Tweeëntwintig

 

 

Ik voel alle kleur uit mijn gezicht wegtrekken terwijl mijn bloed bevriest en angst door mijn lichaam giert. Ik ga instinctief tussen haar en Christian in staan.

‘Wat is dat?’ zegt Christian, zijn toon behoedzaam.

Ik negeer hem. Ik kan niet geloven dat Kate dit doet.

‘Kate! Dit heeft niets met jou te maken.’ Ik kijk haar giftig aan, boosheid vervangt mijn angst. Hoe durft ze? Niet nu, niet vandaag. Niet op Christians verjaardag. Verbaasd om mijn reactie kijkt ze naar me, haar groene ogen wijd opengesperd.

‘Ana, wat is dat?’ vraagt Christian nogmaals, zijn toon dreigender.

‘Christian, wil je alsjeblieft even weggaan?’ vraag ik hem.

‘Nee. Laat zien.’ Hij steekt zijn hand uit, en ik weet dat ik niet met hem in discussie moet gaan – zijn stem is kil en hard. Aarzelend geef ik hem de e-mail.

‘Wat heeft hij met je gedaan?’ vraagt Kate, Christian negerend. Ze ziet er volslagen bevreesd uit. Ik bloos om de wirwar van erotische beelden die door mijn hoofd flitsen.

‘Dat zijn jouw zaken niet, Kate.’ Ik kan mijn irritatie niet verbergen.

‘Hoe kom je hieraan?’ vraagt Christian, zijn hoofd schuin, zijn gezicht uitdrukkingsloos, maar zijn stem... zo dreigend rustig. Kate bloost.

‘Dat doet er niet toe.’ In reactie op zijn keiharde blik gaat ze snel door. ‘Het zat in de zak van een jasje – ik neem aan van jou – die aan de achterkant van Ana’s deur hing.’ Oog in oog met Christians vuurspuwende grijze blik, wankelt Kates hardheid enigszins, maar ze hervindt zich en werpt een nijdige blik in zijn richting.

Ze is een baken van vijandigheid in een slanke, knalrode jurk. Ze ziet er fantastisch uit. Maar waarom doorzoekt ze in godsnaam mijn kleding? Het is meestal andersom.

‘Heb je het iemand verteld?’ Christians stem is net een zijden handschoen.

‘Nee! Natuurlijk niet,’ snauwt Kate, beledigd. Christian knikt en lijkt zich te ontspannen. Zwijgend kijken Kate en ik toe terwijl hij een aansteker van de schoorsteenmantel pakt, de e-mail in brand steekt, loslaat, en hem traag in het vuur laat dwarrelen tot hij tot as vergaat.

De stilte in de kamer is drukkend.

‘Zelfs Elliot niet?’ vraag ik, en vestig mijn aandacht weer op Kate.

‘Niemand,’ zegt Kate nadrukkelijk, en voor het eerst verraadt haar uitdrukking verwarring en gekwetstheid. ‘Ik wil alleen zeker weten dat het goed met je gaat, Ana,’ fluistert ze.

‘Het gaat prima met me, Kate. Meer dan prima. Alsjeblieft, tussen Christian en mij gaat het goed – dit is oud nieuws. Vergeet het alsjeblieft.’

‘Vergeet het?’ zegt ze. ‘Hoe kan ik dat vergeten? Wat heeft hij met je gedaan?’

En haar groene ogen kijken vol oprechte zorg.

‘Hij heeft me niets aangedaan, Kate. Echt – het gaat goed met me.’

Ze kijkt me aan.

‘Echt?’ vraagt ze.

Christian legt een arm om me heen en trekt me dicht tegen zich aan, maar blijft Kate strak aankijken.

‘Ana heeft toegestemd om mijn vrouw te worden, Katherine,’ zegt hij zachtjes.

‘Vrouw!’ piept Katherine, haar ogen verbaasd opengesperd.

‘We gaan trouwen. We gaan vanavond onze verloving aankondigen,’ zegt hij.

‘O!’ Kate gaapt me aan. Ze is overrompeld. ‘Ik laat je zestien dagen alleen, en dan gebeurt dit? Het is wel heel plotseling. Dus gisteren, toen ik zei...’ Ze staart me aan, verloren. ‘Hoe past die e-mail in dit plaatje?’

‘Niet, Kate. Laat het – alsjeblieft. Ik hou van hem en hij houdt van mij. Doe dit niet. Ga niet deze avond en zijn feestje verpesten,’ fluister ik. Ze knippert met haar ogen, en volkomen onverwacht vullen haar ogen zich met tranen.

‘Nee, natuurlijk niet. Dus het gaat goed met je?’ Ze wil gerustgesteld worden.

‘Ik ben gelukkiger dan ooit,’ fluister ik. Ze reikt naar voren en pakt mijn hand, slaat geen acht op Christians arm om mij heen.

‘Gaat het echt goed met je?’ vraagt ze hoopvol.

‘Ja.’ Ik grijns naar haar. Mijn gelukzalige gevoel keert terug. Ze staat weer aan onze kant. Ze glimlacht naar me, mijn geluk weerspiegelt op haar. Ik stap naar voren, maak me los van Christian, en ze omhelst me plotseling.

‘O, Ana – ik maakte me zo veel zorgen toen ik dit had gelezen. Ik wist niet wat ik moest denken. Zul je het wel aan me uitleggen?’ fluistert ze.

‘Ooit, niet nu.’

‘Oké. Ik hou mijn mond. Ik hou zoveel van je, Ana, je bent mijn zusje. Ik dacht alleen... ik wist eigenlijk niet wast ik moest denken. Het spijt me. Als jij gelukkig bent, ben ik dat ook.’ Ze kijkt Christian recht aan en herhaalt haar excuses. Hij knikt naar haar, zijn ogen ijskoud, en zijn uitdrukking blijft hetzelfde. Shit, hij is nog wel boos.

‘Het spijt me echt. Je hebt gelijk, het zijn mijn zaken niet,’ fluistert ze me toe.

Er wordt op de deur geklopt, en Kate en ik schrikken zo dat we elkaar loslaten. Grace steekt haar hoofd om de hoek.

‘Gaat het goed, lieverd?’ vraagt ze Christian.

‘Alles is prima, mevrouw Grey,’ antwoordt Kate pijlsnel.

‘Prima, mam,’ zegt Christian.

‘Gelukkig.’ Grace komt binnen. ‘Dan vind je het vast niet erg als ik mijn zoon een verjaardagsknuffel geef.’ Ze kijkt ons beiden stralend aan. Hij omhelst haar stevig en ontdooit meteen.

