Tien

 

 

‘Mac komt zo weer terug,’ zegt hij.

‘Hmm.’ Mijn ogen knipperen open en ontmoeten zijn zachte, grijze ogen. Hemel, wat hebben zijn ogen een bijzondere kleur – vooral hier, op zee, waar ze het licht reflecteren dat vanaf het water weerkaatst wordt via de kleine patrijspoorten in de hut.

‘Ik zou hier de hele middag met je willen blijven liggen, maar hij heeft hulp nodig met de jol.’ Voorovergeleund kust Christian me teder. ‘Ana, je ziet er nu zo mooi uit, lekker verfomfaaid en sexy. Ik wil je zo alleen maar meer.’ Hij lacht en staat op uit het bed. Ik lig op mijn buik en bewonder het uitzicht.

‘Jij mag er ook best zijn, Kap’tein.’ Ik smak bewonderend met mijn lippen en hij grijnst.

Ik kijk hoe hij rondscharrelt in de hut, terwijl hij zich aankleedt. Deze man is echt goddelijk mooi, en daarbij komt nog dat hij zojuist weer heerlijk de liefde met me heeft bedreven. Ik kan mijn geluk nauwelijks bevatten. Ik kan bijna niet geloven dat deze man van mij is. Hij komt naast me zitten om zijn schoenen aan te trekken.

‘Kapitein, hè?’ zegt hij droogjes. ‘Nou, ik heb me in elk geval meester gemaakt van dit vaartuig.’

Ik kantel mijn hoofd opzij. ‘U heeft zich meester gemaakt van mijn hart, meneer Grey.’ En mijn lichaam... en ziel.

Hij schudt zijn hoofd in ongeloof en buigt voorover om me een kus te geven. ‘Ik ben op het dek. In de badkamer kun je douchen als je wilt. Heb je iets nodig? Wil je wat drinken?’ vraagt hij attent en ik kan alleen maar grijnzen. Is dit dezelfde man? Is dit dezelfde Vijftig?

‘Wat?’ zegt hij, in reactie op mijn stomme grijns.

‘Jij.’

‘Wat is er met mij?’

‘Wie ben jij en wat heb je met Christian gedaan?’

Zijn lippen trekken in een verdrietige glimlach.

‘Hij is niet ver weg, schatje,’ zegt hij zacht en er klinkt een melancholie in zijn stem waardoor ik direct spijt heb van mijn vraag, maar hij vermant zich. ‘Je zult hem snel genoeg weer zien’, hij lacht smeulend naar me, ‘vooral als je nu niet opstaat.’ Hij strekt zijn arm en geeft me een harde klets op mijn billen. Ik geef een gil en lach tegelijkertijd.

‘Ik was al bezorgd.’

‘Is dat zo?’ Christian trekt z’n wenkbrauwen samen. ‘Ik krijg gemengde signalen van je, Anastasia. Hoe kan iemand dat nou bijhouden?’ Hij leunt voorover en kust me weer. ‘Later, schatje,’ voegt hij eraan toe en met een oogverblindende glimlach staat hij op en laat mij alleen met gedachten die alle kanten op gaan.

 

Als ik aan dek kom, is Mac terug aan boord, maar hij verdwijnt naar het bovendek zodra ik de klapdeuren van de kajuit open. Christian belt met zijn BlackBerry. Met wie? Ik zou het graag weten. Hij komt naar me toe, trekt me tegen zich aan en kust mijn haar.

‘Goed nieuws... prima. Oké... Echt? De brandtrap?... Ik begrijp het... Ja, vanavond.’

Hij drukt het gesprek weg en ik schrik van het geluid van de startende motoren. Mac zal wel in de stuurhut zijn.

‘Tijd om terug te gaan,’ zegt Christian en hij kust me nog eens, terwijl hij me weer in het zwemvest hijst.

 

De zon staat laag aan de hemel achter ons als we terugvaren naar de jachthaven en ik denk terug aan de geweldige middag. Onder Christians zorgzame en geduldige begeleiding heb ik nu een grootzeil, een fok en een spinnaker gehesen. Ik heb ook geleerd om een platte knoop, mastworp en trompetsteek te maken. Hij trok gedurende de hele les met zijn lippen.

‘Misschien bind ik jou op een dag wel vast,’ zeg ik plagerig.

Om zijn mond verschijnt een lachje. ‘Dan zult u me eerst moeten vangen, mevrouw Steele.’

Zijn woorden herinneren me aan die keer dat hij achter me aan zat in het appartement, de spanning en daarna de afschrikwekkende gevolgen. Ik frons en huiver. Daarna ben ik bij hem weggegaan.

Zou ik hem weer verlaten nu hij heeft toegegeven dat hij van me houdt? Ik kijk omhoog in zijn heldere grijze ogen. Kan ik hem ooit nog verlaten – ongeacht wat hij me aandoet? Zou ik hem op die manier kunnen verraden? Nee. Ik denk niet dat ik dat kan.

Hij heeft me een uitgebreidere rondleiding op zijn prachtige boot gegeven. Hij heeft me alle innovatieve ontwerpen en technieken uitgelegd die aanwezig zijn, en me de hoogwaardige materialen waarmee ze is gebouwd getoond. Ik herinner me het interview toen ik hem voor het eerst ontmoette. Het was mij meteen duidelijk dat hij een passie heeft voor schepen. Ik dacht dat zijn liefde voornamelijk uitging naar de grote vrachtschepen die zijn bedrijf bouwt – niet ook naar supersexy catamarans met alles erop en eraan.

