Twee
Hij leidt me naar binnen bij een klein en intiem restaurant.
‘Hier moeten we het maar mee doen,’ moppert Christian. ‘We hebben niet veel tijd.’
Het restaurant ziet er toch prima uit? Houten stoelen, linnen tafelkleden, en muren in hetzelfde diepe rood als de muren in Christians speelkamer – bloedrood. Her en der zie ik kleine, vergulde spiegels, witte kaarsen en kleine vaasjes met witte rozen. Op de achtergrond zingt Ella Fitzgerald zacht over ‘This Thing Called Love’. Heel romantisch allemaal.
De ober leidt ons naar een tafeltje voor twee in een kleine alkoof en ik ga zitten, licht gespannen en benieuwd naar wat hij gaat zeggen.
‘We hebben niet lang de tijd,’ zegt Christian tegen de ober als we gaan zitten. ‘Dus we nemen ossenhaas, medium gebakken, bearnaisesaus als u die heeft, frietjes en wat groene groenten – wat de chef in huis heeft. En breng me de wijnkaart.’
‘Natuurlijk, meneer.’ De ober is beduusd door Christians koele en kalme efficiëntie en snelt weg. Christian legt z’n BlackBerry op tafel. Jemig, heb ik nog iets te kiezen?
‘En als ik nou niet van ossenhaas hou?’
Hij zucht. ‘Hou op, Anastasia.’
‘Ik ben geen kind meer, Christian.’
‘Gedraag je dan ook niet zo.’
Het is alsof hij me in m’n gezicht heeft geslagen. Dus dit wordt het: een jachtig, beladen gesprek, weliswaar in een zeer romantische omgeving, maar zeker geen hartjes en bloemen.
‘Ben ik een kind, omdat ik niet van ossenhaas hou?’ vraag ik, terwijl ik m’n pijn probeer te verbergen.
‘Omdat je me opzettelijk jaloers hebt gemaakt. Dat is kinderachtig. Wil je dan helemaal geen rekening houden met de gevoelens van je vriend door hem zo te behandelen?’ Christians lippen vormen een dunne lijn en hij fronst als de ober terugkomt met de wijnkaart.
Ik bloos – daar had ik nog niet aan gedacht. Arme José – ik wil hem zeker niet aanmoedigen. Ik schaam me opeens verschrikkelijk. Christian heeft gelijk, dat was niet heel erg aardig van me. Hij kijkt naar de wijnkaart.
‘Wil jij misschien de wijn kiezen?’ vraagt hij met opgetrokken wenkbrauwen, afwachtend, de arrogantie zelve. Hij weet heel goed dat ik niets van wijn afweet.
‘Kies jij maar,’ antwoord ik nors, maar op m’n plaats gezet.
‘Twee glazen Barossa Valley shiraz, alstublieft.’
‘Eh... die wijn verkopen we alleen per fles, meneer.’
‘Een fles dus,’ bijt Christian hem toe.
‘Meneer.’ De ober trekt zich stilletjes terug. Ik kan het hem niet kwalijk nemen. Ik trek een gezicht naar Vijftig. Wat zit hem dwars? Ik, waarschijnlijk, en ergens diep in mijn ziel staat mijn innerlijke godin slaperig op, rekt zich uit en glimlacht. Ze heeft behoorlijk lang geslapen.
‘Jij bent erg chagrijnig.’
Hij staart onbewogen naar me. ‘Goh, hoe zou dat nou komen?’
‘Nou, we hebben echt de perfecte toon gevonden voor een intieme en eerlijke discussie over de toekomst, vind je ook niet?’ Ik glimlach zoet naar hem.
Zijn mond verstart tot een harde lijn, maar dan krullen z’n mondhoeken op, bijna tegen hun zin, en ik weet dat hij probeert zijn glimlach te onderdrukken.
‘Sorry,’ zegt hij.
‘Excuses aanvaard, en ik kan je met genoegen meedelen dat ik geen vegetariër ben geworden sinds we de laatste keer samen aten.’
‘Aangezien dat de laatste keer was dat jij überhaupt iets at, denk ik dat dat een onuitgemaakte zaak is.’
‘Daar heb je dat woord weer, “onuitgemaakt”.’
‘Onuitgemaakt,’ zegt hij geluidloos en humor verzacht zijn ogen. Hij haalt een hand door z’n haar en is weer serieus. ‘Ana, de laatste keer dat we elkaar spraken, verliet je me. Ik ben een beetje zenuwachtig. Ik heb je gezegd dat ik je terug wil, en jij zegt... niets.’ Zijn blik is intens en afwachtend, en zijn openheid werkt ontwapenend. Wat moet ik hier dan in godsnaam op zeggen?
