Hoofdstuk 9

Ze legde het vlees in de koelkast die verder vooral met restanten van de afhaalchinees was gevuld. Zoals beloofd had ze Marlon op zijn kamer opgesloten. Kennelijk was hij het al zo gewend om buitengesloten te worden, dat hij er tegenwoordig zelf om vroeg. Natuurlijk kon ze niet voorkomen dat hij in contact kwam met het nieuwe gezin. Maar de mate waarin en de manier waarop had ze het liefst zelf in de hand. Zij was immers de opvoeder. En ook al had Fred de illusie dat hij er een nieuw kind bij gekregen had, zij wist wel beter.

“Zo, jij gaat je culinaire beloften waarmaken, zie ik,” zei Fred, toen ze de deur van de koelkast sloot. Nonchalant leunde hij tegen de eettafel die in het midden van de ruime en modern ingerichte keuken stond.

Geschrokken keek ze hem aan, ze had hem niet binnen horen komen. “Vanavond zal ik jullie een van mijn specialiteiten voorzetten,” zei ze zo rustig mogelijk en ze liep naar de hal om haar jas op te hangen.

Fred kwam achter haar aan. “Marlon heeft zich nog nauwelijks laten zien, hè?”

“En ik heb Annelot nog niet ontmoet,” constateerde ze.

“Daar gaan we dan meteen verandering in brengen.” Hij riep naar boven en al snel hoorde Lisa zijn dochter de trap afkomen.

“Annelot Vermeulen!”

Zodra ze beneden was, sloeg hij een arm om haar heen.

In tegenstelling tot Victor, was zijn dochter klein voor haar leeftijd. En al keek ze Lisa aan met de blik van een doorleefde barjuffrouw, haar houding verraadde dat dit een pose was. Met haar zwarte T–shirt, verwassen spijkerbroek en restjes lak op haar teennagels, voldeed ze in alle opzichten aan het beeld dat Lisa van een onzeker pubermeisje had: krampachtig bezig haar onschuld te verbergen.

“Laten we het maar op Lot houden,” zei ze. En net als Lisa keek ze naar haar voeten waarmee ze nu ongeduldig op de tegelvloer tikte.

Lisa wilde haar op haar schouder kloppen, in een poging om haar gerust te stellen, maar Lot deed afstandelijk een stap achteruit.

“Je doet wel beleefd tegen je nieuwe moeder, hè!” waarschuwde Fred. “Geef Lisa eens netjes een hand!”

“Beleefdheid is niet nodig,” corrigeerde Lisa hem. Ze keek Lot vriendelijk aan. “Het is al fijn dat ik je even zie.” En dat meende ze. Nu wist ze in ieder geval zeker dat ze hier niet voor niets was gekomen. In alle opzichten was dit een meisje dat moederliefde nodig had.

“Wat je fijn noemt,” fluisterde Lot net hoorbaar terwijl ze zich omdraaide en weer naar boven ging.

“Die trekt wel bij,” zei Fred, terwijl ze samen naar de woonkamer liepen. “Maar hoe zit het nu met Marlon? Bijzondere naam, trouwens, of had ik dat al gezegd? Van Brando zeker? Machtig acteur. Je weet dat ik een liefhebber van Amerikaanse filmklassiekers ben?” Hij wees in de richting van het dressoir, waarop ingelijste portretten stonden.

Omdat mannen ervan hielden als ze interesse voor hun hobby’s toonde, liep Lisa naar de foto’s en bestudeerde ze. Ouderwetse gezichten, allemaal in zwart-wit, keken haar zelfverzekerd aan.

Fred kwam naast haar staan, pakte een foto van een jongeman die arrogant de lens in keek. “Recalcitrant. Dat was hij, die Brando. Net als mijn kinderen soms zijn. Tegen vreemden dan,” voegde hij eraan toe, “want voor mij doen ze alles.” Verontschuldigend keek hij haar aan. “Ze zullen alleen aan hun nieuwe moeder moeten wennen. Zo gaat dat met kinderen, hè?” Hij lachte voldaan naar de foto. “Weleens een film van hem gezien?” Zonder op antwoord te wachten schudde hij zijn hoofd. “Acteren kon je het eigenlijk niet meer noemen, hè. Hij werd het personage. Zo leefde hij zich in. Zoals in On the Waterfront.” Hij ging voor haar staan, trok een verwrongen gezicht en zei: “You don’t understand. I coulda had class. I coulda been a contender. I coulda been somebody.” Hij grinnikte voldaan. “Nou?”

Lisa lachte. “Dat was Marlon Brando?”

“Als Terry Malloy, werkelijk een glansrol.” Vaderlijk duwde Fred haar tegen zich aan en zei op samenzweerderige toon: “Wonderlijk, hè, dat mijn nieuwe zoon nu juist Marlon blijkt te heten?”

Lisa keek op haar horloge. “Ik denk dat we aan de slag moeten. Klaas kan hier ieder moment zijn.”

“Klaas, dat is waar ook,” zei hij, alsof hij het hele bezoek was vergeten en geschrokken liet hij haar los.

Alena Njegovana wist door haar beroep precies welke mannen potentiële cliënten zouden kunnen zijn. Ze had hun adres, kende hun woonsituatie en vooral hun behoeften. In eerste instantie reageerden de mannen meestal verbaasd of wantrouwend. Zelden hadden ze over een huurmoeder gehoord. Toch was er vaak niet veel voor nodig om hen te overtuigen. In alle gevallen was het alsof het aanbod van een huurmoeder als geroepen kwam. Het was daarom vooral een kwestie van timing. Op het juiste moment op de juiste plaats weten te zijn. Zoals bij Fred: net toen Klaas zich met zijn leven kwam bemoeien, had Alena Lisa naar voren geschoven.

Lisa kende Klaas niet, maar van Alena had ze begrepen dat hij een echt sociale-academietype was, met idealen die niet meer realistisch waren voor deze tijd.

“Het belangrijkste is dus dat we duidelijk maken dat we een stabiele relatie hebben,” zei Fred, terwijl hij de kisten nog snel de kamer uitschoof. Nu hij zich scheen te realiseren dat Klaas er ieder moment kon zijn, leek hij plotseling zenuwachtig. “Ziet het er zo een beetje netjes uit?” vroeg hij onzeker, nadat de kisten uit het zicht waren verdwenen.

Samen met Fred keek ze de kamer rond. Het was in ieder ge val wat leger.

“Misschien is het wel goed als we dan hier,” hij wees naar de witleren bank, “naast elkaar gaan zitten. Als jij dan mijn hand vastpakt, lijkt het helemaal echt.”

“Weet hij al van mijn bestaan?” vroeg Lisa.

“Nee. Jij bent vandaag de verrassing. Eén waar ze nietvan terug zullen hebben.” Hij lachte en op hetzelfde moment ging de deurbel.

“Blijf jij maar hier,” zei Fred en hij dirigeerde haar naar de bank. “Ga maar vast zitten, dan doe ik wel open.”

“Net als Brando zal ik een acteerprestatie van formaat neerzetten,” beloofde ze hem.