Vier

 

 

Ik voel me rusteloos. Christian zit al meer dan een uur in de werkkamer van het jacht. Ik heb geprobeerd te lezen, tv-gekeken, in de zon gezeten – met al mijn kleren aan – maar ik kan mijn draai niet vinden en maak me ongerust. Nadat ik me heb omgekleed in een korte broek en T-shirt, doe ik de gruwelijk dure armband af en ga op zoek naar Taylor.

‘Mevrouw Grey,’ zegt hij, opkijkend van zijn pittige Anthony Burgess-roman.

Hij zit in de kleine salon naast Christians werkkamer.

‘Ik wil graag winkelen.’

‘Natuurlijk, mevrouw.’ Hij staat op.

‘Ik wil graag met de jetski.’

Zijn mond valt open. ‘Eh.’ Hij fronst, en zoekt naar de juiste woorden.

‘Ik wil Christian er liever niet voor storen.’

Hij onderdrukt een zucht. ‘Mevrouw Grey... eh... ik denk niet dat meneer Grey dat een goed idee vindt, en ik wil graag mijn baan houden.’

O, in hemelsnaam! Ik wil met mijn ogen rollen, maar knijp ze in plaats daarvan samen, daarbij hevig zuchtend en een wanhopig armgebaar makend – hopelijk maak ik zo goed duidelijk dat ik verbolgen ben over het feit dat ik hier kennelijk niets te zeggen heb. Maar ik wil ook niet dat Christian boos wordt op Taylor – of op mij. Vol zelfvertrouwen stap ik langs hem, klop op de deur van de werkkamer en ga naar binnen.

Christian staat te bellen met zijn BlackBerry, hij leunt tegen het mahoniehouten bureau. Hij kijkt op. ‘Wacht even, Andrea,’ zegt hij in zijn telefoon; hij kijkt ernstig. Zijn blik is beleefd verwachtingsvol. Shit. Waarom voelt het alsof ik bij de schooldirecteur word binnen geroepen? Dit is de man die me gisteren nog in de handboeien sloeg. Ik weiger om me door hem te laten intimideren, hij is verdomme mijn echtgenoot. Dus ik recht mijn rug, en schenk hem een brede lach.

‘Ik ga winkelen, en neem iemand van de beveiliging mee.’

‘Ga je gang, neem een van de tweeling mee, en Taylor,’ zegt hij, en ik weet dat hij met iets heel serieus bezig is, want anders zou hij wel doorvragen naar mijn plannen. Ik staar hem aan, en ik vraag me af of ik hem ergens mee kan helpen.

‘Verder nog iets?’ vraagt hij. Hij wil dat ik wegga. Shit.

‘Heb je nog iets nodig?’ vraag ik. Hij lacht zijn lieve, verlegen lach.

‘Nee hoor, schatje. Ik heb niks nodig,’ zegt hij. ‘De bemanning zal goed voor me zorgen.’

‘Oké.’ Ik wil hem kussen. Waarom ook niet – hij is tenslotte mijn echtgenoot.

Ik stap op hem af en kus hem op zijn mond; hij is verbaasd.

‘Andrea, ik bel je later terug,’ zegt hij. Hij legt de BlackBerry op het bureau, trekt me in zijn armen en kust me vol passie. Ik ben ademloos als hij me loslaat. Zijn blik is donker en vol verlangen.

‘Je leidt me af. Ik moet dit afhandelen, dan kan ik verder met mijn huwelijksreis.’ Met zijn wijsvinger streelt hij mijn gezicht en kriebelt onder mijn kin om vervolgens mijn gezicht iets op te tillen.

‘Oké. Het spijt me.’

‘U hoeft geen sorry te zeggen, mevrouw Grey. Ik vind het heerlijk als u me afleidt.’ Hij kust mijn mondhoek.

‘Ga geld uitgeven.’ Hij laat me los.

‘Ga ik doen.’ Grijnzend verlaat ik zijn werkkamer. Mijn onderbewustzijn schudt haar hoofd en perst haar lippen samen. Je hebt hem niet verteld dat je met de jetski gaat, zegt ze bestraffend met haar zangerige stem. Ik besluit haar te negeren... Feeks.

Taylor staat al op me te wachten.

‘Alles geregeld met de opperbevelhebber... kunnen we gaan?’ Ik lach, en probeer niet sarcastisch te klinken. Taylor doet niet eens een poging om een bewonderend lachje te onderdrukken.

‘Na u, mevrouw Grey.’