‘Ik heb je gemist... heel erg gemist, Christian. De afgelopen dagen waren... moeilijk.’ Ik slik, en de brok in m’n keel groeit als ik me de wanhopige pijn herinner die ik voelde nadat ik bij hem wegging.
Afgelopen week was de ergste van m’n leven, de pijn was bijna onbeschrijflijk. Niets komt erbij in de buurt. Maar de harde werkelijkheid komt weer voor ogen.
‘Er is niets veranderd. Ik kan niet zijn wat jij wilt.’ Ik pers de woorden langs de brok uit m’n mond.
‘Jij bent alles wat ik wil dat je bent,’ zegt hij met nadruk.
‘Nee, Christian, dat ben ik niet.’
‘Je bent boos om wat er de vorige keer is gebeurd. Ik heb me ontzettend stom gedragen en jij... Jij ook. Waarom gebruikte je het stopwoord niet, Anastasia?’ Hij klinkt beschuldigend.
Wat? Ho eens even! Gaan we weer een andere kant op? Ik bloos en knipper met mijn ogen naar hem.
‘Geef antwoord.’
‘Ik weet het niet. Ik was overrompeld. Ik probeerde te zijn wat jij wilde, ik probeerde met de pijn om te gaan, en toen ging het me te boven. Begrijp je... ik was het woord kwijt,’ fluister ik beschaamd en haal verontschuldigend m’n schouders op.
Jeetje, misschien hadden we al deze pijn kunnen voorkomen.
‘Je was het kwijt!’ briest hij in afgrijzen en hij grijpt de tafel vast. Ik verschrompel onder zijn blik.
Shit! Hij is weer woest. Mijn innerlijke godin kijkt me ook boos aan. Zie je wel, je hebt dit allemaal aan jezelf te danken.
‘Hoe kan ik je nou vertrouwen?’ zegt hij, zachtjes. ‘Ooit?’
De ober brengt onze wijn, terwijl we elkaar aanstaren, blauwe en grijze ogen. Beiden zitten we vol met onuitgesproken verwijten. De ober trekt de kurk met een overbodig zwierig gebaar uit de fles en schenkt wat wijn in Christians glas. Automatisch pakt hij het glas op en neemt een slokje.
‘Prima.’ Zijn stem is kortaf.
Zeer zorgvuldig schenkt de ober onze glazen in en zet de fles op tafel. Dan schuifelt hij snel weg. Christian heeft me de hele tijd aangekeken. Ik ben de eerste die opgeeft en het oogcontact verbreekt. Ik pak m’n glas en neem een flinke slok. Ik proef de wijn nauwelijks.
‘Sorry,’ fluister ik, en ik voel me ineens heel dom. Ik ging weg, omdat ik dacht dat we te verschillend waren, maar nu zegt hij dat ik hem had kunnen stoppen?
‘Sorry waarvoor?’ zeg hij gealarmeerd.
‘Dat ik het stopwoord niet heb gebruikt.’
Hij sluit z’n ogen alsof hij opgelucht is.
‘We hadden al dit lijden kunnen voorkomen,’ mompelt hij.
‘Jij ziet er prima uit.’ Meer dan prima. Je ziet er als jezelf uit.
‘Schijn bedriegt,’ zegt hij zachtjes. ‘Ik voel me allesbehalve prima. Ik voel me alsof de zon is ondergegaan en vijf dagen lang niet heeft geschenen, Ana. Ik dwaal rond in een oneindige nacht.’
Zijn bekentenis overspoelt me. O hemel, net als ik dus.
‘Je zei dat je me nooit zou verlaten, maar zodra het moeilijk werd, was je weg.’
‘Wanneer heb ik gezegd dat ik nooit weg zou gaan?’
‘In je slaap. Het was het meest geruststellende dat ik in lange tijd had gehoord, Anastasia. Het bracht me tot rust.’
Mijn hart balt zich samen en ik grijp naar m’n wijn.
‘Je zei dat je van me hield,’ fluistert hij. ‘Is dat nu verleden tijd?’ Zijn stem is zacht en vol spanning.
‘Nee, Christian, dat is nog steeds zo.’
Hij ademt uit en ziet er zo kwetsbaar uit. ‘Goed zo,’ zegt hij zacht.
Deze bekentenis choqueert me. Hij heeft zich duidelijk bedacht. Op het moment dat ik hem vertelde dat ik van hem hield, reageerde hij met afgrijzen. De ober is terug. Hij plaatst de borden snel voor ons en schuifelt weer weg.
O mijn god. Eten.
‘Eet,’ beveelt Christian.
