Twaalf
‘Ik dacht dat je hier in Seattle geboren was,’ vraag ik. Mijn hersenen draaien overuren. Wat heeft dit met Jack te maken? Christian reikt met de arm die over zijn gezicht lag achter zich en trekt een kussen naar zich toe. Hij legt hem onder zijn hoofd, gaat weer liggen en kijkt oplettend naar me. Dan schudt hij zijn hoofd.
‘Nee. Elliot en ik zijn allebei geadopteerd in Detroit. Kort na mijn adoptie zijn we hierheen verhuisd. Grace wilde aan de westkust wonen, ver weg van de stad en vond een baan bij het Northwest Hospital. Ik herinner me weinig van die tijd. Mia is hier geadopteerd.’
‘Dus Jack komt uit Detroit?’
‘Ja.’
O... ‘Hoe weet je dat?’
‘Ik heb een achtergrondcheck gedaan toen jij voor hem ging werken.’
Dat had ik kunnen weten. ‘Heb je soms ook een beige hangmap over hem?’ Ik glimlach zelfgenoegzaam.
Christian verdraait zijn mond om zijn geamuseerdheid te verbergen. ‘Ik denk dat hij lichtblauw is.’ Hij blijft met zijn vingers door mijn haar gaan. Het stelt me gerust.
‘Wat staat er in zijn document?’
Christian knippert met zijn ogen. Hij buigt zich voorover en streelt over mijn wang. ‘Wil je dat echt weten?’
‘Is het zo erg?’
Hij haalt zijn schouders op. ‘Ik heb wel erger meegemaakt,’ fluistert hij.
Nee! Heeft hij het over zichzelf? Het beeld dat ik van Christian heb als klein, vies, angstig, verloren jongetje komt in me op. Ik kruip tegen hem aan, hou hem steviger vast. Dan trek ik het laken over hem heen en leg mijn wang op zijn borst.
‘Wat?’ vraagt hij niet-begrijpend.
‘Niets,’ zucht ik.
‘Nee, nee. Dit gaat twee kanten op, Ana. Wat is er?’
Ik kijk op en bestudeer zijn bezorgde gezicht. Ik laat mijn wang weer op zijn borst zakken en besluit het hem te zeggen. ‘Soms stel ik me jou als kind voor... voor je bij de familie Grey kwam wonen.’
Christian verstijft. ‘Ik had het niet over mezelf. Ik wil jouw medelijden niet, Anastasia. Dat deel van mijn leven is voorbij. Weg.’
‘Het is geen medelijden,’ fluister ik ontzet. ‘Het is sympathie en verdriet. Verdriet dat iemand een kind zoiets kan aandoen.’ Ik haal diep adem. Mijn maag draait zich om en opnieuw voel ik tranen in mijn ogen branden. ‘Dat deel van je leven is niet voorbij, Christian – hoe kun je dat nou zeggen? Je wordt dagelijks met je verleden geconfronteerd. Je hebt het me zelf verteld – Vijftig Tinten, weet je nog?’ Mijn stem is nauwelijks hoorbaar.
Christian snuift en haalt zijn vrije hand door zijn haar, maar hij blijft stil en gespannen onder me liggen.
‘Ik weet dat je daarom controle over me wil hebben. Dat je mij wilt beschermen.’
‘En toch heb je niet geluisterd,’ zegt hij ontsteld. Zijn hand blijft stil in mijn haar liggen.
Ik frons mijn voorhoofd. Goeie genade! Doe ik dat dan met opzet? Mijn onderbewuste zet haar strengejuffenbril af, kauwt met getuite lippen op het pootje en knikt naar me. Ik negeer haar. Dit is verwarrend – ik ben zijn vrouw, niet zijn Onderdanige of een of andere gezelschapsdame die hij heeft ingehuurd. Ik ben niet die heroïnehoer-moeder van hem... Fuck. De gedachte is misselijkmakend. Ik denk aan wat dr. Flynn heeft gezegd: ‘Blijf gewoon doen wat je doet. Christian is tot over zijn oren verliefd op je... Het is een genot om te zien.’
Dat is het. Ik doe wat ik altijd heb gedaan. Daar is Christian uiteindelijk toch op gevallen?
O, deze man is zo verwarrend.
‘Dr. Flynn zei me dat ik je het voordeel van de twijfel moest geven. Volgens mij doe ik dat – maar ik weet het niet zeker. Misschien is dit mijn manier om je in het hier en nu te brengen – weg van je verleden,’ fluister ik. ‘Ik weet het niet. Het lukt me niet om in te schatten hoe fel je gaat reageren.’
Het blijft even stil. ‘Eikel van een Flynn,’ mompelt hij in zichzelf.
‘Hij zei dat ik je moest behandelen zoals ik altijd gedaan heb.’
‘O, zei hij dat?’ zegt Christian droog.
Oké. Niet geschoten is altijd mis. ‘Christian, ik weet dat je van je moeder hield en dat je haar niet kon redden. Dat was niet jouw taak. Maar ik ben iemand anders.’
Hij verstijft weer. ‘Niet doen,’ fluistert hij.
‘Nee, luister even alsjeblieft.’ Ik hef mijn hoofd op en kijk in zijn opengesperde, doodsbange ogen. Hij houdt zijn adem in. O, Christian... Ik voel een steek in mijn hart. ‘Ik ben haar niet. Ik ben veel sterker dan zij was. Ik heb jou en jij bent nu veel sterker en ik weet dat je van me houdt. Ik hou ook van jou,’ fluister ik.
Hij haalt verbaast een wenkbrauw op alsof dit onverwacht komt. ‘Hou je dan nog steeds van me?’ vraagt hij.
‘Natuurlijk, Christian. Ik zal altijd van je houden. Wat je ook met me doet.’ Is hij zo misschien gerustgesteld?
Hij ademt uit en sluit zijn ogen. Hij legt zijn arm weer over zijn gezicht heen maar trekt me ook steviger tegen zich aan.
‘Verstop je niet voor mij.’ Ik kom omhoog, pak zijn hand en trek zijn arm van zijn gezicht weg. ‘Je verstopt je je hele leven al. Doe dat alsjeblieft niet voor mij.’
