Eenentwintig

 

 

Ik staar naar de sms en kijk vervolgens naar de slapende gestalte van mijn man. Hij is tot halftwee vannacht gaan drinken – met háár! Hij snurkt zachtjes en slaapt de slaap van een ogenschijnlijk onschuldige dronkenlap die van geen kwaad weet. Hij ziet er zo sereen uit.

O nee, nee, nee. Mijn benen worden drilpudding en ik zak langzaam op de stoel naast het bed, vol ongeloof. Rauw, bitter, vernederend verraad doorboort me. Hoe kon hij? Hoe kon hij nou naar haar toe gaan? Brandende, boze tranen rollen over mijn wangen. Zijn woede en angst, zijn behoefte om naar me uit te halen kan ik begrijpen en vergeven – al is het maar net. Maar dit... dit verraad is te veel. Ik trek mijn knieën op tegen mijn borst en sla mijn armen eromheen, ter bescherming van mezelf en mijn Kleine Propje. Ik schommel heen en weer en huil zachtjes.

Wat had ik moeten verwachten? Ik ben te snel met deze man getrouwd. Ik wist het – ik wist dat het zo ver zou komen. Waarom. Waarom. Waarom? Hoe kon hij me dit aandoen? Hij weet hoe ik over die vrouw denk. Hoe kon hij naar haar toe gaan? Hoe? Het mes draait langzaam en pijnlijk rond, diep in mijn hart en verscheurt me. Zal het altijd zo blijven?

Door mijn tranen heen is zijn liggende silhouet vaag en schemerig. O, Christian. Ik ben met hem getrouwd omdat ik van hem hou en diep vanbinnen weet ik dat hij van mij houdt. Ik weet het zeker. Ik moet denken aan zijn pijnlijk lieve verjaardagscadeau.

Voor al onze primeurs op je eerste verjaardag als mijn geliefde vrouw. Ik hou van je. C x

Nee, nee, nee – ik wil niet geloven dat het altijd zo blijft: twee stappen vooruit en drie stappen achteruit. Maar zo is het wel altijd geweest met hem. Na elke terugval komen we centimeter voor centimeter vooruit. Hij trekt wel bij... echt. Maar doe ik dat ook? Zal ik hiervan herstellen... van dit verraad? Ik denk aan hoe hij is geweest dit afgelopen, vreselijke, fijne weekend. Zijn rustige kracht terwijl mijn stiefvader met letsel en in coma op de intensive care lag... mijn surpriseparty, waarvoor hij mijn familie en vrienden samenbracht... dat hij me voor het Heathman achteroverboog en kuste en plein public. O, Christian, je legt druk op al mijn vertrouwen, al mijn geloof... en ik hou van je.

Maar het gaat nu niet meer alleen om mij. Ik leg mijn hand op mijn buik. Nee, ik laat hem dit mij en ons Propje niet aandoen. Dr. Flynn zei dat ik hem het voordeel van de twijfel moest geven. Nou, deze keer niet. Ik wrijf de tranen uit mijn ogen en veeg mijn neus af met de achterkant van mijn hand.

Christian beweegt en rolt om, terwijl hij zijn benen vanaf de zijkant van het bed optrekt en zich opkrult onder het dekbed. Hij strekt een hand uit alsof hij iets zoekt, gromt en fronst dan, maar valt weer in slaap met zijn arm uitgestrekt.

O, Vijftig. Wat moet ik nou met je? En wat was je verdomme aan het doen met de Takketrol? Ik moet het weten.

Ik kijk nog een keer naar die vreselijke sms en bedenk snel een plan. Ik adem diep in en stuur de sms door naar mijn BlackBerry. Stap één voltooid. Ik bekijk snel de andere recente sms’jes, maar zie alleen berichten van Elliot, Andrea, Taylor, Ros en mij. Geen van Elena. Goed zo, denk ik. Ik verlaat het berichtenscherm, opgelucht dat hij haar niet vaker heeft ge-sms’t en mijn hart klopt in mijn keel. O hemel. De achtergrond op zijn telefoon is foto na foto van mij, een lappendeken van kleine Anastasia’s in verschillende poses – onze huwelijksreis, ons recente zeilweekend en ook een aantal van Josés foto’s. Wanneer heeft hij dat gedaan? Dat moet pasgeleden zijn geweest.

Ik zie zijn e-mailicoontje en er kruipt een verleidelijk idee mijn hoofd binnen... Ik zou Christians e-mails kunnen lezen. Kijken of hij met haar heeft gesproken. Zal ik dat doen? Mijn innerlijke godin, gehuld in jadegroene zijde, knikt meelevend en haar mond staat nors. Voordat ik mijzelf kan tegenhouden, schend ik zijn privacy.

Er zijn werkelijk honderden e-mails. Ik blader erdoorheen en ze zien er allemaal oersaai uit... de meeste van Ros, Andrea en mij en verschillende managers van zijn bedrijf. Geen enkele van Takketrol. Terwijl ik dat doe, ben ik opgelucht om te zien dat er ook geen berichten van Leila zijn.

Mijn oog valt op één e-mailbericht. Dat is van Barney Sullivan, Christians IT-man en in het onderwerp staat: Jack Hyde. Ik kijk schuldig naar Christian, maar hij ligt nog zacht te snurken. Ik heb hem nog nooit horen snurken. Ik open het e-mailbericht.