Ergens diep vanbinnen weet ik dat ik honger heb, maar m’n maag zit vol met knopen. Het is niet echt bevorderlijk voor de eetlust, wanneer je tegenover de liefde van je leven zit en een gesprek voert over jullie onzekere toekomst. Ik kijk vertwijfeld naar mijn eten.
‘Ik zweer het je, Anastasia, als je nu niet eet, leg ik je hier in dit restaurant over de knie. En dat heeft dan een keer helemaal niets te maken met mijn seksuele bevrediging. Eten!’
Nou, nou, even dimmen, Grey. M’n onderbewuste staart me aan over de rand van haar strenge juffenbril. Ze is het helemaal eens met Vijftig Tinten.
‘Oké, ik zal eten. Stop die jeukende hand maar weg, alsjeblieft.’
Hij glimlacht niet, maar blijft me aankijken. Met tegenzin pak ik m’n vork en mes en snij ik m’n biefstuk. O, het is goddelijk lekker. Ik heb trek, heel erge trek. Ik kauw en hij ontspant zichtbaar.
We eten in stilte. Er staat andere muziek op. Een vrouw met een zachte stem zingt in de achtergrond, en ze echoot mijn gedachten.
Ik kijk naar Vijftig. Hij kijkt naar me, terwijl hij eet. Honger, verlangen en angst zijn allemaal vermengd in dezelfde sexy blik.
‘Weet je wie dit zingt?’ Ik probeer een normaal gesprek te beginnen.
Christian stopt even en luistert. ‘Nee... maar wie het ook mag zijn, ze is goed.’
‘Ik vind haar ook goed.’
Dan glimlacht hij zijn vertrouwelijke, geheimzinnige glimlach. Wat is hij van plan?
‘Wat?’ vraag ik.
Hij schudt z’n hoofd. ‘Eet maar door,’ zegt hij vriendelijk.
Ik heb de helft van m’n bord leeg, en ik kan geen hap meer weg krijgen. Hoe ga ik hier eens over onderhandelen?
‘Ik kan niet meer. Heb ik naar uw mening voldoende gegeten, meneer?’
Hij staart stoïcijns naar me, zonder te antwoorden, en kijkt dan op z’n horloge.
‘Ik zit echt vol,’ voeg ik toe, en ik neem nog een slokje van de overheerlijke wijn.
‘We gaan zo. Taylor is er en jij moet vroeg op voor je werk morgen.’
‘Jij ook.’
‘Ik functioneer op flink wat minder slaap dan jij, Anastasia. Je hebt in ieder geval wat gegeten.’
‘Gaan we niet terug met Charlie Tango?’
‘Nee, ik had zo’n vermoeden dat ik wat zou drinken. Taylor haalt ons op. Bovendien heb ik je in de auto een paar uur helemaal voor mezelf. Dan moeten we wel praten.’
O, dus dat is het plan.
Christian roept de ober voor de rekening, pakt dan z’n BlackBerry en belt.
‘We zijn bij Le Picotin, Southwest Third Avenue.’ Hij hangt op.
Jemig wat is hij kortaf aan de telefoon.
‘Je bent erg abrupt tegen Taylor; trouwens, tegen de meeste mensen.’
‘Ik communiceer gewoon helder, Anastasia.’
‘Alleen vanavond niet. Er is niets veranderd, Christian.’
‘Ik heb een voorstel voor je.’
‘Dit is allemaal met een voorstel begonnen.’
‘Een ander voorstel.’
De ober komt terug en zonder de rekening te controleren, geeft Christian hem zijn creditcard. Hij neemt me geïnteresseerd op, terwijl de ober z’n kaartje door het apparaat haalt. Christians telefoon gaat één keer over en hij tuurt er even naar.
Hij heeft een voorstel? Wat nu weer? Een paar scenario’s vliegen door m’n hoofd: een ontvoering, voor hem werken. Nee, dat slaat allemaal nergens op. Christian is klaar met betalen.
‘Kom. Taylor wacht buiten.’
We staan op en hij pakt m’n hand vast.
‘Ik wil je niet verliezen, Anastasia.’ Hij kust zachtjes m’n bovenhand en het gevoel van zijn lippen op mijn huid resoneert door m’n hele lichaam.
Buiten staat de Audi klaar. Christian doet de deur voor me open. Ik klim in de auto en zak weg in het luxueuze leer. Hij loopt naar de bestuurderskant. Taylor stapt uit en ze voeren een kort gesprek. Dit is anders dan normaal. Ik ben nieuwsgierig. Waar hebben ze het over? Een paar tellen later zitten ze allebei in de auto. Ik kijk op naar Christian, maar hij staart met onbewogen gezicht recht vooruit.