Hij kijkt ongelovig naar me en fronst zijn voorhoofd. ‘Verstoppen?’
‘Ja.’
Ineens draait hij zich om, rolt op zijn zij en draait me om zodat ik naast hem kom te liggen. Hij komt overeind, strijkt mijn haar uit mijn gezicht en stopt het achter mijn oor.
‘Eerder vandaag vroeg je of ik je haat. Ik snapte niet waarom, maar nu...’ Hij stopt en staart naar me alsof ik een ingewikkeld raadsel ben.
‘Denk je nog steeds dat ik je haat?’ Nu klink ik zelf ongelovig.
‘Nee.’ Hij schudt zijn hoofd. ‘Nu niet.’ Hij ziet er opgelucht uit. ‘Maar ik moet weten... waarom zei je het stopwoord, Ana?’
Ik trek wit weg. Wat moet ik zeggen? Dat hij me bang maakte. Dat ik niet wist of hij ging stoppen. Dat ik hem gesmeekt heb – maar hij toch doorging. Dat ik niet wilde dat het uit de hand liep, zoals – zoals die andere keer hier. Ik huiver als ik me herinner hoe hij me met zijn riem sloeg.
Ik slik. ‘Omdat... omdat je zo boos en afstandelijk en... koud was. Ik wist niet hoe ver je zou gaan.’
Zijn uitdrukking is onleesbaar.
‘Ging je me laten klaarkomen?’ Mijn stem is nauwelijks te horen en ik voel dat ik bloos. Toch houd ik zijn blik vast.
‘Nee,’ zei hij uiteindelijk.
Mijn god. ‘Dat is... wreed.’
Hij streelt zachtjes mijn wang met zijn knokkel. ‘Maar wel effectief,’ zegt hij. Hij kijkt op me neer alsof hij recht in mijn ziel wil kijken. Zijn ogen worden donkerder. Na wat een eeuwigheid lijkt te duren, mompelt hij: ‘Ik ben blij dat je het gedaan hebt.’
‘Echt?’ Ik snap het niet.
Hij glimlacht verdrietig. ‘Ja. Ik wil je geen pijn doen. Ik liet me meeslepen.’ Hij buigt zich voorover en kust me. ‘Verloren in het moment.’ Hij kust me weer. ‘Gebeurt me vaak met jou.’
O? Om een of andere bizarre reden vind ik dat een fijne gedachte... ik grijns. Waarom maakt me dat gelukkig? Hij grijnst ook.
‘Ik weet niet waarom u grijnst, mevrouw Grey.’
‘Ik ook niet.’
Hij omhelst me en legt zijn hoofd op mijn borst. We zijn een wirwar van blote en in spijkerbroek geklede lichaamsdelen en rode, satijnen lakens. Met één hand streel ik zijn rug en met de andere hand streel ik door zijn haar. Hij zucht en ontspant zich in mijn armen.
‘Dat betekent dat ik erop kan vertrouwen... dat je me afremt. Ik wil je nooit pijn doen,’ zegt hij. ‘Ik heb behoefte aan...’ Hij stopt.
‘Waar heb je behoefte aan?’
‘Ik heb behoefte aan controle, Ana. En aan jou. Anders kan ik niet functioneren. Ik kan het niet loslaten. Echt niet. Ik heb het geprobeerd... En toch, met jou...’ Hij schudt wanhopig zijn hoofd.
Ik slik. Dit is de kern van ons dilemma: zijn behoefte aan controle en aan mij. Ik weiger te geloven dat die twee niet samengaan.
‘Ik heb jou ook nodig,’ fluister ik en klem hem steviger tegen me aan. ‘Ik zal het proberen, Christian. Ik zal proberen meer rekening met je te houden.’
‘Ik wil dat jij mij nodig hebt,’ zegt hij.
Allemachtig!
‘Dat heb ik ook!’ Mijn stem klinkt hartstochtelijk. Ik heb hem zó hard nodig. Ik hou zoveel van hem.
‘Ik wil voor je zorgen.’
‘Dat doe je ook. De hele tijd. Ik heb je heel erg gemist toen je weg was.’
‘Echt?’ Hij klinkt heel verbaasd.
‘Ja, natuurlijk. Ik haat het als je weggaat.’
Ik voel dat hij glimlacht. ‘Je had met me mee kunnen gaan.’
‘Christian, alsjeblieft. Daar wil ik het niet meer over hebben. Ik wil werken.’
Hij zucht, terwijl ik zachtjes met mijn vingers door zijn haar strijk.
‘Ik hou van je, Ana.’
‘Ik ook van jou, Christian. Ik zal altijd van je houden.’
We komen allebei tot rust in de stilte na onze storm. Luisterend naar het stabiele kloppen van zijn hart val ik uitgeput in slaap.
Ik word met een schok wakker, compleet gedesoriënteerd. Waar ben ik? De speelkamer. De lampen branden nog en werpen een zacht licht op de bloedrode muren. Christian zucht weer en ik realiseer me dat ik daar wakker van ben geworden.
‘Nee,’ kreunt hij. Hij ligt uitgestrekt naast me met zijn hoofd achterover, zijn ogen dichtgeknepen en zijn gezicht vertekend van angst.
Holy shit. Hij heeft een nachtmerrie.
‘Nee!’ schreeuwt hij weer.
‘Christian, wakker worden.’ Ik kom worstelend overeind en schop het laken van me af. Ik kniel naast hem neer, pak hem bij zijn schouders en schud hem door elkaar terwijl de tranen in mijn ogen springen.
‘Alsjeblieft, Christian. Word wakker!’
Hij opent zijn ogen; die zijn grijs en verwilderd, de pupillen verwijd van angst. Hij kijkt naar me met een lege blik.
‘Christian, je hebt een nachtmerrie. Je bent thuis. Je bent veilig.’