‘Gefeliciteerd, lieverd,’ zegt ze liefkozend, en ze sluit haar ogen tijdens de omhelzing. ‘Ik ben zo blij dat je er nog bent.’

‘Mam, het gaat prima met me.’ Christian glimlacht naar haar. Ze leunt naar achteren, bekijkt hem nauwlettend en grijnst.

‘Ik ben zo blij voor je,’ zegt ze, en streelt zijn gezicht.

Hij grijnst naar haar – zijn duizend megawatt glimlach.

Ze weet het! Wanneer heeft hij het haar verteld?

‘Als jullie klaar zijn met jullie onderonsje, er is hier een hele stoet mensen die zelf willen zien dat je nog heel bent, Christian, en je een fijne verjaardag willen wensen.’

‘Ik kom eraan.’

Grace kijkt bezorgd naar Kate en lijkt gerustgesteld door onze glimlach. Ze knipoogt naar me en houdt de deur voor ons open. Christian strekt zijn hand naar me uit en ik pak hem vast.

‘Christian, ik wil echt mijn excuses aanbieden,’ zegt Kate nederig. Nederige Kate is een wonderlijk gezicht. Christian knikt naar haar, en we lopen achter haar aan de kamer uit.

In de hal kijk ik zenuwachtig naar Christian. ‘Weet je moeder het al?’

‘Ja.’

‘O.’ En dan te bedenken dat onze hele avond had kunnen ontsporen dankzij onze doortastende mevrouw Kavanagh. Ik huiver bij de gedachte – de consequenties die het zou hebben als Christians levensstijl openbaar zou worden. Allemachtig.

‘Nou, dat was een interessante manier om de avond te beginnen.’ Ik lach lief naar hem. Hij kijkt naar me – en hij is terug, zijn geamuseerde blik. Gelukkig.

‘Zoals altijd, mevrouw Steele, heeft u een gave voor zachte uitdrukkingen.’ Hij brengt mijn hand naar zijn lippen en kust mijn knokkels terwijl we de woonkamer binnenlopen onder een plotseling, spontaan en oorverdovend applaus.

Shit. Hoeveel mensen zijn hier wel niet?

Ik kijk snel de kamer rond: alle Greys, Ethan met Mia, dr. Flynn en zijn vrouw, neem ik aan. Daar is Mac van de boot, een lange, knappe donkere man – ik herinner me dat ik hem gezien heb in Christians kantoor de eerste keer dat ik Christian ontmoette – Mia’s bitchy vriendin Lily, twee vrouwen die ik totaal niet kan plaatsen, en... o nee. Mijn hart maakt een vrije val. Dát mens... Mrs. Robinson.

Gretchen komt tevoorschijn met een dienblad champagne. Ze draagt een laag uitgesneden zwart jurkje, geen staartjes maar opgestoken haar, ze bloost en kijkt Christians kant op. Het applaus sterft weg, en Christian knijpt in mijn hand wanneer alle ogen zich verwachtingsvol op hem richten.

‘Bedankt, iedereen. Ik denk dat ik een van deze nodig heb.’ Hij pakt twee glazen van Gretchens dienblad en glimlacht kort naar haar. Ik denk dat Gretchen het ieder moment kan begeven of in katzwijm vallen. Hij geeft mij een glas.

Christian heft zijn glas tot de rest van de kamer, en iedereen komt ineens op hem af. Aan kop is de duivelse vrouw in het zwart.

Draagt ze wel eens een andere kleur?

‘Christian, ik was zo bezorgd.’ Elena omhelst hem vluchtig en kust hem op beide wangen. Hij laat me niet los, al probeer ik mijn hand weg te trekken.

‘Het gaat goed, Elena,’ zegt Christian koeltjes.

‘Waarom heb je me niet gebeld?’ Haar smeekbede is wanhopig, haar ogen zoeken de zijne.

‘Ik heb het druk gehad.’

‘Heb je mijn berichten niet gekregen?’

Christian verplaatst ongemakkelijk het gewicht van zijn ene been naar het andere, en trekt me dichter tegen zich aan, doet zijn arm om me heen. Zijn gezicht blijft uitdrukkingsloos terwijl hij naar Elena kijkt. Ze kan me onmogelijk nog langer negeren, dus knikt ze beleefd in mijn richting.

‘Ana,’ kirt ze. ‘Je ziet er enig uit, liefje.’

‘Elena,’ kir ik terug. ‘Dankjewel.’

Grace en ik kijken elkaar aan. Ze fronst, kijkend naar ons drieen.

‘Elena, ik moet iets aankondigen,’ zegt Christian, en kijkt haar onbewogen aan.

Haar blauwe ogen betrekken. ‘Natuurlijk.’ Ze veinst een glimlach en doet een stap terug.

‘Mensen,’ roept Christian. Hij wacht even totdat het geroezemoes uitdooft en alle ogen weer op hem gericht zijn.

‘Bedankt dat jullie hier aanwezig zijn vandaag. Ik moet bekennen dat ik een rustig familiediner verwachtte, dus dit is een aangename verrassing.’ Hij staart nadrukkelijk naar Mia, die grijnst en ingetogen naar hem zwaait. Christian schudt geërgerd zijn hoofd en gaat verder.

‘Ros en ik’, hij wijst naar de roodharige vrouw die vlakbij staat naast een montere blondine, ‘wij hebben gisteren geluk gehad.’

O, dus dat is de Ros waar hij mee samenwerkt. Ze grijnst en heft haar glas naar hem. Hij knikt terug.

‘Dus ik ben bijzonder blij vandaag hier met jullie te zijn en mijn goede nieuws met jullie te delen. Deze mooie vrouw’, hij kijkt naar mij, ‘mevrouw Anastasia Rose Steele, heeft mijn huwelijksaanzoek geaccepteerd, en dat wil ik als eerste met jullie delen.’

Er klinken algemene kreten van verbazing, een paar mensen juichen, en daarna applaus! Jemig – het gebeurt echt. Volgens mij heb ik dezelfde kleur aangenomen als Kates jurk. Christian tilt mijn kin op, brengt mijn lippen naar de zijne en kust me snel.

‘Je bent bijna van mij.’

‘Dat ben ik al,’ fluister ik.

‘Officieel’, zijn mond vormt geluidloos de woorden en hij geeft me een duivelse glimlach.

Lily, die naast Mia staat, kijkt beteuterd. Gretchen kijkt alsof ze iets afschuwelijks en bitters gegeten heeft. Terwijl mijn zenuwachtige blik langs de menigte glijdt, zie ik ineens Elena. Haar mond staat open. Ze is geschokt – ontdaan zelfs, en ik kan een vluchtig gevoel van voldoening niet onderdrukken om haar zo sprakeloos te zien. Wat doet ze hier in godsnaam eigenlijk?

