Twintig
‘Wil je echt met me trouwen?’ fluistert hij, vol ongeloof.
Ik knik zenuwachtig, blozend en verschrikt en enigszins verward door zijn reactie – deze man van wie ik dacht dat ik hem kwijt was. Hoe kan het toch dat hij niet begrijpt hoeveel ik van hem hou?
‘Zeg het,’ beveelt hij zacht, zijn blik intens en vurig.
‘Ja, ik wil met je trouwen.’
Hij ademt scherp in en beweegt plotseling, pakt me vast en draait me rond op een beduidend on-Vijftig-achtige manier. Hij lacht, jong en zorgeloos, hij straalt van gelukzalige opwinding. Ik klem me vast aan zijn armen om niet te vallen, en voel hoe zijn spieren onder mijn vingers rollen, en zijn aanstekelijke lach tilt me op – duizelig, beduusd, een meisje dat hopeloos en grenzeloos verliefd is op haar prachtige man. Hij zet me neer en kust me. Hard. Zijn handen aan weerszijden van mijn gezicht, zijn tong doortastend... opwindend.
‘O, Ana’, zijn adem op mijn lippen, zijn kreet maakt me dronken van blijdschap. Hij houdt van me, daar twijfel ik niet aan, en ik geniet intens van de smaak van deze heerlijke man, deze man van wie ik dacht dat ik hem misschien nooit meer zou zien. Zijn geluk is overduidelijk – zijn ogen glinsteren, zijn jeugdige glimlach – en zijn opluchting is bijna tastbaar.
‘Ik dacht dat ik je kwijt was,’ zeg ik, nog altijd verdwaasd en ademloos door zijn kus.
‘Schatje, er is meer voor nodig dan een defecte 135 om me bij je weg te houden.
‘135?’
‘Charlie Tango. Het is een Eurocopter 135, de veiligste in zijn klasse.’ Een onbenoembare maar duistere emotie flitst over zijn gezicht, en leidt me af. Wat verzwijgt hij? Voordat ik het hem kan vragen, valt hij stil en kijkt naar me, fronsend, en even denk ik dat hij het me gaat zeggen. Ik knipper en kijk omhoog in zijn ondoordringbare grijze ogen.
‘Wacht eens even. Je hebt me dit gegeven voordat we bij Flynn waren geweest,’ zegt hij, en houdt de sleutelhanger omhoog. Zijn blik is er bijna een van afschuw.
Lieve help, waar wil hij heen? Ik knik, en hou mijn gezicht in de plooi.
Zijn mond valt open.
Ik haal verontschuldigend mijn schouders op. ‘Ik wilde dat je zou weten dat wat Flynn ook zou zeggen, het voor mij niets zou uitmaken.’
Christian knippert met zijn ogen, vol ongeloof. ‘Dus gisteravond, toen ik je smeekte om een antwoord, toen had ik het al die tijd al?’ Hij is ontzet. Ik knik weer, en probeer angstvallig zijn reactie te peilen. Hij staart naar me, stomgeslagen van verwondering. Maar dan worden zijn ogen kleiner en zijn mond krult geamuseerd.
‘En ik me maar druk maken,’ fluistert hij op duistere toon. Ik grinnik naar hem en haal weer mijn schouders op. ‘O nee, nu niet proberen schattig te doen om er onderuit te komen, mevrouw Steele. Het enige wat ik nu wil...’ Hij haalt zijn vingers door zijn haar, schudt dan zijn hoofd en verandert van tactiek.
‘Ongelooflijk, dat je me zo hebt laten bungelen.’ Zijn gefluister is doorspekt met ongeloof. Zijn uitdrukking verandert licht, een gemene glinstering in zijn ogen, zijn mond gekruld tot een dierlijke glimlach.
O hemel. Er loopt een rilling langs mijn rug. Wat denkt hij?
‘Ik geloof dat dit om vergelding vraagt, mevrouw Steele,’ zegt hij zachtjes.
Vergelding? O shit! Ik weet dat hij met me speelt – maar ik doe toch een voorzichtige stap achteruit.
Hij grijnst. ‘Is dat het spelletje?’ fluistert hij. ‘Want ik vang je.’ En zijn ogen branden van felle, speelse intensiteit. ‘En nu bijt je ook nog eens op je lip,’ zegt hij dreigend.
Alles in mijn lichaam spant zich aan. O hemel. Mijn toekomstige echtgenoot wil spelen. Ik doe nog een stap achteruit, draai me om en wil wegrennen – maar tevergeefs. Christian pakt me beet, en in een moeiteloze beweging, terwijl ik gil van verrukking, verrassing en schok, gooit hij me over zijn schouder en loopt de gang in.
‘Christian!’ sis ik, wetende dat José boven is, al is het niet waarschijnlijk dat hij ons zou kunnen horen. Ik hou me vast door zijn onderrug beet te pakken, en in een moment van impulsieve dapperheid geef ik hem een mep op zijn billen. Hij mept me net zo snel terug.
‘Au!’ krijs ik.
‘Tijd om te douchen,’ verklaart hij triomfantelijk.