En hij heeft natuurlijk ook nog eens heerlijk, ongehaast, de liefde met me bedreven. Ik schud mijn hoofd bij de herinnering aan het krommen en verlangen van mijn lichaam onder zijn vaardige handen. Hij is een uitzonderlijk goede minnaar, daar ben ik van overtuigd – hoewel ik natuurlijk geen vergelijkingsmateriaal heb, maar Kate zou er veel meer mee hebben gedweept als het altijd zo was. Het is niets voor haar om details achterwege te laten.

Maar hoe lang blijft dit voor hem volstaan? Ik heb geen idee en die gedachte maakt me onzeker.

Hij zit nu, en ik sta urenlang binnen de veilige ring van zijn armen, zo lijkt het, in een ongedwongen, gemoedelijke stilte, terwijl The Grace dichter en dichter naar Seattle zeilt. Ik heb het roer vast en Christian geeft me af en toe aanwijzingen.

‘Zeilen kent een poëzie die zo oud is als de wereld,’ zegt hij in mijn oor.

‘Dat klinkt als een citaat.’

Ik voel zijn grijns. ‘Ja, Antoine de Saint-Exupéry.’

‘O... Ik vind De kleine prins geweldig.’

‘Ik ook.’

 

Het is vroeg in de avond als Christian ons de jachthaven in stuurt, zijn handen nog altijd op die van mij. Vanaf de boten knipperen lichten, ze weerkaatsen van het donkere water, maar het is nog licht buiten – een milde, heldere avond, een ouverture van wat ongetwijfeld een spectaculaire zonsondergang wordt.

Mensen verzamelen zich op de kade, terwijl Christian de boot langzaam naar een relatief kleine ligplaats manoeuvreert. Het gaat hem gemakkelijk af en hij draait soepel achteruit naar de plek die we eerder verlieten. Mac springt de steiger op en legt The Grace stevig vast aan een meerpaal.

‘Terug van weggeweest,’ zegt Christian.

‘Dank je,’ zeg ik verlegen. ‘Het was een perfecte middag.’

Christian grijnst. ‘Dat dacht ik ook. Misschien kunnen we je inschrijven op een zeilschool, dan kunnen we samen een paar dagen gaan zeilen, alleen wij tweeën.’

‘Dat zou ik geweldig vinden. Dan kunnen we de slaaphut elke keer opnieuw inwijden.’

Hij leunt naar voren en kust me vlak onder mijn oor. ‘Hmm... Daar kijk ik naar uit, Anastasia,’ fluistert hij en elk haartje op mijn lichaam gaat verwachtingsvol overeind staan.

Hoe krijgt hij dat toch voor elkaar?

‘Kom, het appartement is veilig. We kunnen weer terug.’

‘En onze spullen in het hotel dan?’

‘Taylor heeft ze al opgehaald.’

O! Wanneer dat dan?

‘Eerder vandaag, nadat hij The Grace met zijn team had geïnspecteerd,’ antwoordt Christian alsof hij mijn gedachten leest.

‘Slaapt die arme man dan nooit?’

‘Hij slaapt heus wel.’ Christian kijkt me vragend aan. ‘Hij doet gewoon zijn werk, Anastasia, en daar is hij erg goed in. Ik heb het getroffen met Jason.’

‘Jason?’

‘Jason Taylor.’

Ik dacht dat Taylor zijn voornaam was. Jason. Past wel bij hem – loyaal, betrouwbaar. Om de een of andere reden moet ik erom lachen.

‘Je bent op Taylor gesteld,’ zegt Christian, terwijl hij mij wantrouwend aankijkt.

‘Ja, dat denk ik wel.’ Zijn vraag brengt me in verwarring. Hij fronst. ‘Ik voel me niet tot hem aangetrokken, als dat de reden is waarom je boos kijkt. Stop daarmee.’

Christian trekt bijna een pruillip – nukkig.

Jemig, soms is hij zo kinderachtig. ‘Ik denk dat Taylor heel goed voor je zorgt. Daarom mag ik hem. Hij lijkt me aardig, betrouwbaar en loyaal. Hij heeft een vaderlijke invloed op me.’

‘Vaderlijk?’

‘Ja.’

‘Oké, vaderlijk.’ Christian probeert woorden en betekenis uit. Ik lach.

‘Jeetje, Christian, doe eens volwassen.’

Zijn mond valt open, verbaasd om mijn uitval, maar dan fronst hij, alsof hij nadenkt over mijn opmerking. ‘Dat is best lastig,’ zegt hij ten slotte.

‘Dat ben je ook. Heel erg,’ antwoord ik zacht en ik rol met mijn ogen naar hem.

‘De zoete herinneringen die je bij me oproept als je met je ogen naar me rolt, Anastasia,’ grijnst hij.

Met een vals lachje laat ik hem weten: ‘Nou, als je je gedraagt, kunnen we wellicht een paar van die herinneringen herbeleven.’

Hij moet lachen. ‘Me gedraag?’ Zijn wenkbrauwen gaan omhoog. ‘Zo, mevrouw Steele – en waarom denkt u dat ik die wil herbeleven?’

‘Waarschijnlijk omdat je ogen oplichtten als kerstverlichting toen ik het zei.’

‘Je kent me nu al zo goed,’ zegt hij droogjes.

‘Ik zou je graag nog beter leren kennen.’

Hij glimlacht zacht. ‘En ik jou, Anastasia.’

 

‘Bedankt, Mac.’ Christian schudt McConnells hand en stapt op de steiger.

‘Zoals altijd graag gedaan, meneer Grey, en tot ziens. Ana, leuk je te ontmoeten.’

Ik schud hem verlegen de hand. Hij weet echt wel wat Christian en ik hebben uitgevoerd op de boot, terwijl hij aan land was.

‘Fijne dag, Mac, en dank je.’

Hij grijnst naar me en knipoogt, zodat ik ga blozen. Christian pakt mijn hand en we wandelen de steiger af naar de promenade.