 

Taylor legt me rustig uit hoe de jetski werkt. Hij straalt autoriteit uit op een kalme, vriendelijke manier. We staan in de speedboot, en dobberen en veren zachtjes in het kalme water van de haven vlak naast de Fair Lady. Gaston tuurt in de verte, zijn gezichtsuitdrukking verborgen achter zijn zonnebril en een van de bemanningsleden bestuurt de speedboot. Jemig – er moeten drie mensen mee, alleen maar omdat ik wil winkelen. Belachelijk.

Terwijl ik mijn reddingsvest vastmaak, grijns ik stralend naar Taylor. Hij strekt zijn hand uit om me op de jetski te helpen.

‘U moet het koordje van de sleutel om uw pols doen, mevrouw Grey. Als u eraf valt, slaat de motor automatisch af,’ legt hij uit.

‘Oké.’

‘Klaar?’

Ik knik enthousiast.

‘Druk op de startknop als u een paar meter van de boot bent. Wij volgen.’

‘Oké.’

Taylor duwt de jetski weg van het ponton, en het gevaarte dobbert rustig in de haven. Op zijn teken druk ik op de startknop, en de motor begint te ronken.

‘Oké, mevrouw Grey, rustig aan!’ schreeuwt Taylor naar me. Ik draai de gashendel open. De jetski schiet vooruit, om vervolgens stil te vallen. Shit! Hoe komt het dat het er bij Christian zo makkelijk uitziet! Ik probeer het nog eens, en weer valt de motor stil. Shit, shit shit!

‘Draai het gas gelijkmatig open, mevrouw Grey,’ zegt Taylor.

‘Ja ja ja,’ mopper ik onhoorbaar. Ik probeer het nog eens, heel rustig, en de jetski spuit vooruit – maar deze keer stopt hij niet! Yes! Hij gaat zelfs wat harder. Haha! Hij doet het nog steeds! Ik wil gillen van opwinding, maar doe het toch maar niet. Voorzichtig vaar ik van het jacht naar de haven. Vlak achter me hoor ik de motor van de speedboot ronken. Als ik de gashendel nog wat verder opendraai, schiet de jetski weer vooruit en stuitert over de golven. Met de warme zeewind die door mijn haar blaast en het sproeiende water om me heen, voel ik me heerlijk vrij. Dit is vet! Nu snap ik wel waarom Christian mij nooit aan het stuur laat.

In plaats van naar de kust te varen, maak ik rondjes om de Fair Lady. Wauw, dit is echt zo gááf. Ik negeer Taylor en zijn maatjes, en race nog een keer om het jacht heen. Aan het einde van mijn tweede rondje ontwaar ik Christian op het dek. Ik denk dat hij naar me kijkt, maar ik weet het niet zeker. Stoer laat ik het stuur met een hand los om enthousiast naar hem te zwaaien. Hij staat er als bevroren bij, maar uiteindelijk kan er een stijve groet vanaf. Ik kan zijn gelaatsuitdrukking nu goed zien, maar iets in mij zegt me dat ik dat helemaal niet wil weten, en ik vaar richting de haven over het Middellandse Zeewater dat schittert in de late namiddagzon.

Bij de steiger houd ik even in en laat Taylor voor me komen met de boot. Hij ziet bleek en de moed zakt me in de schoenen; Gaston op zijn beurt lijkt er wel om te kunnen lachen. Een ogenblik vraag ik me af of er iets is gebeurd dat de Franco-Amerikaanse betrekkingen op scherp heeft gezet, maar diep vanbinnen vermoed ik dat ikzelf waarschijnlijk het probleem ben. Gaston springt uit de motorboot en legt hem vast, terwijl Taylor aangeeft waar ik de jetski moet afmeren. Heel voorzichtig breng ik de jetski in de juiste positie naast de boot. Er kan alweer een lachje vanaf.

‘U hoeft alleen maar de stopknop in te drukken, mevrouw Grey,’ zegt hij kalm, en hij houdt het stuur vast, zodat ik makkelijker bij hem in de boot kan stappen. Behendig klim ik aan boord, verbaasd dat ik niet in het water val.

‘Mevrouw Grey,’ zegt Taylor nerveus; een blos kleurt zijn wangen. ‘Meneer Grey is er niet zo blij mee dat u de jetski gebruikt.’ Hij schaamt zich echt dood, en ik realiseer me dat hij een boos telefoontje van Christian heeft gehad. O, mijn arme, ziekelijk beschermzuchtige man, wat moet ik toch met je?