 


Van: Barney Sullivan

Onderwerp: Jack Hyde

Datum: 13 september 2011 14:09

Aan: Christian Grey

 

Cameratoezicht in Seattle ziet de witte bestelwagen vanuit South Irving Street. Daarvóór kan ik geen sporen vinden, dus Hyde moet in die buurt hebben gezeten.

Zoals Welch je heeft verteld, was de onbekende auto gehuurd met een vals rijbewijs door een onbekende vrouw, maar er is niets wat dit koppelt aan de buurt van South Irving Street.

Gegevens werknemers van GEH en SIP van wie bekend is dat zij in die buurt wonen, zitten in het bijgevoegde bestand, dat ik ook naar Welch heb gestuurd.

 

Er stond niets op Hydes SIP-computer over zijn voormalige assistentes.

 

Ter herinnering is hier een lijst van wat er in Hydes SIP-computer is gevonden.

 

Huisadressen Grey:

Vijf eigendommen in Seattle

Twee eigendommen in Detroit

 

Uitgebreide cv’s voor:

Carrick Grey

Elliot Grey

Christian Grey

Dr. Grace Trevelyan

Anastasia Steele

Mia Grey

 

Kranten- en online-artikelen over:

Dr. Grace Trevelyan

Carrick Grey

Christian Grey

Elliot Grey

 

Foto’s:

Carrick Grey

Dr. Grace Trevelyan

Christian Grey

Elliot Grey

Mia Grey

 

Ik zet mijn onderzoek voort en kijk wat ik verder nog kan vinden.

 

Barney Sullivan

Hoofd IT, GEH

 

Dit vreemde e-mailbericht leidt me even af van mijn nacht vol ellende. Ik klik op de bijlage om de namen op de lijst te bekijken, maar die is blijkbaar erg groot, te groot om te openen op de BlackBerry.

Waar ben ik mee bezig? Het is laat. Ik heb een vermoeiende dag achter de rug. Er zijn geen e-mailberichten van de Takketrol of Leila Williams en daar put ik enige troost uit. Ik kijk snel op de wekker: het is iets na twee uur ’s nachts. Vandaag was een dag vol openbaringen. Ik word moeder en mijn man heeft geheuld met de vijand. Nou, laat hem maar in zijn sop gaarkoken. Ik ga niet hier bij hem slapen. Hij mag morgen alleen wakker worden. Nadat ik zijn BlackBerry op het nachtkastje heb gelegd, pak ik mijn tas van naast het bed en na één laatste blik op mijn engelachtige, slapende judas ga ik de slaapkamer uit.

De reservesleutel van de speelkamer hangt op de gebruikelijke plaats in het kastje in de bijkeuken. Ik pak hem en ga snel naar boven. Uit de linnenkast pak ik een kussen, dekbed en laken. Daarna maak ik de speelkamer open en ga er naar binnen. Ik dim het licht. Gek dat ik de geur en sfeer van deze kamer zo geruststellend vind, aangezien ik de laatste keer dat we hier waren een stopwoord heb gebruikt. Ik doe de deur achter me op slot en laat de sleutel in het slot zitten. Ik weet dat Christian morgenochtend als een bezetene naar me zal zoeken en ik denk niet dat hij hier zal kijken als de deur op slot zit. Net goed voor hem.

Ik krul op op de Chesterfield-bank, wikkel mezelf in het dekbed en haal mijn BlackBerry uit mijn tas. Ik bekijk mijn sms’jes en vind het bericht van de kwade Takketrol dat ik vanaf Christians telefoon heb doorgestuurd. Ik druk op ‘doorsturen’ en typ:

 

*Zou je het fijn vinden als mevrouw Lincoln erbij is als we dit sms-bericht bespreken dat ze je heeft gestuurd? Dan hoef je daarna niet meer naar haar toe te rennen. Je echtgenote*

 

Ik druk op verzenden en zet het volume op stil. Ik kruip ineen onder mijn dekbed. Ondanks al mijn bravoure ben ik overweldigd door de enorme omvang van Christians bedrog. Dit zou een fijne tijd moeten zijn. Jemig, we worden ouders. Even beleef ik opnieuw het moment dat ik Christian vertel dat ik zwanger ben en fantaseer ik dat hij van vreugde voor me op zijn knieën valt, me in zijn armen trekt en me vertelt hoeveel hij van mij en ons Kleine Propje houdt.

Maar hier ben ik: alleen en koud in een BDSM-fantasiespeelkamer. Opeens voel ik me oud, ouder dan ik ben. Het opnemen tegen Christian is altijd al een uitdaging geweest, maar deze keer heeft hij zichzelf echt overtroffen. Hoe haalt hij het in zijn hoofd? Nou, als hij ruzie wil, kan hij ruzie van me krijgen. Ik laat hem echt niet wegkomen met het feit dat hij elke keer dat wij een probleem hebben naar die monsterlijke vrouw rent. Hij zal moeten kiezen: zij of ik en ons Kleine Propje. Ik snik zachtjes, maar omdat ik zo uitgeput ben, val ik al snel in slaap.

 

Ik word met een schok wakker en ben even gedesoriënteerd... O ja, ik ben in de speelkamer. Omdat er geen ramen zijn, heb ik geen idee hoe laat het is. De deurklink rammelt.

