Drie

 

 

Verschrikt kijk ik naar de rode plekken op mijn borsten. Zuigzoenen! Ik heb zuigzoenen! Ik ben getrouwd met een van de meest gerespecteerde zakenmannen van de Verenigde Staten, en hij heeft me verdomme gewoon zuigzoenen gegeven. Hoe kan het dat ik daar niks van heb gemerkt? Ik bloos. Ik weet namelijk wel degelijk hoe dat kan – Mr. Orgasmisch gebruikte zijn goed geoliede sekstechnieken op me.

Mijn onderbewustzijn kijkt afkeurend over haar strengejuffenbril heen, terwijl mijn innerlijke godin uitgeteld op haar ligstoel hangt. Ik sta mijn eigen spiegelbeeld aan te gapen. Op mijn polsen zitten rode plekken van de handboeien, dat worden ongetwijfeld blauwe plekken. Ik bestudeer mijn enkels: ook rood en gezwollen. Mijn god, ik zie eruit alsof ik een ongeluk heb gehad. Ik staar naar mezelf in de spiegel, probeer te bevatten hoe ik eruitzie. Mijn lichaam is zo anders tegenwoordig. Sinds ik hem ken, is het subtiel veranderd... ik ben slanker en fitter, mijn haar glanst en is goedgeknipt. Mijn nagels gemanicuurd, mijn voeten gepedicuurd, en mijn wenkbrauwen zijn geëpileerd. Voor het eerst in mijn leven zie ik er heel verzorgd uit – op die afschuwelijke zuigzoenen na.

Ik wil nu echt niet nadenken over uiterlijke verzorging. Ik ben te boos. Hoe durft hij me zo toe te takelen, als een of andere puber. In de korte tijd die we samen zijn, heeft hij dit nog niet eerder geflikt. Ik zie er niet uit. Ik weet wel waarom hij het heeft gedaan. Stomme controlfreak. Zo! Mijn onderbewustzijn vouwt haar armen om haar kleine boezem – deze keer is hij te ver gegaan. Ik sluip van de badkamer naar de inloopkast, daarbij goed oplettend dat we geen oogcontact maken. Snel verwissel ik de badjas voor een joggingbroek en een hemdje. Ik maak de vlecht in mijn haar los en borstel het.

‘Anastasia?’ roept Christian, en ik hoor de bezorgdheid in zijn stem. ‘Gaat het wel?’

Ik negeer hem. Gaat het wel? Nee, het gaat niet. Ik betwijfel of ik de rest van onze huwelijksreis nog wel een badpak aan kan na wat hij met me heeft gedaan, laat staan een van mijn belachelijk dure bikini’s. De gedachte maakt me woest. Hoe durft hij? Hij kan van mij de gaat het wel krijgen. Ik kook bijna over. Ik zal hem laten zien dat ook ik me als een puber kan gedragen! Ik stap de slaapkamer in en gooi mijn borstel naar zijn hoofd, draai me om en loop weg – maar ik heb natuurlijk wel eerst gezien hoe verschrikt hij kijkt en hoe hij zijn arm naar zijn hoofd brengt ter bescherming. De borstel raakt hem dan ook niet en stuitert via zijn onderarm op het bed.

Ik storm de kamer uit, stamp de trap op naar het dek, en storm vervolgens naar de boeg. Ik heb ruimte nodig om te kalmeren. Het is donker en de avondlucht voelt zacht aan. Het warme briesje ruikt naar de Middellandse Zee en de jasmijn en bougainville die aan land groeit. De Fair Lady glijdt koninklijk over de kalme zee, en ik sta met mijn ellebogen leunend op de reling te staren naar de kust met haar talloze lichtjes. Ik adem diep in en uit tot ik merk dat ik enigszins tot rust kom. Ik voel dat hij achter me staat nog voordat ik hem kan horen.

‘Je bent boos op me,’ fluistert hij.

‘Je meent het! Daar heb je zeker lang over moeten nadenken, Sherlock.’

‘Hoe boos?’

‘Op een schaal van een tot tien, vijftig denk ik. Nauwkeurig hè?’

‘Heel boos dus.’ Zijn stem klinkt verbaasd en tegelijkertijd onder de indruk.

‘Ja. Ik kan je wel ik weet niet wat aandoen,’ sis ik tussen mijn tanden door.

Hij zegt niets als ik me naar hem omdraai en hem kwaad aankijk; in zijn ogen zie ik verwarring. Ik ken deze blik, en omdat hij me ook niet aanraakt, weet ik dat hij er niets van begrijpt.

‘Christian, je moet een keer ophouden met proberen mij de hele tijd in het gareel te houden. Je hebt je punt gemaakt op het strand. Luid en duidelijk zelfs.’

Hij haalt zijn schouders bijna onmerkbaar op. ‘Nou ja, je zult voortaan in elk geval twee keer nadenken voordat je je topje weer uitdoet,’ zegt hij schalks.

En dat rechtvaardigt wat hij me heeft aangedaan? Ik staar hem aan. ‘Ik hou er niet van als je zo je stempel op me achterlaat. Tenminste, niet in deze mate. Dat is een harde grens,’ bijt ik hem toe.

‘En ik wil niet dat jij je en plein public uitkleedt. Dat is voor mij een harde grens,’ gromt hij.

‘Dat weten we nu wel,’ bries ik, om eraan toe te voegen: ‘kijk dan wat je hebt gedaan!’ Ik trek de bandjes van mijn hemdje naar beneden om mijn borsten te laten zien. Christiaan staart me aan, zijn blik laat de mijne niet los. Hij wekt een verwarde, onzekere indruk. Hij is niet gewend om mij zo boos te zien. Snapt hij dan niet hoe belachelijk het is? Ik wil tegen hem schreeuwen, maar houd me in – ik wil ook niet te ver gaan. Ik wil niet weten hoe hij dan zou reageren. Uiteindelijk zucht hij en houdt hij zijn handen op, als teken van overgave.

‘Oké,’ zegt hij, ‘de boodschap is helder.’

Halleluja!

‘Mooi!’

Hij strijkt met zijn hand door zijn haar. ‘Het spijt me. Niet boos op me zijn, alsjeblieft.’ Hij lijkt eindelijk berouw te hebben – gebruikt dezelfde woorden als ik eerder tegen hem deed.