Ik schenk Taylor een geruststellende lach. ‘Ik begrijp het. Weet je, Taylor, meneer Grey is er op dit moment even niet, en als hij ergens niet zo blij mee is, dan weet ik zeker dat hij zo beleefd is me dat te vertellen als ik weer terug op de boot ben.’

Taylor krimpt ineen. ‘Prima, mevrouw Grey,’ zegt hij stilletjes en geeft mij m’n handtas.

Terwijl ik uit de boot klim, vang ik een glimp op van zijn zuinige glimlach, en daar moet ik op mijn beurt weer om lachen. Ik ben echt dol op Taylor, maar stel het niet op prijs als hij me de les leest – hij is niet mijn vader of echtgenoot.

Shit. Christian is boos – en hij heeft op dit moment al zoveel om zich druk over te maken. Hoe haal ik het in mijn hoofd? Mijn BlackBerry gaat over terwijl ik sta te wachten tot Taylor ook op de steiger staat, en ik vis hem tevoorschijn uit mijn tas. ‘Your Love Is King’ van Sade is mijn ringtone voor Christian – alleen voor hem.

‘Hoi,’ zeg ik bedeesd.

‘Hoi,’ zegt hij.

‘Ik kom wel terug met de boot. Niet boos zijn.’

Een zekere verbazing klinkt door in zijn ademhaling. ‘Eh...’

‘Maar het was wel heel leuk,’ fluister ik.

Hij zucht. ‘Wie ben ik om u uw plezier in te binden, mevrouw Grey. Maar wees voorzichtig. Alsjeblieft.’

O hemel. Ik heb toestemming om plezier te maken! ‘Doe ik. Kan ik iets voor je meenemen uit het dorp?’

‘Alleen jezelf, zonder kleerscheuren.’

‘Ik zal mijn best doen uw wens te honoreren, meneer Grey.’

‘Fijn om te horen, mevrouw Grey.’

‘We doen er alles aan om u tevreden te stellen,’ antwoord ik giechelend.

Ik hoor aan zijn stem dat hij lacht. ‘Ik krijg een ander telefoontje – later, schatje.’

‘Later, Christian.’

Hij hangt op. Jetskicrisis afgewend, denk ik. De auto staat al te wachten, en Taylor houdt het portier voor me open. Als ik instap, geef ik hem een knipoog, en geamuseerd schudt hij zijn hoofd.

In de auto zet ik het e-mailprogramma van mijn BlackBerry aan.

 


Van: Anastasia Grey

Onderwerp: Bedankt

Datum: 17 augustus 2011 16:55

Aan: Christian Grey

 

Dat je niet zo knorrig bent.

Je liefhebbende vrouw

xxx


Van: Christian Grey

Onderwerp: Probeer me Koest te Houden

Datum: 17 augustus 2011 16:59

Aan: Anastasia Grey

 

Graag gedaan.

Kom heelhuids terug.

Dit is geen verzoek.

X

 

Christian Grey

Directeur & Beschermzuchtige Echtgenoot, Grey Enterprises Holdings Inc.

 

Ik moet lachen om zijn antwoord. Mijn controlfreak.

 

Waarom ben ik eigenlijk gaan winkelen? Ik heb een hekel aan winkelen. Maar diep vanbinnen weet ik wel waarom, en vastberaden loop ik langs Chanel, Gucci, Dior en de ander designerboetieks. Uiteindelijk vind ik wat ik zoek in een kleine, propvolle souvenirwinkel. Het is een klein, zilveren enkelbandje met hartjes en belletjes. Hij tinkelt zacht en kost vijf euro. Meteen nadat ik hem heb gekocht, doe ik hem om. Dit ben ik – en dit is wat ik leuk vind. Meteen voel ik me beter. Ik wil het meisje in me dat van dit soort dingen houdt, niet kwijtraken – nooit. In mijn hart weet ik dat ik niet alleen overdonderd ben door Christian zelf, maar ook door zijn rijkdom. Zal ik er ooit aan kunnen wennen?

Taylor en Gaston volgen me trouw door de mensenmassa, en al snel vergeet ik dat ze steeds in mijn buurt zijn. Ik wil iets voor Christian kopen, iets wat hem afleidt van wat er allemaal in Seattle gebeurt. Maar wat koop je voor een man die alles al heeft? Midden op een klein, modern plein houd ik stil en bekijk de winkels die eromheen liggen. Als ik een elektronicazaak zie, moet ik weer denken aan ons bezoekje aan de galerie eerder vandaag en dat aan het Louvre. We stonden te kijken naar de Venus van Milo... Christians woorden echoën in mijn hoofd. ‘Iedereen houdt van vrouwelijke vormen. We kijk er graag naar, of ze nu van marmer is, in olieverf, satijn of op film.’