‘Ana!’ schreeuwt Christian aan de andere kant van de deur. Ik verstijf, maar hij komt niet binnen. Ik hoor gedempte stemmen, maar ze gaan weer weg. Ik adem uit en kijk op mijn BlackBerry hoe laat het is. Het is tien voor acht en ik heb vier gemiste oproepen en twee voicemailberichten. De meeste gemiste oproepen zijn van Christian, maar er is er ook een van Kate. O, nee. Hij moet haar hebben gebeld. Ik heb geen tijd om ernaar te luisteren. Ik wil niet te laat komen op mijn werk.

Ik wikkel het dekbed om me heen en pak mijn tas op voordat ik naar de deur loop. Ik doe hem langzaam van het slot en kijk naar buiten. Niemand te zien. O, shit. Misschien is dit een beetje melodramatisch. Ik rol met mijn ogen naar mezelf, haal diep adem en ga naar beneden.

Taylor, Sawyer, Ryan, mevrouw Jones en Christian staan allemaal bij de ingang van de grote kamer en Christian geeft vliegensvlugge instructies. Ze draaien zich allemaal als één geheel om en staren me aan. Christian draagt nog steeds de kleding waar hij gisteravond in heeft geslapen. Hij ziet er slordig, bleek en adembenemend mooi uit. Zijn grote grijze ogen zijn wijd opengesperd en ik weet niet of hij bang of boos is. Dat is moeilijk te zeggen.

‘Sawyer, ik ben over twintig minuten klaar voor vertrek,’ zeg ik, terwijl ik het dekbed beschermend dichter om me heen trek.

Hij knikt en alle ogen richten zich op Christian die me nog steeds strak aanstaart.

‘Wilt u ontbijten, mevrouw Grey?’ vraagt mevrouw Jones. Ik schud mijn hoofd.

‘Ik heb geen honger, dank u.’ Ze tuit haar lippen, maar zegt niets.

‘Waar was je?’ vraagt Christian met lage en schorre stem. Opeens verspreiden Sawyer, Taylor, Ryan en mevrouw Jones zich en haasten zich naar Taylors kantoor, de hal en de keuken, als bange ratten op een zinkend schip.

Ik negeer Christian en loop naar onze slaapkamer.

‘Ana,’ roept hij me na, ‘geef antwoord.’ Ik hoor zijn voetstappen achter me wanneer ik de slaapkamer in loop en doorloop naar de badkamer. Ik doe snel de deur op slot.

‘Ana!’ Christian bonst op de deur. Ik zet de douche aan. De deur rammelt. ‘Ana, doe verdomme de deur open.’

‘Ga weg!’

‘Ik ga nergens heen.’

‘Wat jij wil.’

‘Ana, alsjeblieft.’

Ik stap de douche in en sluit hem effectief buiten. O, het is warm. Het helende water stroomt over me heen en wast de vermoeidheid van de nacht van mijn huid. O hemel. Dit voelt zo fijn. Eventjes, één klein moment, kan ik net doen alsof alles goed is. Ik was mijn haar en tegen de tijd dat ik klaar ben, voel ik me beter, sterker en klaar om stoomwals Christian Grey het hoofd te bieden. Ik wikkel mijn haar in een handdoek, droog mezelf snel af met een andere handdoek en sla die om me heen.

Ik doe de deur van het slot en open hem. Ik zie Christian tegen de muur ertegenover leunen met zijn handen op zijn rug. Zijn gezichtsuitdrukking is behoedzaam, als van een opgejaagd roofdier. Ik loop langs hem en ga de inloopkast in.

‘Ben je me aan het negeren?’ vraagt Christian ongelovig, terwijl hij op de drempel van de kast staat.

‘Dat heb je snel door, grote jongen.’ zeg ik afwezig, terwijl ik iets zoek om aan te trekken. O ja – mijn pruimkleurige jurk. Ik haal hem van de hanger, kies mijn hoge zwarte laarzen met naaldhakken en ga naar de slaapkamer. Ik stop even, zodat Christian opzij kan gaan, wat hij uiteindelijk doet – zijn innerlijke goede manieren nemen het over. Ik voel hoe zijn ogen mij doorboren wanneer ik naar mijn ladekast loop en ik gluur naar hem in de spiegel, terwijl hij bewegingloos in de deuropening staat en naar me kijkt. Met een Oscarwaardige beweging laat ik mijn handdoek op de vloer vallen en ik doe net alsof ik me niet bewust ben van mijn naakte lichaam. Ik hoor zijn ingehouden adem en negeer het.

‘Waarom doe je dit?’ vraagt hij. Zijn stem is laag.

‘Waarom denk je?’ Mijn stem is fluweelzacht terwijl ik een mooi La Perla-slipje van zwart kant uit de lade haal.

‘Ana...’ Hij stopt als ik het heupwiegend aantrek.

‘Ga maar aan die Mrs. Robinson van je vragen. Ik weet zeker dat zij wel een verklaring voor je heeft,’ zeg ik terwijl ik de bijpassende beha zoek.

‘Ana, ik heb je al eerder gezegd dat ze niet mijn...’

‘Ik wil het niet horen, Christian.’ Ik zwaai afwijzend met mijn hand. ‘Gisteren was de tijd om te praten, maar in plaats daarvan besloot jij te tieren en dronken te worden met de vrouw die je jarenlang heeft misbruikt. Bel haar maar. Ik weet zeker dat ze meer dan bereid is om nu naar je te luisteren.’ Ik vind de bijpassende beha en trek hem langzaam aan en maak hem vast. Christian loopt verder de slaapkamer in en legt zijn handen op zijn heupen.

