In het West-Afrikaanse land Mali leven de Dogon, een van de weinige Afrikaanse stammen die nog grotendeels hun oude gebruiken en tradities volgen. In tekst en beeld wordt in dit boek een volk gekenschetst. Het is een boek dat geen wetenschappelijke pretenties heeft, maar dat draait om het eigen verhaal van de Dogon uit de regio Ende. Het wordt verteld door de Dogon Issa Guindo, het is een verhaal van binnenuit.
Na zijn studie geschiedenis in Moskou liep Issa rond met het plan het verhaal van de Dogon op te tekenen. De Dogon kennen geen schriftelijke overlevering en hij voorzag dat door toenemende invloed van buitenaf en het wegtrekken van jongeren de wijsheid en rites van zijn volk zouden verdwijnen. Sindsdien is hij te rade gegaan bij ouderen in zijn regio en wilde hij hun verhalen opschrijven. Om het plan ten uitvoer te brengen had hij hulp van anderen nodig, want een fotograaf, een vormgever, een uitgeverij en financiers zijn niet zomaar voorhanden voor een Dogon. Via zijn werk als gids voor Baobab Reizen ontmoette hij ondergetekenden, twee Nederlanders, beiden gefascineerd door de Dogon en het land. Zij besloten het plan van Issa te realiseren.
In 2000 begonnen we met de uitvoering. Aan de hand van diverse thema’s vertelde Issa ons urenlang over het dagelijks bestaan van de Dogon, over de opbouw van de gemeenschap, over feesten, geboorte, ziek zijn, de dood, over dansen, architectuur, het gebruik van de aarde en de plaats in de kosmos. Hij kon daarbij niet alleen putten uit de talloze gesprekken die hij met de ouderen had gevoerd, maar ook uit zijn eigen achtergrond. Issa was zoon van Lewenindijou Guindo, een wijze man, afkomstig uit een familie met aanzien en invloed. Hij was dorpsoudste en vertegenwoordiger van de regio Ende. Vanuit die functie onderhield hij contacten met de regering van Mali. Toen Lewenindijou in 2000 op hoge leeftijd stierf, kwamen honderden mensen uit het hele land op muilezels beladen met geschenken naar de begrafenis en volgden er drie maanden van rituelen. Issa nam veel van de taken van zijn vader over. Bovendien begon hij een gidsenschool, om ook via die weg de overlevering van de Dogoncultuur zuiver te houden.
∗
In januari 2002 overleed Issa plotseling op 42-jarige leeftijd in de hoofdstad Bamako, waar hij naartoe was gebracht omdat hij leed aan hepatitis en malaria. Hij is daar begraven en niet in zijn geliefde Pays Dogon. Omdat hij veel aanzien genoot hebben de bewoners van zijn geboortedorp Ende verschillende ceremonies gehouden die gewoonlijk alleen aan ouderen zijn voorbehouden.
Dit boek wil een eerbetoon zijn aan Issa Guindo en de Dogon, een boek waarin het verhaal van een cultuur die aan het verdwijnen is, wordt verteld. Niet om krampachtig vast te houden aan het oude, dat lag niet in de aard van Issa. Het is gemaakt uit respect voor de cultuur van de Dogon en het streven naar integratie van oude gebruiken, normen en waarden in een moderne samenleving.
– Angelica Moker, Henko Wentholt