Ik gun het mezelf even om zijn profiel te bestuderen – rechte neus, gebeeldhouwde, volle lippen, haar dat aantrekkelijk op z’n voorhoofd valt. Deze goddelijke man kan toch niet de ware zijn voor mij?
Zachte muziek vult de auto, een groots orkeststuk dat ik niet ken, en Taylor stuurt ons het lichte verkeer in, op weg naar de snelweg en Seattle.
Christian verschuift om me recht aan te kunnen kijken. ‘Zoals ik al zei, Anastasia, ik heb een voorstel voor je.’
Ik kijk nerveus naar Taylor.
‘Taylor kan je niet horen.’ Christian probeert me gerust te stellen.
‘Hoe dan?’
‘Taylor,’ roept Christian. Taylor antwoordt niet. Hij roept nog eens, nog steeds geen antwoord. Christian leunt voorover en klopt op z’n schouder. Taylor verwijdert een microfoontje uit z’n oor dat ik niet had gezien.
‘Ja, meneer?’
‘Dank je, Taylor. Alles is in orde, je kan verder luisteren.’
‘Meneer.’
‘Goed zo? Hij luistert naar z’n iPod. Puccini. Vergeet dat hij er is. Dat doe ik ook.’
‘Heb je hem met opzet gevraagd dat te doen?’
‘Ja.’
O. ‘Oké, je voorstel?’
Christian ziet er opeens vastberaden en zakelijk uit. Holy shit, nu komt het. We onderhandelen een deal. Ik luister aandachtig.
‘Laat ik je eerst iets vragen. Wil je een normale vanillerelatie zonder kinky neukerij?’
M’n mond valt open. ‘Kinky neukerij?’ piep ik.
‘Kinky neukerij.’
‘Zeg je dat nou echt?’
‘Ja, dat zeg ik echt. Geef antwoord,’ zegt hij kalm.
Bloed stijgt naar m’n wangen. Mijn innerlijke godin zit geknield op één knie, haar handen samengevouwen als in gebed, en smeekt me.
‘Ik hou van je kinky neukerij,’ fluister ik.
‘Dat dacht ik al. Dus waar hou je niet van?’
Dat ik je niet mag aanraken. Dat je geniet van m’n pijn, het striemen van de riem...
‘De dreiging van een wrede en ongewone bestraffing.’
‘Wat betekent dat?’
‘Nou, die roedes en zwepen en meuk in je speelkamer, daar ben ik als de dood voor. Ik wil niet dat je die op mij gebruikt.’
‘Oké, dus geen zwepen en roedes – of riemen, als we nu toch bezig zijn,’ zegt hij sardonisch.
Ik kijk hem verward aan. ‘Probeer je de harde grenzen te herdefiniëren?’
‘Niet precies, maar ik probeer je te begrijpen, ik wil een duidelijker beeld krijgen van waar je wel en niet van houdt.’
‘Waar het op neerkomt, Christian, ik vind het moeilijk te verwerken dat jij er plezier in hebt mij pijn te doen. En het idee dat je dat gaat doen omdat ik een of andere willekeurige grens heb overschreden.’
‘Maar het is niet willekeurig, de regels liggen vast.’
‘Ik wil geen regels.’
‘Helemaal niet?’
‘Precies.’ Ik schud m’n hoofd, maar ben verschrikkelijk nerveus. Wat is hij van plan?
‘Maar je vindt het niet erg om op je billen geslagen te worden?’
‘Met wat?’
‘Dit.’ Hij houdt z’n hand op.
Ik schuif ongemakkelijk heen en weer. ‘Nee, niet echt. Vooral met die zilveren ballen...’ Godzijdank is het donker; mijn gezicht staat in de fik en m’n stem sterft weg als ik terugdenk aan die nacht. Hmm ja... dat zou ik zo weer doen.
Hij grijnst. ‘Ja, dat was leuk.’
‘Meer dan leuk,’ zeg ik zacht.
‘Dus een beetje pijn kun je hebben?’
Ik haal m’n schouders op. ‘Ja, ik denk het wel.’ O, wat is hij toch van plan? Mijn angstgevoel slaat helemaal door op de schaal van Richter.
In gedachten verzonken wrijft hij over zijn kin. ‘Anastasia, ik wil opnieuw beginnen. Het vanilleverhaal oppakken en dan misschien, als jij mij vertrouwt en ik jou erop vertrouw dat je eerlijk bent en met me communiceert, misschien kunnen we dan verdergaan en een paar dingen doen waar ik plezier aan heb.’
Ik staar hem verbluft aan en m’n hoofd is helemaal leeg – als een computer die crasht. Ik denk dat hij gespannen is, maar ik kan hem ook niet helemaal duidelijk zien – de duisternis van Oregon omhult ons. Dan daagt het me dat dat het is.