‘Waarom zat je in mijn telefoon te snuffelen?’ zegt hij.

Ondanks mijn vastberadenheid krijg ik een kleur. ‘Daar gaat het niet om, Christian,’ val ik tegen hem uit. ‘Het feit is dat jij naar haar toe rent wanneer dingen moeilijk worden.’

Zijn mond vertrekt tot een onverbiddelijke streep. ‘Zo was het niet.’

‘Het kan me niet schelen.’ Ik pak een paar zwarte kousen met kant aan de bovenzijde en loop naar het bed. Ik ga zitten, strek mijn tenen uit en trek zachtjes het ragfijne materiaal tot over mijn dijbeen.

‘Waar was je?’ vraagt hij, terwijl zijn ogen mijn handen over mijn benen volgen, maar ik blijf hem negeren terwijl ik langzaam de andere kous omhoogrol. Ik ga staan en buig voorover om mijn haar te drogen met de handdoek. Door mijn gespreide benen heen zie ik zijn blote voeten en voel ik zijn intens starende blik. Als ik klaar ben, ga ik rechtop staan en loop terug naar de ladekast waar ik mijn föhn uit pak.

‘Geef antwoord.’ Christians stem is laag en schor.

Ik zet de föhn aan, zodat ik hem niet langer kan horen en bekijk hem door mijn wimpers in de spiegel terwijl ik mijn haar met mijn handen droog. Hij staart naar me met toegeknepen ogen die koel, zelfs kil zijn. Ik kijk weg en richt me op de taak waar ik mee bezig ben en probeer de huivering te onderdrukken die door me heen gaat. Ik slik hard en concentreer me op het drogen van mijn haar. Hij is nog steeds kwaad. Hij gaat uit met die vreselijke vrouw en dan is hij kwaad op mij? Hoe durft hij! Als mijn haar er wild en verward uitziet, stop ik. Ja... zo vind ik het leuk. Ik zet de haardroger uit.

‘Waar was je?’ fluistert hij op ijskoude toon.

‘Wat kan het jou nou schelen?’

‘Ana, hou hiermee op. Nu.’

Ik haal mijn schouders op en Christian loopt snel door de kamer naar me toe. Ik draai rond en stap achteruit wanneer hij zijn arm uitstrekt.

‘Raak me niet aan,’ sis ik en hij verstijft.

‘Waar was je?’ vraagt hij. Zijn handen ballen zich tot vuisten langs zijn zij.

‘Ik was niet op stap om dronken te worden met mijn ex,’ zeg ik ziedend. ‘Ben je met haar naar bed geweest?’

Zijn adem stokt. ‘Wat? Nee!’ Hij kijkt me aan en heeft de brutaliteit om er tegelijk gekwetst en kwaad uit te zien. Mijn onderbewustzijn slaakt een kleine, welkome zucht van verlichting.

‘Denk je dat ik jou zou bedriegen?’ De toon van zijn stem drukt morele verontwaardiging uit.

‘Dat heb je anders wel gedaan,’ grom ik. ‘Door ons privéleven tentoon te spreiden en je laffe hart uit te storten bij die vrouw.’

Zijn mond valt open. ‘Laf. Denk je dat?’ Zijn ogen schieten vuur.

‘Christian, ik heb de sms gezien. Dat is wat ik weet.’

‘Die sms was niet voor jou bestemd,’ gromt hij.

‘Toevallig heb ik die gezien toen je BlackBerry uit je jasje viel toen ik je uitkleedde omdat jij te dronken was om jezelf uit te kleden. Heb je enig idee hoezeer je me hebt gekwetst door naar die vrouw toe te gaan?’

Hij wordt even bleek, maar ik ben op dreef en mijn innerlijke kutwijf is losgelaten.

‘Herinner je je nog dat je gisteravond thuiskwam? Weet je nog wat je zei?’

Hij staart me wezenloos aan, zijn gezicht is als bevroren.

‘Nou, je had gelijk. Ik verkies inderdaad deze weerloze baby boven jou. Dat doet iedere liefhebbende ouder. Dat is wat jouw moeder voor jou had moeten doen. En het spijt me dat dat niet zo was – want als ze dat wel had gedaan, hadden wij nu dit gesprek niet gehad. Maar je bent nu volwassen – het is tijd dat je opgroeit en verdomme bij je positieven komt en stopt met je te gedragen als een irritante puber.

Misschien ben jij niet gelukkig met deze baby. Ik ben ook niet in extase gezien de timing en jouw minder-dan-lauwwarme welkom voor dit nieuwe leven, je eigen vlees en bloed. Maar je kunt dit samen met mij doen, of anders doe ik het alleen. De bal ligt bij jou.

Terwijl jij rondwentelt in zelfmedelijden en afkeer van jezelf, ga ik naar mijn werk. En als ik terugkom, verhuis ik mijn spullen naar de kamer boven.’

Hij knippert geschrokken met zijn ogen.

‘Als je me nu zou willen excuseren. Ik wil me graag verder aankleden.’ Ik adem luid.

Heel langzaam doet Christian een stapje terug en zijn houding verhardt. ‘Is dat wat je wilt?’ fluistert hij.

