Achttien
Ik beweeg en open mijn ogen. Het is een heldere septemberochtend. Ik lig warm en comfortabel tussen schone, frisse lakens. Ik neem even de tijd om me te oriënteren en word overvallen door een gevoel van déjà vu. Natuurlijk, ik ben in het Heathman.
‘Shit! Papa!’ Mijn adem stokt en met een beklemmend gevoel van bezorgdheid dat mijn hart samenperst, herinner ik me opeens waarom ik in Portland ben.
‘Hey.’ Christian zit op de rand van het bed. Hij streelt met zijn knokkels over mijn wang en ik kom meteen tot rust. ‘Ik heb vanochtend de intensive care gebeld. Ray heeft een goede nacht gehad. Alles is in orde,’ zegt hij geruststellend.
‘O, fijn. Dank je,’ prevel ik, terwijl ik overeind ga zitten.
Hij leunt naar me toe en drukt zijn lippen op mijn voorhoofd. ‘Goedemorgen, Ana,’ fluistert hij en kust mijn slaap.
‘Hoi,’ zeg ik. Hij is al op en draagt een zwart T-shirt en een blauwe spijkerbroek.
‘Hoi,’ antwoordt hij. Zijn ogen zijn zacht en warm. ‘Ik wil je feliciteren met je verjaardag. Mag dat?’
Ik glimlach voorzichtig en streel zijn wang. ‘Ja, natuurlijk. Dank je. Voor alles.’
Hij trekt zijn wenkbrauwen samen. ‘Alles?’
‘Alles.’
Hij lijkt even in de war te zijn, maar dat ebt weer weg en zijn ogen worden groter van verwachting. ‘Alsjeblieft.’ Hij geeft me een klein, luxe verpakt doosje met een kleine wenskaart erbij.
Ondanks alle bezorgdheid over mijn vader voel ik de opwinding en het enthousiasme van Christian en dat is aanstekelijk. Ik lees de kaart.
Voor al onze primeurs op je eerste verjaardag als mijn geliefde vrouw.
Ik hou van je.
C x
O hemel, hoe lief is dát! ‘Ik hou ook van jou,’ zeg ik met een glimlach.
Hij grijnst. ‘Maak open.’
Ik maak voorzichtig het papier los om het niet te scheuren en vind een prachtig rood leren doosje. Cartier. Ik herken het door mijn tweede-kans-oorbellen en mijn horloge. Voorzichtig maak ik het doosje open en vind daarin een fijn bedelarmbandje van zilver, platina of witgoud – ik weet het niet, maar het is werkelijk magisch. Er hangen verschillende bedeltjes aan: de Eiffeltoren, een Londense taxi, een helikopter – Charlie Tango, een zweefvliegtuigje – het zweefvliegen, een catamaran – The Grace, een bed en een ijshoorntje? Ik kijk hem verdwaasd aan.
‘Vanille?’ Hij haalt verontschuldigend zijn schouders op en ik moet lachen. Natuurlijk.
‘Christian, dit is prachtig. Dank je. Het is yar.’
Hij grijnst.
Het hartje vind ik het mooist. Het is een medaillon.
‘Daar kun je een foto in doen.’
‘Een foto van jou.’ Ik kijk hem aan door mijn wimpers. ‘Altijd in mijn hart.’
Hij schenkt me zijn mooie, hartverwarmend verlegen glimlach.
Ik speel met de laatste twee bedeltjes: een letter C – O ja, natuurlijk, ik was de eerste vriendin die zijn voornaam gebruikte. Ik glimlach bij de gedachte. En tot slot is er een sleutel.
‘Tot mijn hart en ziel,’ fluistert hij.
Tranen prikken in mijn ogen. Ik werp mezelf op hem, sla mijn armen om zijn nek en ga op zijn schoot zitten. ‘Wat een attent cadeau. Ik vind het geweldig. Dank je,’ zeg ik bij zijn oor. O, hij ruikt zo lekker – schoon, naar pas gewassen kleding, douchegel en Christian. Zoals thuis, mijn thuis. Mijn opgekropte tranen beginnen te stromen.
Hij bromt zachtjes en neemt me in zijn armen.
‘Ik zou niet weten wat ik zonder jou moest.’ Mijn stem breekt wanneer ik de overweldigende golf van emoties probeer te onderdrukken.
Hij slikt en houdt me steviger vast. ‘Niet huilen, alsjeblieft.’
Ik snotter op een nogal ondamesachtige manier. ‘Het spijt me. Ik ben gewoon zo gelukkig, verdrietig en bezorgd tegelijk. Het is bitterzoet.’
‘Hey.’ Zijn stem is heel zacht. Hij tilt mijn hoofd naar achteren en kust me teder op mijn lippen. ‘Ik begrijp het.’
‘Dat weet ik,’ fluister ik en ik word weer beloond met zijn verlegen glimlach.
‘Ik zou willen dat we in gelukkigere omstandigheden thuis zaten. Maar we zijn nu hier.’ Hij haalt nogmaals verontschuldigend zijn schouders op. ‘Kom op, opstaan. Na het ontbijt gaan we bij Ray kijken.’
Als ik eenmaal mijn nieuwe spijkerbroek en T-shirt aan heb, keert mijn eetlust gelukkig weer even terug tijdens het ontbijt in onze suite. Ik weet dat Christian blij is dat ik mijn muesli en Griekse yoghurt eet.
‘Dank je dat je mijn favoriete ontbijt hebt besteld.’
‘Je bent jarig,’ zegt Christian zachtjes. ‘En je moet stoppen met me bedanken.’ Hij rolt geërgerd, maar volgens mij ook liefdevol, met zijn ogen.
‘Ik wil gewoon dat je weet dat ik het waardeer.’