‘Zet me neer!’ Ik probeer afkeurend te klinken, maar dat mislukt hopeloos. Mijn gespartel is zinloos – zijn arm stevig om mijn dijen geklemd – en om de een of andere reden kan ik niet ophouden met giechelen.
‘Ben je gehecht aan deze schoenen?’ vraagt hij op geamuseerde toon terwijl hij de deur naar de badkamer opendoet.
‘Ik heb liever dat ze de grond aanraken.’ Ik probeer te snauwen, maar dat is niet heel effectief omdat ik mijn lach niet kan onderdrukken.
‘Uw wens is mijn bevel, mevrouw Steele.’ Zonder me neer te zetten doet hij mijn schoenen uit en laat ze met luid gekletter vallen op de tegelvloer. Hij houdt even stil bij de wastafel en leegt zijn broekzakken – lege BlackBerry, sleutels, portemonnee, de sleutelhanger. Ik kan me nauwelijks voorstellen hoe ik er vanuit deze hoek uitzie in de spiegel. Zodra hij klaar is, loopt hij resoluut naar zijn enorme douche.
‘Christian!’ roep ik luid – het is nu duidelijk wat hij van plan is.
Hij doet de kraan vol aan. Jemig! IJskoud water regent neer op mijn billen, en ik gil – en hou vervolgens weer in, herinner me ineens dat José zich direct boven ons bevindt.
Het is koud en ik heb al mijn kleren aan. Mijn jurk, mijn ondergoed en mijn bh zijn allemaal doordrenkt met snijdend koud water. Ik ben door- en doornat, en ik kan niet ophouden met giechelen.
‘Nee!’ gil ik. ‘Zet me neer!’ Ik geef hem weer een mep, harder nu, en Christian laat me los, laat me langs zijn nu kletsnatte lichaam glijden. Zijn witte overhemd is aan zijn borst vastgeplakt en zijn broek is doordrenkt. Ik ben ook drijfnat, rood aangelopen, wiebelig en buiten adem, en hij kijkt op me neer met een grote grijs, en ziet er zo... ongelooflijk sexy uit.
Hij herpakt zich, zijn ogen glanzen, en hij houdt mijn gezicht weer in zijn handen, brengt mijn lippen naar de zijne. Zijn kus is teder, koesterend en leidt me volkomen af. Het kan me niet meer schelen dat ik aangekleed en kletsnat onder Christians douche sta. Wij staan samen onder het stromende water. Hij is terug, hij is veilig, hij is van mij.
Mijn handen bewegen volledig uit zichzelf richting zijn overhemd dat iedere welving van zijn borstkas accentueert, zijn borsthaar zichtbaar onder de natte witte stof. Ik trek zijn overhemd uit zijn broek, en hij kreunt tegen mijn mond aan, maar zijn lippen verlaten geen seconde de mijne. Terwijl ik zijn overhemd losknoop, gaan zijn vingers richting mijn rits, trekken de sluiting langzaam naar beneden. Zijn lippen worden indringender, uitdagender, zijn tong neemt bezit van mijn mond – en mijn lichaam spat uiteen van verlangen. Ik ruk hard aan zijn overhemd, scheur het open. De knoopjes vliegen in het rond, ketsen af tegen de tegels en verdwijnen op de vloer van de douche. Terwijl ik de doorweekte stof van zijn natte schouders en armen afstroop duw ik hem tegen de muur, dwarsboom zijn pogingen mij uit te kleden. ‘Manchetknopen,’ zegt hij, en houdt zijn polsen omhoog, daar waar zijn overhemd als een natte lap naar beneden hangt.
Met bevende vingers, maak ik eerst een en dan de andere mouw los, laat zijn gouden manchetknopen argeloos op de tegelvloer vallen, gevolgd door zijn overhemd. Met zoekende ogen kijkt hij in de mijne, door het vallende water heen, zijn blik vurig en beestachtig. Ik grijp naar zijn gulp, maar hij schudt zijn hoofd en pakt me bij mijn schouders, draait me om zodat ik met mijn rug naar hem toe sta. Hij bereikt eindelijk het einde van de lange weg zuidwaarts van mijn ritssluiting, strijkt mijn natte haren weg van mijn hals, en met zijn tong draalt hij van mijn nek naar mijn haarlijn en weer terug, kussend en zuigend.
Ik kreun en hij doet langzaam mijn jurk uit, begint bij mijn schouders, langs mijn borsten, kust mijn nek net onder mijn oor. Hij doet mijn bh los en duwt hem van mijn schouders, bevrijdt mijn borsten. Zijn handen reiken naar voren en pakken ieder een borst vast terwijl hij goedkeurend in mijn oor mompelt.
‘Zo mooi,’ fluistert hij.
Mijn armen zitten vastgeklemd door de bandjes van mijn bh en mijn jurk, die half onder mijn borsten hangen, mijn armen nog altijd in de mouwen, maar mijn handen zijn vrij. Ik rol mijn hoofd naar achteren, zodat Christian beter bij mijn nek kan en druk mijn borsten in zijn magische handen. Ik reik achter me en verwelkom de hapering in zijn ademhaling wanneer mijn zoekende vingers contact maken met zijn erectie. Hij duwt zijn kruis tegen mijn gretige handen. Verdomme, waarom liet hij mij zijn broek niet uitdoen?