Hij knippert met zijn ogen, kijkt verwoed om zich heen en fronst zijn voorhoofd terwijl hij zijn omgeving in zich opneemt. Dan kijkt hij mij weer aan. ‘Ana,’ hijgt hij en zonder verdere inleiding pakt hij mijn gezicht vast met beide handen, trekt me op zijn borst en kust me. Hard. Zijn tong dringt mijn mond binnen en ik proef zijn wanhoop en lust. Hij rolt over me heen met zijn lippen stijf op de mijne zodat ik nauwelijks adem krijg en drukt me in het harde matras van het hemelbed. Met één hand pakt hij mijn kaak vast en de andere hand houdt hij met gespreide vingers op mijn hoofd zodat ik me niet kan verroeren. Met zijn knie spreidt hij mijn benen en komt, nog steeds met zijn spijkerbroek aan, tussen mijn dijen liggen.
‘Ana,’ hijgt hij alsof hij niet kan geloven dat ik hier bij hem ben. Hij kijkt een fractie van een seconde op me neer zodat ik even adem kan halen. Dan zijn zijn lippen alweer op de mijne en verkennen mijn mond, nemen alles wat ik maar te geven heb. Hij kreunt luid en duwt zijn heupen tegen me aan. Zijn erectie gehuld in spijkerstof duwt in mijn zachte vlees. O... Ik kreun en alle opgehoopte seksuele spanning van daarvoor barst uiteen, komt wraaklustig naar boven en vervult mijn hele wezen met verlangen en lust. Als door de duivel bezeten kust hij mijn gezicht, ogen, wangen en kaaklijn.
‘Ik ben er,’ fluister ik om hem te kalmeren. Onze hete, hijgende adem vermengt zich. Ik sla mijn armen om zijn schouders en schuur mijn bekken verwelkomend tegen het zijne.
‘O, Ana,’ hijgt hij met rauwe en lage stem. ‘Ik heb je nodig.’
‘Ik jou ook,’ fluister ik indringend, mijn lichaam snakkend naar zijn aanraking. Ik wil hem. Ik wil hem nu. Ik wil hem genezen. Ik wil mezelf genezen... ik heb dit nodig. Hij brengt zijn hand omlaag, trekt aan de knoop van zijn gulp, friemelt er even aan en bevrijdt dan zijn erectie.
Holy shit. Een minuut geleden sliep ik nog.
Hij verplaatst zich en kijkt een fractie van een seconde op me neer terwijl hij stil boven me blijft hangen.
‘Ja, graag,’ hijg ik met een schorre en verlangende stem.
In één razendsnelle beweging duikt hij in me.
‘Ah!’ schreeuw ik, niet omdat het pijn doet maar omdat zijn begeerte me verrast.
Hij kreunt en zijn lippen vinden de mijne weer. Hij stoot keer op keer in me terwijl zijn tong bezit van me neemt. Hij beweegt intens, gedreven door zijn angst, lust, verlangen, zijn – liefde? Ik weet het niet, maar bij iedere stoot word ik één met hem en verwelkom ik hem.
‘Ana,’ gromt hij bijna onverstaanbaar en hij komt met kracht klaar, stort zich in mij uit, met een gespannen gezicht en een verstijfd lichaam. Dan stort hij zich met zijn volle gewicht hijgend boven op me. En laat mij wéér onbevredigd achter...
Holy shit. Het zit me niet mee vannacht. Mijn innerlijke godin staat klaar om haar eigen ingewanden uit haar lichaam te trekken. Ik houd hem vast, zuig mijn longen vol lucht en lig bijna te kronkelen van verlangen onder hem. Hij glijdt uit me en houdt me minutenlang vast... vele minuten. Eindelijk schudt hij zijn hoofd en steunt op zijn ellebogen zodat zijn gewicht niet meer geheel op mij rust. Hij kijkt op me neer alsof hij me voor het eerst ziet.
‘O, Ana. Goeie genade.’ Hij buigt voorover en kust me teder.
‘Alles goed?’ hijg ik en streel zijn prachtige gezicht. Hij knikt, maar ziet er verward en vooral ontroerd uit. Mijn eigen verloren jochie. Hij fronst zijn voorhoofd en kijkt me doordringend aan, alsof hij zich nu pas realiseert waar hij is.
‘En jij?’ vraagt hij bezorgd.
‘Eh...’ stamel ik, nog steeds onder hem liggend. Dan lacht hij; een langzame, geile lach.
‘Mevrouw Grey, u hebt behoeften,’ zegt hij. Hij kust me vluchtig en schiet het bed uit.
Hij knielt op de vloer aan het voeteneinde, richt zich op, pakt me net boven mijn knieën vast en trekt me naar zich toe zodat ik met mijn billen op de rand van het bed kom te liggen.
‘Ga zitten,’ zegt hij. Ik worstel me omhoog tot ik zit, terwijl mijn haar als een sluier over me heen valt, tot over mijn borsten. Zijn grijze, starende blik houdt de mijne vast terwijl hij mijn benen zachtjes zo ver mogelijk uit elkaar duwt. Ik leun op mijn handen achterover – ik weet dondersgoed wat hij gaat doen. Maar... hij is gewoon... eh...
‘Je bent zo verdomde mooi, Ana,’ hijgt hij en ik zie hoe zijn koperkleurige hoofd naar beneden duikt en een spoor van kussen over mijn rechterdij trekt, in noordelijke richting. Mijn hele lichaam balt zich verwachtingsvol samen. Hij kijkt naar me op met donkerder wordende ogen achter lange wimpers.
‘Kijk maar,’ zegt hij met een raspende stem en dan is zijn mond op me.
O hemel. Ik schreeuw het uit omdat de wereld geconcentreerd is op dit hoogtepunt van mijn dijen en – fuck – het zó erotisch is om naar hem te kijken. Te zien hoe hij met zijn tong aanraakt wat voelt als het meest gevoelige plekje van mijn lichaam. En hij toont geen genade en plaagt en tergt me, aanbidt me. Mijn lichaam spant zich aan en mijn armen beginnen te trillen van de inspanning om rechtop te blijven zitten.