Opeens heb ik een idee, een nogal gewaagd idee. Ik moet alleen de juiste zien te kiezen, en ik ken maar één persoon die me daarbij kan helpen. Ik haal mijn BlackBerry tevoorschijn en bel José.

‘Wie...?’ mompelt hij slaperig.

‘José, met Ana.’

‘Hey Ana! Waar ben je? Alles goed met je?’ Opeens klinkt hij alerter, ongerust zelfs.

‘Ik ben in Cannes, in Zuid-Frankrijk, en het gaat goed.’

‘Toe maar, Zuid-Frankrijk. Vast in een luxe hotel?’

‘Eh... nee. We zitten op een boot.’

‘Een boot?’

‘Een jacht,’ licht ik met een zucht toe.

‘Op die manier.’ Zijn toon wordt koeler. Shit, ik had hem niet moeten bellen. Dit kan ik er nu niet bij hebben.

‘José, ik heb je advies nodig.’

‘Mijn advies?’ Hij klinkt verbaasd. ‘Tuurlijk,’ zegt hij, en nu klinkt hij een stuk vriendelijker. Ik vertel hem wat ik van plan ben.

 

Twee uur later helpt Taylor me uit de speedboot het trappetje naar het jacht op. Gaston helpt een van de bemanningsleden met de jetski. Christian is nergens te bekennen, en ik haast me naar onze slaapkamer om zijn cadeautje in te pakken – ik ben als een kind zo blij.

‘Wat was je lang weg.’ Christian laat me schrikken, ik ben net met het laatste stukje plakband bezig. Ik draai me om en zie hem in de deuropening staan; hij kijkt me indringend aan. Shit! Hij gaat toch niet weer beginnen over die jetski? Of is het de brand in zijn kantoor?

‘Is alles onder controle op kantoor?’ vraag ik voorzichtig.

‘Min of meer,’ zegt hij, en een geërgerde frons trekt over zijn gezicht.

‘Ik heb een beetje gewinkeld,’ zeg ik, in de hoop hem wat op te fleuren. Daarnaast hoop ik dat hij niet geïrriteerd is door mij. Dan schenkt hij me een warme lach, en ik weet dat het goed zit tussen ons.

‘Wat heb je gekocht?’

‘Dit,’ zeg ik, en ik leg mijn been op het bed om mijn enkelbandje te showen.

‘Leuk,’ zegt hij. Hij komt dichterbij en geeft de kleine belletjes een tikje zodat ze zachtjes rinkelen rond mijn enkel. Vervolgens fronst hij nog een keer, en strijkt met zijn vingers over de striemen; het gebaar doet mijn hele been tintelen.

‘En dit.’ Ik hou de doos omhoog om hem af te leiden.

‘Voor mij?’ vraagt hij verbaasd. Verlegen knik ik. Hij pakt de doos van me aan, en schudt hem voorzichtig. Een jongensachtige, duizelingwekkend lieve lach glijdt over zijn gezicht, en hij komt naast me op het bed zitten. Hij buigt naar me toe, pakt mijn kin en geeft me een kus.

‘Dankjewel,’ zegt hij, een beetje verlegen, maar verheugd.

‘Je hebt het nog niet eens opengemaakt.’

‘Ik vind het prachtig, wat het ook is.’ Hij kijkt naar me, zijn ogen glanzen. ‘Ik krijg niet vaak cadeautjes.’

‘Het valt ook niet mee om iets voor jou te kopen. Jij hebt alles al.’

‘Ik heb jou.’

‘Dat is waar,’ zeg ik met een grijns. O, met hart en ziel, Christian.

Hij grist het inpakpapier open. ‘Een Nikon?’ Hij kijkt me niet-begrijpend aan.

‘Ik weet dat je een kleine digitale camera hebt, maar deze is voor... eh... portretten en zo. Er zitten twee lenzen bij.’

Hij knippert met zijn ogen, snapt er nog steeds niks van.

‘Ik zag je vandaag kijken naar de foto’s van Florence d’Elle in de galerie. En ik weet nog wat je zei in het Louvre. En dan waren er nog die andere foto’s, natuurlijk.’ Ik slik, en probeer de gedachten aan de foto’s die ik in zijn kast vond weg te drukken.