‘Waar komt Mac vandaan?’ vraag ik, nieuwsgierig vanwege zijn accent.

‘Ierland... Noord-Ierland,’ corrigeert Christian zichzelf.

‘Is hij een vriend?’

‘Mac? Hij werkt voor me. Hij heeft The Grace helpen bouwen.’

‘Heb je veel vrienden?’

Hij fronst. ‘Niet echt. Met wat ik doe... ik bouw geen vriendschappen op. Ik heb alleen...’ Hij stopt, de rimpels in zijn voorhoofd worden dieper en ik weet dat hij Mrs. Robinson had willen noemen.

‘Heb je trek?’ vraagt hij, om van het onderwerp af te stappen.

Ik knik. Ik heb eigenlijk echt grote trek.

‘We eten wel waar de auto staat. Kom.’

 

Naast de SP’s is een kleine Italiaanse bistro die Bee’s heet. Het doet me denken aan het restaurantje in Portland – een paar tafels en zithoeken, het decor heel fris en modern, met een grote zwart-witfoto van een eeuwwisselingsfeest als wandversiering.

Christian en ik hebben plaatsgenomen in een zithoek, nemen het menu door en nippen aan een heerlijke lichte frascati. Als ik opkijk van het menu en een keus heb gemaakt, zit Christian me op te nemen.

‘Wat is er?’ vraag ik.

‘Je ziet er mooi uit, Anastasia. Het buitenleven doet je goed.’

Ik bloos. ‘Ik voel me eerder verschroeid door de wind om heel eerlijk te zijn. Maar ik heb een heerlijke middag gehad. Een perfecte middag. Dank je.’

Hij lacht met een warme blik. ‘Ik heb ook genoten,’ zegt hij.

‘Mag ik je iets vragen?’ Ik trek de stoute schoenen aan.

‘Alles, Anastasia. Dat weet je.’ Hij houdt zijn hoofd schuin, ziet er heerlijk uit.

‘Je lijkt niet veel vrienden te hebben. Hoe komt dat?’

Hij haalt zijn schouders op en fronst. ‘Dat heb ik je verteld, ik heb er niet echt tijd voor. Ik heb zakenrelaties, maar dat is een ander soort vriendschap, denk ik. En mijn familie, dat is het. Buiten Elena.’

Ik negeer de naam van die takketrol. ‘Geen mannelijke vrienden van jouw leeftijd waarmee je op stap kunt om stoom af te blazen?’

‘Je weet hoe ik graag stoom afblaas, Anastasia.’ Christians mond verhardt. ‘En ik heb gewerkt, het bedrijf opgebouwd.’ Hij kijkt verward. ‘Daar gaat al mijn tijd in zitten – buiten af en toe zeilen of vliegen.’

‘Ook niet toen je nog studeerde?’

‘Niet echt.’

‘Alleen Elena, dus?’

Hij knikt en kijkt onzeker.

‘Lijkt me eenzaam.’

Zijn lippen krullen in een weemoedige glimlach. ‘Wat wil je eten?’ vraagt hij, weer van onderwerp veranderend.

‘Ik ga voor de risotto.’

‘Prima keus.’ Christian wenkt de ober en daarmee is het gesprek afgelopen.

Nadat we hebben besteld, schuif ik ongemakkelijk heen en weer op mijn stoel, mijn ogen op mijn samengeknepen handen gericht. Als hij op de praatstoel zit, moet ik daar gebruik van maken.

Ik moet met hem praten over zijn verwachtingen, over zijn, eh... behoeften.

‘Anastasia, wat is er? Vertel.’

Ik kijk in zijn bezorgde gezicht.

‘Vertel het me,’ dringt hij aan en zijn bezorgdheid verandert in wat? Angst? Boosheid?

Ik haal diep adem. ‘Ik ben gewoon bang dat ik niet genoeg voor je ben. Je weet wel, om stoom bij af te blazen.’

Zijn kaken verstrakken en zijn ogen verharden. ‘Heb ik je aanleiding gegeven om te denken dat je niet genoeg bent?’

‘Nee.’

‘Waarom denk je dat dan?’

‘Ik weet hoe je bent. Wat je... eh... nodig hebt,’ stotter ik.

Hij sluit zijn ogen en wrijft over zijn voorhoofd met zijn lange vingers.

‘Wat moet ik doen om het te bewijzen?’ Zijn stem is onheilspellend zacht, alsof hij kwaad is, en de moed zinkt me in de schoenen.

‘Nee, je begrijpt me verkeerd – je was geweldig en ik weet dat we pas een paar dagen samen zijn, maar ik hoop dat ik je niet dwing je anders voor te doen dan je bent.’

‘Ik ben nog steeds mezelf, Anastasia – met al mijn volledig gestoorde vijftig tinten van verneuktheid. Ja, ik moet mijn neiging om te domineren beheersen... maar dat is mijn natuur, zo heb ik mij staande gehouden in het leven. Ja, ik verwacht van jou dat je je op een bepaalde manier gedraagt en als je dat niet doet, is dat tegelijkertijd lastig en verfrissend. We doen nog steeds wat ik graag doe. Je liet me je gisteren over de knie nemen, na jouw buitensporige bod.’ Hij glimlacht met genoegen bij de herinnering. ‘Ik vind het leuk je te straffen. Ik denk niet dat die aandrang ooit helemaal zal verdwijnen... maar ik doe mijn best en het is niet zo moeilijk als ik dacht.’

Ik wriemel en bloos, terugdenkend aan het stiekeme samenzijn in zijn slaapkamer bij zijn ouders. ‘Dat vond ik niet erg,’ fluister ik, verlegen lachend.