‘Nee... ah,’ kreun ik. Langzaam laat hij één lange vinger in me glijden en dan kan ik het niet meer volhouden en laat me achterover op het bed vallen, genietend van zijn mond en vingers op en in me. Langzaam en beheerst masseert hij dat heerlijke plekje diep in me. En dan is het zover – ik verlies mezelf. Ik explodeer om hem heen, een onsamenhangende versie van zijn naam uitschreeuwend, waarbij mijn rug van het bed omhoog krult door de intensiteit van mijn orgasme. Ik zie sterretjes en heb een soort heftig oergevoel... Ik ben me er vagelijk bewust van dat hij met zijn neus tegen mijn buik wrijft en me zachte, lieve kusjes geeft. Ik breng mijn handen omlaag en streel zijn haar.
‘Ik ben nog niet klaar met jou,’ zegt hij. En vóór ik helemaal terug ben in Seattle op de planeet Aarde, pakt hij mijn heupen vast en trekt me van het bed af tot waar hij geknield zit, op zijn wachtende schoot en zijn wachtende erectie.
Ik snak naar adem als hij in me komt. O mijn god...
‘O, schatje,’ hijgt hij terwijl hij zijn armen om me heen slaat en me vasthoudt, mijn hoofd wiegt en mijn gezicht kust. Hij duwt zijn heupen naar voren en een heet en scherp gevoel van genot gaat door me heen Hij pakt mijn billen vast en tilt me op door zijn onderbuik omhoog te stoten.
‘Ah,’ kreun ik en voel zijn lippen weer op mijn mond terwijl hij me langzaam, o-zo-langzaam, omhoogtilt en in me stoot... optilt en stoot. Ik sla mijn armen om zijn nek en geef me over aan zijn langzame ritme en waar hij dan ook heen wil. Ik trek mijn dijen samen en berijd hem... hij voelt zo lekker. Ik leun achterover, met mijn hoofd in mijn nek en mijn mond wijd open in een stille uitdrukking van mijn genot, genietend van deze langzame seks.
‘Ana,’ hijgt hij en buigt zich voorover om mijn hals te kussen. Hij houdt me stevig vast en beweegt langzaam in en uit me, duwt me... steeds hoger en hoger... met zo’n volmaakte timing – een vloeiende lichamelijke kracht. Terwijl hij me zo intiem vasthoudt, komt zalig genot van diep in mij naar buiten.
‘Ik hou van je, Ana,’ zegt hij ademloos met lage en ruwe stem dicht bij mijn oor, en beweegt me weer – op en neer, op en neer. Ik verstrengel mijn vingers in zijn haar achter in zijn nek.
‘Ik ook van jou, Christian.’ Ik open mijn ogen en merk dat hij naar me kijkt. Ik zie alleen nog maar de liefde, die helder en sterk straalt in de zachte gloed van het licht van de speelkamer, zijn nachtmerrie blijkbaar alweer vergeten. En terwijl ik voel hoe mijn lichaam zich opbouwt voor mijn orgasme, realiseer ik me dat ik dit wilde – dit contact, dit bewijs van onze liefde.
‘Kom voor me klaar, schatje,’ fluistert hij met lage stem. Ik knijp mijn ogen dicht en mijn lichaam spant zich aan bij het horen van het lage geluid van zijn stem. Ik kom luid klaar, ronddraaiend in de spiraal van een intens hoogtepunt. Hij ligt stil, met zijn voorhoofd tegen het mijne en fluistert zachtjes mijn naam. Dan slaat hij zijn armen om me heen en komt zelf klaar.
Hij tilt me voorzichtig op en legt me op het bed. Ik lig uitgewrongen en eindelijk bevredigd in zijn armen. Hij wrijft met zijn neus in mijn nek.
‘Zo beter?’ fluistert hij.
‘Hmm.’
‘Zullen we naar bed gaan, of wil je hier slapen?’
‘Hmm.’
‘Mevrouw Grey, zeg eens wat tegen me.’ Hij klinkt geamuseerd.
‘Hmm.’
‘Is dat alles?’
‘Hmm.’
‘Kom, dan stop ik je in bed. Ik hou er niet van om hier te slapen.’
Ik draai me onwillig om zodat ik hem aan kan kijken. ‘Wacht even,’ fluister ik. Hij kijkt naar me met grote onschuldige ogen maar op hetzelfde moment met een blik van iemand die grondig geneukt en voldaan is.
‘Alles oké?’ vraag ik.
Hij knikt en lacht zelfvoldaan, als een volwassen jongen. ‘Nu wel.’
‘O, Christian,’ zeg ik verwijtend en streel zijn prachtige gezicht. ‘Ik had het over je nachtmerrie.’
Zijn uitdrukking bevriest even, dan sluit hij zijn ogen en slaat zijn armen stijf om me heen en begraaft zijn gezicht in mijn nek.
‘Niet doen,’ fluistert hij met een hese en ruwe stem. Mijn hart staat even stil en mijn maag draait zich om. Ik omhels hem stevig en laat mijn handen langs zijn rug naar beneden en door zijn haar glijden.
‘Het spijt me,’ fluister ik, hevig verontrust door zijn reactie. Allemachtig – wat moet ik toch met die stemmingswisselingen? Waar ging zijn nachtmerrie in godsnaam over? Ik wil hem niet nog meer pijn doen door verder te vragen. ‘Is goed,’ zeg ik zacht, wanhopig om de speelse jongen van even daarvoor terug te krijgen. ‘Het is goed,’ zeg ik telkens weer.
‘Laten we naar bed gaan,’ zegt hij na een tijdje kalm. Hij maakt zich van me los, stapt uit bed en laat me leeg en geprikkeld achter. Ik kom snel achter hem aan, met het satijnen laken om me heen gewikkeld, en buig me voorover om mijn kleren te pakken.
‘Laat maar liggen,’ zegt hij en voor ik het weet neemt hij me in zijn armen. ‘Ik ben bang dat je over het laken valt en je nek breekt.’ Ik sla mijn armen om hem heen, verbaasd dat hij weer tot rust gekomen is en streel hem met mijn neus, terwijl hij me naar beneden naar onze slaapkamer draagt.