‘Je gedraagt je soms zo onvolwassen,’ zeg ik vermanend, obstinaat, maar het venijn is uit mijn stem, en dat heeft hij ook in de gaten. Hij doet een stap dichterbij en strekt voorzichtig een hand naar me uit om een lok haar achter mijn oor te schuiven.

‘Ik weet het,’ bevestigt hij zacht. ‘Ik moet nog veel leren.’

De woorden van dokter Flynn komen in me op... Christian is emotioneel gezien een puber. Hij heeft die levensfase compleet overgeslagen. Hij heeft al zijn energie gericht op het slagen in de zakenwereld en dat is hem ongelooflijk goed gelukt. Zijn emotionele belevingswereld is alles nu aan het inhalen.

Mijn hart ontdooit weer een beetje.

‘Wij allebei,’ zucht ik en leg mijn hand op zijn hart. Hij deinst niet meer terug zoals eerst, maar hij verstijft een beetje. Hij legt een hand over de mijne en lacht verlegen.

‘Ik ben er zojuist achter gekomen dat u hard kunt gooien en goed richten, mevrouw Grey. Dat had ik niet gedacht, maar goed, ik onderschat u dan ook vaker. Je blijft me verbazen.’

Ik trek een wenkbrauw op. ‘Van Ray geleerd. Ik kan goed op doel mikken, meneer Grey, knoop dat goed in uw oren.’

‘Dat zal ik zeker doen, mevrouw Grey, of ervoor zorgen dat alle mogelijke projectielen stevig verankerd zijn – en schiettuig bij je uit de buurt houden.’ Hij lacht zelfgenoegzaam.

Ik ook, en mijn ogen vernauwen zich tot spleetjes. ‘Ik ben heel vindingrijk.’

‘Dat geloof ik graag,’ fluistert hij, en slaat zijn armen om me heen. Hij drukt zijn neus in mijn haar en trekt me nog dichter tegen zich aan. Ik sla mijn armen om hem heen en voel hoe de spanning uit zijn lichaam weg trekt.

‘Vergeef je me?’

‘Jij mij?’

Ik voel dat hij lacht. ‘Ja,’ antwoordt hij.

‘Dito.’

Zo blijven we staan, de boosheid is over. Hij ruikt wel lekker, onvolwassen of niet. Hoe kan ik hem nou weerstaan?

‘Heb je trek?’ vraagt hij na een tijdje. Ik sta met mijn hoofd tegen zijn borst aan, mijn ogen gesloten.

‘Ja, ik enorm. Al die... eh... inspanningen, daar krijg je wel trek van. Maar ik ben niet gekleed om te eten.’ Ik weet zeker dat er wenkbrauwen omhooggaan als ik zo aan tafel verschijn.

‘Je ziet er prima uit, Anastasia. Bovendien, de boot is deze week van ons. We kunnen ons kleden zoals we willen. Zie het maar als casual dinsdag aan de Côte d’Azur. Maar goed, ik had bedacht dat we aan dek zouden eten.’

‘Dat lijkt me leuk.’

Hij geeft me een kus – een oprechte vergeven-en-vergeten-kus – en dan lopen we hand in hand naar de eettafel, waar de gazpacho al op ons staat te wachten.

 

De steward serveert de crème brûlée, en verdwijnt dan discreet.

‘Waarom vlecht je mijn haar altijd?’ vraag ik Christian uit nieuwsgierigheid. We zitten tegenover elkaar aan tafel, mijn onderbeen om het zijne geslagen. Hij houdt zijn dessertlepel even stil en fronst.

‘Ik wil niet dat je haar ergens in verstrikt raakt,’ zegt hij zacht, en even lijkt hij met zijn gedachten heel ver weg. ‘Uit gewoonte, denk ik,’ voegt hij eraan toe. Dan opeens fronst hij diep, zijn ogen zijn wijd opengesperd en zijn pupillen worden groter van schrik.

Holy shit! Waar dacht hij aan? Het moet iets pijnlijks zijn, een vroege jeugdherinnering, schat ik. Ik wil niet dat hij daaraan wordt herinnerd. Ik buig naar hem toe, en houd mijn wijsvinger tegen zijn lippen.

‘Nee, het maakt niet uit. Ik hoef het niet te weten, ik was gewoon nieuwsgierig.’ Ik lach warm en geruststellend naar hem. Hij kijkt nog wat verdwaasd, maar al snel ontspant hij zich zichtbaar; hij is duidelijk opgelucht. Ik sta op en kus zijn mondhoek.

‘Ik hou van je,’ zeg ik. Hij lacht zijn hartverzachtende verlegen lach, waardoor ik smelt vanbinnen. ‘Ik zal altijd van je houden, Christian.’

‘En ik van jou,’ zegt hij zacht.

‘Ondanks het feit dat ik niet gehoorzaam?’ Ik trek een wenkbrauw op.

‘Juist omdat je niet gehoorzaamt, Anastasia,’ grinnikt hij.

Met mijn lepel breek ik het suikerlaagje op mijn dessert en ik schud mijn hoofd. Zal ik deze man ooit van mijn leven doorgronden? Hmm – deze crème brûlée is echt heerlijk.

 

Zodra de bediende onze dessertborden heeft meegenomen, reikt Christian naar de fles rosé om me nog eens bij te schenken. Ik verzeker me ervan dat we alleen zijn, en vraag hem: ‘Wat is dat met niet naar de wc mogen?’

‘Wil je dat echt weten?’ zegt hij half lachend en met een wellustige blik.

‘Wat denk je zelf?’ Ik staar naar hem en neem een slokje wijn.

‘Hoe voller je blaas is, des te intenser je orgasme, Ana.’

Ik bloos. ‘O. Op die manier.’ Allemachtig, dat verklaart dus een hoop.

Hij grijnst, ziet er veel te alwetend uit. Zal Meneer Sekspertise me altijd een stapje voor blijven?

‘Ja. Nou...’ Wanhopig probeer ik van onderwerp te veranderen. Gelukkig is hij me genadig.

‘Wat wil je vanavond verder nog doen?’ Hij houdt zijn hoofd een beetje scheef en lacht zijn scheve lachje.

Wat jij wil, Christian. Je theorie nog een keer toetsen? Ik haal mijn schouders op.