Zijn adem stokt, en zijn ogen worden groter als hij het opeens begrijpt. Ik ga snel verder voordat ik niet meer durf.

‘Ik dacht dat je misschien, eh... foto’s zou willen maken van... mij.’

‘Foto’s. Van jou?’ Hij zit me aan te gapen, heeft totaal geen aandacht meer voor de doos die op zijn schoot ligt.

Ik knik, en probeer wanhopig zijn reactie te peilen. Na een poosje richt hij zijn blik weer op de doos en volgt met zijn vingers aandachtig de illustratie van de camera op de voorkant.

Wat gaat er in zijn hoofd om? Hoe dan ook, dit is niet de reactie die ik had verwacht, en mijn onderbewustzijn kijkt naar me alsof ik een huisdier ben dat van de boerderij komt. Christian reageert altijd anders dan ik verwacht. Hij kijkt me opnieuw aan, zijn ogen zijn gevuld met wat... pijn?

‘Waarom denk je dat ik dit zou willen?’ vraagt hij verbouwereerd.

Nee, nee, nee! Je zei dat je er blij mee zou zijn...

‘Niet dan?’ vraag ik, terwijl ik weiger om mijn onderbewustzijn gelijk te geven nu ze zich afvraagt wie er zit te wachten op erotisch getinte foto’s van mij. Christian slikt, haalt een hand door zijn haar, en ziet er erg verloren en in de war uit.

‘Voor mij zijn dat soort foto’s altijd een soort verzekeringspolis geweest, Ana. Ik weet dat ik lange tijd vrouwen heb geobjectiveerd,’ zegt hij, en valt dan stil.

‘En jij denkt dat je door foto’s van mij te nemen... eh, mij objectiveert?’ De lucht wordt uit mijn longen geperst, en het bloed trekt uit mijn gezicht terwijl ik het zeg.

Hij knijpt zijn ogen samen. ‘Het verwart me zo,’ fluistert hij. Als hij ze weer opent, is zijn blik verward en vol primitieve emotie.

Shit. Komt het door mij? Door de vragen die ik stelde over zijn biologische moeder? De brand in zijn kantoor?

‘Waarom zegt je dat?’ fluister ik, en de paniek grijpt me bij de keel. Ik dacht dat hij gelukkig was. Dat wij samen gelukkig waren. En dat ik hem gelukkig maakte. Ik wil hem niet verwarren. Doe ik dat? Mijn hartslag schiet omhoog. Hij heeft dr. Flynn al drie weken niet bezocht. Is dat het? Zou dat de reden zijn dat hij doordraait? Shit, moet ik Flynn bellen? In een waarschijnlijk unieke opwelling van uitzonderlijk inzicht en helderheid, doorzie ik het – de brand, Charlie Tango, de jetski... Hij is bang, bang dat mij iets overkomt, en de striemen op mijn huid maken zijn angsten werkelijkheid. Ze houden hem de hele dag al bezig, en hij raakt in de war omdat hij niet gewend is dat hij zich onprettig voelt als hij iemand pijn heeft gedaan. Mijn bloed stolt bij de gedachte.

Hij haalt zijn schouders nog een keer op, en dan richt hij zijn blik op mijn pols – waar eerder de armband zat die hij vanmiddag voor me heeft gekocht. Bingo!

‘Christian, dit doet me niets.’ Ik toon hem mijn polsen, om duidelijk te maken dat de striemen al veel minder erg zijn. ‘We hadden een stopwoord afgesproken. Shit – gisteren was geweldig. Ik heb ervan genoten. Maak je er niet langer druk over – ik vind ruige seks lekker, dat heb ik je al eens verteld.’ Ik word vuurrood, terwijl ik de golf van paniek die in me opwelt probeer te onderdrukken.

Indringend kijkt hij me aan, en ik heb geen idee wat hij nu denkt. Misschien denkt hij na over wat ik heb gezegd? Ik ga struikelend verder.

‘Komt het door de brand? Denk je dat die op de een of andere manier verbonden is met Charlie Tango? Maak je je daarom zorgen? Zeg dan wat, Christian – alsjeblieft.’

Hij staart me aan maar zegt niets; de stilte tussen ons bouwt zich weer op, net zoals vanmiddag. Fuckaduck! Hij houdt z’n mond dicht, dat is wel duidelijk.