‘Weet ik.’ Zijn lippen krullen onwelwillend in een lach. ‘Ik ook niet, maar laat ik je vertellen, Anastasia, dit is allemaal nieuw voor me en deze laatste paar dagen waren de beste dagen van mijn leven. Ik wil er niets aan veranderen.’

O!

‘Het waren ook de beste dagen van mijn leven, zonder uitzondering,’ zeg ik en zijn lach verbreedt. Mijn innerlijke godin knikt bemoedigend – en port me hard. Oké, oké.

‘Dus je wil me niet meenemen naar je speelkamer.’

Hij slikt en verbleekt, geen spoor meer van vrolijkheid. ‘Nee, dat wil ik niet.’

‘Waarom niet?’ fluister ik. Dit antwoord had ik niet verwacht.

En ja, daar is het, dat kleine steekje van teleurstelling. Mijn innerlijke godin stampt pruilend weg, haar armen over elkaar geslagen als een boze peuter.

‘De laatste keer dat we daar waren ben je bij me weggegaan,’ zegt hij zacht. ‘Ik zal alles uit de weg gaan om te voorkomen dat dat nog een keer gebeurt. Ik was kapot toen jij me verliet. Ik heb je uitgelegd dat ik me nooit meer zo wil voelen. Ik heb je verteld wat ik voor je voel.’ Zijn grijze ogen staan wijd open en stralen intense oprechtheid uit.

‘Maar het lijkt zo oneerlijk. Het kan niet erg rustgevend voor jou zijn – om constant bezorgd om mij te zijn. Jij past je zo aan voor mij, en ik... ik vind dat ik daar iets tegenover moet stellen. Ik weet het niet, misschien... proberen... iets met rollenspellen.’ Ik stotter met een gezicht zo rood als de muren van de speelkamer.

Waarom is het zo moeilijk hierover te praten? Ik heb allerlei kinky neukerij met deze man gedaan, dingen waar ik tot een paar weken geleden zelfs niet van had gehoord, dingen die ik nooit voor mogelijk had gehouden en toch is praten met hem nog altijd het moeilijkst.

‘Ana, jij geeft genoeg, meer dan je beseft. Alsjeblieft, alsjeblieft, maak je geen zorgen.’

Weg is zorgeloze Christian. Zijn ogen staan nu wijder van paniek en dat is hartverscheurend. ‘Schatje, er is pas één weekend voorbij,’ vervolgt hij. ‘Geef ons tijd. Ik heb zoveel aan je gedacht de afgelopen week toen je bij me weg was. We hebben tijd nodig. Je moet me vertrouwen en ik jou. Misschien over een tijdje, maar ik hou van je zoals je nu bent. Ik vind het geweldig om je zo gelukkig te zien, zo ontspannen en zorgeloos, wetende dat ik daar iets mee te maken heb. Ik heb nog nooit...’ Hij stopt en haalt een hand door zijn haar. ‘We moeten eerst leren lopen voor we gaan rennen.’ Plotseling grinnikt hij.

‘Wat is er zo grappig?’

‘Flynn. Hij zegt dat altijd. Ik had nooit gedacht dat ik hem zou citeren.’

‘Een flynnisme.’

Christian lacht. ‘Exact.’

De ober komt de voorgerechten en bruchette brengen, en ons gesprek neemt een andere wending nu Christian ontspant.

Terwijl de absurd grote hoofdgerechten voor ons worden gezet, kan ik het niet helpen terug te denken aan hoe ik Christian heb gezien vandaag, zo ontspannen, vrolijk, onbekommerd. Gelukkig lacht hij nu ook, weer op zijn gemak.

Ik slaak inwendig een zucht van verlichting als hij vragen begint te stellen over plaatsen die ik heb bezocht. We zijn daarover snel uitgepraat, want ik ben nog nooit buiten de Verenigde Staten geweest. Christian wel, die is de hele wereld over geweest. Het gesprek wordt vanzelf vrolijker, terwijl we praten over zijn reizen.

 

Na de smakelijke en verzadigende maaltijd rijdt Christian terug naar Escala, Eva Cassidy’s zoetgevooisde stem klinkt weer uit de luidsprekers. Dat geeft mij de gelegenheid wat dingen te overdenken. Het was een overweldigende dag: dr. Greene, samen douchen, Christians bekentenis, vrijen in het hotel en op de boot, een auto kopen. Christian zelf was ook anders. Het is alsof hij iets laat gaan of juist herontdekt – ik kan er mijn vinger niet op leggen.

Wie had kunnen denken dat hij zo zachtaardig kon zijn? Hijzelf?

Als ik een blik op hem werp, lijkt ook hij in gedachten verzonken. Het doet me zeer dat hij nooit echt een pubertijd heeft gehad – geen normale in elk geval. Ik schud mijn hoofd.

Mijn gedachten gaan terug naar het bal, de dans met dr. Flynn en Christians angst dat Flynn mij alles over hem had verteld. Christian verbergt nog altijd iets voor me. Hoe moeten we verder als hij dat zo voelt?

Hij denkt dat ik wegga als ik het weet. Hij denkt dat ik wegga als hij zichzelf is. Hemel, wat is deze man ingewikkeld.

Als we dichter in de buurt van zijn woning komen, gaat er steeds meer spanning van hem uit, het is bijna tastbaar. Zijn ogen speuren langs trottoirs en in steegjes, onrustig, en ik weet dat hij op zoek is naar Leila. Door hem aangestoken, kijk ik mee. Elke jonge brunette is verdacht, maar we zien haar niet.

Bij het binnenrijden van de garage staat zijn mond strak. Ik vraag me af waarom we hier terugkomen als hij er zo angstig en gespannen van wordt. Sawyer staat in de garage, hij patrouilleert. De toegetakelde Audi is weg. Hij komt om voor mij de deur te openen, als Christian naast de MPV parkeert.