‘Ik weet wel wat ik wil doen,’ zegt hij. Hij pakt zijn glas wijn, staat op en strekt zijn hand naar me uit. ‘Kom.’

Ik leg mijn hand in de zijne en laat me meevoeren naar de grote salon.

Zijn iPod staat in de houder op de kast. Hij zet ’m aan en kiest een nummer uit.

‘Dans met me.’ Hij neemt me in zijn armen.

‘Als u erop staat...’

‘Ik sta erop, mevrouw Grey.’

Een druiperige kwijlmelodie vult de ruimte. Het lijkt Latijns-Amerikaans. Christian kijkt op me neer en begint te bewegen – ik heb het gevoel dat ik door de kamer zweef.

Het nummer wordt gezongen door een man met een stem die klinkt als gesmolten karamel. Ik ken het liedje, maar ik weet niet waarvan. Christian laat me ver achterover buigen, en ik slaak een gilletje van schrik en plezier. Hij lacht, en zijn ogen stralen. Dan wipt hij me weer overeind, en draait me onder zijn arm door.

‘Jij kunt zo goed dansen,’ zeg ik. ‘Het is net of ik het ook kan met jou.’

Hij werpt me een sfinxachtige blik toe, maar zegt niks, en ik vraag me af of het is omdat hij aan haar denkt... Mrs. Robinson, de vrouw die hem leerde dansen – en neuken. Ik heb al een tijdje niet meer aan haar gedacht. Christian heeft het niet meer over haar gehad sinds zijn verjaardag, en voor zover ik weet is hun zakelijke relatie voorbij. Toch moet ik het haar nageven – ze was een behoorlijk goede mentor.

Hij laat me nog een keer buigen en plant een snelle kus op mijn lippen.

I’d miss your love,’ zing ik mee.

‘Ik zou meer dan alleen jouw liefde missen,’ zegt hij, en hij draait me nog een keer rond. Daarna zingt hij de woorden zachtjes in mijn oor; ik krijg er slappe knieën van.

Het nummer is afgelopen, en Christian kijkt me met die speciale blik aan. Alle humor is opeens weg, en mijn ademhaling stokt.

‘Ga je mee naar bed?’ fluistert hij, en de vraag komt recht uit zijn hart.

Christian, ik was al verkocht toen ik ‘ja, ik wil’ zei – tweeënhalve week geleden. Maar ik weet dat dit zijn manier is om sorry te zeggen en te bevestigen dat alles tussen ons weer koek en ei is.

 

Als ik wakker word, schijnt de zon al door de patrijspoorten en reflecteert het water op het plafond van de slaapkamer. Christian is nergens te bekennen. Ik rek me uit en glimlach. Hmm... ik wil elke dag wel eerst strafneuken en daarna goedmaakseks. Ik bedenk me hoe heerlijk het is om met twee totaal verschillende mannen het bed te delen – boze Christian en lieve, hoe-kan-ik-het-weer-goedmaken Christian. Ik vind het lastig te bepalen welke de voorkeur heeft.

Ik sta op en loop naar de badkamer. Daar vind ik Christian, met slechts een handdoek om zijn middel, hij staat zich te scheren. Hij draait zich naar me om en ik zie een stralend gezicht, voelt zich totaal niet gestoord in waar hij mee bezig was. Ik weet nu dat Christian nooit de deur op slot zal doen als hij als enige in een kamer is – de reden is ontnuchterend, en ik wil er vooral niet te veel aan denken.

‘Goedemorgen, mevrouw Grey,’ zegt hij goedgehumeurd.

‘Jij ook.’ Ik grijns terug naar hem terwijl hij verdergaat met scheren. Ik vind het geweldig om te kijken hoe hij zich scheert. Hij houdt zijn kin omhoog en scheert eronder, met lange weloverwogen halen; onwillekeurig doe ik zijn bewegingen na. Ik druk mijn bovenlip naar beneden, net als hij doet, als hij het scheert. Hij draait zich om en lacht me toe, de helft van zijn gezicht zit helemaal onder het scheerschuim.

‘Vind je het leuk om toe te kijken?’ vraagt hij.

O Christian, ik kan uren naar je kijken. ‘Mijn favoriete tijdverdrijf,’ antwoord ik, en ik krijg een snelle kus van hem, waardoor er een veeg scheerschuim op mij wang terechtkomt.

‘Zal ik dit nog een keer doen?’ fluistert hij stout, terwijl hij het scheermes omhooghoudt.

‘Nee,’ zeg ik en ik trek een pruillip. ‘De volgende keer laat ik het wel ontharen.’ Ik herinner me nog goed hoe grappig hij het vond toen hij ontdekte dat ik, tijdens de enige zakelijke bespreking die ik in London had, uit nieuwsgierigheid mijn schaamhaar had geschoren. Uiteraard had ik het niet volgens de strikte richtlijnen van Meneer Veeleisend gedaan...

 

 

‘Wat heb je in godsnaam gedaan?’ roept Christian. Hij kijkt me verschrikt en tegelijkertijd geamuseerd aan. Hij zit rechtop in het bed in onze suite van het Brown’s Hotel, vlak bij Piccadilly, doet het nachtlampje aan en staart me aan – zijn mond vormt van ontzetting een grote O. Het zal rond middernacht zijn. Ik word zo rood als de lakens in de speelkamer en probeer mijn satijnen slaapjurk naar beneden te trekken zodat hij niks kan zien. Omdat te voorkomen, pakt hij mijn hand.

‘Ana!’

‘Ik – eh... ik heb me geschoren.’

‘Ja, dat zie ik. Waarom?’ Hij heeft een grijns van oor tot oor.

Met mijn handen bedek ik mijn gezicht. Waarom geneer ik me zo?

‘Hey,’ zegt hij zacht, en pakt mijn handen. ‘Je hoeft je niet te verstoppen.’ Om niet in lachen uit te barsten, bijt hij op zijn lip. ‘Vertel. Waarom?’ Zijn ogen schitteren van plezier. Waarom vindt hij dit zo grappig?

‘Lach me niet uit.’

‘Ik lach je niet uit. Sorry. Ik... ben er blij mee,’ zegt hij.

‘O.’

‘Maar vertel. Waarom?’