‘Denk het nou niet de grond in, Christian,’ zeg ik, en de woorden echoën een herinnering van nog niet zo heel lang geleden – toen hij tegen me praatte over dat stomme contract. Ik pak de doos van zijn schoot en maak hem open. Passief kijkt hij toe, alsof ik van een andere planeet kom. De uiterst behulpzame verkoper heeft hem helemaal gebruiksklaar gemaakt, dus ik pak de camera uit de doos en verwijder de lensdop. Dan richt ik de camera op hem, zodat zijn mooie gezicht met een zorgelijke blik in de zoeker zie. Ik druk op de knop en houd hem ingedrukt, en zo worden tien beelden van Christians gealarmeerde gezichtsuitdrukking digitaal vastgelegd voor het nageslacht.

‘Dan objectiveer ik jou wel,’ zeg ik, en ik druk nog eens op het knopje.

Op de laatste foto krullen zijn lippen vrijwel onzichtbaar in een klein glimlachje. Ik druk nog een keer op de knop en deze keer staat hij er lachend op... het is een klein lachje, maar toch. Ik houd de knop nog eens ingedrukt, en ik zie hem voor de lens ontspannen en een pruilmondje trekken – een volledige, geposeerde, belachelijke, filmsterwaardige pruilmond. Ik moet ervan giechelen. O, gelukkig. Mr. Veranderlijk is terug van weggeweest – en nog nooit eerder was ik zo blij om hem te zien.

‘Ik dacht dat het mijn cadeau was,’ miemelt hij, maar ik denk dat hij me plaagt.

‘Nou, het was leuk bedoeld, maar blijkbaar is het een symbool van onderdrukking van vrouwen.’ Ik neem foto na foto, en ik zie het plezier in superclose-up op zijn gezicht steeds duidelijker. Opeens wordt zijn blik donker en roofzuchtig.

‘Wil je onderdrukt worden?’ zegt hij zijdezacht.

‘Dat niet, nee,’ zeg ik terug, en neem weer een foto.

‘Ik zou u heel erg kunnen onderdrukken, mevrouw Grey,’ zegt hij dreigend met een hese stem.

‘Dat weet ik, meneer Grey. En dat doet u dan ook regelmatig.’

Zijn gezicht betrekt. Shit. Ik laat de camera zakken en staar hem aan.

‘Wat is er, Christian?’ Frustratie klinkt door in mijn stem. Zeg het dan!

Hij zegt niets. Gah! Irritant. Ik breng de camera weer voor mijn gezicht.

‘Vertel op,’ probeer ik nog eens.

‘Niets,’ zegt hij en plotseling is hij verdwenen uit de zoeker. Met een razendsnelle beweging gooit hij de doos van de camera op de grond, pakt me vast en duwt me op het bed. Hij zit boven op me, met een been aan elke kant.

‘Hey!’ roep ik, en ik neem nog meer foto’s van hem, terwijl hij boven me hangt met een niets verbloemende duistere glimlach. Hij pakt de camera bij de lens, en de fotograaf wordt zelf het onderwerp als hij de Nikon op me richt en drukt.

‘Zo, mevrouw Grey, dus u wilt dat ik foto’s van u maak?’ zegt hij geamuseerd. Ik zie alleen zijn warrige haardos en een brede grijns. ‘Om te beginnen vind ik dat u er lachend op moet,’ zegt hij, en hij kietelt me genadeloos in mijn zij. Ik begin te kirren, te giechelen en kronkel onder hem tot ik zijn pols grijp, in een poging hem te laten stoppen. Hij lacht breeduit, en probeert opnieuw foto’s te maken.

‘Nee! Stop!’ gil ik.

‘Ik dacht het niet,’ zegt hij smalend, en hij legt de camera naast ons neer zodat hij mij met twee handen kan kietelen.

‘Christian!’ Ik krijg bijna geen lucht van het lachen. Hij heeft me nog nooit gekieteld. Fuck – stop! Ik schud met mijn hoofd van links naar rechts, probeer onder hem weg te draaien en zijn handen weg te duwen, maar hij geeft niet toe – hij heeft dikke lol en geniet duidelijk van de marteling.

‘Christian, stop!’ smeek ik, en dan opeens houdt hij op. Hij pakt mijn beide handen en houdt ze naast mijn hoofd vast. We zijn buiten adem van het lachen. Hij kijkt me op een bepaalde manier aan. Wat zie ik? Mijn longen begeven het. Kijkt hij verwonderd? Liefdevol? Vol aanbidding? Allemachtig. Die blik!

‘Jij. Bent. Zo. Mooi,’ hijgt hij.