‘Hallo, Sawyer,’ begroet ik hem.

‘Mevrouw Steele.’ Hij knikt. ‘Meneer Grey.’

‘Niet gevonden?’ vraagt Christian.

‘Nee, meneer.’

Christian knikt, grijpt mijn hand en stevent op de lift af. Ik weet dat zijn brein overuren maakt – hij is afwezig. Eenmaal in de lift richt hij zich tot me.

‘Je mag niet alleen naar buiten. Begrepen?’ zegt hij bars.

‘Oké.’ Jemig – maak je niet zo druk. Maar zijn houding maakt me aan het lachen. Ik wil mezelf omarmen – zo ken ik hem weer, dominerend en commanderend, heerlijk. Ik realiseer me dat ik dit een week geleden nog als dreigend had ervaren als hij zo zou hebben gesnauwd. Maar nu begrijp ik hem zoveel beter. Dit is zijn overlevingsmechanisme. Hij is gestrest vanwege Leila, hij houdt van me en hij wil me beschermen.

‘Wat is er zo grappig?’ vraagt hij, met een licht geamuseerde blik.

‘Jij.’

‘Ik? Mevrouw Steele? Waarom ben ik grappig?’ pruilt hij.

Pruilende Christian is... sexy.

‘Niet pruilen.’

‘Waarom?’ Hij kijkt nog geamuseerder.

‘Omdat je daarmee hetzelfde effect op mij hebt als ik bij jou wanneer ik dit doe.’ Ik bijt met opzet op mijn lip.

Hij kijkt verrast en blij tegelijk. ‘Echt?’ Hij pruilt weer en buigt voorover om me een snelle kuise kus te geven.

Ik bied mijn lippen aan en zodra onze lippen elkaar raken, wordt het een andere kus – het vuur slaat wild om zich heen, verspreidt zich door mijn aderen vanaf dit intieme contactpunt, het drijft me naar hem toe.

Plotseling krullen mijn vingers zich in zijn haar, grijpt hij me vast en duwt me tegen de wand van de lift, zijn handen om mijn gezicht, me tegen zijn lippen drukkend, terwijl onze tongen elkaar besmeuren. En ik weet niet of het door de beslotenheid van de liftruimte komt dat het veel echter lijkt, maar ik voel zijn behoefte, zijn opwinding, zijn passie.

Holy shit. Ik wil hem, hier, nu.

De lift komt met een belletje tot stilstand, de deuren gaan open en Christian trekt zijn gezicht weg van dat van mij, terwijl zijn heupen mij nog altijd tegen de wand gedrukt houden en zijn erectie op mij induwt.

‘Whoa,’ zegt hij hijgend.

‘Whoa,’ spiegel ik, terwijl ik een hap lucht neem.

Hij kijkt me met vurige ogen aan. ‘Wat jij met me doet, Ana.’ Hij gaat over mijn onderlip met zijn duim.

Vanuit mijn ooghoek zie ik Taylor achteruit stappen, zodat ik hem niet meer kan zien. Ik ga op mijn tenen staan en kus Christian op de hoek van zijn welgevormde mond.

‘Wat jij met mij doet, Christian.’

Hij stapt naar achteren en pakt mijn hand. Zijn ogen verduisteren.

‘Kom,’ beveelt hij.

Taylor staat nog discreet op ons te wachten in de hal.

‘Goedenavond, Taylor,’ zegt Christian vriendelijk.

‘Meneer Grey, mevrouw Steele.’

‘Gisteren was ik mevrouw Taylor,’ grijns ik naar Taylor, die bloost.

‘Dat klinkt wel leuk, mevrouw Steele,’ zegt Taylor constaterend.

‘Dat vond ik ook.’

Christians greep om mijn hand verstrakt. ‘Als jullie klaar zijn, wil ik graag een verslag.’ Hij kijkt naar Taylor, die gelijk minder ontspannen is en ik krimp inwendig ineen. Ik ben buiten mijn boekje gegaan.

‘Sorry,’ zeg ik geluidloos tegen Taylor, die zijn schouders ophaalt en vriendelijk glimlacht voor ik me omdraai om Christian te volgen.

‘Ik zie je zo. Ik wil alleen eerst even met mevrouw Steele praten,’ zegt Christian tegen Taylor en ik weet dat me wat te wachten staat.

Christian leidt me zijn slaapkamer in en sluit de deur.

‘Niet met het personeel flirten, Anastasia,’ berispt hij.

Ik open mijn mond om mezelf te verdedigen – sluit hem weer en open hem opnieuw. ‘Ik was niet aan het flirten. Ik was gewoon vriendelijk – dat is iets anders.’

‘Niet vriendelijk tegen het personeel zijn en flirt niet met ze. Ik wil het niet hebben.’

O. En weg is zorgeloze Christian. ‘Het spijt me,’ zeg ik en ik bekijk mijn vingers. Hij heeft me de hele dag nog niet het gevoel gegeven dat ik een kind ben. Hij legt een hand onder mijn kin en tilt mijn hoofd omhoog, zodat ik hem aan moet kijken.

‘Je weet hoe jaloers ik ben,’ fluistert hij.

‘Je hebt geen reden om jaloers te zijn, Christian. Ik ben van jou, lichaam en ziel.’

Hij knippert alsof dat iets is wat hij niet kan begrijpen. Hij buigt naar voren en kust me snel, maar de passie die er zojuist in de lift was, blijft uit.

‘Ik blijf niet lang weg. Maak het je gemakkelijk,’ zegt hij nors en hij draait zich om, terwijl hij mij beduusd en verward achterlaat in zijn slaapkamer.

Waarom zou hij in godsnaam jaloers zijn op Taylor? Ik kan er met mijn verstand niet bij.