‘Ik weet niet meer wat ik wil.’ Mijn toon weerspiegelt de zijne en ik moet enorm hard mijn best doen om desinteresse te veinzen, terwijl ik nonchalant mijn vingers in mijn hydraterende crème steek en deze zachtjes op mijn gezicht smeer. Ik kijk naar mezelf in de spiegel. Opengesperde blauwe ogen, bleek gezicht, maar kleur op mijn wangen. Je doet het fantastisch. Niet terugkrabbelen. Niet terugkrabbelen.

‘Wil je mij dan niet?’ fluistert hij.

O – nee... o daar komt niks van in, Grey.

‘Ik ben er toch nog?’ zeg ik bits. Ik pak mijn mascara en breng er wat van aan op mijn rechteroog.

‘Heb je eraan gedacht om weg te gaan?’ Zijn woorden zijn amper hoorbaar.

‘Als iemands echtgenoot de voorkeur geeft aan het gezelschap van zijn ex-minnares is dat meestal geen goed teken.’ Ik doseer de verachting precies goed en ontwijk zijn vraag. Nu lipgloss. Ik tuit mijn glanzende lippen naar het spiegelbeeld. Blijf volhouden, Steele... eh – Grey. Jezus, ik weet mijn naam niet eens meer. Ik pak mijn laarzen op, loop terug naar het bed en trek ze snel aan tot over mijn knieën. Yep. Ik zie er sexy uit in alleen ondergoed en laarzen. Dat weet ik. Ik sta op en kijk hem emotieloos aan. Hij knijpt zijn ogen toe en die bewegen zich snel en hongerig over mijn lichaam.

‘Ik weet wel waar je mee bezig bent,’ zegt hij en zijn stem heeft een warme, verleidelijke klank.

‘Is dat zo?’ En mijn stem breekt. Nee, Ana... hou vol.

Hij slikt en doet een stap naar voren. Ik stap naar achteren en houd mijn handen op.

‘Waag het niet, Grey,’ fluister ik dreigend.

‘Je bent mijn vrouw,’ zegt hij zacht, dreigend.

‘Ik ben de zwangere vrouw die je gisteren in de steek hebt gelaten en als je me aanraakt, zet ik het op een gillen.’

Zijn wenkbrauwen schieten ongelovig omhoog. ‘Zou je gillen?’

‘Moord en brand.’ Ik knijp mijn ogen toe.

‘Niemand zou je horen,’ zegt hij met intense blik en even moet ik denken aan onze ochtend in Aspen. Nee. Nee. Nee.

‘Probeer je me bang te maken?’ zeg ik ademloos, terwijl ik met opzet probeer hem uit het lood te slaan.

Het werkt. Hij valt stil en slikt. ‘Dat was niet mijn bedoeling.’ Hij fronst.

Ik kan amper ademhalen. Als hij me aanraakt, bezwijk ik. Ik weet welke macht hij over me heeft en over mijn verraderlijke lichaam. Dat weet ik. Ik houd me vast aan mijn woede.

‘Ik heb wat gedronken met iemand met wie ik vroeger een nauwe band had. We hebben de lucht geklaard. Ik zal haar niet meer zien.’

‘Heb je haar opgezocht?’

‘Niet in eerste instantie. Ik wilde naar Flynn. Maar ik eindigde bij de salon.’

‘En je verwacht van mij dat ik geloof dat je haar nooit meer zult zien?’ Ik kan mijn woede niet beheersen als ik naar hem sis. ‘En wat gebeurt er als ik een volgende keer weer een denkbeeldige grens overschrijd? Dit is hetzelfde liedje als alle andere keren. Alsof we op het rad van Ixion zitten. Als ik het weer verknal, ren je dan weer naar haar terug?’

‘Ik zal haar niet meer zien,’ zegt hij met ijzige vastberadenheid. ‘Ze begrijpt eindelijk hoe ik me voel.’

Ik kijk hem met half toegeknepen ogen aan. ‘Wat houdt dat in?’

Hij gaat rechtop staan en haalt een hand door zijn haar, geïrriteerd, boos en zwijgzaam. Ik gooi het over een andere boeg.

‘Waarom kan je wel met haar praten en niet met mij?’

‘Ik was kwaad op je. Zoals ik nu ook ben.’

‘Je meent het!’ zeg ik bits. ‘Nou, ik ben nu kwaad op jou. Kwaad omdat je gisteren zo kil en harteloos was toen ik je nodig had. Kwaad omdat je zei dat ik met opzet zwanger ben geraakt, terwijl dat niet zo is. Kwaad omdat je me hebt bedrogen.’ Het lukt me om een snik te onderdrukken. Zijn mond valt geschrokken open en hij sluit even zijn ogen alsof ik hem heb geslagen. Ik slik. Rustig, Anastasia.

‘Ik had mijn injecties beter bij moeten houden. Maar ik heb het niet expres gedaan. Deze zwangerschap is ook voor mij een schok.’ Ik pauzeer en probeer enige beschaafdheid op te brengen. ‘Het is mogelijk dat de injectie niet heeft gewerkt.’

Hij kijkt me zwijgend aan.

‘Je hebt het gisteren echt goed verknald,’ fluister ik kokend van woede. ‘Ik heb de laatste paar weken veel te verwerken gehad.’

‘Jij hebt het drie of vier weken geleden echt verknald. Of wanneer je je injectie dan ook vergeten bent.’

