Lot was blij dat Marlon weer terug was. Het hele weekend had ze zich dood verveeld en wat afleiding kon ze nu wel gebruiken. Snel ging ze naar hem toe, maar toen ze de klink van zijn kamerdeur omlaag duwde, merkte ze dat die op slot zat. “Hé, doe eens open voor je zusje!” Met haar nagels roffelde ze op zijn deur.
“Als je zo nodig ergens op wilt tikken, kun je beter leren tapdansen,” merkte Fred op.
Geschrokken keek Lot om. Ze had hem niet aan horen komen.
Met de rug van zijn hand streek hij over haar wang. “Trouwens goed om te zien dat je je vandaag niet beschilderd hebt. Zo ben je namelijk veel mooier.”
Lot slikte. Ze hoopte dat hij meer aardige dingen tegen haar zou zeggen, zoals eerst, maar omdat hij verder niets zei, vroeg ze: “Hou je nog wel van me?”
Zijn ogen leken iets in haar gezicht te zoeken. “Het is gewoon even wennen voor me dat je ouder wordt.”
“Je wilt toch wel dat ik blijf?” vroeg ze onzeker. “Of wil je dat ik naar mama ga?”
“Zover hoeft het niet te komen,” zei hij en weer streek hij over haar wang. “Zeker niet als ik Klaas ervan kan overtuigen dat ik heel betrouwbaar ben.” Hij lachte. “Niet dat daaraan getwijfeld hoeft te worden, maar als het om kinderen gaat houden mensen als hij er nu eenmaal rigide opvattingen op na. Hij komt trouwens zo, misschien kun je maar beter naar je kamer gaan.”
Op dat moment kwam ook Lisa boven. “We kunnen ze ook weer naar de slager sturen, in plaats van ze hierboven te laten,” opperde ze. Ze keek vragend naar Fred terwijl ze met de sluiting van het ouderwetse beursje klikte.
Lot knikte enthousiast. Alles beter dan opgesloten te worden in haar kamer. Second Life had ze voorlopig wel weer gezien.
“Goed,” gaf Fred toe en hij wierp het haar uit zijn gezicht. “Als ze maar snel gaan. Klaas kan hier ieder moment zijn.”
Lisa pakte een sleutelbos waaraan een wit konijnenstaartje hing, en opende de deur van Marlons kamer.