurgd wordt, terwijl zijn pootjes in een laatste stuiptrekking schokken. Mac, die wordt doodgeslagen of verdronken. Scènes om beroerd van te worden. Ik moet echt zo snel mogelijk van die bank af. Iets gaan doen, anders word ik knettergek. Maar wat? Mijn huis is al van onder tot boven gestoft, gezogen en gedweild. De wasmachine draait overuren, mijn boeken staan op alfabet in de kast, zelfs mijn nachtjaponnen hangen op kleur. Het is hier nog nooit zo netjes geweest.
Bas heeft vanochtend een mailtje van me gehad, waarin ik hem Het weten dat ik weer op mijn oude e-mailadres te bereiken ben, maar tot nu toe heeft hij niet gereageerd. Dus ga ik voor de derde keer vandaag naar mijn werkkamer en open Outlook.
Bingo! Eén bericht. Van Bas, gelukkig. Geen rocodile-gedoe. In het bericht staan instructies hoe MSN werkt. “Ik wil met je chatten,” heeft Bas geschreven. “Dan kunnen we, ook al zit er een oceaan tussen, direct op elkaar reageren.”
∗
Met een rode kop zit ik achter de computer.
“Geweldig dat het je gelukt is,” schreef Bas toen ik me bij msn had aangemeld en met hem ‘in gesprek’ was. “Volgens mij heb jij een enorme dikke knuffel nodig nu je kat verdwenen is.”
“Daar heb je volkomen gelijk in.” Ik drukte op send, en in het venster verscheen mijn reactie onder de zijne.
“Doe je ogen dicht en denk dat ik zachtjes je haren streel.”
Al snel werden de zinnetjes erotisch. “Ik kus je lippen, Maan, en ga met mijn tong voorzichtig langs de jouwe.”
Ik schrok er een beetje van. “Dit is nieuw voor me, amourpei chat, bedoel ik.”
Dat was het voor Bas ook, tenminste dat schreef hij. “We gaan gewoon kijken of we het leuk vinden, oké?” stelde hij voor. “Wat heb je aan? Een truitje, een T-shirt?”
“Een truitje met knopen.”
“Die knopen doe ik heel langzaam open, zodat je borsten langzaam tevoorschijn komen. Wat ben je mooi.”
Virtueel werd ik gekust, geknuffeld en gestreeld.
“Ik raak je borsten aan en kreun, het voelt zo heerlijkje aan te raken.”
“Mijn borsten zijn groot en zacht, er zitten sproetjes op,” was mijn eerste voorzichtige aandeel.
“Maan, je maakt me gek. Mijn handen gaan door je bos rode haar, terwijl ik je borsten lik. Eerst cirkeltjes rond je tepels, ze gaan rechtop staan, en dan neem ik een tepel in mijn mond en sla mijn armen om je middel. Ik aai je billen, o, wat voelen ze goed.”
De term virtuele seks vond ik tot nu toe enigszins lachwekkend, maar toch gebeurde er iets wat ik nooit voor mogelijk had gehouden: ik raakte opgewonden. En niet zo’n beetje ook.
Wow, als het nu al zo spannend is, hoe zou het dan in het echt zijn met Bas? Hij weet precies hoe een vrouwenlichaam in elkaar zit en wat een vrouw fijn vindt. Volgens mij is hij een fantastische minnaar.
Na afloop nam hij me in zijn armen en dicht tegen elkaar vielen we in slaap.
Op de chat dan, in real life voel ik me zo fit als een hoentje. Klaarwakker. Energiek. Depressief rondhangen op de bank lonkt niet meer.
Trouwens, ik heb een plan: ik ga Herinnering opnieuw maken! Ditmaal wordt de vrouwentorso niet van gips, maar van klei. Dat heb ik in mijn stellingkast liggen. De suikerspinmachine is ondertussen kapot en met de vuilnisman meegegaan, maar ik verzin wel een andere manier om zwarte draden om het hoofd te wikkelen. Dropveters misschien. Of nee: dun zwart ijzerdraad. Dat lijkt me mooi subtiel en het is qua conservering wel zo makkelijk.
Uit volle borst meebrullend met een cd van Anastacia, maak ik de klei gebruiksklaar. Een bak water staat binnen handbereik. Ik kneed, duw en stomp tegen de homp klei alsof het een boksbal is.
Voor de tweede keer vandaag leef ik me helemaal uit. Eerst in de liefde, nu in mijn werk. Mijn hoofd wordt eindelijk stil, mijn handen nemen het over en beginnen als vanzelf te modelleren. Langzaam verandert de homp klei in een buste, met een gezicht, hals en schouders. De eerste aanzetten tot gelaatstrekken verschijnen.
Wanneer ik kramp in mijn rug krijg, neem ik pauze. En dan pas schiet me te binnen dat ik gisteren vergeten ben mijn dagelijkse SMS naar Therese te sturen. Ik pak mijn mobiel en zend haar snel een berichtje waarin ik haar op de hoogte breng van de laatste ontwikkelingen: “Candy Cl af. Mac weg. Ruby ruzie.”