Carrick en Grace onderbreken mijn onaardige gedachten, en voor ik er erg in heb word ik van de ene Grey aan de andere doorgegeven om geknuffeld en gekust te worden.

‘O Ana – ik ben zo blij dat je bij onze familie gaat horen,’ zegt Grace emotioneel.

‘Christian is zo veranderd... Hij is... gelukkig. Ik ben je zo dankbaar.’ Ik bloos, in verlegenheid gebracht door haar uitgelatenheid, maar stiekem ook in mijn nopjes.

‘Waar is de ring?’ roept Mia terwijl ze me omhelst.

‘Eh...’ Een ring! Jemig. Ik heb nog niet eens nagedacht over een ring. Ik kijk nerveus naar Christian.

‘We gaan er samen een uitzoeken.’ Christian kijkt haar dreigend aan.

‘O, kijk niet zo naar me, Grey!’ Vermaant ze hem en ze omhelst hem vervolgens.

‘Ik ben zo blij voor je, Christian,’ zegt ze. Ze is de enige die ik ken die zich niet door de dreigende Grey-blik geïntimideerd voelt. Ik schrik ervan terug... Nou ja, dat deed ik.

‘Wanneer gaan jullie trouwen? Hebben jullie al een datum?’ Ze kijkt Christian stralend aan.

Hij schudt van nee, zijn irritatie is tastbaar. ‘Geen idee, en nee, nog niet. Ana en ik moeten het daar nog over hebben,’ zegt hij aangebrand.

‘Ik hoop dat jullie een grote bruiloft houden – hier,’ straalt ze enthousiast, zijn giftige toon negerend.

‘Waarschijnlijk vliegen we morgen naar Las Vegas,’ gromt hij naar haar, en hij wordt beloond met een klassieke Mia Grey-pruillip. Hij rolt met zijn ogen, en keert zich weer tot Elliot, die hem voor de tweede keer in twee dagen stevig omhelst.

‘Goed gedaan, broertje.’ Hij slaat Christian op zijn rug.

De reactie van de kamer is overweldigend, en het duurt een paar minuten voordat ik weer naast Christian sta met dr. Flynn. Het lijkt erop dat Elena verdwenen is, en plotseling duikt Gretchen op om de glazen bij te vullen.

Naast dr. Flynn staat een opvallende jonge vrouw met lang, donker, bijna zwart haar, indrukwekkende borsten en prachtige hazelnootbruine ogen.

‘Christian,’ zegt Flynn, en hij steekt zijn hand uit. Christian schudt zijn hand enthousiast.

‘John. Rhian.’ Hij kust de donkerharige vrouw op haar wang. Ze is fijngebouwd en prachtig.

‘Blij dat je nog in ons midden bent, Christian. Mijn leven zou uitgesproken saai – en armoedig – zijn zonder jou.’

Christian grijnst.

‘John!’ roept Rhian vermanend, tot groot vermaak van Christian.

‘Rhian, dit is Anastasia, mijn verloofde. Ana, dit is Johns vrouw.’

‘Wat fijn om de vrouw te ontmoeten die eindelijk Christians hart gevangen heeft.’ Rhian lacht vriendelijk naar me.

‘Dankjewel,’ zeg ik, alweer gegeneerd.

‘Dat was een behoorlijke googly die je daar bowlde, Christian.’ Dr. Flynn schudt zijn hoofd ongelovig. Christian fronst naar hem.

‘John... jij en je cricketmetaforen.’ Rhian rolt met haar ogen.

‘Gefeliciteerd, jullie beiden en van harte met je verjaardag, Christian. Wat een geweldig verjaardagscadeau.’ Ze geeft me een brede glimlach.

Ik had geen idee dat dr. Flynn er zou zijn, of Elena. Het is een schok, en ik probeer naarstig te bedenken of ik hem iets wil vragen, maar een verjaardagsfeest lijkt niet bepaald de juiste gelegenheid voor een psychiatrisch consult.

We praten een paar minuten over koetjes en kalfjes. Rhian is een huisvrouw met twee jonge zoontjes. Uit het gesprek maak ik op dat zij de reden is dat dr. Flynn in Amerika werkt.

‘Het gaat goed met haar, Christian, ze reageert goed op de behandeling. Nog een paar weken en we kunnen denken aan een ambulant programma.’ Ze praten op een fluistertoon, maar ik kan de neiging niet weerstaan om mee te luisteren, waardoor ik vrij onbeleefd eigenlijk niet naar Rhian luister.

‘Dus zijn het voornamelijk speelafspraakjes en luiers op het moment...’

‘Dat zal best al je tijd opslokken.’ Ik bloos, richt me weer op Rhian, die vriendelijk lacht. Ik weet dat Christian en Flynn het over Leila hebben.

‘Wil je haar iets voor me vragen,’ zegt Christian.

‘En wat doe jij, Anastasia?’

‘Zeg maar Ana, hoor. Ik werk bij een uitgeverij.’

Christian en dr. Flynn gaan nog zachter praten; het is zo frustrerend. Maar ze houden op wanneer de twee vrouwen die ik niet herkende erbij komen staan – Ros en de montere blondine die Christian aan me voorstelt als haar partner, Gwen.

Ros is innemend, en ik kom er al snel achter dat ze zo ongeveer tegenover Escala wonen. Ze is zeer lovend over Christians vliegenierscapaciteiten. Het was haar eerste keer in Charlie Tango, en ze zegt dat ze niet zou aarzelen om nog eens mee te gaan. Ze is een van de weinige vrouwen die ik ken die niet meteen door hem verblind wordt... nou ja, de reden daarvan is natuurlijk duidelijk.

Gwen is goedlachs met een droog gevoel voor humor, en Christian lijkt zich volkomen op zijn gemak te voelen bij hen allebei. Hij kent hen goed. Ze hebben het niet over werk, maar het is duidelijk dat Ros een slimme vrouw is die hem gemakkelijk bij kan houden. Ze heeft ook een fantastische, diepe, iets-te-veel-sigaretten-lach.

Grace onderbreekt ons ontspannen gesprek om iedereen ervan op de hoogte te stellen dat het diner geserveerd wordt in de vorm van een buffet in de Grey-keuken. Langzaam begeven de gasten zich naar de achterzijde van het huis.

In de gang word ik door Mia in mijn kraag gegrepen. In haar poederroze babydolljurk en extreem hoge hakken torent ze boven me uit als een soort kerstfee. Ze heeft twee cocktailglazen in haar hand.

