Hoofdstuk 5

Dansende maskers

De maskerdansen behoren tot ons meest heilige en traditionele erfgoed. Daarom vind je ze alleen in de oudste dorpen langs de falaise. Wie spreekt over de maskerdansen spreekt over de verhouding tussen mannen en vrouwen, over een geheime taal, over karakteristieke kleding en specifieke voorschriften. Elk masker heeft zijn eigen betekenis en is nauw verweven met het dagelijks leven van de Dogon. Vraag een schoolkind een scène te tekenen uit zijn dagelijks leven en er verschijnt heel vanzelfsprekend een masker in de tekening.

Hoe de maskers bij de mensen kwamen

De ljewe, onzichtbare wezens die in de brousse leven, houden van feesten. Ze zijn er dol op om te dansen en te zingen in het bos. Op een goede dag hadden zij een groot feest georganiseerd waarbij ze dansten in hun eigen, speciaal gemaakte kleding, de kleding van de maskers. Een vos die het feestgedruis in de verte had gehoord, was erop afgekomen. Hij hield erg van de muziek en de maskers en wilde graag meedoen. De ljewe gaven hem een masker, leerden hem de dansen en hij danste de hele nacht met hen mee. Na het feest was hij doodmoe en vergat daardoor zijn masker terug te geven aan de ljewe. Dat doe ik wel bij een volgend feest, besloot hij en verstopte het onder de dode takken bij zijn hol.

Een Dogonvrouw op zoek naar brandhout vond het masker en nam het mee. Ze trok het zelfs aan, maar iets voor het dorp bedacht ze zich. De dorpelingen zouden vragen waar ze het masker vandaan had en dan moest ze bekennen dat ze het had gestolen. Ze trok het weer uit en bewaarde het in een hutje buiten het dorp. Maar het masker had zo’n aantrekkingskracht op haar dat zij elke ochtend naar het hutje liep en het kostuum aantrok.

Op een gegeven moment bedacht ze dat ze het kon gebruiken om haar man schrik aan te jagen. Geheel gekostumeerd liep ze op hem af en sprak: “Zie daar, elke dag beledig je me. Ga zo door en er komt een dag dat ik je beledigingen niet meer pik en je zal doden.”

Toen ze daarna weer in haar normale kleding thuiskwam, kon ze hem ervan overtuigen dat zij het niet zelfwas geweest, maar een geest. Die was naar hem toegekomen omdat hij gemeen en niet eerlijk was en haar niet genoeg respecteerde. Zij herhaalde dit ritueel enkele malen en begon elke dag de kleuren te veranderen om haar man nog meer angst in de boezemen. Dan zei ze: “Vandaag ben ik in het rood gekleed. Als je je gedrag niet verbetert, zal er een dag komen dat ik in het zwart kom.” En dat deed ze de volgende keer prompt. Telkens wanneer de man door deze verschijning was bezocht, vertelde hij dit aan zijn broer. Na verloop van tijd vroeg deze zich af waarom de verschijning zich alleen vertoonde aan deze man en niet aan de andere mannen in het dorp. Hij besloot samen met zijn broer de vrouw te volgen als zij ‘s-morgens vroeg het dorp verliet. Toen zagen ze dat de vrouw naar het kleine hutje buiten het dorp ging, dit betrad en even later gekleed als het masker naar buiten kwam. Ze gingen naar huis en deden alsof ze van niets wisten. En toen de vrouw gemaskerd en al haar echtgenoot weer angst begon aan te jagen, deed hij eerst alsof hij doodsbang was. Maar plotseling sprong hij op en ontmaskerde haar. Hij eiste van haar dat ze het masker aan hem zou geven en verbood haar ooit nog iets van doen te hebben met het masker, op welke manier dan ook. De man nam het masker mee en verborg het in het bos.

Deze geschiedenis vormt nog steeds de basis van de maskerdansen. We bewaren de maskers buiten het dorp en elke dans begint met een intocht van de maskers vanuit het bos naar het dorp. Het is weliswaar een vrouw geweest die de maskers naar de Dogon heeft gebracht, maar vanwege haar bedrog zijn ze sindsdien het eigendom van de mannen. Vrouwen mogen niet meedoen aan de maskerdansen en het is hun verboden het sigi so – de taal van de maskers te leren. Ze mogen de maskers zelfs niet aanraken. Als er een maskerdans plaatsvindt, kunnen ze deze alleen bekijken van ruime afstand, meestal vanaf het dak van de huizen. Dit gebod geldt overigens ook voor nog niet ingewijde kinderen. Op deze manier wordt voorkomen dat ze per ongeluk met de maskers in aanraking komen en de personen die achter het masker schuil gaan herkennen.