De SMS is amper verzonden of Therese belt. “Ik ben blij dat je me SMS’te, ik was al van plan te bellen om te checken of alles goed met je was.”
“Sorry,”zeg ik.
“Geeft niet.” Dan feliciteert ze me omdat mijn schilderijen af zijn en vraagt direct daarna naar McDonalds.
“Hij is nog steeds niet boven water.”
“Wat erg. Als het maar niet het werk van je stalker is,” zegt ze gespannen. “Heb je nog last van hem gehad?”
“Nee. Gelukkig niet. Nog niet. Tenzij hij McDonalds…” Het lukt me niet de zin af te maken, ik krijg het gewoon niet uit mijn mond.
Therese zucht. “En wat is er aan de hand met jou en Ruby? Hebben jullie ruzie gehad?”
Therese luistert aandachtig, terwijl ik haar over mijn aanvaring met Ruby vertel. “Ik begrijp niet hoe ze erbij komt dat ik achter William aan zou zitten,” eindig ik mijn relaas.
“Dat is inderdaad vreemd,” zegt Therese. “Ik dacht dat jullie zulke dikke maatjes waren.”
“Nou, dan kan ze goed toneelspelen en ben ik erin getrapt. Och hemel, zou Ruby…?”
“Nee, lieverd, daar is deze vrouw veel te verward voor.”
“Een vrouw kan ook te grote gymschoenen aantrekken.”
“Nee, ik kan me niet voorstellen dat zij jouw stalker is. Echt niet.”
Ook al blijft Therese rustig, het valt me op dat ze af en toe met hortende stootjes ademhaalt en dat haar stem af en toe beverig klinkt. Misschien wordt het haar allemaal een beetje te veel.
Dat Jessica een scène maakte in het atelier, hou ik dus voor me. Daar ga ik haar niet mee lastigvallen. “Er is ook een leuk nieuwtje,” zeg ik en ik probeer mijn stem een opgewekte klank te geven. “Ik ben Herinnering opnieuw aan het maken, nu van klei. Volgens mij wordt-ie heel goed.” Bij de laatste zin is mijn opgetogenheid echt.
“Wat fijn!” De opluchting in haar stem is onmiskenbaar. “Ik was bang dat je na je deadline in een gat zou vallen. Ik ben razend benieuwd naar de nieuwe Herinnering, en naar de Candy Clothes, natuurlijk, maar die kan ik over een paar dagen zelf bewonderen tijdens de opening.”
“Jij wordt mijn eregast,” zeg ik.
Therese lacht gevleid. “Zeg, Maan, als Herinnering af is, mag ik het dan in mijn hotel tentoonstellen? Dan laat ik er speciaal een glazen vitrine voor in de lobby zetten.”
Bij voorbaat krijgt ze mijn toestemming. Ook al heeft ze het niet laten merken, ik weet hoe kapot ze ervan was toen het origineel gestolen bleek te zijn. Het was immers ook het monument voor héar broer en zijn vrouw.
∗
In mijn werkkamer schuif ik de foto van Bas wat dichter naar me toe, terwijl het bekende opstartgeluidje van Windows klinkt. Net als ik Outlook wil openen, wordt er op de deur geklopt en stapt Jessica naar binnen. “Maan, ik heb brownies gebakken, ze zijn hartstikke goed gelukt. Wil je er eentje?”
Dit is duidelijk een zoenoffer en dat kan ik met goed fatsoen niet weigeren. “Lekker. Als ik hier klaar ben, kom ik eraan.”
“Nee joh, ik breng ze wel. Met koffie.” Ze verdwijnt naar boven.
Eerlijk gezegd heb ik geen behoefte om gezellig met Jessica koffie te leuten, maar als ik weiger, gaat ze de komende tijd misschien weer zo pruilen en mokken. En daar heb ik helemaal geen trek in.
In mijn inbox staan twee nieuwe berichten. Eentje van Bas en eentje van een onbekende afzender met de titel Art on the Inside. Waarschijnlijk een uitnodiging voor een opening. Eerst open ik het bericht van Bas. “Was je maar hier, dan gingen we echt vrijen, en dan samen bagels eten en latte drinken. Ik kan niet wachten om je in mijn armen te sluiten. Dag lekker ding van me.”
“Mm, lekker vooruitzicht,” schrijf ik terug, “MSN is voor herhaling vatbaar.”
Ik open het tweede bericht en hap naar adem.
Er zaten tralies voor haar deur en ramen. Ze ging toch niet terugvechten, hè, dat stomme wijf met haar rode krullen? Dan zou ze van een koude kermis thuiskomen, want niemand zou het van hem winnen. Niemand.
Een tijdje had hij genoten van het kat-en-muisspel, maar nu werd het tijd om toe te slaan. Zijn intuïtie zou hem laten weten wanneer.