Ik staar naar zijn lieve, lieve gezicht, en hij kijkt alsof hij me voor het eerst ziet. Hij sluit zijn ogen en kust me, helemaal in vervoering. Zijn reactie schudt mijn libido wakker... O hemel. Hij laat mijn handen los en woelt met zijn vingers door mijn haar; door de opwinding die zijn kus veroorzaakt duw ik me omhoog, tegen hem aan. Het volgende moment worden zijn kussen anders, ze zijn niet langer zacht en bewonderend, maar geil, diep en gretig – zijn tong dringt mijn mond binnen, neemt in plaats van te geven; zijn kussen hebben nu een wanhopig, behoeftig tintje. Terwijl mijn verlangen verder aanwakkert, staat elke spier en zenuw op scherp. Toch voel ik een alarmerende ondertoon.

O, Vijftig, wat is er aan de hand?

Hij haalt diep adem en kreunt. ‘O, wat doe je toch allemaal met me,’ zegt hij, verloren en rauw. Opeens ligt hij boven op me, en duwt me in het matras – met één hand houdt hij mijn kin vast en de andere gaat tastend over mijn huid, mijn borsten, mijn middel, mijn heup, en mijn billen. Hij kust me nog eens, duwt een been tussen het mijne zodat ik een knie optrek, en terwijl hij tegen me aanrijdt, drukt zijn erectie tegen onze kleren en mijn schaamstreek. Hijgend en kreunend druk ik me tegen hem aan, en ik verlies mezelf helemaal in zijn vurige passie. De alarmbelletjes die ergens in mijn achterhoofd afgaan, negeer ik, in de wetenschap dat hij me wil, me nodig heeft. En dat als het erop aankomt, dit zijn favoriete manier is om zich te uiten. Ik geef me helemaal over in mijn kussen, woel met mijn vingers door zijn haar, houd hem vast. Hij smaakt zo lekker en ruikt naar Christian, mijn Christian.

Opeens stopt hij, staat op en trekt me van het bed; beduusd sta ik voor hem. Hij maakt vlug het knoopje van mijn broek los, zakt door zijn knieën en trekt de broek én mijn slipje in één ruk naar beneden. Voordat ik naar adem kan happen, lig ik alweer op het bed en maakt hij de knopen van zijn broek open. Lieve help! Verder houdt hij alles aan, ik heb ook mijn T-shirt nog aan. Hij houdt mijn hoofd vast, en zonder enige aankondiging stoot hij bij mij naar binnen, waardoor ik het uitgil – meer van verrassing dan iets anders – zijn adem komt met horten en stoten door zijn opeengeklemde kaken heen.

‘Yessss,’ hijgt hij dicht bij mijn oor. Dan trekt hij zich terug, om vervolgens zijn bekken te kantelen en dieper te stoten, waardoor ik kreun.

‘Ik heb je nodig,’ gromt hij. Hij gaat met zijn tanden langs mijn kaak, bijt en sabbelt eraan, en dan kust hij me weer ruw. Ik vouw mijn armen en benen om hem heen, wieg hem, houd hem stevig tegen me aan in een poging hem alles te laten vergeten wat hem zorgen baart en dan begint hij te bewegen... alsof hij helemaal in me probeert te kruipen. Steeds weer, panisch, primair en wanhopig. En voordat ik me verlies in het krankzinnige ritme dat hij inzet, vraag ik me nog even af wat hem bezighoudt, zorgen baart. Maar mijn lichaam neemt het over, wist de gedachte. Het gevoel bouwt zich op en stoot na stoot kom ik hem tegemoet. Ik luister naar zijn zwoegende ademhaling, die geconcentreerd en overweldigend tegelijk is. De wetenschap dat hij helemaal in me opgaat... ik kreun luid, buiten adem. Het is zo erotisch – zijn verlangen naar mij. Ik kom... bijna... en hij voert me nog verder, overweldigt me, neemt me – dit is wat ik wil. Ik wil dit zo graag... voor hem en voor mij.

‘Kom samen met me,’ zegt hij hijgend, en hij komt overeind.

‘Doe je ogen open, ik wil je zien.’ Zijn stem klinkt dwingend, onverbiddelijk. Even open ik mijn ogen, en zie hem boven me – zijn gespannen gezicht, de ruwe en glanzende blik in zijn ogen. Zijn passie en liefde geven me het laatste zetje, en als op commando bereik ik mijn hoogtepunt, daarbij woest mijn hoofd achterover gooiend en mijn lichaam om hem heen krullend.