Op deze strikte regel is echter een uitzondering. Elke zestig jaar vindt het grote feest van de sigi plaats. Dit feest verspreidt zich langzaam van dorp naar dorp over het land van de Dogon. Het kan wel drie jaar duren voordat het overal is gevierd. Alle meisjes die gedurende deze periode worden geboren, noemen we de Yasigué. Ook de meisjes die tijdens een maskerdans het levenslicht zien, krijgen deze titel. We beschouwen hen als ‘vrouwen van de maskers’. Alleen de Yasigué mogen de maskers eten en drinken geven en alleen in hun huizen kunnen de maskers tijdens een dans uitrusten. Zelf mas-kerdansen mogen ze echter niet, net zo min als het sigi so leren.

De maskers komen dus oorspronkelijk uit de brousse, het bos, en ze spreken het sigi so. Deze geheime en heilige taal heeft geen wereldse oorsprong, maar is afkomstig van de ljewe. Zij spreken deze taal onderling en in hun contact met Ama. Ik zal uitleggen hoe de Dogon deze taal hebben geleerd.

Er was eens een vrouwelijke ljewe die enkele verboden had overtreden. Als straf werd zij zichtbaar en kon zich dus niet meer gedragen als ljewe. Op een dag rustte zij uit in het bos onder een baobab. Ze had honger en dorst. Juist op dat moment kwamen er enkele Dogon-kinderen aangelopen die het vee aan het hoeden waren. De vrouw praatte tegen de kinderen in een taal die ze niet verstonden. Het bleek sigi so te zijn, de geheime taal van de ljewe, en ze vroeg om eten en drinken. De kinderen durfden eerst niet dichterbij te komen, maar na een tijdje zagen ze dat de vrouw geen kwaad in de zin had en gaven haar in vet gekookte gierst en een vrucht van de baobab.

Hierna praatte de vrouw nog wat met de kinderen in de vreemde taal en leerde hun een paar woorden. De kinderen hadden er plezier in om deze taal te leren. Ze kwamen regelmatig langs met eten en drinken voor de vrouw in ruil voor wat woordjes. Al snel spraken ze met elkaar in het sigi so en dit wekte de nieuwsgierigheid van de ouders. De kinderen vertelden dat ze deze taal hadden geleerd van een oude vrouw die onder een baobab in het bos lag. Sinds die tijd gebruiken de Dogon het sigi so als speciale en geheime taal bij de maskerdansen en alleen de dansers mogen haar leren en spreken.

De maskers

Een Dogonmasker omvat veel meer dan een ding dat je voor je gezicht doet. Het is het geheel van masker, kostuum en betekenis, die onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. Als een danser het masker aantrekt, transformeert hij tot dat masker. Hij is niet langer een persoon, maar het betreffende masker.

Het kostuumgedeelte van de maskers wordt gemaakt van de vezels van het blad van de agave. Je klopt het blad net zo lang tot er lange draden ontstaan. Dit doen de dansers zelf onder begeleiding van ervaren of voormalige dansers. Vroeger verfden we de vezels met rode klei of met natuurlijke pigmenten van bomen en planten. Tegenwoordig gebruiken we meestal kunstmatige verfstoffen, omdat die veel helderder kleuren opleveren. Voor de versiering passen we ook leer en kaurischelpen toe, vooral voor de kostuums die jonge meisjes uitbeelden.

Het maskergedeelte dat op het hoofd wordt gedragen, is meestal gemaakt van hout, lichtgewicht hout, want er moet vaak uren mee worden gedanst. Een uitzondering daarop zijn de maskers die jonge meisjes uitbeelden, deze bestaan uit vezels versierd met kaurischelpen. Vaak zijn het de smeden die de hoofdmaskers vervaardigen, maar elke Dogon die handig is in houtsnijden, kan dit doen. De maskers worden vervolgens helemaal beschilderd en voorzien van een net dat rond het hoofd valt en een houten stok op mondhoogte. De dansers klemmen deze stok tussen de tanden, zodat het masker tijdens het dansen op zijn plaats blijft zitten. Daar gaat wel eens iets mee mis: het is niet ongewoon dat een danser een deel van zijn gebit kwijxraakt.