Hij wil het licht, maar kan ik hem vragen dit voor me te doen? En vind ik het duister niet prettig? Een beetje donker erbij, soms. Herinneringen aan de Thomas Tallis-nacht drijven uitnodigend door m’n gedachten.
‘Maar de bestraffingen dan?’
‘Geen bestraffingen meer.’ Hij schudt z’n hoofd. ‘Nooit.’
‘En de regels?’
‘Geen regels.’
‘Geen enkele regel? Maar jij hebt ook bepaalde dingen nodig.’
‘Ik heb jou meer nodig, Anastasia. De afgelopen dagen waren een hel. Al mijn instincten zeggen dat ik je moet laten gaan, dat ik je niet verdien.
‘De foto’s die dat jochie heeft genomen... Ik kan zien hoe hij jou ziet. Je ziet er zo zorgeloos en mooi uit, niet dat je nu niet mooi bent, maar daar zit je dan. Ik zie je pijn. Het is moeilijk te verwerken dat ik degene ben die je dat heeft aangedaan.
Maar ik ben een egoïstische man. Ik wilde je vanaf het moment dat je m’n kantoor in kwam vallen. Je bent bijzonder, eerlijk, warm, sterk, grappig, verleidelijk onschuldig; de lijst is eindeloos. Ik heb ontzag voor je. Ik wil jou, en de gedachte dat iemand anders je heeft, is als een mes dat in m’n donkere ziel wordt gestoken.’
Mijn mond is droog. Holy shit. Mijn onderbewuste knikt tevreden. Als dat geen liefdesverklaring is, dan weet ik het niet meer. En de woorden stromen m’n mond uit – alsof er een dam is doorgebroken.
‘Christian, waarom denk je dat je een donkere ziel hebt? Dat zou ik nooit zeggen. Verdrietig misschien, maar je bent goed. Dat kan ik zien... je bent vrijgevig, je bent zachtmoedig en je hebt nooit tegen me gelogen. En ik heb ook niet erg hard m’n best gedaan.
Afgelopen zaterdag was een schok voor me. Het schudde me wakker. Ik realiseerde me dat jij je rustig had gehouden en dat ik niet de persoon kon zijn die jij wilde. Nadat ik opstapte voelde ik langzaam maar zeker dat de fysieke pijn die je me had aangedaan nooit zo erg zou zijn als de pijn die ik voelde doordat ik je kwijt was. Ik wil je behagen, je wensen vervullen, maar dat is moeilijk.’
‘Je behaagt me constant,’ fluistert hij. ‘Hoe vaak moet ik je dat nog zeggen?’
‘Ik weet nooit wat je denkt. Soms ben je zo gesloten... als een eiland. Je intimideert me. Daarom zeg ik niets. Ik weet niet welke kant je humeur op gaat. Het slingert van noord naar zuid en weer terug in een nanoseconde. Het is verwarrend en je laat me je nooit aanraken, en ik wil zo graag laten zien hoeveel ik van je hou.’
In het duister knippert hij met z’n ogen, behoedzaam, lijkt het, en ik kan hem niet langer weerstaan. Ik maak m’n riem los en klim op z’n schoot, geheel tot zijn verrassing, en ik neem zijn hoofd in m’n handen.
‘Ik hou van jou, Christian Grey. En jij bent bereid dit allemaal voor me te doen. Ik ben hier degene die het niet verdient, en het spijt me dat ik al die dingen niet voor je kan doen. Misschien later... ik weet het niet... maar, ja, ik aanvaard je voorstel. Waar teken ik?’
In een vloeiende beweging vlijt hij z’n armen om me heen en hij drukt me tegen zich aan.
‘O Ana,’ ademt hij en hij drukt z’n neus in mijn haar.
Zo zitten we, onze armen om elkaar heen geslagen, en we luisteren naar de muziek – een zacht pianostuk – en de muziek reflecteert de emoties in de auto, de zoete, stille kalmte na de storm. Ik druk me tegen hem aan en leg m’n hoofd in de kromming van z’n nek. Hij aait zachtjes over m’n rug.
‘Aanraken is een harde grens voor mij, Anastasia,’ fluistert hij.
‘Dat weet ik. Ik zou alleen willen begrijpen waarom.’
Na een tijdje zucht hij en hij zegt met zachte stem: ‘Ik heb een verschrikkelijke jeugd gehad. Een van de pooiers van de heroïnehoer...’ Zijn stem sterft weg en zijn lichaam verkrampt bij de herinnering aan iets ondenkbaar afgrijselijks. ‘Dat herinner ik me,’ fluistert hij, en hij huivert.