Hij trekt aan mijn tepels, en terwijl ze harder worden en meegeven onder zijn ervaren aanraking, verdwijnen alle gedachten aan zijn broek en piekt het genot scherp en vol verlangen in mijn buik. Ik leg mijn hoofd naar achteren, tegen hem aan, en kreun.
‘Ja,’ zegt hij hees en draait me weer om, vangt mijn mond met de zijne. Hij pelt mijn bh, jurk en slipje naar beneden zodat ze samen met zijn overhemd in een nat hoopje op de douchevloer liggen.
Ik pak de douchegel die naast ons staat. Christian verstijft als hij beseft wat ik ga doen. Terwijl ik hem recht in de ogen kijk, knijp ik wat van de heerlijk geurende gel op mijn handpalm en houd mijn hand voor zijn borst, wachtend op een antwoord op mijn stille vraag. Zijn ogen worden groot en hij knikt nauwelijks waarneembaar.
Ik leg mijn hand voorzichtig op zijn borstbeen en begin de zeep in zijn huid te masseren. Zijn borst zwelt met zijn scherpe inademing, maar hij blijft stokstijf staan. Na een tel pakt hij mijn heupen vast, maar hij duwt me niet weg. Hij kijkt me argwanend aan, zijn blik eerder intens dan angstig, maar zijn mond een beetje open terwijl zijn ademhaling sneller wordt.
‘Is dit oké?’ fluister ik.
‘Ja.’ Zijn korte, hese antwoord is bijna een snak naar adem. Ik moet terugdenken aan al die keren dat we samen onder de douche hebben gestaan, maar die keer bij de Olympic is een bitterzoete herinnering. En nu mag ik hem aanraken. Ik was hem, teken tedere cirkels op zijn huid, was mijn man, ga door richting zijn onderarmen, over zijn ribben, neerwaarts over zijn platte, strakke, buik, volg het zachte spoor van haartjes op zijn onderbuik, richting de band van zijn broek.
‘Mijn beurt,’ fluistert hij en pakt de fles shampoo, hij zorgt ervoor dat we niet langer binnen het bereik van het stromende water staan, hij knijpt wat boven op mijn hoofd.
Ik denk dat dit het teken is dat ik moet stoppen hem te wassen, dus haak ik mijn vingers in de band van zijn broek. Hij werkt de shampoo in mijn haar, zijn sterke, lange vingers masseren mijn hoofdhuid. Ik kreun van dankbaarheid, sluit mijn ogen en geef me over aan de hemelse sensatie. Na alle stress van deze avond is dit precies wat ik nodig heb.
Hij grinnikt en ik open een oog, zie hoe hij naar me glimlacht. ‘Lekker?’
‘Hmm...’
Hij grijnst. ‘Vind ik ook,’ zegt hij, en buigt voorover om mijn voorhoofd te kussen, terwijl zijn vingers doorgaan met hun heerlijke, stevige massage van mijn hoofdhuid.
‘Draai je om,’ zegt hij autoritair. Ik doe wat me gezegd wordt, en zijn vingers kneden langzaam mijn hoofd, ze wassen, ontspannen, houden van me. O, dit is hemels. Hij pakt meer shampoo en wast de lange lokken die op mijn rug hangen. Wanneer hij klaar is, zet hij me terug onder de douche.
‘Leun met je hoofd naar achteren,’ beveelt hij zachtjes.
Ik volg zijn bevel gewillig op, en hij spoelt het zeepsop voorzichtig weg. Als hij klaar is, sta ik weer oog in oog met hem en ga direct aan de slag met zijn broek.
‘Ik wil je helemaal wassen.’
Ik fluister. Hij lacht die schuine lach van hem en steekt zijn handen omhoog in een gebaar dat betekent ‘Ga je gang, schatje.’ Ik grijns: het is net pakjesavond. Zijn gulp heb ik snel open, en zijn broek en boxershort vallen al snel boven op het hoopje kleren dat er al lag. Ik sta en pak de douchegel en de spons.
‘Het lijkt erop dat je blij bent me te zien,’ zegt ik droog.
‘Ik ben altijd blij om u te zien, mevrouw Steele.’ Hij grijnst zelfgenoegzaam.
Ik zeep de spons in, en hervat mijn reis over zijn borst. Hij is meer ontspannen – misschien komt dat doordat ik hem niet direct aanraak. Ik ga zuidwaarts, over zijn buik, de donkere streep haartjes, door zijn schaamhaar en naar beneden over zijn erectie.
Ik kijk hem even snel aan, en hij kijkt naar me met omfloerste ogen en sensueel verlangen. Hmm... Deze blik bevalt me wel. Ik laat de spons vallen en gebruik mijn handen, pak hem stevig vast. Hij sluit zijn ogen, legt zijn hoofd naar achteren en kreunt, duwt zijn heupen tegen mijn handen.
O yes! Het is zo opwindend. Mijn innerlijke godin is weer terug na haar avond vol hopeloos heen-en-weer-geschommel en gehuil in een hoekje van de kamer, en ze draagt haar sloerierode lippenstift.
Zijn vurige ogen vangen ineens de mijne. Hij herinnert zich iets.