Met een blik op de wekker constateer ik dat het even over achten is. Ik besluit om alvast mijn kleren te gaan klaarleggen voor mijn werk morgen. Ik loop naar boven en de inloopkast in. Die is leeg. Al mijn kleren zijn verdwenen. O nee! Christian heeft mijn woorden letterlijk opgevat en alles weg laten gooien. Shit.

Mijn onderbewustzijn kijkt me heel boos aan. Ja, dat komt ervan met je grote mond.

Waarom nam hij mijn woorden letterlijk? Mijn moeders waarschuwing gaat door mijn hoofd: ‘Mannen zijn heel simpele, letterlijke wezens, lieverd.’ Ik pruil, kijkend naar de lege ruimte. Er zaten echt heel leuke kleren bij, zoals de zilveren jurk die ik op het bal droeg.

Ik loop terneergeslagen de slaapkamer in. Wacht eens even – wat is hier aan de hand? De iPad is weg. Waar is mijn Mac? O nee. Mijn eerste onaardige gedachte is dat Leila ze gestolen kan hebben.

Ik ren terug naar beneden en Christians slaapkamer in. Op het nachtkastje zie ik mijn Mac, mijn iPad en mijn rugzakje. Alles is er nog.

Ik open de inloopkast. Mijn kleren hangen hier – allemaal – en delen de ruimte met de kleren van Christian. Wanneer is dat gebeurd? Waarom waarschuwt hij me nooit voor hij zoiets doet?

Ik draai me om en hij staat in de deuropening.

‘O, ze hebben alles kunnen verhuizen,’ zegt hij, afwezig.

‘Wat is er?’ vraag ik. Hij kijkt gespannen.

‘Taylor denkt dat Leila via de nooduitgang is binnengekomen. Ze moet een sleutel hebben gehad. Alle sloten zijn nu vervangen. Taylors team heeft alle kamers in het appartement uitgekamd. Ze is niet hier.’ Hij stopt en haalt een hand door zijn haar. ‘Ik wou dat ik wist waar ze is. Ze laat zich niet vinden, terwijl ze hulp nodig heeft.’ Hij fronst en mijn eerdere geïrriteerdheid is verdwenen. Ik sla mijn armen om hem heen. Terwijl hij mij omarmt, kust hij mijn haar.

‘Wat ben je van plan als je haar vindt?’ vraag ik.

‘Ze kan bij dr. Flynn terecht.’

‘En haar man dan?’

‘Die heeft zijn handen van haar afgetrokken.’ Christian klinkt bitter. ‘Haar familie woont in Connecticut. Ik denk dat ze er helemaal alleen voor staat.’

‘Dat is zielig.’

‘Vind je het goed dat je spullen hier zijn gebracht? Ik wil dat je deze kamer met mij deelt,’ zegt hij.

Whoa, wat een snelle overgang.

‘Ja.’

‘Ik wil dat je bij me slaapt. Ik heb geen nachtmerries als je bij me slaapt.’

‘Heb jij nachtmerries?’

‘Ja.’

Ik pak hem steviger vast. Lieve hemel. Nog meer bagage. Ik voel zo voor deze man.

‘Ik wilde juist kleren uitzoeken voor morgen op het werk,’ zeg ik.

‘Werk!’ roept Christian alsof het een vies woord is en hij laat me met een boze blik los.

‘Ja, werk,’ antwoord ik, in verwarring door zijn reactie.

Hij staart me niet-begrijpend aan. ‘Maar Leila – die loopt ergens rond.’ Hij wacht even. ‘Ik wil niet dat je gaat werken.’

Wat? ‘Maar dat is belachelijk, Christian. Ik moet naar mijn werk.’

‘Nee, dat hoef je niet.’

‘Ik heb net een nieuwe baan die me bevalt. Natuurlijk moet ik naar mijn werk.’ Wat bedoelt hij?

‘Nee, dat hoef je niet,’ herhaalt hij, voor alle duidelijkheid.

‘Denk je dat ik hier binnen blijf duimendraaien, terwijl jij ergens de Meester van het Universum uithangt?’

‘Eerlijk gezegd... ja.’

O, Vijftig, Vijftig, Vijftig... geef me kracht.

‘Christian, ik moet echt naar mijn werk.’

‘Nee, dat hoef je niet.’

‘Jawel. Dat. Moet. Ik. Wel,’ zeg ik langzaam alsof ik tegen een kind praat.

Hij wordt kwaad. ‘Het is niet veilig.’

‘Christian... Ik moet werken voor de kost en er gebeurt heus niets.’

‘Nee, je hoeft niet te werken voor de kost – en hoe weet je dat er niets zal gebeuren?’ Hij staat bijna te schreeuwen.

Wat bedoelt hij? Gaat hij me onderhouden? O, het is echt belachelijk, hoe komt hij erbij! Ik ken hem nu hoe lang – vijf weken?

Hij is nu kwaad, zijn ogen spuwen vuur, maar dat kan me niets schelen.

‘Stel je niet aan, Christian, Leila stond aan het eind van je bed en ze heeft me niets gedaan, en ja, ik moet wel werken. Ik wil niet op jouw zak teren. Ik moet mijn studieschuld afbetalen.’

Zijn mond knijpt zich samen tot een strakke lijn als ik mijn handen op mijn heupen zet. Ik ga niet toegeven. Wie denkt hij wel dat hij is?

‘Ik wil niet dat je gaat werken.’

‘Dat is niet aan jou, Christian. Je hebt hier niets over te zeggen.’

Hij strijkt zijn hand door zijn haar en staart naar me. Seconden, minuten verstrijken, terwijl we zo tegenover elkaar staan.

‘Sawyer gaat met je mee.’