Ik haal een keer diep adem. ‘Vanmorgen, toen jij al weg was naar je bespreking, stond ik onder de douche en moest ik denken aan al jouw regels.’

Hij knippert met zijn ogen. Alle humor is uit zijn blik verdwenen, en hij kijkt me ongerust aan.

‘En ik nam ze één voor één in mijn hoofd door en bedacht wat ik ervan vond. En toen moest ik denken aan de schoonheidssalon, en ik dacht... dat je dit wel fijn zou vinden. Ik durfde me niet te laten ontharen.’ Mijn stem sterft weg tot er niet meer dan gefluister over is.

Hij staart me aan, en zijn ogen gloeien – niet uit leedvermaak deze keer, maar vol liefde.

‘O, Ana,’ zegt hij hijgend. Hij buigt zich naar me toe en kust me liefdevol. ‘Je bent zo heerlijk bekoorlijk,’ fluistert hij met zijn mond tegen de mijne, en neemt mijn gezicht in zijn handen.

Even lijkt de tijd stil te staan, en dan gaat hij weer liggen, leunend op een elleboog. De humor is terug.

‘Nou, dan moet ik uw nijvere huisvlijt maar eens aan een gedetailleerde controle onderwerpen, mevrouw Grey.’

‘Wat? Nee.’ Dat moet een grap zijn! Ik bedek mezelf in een poging mijn pas ontboste gebied te beschermen.

‘Ik dacht het niet, Anastasia.’ Hij pakt mijn handen en duwt ze opzij, zodat ze op mijn heupen liggen en hij goed uitzicht heeft op wat hij wil zien. Hij werpt me een verhitte blik toe die me in vuur en vlam zet, maar nog voordat ik ontbrand, buigt hij zich naar me toe en gaan zijn lippen van mijn naakte buik rechtstreeks naar mijn vagina. Ik bied wat weerstand, maar schik me verrassend makkelijk in mijn lot.

‘Zo, wat hebben we hier?’ Christian kust de plek waar ik tot vanmorgen nog schaamhaar had, en schuurt er dan met zijn stoppelige kin langs.

‘Ah!’ roep ik uit. Wauw... dat is gevoelig.

Christian werpt me een smachtende, geile blik toe. ‘Volgens mij heb je een klein stukje overgeslagen,’ zegt hij droog en trekt zachtjes aan een plukje haar, precies onderaan.

‘O... shit,’ zeg ik, en ik hoop dat dit betekent dat de nogal opdringerige inspectieronde ten einde is.

‘Ik heb een idee.’ Naakt en wel springt hij uit bed, en gaat richting de badkamer.

Wat is hij in hemelsnaam aan het doen? Even later komt hij terug met een glas water, een beker, mijn scheermes, zijn scheerkwast, scheerschuim en een handdoek. Hij zet alles behalve de handdoek op het nachtkastje en kijkt me aan.

O nee! Mijn onderbewustzijn slaat verschrikt haar The Complete Works of Charles Dickens dicht, springt uit haar luie stoel, en zet haar handen op haar heupen.

‘Nee. Nee. Nee,’ piep ik.

‘Mevrouw Grey, als je iets doet, moet je het goed doen. Breng je heupen eens omhoog.’ Zijn ogen hebben de grijze kleur van storm op een zinderende zomeravond.

‘Christian! Jij gaat mij echt niet scheren!’

Hij kantelt zijn hoofd een beetje. ‘Waarom dan niet?’

Ik bloos... dat lijkt me toch wel duidelijk? ‘Omdat... het is gewoon te...’

‘Intiem?’ fluistert hij. ‘Ana, ik wil zo graag intiem zijn met jou – dat weet je. Bovendien, na de dingen die wij allemaal al hebben gedaan, hoef je hierom niet zo te piepen. En ik ken dit deel van jouw lichaam beter dan jijzelf.’

Ik gaap hem aan. Hij is zo arrogant... ik bedoel, hij heeft wel gelijk – maar toch. ‘Het hoort gewoon niet!’ mijn stem klinkt preuts en zeurderig.

‘Echt wel – het is juist geil.’

Geil? Werkelijk? ‘Word je hier opgewonden van?’ Ik kan de verbaasde ondertoon in mijn stem niet onderdrukken.

Hij snuift. ‘Zie je dat niet? Hij kijkt naar beneden, en daar zie ik inderdaad het bewijs. ‘Ik wil je scheren,’ fluistert hij.

Ach, wat zal mij het ook. Ik ga achteroverliggen, en leg mijn arm over mijn gezicht – ik hoef er niet naar te kijken.

‘Als jij er gelukkig van wordt, Christian, ga dan gerust je gang. Je bent zo pervers,’ zeg ik terwijl ik mijn heupen al opricht zodat hij de handdoek onder me kan schuiven. Hij kust de binnenkant van mijn dij.

‘Je hebt helemaal gelijk, schatje.’

Ik hoor het water in het glas klotsen als hij de scheerkwast erin doopt, en vervolgens het geluid van de scheerkwast in de beker. Hij pakt mijn linkerenkel en spreidt mijn benen; er ontstaat een kuiltje in het bed op de plek waar hij zit. ‘Het liefst zou ik je nu vastbinden,’ zegt hij.

‘Ik beloof dat ik heel stil zal blijven liggen.’

‘Mooi.’

Ik snak naar adem als hij met de kwast over mijn schaambeen strijkt. Hij is warm. Het water in het glas zal wel heet zijn. Ik beweeg een beetje. Het kietelt... maar op een lekkere manier.

‘Niet bewegen,’ waarschuwt Christian, en hij strijkt nog eens met de kwast langs mijn schaamlippen. ‘Want anders bind ik je wel vast,’ voegt hij er met onheilspellende stem aan toe, en ik voel een heerlijke huivering langs mijn ruggengraat gaan.

‘Heb je dit wel eens eerder gedaan?’ vraag ik als hij het scheermes pakt.

‘Nee.’

‘O. Fijn,’ grinnik ik.

‘Weer een primeur, mevrouw Grey.’

‘Hmm, ik ben dol op primeurs.’

‘Ik ook. Daar gaan we.’ Met een voorzichtigheid die me verbaast, gaat hij met het scheermes over mijn gevoelige huid. ‘Blijven liggen,’ zegt hij, en ik hoor aan zijn toon dat hij heel geconcentreerd bezig is.