De maskers zelf hebben veel kracht en kunnen ook gevaarlijk zijn. Als je bijvoorbeeld de spot drijft met de maskers, komen ze met speren en messen en laten je huis als straf op je instorten waardoor je levend wordt begraven. Een vrouw die een masker bespot, ondergaat nog een extra straf. Zij wordt zonder de gebruikelijke ceremonies op het erf begraven waardoor ze elke eer en plaats in de samenleving verliest. Uit deze straffen blijkt wel dat de maskers heilig zijn en we ze serieus moeten nemen en respecteren.

De verschillende maskers

In Pays Dogon vind je honderden uiteenlopende maskers en ze verschillen van dorp tot dorp. Een masker beeldt immers iets uit wat je in je eigen dorp aantreft en wat een rol speelt in het leven van de Dogon, of dat nu een mens, een dier of een symbool is. De schoonheid en kwaliteit van de maskers verschillen ook sterk. Er zijn dorpen waar veel aandacht is voor het kostuum, in andere dorpen is dit onderdeel heel beperkt. De kleuren van de maskers zijn ook verschillend, elk dorp hanteert zijn eigen kleurencombinatie. Aan de vorm en de kleuren kunnen we altijd herkennen uit welk dorp een masker komt.

Een aantal maskers kom je vrijwel overal in Pays Dogon tegen, en dat geldt zeker voor de kanaga. Dit masker heeft namelijk de sterkste symbolische betekenis. Het verbeeldt de bestaansreden van de Dogon: de verbindingsschakel tussen hemel en aarde. De twee bovenste armen wijzen omhoog naar de hemel, de twee onderste armen naar beneden, naar de aarde. De Dogon staan daartussenin. De sirigè, het huis met de verdiepingen, beeldt net zoals de kanaga de verbinding tussen hemel en aarde uit. Het aantal verdiepingen en dus de hoogte van het masker liggen niet vast. Deze zijn afhankelijk van de kracht van de danser en zijn vermogen om met een metershoog masker om te gaan. De steltdansers stellen vogels voor, die leven tussen hemel en aarde.

Ook de walu, het masker van de buffel, komt veel voor. Het is het masker dat kracht uitbeeldt en de mensen beschermt. De maskers van de jonge meisjes staan voor vruchtbaarheid en geven aan dat de vrouwen uiterst belangrijk zijn bij de Dogon. Dat zie je ook aan de satimbe, een masker van een vrouwengezicht met daarboven een houten beeld van een vrouw. De ene vrouw ondersteunt de andere vrouw.

Het Peulmeisjesmasker verbeeldt de band tussen de Dogon en de Peul. Mensen met wie je samenleeft, moet je ook uitbeelden in de dansen, zo is de achterliggende gedachte. Het masker van de jagers vertegenwoordigt de wereld van de jager en zijn rol in de gemeenschap. Jagers zijn belangrijk, want zij zijn de enigen die net als de maskers altijd in de brousse verblijven en er de geheimen van kennen. Er is de kara-manga, die erg op de kanaga lijkt, maar bij dit masker wijzen ook de onderste punten naar de hemel. Het staat dan ook symbool voor de hemel. Het masker van de slang is het masker van de Lèwè.

Uiteraard komen de andere heilige dieren ook terug in maskers, net als gewone dieren. De keuze is bijna oneindig. Er zijn bijvoorbeeld ook maskers van misvormde mensen, die de toeschouwers erop wijzen hen niet te vergeten. Zij maken immers ook deel uit van de gemeenschap en mogen geen onderwerp van spot zijn.

Naast deze heilige maskers kennen we ook functionele maskers, bijvoorbeeld de ayakaye. Voordat een belangrijke maskerdans wordt uitgevoerd, verschijnt ayakaye al dansend in het dorp. Hij kondigt de komst van de maskers aan en slaat met een lange tak overal tegenaan om de vrouwen en kinderen het erf op te jagen. Hij begeleidt de overige toeschouwers naar hun plaats en ziet er streng op toe dat er geen open vuur is. De kostuums zijn namelijk zeer brandbaar, zelfs een brandende sigaret kan de vonk al doen overslaan.