‘Anastasia, dit doe ik nou eenmaal.’ Zijn gezichtsuitdrukking is ernstig – natuurlijk, Christian heeft de leiding en controle. Hoe kon ik dat nou vergeten... Zou ik willen dat hij anders was?
Ik glimlach. ‘Ja, dat is ook zo.’
Hij kijkt me verbaasd aan en schudt dan zijn hoofd. ‘Zullen we gaan?’
‘Ik ga nog even mijn tanden poetsen.’
Hij gniffelt. ‘Oké.’
Waarom gniffelt hij? De gedachte knaagt aan me wanneer ik naar de en suite loop. Opeens komt er een herinnering in me op. Ik heb zijn tandenborstel gebruikt toen ik voor het eerst de nacht met hem had doorgebracht. Ik gniffel en pak zijn tandenborstel als eerbetoon aan die eerste keer. Ik kijk naar mezelf terwijl ik mijn tanden poets. Ik ben bleek, te bleek. Maar ik ben eigenlijk altijd bleek. De vorige keer dat ik hier was, was ik nog vrijgezel en nu ben ik getrouwd en tweeëntwintig jaar oud! Ik word oud. Ik spoel mijn mond.
Ik hou mijn pols omhoog en schud ermee. De bedeltjes aan mijn armband laten een prettig gerinkel horen. Hoe weet mijn lieve Vijftig toch altijd precies wat hij me moet geven? Ik adem even diep in, in een poging de emotie tegen te houden die nog in mijn lichaam zit en kijk nogmaals naar de armband. Die heeft vast een kapitaal gekost. Ach... nou ja. Hij kan het zich veroorloven.
Terwijl we naar de lift lopen, pakt Christian mijn hand en kust mijn knokkels. Zijn duim strijkt over Charlie Tango aan mijn armband. ‘Vind je hem mooi?’
‘Meer dan mooi. Ik vind hem geweldig. Heel erg. Net als jij.’
Hij lacht en kust mijn knokkels nog een keer. Ik voel me lichter dan gisteren. Misschien komt dat omdat het ochtend is en de wereld dan altijd hoopvoller lijkt dan ’s avonds laat. Of misschien komt het doordat mijn man me zo lief heeft gewekt. Of misschien komt het omdat ik weet dat het niet slechter gaat met Ray.
Als we de lege lift in stappen, kijk ik Christian aan. Zijn ogen kijken snel in de mijne en hij gniffelt weer.
‘Niet,’ fluistert hij wanneer de deuren dichtgaan.
‘Wat niet?’
‘Mij zo aankijken.’
‘Vergeet het papierwerk,’ zeg ik grijnzend.
Hij lacht en het is zo’n heerlijk zorgeloos, jongensachtig geluid. Hij neemt me in zijn armen en tilt mijn hoofd omhoog. ‘Op een dag huur ik deze lift af voor de hele middag.’
‘Alleen de middag?’ Ik trek mijn wenkbrauwen op.
‘Mevrouw Grey, u bent hebberig.’
‘Als het om jou gaat wel, ja.’
‘Ik ben blij dat te horen.’ Hij kust me teder.
En ik weet niet of het komt omdat we in deze lift staan of omdat hij me al ruim 24 uur niet meer heeft aangeraakt, of omdat hij gewoon mijn bedwelmende echtgenoot is, maar diep in mijn buik borrelt het verlangen op en rekt zich loom uit. Ik haal mijn vingers door zijn haar en verdiep de kus, terwijl ik hem tegen de muur duw en mijn lichaam tegen het zijne aandruk.
Hij kreunt in mijn mond, pakt met beide handen mijn hoofd vast en wiegt me heen en weer terwijl we elkaar kussen – echt kussen, waarbij onze tongen het bekende, maar nog altijd o-zo-nieuwe en o-zo-opwindende terrein verkennen in de mond van de ander. Mijn innerlijke godin is in vervoering en haalt mijn libido terug uit zijn ballingschap. Ik streel zijn lieve gezicht met mijn handen.
‘Ana,’ zucht hij.
‘Ik hou van je, Christian Grey. Dat mag je nooit vergeten,’ fluister ik, terwijl ik in grijze ogen kijk die donkerder worden.
De lift komt rustig tot stilstand en de deuren gaan open.
‘Laten we naar je vader gaan, voordat ik besluit om deze vandaag nog af te huren.’ Hij kust me snel, pakt mijn hand en leidt me de lobby in.
Als we langs de conciërge lopen, maakt Christian een discreet gebaar naar de vriendelijke man van middelbare leeftijd die achter de balie staat. Hij knikt en pakt de telefoon op. Ik kijk vragend naar Christian en hij schenkt me een samenzweerderige glimlach. Ik frons en even ziet hij er nerveus uit.
‘Waar is Taylor?’ vraag ik.
‘Die zien we straks.’
Natuurlijk, hij is waarschijnlijk de auto gaan halen. ‘Sawyer?’
‘Boodschappen doen.’
Wat voor boodschappen?
Christian mijdt de draaideur en ik weet dat hij dat doet om mijn hand niet te hoeven loslaten. De gedachte verwarmt me. Buiten is het een zachte, late zomerochtend, maar de geur van de aanstaande herfst zit al in het briesje. Ik kijk om me heen en zoek de Audi MPV en Taylor. Nergens te bekennen. Christians hand houdt de mijne steviger vast en ik kijk hem aan. Hij lijkt nerveus.
‘Wat is er?’
Hij haalt zijn schouders op. Het geluid van een naderende auto leidt me af. Dat klinkt laag... bekend. Als ik me omdraai om de bron van het geluid te vinden, houdt het opeens op. Taylor stapt uit een gestroomlijnde witte sportauto die voor ons is geparkeerd.