‘Het is zaterdag,’ roept hij, zijn ogen branden met geile verwondering, en hij pakt me bij mijn heup, trekt me naar zich toe en kust me wild.
Whoa – de snelheid wordt opgeschroefd!
Zijn handen glijden rap over mijn gladde, natte lijf, naar mijn vagina, zijn vingers verkennen, plagen, en zijn mond is ongenadig, beneemt me de adem. Zijn andere hand woelt door mijn natte haren, houdt me op mijn plek terwijl ik de volle kracht van zijn ongebreidelde passie onderga. Zijn vingers bewegen in me.
‘Ahh,’ kreun ik in zijn mond.
‘Ja,’ sist hij, en tilt me op, zijn handen onder mijn billen. ‘Wikkel je benen om me heen, schatje.’ Ik vouw mijn benen om hem heen, en ik hang om zijn nek als een aapje. Hij pint me vast tegen de muur van de douche, en stopt even, kijkt naar me.
‘Ogen open,’ fluistert hij. ‘Ik wil je zien.’
Ik kijk, knipper met mijn ogen, mijn hart bonst, mijn bloed klopt heet en zwaar door mijn lijf, verlangen, puur en wild giert door mijn aderen. Dan komt hij o zo langzaam bij me naar binnen, hij vult me op, eist me op, huid tegen huid. Ik duw tegen hem aan en kreun hard. Eenmaal volledig in me, houdt hij weer stil, zijn gezicht gespannen, intens.
‘Je bent van mij, Anastasia,’ fluistert hij.
‘Voor altijd.’
Hij lacht triomfantelijk en beweegt, ik hap naar adem.
‘En nu mag iedereen het weten, want jij hebt ja gezegd.’ Zijn toon is stemmig, en hij buigt zich iets voorover, vangt mijn mond met de zijne, en begint te bewegen... langzaam en heerlijk. Ik sluit mijn ogen en leg mijn hoofd naar achteren terwijl mijn lichaam zich kromt, mijn wil geeft zich over aan de zijne, slaaf van zijn bedwelmend trage ritme.
Zijn tanden schampen mijn kaak, mijn kin, en naar beneden langs mijn hals; hij versnelt, duwt me verder, hoger – weg van het aardse, de douchestralen, de angst eerder die avond. Er is niets anders dan mijn man en ik die samen bewegen als één – allebei volkomen opgegaan in de ander – ons gehijg en gekreun vermengen zich. Ik geniet van het uitzinnige gevoel dat hij bezit van me neemt, terwijl mijn lichaam om hem heen in volle bloei komt.
Ik had hem kwijt kunnen raken... en ik hou van hem... Ik hou zoveel van hem, en ineens word ik overspoeld door de grootsheid van mijn liefde en de diepte van mijn verbintenis met hem. Ik zal de rest van mijn leven van deze man houden, en met die gigantische, alles ontstijgende gedachte, ontplof ik om hem heen – een helend, zuiverend orgasme, ik schreeuw zijn naam terwijl de tranen over mijn wangen stromen.
Hij bereikt zijn hoogtepunt en komt diep in me klaar. Zijn gezicht verborgen in mijn nek, zakt hij naar de grond, houdt me stevig vast, kust mijn gezicht, en kust mijn tranen weg terwijl het water om ons heen neerkomt en ons schoonwast.
‘Mijn vingers zijn helemaal gerimpeld,’ zeg ik, voldaan en natollend, terwijl ik tegen zijn borst leun. Hij brengt mijn vingers naar zijn lippen, en kust ze, één voor één.
‘We moeten maar eens onder de douche vandaan.’
‘Ik vind het hier prettig.’ Ik zit tussen zijn benen en hij houdt me dicht tegen zich aan. Ik wil me niet verroeren.
Christian mompelt zijn goedkeuring. Maar ineens ben ik doodmoe, wereldmoe. Er is zoveel gebeurd afgelopen week – genoeg drama voor een heel leven – en nu ga ik trouwen. Ik moet ineens giechelen van ongeloof.
‘Is er iets grappigs, mevrouw Steele?’ vraagt hij liefdevol.
‘Het is een drukke week geweest.’
Hij grijnst. ‘Dat kun je wel zeggen.’
‘Ik ben zo dankbaar dat je heelhuids terug bent gekomen, meneer Grey,’ fluister ik, ontnuchterd door de gedachte aan wat er had kunnen gebeuren. Hij verstijft, en ik heb meteen spijt dat ik hem eraan heb herinnerd.
‘Ik was bang,’ geeft hij tot mijn verbazing toe.
‘Toen het gebeurde?’
Hij knikt, zijn uitdrukking serieus.
Holy shit. ‘Dus je deed er zo luchtig over om je familie gerust te stellen?’
‘Ja. Ik vloog veel te laag om veilig te landen. Maar op de een of andere manier lukte het toch.’
Shit. Ik kijk hem in zijn ogen, en hij ziet er bedrukt uit, terwijl het water over ons heen stroomt. ‘Hoe link was het?’ Hij kijkt me aan.
‘Heel link,’ hij is even stil. ‘Heel even was ik bang dat ik je nooit meer zou zien.’