‘Ana,’ sist ze samenzweerderig. Ik kijk op naar Christian, die me loslaat met een succes-ik-vind-haar-onmogelijk-blik, en we glippen snel de eetkamer binnen.

‘Hier,’ zegt ze, samenzweerderig. ‘Dit is een van mijn vaders speciale citroenmartini’s – veel beter dan champagne.’ Ze geeft me een glas en kijkt me nauwlettend aan terwijl ik een voorzichtig slokje neem.

‘Hmm... heerlijk. Wel sterk.’ Wat wil ze? Probeert ze me dronken te voeren?

‘Ana, ik heb advies nodig. En ik kan het Lily niet vragen – ze oordeelt altijd zo snel.’ Mia rolt met haar ogen en grijnst naar me. ‘Ze is zo jaloers op jou. Ik denk dat ze stiekem hoopte dat zij en Christian ooit nog eens bij elkaar zouden komen.’ Mia barst in lachen uit bij de gedachte, en ik beef vanbinnen. Dit is iets waar ik nog lang mee zal moeten leren omgaan – andere vrouwen die mijn man willen. Ik duw de onaangename gedachte weg en zoek afleiding in wat voorhanden is. Ik neem nog een slok van mijn martini.

‘Ik zal mijn best doen om je te helpen. Kom maar op.’

‘Zoals je weet hebben Ethan en ik elkaar kortgeleden ontmoet, dankzij jou.’ Ze kijkt me stralend aan.

‘Ja.’ Waar gaat dit in godsnaam heen?

‘Ana – hij wil geen verkering.’ Ze pruilt.

‘O.’ Ik knipper met mijn ogen, verbaasd, en denk: misschien ziet hij je gewoon niet zo zitten.

‘Luister, dat klonk helemaal verkeerd. Hij wil geen verkering met me omdat zijn zus met mijn broer gaat. Snap je – hij vindt het allemaal enigszins incestueus. Maar ik weet zeker dat hij me leuk vindt. Wat moet ik doen?’

‘O, ik begrijp het,’ zeg ik, en ik probeer wat tijd te rekken. Wat moet ik zeggen? ‘Kunnen jullie niet gewoon vrienden zijn en het wat tijd geven? Ik bedoel, je hebt hem nog maar net ontmoet.’

Ze tilt een wenkbrauw op en ik bloos.

‘Luister, ik weet dat ik Christian nog maar kort ken, maar...’ Ik kijk haar vermanend aan en weet niet wat ik moet zeggen. ‘Mia, dit is iets waar jij en Ethan samen uit moeten komen. Ik zou de vriendschapsroute proberen.’

Mia grijnst.

‘Die blik heb je van Christian geleerd.’

Ik bloos. ‘Als je advies wilt, moet je het Kate vragen. Misschien kan zij je meer vertellen over de gevoelens van haar broer.

‘Denk je?’ vraagt Mia.

‘Ja.’ Ik lach bemoedigend.

‘Cool. Bedankt, Ana.’ Ze omhelst me weer en huppelt opgewonden – een ware prestatie, gezien haar hakken – richting de deur, ongetwijfeld op zoek naar Kate om haar lastig te vallen. Ik neem nog een slok van mijn martini, en ik wil haar naar buiten volgen als ik opeen stokstijf blijf staan.

Elena komt de kamer binnenwaaien, haar gezicht gespannen, strak van duistere, kwade vastberadenheid. Ze sluit de deur zachtjes en kijkt me nijdig aan.

O shit.

‘Ana,’ sneert ze.

Ik roep al mijn zelfbeheersing op, ben een beetje wazig door de twee glazen champagne en de dodelijke cocktail die ik in mijn hand heb. Volgens mij is alle kleur uit mijn gezicht weggetrokken, maar ik doe een beroep op mijn innerlijke godin om zo kalm en onbewogen mogelijk te lijken.

‘Elena.’ Mijn stem klinkt klein, maar vast – ondanks mijn droge mond. Waarom maakt die vrouw me zo bang? En wat wil ze nu weer?

‘Ik zou je mijn oprechte felicitaties willen aanbieden, maar ik denk dat het ongepast zou zijn.’ Haar indringende kille blauwe ogen kijken ijskoud in de mijne, vol walging.

‘Ik wil jouw felicitaties niet, en heb ze ook niet nodig, Elena. Ik ben verrast en teleurgesteld je hier te zien.’ Ze trekt haar wenkbrauw omhoog. Volgens mij is ze onder de indruk.

‘Nooit gedacht dat je een waardige tegenstander zou zijn, Anastasia. Maar je blijft me verrassen.’

‘Ik heb over jou juist helemaal niet nagedacht,’ lieg ik, koel. Christian zou trots zijn. ‘En als je me nu wilt excuseren, ik heb betere dingen te doen dan mijn tijd aan jou te verspillen.’

‘Niet zo snel, juffie,’ sist ze me toe; ze leunt tegen de deur aan, blokkeert hem. ‘Waar denk jij in hemelsnaam dat je mee bezig bent, om Christians aanzoek te accepteren? Als je serieus denkt dat je hem gelukkig kunt maken, dan heb je het faliekant mis.’

‘Wat ik accepteer van Christian zijn niet jouw zaken.’ Ik glimlach met een sarcastische lieflijkheid. Ze negeert me.

‘Hij heeft behoeftes – behoeftes waar jij onmogelijk aan tegemoet kunt komen.’ Ze geniet hiervan.

‘Wat weet jij nou van zijn behoeftes?’ grom ik. Mijn gevoel van verontwaardiging laait op, en de adrenaline giert door mijn lichaam. Hoe durft die achterlijke trut zo’n preek af te steken? ‘Jij bent niets meer dan een zieke kindermisbruiker, en als het aan mij lag dumpte ik je in de zevende ring van de hel om vervolgens lachend weg te lopen. Ga nu aan de kant – of moet ik je een handje helpen?’

‘Je maakt een grote fout, jongedame.’ Ze zwaait naar me met een lange, dunne, keurig gemanicuurde vinger. ‘Hoe durf jij over onze levensstijl te oordelen? Jij weet niets, en je hebt geen idee waar je aan begint. En als je denkt dat hij gelukkig wordt met een kleine muizige goudzoeker zoals jij...’

Klaar weer! Ik gooi de rest van mijn citroenmartini in haar gezicht, ze is drijfnat.

‘Hoe durf je mij te vertellen waar ik aan begin!’ schreeuw ik tegen haar. ‘Wanneer snap je het nou eindelijk? Je hebt hier verdomme helemaal niets over te zeggen!’