O, shit! Het is een R8. Ik draai mijn hoofd terug naar Christian, die me bedachtzaam aankijkt. Je mag er best een voor mijn verjaardag kopen... doe maar een witte.
‘Gefeliciteerd,’ zegt hij en ik weet dat hij mijn reactie peilt. Ik staar hem aan, omdat ik niets anders kan. Hij houdt een sleutel voor me op.
‘Jij kunt echt overdrijven,’ fluister ik. Hij heeft verdomme gewoon een Audi R8 voor me gekocht! Holy shit. Precies zoals ik had gevraagd! Mijn gezicht splijt zich in een enorme grijns en mijn innerlijke godin maakt een achterwaartse salto vanaf de hoge duikplank. Ik spring op en neer in een moment van ongecontroleerde vreugde en opwinding. Christians gezichtsuitdrukking weerspiegelt de mijne en ik dans naar voren zijn wachtende armen in. Hij zwaait me rond.
‘Jij hebt meer geld dan verstand!’ roep ik. ‘Ik vind hem geweldig! Dank je.’ Hij stopt en buigt me opeens ver achterover, wat me verrast zodat ik zijn bovenarmen moet vastgrijpen.
‘Ik doe alles voor u, mevrouw Grey.’ Hij grijnst naar me. O hemel. Dat is wel een heel openbaar vertoon van genegenheid. Hij buigt zich voorover en kust me. ‘Kom. Laten we naar je vader gaan.’
‘Ja. Mag ik dan rijden?’
Hij grijnst naar me. ‘Natuurlijk. Hij is van jou.’ Hij zet me neer en laat me los. Ik ren naar het portier aan de bestuurderskant.
Taylor doet het voor me open met een brede glimlach. ‘Gefeliciteerd, mevrouw Grey.’
‘Dank je, Taylor.’ Ik verras hem met een snelle omhelzing, die hij onhandig beantwoordt. Hij bloost nog als ik in de auto stap en doet het portier dicht zodra ik erin zit.
‘Rijd veilig, mevrouw Grey,’ zegt hij serieus. Ik kijk hem stralend aan en ben amper in staat om mijn opwinding te beteugelen.
‘Doe ik,’ beloof ik, terwijl ik de sleutel in het contact steek als Christian naast me komt zitten.
‘Doe rustig aan. We worden nu niet achtervolgd,’ waarschuwt hij. Als ik de sleutel omdraai, komt de motor bulderend tot leven. Ik controleer de achteruitkijkspiegel en zijspiegels en als er even geen verkeer aan komt, maak ik een grote, volmaakte U-bocht en scheur weg in de richting van het ziekenhuis.
‘Whoa!’ roept Christian gealarmeerd.
‘Wat is er?’
‘Ik wil niet dat je naast je vader op de intensive care belandt. Gas terug,’ gromt hij op een toon die geen tegenspraak duldt. Ik laat het gaspedaal iets omhoogkomen en grijns naar hem.
‘Beter?’
‘Veel beter,’ zegt hij, terwijl hij zijn best doet om er streng uit te zien – wat vreselijk mislukt.
Rays toestand is stabiel. Als ik hem zie, land ik weer op aarde na de onstuimige rit hierheen. Ik moet echt voorzichtiger rijden. Je kunt geen maatregelen treffen tegen elke dronken bestuurder in deze wereld. Ik moet Christian vragen wat er is gebeurd met de hufter die Ray aanreed – ik weet zeker dat hij dat weet. Ondanks de slangen lijkt mijn vader op zijn gemak en volgens mij heeft hij wat meer kleur op zijn wangen. Terwijl ik hem over mijn ochtend vertel, gaat Christian naar de wachtkamer om te bellen.
Verpleegster Kellie blijft erbij. Ze controleert Rays slangen en maakt aantekeningen op zijn status. ‘Al zijn functies zijn goed, mevrouw Grey.’ Ze glimlacht vriendelijk.
‘Dat is heel bemoedigend.’
Iets later verschijnt dr. Crowe met twee assistent-verpleegkundigen en zegt hartelijk: ‘Mevrouw Grey, het is tijd om uw vader naar Radiologie te brengen. Hij krijgt een CT-scan. Dan kunnen we zien hoe het met zijn hersenen gaat.’
‘Duurt dat lang?’
‘Ongeveer een uur.’
‘Ik wacht wel. Ik wil het graag weten.’
‘Natuurlijk, mevrouw Grey.’
Ik loop naar de, gelukkig, lege wachtkamer waar Christian loopt te ijsberen aan de telefoon. Terwijl hij praat, kijkt hij uit het raam naar het panoramische uitzicht over Portland. Hij draait zich naar me toe als ik de deur dichtdoe en hij kijkt kwaad.
‘Hoe ver boven de limiet?... Ik begrijp het... Alle kosten, alles. Ana’s vader ligt op de intensive care – ik wil verdomme dat je hem met alles bestookt wat je kunt vinden, pap... Mooi. Houd me op de hoogte.’ Hij hangt op.
‘De andere bestuurder?’
Hij knikt. ‘Een of andere bezopen achterbuurtaso uit Zuidoost-Portland,’ sneert hij en ik schrik van zijn woordgebruik en honende toon. Hij loopt naar me toe en zijn toon wordt zachter.
‘Ben je klaar bij Ray? Wil je gaan?’
‘Eh... nee.’ Ik kijk hem aan en duizel nog van zijn vertoon van minachting.
‘Wat is er?’
‘Niets. Ray wordt naar radiologie gebracht voor een CT-scan om de zwelling in zijn hersenen te controleren. Ik wil graag op de uitslag wachten.’
‘Oké. Dan wachten we.’ Hij gaat zitten en strekt zijn armen uit. Aangezien we alleen zijn, nestel ik me gewillig op zijn schoot.