Ik herinner me de littekens van brandwonden en m’n hart krimpt ineen. O Christian. Ik hou hem nog steviger vast.
‘Mishandelde ze je? Je moeder?’ M’n stem is laag en zacht met tranen die nog moeten vloeien.
‘Niet dat ik me kan herinneren. Ze verwaarloosde me. Ze beschermde me niet tegen haar pooier.’ Hij snuift. ‘Ik geloof dat ik voor haar zorgde. Toen ze uiteindelijk zelfmoord pleegde, duurde het vier dagen voordat iemand aan de bel trok en ons vond... dat herinner ik me.’
Ik kan me niet inhouden – mijn afgrijzen is hoorbaar. Afschuwelijk. Gal stijgt op naar m’n keel.
‘Dat is behoorlijk ziek,’ fluister ik.
‘Vijftig tinten,’ mompelt hij.
Ik druk m’n lippen in z’n nek en probeer troost te zoeken en te bieden. Ik stel me een klein, vies jongetje voor met grijze ogen, verloren en eenzaam naast het lichaam van z’n dode moeder.
O Christian. Ik adem zijn geur in. Hij ruikt hemels, mijn meest favoriete geur in de hele wereld. Hij houdt me nog steviger vast en kust m’n haar, en zo blijf ik zitten, gewikkeld in z’n omhelzing, terwijl Taylor de nacht in snelt.
Als ik wakker word, rijden we door Seattle.
‘Hey,’ zegt Christian zacht.
‘Sorry,’ murmel ik terwijl ik rechtop ga zitten en me uitrek, m’n ogen knipperen. Ik bevind me nog steeds in z’n armen, op z’n schoot.
‘Ik zou eeuwig naar je kunnen kijken als je slaapt, Ana.’
‘Heb ik nog iets gezegd?’
‘Nee. We zijn bijna bij je appartement.’
O? ‘Gaan we niet naar jouw huis?’
‘Nee.’
Ik ga rechtop zitten en kijk hem aan. ‘Waarom niet?’
‘Omdat je morgen moet werken.’
‘O.’ Ik pruil.
‘Waarom, had je soms iets in gedachten?’
Ik bloos. ‘Nou, misschien.’
Hij grinnikt. ‘Anastasia, ik ga je niet meer aanraken. Totdat je me smeekt.’
‘Wat!’
‘Zodat je met me gaat communiceren. De volgende keer dat we de liefde bedrijven ga jij me precies en heel gedetailleerd vertellen wat jij wil.’
‘O.’ Taylor staat stil voor m’n appartement en Christian schuift me van z’n schoot. Hij stapt uit en houdt de deur voor me open.
‘Ik heb iets voor je.’ Hij loopt naar de achterkant van de auto, opent de kofferbak en haalt er een grote doos uit. Wat is dit in hemelsnaam?
‘Openen als je binnen bent.’
‘Je komt niet mee?’
‘Nee, Anastasia.’
‘Dus wanneer zie ik je dan?’
‘Morgen.’
‘M’n baas wil dat ik iets met hem ga drinken morgen.’
Christians gezicht verstrakt. ‘O, is dat zo?’ Z’n stem is doortrokken van nauwverholen dreiging.
‘Om m’n eerste week te vieren,’ voeg ik vlug toe.
‘Waar?’
‘Dat weet ik niet.’
‘Ik zou je daar kunnen ophalen?’
‘Oké... ik mail of sms je.’
‘Prima.’
Hij loopt met me mee naar de deur van de lobby en wacht, terwijl ik m’n sleutels uit m’n tasje graaf. Terwijl ik de deur openmaak, leunt hij voorover en neemt m’n kin in z’n hand, duwt m’n hoofd naar achteren. Z’n mond zweeft boven de mijne en met gesloten ogen laat hij een spoor van kussen achter van mijn ooghoek naar mijn mond.
Een kleine kreun ontsnapt aan m’n lippen en ik smelt en bloei op vanbinnen.
‘Tot morgen,’ ademt hij.
‘Goedenacht, Christian.’ Ik hoor de behoefte in m’n stem.
Hij glimlacht.
‘Hup, naar binnen,’ beveelt hij, en ik loop door de lobby met het mysterieuze pakket.
‘Later, schatje,’ roept hij, en hij draait zich om en loopt terug naar de auto, een en al natuurlijke gratie.
Eenmaal in m’n flat open ik de doos en vind m’n MacBook Pro-laptop, de BlackBerry en nog een rechthoekige doos. Wat is dit? Ik haal het zilveren papier ervan af – een zwarte, dunne, leren houder.
