4

Lorenzo Ricciardi vond zijn oude kostschool het ideale toevluchtsoord. Het lag afgelegen en was gastvrij; oud-leerlingen die om welke reden dan ook hadden besloten de geneugten en de stress van de moderne maatschappij tijdelijk of permanent de rug toe te keren om hier een leven te leiden dat bestond uit nederige arbeid en gebeden, waren meer dan welkom. In het gastenverblijf logeerden voormalige bankdirecteuren, vakmensen en zakenlui. Bovendien kende Lorenzo veel monniken en zou broeder Anselmo, als die er nog was, hem zeker geen periode van rust ontzeggen.

Hij zou in San Benedetto in Bosco dus zeker zo lang kunnen blijven als nodig was om de gemoederen weer te laten bedaren voordat hij weer zou toeslaan. Want dat was zijn missie, en ondanks de wijzigingen in zijn plan die hij door toedoen van die twee meisjes had moeten doorvoeren, zou hij het tot het eind toe afmaken. Een voor een zouden degenen die verantwoordelijk waren voor wie hij was geworden en die hij haatte het loodje moeten leggen, tot de eerste en daarom de meest verachtelijke aan toe. Die had hij niet voor niets voor het laatst bewaard: Michele Ferrara, die ervoor had gezorgd dat hij wees was geworden en hem daarmee had veroordeeld tot een belabberd leven.

Die kerel moest machteloos aan de zijlijn staan terwijl de anderen de dood vonden, zodat hij de bittere smaak zou proeven van de ene nederlaag na de andere, zou weten dat zijn belager hem op de hielen zat en met angst en beven zijn lot tegemoet zou zien. Daarna zou Ricciardi hem in alle rust onderwerpen aan het martelwerktuig, een van de meest geraffineerde en vernederende methoden, zoals hij in San Gimignano had geleerd; een interessante ontdekking die hij op het spoor was gekomen door het artikel van de hem onbekende Mike Ross, van wie hij de naam had aangenomen.

Als ze nog niet wisten wie hij was en nog steeds op zoek waren naar een blonde Amerikaan, waar hij inmiddels wel van overtuigd was, zou hij naar zijn villa kunnen terugkeren, waar hij de ‘judaswieg’ had klaarstaan voor de commissaris. Hij verheugde zich er nu al op om die man boven de punt te zien bungelen en hem te horen smeken om medelijden, dat Ricciardi zelf als kind nooit had gekregen. Voordat hij Ferrara zou laten sterven, moest die eerst net zo lijden als hijzelf had gedaan en zou hij hem laten voelen hoe het was om je eigen lichaam weerloos ter beschikking te moeten stellen aan de obscene, meedogenloze razernij van een tiran.

Hij was vier dagen geleden aangekomen en zoals hij al verwacht had, had broeder Anselmo hem vol vreugde verwelkomd. Hij had de lange rit vanuit Florence op de scooter afgelegd en was onderweg vaak gestopt, had de nachten doorgebracht in de beschutting van de schuilplaatsen die hij gelukkig was tegengekomen en had elke dag een krant gekocht om erachter te komen wat ze over hem wisten. Voordat hij bij de abdij aanklopte had hij zich ervan overtuigd dat die ene journalist maar wat had verzonnen of dat hem iets was ingefluisterd door de politie. Dat was belangrijk, want hij kon niet riskeren dat de broeders wisten dat hij werd gezocht door de politie.

De vrouw uit Bologna moest zijn signalement wel hebben doorgegeven, daar moest hij in elk geval van uitgaan, maar naar alle waarschijnlijkheid zou het onderzoek alleen op die omgeving geconcentreerd zijn en kenden ze zijn ware identiteit toch niet. In Florence zouden ze zeker niet zoeken; hij was hier nu vier dagen en had meegeholpen met het werk in het veld, deelgenomen aan de gebeden en samen met de anderen televisie gekeken, waardoor hij dat nu met absolute zekerheid wist. Hij was er inmiddels wel klaar voor om het klooster te verlaten.

En toen zag hij hem.