‘Dit is niet hoe ik me voorstelde om de dag vandaag door te brengen,’ mompelt Christian in mijn haar.
‘Ik ook niet, maar ik voel me nu wat optimistischer. Je moeder heeft me gerustgesteld. Ik vind het lief van haar dat ze gisteravond is gekomen.’
Christian aait over mijn rug en legt zijn kin op mijn hoofd. ‘Mijn moeder is een fantastische vrouw.’
‘Echt wel. Je hebt geluk gehad.’
Christian knikt.
‘Ik moet mama bellen en haar over Ray vertellen,’ mompel ik en Christian verstijft. ‘Het verbaast me dat ze me niet heeft gebeld.’ Ik frons terwijl ik me dat realiseer. Eigenlijk voel ik me gekwetst. Het is per slot van rekening wel mijn verjaardag en ze was erbij toen ik geboren werd. Waarom heeft ze niet gebeld?
‘Misschien heeft ze dat wel gedaan,’ zegt Christian. Ik vis mijn BlackBerry uit mijn zak. Ik zie geen gemiste oproepen, maar wel een groot aantal sms’jes: gefeliciteerd van Kate, José, Mia en Ethan. Niets van mijn moeder. Ik schud moedeloos mijn hoofd.
‘Bel haar dan,’ zegt hij zacht. Dat doe ik, maar er wordt niet opgenomen. Ik krijg alleen het antwoordapparaat. Ik spreek geen bericht in. Hoe kan mijn eigen moeder mijn verjaardag nou vergeten?
‘Ze is er niet. Ik bel haar later als ik de uitslag van de hersenscan weet.’
Christian trekt me steviger in zijn armen en met zijn neus in mijn haar maakt hij wijselijk geen opmerking over mijn moeders gebrek aan moederlijke bezorgdheid. Ik voel, meer dan dat ik het hoor, zijn BlackBerry zoemen. Hij laat me niet opstaan, maar vist hem onhandig uit zijn zak.
‘Andrea,’ zegt hij kortaf, weer helemaal zakelijk. Ik probeer weer op te staan, maar hij houdt me tegen. Hij kijkt afkeurend en houdt me stevig vast rond mijn middel. Ik nestel me weer tegen zijn borst en luister naar het eenzijdige gesprek.
‘Mooi... Hoe laat arriveren ze?... En de andere, eh... pakketjes?’ Christian kijkt op zijn horloge. ‘Heeft het Heathman alle informatie?... Mooi... Ja. Dat kan wel wachten tot maandagochtend, maar stuur voor de zekerheid een e-mail. Ik druk die wel af, onderteken hem en scan hem naar je terug... Ze kunnen wel wachten. Ga naar huis, Andrea... Nee, het gaat wel. Dank je.’ Hij hangt op.
‘Alles in orde?’
‘Ja.’
‘Ging het over het Taiwan-gedoe?’
‘Ja.’ Hij gaat onder mij verzitten.
‘Ben ik te zwaar?’
Hij snuift. ‘Nee, schatje.’
‘Maak je je zorgen over het Taiwan-gedoe?’
‘Nee.’
‘Ik dacht dat het belangrijk was.’
‘Dat is het ook. De scheepswerf hier hangt ervan af. Er staan veel banen op het spel.’
O!
‘We moeten het zien te verkopen aan de vakbonden. Dat is de taak van Sam en Ros. Maar zoals het nu met de economie gaat, hebben we niet veel keus.’
Ik gaap.
‘Verveel ik u, mevrouw Grey?’ Hij steekt geamuseerd zijn neus weer in mijn haar.
‘Nee! Nooit... Ik voel me gewoon erg op mijn gemak op je schoot. Ik vind het leuk om over je zaken te horen.’
‘Is dat zo?’ Hij klinkt verbaasd.
‘Natuurlijk.’ Ik leun achterover en kijk hem aan. ‘Ik hoor graag alle informatie die je met me wil delen.’ Ik grijns zelfgenoegzaam en hij kijkt me geamuseerd aan terwijl hij zijn hoofd schudt.
‘Altijd hongerig naar meer informatie, mevrouw Grey.’
‘Vertel,’ dring ik aan, terwijl ik me weer tegen zijn borst aan nestel.
‘Wat moet ik vertellen?’
‘Waarom je het doet.’
‘Wat?’
‘Op die manier werken.’
‘Een man moet de kost verdienen.’ Hij is geamuseerd.
‘Christian, jij verdient meer dan de kost.’ Mijn stem is vol ironie. Hij fronst en is even stil. Ik geloof niet dat hij geheimen zal onthullen, maar hij verrast me.
‘Ik wil niet arm zijn,’ zegt hij met zachte stem. ‘Dat heb ik ooit meegemaakt en dat wil ik nooit meer. Bovendien... het is een spel,’ zegt hij. ‘Het gaat om het winnen. Een spel dat ik altijd erg makkelijk heb gevonden.’
‘In tegenstelling tot het leven,’ zeg ik in mezelf. Dan besef ik dat ik de woorden hardop heb uitgesproken.
‘Ja, zoiets.’ Hij fronst. ‘Maar met jou is het makkelijker.’
Makkelijker met mij? Ik omhels hem stevig. ‘Het kan niet alleen maar spel zijn. Je bent erg filantropisch ingesteld.’
Hij haalt zijn schouders op en ik weet dat hij zich ongemakkelijk begint te voelen. ‘In sommige dingen misschien wel,’ zegt hij rustig.
‘Ik ben gek op filantropische Christian,’ mompel ik.
‘Alleen op hem?’
‘O, ik ben ook gek op megalomane Christian en Christian de controlfreak, Christian de sekspert, perverse Christian, romantische Christian, verlegen Christian... de lijst is eindeloos.’
