Hoofdstuk 52

Lot liep de trap af, haar hand over de leuning glijdend. Ze vroeg zich af hoe de rechercheurs hadden gereageerd toen ze ontdekten dat zij ‘m was gesmeerd. Zou die Smits bedenkelijk aan zijn neusvleugel hebben gekrabd en die seksloze, met die moeilijke achternaam, weer van schrik een elastiek uit haar haar zijn verloren? Wat boeide het haar ook eigenlijk. Ze sprong van de laatste treden, landde soepel op de grond. Gewoon gezeik om niks, daar op het politiebureau. Volgens Fred was de Jeugd- en Zedenpolitie enkel opgericht om vroeg volwassenen zoals zij dwars te zitten. Ze had Fred gelijk moeten geven; ze hadden ze daar niet helemaal op een rijtje. Wat ze over Lisa beweerden sloeg bijvoorbeeld helemaal nergens op. Maar goed, met Lisa had ze niets te maken. Fred had haar waarschijnlijk weggestuurd, want ze had haar niet meer gezien. Alleen jammer van die krummelkop, hem mocht ze wel.

Voordat ze de woonkamer in ging, schikte Lot de kanten kraag van haar meisjesjurk. Normaal had ze een hekel aan deze jurk, maar vandaag deed ze ‘m graag voor Fred aan, het was immers een van zijn favorieten. Nu ze terug was van het bureau, had ze sinds lange tijd weer eens goed met hem kunnen praten. Hij had zijn excuses aangeboden voor zijn wantrouwen en uitgelegd dat hij bang was geweest om haar kwijt te raken. Kennelijk betekende ze veel meer voor hem dan ze tot nu toe had vermoed. En inderdaad: waar moest ze anders naartoe? Haar moeder zou haar met haar dronken kop alle hoeken van de kamer laten zien, als ze wist waar zij had uitgehangen. Nee, terug naar dat rommelige portiekflatje zou ze nooit gaan. Bovendien was het nu allemaal weer goed met Fred, ze hoefde helemaal niet weg. Ze deed de woonkamerdeur open. Hij stond al op haar te wachten.

“Je bent prachtig,” zei Fred. Hij liep op haar af en draaide haar bewonderend in het rond. “En het zal niet lang meer duren voordat de rest van de wereld dat ook ziet.”

Ze lachte, kon zich niet voorstellen dat ze de laatste tijd zo lullig tegen hem had gedaan.

Hij nam haar mee naar de bank. “Ik moet je iets verklappen,” zei hij ondeugend. “Er is al een bekende regisseur in je geïnteresseerd.”

“Echt?” vroeg ze ongelovig. “Wie dan?”

“In dit stadium kan ik dat nog niet zeggen, hè. Je weet toch hoe dat gaat? Onderhandelingen, contracten…Maar, ik zit dicht bij het vuur, om het maar zo te zeggen. En ik denk dat deze screentest hen helemaal van je kwaliteiten gaat overtuigen.”

“Hen?”

“Je bent te nieuwsgierig!” Hij lachte, roerde met zijn wijsvinger door een glas cola. “Hier, drink dit maar.” Hij overhandigde haar het glas. “Dan weten we zeker dat je niet nerveus bent tijdens de opnamen die ik zo van je ga maken.”

“Kun je echt nog niks vertellen?” Ze zette het glas aan haar lippen. De cola kon de zoute smaak van GHB nauwelijks verhullen, toch dronk ze door, ze wilde relaxed zijn, geen enkele belemmering voelen.

“Het enige dat ik kan zeggen is dat het een Nederlandse productie is.” Hij stak een sigaar aan. “Er komt dus wel wat seks in voor, maar ik heb gezegd dat je daar geen probleem mee hebt, want op preutse meisjes zit natuurlijk niemand in de filmwereld te wachten.”

Lot nam nog een slok en knikte. Op preutse meisjes zat niemand te wachten.

De studiolampen waren op haar gericht, beschenen haar met de felheid van de zon. De elpee met de bigbandmuziek speelde. Ze slikte het zout weg, lachte ondeugend en fluisterde: “Boys!” Het witte tapijt golfde onder haar, ze golfde mee, handen op haar knieën, bovenlichaam naar voren gericht: “My name is…Lolita.” Zo verlegen mogelijk streek ze over haar jurkje. “And ehm…” Ze haalde haar hand door haar haren. “I’m not supposed to play…” Nu draaide ze zich met haar rug naar de camera en keek steels om. “…with boys.”

Vanachter de filmcamera knikte Fred haar goedkeurend toe.

Nu moest ze met de bigband meezingen, net als Marilyn Monroe ooit gedaan had. “If I invite a boy some night.” Goed zo, ze klonk niet onaardig. Tegelijk wiegde ze met haar heupen, spreidde haar armen. “To dine on my fine food and haddie.” Victor achter haar, zijn handen om haar heupen. “I just adore, his asking for more. But my heart belongs to Daddy.” Speels duwde ze Victor van zich af, precies zoals Fred dit graag zag: eerst de afwijzing, daarna pas zwichten. “Yes, my heart belongs to Daddy. So I simply couldn’t be bad. Yes, my heart belongs to Daddy. Da, da, da, da, da, da, da, da, Daaad…”

Ondanks het golvende tapijt probeerde ze rechtop te blijven en op dat moment zag ze het, in Freds donkere ogen: ze was goed, ze was verdomd goed.