Mijn ogen schieten open. Er is iets mis. Christian is niet in bed, maar het is nog wel donker. Ik kijk op de radiowekker en zie dat het tien voor halfvier ’s nachts is. Waar is Christian? Dan hoor ik de piano.
Ik stap snel uit bed, grijp mijn ochtendjas en ren door de gang naar beneden naar de grote kamer. Hij speelt een treurig liedje – een sombere klaagzang die ik hem al eerder heb horen spelen. Ik blijf stilstaan in de deuropening en zie hem badend in het licht zitten terwijl de pijnlijk treurige muziek de ruimte vult. Hij stopt en begin dan opnieuw. Waarom zo’n klaaglijk deuntje? Ik sla mijn armen over elkaar en luister als betoverd naar zijn spel. Maar met pijn in mijn hart. Christian, waarom zo verdrietig? Komt dat door mij? Is dit mijn schuld? Als hij stopt om een derde keer in te zetten, kan ik het niet meer verdragen. Hij kijkt niet op terwijl ik naar de piano toe loop, maar schuift op zodat ik naast hem op de pianokruk kan gaan zitten. Hij blijft doorspelen en ik leg mijn hoofd op zijn schouder. Hij kust mijn haar, maar stopt niet met spelen tot het stuk is afgelopen. Ik kijk naar hem op en hij kijkt behoedzaam op me neer.
‘Heb ik je wakker gemaakt?’ vraagt hij.
‘Alleen omdat je er niet was. Hoe heet dat stuk?’
‘Het is Chopin. Een van zijn preludes in E-mineur.’ Christian zwijgt. ‘Het heet “Verstikking”...’
Ik buig me voorover om zijn hand te pakken. ‘Je bent hier echt ondersteboven van, of niet?’
Hij snuift. ‘Een gestoorde klootzak dringt mijn appartement binnen om mijn vrouw te ontvoeren. Ze doet niet wat haar gezegd is. Ze maakt me gek. Ze zegt het stopwoord tegen me.’ Hij sluit zijn ogen even en als hij ze weer opendoet is zijn blik sterk en rauw. ‘Ja, ik ben er behoorlijk ondersteboven van.’
Ik knijp in zijn hand. ‘Het spijt me.’
Hij duwt zijn voorhoofd tegen het mijne. ‘Ik droomde dat je dood was,’ fluistert hij.
Wat?
‘Je lag op de grond – helemaal koud – en je werd niet meer wakker.’
O, Vijftig.
‘Hey – het was maar een nare droom.’ Ik kijk naar hem op en pak zijn hoofd in mijn handen. Zijn ogen branden in de mijne en de angst die erin ligt is ontluisterend. ‘Ik ben hier en ik heb het koud alleen in bed. Kom alsjeblieft mee.’ Ik pak zijn hand en sta op om te kijken of hij me volgt. Uiteindelijk staat hij ook op. Hij draagt zijn pyjamabroek op die speciale manier van hem. Ik wil met mijn vingers langs de binnenkant van zijn broekband strelen, maar weersta de verleiding en voer hem mee naar de slaapkamer.
Als ik wakker word ligt hij vredig tegen me aan te slapen. Ik ontspan en geniet van zijn beschermende warmte, zijn huid tegen mijn huid. Ik lig zo stil mogelijk om hem niet te storen.
Man, wat een avond. Ik voel me alsof ik ben platgewalst – door mijn man de bulldozer. Het is moeilijk te geloven dat de man die naast me ligt en die er zo vredig en jong uitziet in zijn slaap, die gisteravond zo gekweld was... en mij gisteravond zo gekweld heeft. Ik staar naar het plafond en bedenk dat ik Christian altijd zie als sterk en dominant – terwijl hij in werkelijkheid juist zo kwetsbaar is. Mijn verloren jochie. En het ironische is dat hij míj als kwetsbaar ziet – en volgens mij ben ik dat helemaal niet. Vergeleken met hem ben ik sterk.
Maar ben ik ook sterk genoeg voor ons allebei? Sterk genoeg om te doen wat hij zegt en hem wat mentale rust te geven? Ik zucht. Zoveel vraagt hij eigenlijk niet van me. Ik overdenk ons gesprek van gisteravond nog een keer. Hebben we nog iets besloten, behalve dan om allebei nóg meer ons best te doen? Als je alles bij elkaar optelt weet ik gewoon dat ik van deze man hou en ik moet voor ons allebei de koers bepalen. Eentje waarbij ik mijn integriteit en onafhankelijkheid behoud, maar waarbij ik toch meer voor hem beteken. Ik beteken meer voor hem, en hij voor mij. Ik zal dit weekend extra mijn best doen om hem niet bezorgd te maken.
Christian komt in beweging en heft zijn hoofd van mijn borst op. Hij kijkt slaperig naar me.
‘Goedemorgen, meneer Grey,’ glimlach ik.
‘Goedemorgen, mevrouw Grey. Heb je lekker geslapen?’ Hij rekt zich naast me uit.
‘Nadat mijn echtgenoot ophield met die vreselijke herrie op de piano wel, ja.’
Hij lacht zijn verlegen lach en ik smelt. ‘Vreselijke herrie? Daar ga ik juf Katie zeker een e-mail over sturen.’
‘Juf Katie?’
‘Mijn pianolerares.’
Ik giechel.
‘Dat is prachtig geluid,’ zegt hij. ‘Gaan we vandaag een betere dag hebben?’
‘Oké,’ zeg ik instemmend. ‘Wat zullen we gaan doen?’
‘Nadat ik gevreeën heb met mijn vrouw en ze een ontbijtje voor me heeft klaargemaakt wil ik haar graag meenemen naar Aspen.’
Ik staar hem aan. ‘Aspen?’
‘Ja.’
‘Aspen, in Colorado?’
‘Precies. Tenzij ze het verplaatst hebben. Jij hebt tenslotte 24.000 dollar betaald voor die ervaring.’
Ik grijns naar hem. ‘Dat was jouw geld.’
‘Ons geld.’
‘Het was jouw geld toen ik het bod deed.’ Ik rol met mijn ogen.