‘Dat zijn veel Christians.’
‘Ik schat dat het er vijftig zijn.’
Hij lacht. ‘Vijftig Tinten,’ zegt hij in mijn haar.
‘Mijn Vijftig Tinten.’
Hij verschuift, duwt mijn hoofd naar achteren en kust me. ‘Nou, mevrouw Tinten, laten we eens kijken hoe het met uw vader gaat.’
‘Goed.’
‘Kunnen we een eindje gaan rijden?’
Christian en ik zitten weer in de R8 en ik heb een dwaze opgewekte bui. Rays hersenen zijn weer normaal – alle zwelling is verdwenen. Dr. Sluder heeft besloten om hem morgen uit zijn coma te halen. Ze zegt dat ze tevreden is over zijn vooruitgang.
‘Natuurlijk.’ Christian grijnst naar me. ‘Het is jouw verjaardag – we kunnen doen wat je wil.’
O! Zijn toon maakt dat ik me omdraai en hem aankijk. Zijn ogen zijn donker.
‘Alles?’
‘Alles.’
Hoeveel belofte kan hij in één woord leggen? ‘Nou, ik wil rijden.’
‘Dan gaan we rijden, schatje.’ Hij grijnst en ik grijns terug.
Mijn auto rijdt als een droom en als we op de snelweg komen, druk ik het gaspedaal iets verder in, zodat we achter in onze stoelen worden gedrukt.
‘Rustig aan, liefje,’ waarschuwt Christian.
Als we terugrijden naar Portland, krijg ik een idee.
‘Heb je al plannen gemaakt voor de lunch?’ vraag ik Christian voorzichtig.
‘Nee. Heb je trek?’ Hij klinkt hoopvol.
‘Ja.’
‘Waar wil je heen? Het is jouw dag, Ana.’
‘Ik weet een leuk tentje.’
Ik rijd naar de galerie waar José zijn werk tentoonstelde en parkeer vlak voor restaurant Le Picotin waar we na Josés opening zijn gaan eten.
Christian grijnst. ‘Ik dacht even dat je me naar die vreselijke bar zou brengen waar je me belde toen je dronken was.’
‘Waarom zou ik?’
‘Om te kijken of de azalea’s nog leven.’ Hij trekt sardonisch zijn wenkbrauw op.
Ik bloos. ‘Begin d’r maar niet over! Buiten dat... je nam me toch mee naar je hotelkamer.’ Ik gniffel.
‘Het beste besluit dat ik ooit heb genomen,’ zegt hij. Zijn blik is zacht en liefdevol.
‘Ja, vind ik ook.’ Ik leun naar hem toe en kus hem.
‘Denk je dat die verwaande kwast er nog steeds als ober werkt?’ vraagt Christian.
‘Verwaand? Volgens mij was er niets mis met hem.’
‘Hij probeerde indruk op je te maken.’
‘Nou, dat is hem dan gelukt.’
Christians mond vertrekt van geamuseerde afkeer.
‘Zullen we gaan kijken?’ bied ik aan.
‘Na u, mevrouw Grey.’
Na de lunch en een korte omweg langs het Heathman om Christians laptop te halen, gaan we terug naar het ziekenhuis. Ik breng de middag door bij Ray en lees voor uit een van de manuscripten die ik heb gekregen. Mijn enige gezelschap is het geluid van de machines die hem in leven houden, die hem bij me houden. Nu ik weet dat hij vooruitgaat, kan ik wat gemakkelijker ademhalen en me ontspannen. Ik heb goede hoop. Hij heeft gewoon tijd nodig om beter te worden. Ik heb de tijd – daar kan ik voor zorgen. Ik vraag me even af of ik mijn moeder weer moet proberen te bellen, maar ik besluit dat later te doen. Ik houd losjes Rays hand vast terwijl ik hem voorlees en knijp er af en toe in, wensend dat hij beter wordt. Zijn vingers voelen zacht en warm aan onder mijn aanraking. Op zijn vinger zit nog steeds de afdruk van waar vroeger zijn trouwring zat – zelfs na al die tijd nog.
Eén of twee uur later, ik weet niet hoe lang, kijk ik op en zie Christian die met zijn laptop in zijn hand aan het voeteneinde van Rays bed staat samen met verpleegster Kellie.
‘Het is tijd om te gaan, Ana.’
O. Ik pak Rays hand stevig vast. Ik wil niet bij hem weg.
‘Ik wil je wat laten eten. Kom. Het is al laat.’ Christian klinkt vasthoudend.
‘Ik ga meneer Steele wassen,’ zegt verpleegster Kellie.
‘Oké.’ Ik geef toe. ‘We komen morgenochtend terug.’
Ik kus Ray op zijn wang en voel zijn ongebruikelijke stoppels onder mijn lippen. Ik vind het maar niks. Blijf beter worden, papa. Ik hou van je.
‘Ik dacht je het misschien leuk zou vinden om beneden te eten. In een privéruimte,’ zegt Christian met glinsterende ogen wanneer hij de deur naar onze suite opent.
‘Echt? Wil je afmaken waar je een paar maanden geleden mee begonnen bent?’
Hij grijnst zelfgenoegzaam. ‘Als u veel geluk hebt misschien wel, mevrouw Grey.’
Ik lach. ‘Christian, ik heb helemaal niets moois om aan te trekken.’
Hij glimlacht, steekt zijn hand uit en leidt me naar de slaapkamer. Hij doet de kledingkast open en daarin hangt een grote witte kledinghoes.
‘Taylor?’ vraag ik.
‘Christian,’ antwoordt hij, krachtig en gekwetst tegelijkertijd. Zijn toon maakt me aan het lachen. Ik rits de hoes open en vind een marineblauwe satijnen jurk, die ik eruit haal. Hij is schitterend – met dunne bandjes. Hij ziet er klein uit.