‘Christian, dat is niet nodig. Dat is onzinnig.’

‘Onzinnig?’ snauwt hij. ‘Of hij gaat met je mee, of ik doe echt onzinnig en hou je hier.’

Dat zou hij niet durven, toch? ‘Hoe dan precies?’

‘O, daar verzin ik wel wat op, Anastasia. Daag me niet uit.’

‘Oké!’ geef ik toe en ik hou hem kalmerend mijn handen voor. Mijn hemel – Vijftig is terug met versterking.

We staan elkaar strak aan te kijken.

‘Oké – Sawyer mag meegaan als jij je daar prettiger bij voelt.’ Ik stem met rollende ogen in. Christians ogen vernauwen zich en hij zet een dreigende stap in mijn richting. Ik stap onmiddellijk achteruit. Hij stopt, ademt diep in, sluit zijn ogen en strijkt met beide handen door zijn haar. O nee. Vijftig is echt ten einde raad.

‘Zal ik je rondleiden?’

Rondleiden? Maak je een grapje? ‘Oké,’ zeg ik, op mijn hoede. Weer een plotselinge wending – daar zal je Meneer Veranderlijk hebben. Hij steekt een hand naar me uit en als ik die van mij erin leg, knijpt hij zacht.

‘Ik wilde je niet afschrikken.’

‘Dat deed je ook niet. Ik stond net op het punt om te vluchten,’ scherts ik.

‘Vluchten?’ Christians ogen worden groot.

‘Ik maak een grapje!’ O, jemig.

Hij leidt me de kast uit en ik neem even de tijd om te kalmeren. De adrenaline raast nog door mijn lichaam. Een ruzie met Vijftig is altijd heftig.

Hij geeft mij een rondleiding door het appartement en laat me de verschillende vertrekken zien. Ik ben verbaasd dat er, naast de speelkamer en drie extra slaapkamers boven, ook nog een aparte vleugel is voor Taylor en mevrouw Jones – met een keuken, ruime woonkamer en voor elk een eigen slaapkamer. Mevrouw Jones is nog niet terug van een bezoek aan haar zus die in Portland woont.

De kamer die mij beneden opvalt, ligt tegenover zijn studeerkamer – een tv-kamer met een veel te groot plasmascherm en verschillende spelcomputers. Het is er huiselijk.

‘Dus je hebt wel een Xbox?’ spot ik.

‘Ja, maar ik bak er niets van. Elliot wint altijd van me. Het was grappig, toen je dacht dat ik dit bedoelde met speelkamer.’ Hij kijkt grijnzend naar me omlaag, zijn boosheid vergeten. Gelukkig is hij weer in een goede bui.

‘Ik ben blij dat u me grappig vindt, meneer Grey,’ zeg ik hooghartig.

‘Dat bent u, mevrouw Steele – tenzij je irritant bent, natuurlijk.’

‘Ik ben meestal irritant als jij onredelijk bent.’

‘Ik? Onredelijk?’

‘Ja, meneer Grey. Onredelijk zou je tweede voornaam kunnen zijn.’

‘Ik heb geen tweede voornaam.’

‘Onredelijk past wel bij je.’

‘Ik denk dat het een kwestie van mening is, mevrouw Steele.’

‘Ik ben wel geïnteresseerd in de professionele mening van dr. Flynn hierover.’

Christian grijnst.

‘Ik dacht dat Trevelyan je tweede voornaam was.’

‘Nee. Achternaam.’

‘Maar je gebruikt hem niet.’

‘Te lang. Kom,’ beveelt hij. Ik loop achter hem aan de tv-kamer uit door de grote kamer, de gang langs de utiliteitsruimte en een imposante wijnkelder en dan Taylors eigen, grote, goed voorziene kantoor in. Taylor staat op als we binnenkomen. Er is ruimte voor een vergadertafel met zes stoelen. Boven een bureau hangen monitors. Ik had er geen idee van dat het appartement met camera’s is beveiligd. Blijkbaar worden het balkon, het trappenhuis, de dienstlift en de hal in de gaten gehouden.

‘Hallo, Taylor. Ik geef Anastasia een rondleiding.’

Taylor knikt, maar lacht niet. Ik vraag me af of hij ook een standje heeft gekregen en waarom is hij eigenlijk nog aan het werk? Ik glimlach naar hem en hij knikt beleefd. Christian grijpt mijn hand weer en leidt me naar de bibliotheek.

‘En, hier ben je natuurlijk al geweest.’ Christian opent de deur. Mijn oog valt op het groene doek van de biljarttafel.

‘Zullen we een potje?’ vraag ik.

Christian lacht, verrast. ‘Oké. Heb je al eens eerder gespeeld?’

‘Een paar keer,’ lieg ik en hij kijkt me met vernauwde ogen en een gekanteld hoofd aan.

‘Jij kunt slecht liegen, Anastasia. Je hebt of nog nooit gespeeld, of...’

Ik lik mijn lippen. ‘Bang te verliezen?’

‘Van een klein meisje als jij?’ schampert Christian plagerig.

‘Wat zet u in, meneer Grey.’

‘Zo veel vertrouwen in uzelf, mevrouw Steele?’ Hij grijnst, geamuseerd, maar ook verbaasd. ‘En waar wil je dan om spelen?’

‘Als ik win, neem je me mee naar de speelkamer.’

Hij kijkt me aan alsof hij niet begrijpt wat ik zeg. ‘En als ik win?’ vraagt hij na een aantal geschokte hartslagen.

‘Dan mag jij zelf bepalen.’

Zijn mond trekt nerveus, terwijl hij zint op een antwoord. ‘Oké, afgesproken.’ Hij grijnst vals. ‘Wil je poolen, snookeren of caramboleren?’

‘Poolen, graag. Met die andere ben ik niet bekend.’