‘O, mevrouw Grey... jij en die rollende ogen van je!’ fluistert hij en laat zijn hand langs mijn dij omhoog glijden.
‘Duurt het geen uren om in Colorado te komen?’ vraag ik om hem af te leiden.
‘Niet als we het vliegtuig nemen,’ zegt hij zijdezacht terwijl hij zijn hand op mijn billen legt.
O ja, mijn man heeft een privévliegtuig. Hoe kon ik dat nou vergeten? Zijn hand glijdt verder over mijn lichaam en onder mijn nachthemd omhoog en al snel ben ik alles vergeten.
Taylor rijdt ons tot op de landingsbaan van de luchthaven en tot aan de plaats waar de GEH-jet klaarstaat. Het is een grijze dag in Seattle, maar ik laat mijn opgewektheid niet door het weer verpesten. Christian is in een veel beter humeur. Hij is ergens opgewonden over – hij straalt als een kerstboom en is zenuwachtig als een klein jongetje dat een groot geheim heeft. Ik vraag me af wat hij in zijn schild voert. Hij ziet er dromerig uit met zijn warrige haar, wit T-shirt en zwarte spijkerbroek. Hij ziet er vandaag totaal niet uit als een directeur. Als Taylor naar een parkeerplaats onder de voet van het vliegtuig rijdt, pakt hij mijn hand.
‘Ik heb een verrassing voor je,’ zegt hij en kust mijn knokkels.
Ik grijns naar hem. ‘Een leuke verrassing?’
‘Ik hoop het.’ Hij lacht warm naar me.
Hmm... wat kan het zijn?
Sawyer stapt uit en doet mijn deur open. Taylor doet Christians deur open en haalt onze bagage uit de achterbak. Stephan staat boven aan de trap te wachten als we het vliegtuig binnen komen. Ik kijk de cockpit in en zie hoe copiloot Beighley schakelaars omzet op het imposante bedieningspaneel.
Christian en Stephan geven elkaar een hand. ‘Goedemorgen meneer.’ Stephan glimlacht.
‘Bedankt dat het allemaal zo snel kon.’ Christian grijnst terug. ‘Zijn onze gasten er?’
‘Ja, meneer.’
Gasten? Ik draai me om en snak naar adem. Kate, Elliot, Mia en Ethan zitten lachend in de crèmekleurige leren stoelen. Wauw! Ik draai me om naar Christian.
‘Verrassing!’ zegt hij.
‘Hoe? Wanneer? Wie?’ prevel ik onverstaanbaar, terwijl ik probeer mijn verrukking en euforie te onderdrukken.
‘Je zei dat je je vrienden niet genoeg zag.’ Hij haalt zijn schouders op en glimlacht scheef en verontschuldigend naar me.
‘O, Christian, dankjewel.’ Ik sla mijn armen om zijn nek en kus hem hard op zijn mond ten overstaan van alle aanwezigen. Hij legt zijn handen op mijn heupen, haakt zijn duimen in de riemlussen van mijn spijkerbroek en verdiept de kus.
O hemel.
‘Als je zo doorgaat sleep ik je naar de slaapkamer,’ zegt hij.
‘Je zou niet durven,’ fluister ik tegen zijn lippen aan.
‘O, Anastasia.’ Hij grijnst en schudt zijn hoofd. Hij laat me los en zonder verdere toelichting bukt hij, pakt me bij mijn dijen en legt me over zijn schouder.
‘Christian, zet me neer!’ Ik sla op zijn billen.
Ik vang een glimp op van Stephans lach als hij zich omdraait en de cockpit in gaat. Taylor staat in de deuropening en probeert een lach te onderdrukken. Christian beent door de smalle cabine, mijn smeekbedes en nutteloos gespartel negerend, langs Mia en Ethan die tegenover elkaar in de eenpersoonsstoelen zitten en langs Kate en Elliot, die juicht als een demente gibbon.
‘Excuseer ons,’ zegt hij tegen de vier gasten, ‘want ik moet even onder vier ogen een woordje wisselen met mijn vrouw.’
‘Christian!’ schreeuw ik. ‘Zet me neer!’
‘Alles op z’n tijd, schatje.’
Ik vang een glimp op van een lachende Mia, Kate en Elliot. Verdomme! Dit is niet grappig, maar gênant. Ethan kijkt met open mond en volledig gechoqueerd hoe we in de cabine verdwijnen.
Christian sluit de cabinedeur achter zich en laat me langzaam langs zijn lichaam omlaag glijden, zodat ik elke harde pees en spier voel. Hij lacht jongensachtig naar me, behoorlijk zelfingenomen.
‘Dat was nogal een show, meneer Grey.’ Ik kruis mijn armen en kijk met geveinsde verontwaardiging naar hem.
‘Dat was leuk, mevrouw Grey.’ En zijn lach wordt breder. O jeetje. Wat ziet hij er jong uit.
‘Ga je ook nog B zeggen?’ Ik trek een wenkbrauw op, omdat ik niet weet wat ik ervan moet denken. Ik bedoel, jemig... de anderen zullen ons horen. Ineens word ik er verlegen van. Ik kijk angstig naar het bed en voel hoe een blos op mijn wangen komt als ik denk aan onze huwelijksnacht. We hebben gisteren zoveel gepraat en gedaan. Ik heb het gevoel dat we een onbekend obstakel overgeslagen hebben – maar dat is juist het probleem. Het is onbekend. Mijn ogen ontmoeten Christians doordringende, maar geamuseerde blik en ik kan mijn gezicht niet in de plooi houden. Zijn grijns is te aanstekelijk.
‘Ik denk dat het enigszins onbeleefd zou zijn om onze gasten te laten wachten,’ zegt hij lieflijk en komt naar me toe. Sinds wanneer kan het hem wat schelen wat mensen denken? Ik doe een stap terug richting de cabinewand en hij zet me gevangen. De warmte van zijn lichaam houdt me op mijn plaats. Hij leunt voorover en strijkt met zijn neus langs de mijne.
‘Leuke verrassing?’ fluistert hij en er klinkt een vleugje angst door in zijn stem.
