Hoofdstuk 31

Marlon zat met zijn rug naar haar toe en reed verveeld met een wagonnetje over de rails heen en weer. Hij leek haar niet te hebben gehoord toen ze zijn kamer inkwam, of misschien deed hij maar alsof. Lisa liep om hem heen en bekeek hem, even ontroerd als anders en zag toen tot haar verbazing dat hij opgemaakt was. “Hoe kom je aan die make–up op je gezicht?” vroeg ze.

Verrast keek hij naar haar op, terwijl de parelmoerglans boven zijn ogen schitterde. “Heeft Lot gedaan,” antwoordde hij.

“Haal het er maar snel af.” Nu Lot met Marlon naar de slager mocht, dacht ze kennelijk dat alles geoorloofd was.

“Ik heb wat geleerd,” zei hij enthousiast. “Jij zegt: “You saw some money.””

“You saw some money?” vroeg ze verbluft. Het was een tekst die ze eerder had gehoord, maar ze kon zich niet zo snel herinneren waar.

“You don’t understand,” ging hij verder. “I coulda had class.”

Ze voelde de paniek in haar keel opwellen. Fred natuurlijk met zijn filmsterrenmanie.

“De rest weet ik niet meer,” mompelde Marlon teleurgesteld.

Lisa wist niet hoe ze moest reageren. Ze probeerde haar gedachten te ordenen. Lot en Marlon konden nog niet zo lang terug zijn van de slager. Ze had Fred zien staan, in de deuropening, ongedurig wachtend op hun komst. Klaas was al even weg en ze hadden hen inmiddels thuis verwacht. “Nu ik hier ben, zal het allemaal…” had ze zoals zo vaak gezegd. Dit keer had Fred haar onderbroken en uitgelegd dat hij zijn dochter steeds minder vertrouwde en dat de enige die daar verandering in kon brengen, Lot zelfwas. Teleurgesteld dat ze hem niet gerust kon stellen, was Lisa naar de keuken gegaan, in de hoop dat een goede lunch hem af zou leiden. Ze had het laatste vlees, varkensnieren, kort in de oven gegrild. Zij was dan ook niet ongerust over Lot en Marlon. Haar moederinstinct zei dat ze ieder moment thuis konden komen.

“Wat is er net gebeurd?” vroeg ze Marlon, die zijn treinbaan uit elkaar begon te halen.

“Lot heeft me opgemaakt en van Fred heb ik een tekst van Marlon Brando geleerd.”

“Zeker weten?” vroeg ze voor de zekerheid.

“Zeker weten,” bevestigde hij.

Gerustgesteld aaide ze over zijn hoofd. Hij had kennelijk alleen herhaald wat hij net had geleerd. Zoals hij de feitjes uit de encyclopedie bij meneer Peters soms ook wilde herhalen.

“Van Fred hoefje niets te leren,” zei ze. “Daarvoor heb je me neer Peters en mij.” En ze nam zich voor om hem weer snel eens les te geven.

“Als gloednieuwe vader mag ik mijn zoon toch wel het erfgoed van zijn naamgenoot bijbrengen? Dat heeft toch nog nooit iemand kwaad gedaan? Het is juist belangrijk dat kinderen iets meekrijgen van de wereld om hen heen, zeker als ze niet naar school gaan.” De kinderen sliepen al en Fred lag in zijn badjas op het met aangerimpeld satijn omgeven tweepersoonsbed en speelde verveeld met een afstandsbediening.

“Alleen wil ik liever degene zijn die hem die kennis bijbrengt,” zei Lisa. Ze had net haar nachthemd aangedaan en ging naast hem op bed zitten. Vermoeid drukte ze haar gezicht in haar handen. Ondanks een niet weg te wassen zweem varkensurine die haar handpalmen door het bereiden van de niertjes uitwasemden, ademde ze diep in. Ze had geluk. Het was bij het naspelen van een sleetse filmscène gebleven, toch was hij haar zoon al nader gekomen dan haar lief was. Ze keek hem weer aan. “Ik kan mijn beloften alleen nakomen als jij je aan de afspraken houdt.”

“Waarom eigenlijk wachten met het nakomen van je beloften?” vroeg Fred.

Lisa schonk hem haar meest verleidelijke lach, in de hoop hem af te leiden, want een antwoord kon ze hem nog niet ge ven.

Fred legde de afstandsbediening naast zich op het dekbed, opende zijn badjas en glimlachte verwachtingsvol naar haar.

Lisa ging naast hem liggen, keek naar zijn bleke erectie en naar zijn opgeblazen buik waarin de navel schuilging onder een vacht van donker haar. “Het is als met ciorba de burta,” zei ze, en werktuiglijk streek ze over zijn buikstreek. “Te vaak deze soep eten, zou de smaak ervan tenietdoen. Je moet de goede dingen in het leven juist doseren.” Ze zei het routineus, want ze had dit als huurmoeder al zo vaak tegen een man moeten zeggen.