Uit een kastje onder een van de boekenplanken haalt Christian een grote leren koffer. Daarin liggen de ballen in een fluwelen bed. Snel en vaardig legt hij de ballen klaar op de tafel. Ik denk niet dat ik eerder op zo’n grote tafel heb gespeeld. Christian reikt me een keu aan en het krijt.

‘Wil jij afstoten?’ vraagt hij, beleefdheid veinzend. Hij heeft lol – hij denkt dat hij gaat winnen.

‘Oké.’ Ik krijt op het puntje van mijn keu en blaas het teveel eraf – Christian tussen mijn wimpers door opnemend. Zijn ogen worden donkerder als ik dat doe.

Ik leg de witte bal op z’n plek en met een snelle directe stoot raak ik de middelste bal van de driehoek met zo’n kracht dat een gestreepte bal ronddraait en in de pocket rechtsboven belandt. De andere ballen heb ik uiteengedreven.

‘Ik kies de halve ballen,’ zeg ik onschuldig, met een beleefd lachje naar Christian. Zijn mond trekt geamuseerd.

‘Ga je gang,’ zegt hij ridderlijk.

Ik ga door en het lukt me om snel achter elkaar drie ballen te potten. Inwendig juich ik. Op dit moment ben ik José zeer dankbaar dat hij mij goed pool heeft leren spelen. Christian kijkt onbewogen toe, laat niets merken, maar lijkt niet meer zo vrolijk. Ik mis de bal met groene streep op een haar na.

‘Weet je, Anastasia, ik zou de hele dag hier kunnen staan kijken, terwijl jij je lichaam over het biljart buigt,’ zegt hij goedkeurend.

Ik bloos. Gelukkig draag ik een spijkerbroek. Hij grijnst. Hij probeert me uit mijn concentratie te halen, de vuilak. Hij trekt zijn crèmekleurige sweater uit, gooit die over een stoelleuning en grijnst naar me, terwijl hij naar de tafel loopt voor zijn eerste stoot.

Hij buigt zich laag over de tafel. Mijn mond wordt droog. O, ik zie wat hij bedoelt. Christian in strakke spijkerbroek en wit T-shirt, voorovergebogen, op deze manier... is iets om je ogen op te houden. Ik kan niet meer nadenken. Hij pot snel vier hele ballen en gaat dan de fout in door de witte te potten.

‘Een beginnersfout, meneer Grey,’ plaag ik.

Hij smaalt. ‘Ach, mevrouw Steele, ik ben ook maar een domme sterveling. Jouw beurt, geloof ik.’ Hij wijst naar de tafel.

‘Je probeert toch niet om me te laten winnen?’

‘O nee. De prijs die ik in mijn hoofd heb, wil ik graag winnen, Anastasia.’ Hij trekt luchtig zijn schouders op. ‘Maar goed, ik wil altijd winnen.’

Ik kijk hem scherp aan. Oké dan... Ik ben zo blij dat ik mijn laag uitgesneden blauwe blouse aan heb. Ik loop opzichtig rond de tafel, buig me steeds ver voorover – om Christian zo veel mogelijk zicht te geven op mijn billen en mijn decolleté. Dat spelletje kan ik ook spelen. Ik kijk naar hem.

‘Ik weet waar je mee bezig bent,’ fluistert hij met omfloerste ogen. Ik houd mijn hoofd koket schuin, krijt zachtjes mijn keu en wrijf op en neer langs de stok. ‘O. Ik ben alleen maar aan het kijken waar ik mijn volgende stoot zal plaatsen,’ zeg ik onverschillig.

Leunend tegen het biljart, geef ik de oranje halve een zetje naar een betere positie. Ik ga dan recht voor Christian staan en haal alles uit de kast. Ik maak me klaar voor mijn volgende stoot, over de tafel gebogen. Ik hoor Christian diep inademen en natuurlijk mis ik. Shit.

Hij komt achter me staan, terwijl ik nog voorovergebogen sta, en legt zijn hand op mijn billen. Hmm...

‘Wrijf je dit onder m’n neus om me te tergen, mevrouw Steele?’ Hij geeft me een tik, hard.

Ik hap naar adem. ‘Ja,’ zeg ik, want het is de waarheid.

‘Wees voorzichtig met wat je wenst, schatje.’

Ik wrijf over mijn billen, terwijl hij naar de andere kant van de tafel loopt, vooroverbuigt en een stoot uitvoert. Jemig, ik kan de hele dag wel naar hem kijken. Hij raakt de rode bal en die pot aan de linkerkant. Hij richt op de gele bal, rechtsboven, en mist die nipt. Ik grinnik.

‘Rode Kamer, we komen eraan,’ pest ik.

Hij trekt een wenkbrauw op en laat me weten dat ik aan de beurt ben. Ik werk de groen gestreepte snel weg en met geluk gaat de laatste, oranje gestreepte bal er ook in.

‘Noem je pocket,’ meldt Christian en het is alsof hij het over iets anders heeft, iets donkers en ondeugends.

‘Linksboven.’ Ik mik op de zwarte bal, raak die, maar nee. Ver naast. Shit!

Christian leunt met een vals lachje over de tafel en werkt zijn twee overgebleven ballen snel weg. Ik hijg bijna, terwijl ik kijk hoe zijn soepele lichaam zich over de tafel strekt. Hij gaat staan en krijt opnieuw zijn keu, zijn ogen branden in me.

‘Als ik win...’

O ja?

‘Ga ik je op je billen slaan en dan neuk ik je op deze biljarttafel.’

O hemel. Alle spieren onder mijn navel knijpen zich hard samen.

‘Rechtsboven,’ zegt hij, wijzend naar de zwarte bal, en hij buigt voorover om te stoten.