Het duurt maar een paar minuten voordat hij de handdoek pakt en het overtollige scheerschuim wegveegt.

‘Zo, dat lijkt er meer op,’ zegt hij tevreden, en eindelijk durf ik mijn arm voor mijn gezicht weg te halen om naar hem te kijken, terwijl hij tevreden achteroverleunt en zijn eigen werk bewondert. ‘Tevreden?’ vraag ik hees.

‘Heel.’ Een vervaarlijke grijns speelt om zijn mond en dan steekt hij langzaam een vinger in me.

 

 

‘Maar het was wel leuk,’ zegt hij met een honende blik in zijn ogen.

‘Voor jou, misschien.’ Ik probeer een pruillip te trekken – maar hij heeft gelijk... het was... opwindend.

‘Ik meen me te herinneren dat het naspel behoorlijk bevredigend was.’ Christian gaat verder met zijn eigen scheerbeurt. Gegeneerd kijk ik naar mijn handen. Ja, dat was het ook. Ik had geen idee dat het zonder schaamhaar zo anders zou zijn.

‘Hey, ik plaag je maar. Dat is toch wat mannen doen die hopeloos verliefd zijn op hun vrouw?’ Christian houdt mijn kin omhoog en kijkt me aan, hij probeert mijn gezichtsuitdrukking te lezen.

Hmm... dit is mijn kans om hem terug te pakken.

‘Zitten,’ commandeer ik.

Niet-begrijpend kijkt hij me aan. Zachtjes duw ik hem richting de witte kruk in de badkamer. Verbaasd gaat hij zitten, en ik pak het scheermesje uit zijn handen.

‘Ana,’ waarschuwt hij als hij eenmaal in de gaten heeft wat ik van plan ben. Ik buig naar hem toe en geef hem een kus.

‘Hoofd achterover,’ fluister ik.

Hij twijfelt.

‘Wie kaatst – meneer Grey.’

Ongelovig maar geamuseerd kijkt hij me aan. ‘Je weet wat je doet?’ vraagt hij met een lage stem. Ik schud mijn hoofd, expres langzaam, en probeer er zo ernstig mogelijk bij te kijken. Hij doet zijn ogen dicht en schudt zijn hoofd, om het vervolgens bij wijze van overgave achterover te houden.

Holy shit, hij laat zich echt scheren door mij. Mijn innerlijke godin rekt en strekt haar armen voor zich uit, haar vingers in elkaar geweven, handpalmen naar voren, in voorbereiding. Met één hand pak ik het nog klamme haar op zijn voorhoofd en houd het stevig vast, om z’n hoofd stil te houden. Hij houdt zijn ogen gesloten en opent zijn mond als hij inademt. Heel voorzichtig haal ik het scheermes van zijn nek naar zijn kin, zodat er een soort pad van huid tevoorschijn komt onder het schuim. Christian ademt uit.

‘Dacht je dat ik je pijn zou doen?’

‘Met jou weet je het nooit, Ana, maar nee – niet expres, in elk geval.’

En nog eens haal ik het scheermes over zijn huid, het pad wordt breder.

‘Ik zou je nooit met opzet pijn doen, Christian.’

Hij doet zijn ogen open en slaat zijn armen om me heen, terwijl ik ondertussen voorzichtig met het mesje over zijn wang ga, naar beneden tot aan zijn kaaklijn.

‘Dat weet ik,’ zegt hij, onderwijl zijn gezicht iets scheef houdend zodat ik de rest van zijn wang kan doen. Nog twee keer en het is klaar.

‘Klaar, en geen druppel bloed vergoten,’ grinnik ik trots.

Hij streelt mijn been zodat mijn nachthemd naar boven schuift. Dan trekt hij me op schoot, zodat ik schrijlings op hem zit. Ik houd mezelf vast aan zijn bovenarmen. Hij is echt zo lekker gespierd.

‘Mag ik je vandaag ergens mee naartoe nemen?’

‘Niet zonnen?’ vraag ik en trek verbeten een wenkbrauw op.

Nerveus likt hij zijn lippen. ‘Nee. Vandaag gaan we niet zonnen. Ik dacht dat je misschien wel eens wat anders zou willen doen.’

‘Nou, sinds ik door jouw toedoen onder de zuigzoenen zit en me toch niet zonder burkini kan vertonen, tuurlijk, waarom niet?’

Wijselijk negeert hij mijn opmerking. ‘Het is wel een stukje rijden, maar volgens de boekjes de moeite zeker waard. Mijn vader heeft het me ook aangeraden. Het is een dorp boven op een heuvel, het heet Saint-Paul-de-Vence. Er is een aantal galeries en ik had gedacht dat we er misschien wat schilderijen of beelden zouden kunnen kopen voor het nieuwe huis, als we iets zien wat we mooi vinden.’

Holy shit. Ik leun achterover en staar hem aan. Kunst... hij wil kunst kopen. Hoe doe je dat eigenlijk?

‘Wat?’ vraagt hij.

‘Ik weet helemaal niks van kunst, Christian.’

Hij haalt zijn schouders op en lacht me bemoedigend toe. ‘We kopen alleen wat we mooi vinden. Het moet geen investering zijn, of zo.’

Investering? Jemig.

‘Wat?’ zegt hij weer.

Ik schud mijn hoofd.

‘Luister, ik weet dat we de ontwerpen van de architect nog maar kort geleden hebben gekregen – maar het kan geen kwaad om te kijken, en het is een leuk, middeleeuws dorpje.’

O ja, de architect. Ik was haar even vergeten... Gia Matteo, een vriendin van Elliot die ook Christians huis in Aspen heeft gedaan. Tijdens onze besprekingen, hing ze als een vlieg op de stront voortdurend om Christian heen.

‘Wat is er nou?’ vraagt Christian. Ik schud mijn hoofd. ‘Vertel op,’ dringt hij aan.

Hoe kan ik nou zeggen dat ik Gia niet mag? Ik heb er geen enkele reden voor. Bovendien wil ik niet worden gezien als de jaloerse echtgenote.

‘Je bent toch niet nog steeds boos over gisteren?’ vraagt hij. Hij zucht en drukt zijn neus tussen mijn borsten.