‘Wat mooi! Dank je. Ik hoop dat hij past.’
‘Vast wel,’ zegt hij vol vertrouwen. ‘En hier,’ – hij pakt een schoenendoos op – ‘bijpassende schoenen.’ Hij schenkt me een sluwe glimlach.
‘Jij denkt ook aan alles. Dank je.’ Ik rek me uit en kus hem.
‘Inderdaad.’ Hij geeft me nog een tas.
Ik kijk hem vragend aan. Daarin zit een zwarte strapless body met kant in het midden. Hij streelt mijn gezicht, tilt mijn kin op en kust me.
‘Ik kan niet wachten om die later uit te trekken.’
Fris uit bad, gewassen, geschoren en met het gevoel dat ik helemaal verzorgd ben, zit ik op de rand van het bed en zet de föhn aan. Christian komt de slaapkamer in gelopen. Volgens mij heeft hij gewerkt.
‘Geef maar. Laat mij het doen,’ zegt hij en hij wijst naar de stoel voor de kaptafel.
‘Mijn haar drogen?’
Hij knikt. Ik kijk hem met half toegeknepen ogen aan.
‘Kom,’ zegt hij, terwijl hij me vastberaden aankijkt. Ik ken die uitdrukking en weet dat ik maar beter kan gehoorzamen. Hij droogt mijn haar langzaam en systematisch, lok voor lok. Dit heeft hij duidelijk eerder gedaan... vaak.
‘Dit is niet nieuw voor je,’ mompel ik. Zijn glimlach wordt weerkaatst door de spiegel, maar hij zegt niets en blijft mijn haar borstelen. Hmm... dat is heel ontspannend.
Als we de lift in stappen op weg naar ons diner, zijn we niet alleen. Christian ziet er heerlijk uit in zijn kenmerkende witte linnen overhemd, zwarte spijkerbroek en jasje. Geen das. De twee vrouwen in de lift kijken hem bewonderend aan en kijken minder vriendelijk naar mij. Ik verberg mijn glimlach. Ja, dames, hij is van mij. Christian pakt mijn hand en trekt me naar hem toe, terwijl we in stilte naar de eerste verdieping gaan.
Het is druk, vol mensen in avondkleding die zitten te praten en te drinken en aan hun zaterdagavond beginnen. Ik ben blij dat ik niet uit de toon val. De jurk valt mooi om mijn lichaam, hij toont mijn rondingen en houdt alles op zijn plaats. Ik moet eerlijk zeggen dat ik me... aantrekkelijk voel nu ik hem draag. Ik weet dat Christian het ermee eens is.
Eerst denk ik dat we naar de privéruimte gaan waar we voor het eerst de overeenkomst bespraken, maar hij leidt me voorbij die deur helemaal naar het einde waar hij de deur naar een andere kamer met houten lambrisering opent.
‘Verrassing!’
O, hemel. Kate en Elliot, Mia en Ethan, Carrick en Grace, meneer Rodriguez en José en mijn moeder en Bob zijn er allemaal en heffen hun glas. Ik staar ze sprakeloos aan. Hoe? Wanneer? Ik draai me onthutst om naar Christian en hij knijpt in mijn hand. Mijn moeder stapt naar voren en slaat haar armen om me heen. O, mama!
‘Lieverd, je ziet er prachtig uit. Gefeliciteerd.’
‘Mam!’ snotter ik, terwijl ik haar omhels. O, mama. Tranen stromen over mijn gezicht, ondanks het publiek, en ik verberg mijn gezicht in haar nek.
‘Liefje, lieverd. Niet huilen. Het komt wel goed met Ray. Hij is een erg sterke man. Niet huilen. Niet op je verjaardag.’ Haar stem breekt, maar ze houdt zich goed. Ze pakt mijn gezicht in haar handen en veegt met haar duimen de tranen weg.
‘Ik dacht dat je het vergeten was.’
‘O, Ana! Hoe zou ik dat ooit kunnen? Zeventien uur lang weeën is niet iets wat je zomaar vergeet.’
Ik giechel door mijn tranen heen en ze glimlacht.
‘Droog je tranen, lieverd. Er zijn hier veel mensen om deze bijzondere dag met je te vieren.’
Ik haal mijn neus op en wil eigenlijk niemand in de kamer aankijken. Ik voel me verlegen en blij dat iedereen zo veel moeite heeft gedaan om naar me toe te komen.
‘Hoe ben je hier gekomen? Wanneer ben je aangekomen?’
‘Je echtgenoot heeft zijn vliegtuig gestuurd, lieverd.’ Ze grijnst, onder de indruk.
En ik moet lachen. ‘Wat fijn dat je er bent, mam.’ Ze veegt mijn neus af met een zakdoekje, zoals alleen een moeder dat kan. ‘Mam!’ zeg ik vermanend, terwijl ik mezelf herpak.
‘Dat is beter. Gefeliciteerd, lieverd.’ Ze stapt opzij, terwijl iedereen in de rij gaat staan om me te omhelzen en me te feliciteren.
‘Het gaat goed met hem, Ana. Dr. Sluder is een van de beste artsen in het land. Gefeliciteerd, engel.’ Grace omhelst me.
‘Huil maar zoveel je wil, Ana. Het is jouw feestje.’ José omhelst me.
‘Gefeliciteerd, lieve meid.’ Carrick glimlacht en pakt mijn gezicht vast.
‘Chill maar, stuk. Het komt wel weer goed met die ouwe van je.’ Elliot neemt me in zijn armen. ‘Gefeliciteerd.’
‘Oké.’ Christian pakt mijn hand en trekt me uit Elliots omhelzing. ‘Genoeg gefriemeld aan mijn vrouw. Ga maar aan je verloofde friemelen.’
