Is het dan zo vreemd dat we klagen? Klagen hebben we tot kunst verheven. We schrijven de manager of directeur aan en eisen dat er iets verandert. Het is niet voldoende om veelbetekenende blikken te wisselen met anderen of om sarcastisch te worden, of om anderen aan jouw kant te krijgen. Je klimt in de pen. Je weet dat het op tranen en overgeven uitdraait, maar toch ga je een correspondentie aan om het allemaal van je af te schrijven. En als je er eenmaal mee begint, dan laatje het niet meer los.
Ik schrijf inderdaad heel veel klachtenbrieven. Ik heb er niet echt tijd voor, maar het helpt me om mijn woede te beheersen.
—Sheila Hancock
Natuurlijk is het resultaat van flink klagen dat je uiteindelijk iets koopt waardoor je onherroepelijk belandt in het land van de oude knorrepotten. Iets dat je imago grondig en voorgoed naar de knoppen helpt: een eigen papiervernietiger. Maar ze maken wel een bevredigend geluid als de papieren erdoor lopen.
We krijgen gewoon te veel informatie. Als het geen intieme details zijn over het liefdesleven van Beertje van Beers of smerige uiteenzettingen over het klysma van Patty, dan is het wel stomme informatie die je van je nieuwe horloge krijgt—informatie waarvan je niet eens kunt voorstellen dat je het ooit nodig zal hebben. Het ding vertelt je bijvoorbeeld wanneer het hoog water is in Singapore of op welke dag over twee jaar Allerzielen valt. Je hersens lopen vol, je kop doet zeer. Zelfs de eenvoudigste eierwekker heeft een handleiding waar je je in twaalf talen een heel weekeinde zoet mee kunt houden. Als je echt zou willen weten waar alle knopjes op je cd-speler of in je auto precies voor dienen, dan moet je een cursus volgen in plaats van de handleiding lezen. En zes maanden later natuurlijk een opfriscursus, hoewel ze dan natuurlijk het model weer hebben veranderd. Ik wil al die informatie niet. Ik wil een horloge dat me vertelt hoe laat het is in mijn eigen tijdzone en zonder dat ik mijn bril nodig heb of tijd moet verspillen aan gedoe met batterijtjes of uitvinden hoe ik het ding überhaupt aan de praat kan krijgen. Ik zou zelfs meer willen betalen voor een horloge zonder al die toeters en bellen. Goede tip: vraag meer geld en geef er minder voor terug. Ik beloof je dat dat een succesformule is.
Als ik naar Albert Heijn ga—ik bedoel de winkel zelf- dan ren ik de zaak door als een idioot en wil ik iedereen opzij schuiven. Ik erger me blauw omdat ze weer dingen op een andere plek hebben gezet. Meestal krijg ik dan het gevoel dat ik de zaak over wil nemen en alles wil reorganiseren. Fluitje om mijn nek en iedereen commanderen als een legeraanvoerder. Ik zie mezelf wel op zo'n verhoging staan zoals verkeersagenten in arme landen, zodat ik de rij voor 'minder dan zeven artikelen' in de gaten kan houden en met mijn fluit mensen tot de orde kan roepen en diegenen publiekelijk te kakken kan zetten die dat 'volgende klant AUB'—bordje niet op de band zetten. Zodat alles wat vlotter verloopt. Als het moet, dan moeten we hier en daar maar een bejaarde omleggen die niet snel genoeg met het kleingeld is. Ik heb haast en iedereen mag het weten. Ik reageer precies zo op het postkantoor, in restaurants en in hotels—ik wil alles overnemen en op mijn manier laten werken.
Ik zet thee alsof ik aan een tv-spelletje meedoe waar degene die het snelste is, een reis voor twee personen naar Curaçao wint. Ik open in razende vaart de vriezer, de koelkast en de keukenkastjes met de efficiëntie van een bewegingsdeskundige en weet in ongeveer achttien minuten gebakken aardappelen met kaas en salade op tafel te zetten. Knorrepot zou er ongeveer een uur voor nodig hebben, want hij is niet in staat om meer dan één ding tegelijk te doen. Ik heb de was uit de machine gehaald, ik heb de bedden opgemaakt die vanochtend niet gedaan waren want het gaat er niet om of ze zo meteen weer gebruikt gaan worden; ik heb met de hond gewandeld, de kat gevoerd, de post gelezen, de spullen bij elkaar gezocht die morgen nodig zijn voor Verzorging, en dat alles in veertig minuten. Maar ik voel me waardeloos. Toen de kinderen kleiner waren, kon ik nu wat tijd met ze doorbrengen—iets voorlezen of ze helpen met een schilderij terwijl ik tegelijk een kaas-soufflé maakte en e–mail haal. Tegenwoordig zitten de kinderen voor de buis en kijken ze naar talloze slechte Amerikaanse sitcoms op een van de RTL's. Om wanhopig van te worden.