Hoofdstuk 11

Marlon stond op. Het was altijd weer vreemd om in een ander bed wakker te worden. Helaas had hij afgelopen nacht opnieuw in zijn bed geplast en dat terwijl hij zich nog zo had voorgenomen om dit keer droog te blijven. Hij opende zijn slaapkamerdeur. Eerst ging hij zich in de badkamer wassen, daarna zou hij zijn bed wel verschonen. Maar net op het moment dat hij de gang opliep, kwam Fred naar boven.

“Zin om zo samen een film te kijken?” vroeg hij en vriendschappelijk sloeg hij Marlon op zijn rug.

Gegeneerd bleef Marlon staan. Hij hoopte niet dat het opviel dat zijn pyjamabroek nat was. Voor de zekerheid hield hij zijn handen zo nonchalant mogelijkvoor zijn kruis. “Ikga douchen,” mompelde hij.

“Prima, dan wacht ik beneden op je.”

On the good ship Lollipop. It’s a sweet trip to a candyshop. Where bonbons play. On the sunny beach of Peppermint Bay.” Een klein meisje met blonde pijpenkrullen en een kort geblokt jurkje zong vrolijk voor zich uit. Kordaat liep ze door het gangpad van een vliegtuig, terwijl mannen haar, vanuit hun stoel, bewonderend toelachten.

Lemonade stands everywhere. Crackerjack bands fill the air. And there you are. Happy landing on a chocolate bar,” zong> ze met haar aandoenlijke meisjesstemmetje. Ze knipoogde naar de mannen, werd door hen op schoot genomen en daarna hoog opgetild. Al die tijd zong ze maar door, zelfs toen haar enorme lolly’s werden voorgehouden en haar neus in een slagroomtaart werd geduwd.

On the good ship Lollipop. It’s a night trip into bed you hop. And dream away. On the good ship Lollipop.” Met een vertrokken gezichtje wreef ze over haar buik, duidelijk misselijk van al het snoep dat de mannen haar hadden gegeven en viel vervolgens in hun armen in slaap.

“Wat een schatje, hè, die Shirley Temple,” zei Fred. Hij gebaarde dat Marlon naast hem kon komen zitten.

“Ik moet eigenlijk eerst aan mijn moeder vragen of ik wel een film mag kijken.”

Fred pakte de afstandsbediening van de glazen salontafel voor hem en zette het scherm resoluut uit. Plotseling was het akelig stil in de kamer. “Dan kijken we geen film,” zei hij en weer wenkte hij Marlon, sloeg naast zich op de zitting van de bank.

Marlon reageerde niet. Zijn moeder had hem geleerd om zowel de kinderen als de vader op afstand te houden. “Uit respect voor je eigen vader,” had ze hem gezegd. “Omdat je hem nooit mag vergeten.”

Fred keek hem verwijtend aan. “Da’s niet echt beleefd, hè?”

Marlon schudde trots zijn hoofd.

Fred zette zijn linkervoet op de rand van de salontafel, waardoor Marlon het merkwaardige enkelhorloge weer zag.

“Nou, zegje nog wat, joh? Of ben je nog steeds verlegen?” Hij lachte. “Nergens voor nodig hoor, want ik bijt niet.” Met een snelle hoofdbeweging joeg hij de haren uit zijn gezicht. “In wezen kun je me toch zelfs als je nieuwe vader zien?”

Marlon keek de man aan en knikte toegeeflijk. Het leek hem beter te zwijgen over het feit dat hij al een vader had. Alleen als het echt niet anders kon, mocht hij de waarheid zeggen. Bij andere gezinnen werd hij meestal gewoon gezien als het kind van zijn moeder. Maar iedere man die zijn moeder inhuurde was natuurlijk weer anders.

“Kijk, ik begrijp ook wel dat je mij nog moet leren kennen, maar dan moet je me daar wel de kans voor geven.” Fred stak een sigaar aan. “Vertel bijvoorbeeld eens: waar houdt een jongen zoals jij zich nu mee bezig?”

“Met bijen,” zei Marlon.

“Met bijen? O, je bedoelt natuurlijk de bloemetjes en de bijtjes!” Hij lachte. Een schorre lach die overging in een hoestbui, waardoor hij de sigaar even uit zijn mond moest halen.

“Zal ik een glaasje water halen?” Mar Ion wist inmiddels waar de keuken was en waar de glazen stonden. Daarbij was het een goed excuus om de kamer te verlaten.

“Nee jongen, het gaat wel. Het is die zure soep van gisteravond, hè. Heerlijk, daar niet van, maar op een of andere manier bezorgt die me oprispingen. Het enige dat ik nu nodig heb, is deze Montecristo.” Hij draaide de gloeiende kop van de sigaar naar zich toe, blies erin en vervolgde: “Maar vertel eens verder, hè?”

Tot zijn opluchting zag Marlon zijn moeder de kamer binnenkomen, waardoor hij een goed excuus had om een einde aan het gesprek te maken.

“Kom je ontbijten, Marlon?” vroeg ze, alsof het haar niet verbaasde dat ze hem in de woonkamer bij Fred aantrof.

“We beginnen elkaar net goed te leren kennen,” zei Fred met de teleurstelling van een kind dat zijn speelgoed moet opruimen.

“Daar is nog alle tijd voor,” zei ze en ze keek Marlon met opgetrokken wenkbrauwen aan.

En terwijl Marlon naar haar toe liep, zette Fred de film weer aan.