‘O, Christian, het is een fantastische verrassing.’ Ik strijk met mijn handen omhoog langs zijn borst, sla ze om zijn nek en kus hem.
‘Wanneer heb je dit georganiseerd?’ vraag ik terwijl ik me losmaak en door zijn haar streel.
‘Gisteravond, toen ik niet kon slapen. Ik heb Elliot en Mia een e-mail gestuurd, en hier zijn ze dan.’
‘Dat is heel lief van je. Dankjewel. Ik weet zeker dat het heel gezellig wordt.’
‘Dat hoop ik. Ik dacht dat het makkelijker zou zijn om de pers in Aspen te ontwijken dan thuis.’
De paparazzi! Dat is waar. Als we in Escala waren gebleven hadden we als ratten in de val gezeten. Ik huiver als ik denk aan de klikkende camera’s en duizelingwekkende flitsen van de fotografen waar Taylor zich vanochtend doorheen moest werken.
‘Kom. Laten we naar onze plaatsen gaan – Stephan gaat zo opstijgen.’ Hij strekt zijn hand naar me uit en samen gaan we terug de cabine in.
Elliot juicht als we binnenkomen. ‘Dat was echt wel een vluggertje!’ zegt hij spottend.
Christian negeert hem.
‘Op uw plaatsen, dames en heren, want we gaan zo taxiën voor het opstijgen.’ Stephans stem klinkt kalm en gezaghebbend uit de cabine. De brunette – eh... Natalie? – die er op de vlucht van onze huwelijksnacht ook was komt de gang in lopen en haalt de lege koffiekopjes op. Natalia... Ze heet Natalia.
‘Goedemorgen, meneer Grey, mevrouw Grey,’ zegt ze spinnend. Waarom geeft ze me zo’n ongemakkelijk gevoel? Misschien omdat ze een brunette is. Christian heeft toegegeven dat hij normaal gesproken geen brunettes aanneemt omdat hij ze aantrekkelijk vindt. Hij glimlacht beleefd naar Natalia en schuift in aan tafel zodat hij tegenover Elliot en Kate komt te zitten. Ik knuffel Kate en Mia snel en zwaai naar Ethan en Elliot. Vervolgens ga ik naast Christian zitten. Hij legt zijn hand op mijn knie en knijpt er even liefkozend in. Hij lijkt ontspannen en gelukkig, ook al zijn we in gezelschap. Stilletjes vraag ik me af waarom hij niet altijd zo kan zijn – helemaal niet controlerend.
‘Ik hoop dat jullie je wandelschoenen mee hebben,’ zegt hij met een warme stem.
‘Gaan we dan niet skiën?’
‘Dat is een redelijke uitdaging, in augustus,’ zegt hij geamuseerd.
Ja, natuurlijk.
‘Kun jij skiën, Ana?’ onderbreekt Elliot ons.
‘Nee.’
Christian laat mijn knie los en pakt mijn hand.
‘Ik denk dat mijn jongste broertje je dat wel kan leren.’ Elliot knipoogt naar me. ‘Hij is op de hellingen ook best snel.’
Ik kan mijn blos niet onderdrukken. Als ik naar Christian kijk, zie ik dat hij onbewogen naar Elliot staart, maar ik denk dat hij zijn vrolijkheid probeert te onderdrukken. Het vliegtuig komt in beweging en begint naar de startbaan te rijden.
Natalia loopt met haar heldere, duidelijke stem de veiligheidsprocedures van het vliegtuig door. Ze heeft een keurig, marineblauw shirt aan met korte mouwen en een bijpassende kokerrok. Haar make-up is onberispelijk – ze is echt heel knap. Mijn onderbewuste haalt een tot superdunne streep geëpileerde wenkbrauw naar me op.
‘Alles goed?’ vraagt Kate nadrukkelijk. ‘Ik bedoel, na de toestand met Hyde?’
Ik knik. Ik wil niet aan Hyde denken of het over hem hebben, maar Kate denkt daar blijkbaar anders over.
‘Waarom draaide hij eigenlijk helemaal door?’ vraagt ze, op haar niet te imiteren manier midden in het onderwerp duikend. Ze gooit haar haren naar achteren en maakt zich klaar om door te vragen.
Christian kijkt haar koeltjes aan en haalt zijn schouders op. ‘Ik heb hem de zak gegeven,’ zegt hij bot.
‘O? Waarom?’ Kate houdt haar hoofd schuin en ik weet dat ze in haar Nancy Drew-modus zit.
‘Hij heeft mij geprobeerd aan te randen,’ zeg ik. Ik probeer een schop tegen Kates enkel te geven onder tafel maar mis haar. Shit!
‘Wanneer?’ Kate staart me aan.
‘O, eeuwen geleden.’
‘Je hebt me nooit verteld dat hij jou heeft geprobeerd aan te randen!’ barst ze uit.
Ik haal verontschuldigend mijn schouders op.
‘Maar het kan toch niet alleen zijn omdat hij daarvoor wraak wil nemen. Ik bedoel, zijn reactie is veel te extreem,’ gaat Kate verder. Nu richt ze haar vragen tot Christian. ‘Is hij mentaal onstabiel? Hoe zit het met alle informatie die hij over de familie Grey heeft?’ Mijn haren gaan recht overeind staan van haar ondervraging van Christian, maar ze heeft al vastgesteld dat ik niets weet dus vraagt ze mij niets meer. Een irritante gedachte.
‘We denken dat er een verband is met Detroit,’ zegt Christian mild. Té mild. O nee, Kate, geef het alsjeblieft op.
‘Komt Hyde dan ook uit Detroit?’
Christian knikt.
Het vliegtuig accelereert en ik houd Christians hand steviger vast. Hij kijkt geruststellend naar me. Hij weet dat ik opstijgen en landen haat. Hij knijpt in mijn hand en zijn duim streelt kalmerend over mijn knokkels.
‘Wat weet je wel van hem?’ vraagt Elliot. Hij trekt zich totaal niks aan van het feit dat we over de startbaan razen in een klein vliegtuig dat op het punt staat op te stijgen en van Christians groeiende irritatie tegenover Kate. Kate leunt voorover en luistert aandachtig.