Ze staart me aan met open mond, ontzet, en veegt het plakkerige drankje van haar gezicht. Ik denk dat ze me bijna gaat aanvallen, wanneer ze ineens voorovergeduwd wordt omdat de deur opengaat.

Christian staat in de deuropening. Het duurt een nanoseconde voordat hij een inschatting heeft gemaakt van de situatie – ik wit als een laken en trillend, zij kletsnat en woest. Zijn lieve gezicht betrekt en verkrampt van woede en hij gaat tussen ons in staan.

‘Waar ben je in godsnaam mee bezig, Elena?’ zegt hij, zijn stem ijskoud en dreigend.

Ze knippert naar hem met haar ogen. ‘Ze is niet goed genoeg voor jou, Christian,’ fluistert ze.

‘Wat?’ schreeuwt hij, en verrast ons allebei. Ik kan zijn gezicht niet zien, maar zijn hele lichaam is gespannen, en hij straalt een en al vijandigheid uit.

‘Wat weet jij verdomme dat goed voor me is?’

‘Je hebt verlangens, Christian,’ zegt ze, haar stem vriendelijker.

‘Ik heb het je al eerder gezegd. Je hebt hier verdomme helemaal niets over te zeggen!’ brult hij.

O shit – Enorm Boze Christian is in al zijn pracht tevoorschijn gekomen. Iedereen kan het waarschijnlijk horen.

‘Waarom doe je dit?’ Hij zwijgt even, staart haar woedend aan. ‘Denk je dat jij het bent? Jij? Jij denkt dat jij goed voor me zou zijn?’ Zijn stem is zachter nu, maar druipt van minachting, en ineens wil ik niet meer hier zijn. Ik wil geen getuige zijn van deze intieme confrontatie. Ik voel me een indringer. Maar ik zit klem – mijn benen weigeren dienst.

Elena slikt en lijkt zichzelf bijeen te rapen. Er is een subtiele verandering in haar houding, ze wordt sterker, en ze stapt op hem af.

‘Ik was het beste wat jou ooit is overkomen,’ bijt ze hem arrogant toe. ‘Kijk nou eens naar jezelf. Een van de rijkste, succesvolste ondernemers in de Verenigde Staten – beheerst, gedreven – jij hebt niets nodig. Jij bent de heerser van jouw universum.’

Hij doet een stap terug, alsof hij geraakt is en staart haar verontwaardigd en woedend met open mond aan.

‘Je vond het geweldig, Christian, maak jezelf nou niks wijs. Jij was bezig jezelf kapot te maken, en ik heb je gered, gered van een leven achter de tralies. Geloof me, schatje, dat is waar je was geëindigd. Ik heb je alles geleerd wat je weet, alles wat je nodig hebt.’

Christian trekt wit weg, staart haar ontzet aan. Als hij uiteindelijk begint te spreken, is zijn stem laag en vol ongeloof.

‘Je hebt me leren neuken, Elena. Maar het is leeg, net zoals jij. Geen wonder dat Linc weg is gegaan.’

Ik proef de gal opkomen in mijn mond. Ik hoor hier niet te zijn. Maar ik sta als aan de grond vastgenageld, ziekelijk gefascineerd terwijl ze elkaar fileren.

‘Je hebt me nooit vastgehouden,’ fluistert Christian. ‘Je hebt nooit gezegd dat je van me hield.’

Ze knijpt haar ogen samen. ‘Liefde is voor dwazen, Christian.’

‘M’n huis uit.’ We worden verrast door Grace’ onverbiddelijke, woedende stem. Drie hoofden draaien gelijktijdig in de richting van Grace, die op de drempel van de kamer staat. Ze kijkt Elena vol venijn aan, die bleek wegtrekt onder haar Saint Tropez-kleurtje.

De tijd lijkt stil te staan terwijl we allemaal diep ademhalen, en Grace beent doelbewust de kamer binnen. Haar ogen spuwen vuur, ze blijft Elena recht aankijken, en komt direct voor haar staan. Elena’s ogen worden groot van schrik, en Grace geeft haar een harde klap op haar wang, het geluid ervan weerkaatst van de muren van de eetkamer.

‘Blijf met je smerige klauwen van mijn zoon af, hoer, en ga mijn huis uit – nu!’ sist ze door samengeperste tanden heen.

Elena grijpt naar haar rode wang en staart kort, verslagen, geschokt en knipperend met haar ogen, naar Grace. Dan haast ze zich de kamer uit, en neemt niet de moeite de deur dicht te doen.

Grace draait zich langzaam richting Christian en een gespannen stilte bedekt ons als een zware deken terwijl Christian en Grace elkaar aanstaren. Na een tel begint Grace te spreken.

‘Ana, voordat ik hem aan je teruggeef, vind je het erg als ik mijn zoon even onder vier ogen wil spreken?’ Haar stem is zacht, hees, maar o zo sterk.

‘Natuurlijk,’ fluister ik, en vertrek zo snel als ik kan, werp nog een nerveuze blik over mijn schouder. Maar geen van beiden kijkt naar me. Ze blijven elkaar aanstaren, hun onuitgesproken communicatie is oorverdovend.

In de gang voel ik me even verloren. Mijn hart bonst en het bloed raast door mijn aderen... ik ben in paniek en overmand. Holy fuck, dat was heftig en nu weet Grace het ook. Shit. Ik kan me niet voorstellen wat ze tegen Christian gaat zeggen, en ik weet dat het fout is, maar ik leun tegen de deur aan en probeer te horen wat er gezegd wordt.

‘Hoe lang, Christian?’ Grace’ stem is zacht. Ik kan haar nauwelijks verstaan.

Ik kan zijn antwoord niet horen.

‘Hoe oud was je?’ Haar stem is aanhoudender. ‘Zeg het me. Hoe oud was je toen dit allemaal begon?’ En weer kan ik Christian niet verstaan.

‘Gaat het wel, Ana?’ Ros onderbreekt me.

‘Ja. Prima. Dank je. Ik...’

Ros glimlacht. ‘Ik pak even mijn tas. Ik heb een sigaret nodig.’

Even overweeg ik met haar mee te gaan.

‘Ik ga naar het toilet.’ Ik moet mijn gedachten ordenen, verwerken wat ik zojuist heb gezien en gehoord. Boven lijkt me de meest veilige plek om even alleen te zijn. Ik zie hoe Ros nonchalant de huiskamer in wandelt, en ik schiet de trap op, twee treeën tegelijk, naar de tweede verdieping, en door naar de derde. Er is maar één plek waar ik wil zijn.