‘Nee. Ik heb trek,’ brom ik, heel goed wetend dat dit zijn spervuur van vragen zal stoppen.

‘Waarom heb je dat niet eerder gezegd?’ Hij zet me van zijn schoot en staat op.

 

Saint-Paul-de-Vence is een versterkt, middeleeuws dorpje boven op een heuvel, en een van de meest pittoreske plaatsjes die ik ooit heb gezien. Arm in arm wandelen we door de straatjes met kinderkopjes, ik heb mijn hand in zijn kontzak gestoken. Taylor en Gaston, of Philippe – ik zie het verschil niet – volgens ons op gepaste afstand. We steken een plein met plataanbomen over waar drie oude mannen, van wie er één ondanks de hitte een traditionele alpinopet draagt, jeu de boules spelen. Er zijn vrij veel toeristen, maar ik voel me prettig zo dicht tegen Christian aan. Er is hier zoveel te zien – steegjes en doorgangetjes die naar hofjes met fonteinen leiden, oude en moderne beeldhouwwerken, en leuke kleine winkeltjes.

In de eerste galerie kijkt Christian afwezig naar de erotisch getinte foto’s die er hangen, waarbij hij zachtjes aan zijn brillenpootje sabbelt. Het zijn kunstwerken van Florence d’Elle – naakte vrouwen in verschillende poses.

‘Dit is niet echt wat ik in gedachten had,’ zeg ik afkeurend. Ze doen me denken aan de doos met foto’s die ik heb gevonden in zijn kast, onze kast. Ik vraag me af of hij ze eigenlijk ooit heeft vernietigd.

‘Ik ook niet,’ zegt Christian grinnikend. Hij neemt me bij de hand, en we lopen verder naar werken van een andere kunstenaar. Ik vraag me af of ik hem foto’s van mij moet laten maken. Mijn innerlijke godin knikt hevig van ja.

Daarna zien we werken van een vrouwelijke schilder die zich heeft gespecialiseerd in stillevens – kleurrijke soorten fruit en groente in close-up en rijke, sprekende kleuren.

‘Die vind ik mooi,’ zeg ik, wijzend naar drie schilderijen van paprika’s. ‘Ze doen me denken aan toen jij groenten stond te snijden in mijn appartement.’ Ik giechel. Christians mond trekt als hij zijn lach probeert te onderdrukken.

‘Ik dacht dat ik me daar best goed uit gered had,’ zegt hij. ‘Ik was gewoon een beetje langzaam, en bovendien’ – hij neemt me in zijn armen – ‘jij leidde me ontzettend af. Waar zou je ze willen ophangen?’

‘Wat?’

Christian neust mijn oor. ‘De schilderijen – waar wil je ze hebben?’ Hij bijt in mijn oorlelletje en ik voel het helemaal tot in mijn tenen.

‘Keuken,’ murmel ik.

‘Hmm. Goed idee, mevrouw Grey.’

Ik werp een steelse blik op de prijs. Vijfduizend euro per stuk. Lieve help!

‘Ze zijn echt hartstikke duur!’ Ik hap naar adem.

‘Dus?’ Hij drukt zijn neus weer tegen me aan. ‘Wen er nou eens aan, Ana.’ Hij laat me los en loopt naar de toonbank, waar een geheel in het wit geklede jonge vrouw hem ademloos aanstaart. Eigenlijk wil ik met mijn ogen rollen, maar ik richt mijn aandacht weer op de schilderijen. Vijfduizend euro... jemig.

 

Na de lunch genieten we van een kopje koffie in Hotel Le Saint Paul. Het uitzicht is adembenemend: wijngaarden en zonnebloemvelden strekken zich als een lappendeken uit over de vlakte, zo hier en daar onderbroken door kleine, typisch Franse boerderijtjes. Het is vandaag zo’n heldere dag dat we aan de horizon zelfs de zee kunnen zien. Christian onderbreekt mijn dagdromerij.

‘Je vroeg waarom ik je haar vlecht,’ zegt hij. Zijn toon stelt me op scherp. Hij kijkt... schuldig.

‘Ja.’ O, shit.

‘De heroïnehoer liet me wel eens spelen met haar haar, denk ik. Ik weet alleen niet of het een herinnering is of een droom.’

Whoa! Zijn biologische moeder.

Hij staart me aan met een ondoorgrondelijke blik. Mijn hart bonkt in mijn keel. Hoe moet ik reageren als hij me dit soort dingen vertelt?

‘Ik vind het fijn als je met mijn haar speelt,’ zeg ik aarzelend.

Onzeker kijkt hij me aan. ‘Is dat zo?’

‘Ja.’ Het is de waarheid. Ik pak zijn hand vast. ‘Ik denk dat je van je biologische moeder hield, Christian.’ Hij spert zijn ogen open en kijkt me bewegingloos aan; hij zegt niets.

Holy shit. Ben ik te ver gegaan? Zeg iets, Vijftig – alsjeblieft. Maar hij blijft stil, kijkt uitdrukkingloos voor zich uit terwijl de stilte tussen ons voelbaar is. Hij ziet er verloren uit.

Hij kijkt naar mijn hand die op de zijne ligt, en fronst.

‘Zeg eens wat,’ fluister ik, de stilte wordt me te machtig.

Hij schudt zijn hoofd en ademt diep in.

‘Laten we gaan.’ Hij laat mijn hand los en staat op, is duidelijk op zijn hoede. Heb ik zojuist een grens overschreden? Ik heb geen idee. Het lood zakt me in de schoenen, en ik weet niet of ik nou nog iets moet zeggen, of het onderwerp juist met rust moet laten. Ik besluit het laatste, en volg hem gedwee als hij het restaurant verlaat.

In het lieflijke straatje voor het hotel neemt hij mij bij de hand.

‘Waar wil je naartoe?’

Hij kan praten! En hij is niet boos op me – godzijdank. Ik zucht diep, opgelucht, en haal mijn schouders op. ‘Ik ben allang blij dat je weer tegen me praat.’

‘Je weet dat ik het er liever niet over heb. Het is voorbij. Klaar,’ zegt hij stilletjes.