Aangezien de ayakaye geen heilig masker is, kan hij op ieder moment te voorschijn komen, bijvoorbeeld om mensen die fruit van de bomen van anderen stelen, weg te jagen of om ongeduldige kinderen die het niet kunnen laten onrijp fruit te plukken, tot de orde te roepen. In feite functioneert dit masker als een soort brousse-politie.

Het masker zelf wordt uitsluitend gemaakt van de schors van de wilde druif en is helder oranje of rood geverfd. Het masker bedekt het hele lichaam en het hoofd, met alleen een kleine schijf voor het gezicht.

Dit masker bestond al voordat de Dogon in het huidige Pays Dogon aankwamen en is de oudste weerslag van orde van de Dogon. Het masker speelde een grote rol tijdens de migratie van het land van de Malinka naar de falaise. Ayakaye regelde de reis en als er problemen ontstonden tussen Dogon, loste hij deze op. Vandaar dat wij zeggen dat de Dogon al politie hadden, lang voordat ons land werd gekoloniseerd.

De dansers

Alleen landbouwers mogen danser worden. Er zijn verder geen voorwaarden aan verbonden, behalve dat je je altijd netjes hebt gedragen. Je moet je er wel voor interesseren en bereid zijn er veel tijd en energie in te steken. Er zit namelijk veel meer aan vast dan alleen het dansen. Je moet begrijpen wat het belang en de betekenis is van de verschillende maskers en het sigi so behoorlijk beheersen. Het contact met en tussen de maskers onderling verloopt uitsluitend in deze taal. Ben je eenmaal maskerdanser, dan rust op jou de verplichting de geheimen van de maskers voor je te houden.

Elke danser kiest zijn eigen masker, maar die keuze moet wel overeenkomen met je fysieke bouw, conditie en snelheid. Het zware masker van de walu, de buffel, vereist bijvoorbeeld veel fysieke kracht en beheersing. Het masker van het jonge meisje vraagt om een soepele danser, die zich bovendien kan bewegen als een vrouw. Of neem de steltdansers, die duiven of ooievaars verbeelden. Daarvoor moet je licht en behendig zijn en over magie beschikken. Ontbreekt dit, dan kun je op die hoge stelten tijdens het dansen niet goed in evenwicht blijven. Als je het masker van de kanaga of van het huis met verdiepingen draagt, dat enkele meters hoog is, heb je heel sterke kaken en tanden nodig, want anders verlies je tijdens de grote zwaaibewegin-gen je masker.

De dansers zijn vrij om van masker te veranderen, maar de meesten blijven bij hun eerste keus. Die is immers gebaseerd op het masker dat wat betreft aard en capaciteit het best bij je eigen persoonlijkheid past.

Oefenen en offeren

Het vergt heel veel oefening voor je de dansen, de taal en de gezangen kent en je een volleerd danser bent. Amuletten kunnen je daarbij helpen, ze verhogen je kracht en kunde. Offeren aan de ama die de maskers beschermt, is een voorwaarde, en dat gebeurt zowel voor als na elke dans. Deze ama huist meestal in een houten staf, die we de doumou noemen, maar het kan ook een kleiheuveltje zijn of zelfs helemaal geen tastbare vorm aannemen en alleen maar een speciale plek zijn.

Voorafgaand aan de maskerdansen dansen de maskers op een vaste, afgelegen plek rond de doumou. Ze offeren enkele kippen en bij heel grote ceremonies een geit. Op die manier wordt bescherming van de maskers gevraagd tegen kwade geesten, tegen mensen die de maskers kwaad willen doen tijdens de dans en tegen ongelukken.

Ook na de dans wordt weer bij de doumou geofferd. De bedoeling daarvan is om de maskers te zuiveren, want tijdens elke dans kunnen zij in aanraking zijn gekomen met zaken die niet puur zijn of er kan ongewild een taboe zijn gebroken. Het masker kan je zwaar straffen als dat is gebeurd en je geen reinigingsoffer hebt gebracht. Uit voorzorg dansen we alleen ‘s-morgens en in de namiddag. Dat is wel zo praktisch, want op het heetst van de dag is de kans op ongelukken bij deze vermoeiende bezigheid veel groter. Nadat het bloed is geofferd, worden de geofferde dieren bereid en door de dansers opgegeten.