Ik omhels hem stevig. ‘Ik kan me geen leven zonder jou voorstellen, Christian. Ik hou zoveel van je dat het me bang maakt.’
‘Ik ook,’ zucht hij. ‘Mijn leven zou leeg zijn zonder jou. Ik hou zoveel van je.’ Zijn armen omhelzen me nog steviger en hij drukt zijn neus in mijn haren. ‘Ik laat je nooit meer gaan.’
‘Ik wil niet gaan, nooit.’ Ik zoen zijn nek, en hij buigt voorover en kust me zacht.
Even later komt hij in beweging. ‘Kom. Ik droog je af en stop je in bed. Ik ben doodop en jij ziet er afgemat uit.’
Ik leun achterover en trek een wenkbrauw omhoog door zijn woordkeus. Hij houdt zijn hoofd scheef en grijnst naar me.
‘Wilt u iets zeggen, mevrouw Steele?’
Ik schud van nee en ga wat onbeholpen staan.
Ik zit in bed. Christian stond erop om mijn haar te föhnen – hij is er erg goed in. Hoe dat zo is gekomen is geen fijne gedachte, dus wuif ik die direct weg. Het is al na twee uur ’s nachts, en ik wil gaan slapen. Christian kijkt naar me en bekijkt de sleutelhanger nog eens aandachtig voordat hij in bed klimt. Hij schudt zijn hoofd, nog steeds vol ongeloof.
‘Dit is zo gaaf. Het beste verjaardagscadeau dat ik ooit heb gekregen.’ Hij kijkt me aan, zijn blik teder en warm. ‘Beter zelfs dan mijn getekende Giuseppe DeNatale-poster.’
‘Ik had het je eerder willen vertellen, maar aangezien het je verjaardag was... Wat geef je iemand die alles al heeft? Dus ik dacht, ik geef je... mij.’
Hij legt de sleutelhanger op het nachtkastje en komt dicht tegen me aan liggen, trekt me tegen zich aan zodat we lepeltje lepeltje liggen.
‘Het is perfect. Net zoals jij.’
Ik grijns, al kan hij de uitdrukking op mijn gezicht niet zien. ‘Ik ben allesbehalve perfect, Christian.’
‘Grijnst u naar mij, mevrouw Steele?’
Hoe weet hij dat? ‘Misschien.’ Ik giechel. ‘Mag ik je iets vragen?
‘Natuurlijk,’ hij drukt zijn neus tegen mijn nek.
‘Je hebt me niet gebeld toen je op de terugweg was uit Portland. Ging dat echt om José? Maakte je je zorgen dat ik hier alleen was met hem?’
Christian geeft geen antwoord. Ik draai me om om hem aan te kijken, zijn ogen zijn opengesperd als ik hem terechtwijs.
‘Heb je enig idee hoe belachelijk dat is? Hoeveel angst jij je familie en mij hebt aangejaagd? We houden allemaal heel veel van je.’
Hij knippert een paar keer met zijn ogen en geeft me zijn verlegen glimlach. ‘Ik had geen idee dat jullie zo bezorgd zouden zijn.’
Ik knijp mijn lippen samen. ‘Wanneer breek ik eindelijk door dat blok beton voor je hoofd heen en zie je in dat er van je gehouden wordt?
‘Blok beton?’ Hij trekt verrast zijn wenkbrauwen op.
Ik knik. ‘Ja. Beton.’
‘Ik heb niet het idee dat mijn uitzicht beperkt wordt door een blok beton.’
‘Ik meen het! Probeer me eens niet aan het lachen te maken. Ik ben nog steeds een beetje boos op je, al wordt dat enigszins overschaduwd omdat je veilig thuis bent, terwijl ik dacht dat...’ Mijn stem hapert, terugdenkend aan die angstige uren. ‘Nou ja, je weet wat ik dacht.’
Zijn blik verzacht en hij brengt zijn hand naar mijn gezicht, streelt me teder. ‘Het spijt me. Oké?’
‘En je arme moeder. Het deed me echt wat, jullie zo samen te zien,’ fluister ik.
Hij glimlacht verlegen. ‘Ik heb haar nog nooit zo gezien.’ De herinnering doet hem met zijn ogen knipperen. ‘Ja, dat was echt bizar. Ze is meestal zo beheerst. Het was een behoorlijke schok.’
‘Zie je? Iedereen houdt van je.’ Ik glimlach. ‘Misschien ga je het nu ook eindelijk zelf geloven.’ Ik buig voorover en kus hem zacht.
‘Gefeliciteerd met je verjaardag, Christian. Ik ben blij dat je hier bij me bent om het samen te vieren. En je hebt nog niet eens gezien wat ik morgen, eh... vandaag voor je heb.’ Ik grijns.
‘Komt er nog meer?’ zegt hij, verbijsterd, en er verschijnt een adembenemende grijns op zijn gezicht.
‘Jazeker, meneer Grey. Maar je zult nog even geduld moeten hebben.’
Ik schrik wakker uit een droom of nachtmerrie, en mijn hart bonst. Ik draai me om, in paniek, en ben opgelucht om te zien dat Christian in diepe slaap naast me ligt. Doordat ik ging verliggen, draait hij zich om, en zoekt me in zijn slaap, legt zijn arm over me heen en rust met zijn hoofd op mijn schouder, hij zucht zachtjes.