Ik open de houder en zie... een iPad. Holy shit... een iPad. Er ligt een wit kaartje op het scherm met een berichtje in Christians handschrift:
Anastasia – dit is voor jou.
Ik weet wat je wil horen.
De muziek die hierop staat, zegt wat ik wil zeggen.
Christian.
Ik heb een Christian Grey-verzamelbandje, maar dan in supermoderne iPad-vorm. Ik schud m’n hoofd in afkeuring omdat het zo duur is, maar diep vanbinnen vind ik het geweldig. Jack heeft er een op kantoor, dus ik weet hoe ze werken.
Ik doe ’m aan en snak naar adem als ik het achtergrondbeeld zie: een klein modelzweefvliegtuigje. Hemel. Het is de Blanik L-23 die ik hem heb gegeven, op een glazen standaard, en, als ik me niet vergis, op Christians bureau in zijn kantoor. Ik staar er met open mond naar.
Hij heeft het gebouwd! Hij heeft het echt gebouwd. Ik herinner me dat hij het in het briefje schreef dat bij de bloemen zat. Mijn hoofd tolt en ik realiseer me in een flits dat hij veel moeite in dit cadeau heeft gestopt.
Ik schuif de balk onder aan het scherm om het apparaat te ontgrendelen en weer krijg ik een schok. De achtergrondfoto is van mij en Christian – tijdens m’n afstuderen in de tent. Het is de foto die in The Seattle Times stond. Christian ziet er zo knap uit, en ik kan niets aan m’n brede grijns van oor tot oor doen – yes, en hij is van mij!
Ik sleep m’n vinger over het scherm en er verschijnen nieuwe icoontjes. Een Kindle-app, iBooks, Words – wat het ook is.
Holy shit! De British Library? Ik raak het icoontje aan en er verschijnt een menu: HISTORISCHE COLLECTIE. Ik scroll naar beneden en selecteer 18DE- EN 19DE-EEUWSE ROMANS. Nog een menu. Ik tik op een titel: THE AMERICAN DOOR HENRY JAMES. Een nieuw scherm opent en daar kan ik een gescande kopie van het boek lezen. O mijn god – het is een vroege editie uit 1879, en het staat op m’n iPad! Hij heeft ervoor gezorgd dat ik de hele British Library onder handbereik heb.
Ik sluit de app snel af, wetende dat ik er een eeuwigheid zou kunnen doorbrengen. Ik zie een ‘goed eten’-app waardoor ik glimlach en frons tegelijk, een nieuws-app, een weer-app, maar zijn berichtje had het over muziek. Ik ga terug naar het hoofdscherm, druk op het iPod-icoontje, en er verschijnt een speellijst. Ik loop door de lijst met liedjes en ik glimlach. Thomas Tallis – die zal ik niet zo snel vergeten. Ik hoorde het per slot van rekening twee keer toen hij me afranselde en neukte.
‘Witchcraft.’ Ik grijns nog breder – samen dansen door de grote woonkamer. Het Bach-Marcello-stuk – o nee, veel te verdrietig voor m’n stemming op dit moment. Hmm. Jeff Buckley – ja, daar heb ik wel eens van gehoord. Snow Patrol – mijn favoriete band – en een nummer dat ‘Principles of Lust’ heet, van Enigma. Typisch Christian. Een ander nummer heet ‘Possession’... o ja, heel Vijftig Tinten. En dan nog een paar waar ik nog nooit van heb gehoord.
Ik selecteer een nummer waar m’ n oog op valt, en ik druk op afspelen. Het heet ‘Try’ van Nelly Furtado. Ze begint te zingen en haar stem is als een zijden sjaal die zich om me heen wikkelt, me omhult. Ik ga op bed liggen.
Betekent dit dat Christian het gaat proberen? Deze nieuwe relatie gaat proberen? Ik drink de woorden op en staar naar het plafond, terwijl ik probeer zijn omslag te begrijpen. Hij miste me. Ik miste hem. Hij moet toch een bepaald soort gevoelens voor me hebben. Dat moet wel. Deze iPad, deze liedjes, deze apps – hij geeft om me. Hij geeft echt om me. Hoop doet m’n hart zwellen.
Het nummer is afgelopen en tranen springen in m’n ogen. Snel scroll ik naar een andere – ‘The Scientist’ van Coldplay – een van Kates favoriete bands. Ik ken het nummer, maar ik heb nooit echt naar de tekst geluisterd. Ik sluit m’n ogen en laat de woorden over en door me heen komen.
Tranen stromen over m’n wangen. Ik kan niet stoppen. Als dit geen verontschuldiging is, dan weet ik het ook niet meer. O, Christian.