Elliot grijnst verdorven naar hem en knipoogt naar Kate.
Een ober die ik nog niet had gezien, overhandigt Christian en mij glazen met roze champagne.
Christian schraapt zijn keel. ‘Dit zou een volmaakte dag zijn geweest als Ray bij ons was geweest, maar hij is niet ver weg. Het gaat goed met hem en ik weet dat hij zou willen dat je plezier zou maken, Ana. Iedereen hartelijk dank voor jullie komst om de verjaardag van mijn mooie vrouw te vieren, moge er nog vele volgen. Gefeliciteerd, liefde van me.’ Christian heft zijn glas naar me, terwijl iedereen gefeliciteerd roept en ik moet vechten om mijn tranen tegen te houden.
Ik kijk naar de geanimeerde gesprekken rond de eettafel. Het is vreemd om te worden gekoesterd in de schoot van mijn familie, terwijl de man die ik als mijn vader zie aan de beademing ligt in de kille, klinische ruimte van de intensive care. Ik kijk van buitenaf naar alles wat er om me heen gebeurt, maar ik ben dankbaar dat ze er allemaal zijn. Ik kijk naar het gekibbel tussen Elliot en Christian, de hartelijke gevatheid van José, Mia’s opwinding en haar enthousiasme over het eten, terwijl Ethan stiekem naar haar kijkt. Volgens mij vind hij haar leuk... hoewel dat moeilijk te zeggen is. Meneer Rodriguez zit achterover, net als ik, en geniet van de gesprekken. Hij ziet er beter uit. Uitgerust. José is heel zorgzaam, snijdt zijn eten en houdt zijn glas gevuld. Nu zijn enige overlevende ouder zo dicht bij de dood is geweest, is José meneer Rodriguez meer gaan waarderen... Dat herken ik.
Ik kijk naar mijn moeder. Ze is in haar element, charmant, gevat en hartelijk. Ik hou zoveel van haar. Ik moet niet vergeten om haar dat te zeggen. Het leven is zo kostbaar. Dat besef ik nu.
‘Gaat het?’ vraagt Kate met een ongebruikelijk tedere stem.
Ik knik en grijp haar hand. ‘Ja. Dank je, dat je bent gekomen.’
‘Denk je soms dat meneer Geldteveel mij bij je weg kon houden op je verjaardag? We zijn met de helikopter gekomen!’ Ze grijnst.
‘Echt waar?’
‘Ja. Wij allemaal. En dan te bedenken dat Christian er zelf in kan vliegen.’
Ik knik.
‘Da’s best sexy.’
‘Ja, dat vind ik wel.’
We grijnzen.
‘Blijven jullie hier vanavond?’ vraag ik.
‘Ja. Wij allemaal, geloof ik. Wist je hier niets van?’
Ik schud mijn hoofd.
‘Lekker gelikt is hij, of niet?’
Ik knik.
‘Wat heeft hij je voor je verjaardag gegeven?’
‘Dit.’ Ik houd mijn armband omhoog.
‘O, lief!’
‘Ja.’
‘Londen, Parijs... ijs?’
‘Dat wil je niet weten.’
‘Ik kan het wel raden.’
We lachen en ik bloos als ik terugdenk aan Ben & Jerry’s & Ana.
‘O... en een R8.’
Kate spuugt haar wijn nogal onaantrekkelijk over haar kin waardoor we nog harder moeten lachen.
‘Lekker overdreven eikel is het eigenlijk, of niet?’ Ze giechelt.
Als dessert krijg ik een heerlijke chocoladetaart met tweeëntwintig zilveren kaarsjes en een levendig koor dat Happy Birthday zingt. Grace kijkt hoe Christian zingt samen met de rest van mijn vrienden en familie en haar ogen stralen van liefde. Ze vangt mijn blik op en geeft me een kushandje.
‘Doe een wens,’ fluistert Christian tegen me. In één adem blaas ik alle kaarsjes uit en wens uit alle macht dat mijn vader beter wordt. Papa, word beter. Alsjeblieft, word beter. Ik hou zoveel van je.
Om middernacht nemen meneer Rodriguez en José afscheid.
‘Dank je dat je bent gekomen.’ Ik omhels José stevig.
‘Ik had het voor geen goud willen missen. Ik ben blij dat het de goede kant op gaat met Ray.’
‘Ja. Jij, meneer Rodriguez en Ray moeten met Christian komen vissen in Aspen.’
‘Echt? Dat klinkt gaaf.’ José grijnst voordat hij weggaat om de jas van zijn vader te halen en ik kniel neer om meneer Rodriguez gedag te zeggen.
‘Weet je, Ana, er was een tijd dat... nou ja, ik dacht dat jij en José...’ Zijn stem sterft weg en hij kijkt me aan. Zijn donkere blik is intens, maar liefdevol.
O nee.
‘Ik ben erg gek met uw zoon, meneer Rodriguez, maar hij is als een broer voor me.’
‘Je was een leuke schoondochter geweest. En dat ben je. Voor de Greys.’ Hij glimlacht weemoedig en ik bloos.
‘Ik hoop dat vriendschap ook goed genoeg is.’
‘Natuurlijk. Je man is een goeie vent. Je hebt een goede keuze gemaakt, Ana.’
‘Dat denk ik ook,’ fluister ik. ‘Ik hou zoveel van hem.’ Ik omhels meneer Rodriguez.
‘Wees goed voor hem, Ana.’
‘Doe ik,’ beloof ik.
Christian doet de deur van onze suite dicht.
‘Eindelijk alleen,’ zegt hij, terwijl hij tegen de deur aan leunt en naar me kijkt.