Nee Christian, dat is het niet. Die gedachte stemt me verdrietig, en voor het eerst vraag ik me af of hij er ooit overheen komt. Hij zal altijd Vijftig Tinten zijn... mijn Vijftig Tinten. Zou ik willen dat hij verandert? Nee, niet echt – alleen in zoverre dat hij zich geliefd moet voelen. Terwijl ik naar hem op kijk, neem ik even de tijd om hem te bewonderen... hij is van mij. En het gaat echt niet alleen om zijn o-zo-mooie gezicht en heerlijke lichaam. Wat er achter die perfectie schuilgaat, dat is wat me zo aantrekt... zijn breekbare, beschadigde ziel.

Hij werpt me een half geamuseerde, half verwarde en totaal sexy blik toe, en slaat dan een arm om mijn schouder. We lopen naar de plek waar Philippe/Gaston de grote Mercedes heeft geparkeerd. Ik steek mijn hand in de achterzak van Christians broek, dankbaar dat hij niet boos op me is. Maar zeg nou zelf, welke vierjarige houdt niet van zijn moeder, hoe slecht ze het ook doet als ouder? Ik zucht eens diep, en druk mezelf nog wat steviger tegen hem aan. Ik ben me ervan bewust dat vlak achter ons de beveiligingsmannen ons in de gaten houden, en ik vraag me af of zij wel hebben gegeten.

Christian houdt stil bij een klein winkeltje waar sieraden worden verkocht, en kijkt dan eerst in de etalage en vervolgens naar mij. Hij pakt mijn vrije hand, en wrijft met zijn duim over de inmiddels wat vervaagde streep die de handboei heeft achtergelaten.

‘Het doet geen pijn,’ verzeker ik hem. Hij draait zich om zodat ik mijn andere hand uit zijn broekzak moet halen. Ook deze hand pakt hij in de zijne, en draait hem om mijn pols op eventuele littekens te controleren. Het platina Omega-horloge dat hij me gaf tijdens het ontbijt op onze eerste ochtend in Londen, bedekt de rode lijn. Ik smelt nog steeds bij de gedachte aan de inscriptie.

 

Anastasia

je bent mijn meer

mijn liefde, mijn leven

Christian

 

Ondanks alles, al zijn Vijftigheid, kan mijn echtgenoot zo romantisch zijn. Ik kijk naar de vage striemen op mijn pols. Daarentegen kan hij soms ook zo’n wildebras zijn. Hij laat mijn linkerhand los, en tilt mijn kin op om me aan te kijken met een bezorgde blik.

‘Het doet echt geen pijn,’ zeg ik nog eens. Hij brengt mijn hand naar zijn lippen en geeft een verzoenende kus op mijn pols.

‘Kom,’ zegt hij, en hij neemt me mee de winkel in.

 

‘Hier.’ Christian maakt de sluiting van de armband open die hij zojuist voor me heeft gekocht. Hij is schitterend, zo mooi gemaakt, met smalle, abstracte bloemen waarvan diamantjes het hart vormen. Hij doet hem om mijn pols. Hij is breed, lijkt een beetje op een handboei, en maskeert de rode striemen. En hij kost dertigduizend euro, denk ik, hoewel ik het gesprek met de verkoper, in het Frans, niet goed volg. Ik heb nog nooit zoiets duurs gedragen.

‘Zo, dat is beter,’ zegt hij tevreden.

‘Beter?’ fluister ik, starend in zijn bijna lichtgevende grijze ogen, en me volledig bewust van de jaloerse en afkeurende gelaatsuitdrukking van de verkoper.

‘Je weet wel waarom,’ zegt Christian onzeker.

‘Ik heb het niet nodig.’ Ik schud met mijn pols en de armband beweegt. De namiddagzon schijnt door de winkelruit, en veroorzaakt via de diamanten een schitterende regenboog op de muur in de winkel.

‘Ik wel,’ zegt hij oprecht.

Waarom? Waarom heeft hij dit nodig? Voelt hij zich schuldig? Waarover? De striemen? Zijn biologische moeder? Dat hij me niet in vertrouwen neemt? O, Vijftig toch.

‘Nee, Christian, dat is niet waar. Je hebt me al zoveel gegeven. Een magische huwelijksreis, Londen, Parijs, de Côte d’Azur... en jou. Ik ben zo’n gelukkig meisje,’ fluister ik, en de blik in zijn ogen wordt zachter.

‘Nee, Anastasia. Ik ben een gelukkig man.’

‘Dankjewel.’ Ik ga op mijn tenen staan, sla mijn armen om hem heen en geef hem een kus... niet vanwege de armband, maar omdat hij van mij is.

 

Eenmaal terug in de auto is hij nogal in zichzelf gekeerd, en staart uit het raam naar de felgekleurde zonnebloemen, die hun kopjes naar de zon buigen. Een van de tweeling – ik denk Gaston – rijdt, en Taylor zit op de stoel naast hem. Christian zit ergens over te piekeren. Ik geef een zacht kneepje in zijn hand. Hij kijkt me even aan, en laat dan mijn hand los om mijn knie te strelen. Ik heb een korte, blauw met witte rok aan, en een blauw, mouwloos blouseje. Christian aarzelt, en ik weet niet waar zijn hand naartoe gaat: langs mijn dij omhoog, of langs mijn been naar beneden. Ik voel een verwachtingsvolle spanning door de zachte aanraking van zijn vingers, en mijn adem stokt. Wat is hij van plan? Hij kiest voor de weg naar beneden, en grijpt dan opeens mijn enkel om vervolgens mijn voet op zijn schoot te leggen. Ik draai iets met mijn rug, zodat ik hem kan aankijken.

‘Die andere wil ik ook hebben.’

Ik werp een nerveuze blik op Taylor en Gaston, die strak voor zich uit kijken, en zet mijn andere voet ook bij hem op schoot. Zijn ogen koelen af, en hij buigt opzij om op een knopje in zijn portier te drukken. Voor ons komt uit een paneel een licht getint privacyscherm tevoorschijn, en tien seconden later hebben we het rijk alleen. Wauw... nu snap ik waarom deze auto zo veel beenruimte heeft.