Ik open de deur van Christians kinderkamer en doe hem achter me dicht, hap naar adem. Ik loop richting zijn bed, plof erop neer en staar naar het witte plafond.

Mijn god. Dat is, zonder enige uitzondering, de meest pijnlijke confrontatie die ik ooit mee heb moeten maken, en ik voel me verdoofd. Mijn verloofde en zijn ex-minnares – geen enkele bruid in spe moet dat mee hoeven maken. Maar ergens ben ik ook blij dat ze haar ware aard eindelijk heeft getoond, en dat ik daar getuige van was.

Ik denk aan Grace. Arme Grace, dat ze dat moest horen. Ik pak een van Christians kussens stevig vast. Ze zal gehoord hebben dat Christian en Elena een verhouding hebben gehad – maar niet wat voor soort. Gelukkig. Ik slaak een zucht.

Waar ben ik mee bezig? Misschien had die duivelse heks een punt.

Nee, ik weiger dat te geloven. Ze is zo kil en wreed. Ik schud mijn hoofd. Ze heeft het mis, ik ben wel goed voor Christian. Ik ben wat hij nodig heeft. En in een moment van indrukwekkende helderheid vraag ik me niet af hoe hij tot kortgeleden zijn leven heeft geleid – maar waarom. De reden waarom hij deed wat hij deed met al die meisjes – ik wil niet eens weten hoeveel het er waren. Het hoe is niet verkeerd. Ze waren allemaal volwassen. Ze zaten allemaal – hoe zei Flynn dat? – in veilige relaties waar ze met hun volle verstand in gestapt waren. Het gaat om het waarom. Het waarom was verkeerd. Het waarom komt voort uit zijn duistere plekje.

Ik sluit mijn ogen en leg mijn armen over mijn gezicht. Maar nu is hij eroverheen, heeft het achter zich gelaten, en we staan samen in het licht. Hij verblindt mij en ik hem. Wij kunnen elkaar de weg wijzen. Een gedachte komt in me op. Shit! Een knagende, gevaarlijke gedachte, en ik bevind me op de enige plek waar ik deze geest uit kan drijven. Ik ga zitten. Ja, ik moet dit doen.

Ik sta wankelend op, trap mijn schoenen uit, loop naar zijn bureau en bekijk het prikbord dat erboven hangt. De foto’s van de jonge Christian hangen er nog steeds – schrijnender dan ooit nu ik denk aan het schouwspel tussen hem en Mrs. Robinson waar ik net getuige van ben geweest. En daar, in de hoek is de kleine zwart-witfoto – zijn moeder, de heroïnehoer.

Ik doe de bureaulamp aan en schijn het licht op haar foto. Ik weet niet eens hoe ze heet. Ze lijkt zoveel op hem, maar dan jonger en verdrietiger en het enige wat ik voel terwijl ik naar haar verdrietige gezicht kijk, is compassie. Ik probeer overeenkomsten tussen haar gezicht en het mijne te ontdekken. Ik tuur naar de foto, kijk ernaar van dicht, dichtbij, maar zie er geen. Behalve ons haar misschien, maar dat van haar is lichter dan het mijne. Ik lijk helemaal niet op haar. Dat is een opluchting.

Mijn onderbewuste tut naar me, haar armen over elkaar gevouwen, ze kijkt streng over haar juffenbril heen. Waarom doe je jezelf dit aan? Je hebt ja gezegd. Draag de consequenties. Ik tuit mijn lippen naar haar. Ja, inderdaad, en graag. Ik wil alles voor Christian dragen, iedere dag, de rest van ons leven. Mijn innerlijke godin, zittend in de lotushouding, lacht sereen. Ja. Ik heb de juiste beslissing genomen.

Ik moet hem vinden – Christian zal wel bezorgd zijn. Ik heb geen flauw idee hoe lang ik al in deze kamer ben; hij zal denken dat ik gevlucht ben. Ik rol met mijn ogen als ik nadenk over zijn mogelijk overdreven reactie. Ik hoop dat hij en Grace klaar zijn. Ik huiver bij de gedachte aan wat ze misschien nog meer tegen hem gezegd heeft.

Ik kom Christian tegen terwijl hij de trap op komt richting de tweede verdieping, op zoek naar mij. Zijn gezicht is gespannen en vermoeid – niet de uitgelaten Vijftig waar ik mee binnenkwam. Ik sta op de overloop, en hij blijft staan op de bovenste tree zodat we oog in oog staan.

‘Hoi,’ zegt hij voorzichtig.

‘Hoi,’ antwoord ik behoedzaam.

‘Ik maakte me zorgen...’

‘Weet ik,’ onderbreek ik hem. ‘Het spijt me, ik kon het feestgedruis even niet hebben. Ik moest even weg, snap je. Om na te denken.’

Ik reik mijn hand naar hem uit, streel zijn gezicht. Hij sluit zijn ogen en leunt tegen mijn hand aan.

‘En je vond mijn kamer een geschikte plek om dat te doen?’

‘Ja.’

Hij pakt mijn hand en trekt me in een omhelzing, en ik geef me gewillig over in zijn armen, mijn geliefdste plek in de hele wereld. Hij ruikt naar fris wasgoed, douchegel, en Christian – de meest kalmerende en opwindende geur op aarde. Hij haalt diep adem, zijn gezicht in mijn haar verborgen.

‘Het spijt me dat je dat mee moest maken.’

‘Het is niet jouw schuld, Christian. Waarom was ze hier?’ Hij kijkt naar me, en zijn mond krult verontschuldigend.

‘Ze is een vriendin van de familie.’

Ik probeer niet te reageren. ‘Nu niet meer. Hoe gaat het met je moeder?’

‘Mam is op dit moment behoorlijk kwaad op me. Ik ben heel blij dat je er bent, en dat er een feest aan de gang is. Anders zou ik nu misschien mijn laatste adem uitblazen.’

‘Echt, zo erg?’

Hij knikt, zijn blik serieus, en ik merk dat hij ontsteld is door haar reactie.

‘Kun je het haar kwalijk nemen?’ Mijn stem is lief, uitnodigend.

Hij pakt me stevig vast en lijkt onzeker, verwerkt zijn gedachten.

Hij geeft eindelijk antwoord. ‘Nee.’

Whoa! Een doorbraak. ‘Kunnen we even gaan zitten?’ vraag ik.

‘Natuurlijk. Hier?’ Ik knik en we gaan boven aan de trap zitten.

‘Hoe voel je je nu?’ vraag ik, zijn hand angstvallig in de mijne geklemd, en kijk naar zijn verdrietige, serieuze gezicht. Hij zucht.