Ik stap naar hem toe en haal mijn vingers over de revers van zijn jasje. ‘Bedankt voor een fantastische verjaardag. Je bent echt de meest attente, zorgzame, vrijgevige echtgenoot.’
‘Ik heb ervan genoten.’
‘Ja... genot. Laten we daar eens wat aan doen,’ fluister ik. Mijn handen grijpen zijn revers steviger vast en ik trek zijn lippen naar de mijne.
Na een gezamenlijk ontbijt maak ik al mijn cadeautjes open en neem dan één voor één vrolijk afscheid van alle Greys en Kavanaghs die naar Seattle teruggaan met Charlie Tango. Mijn moeder, Christian en ik gaan naar het ziekenhuis. Taylor rijdt, omdat wij met z’n drieën niet in mijn R8 passen. Bob besloot niet mee te gaan en stiekem ben ik daar blij om. Dat zou wel erg vreemd zijn en ik weet zeker dat Ray het niet fijn zou vinden als Bob hem niet op zijn best zou zien.
Ray ziet er nog hetzelfde uit. Hariger. Mijn moeder schrikt als ze hem ziet en samen huilen we nog wat.
‘O, Ray.’ Ze knijpt in zijn hand en aait voorzichtig over zijn gezicht en ik ben ontroerd als ik haar liefde voor haar ex-man zie. Ik ben blij dat ik zakdoekjes in mijn tas heb zitten. We zitten naast hem. Ik houd haar hand vast, terwijl zij de zijne vasthoudt.
‘Ana, er is een tijd geweest dat deze man het middelpunt van mijn wereld was. De zon ging met hem op en onder. Ik zal altijd van hem houden. Hij heeft zo goed voor jou gezorgd.’
‘Mam...’ Mijn stem stokt en ze aait mijn gezicht en doet een haarlok achter mijn oor.
‘Je weet dat ik altijd van Ray zal houden. We zijn gewoon uit elkaar gegroeid.’ Ze zucht. ‘En ik kon gewoon niet met hem samenleven.’ Ze staart naar haar vingers en ik vraag me af of ze aan Steve denkt, Echtgenoot Nummer Drie, over wie we nooit praten.
‘Ik weet dat je van Ray houdt,’ fluister ik, terwijl ik mijn tranen droog. ‘Ze gaan hem vandaag uit zijn coma halen.’
‘Fijn. Ik weet zeker dat het goed komt met hem. Hij is zo koppig. Dat heb je volgens mij van hem.’
Ik glimlach. ‘Heb je met Christian gepraat?’
‘Vindt hij dat je koppig bent?’
‘Volgens mij wel.’
‘Ik zal hem wel zeggen dat het een familietrek is. Jullie zien er zo goed uit samen, Ana. Zo gelukkig.’
‘Dat zijn we ook, denk ik. We komen er in elk geval wel. Ik hou van hem. Hij is het middelpunt van mijn wereld. Net als bij jou, gaat voor mij de zon op en onder met hem.’
‘Hij is duidelijk stapelgek op je, lieverd.’
‘En ik ben stapelgek op hem.’
‘Zorg dat je hem dat laat weten. Mannen willen dat soort dingen net zo graag horen als wij.’
Ik sta erop om met mijn moeder en Bob naar het vliegveld te gaan om afscheid te nemen. Taylor volgt in de R8 en Christian bestuurt de MPV. Ik vind het jammer dat ze niet langer kunnen blijven, maar ze moeten terug naar Savannah. Het is een verdrietig afscheid.
‘Zorg goed voor haar, Bob,’ fluister ik als hij me omhelst.
‘Dat doe ik, Ana. En zorg jij goed voor jezelf.’
‘Doe ik.’ Ik draai me om naar mijn moeder. ‘Dag, mam. Bedankt dat je bent gekomen,’ fluister ik met hese stem. ‘Ik hou zoveel van je.’
‘O, mijn lieve meisje, ik hou ook van jou. En het komt wel goed met Ray. Hij is er nog niet klaar voor om dit aardse ongerief te verlaten. Er komt hoogstwaarschijnlijk nog een Mariners-wedstrijd die hij niet wil missen.’
Ik giechel. Ze heeft gelijk. Ik besluit om die avond de sportbijlage van de zondagskrant aan Ray voor te lezen. Ik kijk hoe zij en Bob de trap op lopen, het vliegtuig van GEH in. Ze zwaait naar me met tranen in haar ogen en dan is ze weg. Christian slaat zijn arm om mijn schouder.
‘Laten we teruggaan, schatje,’ zegt hij
‘Rijd jij?’
‘Natuurlijk.’
Als we die avond terug zijn in het ziekenhuis, ziet Ray er anders uit. Het duurt even voordat ik besef dat het zuigen en blazen van de beademingsmachine weg is. Ray ademt zelfstandig. Er stroomt opluchting door me heen. Ik aai zijn stoppelige gezicht en pak een zakdoekje om voorzichtig het speeksel rond zijn mond weg te vegen.
Christian loopt weg op zoek naar dr. Sluder of dr. Crowe voor een update, terwijl ik op mijn gebruikelijke plekje ga zitten naast zijn bed om hem in de gaten te houden.
Ik vouw de sportbijlage van de zondagskrant open en begin plichtsgetrouw het verslag voor te lezen over de voetbalwedstrijd van de Sounders tegen Real Salt Lake. Het lijkt erop dat het een heftige wedstrijd was, maar de Sounders werden verslagen door een eigen doelpunt van Kasey Keller. Ik pak Rays hand stevig in de mijne terwijl ik doorlees.
‘En de eindscore is: Sounders 1, Real Salt Lake 2.’
‘Hey, Annie, hebben we verloren? Nee!’ zegt Ray raspend en hij knijpt in mijn hand.
Papa!