De kamer baadt in het licht. Het is acht uur. Christian slaapt nooit zo laat uit. Ik ga achteroverliggen en laat mijn bonzende hart tot rust komen. Vanwaar deze paniek? Komt dat nog door gisteravond?
Ik draai me om en staar naar hem. Hij is hier. Hij is veilig. Ik haal diep adem, breng mezelf tot bedaren en bekijk zijn prachtige gezicht. Een gezicht dat ik inmiddels zo goed ken, iedere glooiing, iedere schaduw staat gegrift in mijn geheugen.
Hij ziet er zoveel jonger uit als hij slaapt, en ik grinnik omdat hij vandaag een heel jaar ouder is geworden. Ik omhels mezelf, denk aan zijn cadeau. Oooh... hoe zal hij reageren? Ik zou kunnen beginnen met hem ontbijt op bed te brengen. Bovendien, misschien is José er nog.
Ik kom José tegen bij het aanrecht, hij eet een bakje muesli. Ik verschiet van kleur wanneer ik hem zie. Hij weet dat ik vannacht bij Christian ben gebleven. Waarom ben ik ineens zo verlegen? Ik ben niet naakt of zo. Ik heb mijn lange zijden kamerjas aan.
‘Goedemorgen, José,’ glimlach ik, ik sla me er brutaal doorheen.
‘Hé, Ana!’ Hij straalt, is oprecht blij me te zien. Er zit geen sprankje uitdagendheid of wellust in zijn gezichtsuitdrukking.
‘Goed geslapen?’ vraag ik.
‘Zeker, wat een waanzinnig uitzicht heb je hierboven.’
‘Ja. Het is zeker nogal bijzonder.’ Net als de eigenaar van dit appartement. ‘Wil je een echt mannenontbijt?’ plaag ik.
‘Graag.’
‘Christian is jarig vandaag – ik ga ontbijt op bed voor hem maken.’
‘Is hij wakker?’
‘Nee, volgens mij is hij nog bekaf door gisteren.’ Ik kijk snel weg en loop naar de koelkast om te voorkomen dat hij ziet hoe ik bloos. Jemig, het is José maar. Als ik de eieren uit de koelkast haal, staat José naar me te grijnzen.
‘Je vindt hem echt leuk, hè?’
Ik pers mijn lippen samen. ‘Ik hou van hem, José.’
Even sperren zijn ogen open, en dan grijnst hij. ‘Hoe kan het ook anders?’ vraagt hij, en maakt een wijds gebaar naar de immense kamer.
Ik kijk hem kwaad aan. ‘Goh. Bedankt!’
‘Geintje Ana, Geintje.’
Hmm... is dit wat ik de rest van mijn leven kan verwachten? Dat iedereen denkt dat ik om het geld met Christian trouw?’
‘Echt. Ik plaag je maar. Zo zit jij niet in elkaar.’
‘Is een omelet oké?’ vraag ik, en verander van onderwerp. Ik heb geen zin in ruzie.
‘Lekker.’
‘Ik ook,’ zegt Christian, terwijl hij ontspannen de kamer binnen komt paraderen. Holy shit, hij draagt alleen maar een pyjamabroek, zo een die ontzettend lekker losjes op zijn heupen hangt – hemel!
‘José.’ Hij knikt.
‘Christian.’ José knikt ernstig terug.
Christian draait zich naar mij om en grijnst terwijl ik staar. Hij doet dit met opzet. Ik kijk hem pseudoboos aan, en doe mijn uiterste best mezelf weer bij elkaar te rapen. Christians uitdrukking verandert subtiel. Hij weet dat ik weet waar hij mee bezig is, en het kan hem niets schelen.
‘Ik wilde je ontbijt op bed brengen.’
Nonchalant komt hij op me af wandelen, doet zijn armen om me heen, brengt mijn hoofd omhoog en plant een harde, natte kus op mijn lippen. Heel on-Vijftig!
‘Goedemorgen, Anastasia,’ zegt hij. Ik wil hem boos aankijken en zeggen dat hij zich moet gedragen – maar hij is jarig. Ik bloos. Waarom is hij zo bezitterig?
‘Goedemorgen, Christian. Gefeliciteerd.’ Ik glimlach naar hem, en hij grijnst naar mij.
‘Ik zie uit naar mijn andere cadeau,’ zegt hij, en meer is er niet nodig. Ik word zo rood als de Rode Kamer van Pijn en werp een korte, zenuwachtige blik op José, die eruitziet alsof hij iets zeer onaangenaams heeft doorgeslikt. Ik draai me om en begin het eten klaar te maken.
‘En José, wat zijn jouw plannen voor vandaag?’ vraagt Christian quasinonchalant en gaat op een barkruk zitten.
‘Ik ga naar mijn vader en Ray, Ana’s vader.’
Christian fronst.
‘Kennen zij elkaar?’
‘Ja, ze zaten samen in het leger. Ze waren elkaar uit het oog verloren totdat Ana en ik samen naar de universiteit gingen. Het is eigenlijk best schattig. Ze zijn nu beste maatjes. We gaan vissen.’
