Lisa pakte Marlons bord aan en stond op van de bank. Tevreden constateerde ze dat hij goed had gegeten.
“Denk je dat meneer Peters naar Vlaanderen gaat nu zijn broer op sterven ligt?” vroeg Marlon, nadat hij haar over de brief had verteld. De wanhoop in Marlons stem echode in de aula, terwijl hij achter haar aan naar de keuken liep. “Hij schreef zelfs dat meneer Peters zijn loft zou erven, en daarmee bedoelt hij zijn huis. Zijn huis,” herhaalde hij, “dus misschien gaat meneer Peters zelfs wel in Vlaanderen wonen. En hoe moet het dan met de graven?” ging hij verder. “Hoe moet het dan met de bijen als wij er ook niet zijn? Vlaanderen is toch best ver weg?”
Ze zette de borden op het aanrecht en aaide hem over zijn krullen.
“Die brief van zijn broer zou inderdaad kunnen betekenen dat er wat gaat veranderen,” gaf ze toe, want net als Marlon verwachtte ze dat de beheerder op het verzoek van zijn doodzieke broer in zou gaan. Ze sloeg een arm om hem heen. De begraafplaats was Marlons enige zekerheid, dat besefte ze terdege. Zorgvuldig koos ze daarom haar woorden: “Wanneer we naar een nieuw gezin gaan, verandert er ook van alles, toch? Ieder huis is anders, de mensen zijn anders, maar uiteindelijk komt het allemaal goed. We passen ons aan en ik help de kinderen. Heel wat ervaringen rijker, komen we daarna op de begraafplaats terug. Nu is het meneer Peters’ beurt om iemand bij te staan. Maar ookhij zal hiernaar terugkeren, net zoals wij altijd terugkomen.” Ze deed haar best zo overtuigend mogelijk te klinken, maar eigenlijk had zijn bericht over de brief haar verontrust. Wanneer meneer Peters inderdaad naar Vlaanderen zou vertrekken, was de kans groot dat hij als beheerder werd vervangen en dan zouden zij hier niet langer kunnen blijven.
Tot haar opluchting slikte Marlon zijn tranen weg en knikte.
“Ik zal het eten voor meneer Peters even opwarmen,” zei ze, “dan mag jij het daarna naar hem toe brengen. Na zo’n treurig bericht, zal een warme maaltijd hem goeddoen.” Want ontheemd als ze was, besefte ze maar al te goed hoe belangrijk familie kon zijn.
De plastic handschoenen spanden om haar vingers. Behoedzaam liet ze ze in het sop glijden, op zoek naar de afwasborstel. Toen ze de houten steel te pakken had, begon ze de borden af te wassen. Ondanks deze praktische handeling, liet de ongerustheid haar niet los. Ze zou een oplossing moeten bedenken voor het eventuele vertrek van meneer Peters.
Terwijl ze de borden waste, zocht ze met haar tong een nog ongeschonden stukje wang en beet dit vervolgens kapot.
Ze had op het moment te veel aan haar hoofd, constateerde ze. Niet alleen moest ze een noodplan bedenken voor het geval de oude beheerder hen echt verliet, ook moesten de zaken bij Fred snel worden afgehandeld. Van Alena had ze inmiddels begrepen dat Lot haar mond over Fred had gehouden, maar dat ze over haar als huurmoeder uit de school had geklapt. Hiermee was Lisa’s status als verdachte nogmaals bevestigd. Gelukkig had Alena haar collega’s weer op een dwaalspoor gezet, waardoor ze van justitie voorlopig niets had te vrezen.
Ze zette een bord in het afdruiprek. De belangrijkste conclusie van Alena was dat Lot onder druk van Fred zweeg. Dit betekende dat Lot door hem werd bedreigd of liefde en aandacht van hem kreeg die ze eerder in haar leven had moeten ontberen. Lisa gokte op dit laatste. Achter Lots tegendraadse houding en doorleefde blik, ging een kwetsbaar meisje schuil. Een meisje dat zich kennelijk nog niet realiseerde dat haar leefomstandigheden konden verbeteren als ze alles aan Alena en Lisa overliet. Nu ze haar niet goedschiks hadden kunnen overtuigen, moesten er drastischer maatregelen worden getroffen en daarom was Lisa aan zet. Ze wist al hoe ze plan B ten uitvoer zou brengen. Allereerst moest Lot bij Fred weg. Hoe langer ze daar bleef, hoe minder kans dat ze Lisa zou vertrouwen. Want daar draaide het bij alle kinderen om: vertrouwen.