‘Ik wil naar je enkels kijken,’ licht Christian met zachte stem toe. Zijn ogen stralen ongerustheid uit. De striemen van de handboeien? Jemig... ik dacht dat we dat achter ons hadden gelaten. Als er nog wat van te zien zou zijn, wordt het gemaskeerd door de bandjes van mijn schoenen. Ik kan me ook niet herinneren vanmorgen iets op mijn enkels te hebben gezien. Voorzichtig friemelt hij aan het bandje van mijn rechterschoen; het kietelt en ik wiegel. Er speelt een lachje om zijn lippen, en dan trekt hij mijn rechterschoen uit. Als hij de donkerrode striemen ziet, sterft zijn lach weg.

‘Het doet geen pijn,’ zeg ik. Verdrietig kijkt hij me aan, zijn mond is niet meer dan een dun streepje. Hij knikt bij wijze van bevestiging, terwijl ik mijn schoen van mijn voet af schud en deze op de grond valt, maar ik weet dat ik hem kwijt ben. Hij is weer in gedachten verzonken, onderwijl mechanisch mijn voet masserend.

‘Hey, wat had je dan verwacht?’ vraag ik zacht. Hij kijkt me aan, en haalt zijn schouders op.

‘Ik had niet verwacht dat ik me zo zou voelen bij het zien van deze striemen,’ zegt hij.

O! Het ene moment zo terughoudend, en het volgende zo open. Dit is zo... Vijftig! Onmogelijk om bij te houden.

‘Hoe voel je je eigenlijk?’

Geschrokken kijkt hij me aan. ‘Onaangenaam,’ zegt hij.

O, nee. Ik maak mijn gordel los en schuif dichter naar hem toe, mijn voeten liggen nog steeds op zijn schoot. Ik wil helemaal bij hem op schoot kruipen en hem vasthouden, en dat zou ik ook zeker doen als alleen Taylor voorin zou zitten. Maar de aanwezigheid van Gaston houdt me tegen. Was het maar wat donkerder. Ik pak zijn beide handen.

‘De zuigzoenen vind ik niks,’ fluister ik. ‘Al het andere... dat je hebt gedaan’ – zeg ik nog zachter – ‘met de handboeien en zo, dat vond ik fijn. Meer dan fijn zelfs. Het was fe-no-me-naal. Dat mag je gerust nog eens doen.’

Hij schuift heen en weer op de achterbank. ‘Fenomenaal?’ Mijn innerlijke godin kijkt verbaasd op van haar Boeketreeks.

‘Ja.’ Ik straal. Ik duw mijn tenen in zijn kruis, waar duidelijk iets groeit, en ik zie dat hij diep inademt met zijn mond open.

‘U zou toch echt uw gordel moeten dragen, mevrouw Grey.’ Zijn stem is laag, en ik duw nog wat harder met mijn tenen. Hij ademt in en zijn ogen worden donkerder, hij grijpt mijn enkels als waarschuwing. Wil hij dat ik ophoud? Dat ik doorga? Hij stopt even, fronst, en vist dan zijn altijd aanwezige BlackBerry uit zijn broekzak om een inkomend gesprek te beantwoorden. Hij kijkt op zijn horloge, en fronst dieper.

‘Barney,’ snauwt hij.

Shit. We worden weer gestoord door zijn werk. Ik probeer mijn voeten terug te trekken, maar hij houdt ze stevig op hun plek.

‘In de serverruimte?’ vraagt hij vol ongeloof. ‘Is het sprinklersysteem ingeschakeld?’

Brand! Ik trek mijn voeten terug, en deze keer houdt hij me niet tegen. Ik ga weer rechtop zitten, doe mijn gordel om, en frunnik nerveus aan de armband van dertigduizend euro. Christian drukt nog eens op het knopje in zijn deur, en de glazen scheidingswand gaat naar beneden.

‘Zijn er gewonden? Schade? Oké... Wanneer?’ Christian kijkt nog eens op zijn horloge, en strijkt dan met zijn vingers door zijn haar.

‘Nee. Geen brandweer of politie. Nog niet, tenminste.’

Holy shit! Brand? In Christians kantoor? Ik gaap hem aan, mijn hersenen draaien overuren. Taylor gaat verzitten, zodat hij het gesprek van Christian kan volgen.

‘Heeft hij dat gedaan? Mooi... Oké. Ik wil een uitgebreid schaderapport. En een lijst van iedereen die de afgelopen vijf dagen binnen is geweest, inclusief het schoonmaakpersoneel... Probeer Andrea te bereiken en laat haar me bellen... Ja, het lijkt erop dat de argon minstens zo effectief is, zijn gewicht in goud waard.’

Schaderapportage? Argon? Ergens in de krochten van mijn hersenen komt me dat bekend voor – een scheikundig element, volgens mij.

‘Ik weet dat het vroeg is... Stuur me over twee uur een e-mail... Nee, ik moet het weten. Bedankt voor het bellen.’ Christian verbreekt de verbinding, en toetst onmiddellijk een nummer in.

‘Welch... Goed... Wanneer?’ Christian kijkt weer op zijn horloge. ‘Een uur dus... Ja... 24/7 in de dataopslag... goed.’ En dan is het gesprek ten einde.

‘Philippe, over een uur wil ik aan boord zijn.’

Monsieur.’

Shit, het is Philippe, niet Gaston. De auto schiet vooruit.

Christian kijkt me aan, ik kan niets opmaken uit zijn blik.

‘Is er iemand gewond geraakt?’ vraag ik stilletjes.

Christian schudt zijn hoofd. ‘Er is vrijwel geen schade.’ Hij leunt naar me toe, en knijpt geruststellend in mijn hand. ‘Maak je geen zorgen. Mijn mensen zitten erbovenop.’ En daar is hij weer, de directeur, de opperbevelhebber, helemaal in control, totaal niet van zijn stuk te brengen.

‘Waar was de brand?’

‘Serverruimte.’

‘Grey House?’

‘Ja.’

Zijn antwoorden zijn kort en bondig, een teken dat hij het er niet over wil hebben.

‘Waarom is er zo weinig schade?’

‘De serverruimte is uitgerust met een hypermodern sprinklersysteem.’

Uiteraard.

‘Ana, alsjeblieft... Maak je geen zorgen.’

‘Doe ik ook niet,’ lieg ik.

‘We weten niet zeker of het brandstichting was,’ zegt hij, daarmee mijn grootste angst benoemend. Ik grijp met mijn hand naar mijn keel. Eerst Charlie Tango, en nu dit weer?

Wat staat ons nog te wachten?