‘Ja, stel je eens voor dat ik zo volmaakt was als jij!’

O, hou op, hou op, hou op. We staan elkaar kwaad aan te kijken.

‘Wat een fraai optreden, mevrouw Grey,’ fluistert hij.

‘Nou, ik ben blij dat ik zelfs als ik met jong ben geschopt nog vermakelijk ben.’

Hij kijkt me wezenloos aan. ‘Ik moet douchen,’ zegt hij.

‘En ik heb al genoeg spektakel geboden.’

‘Het is een prachtig spektakel,’ fluistert hij. Hij doet een stap naar voren en ik stap weer achteruit.

‘Niet.’

‘Ik vind het vreselijk dat ik je niet mag aanraken.’

‘Ironisch, nietwaar?’

Zijn ogen knijpen zich weer tot spleetjes. ‘We zijn niet veel verder gekomen, of wel?’

‘Volgens mij niet. Behalve dat ik uit deze slaapkamer verhuis.’

Zijn ogen vlammen op en worden even groter. ‘Ze betekent niets voor me.’

‘Behalve als je haar nodig hebt.’

‘Ik heb haar niet nodig. Ik heb jou nodig.’

‘Gisteren anders niet. Die vrouw is een harde grens voor mij, Christian.’

‘Ze is uit mijn leven verdwenen.’

‘Ik zou willen dat ik je kon geloven.’

‘In godsnaam, Ana.’

‘Laat me me alsjeblieft aankleden.’

Hij zucht en haalt nogmaals een hand door zijn haar. ‘Ik zie je vanavond,’ zegt hij. Zijn stem is somber en zonder gevoel. En heel even wil ik hem in mijn armen nemen en troosten... maar ik weersta dat, omdat ik gewoon te kwaad ben. Hij draait zich om en gaat naar de badkamer. Ik sta als bevroren totdat ik de deur hoor dichtgaan.

Ik strompel naar het bed en plof erop neer. Mijn innerlijke godin en mijn onderbewustzijn geven me allebei een staande ovatie. Ik heb niet mijn toevlucht genomen tot tranen, schreeuwen of moord en ik ben ook niet bezweken voor zijn sekspertise. Ik verdien een eremedaille, maar ik voel me erg terneergeslagen. Shit. We zijn geen steek opgeschoten. We staan aan de rand van een afgrond. Staat ons huwelijk nu op het spel? Waarom kan hij niet inzien wat een enorme hufter hij was door naar die vrouw toe te rennen? En wat betekent het als hij zegt dat hij haar nooit meer zal zien? Hoe kan ik dat in hemelsnaam geloven? Ik kijk naar de wekkerradio – halfnegen. Shit! Ik wil niet te laat komen. Ik haal diep adem.

‘Ronde twee was een patstelling, Klein Propje,’ fluister ik terwijl ik op mijn buik klop. ‘Papa kan een verloren zaak zijn, maar ik hoop het niet. Waarom, waarom toch, ben je zo vroeg gekomen, Klein Propje? Het ging allemaal net zo goed.’ Mijn lip trilt, maar ik adem een diepe teug zuiverende lucht in en breng mijn gierende emoties onder controle.

‘Kom op. Laten we even lekker vlammen op het werk.’

 

Ik zeg Christian geen gedag. Hij staat nog onder de douche als Sawyer en ik weggaan. Wanneer ik door de verduisterde ruiten van de MPV staar, verlies ik mijn zelfbeheersing en komen de tranen in mijn ogen. Mijn stemming wordt weerspiegeld in de grijze, sombere lucht en ik krijg een raar, akelig voorgevoel. We hebben het niet gehad over de baby. Ik heb minder dan vierentwintig uur de tijd gehad om te wennen aan het nieuws van Klein Propje. Christian heeft nog minder tijd gehad. ‘Hij weet niet eens hoe je heet.’ Ik aai over mijn buik en veeg tranen van mijn gezicht.

‘Mevrouw Grey.’ Sawyer onderbreekt mijn dagdroom. ‘We zijn er.’

‘O. Dank je, Sawyer.’

‘Ik ga even naar de delicatessenwinkel, mevrouw. Kan ik iets voor u halen?’

‘Nee. Dank je, nee. Ik heb geen trek.’

 

Hannah heeft mijn koffie verkeerd al voor me klaargezet. Ik ruik er één keer aan en mijn maag draait zich om.

‘Eh... mag ik thee, alsjeblieft?’ stamel ik, gegeneerd. Ik wist dat er een reden was waarom ik nooit echt van koffie heb gehouden. Gatver, het ruikt gewoon smerig.

‘Gaat het, Ana?’

Ik knik en snel de veiligheid van mijn kantoor in. Mijn BlackBerry zoemt. Het is Kate.

‘Waarom zocht Christian je?’ vraagt ze zonder enige inleiding.

‘Goedemorgen, Kate. Hoe gaat het met je?’

‘Draai er niet omheen, Steele. Wat is er aan de hand?’ De Inquisitie van Katherine Kavanagh begint.

‘Christian en ik hebben ruzie gehad, meer niet.’

‘Heeft hij je pijn gedaan?’

Ik rol met mijn ogen. ‘Ja, maar niet op de manier die jij denkt.’ Ik kan Kate nu even niet hebben. Ik weet dat ik ga huilen en ik ben nu juist zo trots op mijzelf dat ik vanochtend niet ben ingestort. ‘Kate, ik heb een vergadering. Ik bel je wel terug.’