‘Vissen?’ Christian is oprecht geïnteresseerd.
‘Ja – je kunt behoorlijk wat moois vangen in deze kustwateren. De regenboogforellen kunnen gigantisch worden.’
‘Dat is waar. Mijn broer Elliot en ik vingen er ooit een van vijftien kilo.’
Hebben ze het over vissen? Wat is dat toch met vissen? Nooit begrepen.
‘Vijftien kilo? Niet slecht. Maar Ana’s vader, die heeft het absolute record in handen. Bijna twintig kilo.’
‘Echt?! Heeft hij nooit verteld.’
‘Gefeliciteerd met je verjaardag, trouwens.’
‘Dank je. Maar vertel, waar vis jij het liefst?’
Ik haak af. Dit hoef ik niet te weten. Maar ik ben tegelijkertijd ook opgelucht. Zie je wel, Christian? Zo erg is José niet.
Tegen de tijd dat José klaar is om te vertrekken, gaan ze veel meer ontspannen met elkaar om. Christian trekt snel een T-shirt en een spijkerbroek aan, en loopt op blote voeten met José en mij naar de hal.
‘Bedankt dat ik hier mocht slapen,’ zegt José tegen Christian terwijl ze elkaars hand schudden.
‘Je bent altijd welkom,’ glimlacht Christian.
José geeft me een snelle omhelzing. ‘Hou je goed, Ana.’
‘Doe ik. Ik vond het fijn om je weer te zien. En de volgende keer gaan we echt een avond op stap.’
‘Daar houd ik je aan.’ Hij zwaait naar ons vanuit de lift, en is weg.
‘Zie je wel dat hij best aardig is?’
‘Hij wil nog steeds met je naar bed, Ana. Al begrijp ik dat heel goed.’
‘Christian, dat is niet waar!’
‘Je hebt echt geen idee, hè?’ Hij grijnst naar me. ‘Hij wil je. Mega.’
Ik frons. ‘Christian, we zijn gewoon vrienden, goede vrienden.’ En ineens realiseer ik me dat ik precies als Christian klink wanneer hij het over Mrs. Robinson heeft. Een onaangename gedachte.
Christian houdt zijn handen omhoog en gebaart me tot kalmte.
‘Ik wil geen ruzie maken.’
O! We hebben helemaal geen ruzie... toch? ‘Ik ook niet.’
‘Je hebt hem niet verteld dat we gaan trouwen.’
‘Nee. Ik vind dat ik het eerst aan mama en Ray moet vertellen.’ Shit. Dit is de eerste keer dat ik daaraan heb gedacht sinds ik ja heb gezegd. Jemig – wat zullen mijn ouders ervan zeggen?
Christian knikt. ‘Ja, je hebt gelijk. En ik... eh, moet het eigenlijk aan je vader vragen.’
Ik lach. ‘O, Christian – we leven niet in de achttiende eeuw.’
Holy shit. Wat gaat Ray zeggen? De gedachte aan dat gesprek is afschuwelijk.
‘Zo hoort het.’ Christian haalt zijn schouders op.
‘Laten we het daar een andere keer over hebben. Ik wil je je andere cadeau geven.’ Mijn doel is hem af te leiden. De gedachte aan mijn cadeau brandt een gat in mijn bewustzijn. Ik moet het aan hem geven en zijn reactie zien.
Hij geeft me zijn verlegen glimlach, en mijn hart slaat over. Zo lang als ik leef, ik zal nooit genoeg krijgen van zijn lach.
‘Je bijt op je lip,’ zegt hij, en knijpt me zachtjes in mijn kin.
Zijn aanraking stuurt een schok door mijn lijf. Zonder een woord, en nu ik nog een sprankje lef heb, pak ik zijn hand en leid hem naar de slaapkamer. Ik laat zijn hand vallen, hem achterlatend naast het bed, en vanonder het bed, aan mijn kant, pak ik de twee overgebleven doosjes.
‘Twee?’ zegt hij, verrast. Ik adem diep in. ‘Ik had deze gekocht voor het, eh... incident gisteren. Ik weet het nu niet meer zo zeker.’ Ik geef hem snel een van de pakketjes voor ik van gedachten kan veranderen.
Hij kijkt naar me, vragend, hij voelt mijn onzekerheid.
‘Weet je zeker dat ik het open mag maken?’
Ik knik, angstig.
Christian scheurt het papier eraf en kijkt verrast naar de doos.
‘Charlie Tango,’ fluister ik.
Hij grijnst. In het doosje zit een kleine houten helikopter met een grote, door zonne-energie aangedreven rotor. Hij maakt het open.
‘Op zonne-energie,’ zegt hij. ‘Wauw.’ En voor ik er erg in heb zit hij op bed en zet de helikopter in elkaar. Hij is eenvoudig in elkaar te klikken en Christian houdt hem omhoog in zijn handpalm. Een blauwe houten helikopter. Hij kijkt me aan en geeft me zijn fantastische, toonbeeld-van-een-jongen-glimlach, loopt vervolgens naar het raam zodat de kleine helikopter baadt in het zonlicht en de rotor begint te draaien.