De maskerdansen

De dansen vinden altijd plaats op een open plek in het dorp. Daar beginnen trommelaars met een marsritme waarop de maskers al dansend vanuit de brousse naar het dorp trekken. Op de open plek aangekomen dansen ze eerst gezamenlijk een introductie op een dansritme van de trommelaars. De dansmeester roept vervolgens in het sigi so een bepaald masker op en deze danst zijn eigen dans op een specifiek ritme en dat gaat vaak gepaard met kreten. Als er meerdere maskers van hetzelfde type zijn, treden die met zijn allen op. En zo komen alle maskers aan de beurt. Ter afsluiting danst de hele groep weer samen en als het dansritme verandert in een marsritme, keren ze weer terug naar de brousse. De grote maskerdansen worden verscheidene malen per dag gedanst en dat kan wel een week lang doorgaan. Als het om een minder belangrijke aangelegenheid gaat, duren de dansen veel korter.

De dansmeester is een oude uit het dorp die alle maskerdansen kent en het sigi so beheerst. Hij draagt zelf geen masker, maar wel aparte kleding en heeft meestal een stok of haren kwast in zijn handen waarmee hij dansers aanwijst en de trommelaars het ritme aangeeft. Wie de oproep van de dansmeester niet begrijpt of slecht danst, kan rekenen op beledigende opmerkingen van de dansmeester. Hij kan er zelfs toe overgaan de danser te verbieden het masker te dragen, totdat deze het sigi so of de dans goed beheerst. Het is namelijk niet genoeg dat iemand het juiste masker heeft en de passen goed kent. Om een echte maskerdanser te zijn moet je ook het sigi so en de betekenis van de maskers kennen, want alleen daarmee kun je als danser met je masker en de andere maskers in contact treden.

De verschillende maskerdansen

Bij elke gebeurtenis, groot of klein, organiseren we maskerdansen. De ouden van het dorp bepalen de waarde van de gebeurtenis. Hoe groter het feest of de ceremonie, hoe meer maskers er te voorschijn komen. Een dama is een heel grote gebeurtenis, die twee Dogonweken – tien dagen – duurt. Elke keer als een oude man met hoog aanzien overlijdt, wordt zo’n dama georganiseerd om tijdens de begrafenis zijn ziel te begeleiden. Daaraan doen niet alleen de maskers uit het dorp zelf mee, maar ook de maskers van daarmee verbonden dorpen uit de omgeving.

De dama van de hogon is de belangrijkste. Alle dorpen die van eenzelfde voorvader afstammen en dezelfde hogon hebben, organiseren samen de dama. Er zijn dan veel dansers uit de verschillende dorpen bijeen en dat biedt de mogelijkheid onderlinge competities te houden tussen de dansers van dezelfde maskers. Vaak blijkt dat de beste dansers uit dezelfde families komen. Dansvaardigheid lijkt haast erfelijk. Elke ouder die speciale geheimen kent ter bescherming van de maskers en het verhogen van de kracht, snelheid of souplesse, geeft deze door aan zijn kinderen. Het meest opvallend is dit bij de steltlopers die fantastische sprongen kunnen maken of zonder hulp van anderen vanaf de grond overeind komen.

Het zal duidelijk zijn: zo’n dama is duur. Er moeten veel dieren worden geofferd en veel kalebassen gerstebier gebrouwen. In tijden van grote droogte stellen we de dama uit tot betere tijden, maar niet zonder de meest elementaire offers te geven zodat de ziel toch alvast op reis kan gaan. Gedurende de twee weken die de dama duurt, moeten de dansers elk contact met hun vrouw vermijden om de maskers puur te houden. Tegenwoordig neemt het dansen van de dama snel af door de komst van nieuwe religies als de islam en het christendom.

De waarde van de ceremonie of het feest hangt ook af van andere omstandigheden. Als bijvoorbeeld de regens uitblijven of de oogst dreigt te mislukken, wordt aan de ceremonies veel waarde toegekend en komen er veel maskers te voorschijn. Omgekeerd kan een zeer goede oogst ook leiden tot een uitgebreide plechtigheid. Als eenmaal het landbouwseizoen aanbreekt, organiseren we uitsluitend ceremonies en dama’s die we niet kunnen uitstellen. We hebben dan immers alle tijd nodig om op het land te werken. Bovendien hebben we in het voorafgaande droge seizoen al alle offers gebracht. In het landbouwseizoen kunnen we alleen maar afwachten wat Ama teruggeeft.