‘Oké. Gaat het met je?’

‘Ja.’ Nee. ‘Ik bel je later, oké?’

‘Oké, Ana, wat jij wilt. Ik ben er voor je als je me nodig hebt.’

‘Dat weet ik,’ fluister ik en ik vecht tegen de stroom emoties bij haar vriendelijke woorden. Ik ga niet huilen. Ik ga niet huilen.

‘Is Ray in orde?’

‘Ja,’ ik fluister het woord.

‘O, Ana,’ fluistert ze.

‘Stop.’

‘Oké. Ik spreek je later.’

‘Ja.’

 

In de loop van de ochtend bekijk ik af en toe mijn e-mail in de hoop op nieuws van Christian. Maar er is niets. Naarmate de dag verstrijkt, besef ik dat hij helemaal geen contact met me op zal nemen en dat hij nog steeds kwaad is. Nou, ik ben ook nog steeds kwaad. Ik stort mezelf op mijn werk en pauzeer alleen tijdens de lunch voor een bagel met roomkaas en zalm. Het is ongelooflijk hoeveel beter ik me voel als ik iets heb gegeten.

Om vijf uur gaan Sawyer en ik op weg naar het ziekenhuis, naar Ray. Sawyer is extra waakzaam en zelfs overbezorgd. Dat is irritant. Als we naar Rays kamer lopen, blijft hij om me heen draaien.

‘Zal ik wat thee halen als u bij uw vader bent?’ vraagt hij.

‘Nee, dank je, Sawyer. Het is wel goed.’

‘Ik wacht buiten.’ Hij opent de deur voor me en ik ben blij dat ik even bij hem weg kan. Ray zit rechtop in bed en leest een tijdschrift. Hij is geschoren en draagt een pyjamajasje – hij lijkt weer de oude.

‘Hoi, Annie.’ Hij grijnst. En zijn gezicht betrekt.

‘O, papa...’ Ik ren naar hem toe en met een erg ongewoon gebaar opent hij wijd zijn armen en knuffelt me.

‘Annie?’ fluistert hij. ‘Wat is er?’ Hij houdt me stevig vast en kust mijn haar. Terwijl ik in zijn armen lig, besef ik hoe zeldzaam deze momenten tussen ons zijn geweest. Waarom eigenlijk? Is dat de reden dat ik graag bij Christian op schoot kruip? Even later maak ik me van hem los en ga in de stoel naast het bed zitten. Rays wenkbrauwen vertonen een bezorgde frons.

‘Vertel het maar aan je vader.’

Ik schud mijn hoofd. Hij heeft mijn problemen nu niet nodig.

‘Er is niets, pap. Je ziet er goed uit.’ Ik pak zijn hand.

‘Ik voel me weer mezelf, hoewel dit been in het gips de boel iets te veel opleukt.’

‘Opleukt?’ Zijn woord maakt me aan het lachen.

Hij glimlacht terug. ‘Opleukt klinkt beter dan jeukt.’

‘O, pap, ik ben zo blij dat het goed met je gaat.’

‘Ik ook, Annie. Ik zou ooit graag wat kleinkinderen paardje laten rijden op deze opgeleukte knie. Dat zou ik voor geen goud willen missen.’

Ik kijk hem met half toegeknepen ogen aan. Shit. Weet hij het? En ik vecht tegen de tranen die in mijn ooghoeken prikken.

‘Gaat het goed met jou en Christian?’

‘We hebben ruzie gehad,’ fluister ik, terwijl ik probeer langs de knoop in mijn keel te praten. ‘We komen er wel uit.’

Hij knikt. ‘Hij is een goede man, je echtgenoot,’ zegt Ray geruststellend.

‘Hij heeft zo zijn momenten. Wat zeiden de artsen?’ Ik wil het nu niet over mijn man hebben. Dat is een pijnlijk gespreksonderwerp.

 

Als ik terugkom in Escala, is Christian niet thuis.

‘Christian heeft gebeld en zei dat hij tot laat moest werken,’ informeert mevrouw Jones me verontschuldigend.

‘O. Bedankt voor het doorgeven.’ Waarom kon hij het mij niet zeggen? Jemig, hij geeft zijn gemok werkelijk een geheel nieuwe dimensie. Ik moet even terugdenken aan de ruzie over onze huwelijksgeloften en de woede-uitbarsting die hij toen had. Maar ik ben hier de gekwetste partij.

‘Wat zou je willen eten?’ Mevrouw Jones heeft een vastberaden, onbuigzame glans in haar ogen.

‘Pasta.’

Ze glimlacht. ‘Spaghetti, penne, fusilli?’

‘Spaghetti, jouw bolognese.’

‘Komt eraan. En Ana... je moet weten dat meneer Grey vanochtend erg over zijn toeren was toen hij dacht dat je weg was. Hij was buiten zichzelf.’ Ze glimlacht lief.

O...

 

Tegen negen uur is hij nog steeds niet thuis. Ik zit aan mijn bureau in de bibliotheek en vraag me af waar hij is. Ik bel hem.

‘Ana,’ zegt hij koeltjes.

‘Hoi.’

Hij ademt zacht in. ‘Ana,’ zegt hij met lagere stem.

‘Kom je naar huis?’

‘Later.’