‘Kijk nou eens,’ zegt hij blij verrast, en bekijkt hem geconcentreerd. ‘Wat we al niet kunnen met die technologie.’ Hij houdt hem op ooghoogte, kijkt hoe de rotor draait. Hij is gefascineerd, en het is fascinerend om te zien hoe hij in gedachten verzonken staart naar het helikoptertje. Waar denkt hij aan?
‘Vind je hem leuk?’
‘Ana, ik vind hem geweldig. Dankjewel.’ Hij pakt me beet en kust me snel, en draait zich vervolgens weer om om naar de draaiende rotor te kijken. ‘Ik zet hem bij mijn zweefvliegtuigje op kantoor,’ zegt hij, afgeleid, kijkend naar de draaiende wieken. Hij beweegt zijn hand naar de schaduw, en de rotor vertraagt en stopt.
Ik glimlach van oor tot oor, en wil mezelf een knuffel geven. Hij vindt hem geweldig. Natuurlijk, hij is helemaal bezeten van alternatieve technologieën, dat was ik even vergeten in mijn haastige aankoopactie. Hij zet hem op de ladekast, en draait zich naar me toe.
‘Hij kan me gezelschap houden tot Charlie Tango gerepareerd is.’
‘Is die te redden dan?’
‘Ik weet het niet. Ik hoop het, anders ga ik haar missen.’
Haar? Ik schrik van mijn plotselinge jaloezie op een levenloos ding. Mijn onderbewustzijn gniffelt spottend. Ik negeer haar.
‘Wat zit er in de andere doos??’ vraagt hij, met grote ogen als een opgewonden kind.
O hemel. ‘Ik weet niet zo goed of die voor jou is of voor mij.’
‘Echt?’ vraagt hij, en ik weet dat ik zijn interesse aangewakkerd heb. Zenuwachtig overhandig hem het tweede doosje. Hij schudt het voorzichtig heen en weer en we horen beiden zwaar gerammel. Hij kijkt me aan.
‘Waarom ben je zo zenuwachtig?’ vraagt hij, geamuseerd. Ik haal mijn schouders op, beschaamd en opgewonden terwijl ik bloos. Hij trekt een wenkbrauw omhoog.
‘Ik ben geïntrigeerd, mevrouw Steele,’ fluistert hij, en zijn stem raakt me diep vanbinnen, verlangen en verwachting in mijn buik. ‘Ik moet zeggen dat ik je reactie erg plezierig vind. Wat heb je allemaal uitgespookt?’ Vragend knijpt hij zijn ogen een beetje dicht.
Ik hou mijn lippen stijf op elkaar en hou mijn adem in.
Hij tilt het dekseltje omhoog en haalt een klein kaartje tevoorschijn. De rest van de inhoud is ingepakt in dun papier. Hij vouwt het kaartje open, en zijn blik schiet mijn kant op – ogen wijd, geschokt of verbaasd opengesperd. Ik heb geen idee.
‘Onbeleefde dingen met je doen?’ vraagt hij. Ik knik en slik. Hij houdt zijn hoofd omzichtig schuin, probeert mijn reactie te peilen, en fronst. Dan vestigt hij zijn aandacht weer op het doosje. Hij scheurt het lichtblauwe papier open en haalt een oogmasker, een paar tepelklemmen, een buttplug, zijn iPod, zijn zilvergrijze das – en boven alles – de sleutel van zijn speelkamer tevoorschijn.
Hij staart naar me, zijn uitdrukking donker, onontcijferbaar. O shit. Was dit een slechte zet?
‘Wil je spelen?’ vraagt hij zacht.
‘Ja,’ fluister ik.
‘Voor mijn verjaardag?’
‘Ja.’ Ik zou onmogelijk nog kleiner kunnen klinken.
Op zijn gezicht zie ik een opeenvolging van uitdrukkingen, geen enkele daarvan kan ik plaatsen. Uiteindelijk blijft hij hangen bij verlangen. Hmm... Niet bepaald de reactie die ik had verwacht.
‘Weet je het zeker?’ vraagt hij.
‘Niet de zweepjes en zo.’
‘Dat begrijp ik.’
‘In dat geval, ja. Ik weet het zeker.’
Hij schudt zijn hoofd en kijkt naar de inhoud van het doosje. ‘Seksbelust en onverzadigbaar. Tja, ik denk dat we hier wel wat mee kunnen,’ zegt hij bijna in zichzelf, en doet vervolgens de spullen weer terug in het doosje. Wanneer hij me weer aankijkt, is zijn uitdrukking volslagen anders. Allemachtig, zijn grijze ogen branden, en zijn lippen krullen zich tot een langzame, erotische glimlach. Hij steekt zijn hand naar me uit.
‘Nu,’ zegt hij, en het is geen vraag. Mijn buik spant zich, stevig en hard, diep, heel diep vanbinnen.
Ik leg mijn hand in de zijne.
‘Kom,’ beveelt hij, en ik volg hem de slaapkamer uit, mijn hart in mijn keel. Verlangen schiet glad en heet door mijn aderen en mijn hele lijf staat strak van hongerige verwachting. Mijn innerlijke godin doet een flikflak om haar ligstoel heen. Eindelijk!