De sigi, het generatiefeest

De belangrijkste en oudste dans is de sigi. En eigenlijk is dit meer dan alleen een dans, het is een feest dat eenmaal in de zestig jaar wordt georganiseerd. Bij ons beslaat een generatie zestig jaar, vandaar dat we het ook wel het generatiefeest noemen. De sigi is geboren in het dorp Yougo Dogourou. Het feest wordt door alle Dogon gevierd, maar de meesten kunnen de diepere betekenis van de sigi niet doorgronden. Dat is voorbehouden aan degenen die de bovennatuurlijke wereld kunnen aanvoelen en begrijpen. Alle ceremonies en gebeurtenissen die betrekking hebben op de organisatie van dit generatiefeest, vinden plaats in een grot die voor buitenstaanders verboden terrein is, zelfs voor veel inwoners van Yougo Dogourou zelf.

De legende van de sigi

Toen de Dogon op de falaise kwamen wonen, was het een roerige en onrustige tijd vol met kleine oorlogen en ruzies met andere volken. Daarom stichtten we onze dorpen hoog tegen de rotswand, op plaatsen die moeilijk bereikbaar waren. Onze akkers lagen beneden in het dal of op vlakkere plekken rondom de dorpen.

Om deze velden te beschermen tegen dieren en kleine diefstallen werd de bewaking van de velden toegewezen aan de jonge kinderen. Kinderen zijn onschuldig en staan onbevangen tegenover de wereld. Ze beschikken nog over een zesde zintuig dat volwassenen hebben verloren door de zonden en fouten die ze hebben gemaakt. Daardoor konden de kinderen van Yougo Dogourou ‘s-morgens vroeg en tegen de schemering de ljewe, die hieryehan heten, op een rots zien zingen en dansen. Deze ljewe zagen eruit als heel kleine mensjes en droegen kleding van vezels en een kapje op hun hoofd.

Toen de kinderen hun ouders vertelden over deze wezentjes, werden de ouders nieuwsgierig, maar ze konden ze zelf niet zien. Daarom gaven de ouders de kinderen een pot met kiezelsteentjes. Elke keer als ze de ljewe zagen dansen, moesten ze proberen de wezentjes te raken met een steentje. Als een kiezelsteentje een ljewe zou raken, zou hij zichtbaar worden. De kinderen gingen weer naar de brousse en uiteindelijk lukte het een meisje, Yayenmeré, een ljewe te raken. Deze ljewe moest, om te kunnen ontsnappen, al zijn kleren uittrekken en liet deze achter op een rots. Het meisje nam de kleren mee naar huis, maar toen de avond viel, werd het kostuum plots omgeven door steeds meer en meer kleine lichtjes. Bang geworden borgen de Dogon het kostuum op in een afgesloten huis, maar toen de ochtend gloorde, was het verdwenen. Pas na lang zoeken vonden ze het het terug in een grot, die sindsdien de plek is waar alle ceremonies ter voorbereiding van de sigi plaatsvinden. En Yayenmeré? Zij werd dezelfde dag teruggevonden, gestorven aan een niet te stelpen bloeding.

Sirius B

Sinds deze gebeurtenis houden de inwoners van Yougo Dogourou elke twee jaar een groot feest in de grot, waarbij ze gerstebier aan de ljewe offeren. Ter nagedachtenis aan de manier waarop de ljewe was gevangen, gooien ze met veel plechtigheid een kiezelsteentje op een speciale plek in de grot. Telkens wanneer er dertig steentjes liggen en er dus zestig jaren zijn verstreken, nemen de ouderen van Yougo Dogourou tekenen op aarde en tussen de sterren waar. Er is een ster, volgens westerse onderzoekers Sirius B, die alleen vanuit de grot waargenomen kan worden en die steeds helderder wordt naarmate de tijd van de sigi nadert. Als alle tekenen goed staan, kondigen de ouderen van Yougo Dogourou de start van de sigi aan.

Het is goed mogelijk dat de ster die de ouderen zien, Siruis B is. Dit is echter niet zeker, omdat zelfs onder deze ouderen maar een enkeling de ster kan zien. Zij willen er niet alleen niets over vertellen, maar kunnen dit ook niet. Voor hen is deze ster de ster van de sigi en hoe anderen deze noemen of omschrijven, is volstrekt onbelangrijk. De ster is uiteindelijk maar een van de tekenen die hen tot het juiste tijdstip van het begin van de sigi leiden.