‘Ik voel me bevrijd.’ Hij haalt zijn schouders op, en straalt – een prachtige, zorgeloze Christian-glimlach, en de vermoeidheid en gespannenheid die net nog op zijn gezicht getekend stonden zijn verdwenen.

‘Echt?’ Ik kijk stralend terug. Wauw, ik zou door het vuur gaan voor die glimlach.

‘Onze zakelijke relatie is voorbij. Klaar.’

Ik frons naar hem. ‘Ga je de salons opheffen?’

Hij snuift. ‘Zo wraakzuchtig ben ik niet, Anastasia,’ berispt hij me. ‘Nee. Ik ga ze aan haar schenken. Ik ga er maandag met mijn advocaat over praten. Zoveel ben ik haar wel verschuldigd.’

Ik trek mijn wenkbrauw op. ‘Geen Mrs. Robinson meer?’ Zijn mond krult geamuseerd en hij schudt zijn hoofd.

‘Weg.’

Ik grijns.

‘Het spijt me dat je een vriendin kwijt bent.’

Hij haalt zijn schouders op en grijnst. ‘Is dat zo?’

‘Nee,’ geef ik toe, en verschiet van kleur.

‘Kom.’ Hij staat op en geeft me zijn hand. ‘Laten we naar ons feestje gaan. Misschien word ik wel dronken.’

‘Word jij wel eens dronken?’ vraag ik, en pak zijn hand.

‘Niet sinds mijn wilde tienerjaren.’ We lopen de trap af.

‘Heb je gegeten?’ vraagt hij.

O shit.

‘Nee.’

‘Dat moet je wel doen. Aan Elena te zien en te ruiken was dat een van mijn vaders dodelijke cocktails die je over haar heen hebt gegooid.’ Hij kijkt naar me, probeert zijn geamuseerde uitdrukking te maskeren maar dat mislukt.

‘Christian, ik...’

Hij houdt zijn hand omhoog.

‘Einde discussie, Anastasia. Als je gaat drinken – en alcohol over mijn exen heen gaat smijten – dan moet je eten. Dat is regel nummer een. Volgens mij hebben we dit gesprek al eens gevoerd na onze eerste nacht samen.’

O ja. Het Heathman.

Terug in de gang houdt hij even stil om mijn gezicht te strelen, zijn vingers strijken langs mijn kaak.

‘Ik heb uren wakker gelegen en naar je gekeken toen je sliep,’ fluistert hij. ‘Misschien hield ik toen al van je.’

O.

Hij buigt voorover en kust me zacht, en ik smelt overal, alle spanning van het afgelopen uur verlaat langzaam mijn lichaam.

‘Eet,’ fluistert hij.

‘Oké,’ geef ik aan hem toe want op dit moment zou ik waarschijnlijk alles voor hem doen. Hij pakt mijn hand en leidt me naar de keuken waar het feest in volle gang is.

 

‘Fijne avond, John, Rhian.’

‘Nogmaals gefeliciteerd, Ana. Jullie redden het wel.’ Dr. Flynn lacht vriendelijk naar ons, staat arm in arm met Rhian in de gang terwijl ze afscheid nemen.

‘Fijne avond.’

Christian sluit de deur en schudt zijn hoofd. Hij kijkt naar me, en ineens branden zijn ogen van opwinding.

Wat is er?

‘Er is nu alleen nog familie. Volgens mij heeft mijn moeder te veel gedronken.’ Grace zingt karaoke op een of andere gameconsole in de woonkamer. Kate en Mia zitten haar dicht op de hielen.

‘Kun je het haar kwalijk nemen?’ grijns ik naar hem en ik probeer de sfeer opgewekt te houden. Dat lukt.

‘Is dat een zelfgenoegzame grijns, mevrouw Steele?’

‘Ja.’

‘Wat een enerverende dag.’

‘Christian, de laatste tijd is iedere dag met jou enerverend.’ Ik klink spottend.

Hij schudt zijn hoofd. ‘Goed punt, raak gesproken, mevrouw Steele. Kom – ik wil je iets laten zien.’ Hij pakt mijn hand, leidt me door het huis naar de keuken, waar Carrick, Ethan en Elliot het over de Mariners hebben, de laatste cocktails opdrinken en de restjes opeten.

‘Gaan jullie een luchtje scheppen?’ plaagt Elliot suggestief terwijl we door de openslaande deuren naar buiten lopen. Christian negeert hem. Carrick fronst naar Elliot, schudt zijn hoofd in zwijgende afkeuring.

Terwijl we de trap op lopen richting het gazon, trek ik mijn schoenen uit. De halve maan schijnt fel boven de baai. Het is schitterend, alles wordt in ontelbare grijze tinten gehuld terwijl de lichtjes van Seattle lieflijk fonkelen in de verte. De lichten van het boothuis staan aan, een zacht gloeiende baken in het koele schijnsel van de maan.

‘Christian, ik wil morgen graag naar de kerk.’

‘O?’

‘Ik heb gebeden dat je levend terug zou komen, dus lijkt me dat het minste wat ik kan doen.’

‘Oké.’

We wandelen een tijdje hand in hand in ontspannen stilte. Dan bedenk ik iets.

‘Wat ga je doen met die foto’s van mij die José genomen heeft?’

‘Ik dacht dat die wel zouden passen in het nieuwe huis.’

‘Heb je het gekocht?’

Hij stopt en staart me aan, bezorgdheid klinkt door in zijn stem. ‘Ja. Ik dacht dat je het mooi vond.’

‘Vind ik ook. Wanneer heb je het gekocht?’

‘Gisterochtend. Nu moeten we gaan beslissen wat we ermee gaan doen,’ fluistert hij, opgelucht.

‘Niet slopen. Alsjeblieft. Het is zo’n mooi huis. Het heeft alleen aandacht en liefde nodig.’

Christian kijkt naar me en lacht. ‘Oké. Ik zal het er met Elliot over hebben. Hij kent een goede architect; zij heeft al wat dingen gedaan voor mijn huis in Aspen. En hij kan de verbouwing uitvoeren.’

Ik snuif, herinner me ineens de vorige keer dat we in maanlicht over dit gazon gingen richting het boothuis. O, misschien gaan we dat nu ook doen. Ik grijns.

‘Wat?’

‘Ik dacht aan de vorige keer dat je me naar het boothuis bracht.’

Christian lacht zacht. ‘O, dat was leuk. Weet je...’ Hij stopt en gooit me ineens over zijn schouder, ik slaak een kreet, al zijn we er bijna.

‘Als ik het me goed herinner, was je heel erg boos,’ breng ik uit.