‘Dit moet tussen ons blijven,’ zegt Christian heel direct. Kates mond verandert in een subtiele maar dunne lijn. Ik slik. O shit.
‘We weten maar weinig van hem,’ vervolgt Christian. ‘Zijn vader overleed bij een gevecht in een bar. Zijn moeder heeft zichzelf dood gedronken. Als kind is hij van pleeggezin naar pleeggezin gesleept, en kwam hij frequent in aanraking met de politie – meestal vanwege autodiefstal. Heeft in een jeugdgevangenis gezeten Z’n moeder kwam weer op de rails dankzij een of ander hulpprogramma en toen is Hyde radicaal veranderd. Hij won een beurs voor Princeton.’
‘Princeton?’ Kates nieuwsgierigheid is gewekt.
‘Ja. Het is een slimme jongen.’ Christian haalt zijn schouders op.
‘Niet zo slim. Hij is opgepakt,’ zegt Elliot.
‘Maar hij kan deze stunt toch zeker niet alleen hebben uitgehaald?’ vraagt Kate.
Christian verstijft naast me. ‘Dat weten we nog niet.’ Zijn stem is rustig. Holy shit. Kan het zijn dat hij een bondgenoot heeft? Ik draai mijn hoofd opzij en staar met afschuw naar Christian. Hij knijpt weer in mijn hand maar kijkt me niet aan. Het vliegtuig stijgt op en ik voel dat afschuwelijke zinkende gevoel in mijn maag.
‘Hoe oud is hij?’ vraag ik aan Christian, me naar hem vooroverbuigend zodat alleen hij me hoort. Ik wil heel graag weten wat er aan de hand is, maar Kate niet aanmoedigen nog meer vragen te stellen. Ik weet dat het Christian ergert en ik weet ook dat zij sinds het Cocktailschandaal op zijn zwarte lijst staat.
‘32. Hoezo?’
‘Gewoon nieuwsgierig.’
Christians kaaklijn verstrakt. ‘Je moet niet nieuwsgierig zijn naar Hyde. Ik ben allang blij dat die klootzak vastzit.’ Het is bijna een berisping, maar ik besluit om zijn toon te negeren.
‘Denk jij dat hij met iemand samenwerkt?’ Het idee dat er nog iemand bij betrokken is, maakt me misselijk. Dat zou betekenen dat het nog niet voorbij is.
‘Ik weet het niet,’ zegt Christian en weer verstrakt zijn kaaklijn.
‘Misschien wil iemand wraak op je nemen?’ bedenk ik. Holy shit. Ik hoop niet dat het die Takketrol is. ‘Elena bijvoorbeeld?’ fluister ik. Ik realiseer me dat ik haar naam hardop heb genoemd, maar alleen hij heeft het gehoord. Ik kijk angstig naar Kate, maar ze is in een intens gesprek verwikkeld met Elliot, die haar pissig aankijkt. Hmm.
‘Je vindt het wel leuk om haar als een duivel af te spiegelen, of niet?’ Christian rolt met zijn ogen en schudt zijn hoofd vol afschuw. ‘Ze mag dan wel op wraak azen, maar dit zou ze nooit doen.’ Hij staart me met een vaste grijze blik aan. ‘Laten we het niet over haar hebben. Ik weet dat het niet jouw favoriete onderwerp is.’
‘Heb je het haar dan gevraagd?’ fluister ik, niet zeker of ik het eigenlijk wel wil weten.
‘Ana, ik heb haar sinds mijn verjaardagsfeest niet meer gesproken. Alsjeblieft, laat het los. Ik wil het niet over haar hebben.’ Hij tilt mijn hand op en strijkt met zijn lippen over mijn knokkels. Zijn ogen branden in de mijne en ik weet dat ik nu niet door moet vragen.
‘Huur een kamer,’ plaagt Elliot. ‘O, da’s waar ook – die heb je al, maar die had je niet zo lang nodig,’ grijnst hij.
Christian kijkt op en staart met een koele blik naar Elliot. ‘Fuck off, Elliot,’ zegt hij zonder boze bedoelingen.
‘Man, ik zeg je gewoon de waarheid.’ Elliots ogen lichten vrolijk op.
‘Alsof jij het allemaal zo goed weet,’ zegt Christian honend en tilt een wenkbrauw op.
Elliot grijnst om deze grap. ‘Jij bent met je eerste vriendinnetje getrouwd.’ Elliot wijst naar mij.
O shit. Waar gaat dit heen? Ik bloos.
‘Kun je het me kwalijk nemen?’ Christian kust mijn hand weer.
‘Nee.’ Elliot lacht en schudt zijn hoofd.
Ik bloos en Kate slaat op Elliots dij.
‘Wat ben je toch een klootzak af en toe,’ foetert ze tegen hem.
‘Luister naar je vriendinnetje,’ zegt Christian grijnzend tegen Elliot en zijn zorgen van daarnet lijken verdwenen te zijn. Mijn oren gaan dicht omdat we steeds hoger komen en de spanning in de cabine verdwijnt als het vliegtuig rechtuit begint te vliegen. Kate kijkt fronsend naar Elliot. Hmm... speelt er iets tussen hen? Ik weet het niet zeker.
Elliot heeft gelijk. Ik snuif om de ironie ervan. Ik ben – en was – Christian eerste vriendinnetje en nu zijn vrouw. De vijftien en de duivelse Mrs. Robinson – die tellen niet mee. Maar blijkbaar weet Elliot niet van hun bestaan af en heeft Kate hem dus niets over hen verteld. Ik glimlach naar haar en ze geeft me een samenzweerderige knipoog. Mijn geheimen zijn veilig bij Kate.
‘Oké, dames en heren, we vliegen op een hoogte van ongeveer tienduizend kilometer. De verwachte vliegtijd is één uur en zesenvijftig minuten,’ roept Stephan om. ‘U mag u nu vrij door de cabine bewegen.’
Natalia verschijnt opeens in het gangpad.
‘Wil iemand koffie?’ vraagt ze.