‘Ben je op kantoor?’

‘Ja. Waar dacht je dan dat ik was?’

Bij haar. ‘Ik laat je met rust.’

We blijven allebei aan de lijn hangen en de stilte strekt zich gespannen tussen ons uit.

‘Dag, Ana,’ zegt hij uiteindelijk.

‘Dag, Christian.’

Hij hangt op.

O shit. Ik staar naar mijn BlackBerry. Ik weet niet wat hij van me verwacht. Ik laat hem niet over me heen lopen. Ja, hij is kwaad. Dat mag. Ik ben kwaad. Maar we zijn waar we zijn. Ik ben niet loslippig naar mijn pedofiele ex-minnaar gerend. Ik wil dat hij erkent dat dat geen aanvaardbaar gedrag is.

Ik leun achterover in mijn stoel en kijk naar de biljarttafel in de bibliotheek en denk aan leuke momenten dat we snooker speelden. Ik leg mijn hand op mijn buik. Misschien is het nog te vroeg. Misschien had dit niet zo moeten zijn... En wanneer ik dat denk, schreeuwt mijn onderbewustzijn nee! Als ik deze zwangerschap beëindig, vergeef ik het mezelf nooit – of Christian. ‘O, Propje, wat heb je ons aangedaan?’ Ik kan het niet aan om met Kate te praten. Ik kan het niet aan om met wie dan ook te praten. Ik sms haar en beloof snel te bellen.

Tegen elf uur kan ik mijn ogen niet langer openhouden. Berustend ga ik naar boven naar mijn oude kamer. Ik krul op onder het dekbed en laat mezelf eindelijk gaan. Ik snik in mijn kussen, grote, opzwellende, ondamesachtige snikken van verdriet...

 

Mijn hoofd voelt zwaar als ik wakker word. Helder najaarslicht schijnt door de grote ramen van mijn kamer. Ik kijk op mijn wekker en zie dat het halfacht is. Mijn eerste gedachte is waar is Christian? Ik ga zitten en zwaai mijn benen over de rand van het bed. Op de vloer naast het bed ligt Christians zilvergrijze das, mijn favoriet. Die lag er nog niet toen ik gisteravond naar bed ging. Ik pak hem op en staar ernaar, terwijl ik het zijdeachtige materiaal aai tussen mijn duimen en wijsvingers. Daarna leg ik hem liefdevol tegen mijn wang aan. Hij was hier en heeft gekeken hoe ik sliep. En diep vanbinnen glinstert er een sprankje hoop.

 

Mevrouw Jones is druk bezig in de keuken als ik beneden kom.

‘Goedemorgen,’ zegt ze opgewekt.

‘Morgen. Christian?’ vraag ik.

Haar gezicht betrekt. ‘Hij is al weg.’

‘Hij is dus wel thuisgekomen?’ Ik moet het weten, ook al heb ik zijn das als bewijs.

‘Ja,’ ze pauzeert, ‘Ana, vergeef me dat ik dit zeg, maar geef het niet op met hem. Hij is een koppige man.’

Ik knik en ze houdt op. Ik weet zeker dat mijn gezichtsuitdrukking haar vertelt dat ik het nu niet over mijn dwalende echtgenoot wil hebben.

 

Als ik op mijn werk kom, bekijk ik mijn e-mail. Mijn hart maakt een sprongetje als ik zie dat er een van Christian is.

 


Van: Christian Grey

Onderwerp: Portland

Datum: 15 september 2011 06:45

Aan: Anastasia Grey

 

Ana,

Ik vlieg vandaag naar Portland.

Ik moet wat zaken afhandelen op de universiteit.

Ik dacht dat je dat wel wilde weten.

 

Christian Grey

Directeur, Grey Enterprises Holdings, Inc.

 

O. Tranen prikken in mijn ogen. Is dat alles? Mijn maag draait zich om. Shit! Ik word misselijk. Ik ren naar het toilet en ben net op tijd om mijn ontbijt in het toilet te deponeren. Ik zak op de vloer naast het toilet en leg mijn hoofd in mijn handen. Kan ik me nog ellendiger voelen? Even later wordt er zacht op de deur geklopt.

‘Ana?’ Het is Hannah.

Fuck. ‘Ja?’

‘Gaat het?’

‘Ik kom er zo aan.’

‘Boyce Fox is hier voor jou.’

Shit. ‘Breng hem maar naar de vergaderruimte. Ik kom zo.’

‘Wil je thee?’

‘Graag.’

 

Na mijn lunch – weer een bagel met roomkaas en zalm die ik binnen weet te houden – zit ik lusteloos naar mijn computer te staren op zoek naar inspiratie en me afvragend hoe Christian en ik dit enorme probleem kunnen oplossen.

Mijn BlackBerry zoemt en ik schrik op. Ik kijk naar het scherm: het is Mia. Jemig, dat ontbrak er nog maar aan: haar uitbundigheid en enthousiasme. Ik aarzel en vraag me af of ik het zal negeren, maar de beleefdheid wint het.

‘Mia,’ neem ik vrolijk op.

‘Hallo dan, Ana – lang niet gesproken.’ De mannenstem klinkt bekend. Fuck!

Mijn hoofdhuid prikt en al het haar op mijn lichaam gaat rechtovereind staan terwijl de adrenaline door mijn lijf stroomt en mijn wereld stopt met draaien.

Het is Jack Hyde.