Het feest begint in Yougo Dogourou door de ingewijden in de sigi, dat wil zeggen de ouderen die tijdens de vorige sigi ingewijd zijn in de geheimen. Als er een sigi-feest nadert, worden uit elke wijk twee of drie kinderen gekozen die openstaan voor de andere wereld. Samen met volwassen ingewijden trekken zij voor langere tijd naar het bos om alles over de geheimen van de maskerdansen, de sigi en het sigi so te leren. De omstandigheden waaronder deze geheime taal tot de mensen is gekomen, bootsen we zoveel mogelijk na. De oude vrouw van wie de Dogon het sigi so ooit hebben geleerd, had geen bezittingen, geen eten en geen drinken. Deze vrouw was ook een ljewe en zij werd zo gestraft omdat ze de regels van de ljewe had overtreden.

Om de jongeren duidelijk te maken wat voor gevolgen het overtreden van de regels kan hebben en wat voor belangrijke geheimen ze te leren krijgen, leven ze tijdens deze leerperiode ook onder minimale omstandigheden. Het eten en drinken is heel eenvoudig en vaak dragen ze simpele kleren gemaakt van boombladeren. Na ongeveer een maand keren ze terug naar huis en behoren ze tot de ingewijden in de sigi en spreken het sigi so. Op deze manier blijft de kennis over het generatiefeest levend en puur. In de zestig jaar die zijn verstreken sinds de vorige sigi, is de kans groot dat er ongemerkt wijzigingen in de oude gebruiken zijn geslopen. Het generatiefeest is de gelegenheid om de kennis op te frissen en deze gebruiken weer in ere te herstellen. Pas als de kinderen alles hebben geleerd en terugkeren naar huis, begint het feest voor de rest van het dorp.

Het zijn de jongemannen die dansen, maar zij zijn gekleed in een vrouwenkostuum om het meisje Yayenmeré te eren aan wie de Dogon dit feest te danken hebben. Tussen de verschillende dansen rusten de dansers uit op een krukje, ze mogen de grond namelijk alleen aanraken met hun voeten. Tijdens het feest wordt voornamelijk gerstebier gedronken, er wordt weinig gegeten. De kinderen die te jong zijn om de initiatie in de brousse mee te maken, eten juist wel. Zij krijgen speciale gemalen gierst en dat gaat door tot drie jaar na de sigi. Ook kinderen die na de sigi zijn geboren, krijgen deze behandeling. Al deze kinderen beschouwen we alsof ze ook daadwerkelijk zijn ingewijd in de sigi. We doen dit aangezien de kans klein is dat deze jonge kinderen nog een volgende sigi mee zullen maken. De gemiddelde levensverwachting van een Dogon ligt namelijk onder de zestig jaar.

Westwaarts

Het feest begint altijd in Yougo Dogourou en wordt vervolgens westwaarts doorgegeven van dorp tot dorp. De overlevering vertelt namelijk dat het feest zich alleen van het oosten naar het westen mag verplaatsen. Alleen de oudere dorpen langs de falaise en boven aan de rotswand vieren de sigi, nooit nieuwere dorpen op de vlakte of verder van de rotswand af. Als de sigi in Yougo Dogourou is beëindigd, gaan jonge mannen uit het dorp met speciale stokken naar een aantal buurdorpen waar vervolgens de sigi begint. En zo verplaatst het feest zich door Pays Dogon, en het kan zijn dat de laatste dorpen pas maanden of zelfs enkele seizoenen later de sigi dansen dan in Yougo Dogourou.

De traditionele dansen

Naast de maskerdansen, die een ceremoniële functie hebben, kennen we ook traditionele dansen. Deze zijn al zeer oud en alleen maar voor het plezier. We dansen ze ‘s-nachts, anders dan de maskerdansen die alleen overdag plaats mogen vinden. De nacht is immers voor het plezier. Deze dansen laten van dorp tot dorp grote verschillen zien, er zijn honderden versies. Ze hebben één ding gemeen: het Dogonritme, een combinatie van danspassen, het geluid van de instrumenten en de liedjes die de dansers zingen. Vaak zijn de dansers gekleed in traditionele kostuums van katoen, rijk versierd met tekens, kralen en metalen plaatjes. Mannen en vrouwen dansen samen, waarbij ze op hetzelfde ritme een mannelijke en vrouwelijke variant tonen.