‘Anastasia, ik ben altijd heel erg boos.’

‘Echt niet.’

Hij geeft me een pets op mijn billen en stopt voor de houten deur. Hij laat me van zijn schouder afglijden, zet me neer op de grond en pakt mijn gezicht vast.

‘Nee. Nu niet meer.’ Hij buigt voorover en kust me, hard. Ik ben ademloos en verlangen raast door mijn lijf. Hij kijkt naar me, en in het schijnsel van het streepje licht dat vanuit het boothuis komt, zie ik dat hij gespannen is. Mijn gespannen man, geen edele ridder of kwade ridder, maar een man – een prachtige, niet-zo-heel-erg-verneukte man – van wie ik hou. Ik breng mijn hand omhoog en streel zijn gezicht, strijk met mijn vingers langs zijn bakkebaarden, langs zijn kaak naar zijn kin, en raak met mijn wijsvinger zijn lippen aan. Hij ontspant.

‘Ik wil je binnen iets laten zien,’ fluistert hij, en maakt de deur open.

Het felle tl-licht verlicht de indrukwekkende motorbarkas aan de steiger, die rustig op en neer dobbert in het donkere water. Daarnaast ligt een roeiboot.

‘Kom.’ Christian pakt mijn hand en leidt me de houten trap op. Hij opent de deur boven, doet een stap opzij om mij naar binnen te laten.

Mijn mond valt open van verbazing. De zolder is onherkenbaar. De kamer staat helemaal vol bloemen... overal staan bloemen. Iemand heeft hier een sprookjesachtig prieel gemaakt van veldbloemen met twinkelende sprookjeslampjes en minilantaarns die zacht en feeëriek licht op de kamer werpen.

Ik draai mijn gezicht naar hem toe, en hij kijkt naar me, zijn uitdrukking is niet te lezen. Hij haalt zijn schouders op.

‘Jij wilde hartjes en bloemen,’ zegt hij.

Ik kijk hem verbaasd aan, niet geheel in staat mijn ogen te geloven.

‘Je hebt mijn hart.’ Hij gebaart rond de kamer.

‘En hier zijn de bloemen,’ fluister ik, en maak zijn zin af. ‘Christian, het is prachtig.’ Ik weet niets anders uit te brengen. Mijn hart bonkt in mijn keel, en tranen wellen op in mijn ogen.

Hij trekt me aan mijn hand mee de kamer in, en voor ik het weet knielt hij voor me neer. Mijn god... dit had ik niet verwacht! Ik hou mijn adem in.

Hij haalt een ring uit de binnenzak van zijn jasje en kijkt naar me op, zijn ogen sprankelend grijs en open, vol emotie.

‘Anastasia Steele. Ik hou van jou. Ik wil je de rest van mijn leven liefhebben, koesteren en beschermen. Wees de mijne. Voor altijd. Deel je leven met me. Trouw met me.’

Ik knipper met mijn ogen, tranen stromen over mijn wangen. Mijn Vijftig, mijn man. Ik hou zoveel van hem, en het enige wat ik uit kan brengen terwijl ik overspoeld word door emotie is: ‘Ja.’

Hij grijnst, opgelucht, en schuift langzaam de ring om mijn vinger. Hij is prachtig, een ovale diamant op een platina ring. Jemig – hij is gigantisch... groot, maar o zo simpel en oogverblindend in zijn eenvoud.

‘O, Christian,’ snik ik, overmand door blijdschap, en ik kniel naast hem neer, mijn vingers kneden door zijn haar terwijl ik hem kus, hem kus met heel mijn hart en ziel. Kus deze prachtige man, die net zoveel van mij houdt als ik van hem; en hij slaat zijn armen om me heen, zijn handen gaan richting mijn haar, zijn mond op de mijne. Diep vanbinnen weet ik dat ik altijd van hem zal zijn, en hij van mij. We zijn al zo ver gekomen, hebben nog zo’n eind te gaan, maar we zijn voor elkaar gemaakt. Wij horen bij elkaar.

 

 

Het puntje van de sigaret brandt fel in het duister terwijl hij een lange trek neemt. Hij blaast de rook uit in een lange sliert, en eindigt met twee kringen die voor hem oplossen, bleek en spookachtig in het maanlicht. Hij gaat verzitten, verveeld, en neemt een snelle teug van zijn whisky, de fles verpakt in een goedkoop papieren zakje, en klemt hem dan weer tussen zijn dijen.

Hij kan bijna niet geloven dat hij nog steeds door kan blijven gaan. Zijn mond krult zich tot een duivelse grijns. De helikopter was een ondoordachte en brutale zet. Een van de spannendste dingen die hij ooit gedaan heeft. Helaas zonder effect. Hij rolt sarcastisch met zijn ogen. Wie had gedacht dat die klootzak dat kloteding daadwerkelijk kon besturen? Hij briest.

Ze hebben hem onderschat. Als Grey ook maar een seconde dacht dat hij jammerend in een hoekje zou gaan zitten, dan had die lul het mooi mis.

Zijn hele leven is al zo geweest. Mensen onderschatten hem altijd – gewoon een man die boeken leest. Krijg de kolere! Een man met een fotografisch geheugen die boeken leest. O, wat hij allemaal wel niet te weten is gekomen. Hij briest weer – Ja, jij, Grey. Wat ik weet over jou.

Niet slecht voor een jongen uit de achterbuurt van Detroit.

Niet slecht voor een jongen die een beurs won voor Princeton.

Niet slecht voor die jongen die zich kapot werkte tijdens zijn studie en een baan vond in de uitgeverswereld.

En nu is dat allemaal naar de klote geholpen door Grey en zijn kleine slet. Hij trekt een gezicht naar het huis alsof het staat voor alles waar hij een hekel aan heeft. Maar er gebeurt niks. Het enige drama was die mollige blonde doos achter in de kamer, die de oprit af waggelde voordat ze in de witte CLK klom en oprotte.

Hij grinnikt vreugdeloos, en huivert vervolgens. Fuck, zijn ribben. Nog steeds pijnlijk door die rake trappen van Greys gorilla.

Hij speelt de scene nog eens af in zijn hoofd. ‘Als je nog een keer met je vuile poten aan mevrouw Steele zit, maak ik je godverdomme af.’

Die eikel pak ik ook nog. Ja – die krijgt ook wat hij verdient.

Hij leunt weer achterover in zijn stoel. Het kon wel eens een lange avond worden. Hij blijft, let op, en wacht. Hij neemt nog een haal van zijn Marlboro rood. Zijn tijd komt nog. Zijn tijd zal snel komen.