Of is dit een uitnodiging? Zal hij m’n vragen beantwoorden? Lees ik er te veel in? Ik lees hier waarschijnlijk te veel in. Mijn onderbewuste knikt naar me en probeert haar medelijden te verbergen.
Ik veeg snel m’n tranen weg. Ik moet hem mailen om ’m te bedanken. Ik spring van m’n bed en pak het geraffineerde Mac-monster.
Coldplay speelt door, terwijl ik in kleermakerszit op bed zit. De Mac start op en ik log in.
Van: Anastasia Steele
Onderwerp: iPad
Datum: 9 juni 2011, 23:56
Aan: Christian Grey
Je hebt me weer aan het huilen gemaakt.
De iPad is geweldig.
De nummers zijn geweldig.
De British Library-app is geweldig.
Jij bent geweldig.
Dankjewel.
Slaap zacht.
Ana xx
Van: Christian Grey
Onderwerp: iPad
Datum: 10 juni 2011, 00:03
Aan: Anastasia Steele
Ik ben blij dat je ’m mooi vindt. Ik heb er ook een voor mezelf gekocht.
Als ik bij je zou zijn, zou ik je tranen wegkussen.
Maar ik ben er niet – dus ga slapen.
Christian Grey
Directeur, Grey Enterprises Holdings, Inc.
Z’n antwoord maakt me aan het lachen – nog altijd even bazig, nog altijd even Christian. Gaat dat ook veranderen? En ik realiseer me op dat moment dat ik hoop van niet. Ik vind hem leuk zoals hij nu is – bevelend – zolang ik maar weet dat ik tegen hem in kan gaan zonder bang te hoeven zijn voor straf.
Van: Anastasia Steele
Onderwerp: Meneertje Mopperkont
Datum: 10 juni 2011, 00:07
Aan: Christian Grey
U klinkt als uw gewoonlijk bazige en mogelijk gespannen, of zelfs chagrijnige zelf, meneer Grey.
Ik weet iets wat dat zou kunnen verzachten. Maar goed, u bent niet hier – u wilde niet dat ik bleef slapen en u verwacht dat ik ga smeken...
Droom lekker verder, meneer.
Ana xx
PS Ik zie dat je ook het stalkerslijflied ‘Every Breath You Take’ hebt toegevoegd. Je gevoel voor humor is zeer vermakelijk, maar weet dr. Flynn hiervan?
Van: Christian Grey
Onderwerp: Zenachtige beheersing
Datum: 10 juni 2011, 00:10
Aan: Anastasia Steele
M’n allerbeste mevrouw Steele,
U weet toch wel dat billenkoek ook in vanillerelaties voorkomt? Dit gebeurt dan over het algemeen met wederzijdse goedkeuring en in een seksuele context... maar ik ben meer dan bereid om in dit geval een uitzondering te maken.
U zult blij zijn te horen dat dr. Flynn mijn gevoel voor humor ook zeer kan waarderen.
En ga nu alsjeblieft slapen, want dat zal je morgen niet veel doen.
En à propos – je zult smeken, geloof me. En ik kijk ernaar uit.
Christian Grey
Directeur, Grey Enterprises Holdings, Inc.
Van: Anastasia Steele
Onderwerp: Welterusten, droom zacht
Datum: 10 juni 2011, 00:12
Aan: Christian Grey
Nou, omdat je het zo vriendelijk vraagt en ik je heerlijke dreigement wel zie zitten, zal ik me nu in bed nestelen met de iPad die je me zo vriendelijk hebt gegund. En terwijl ik door de British Library neus en naar de muziek luister die zegt wat jij wilt zeggen, val ik in slaap.
A xxx
Van: Christian Grey
Onderwerp: Nog een laatste verzoek
Datum: 10 juni 2011, 00:15
Aan: Anastasia Steele
Droom over mij.
x
Christian Grey
Directeur, Grey Enterprises Holdings, Inc.
Over jou dromen, Christian Grey? Altijd.
Ik doe snel m’n pyjama aan, poets m’n tanden en glij in bed. Ik stop de oortelefoontjes in m’n oren, trek de platte Charlie Tango-ballon onder m’n kussen vandaan en druk hem stevig tegen me aan.
Ik loop over van geluk en een stompzinnige, brede grijns zet zich vast op m’n gezicht. Dat één dag zo’n verschil kan maken. Hoe ga ik ooit in slaap vallen?
José Gonzalez zingt een kalmerende melodie in m’n oren, begeleid door een hypnotiserende gitaarmelodie. Ik drijf langzaam in slaap, vol verwondering over het feit dat de wereld zich in één avond heeft rechtgezet. Loom vraag ik me af of ik een speellijst voor Christian moet maken.