‘O, Ana!’ schreeuwt hij bijna jammerend en dan komt ook hij diep in mij klaar, om zich vervolgens op me te laten vallen. Hij rolt om, zodat ik boven op hem kom te liggen, en ik voel hem nog steeds in mij. Als ik enigszins bijkom van mijn orgasme en mijn lichaam tot rust komt, wil ik eigenlijk een grapje maken over geobjectiveerd en onderdrukt worden maar ik houd mijn mond, niet zeker van zijn gemoedstoestand. Ik richt me op van Christians borstkas en kijk onderzoekend naar zijn gezicht. Hij heeft zijn ogen dicht, en zijn armen zijn stevig om me heen gevouwen. Ik kus zijn borst door de dunne stof van zijn linnen shirt heen.

‘Vertel het me, Christian, wat is er aan de hand?’ vraag ik zacht, en nieuwsgierig wacht ik af of hij me nu, voldaan van de seks, zelfs iets gaat vertellen. Ik voel de greep van zijn armen strakker worden, maar dat is dan ook het enige antwoord dat ik krijg. Hij gaat niks vertellen. Dan krijg ik een ingeving.

‘Ik beloof je plechtig dat ik je trouwe partner zal zijn in tijden van ziekte en gezondheid, om je partner te zijn in goede tijden en in slechte tijden, en je plezier en zorgen te delen,’ zeg ik plechtig.

Hij verstijft. De enige beweging die hij maakt, is het openen van zijn uitdrukkingloze ogen om me aan te staren, terwijl ik doorga met mijn huwelijksgeloften.

‘Ik beloof plechtig dat ik onvoorwaardelijk van je zal houden, je zal bijstaan bij het waarmaken van je doelen en dromen, je te eren en respecteren, met je te lachen en te huilen, mijn wensen en dromen met je te delen, en je te troosten in moeilijke tijden.’ Ik stop even, om hem de kans te geven wat te zeggen. Hij kijkt me aan, zijn mond gaat iets open, maar hij zegt niets.

‘En van je te houden zolang we leven.’ Ik zucht.

‘O, Ana,’ fluistert hij, en hij draait iets zodat we nu naast elkaar liggen. Met zijn knokkels streelt hij mijn gezicht.

‘Ik beloof je plechtig dat ik jou en onze verbintenis zal bewaken en koesteren,’ gaat hij op zachte toon verder. ‘Ik beloof dat ik trouw van je zal houden, alleen van jou, in goede tijden en in slechte, wat het leven ons ook brengt. Ik zal je beschermen, vertrouwen en respecteren. Ik zal je vreugden en je zorgen delen, en je bijstaan als dat nodig is. Ik beloof dat ik je zal koesteren, en altijd naast je zal staan. Alles wat van mij is, is nu ook van jou. Ik geef je mijn hand, mijn hart en al mijn liefde, zolang we leven.’

Tranen wellen op in mijn ogen. Zijn uitdrukking wordt zachter als hij me aankijkt.

‘Niet huilen,’ zegt hij, terwijl hij met zijn duim een traan wegveegt.

‘Waarom kun je er niet met me over praten? Alsjeblieft, Christian.’

Hij sluit zijn ogen, het is alsof hij pijn heeft.

‘Ik heb beloofd dat ik je zou troosten in moeilijke tijden. Geef me alsjeblieft een kans om me aan die gelofte te houden,’ smeek ik.

Hij zucht en opent zijn ogen, zijn gezicht betrekt. ‘Het is brandstichting,’ zegt hij eenvoudig, en opeens ziet hij er zo jong en kwetsbaar uit.

O, fuck.

‘En ik ben bang dat ze op mij uit zijn. En als dat zo is...’ Hij pauzeert, niet in staat verder te praten.

‘... Dan hebben ze het misschien ook op mij gemunt,’ fluister ik. Hij trekt wit weg, en ik weet dat ik eindelijk de bron van zijn angst heb blootgelegd. Zachtjes streel ik zijn gezicht.

‘Dankjewel,’ zeg ik zacht.

Hij fronst. ‘Waarvoor?’

‘Dat je me het hebt verteld.’

Hij schudt zijn hoofd en hij lacht schamper. ‘U kunt heel overtuigend zijn, mevrouw Grey.’

‘En jij kunt je gevoelens heel goed opkroppen en jezelf ongerust maken tot je erbij neervalt. Als je zo doorgaat, heb je voor je veertigste een hartaanval, en ik wil je nog wat langer met je leven.’

‘Mevrouw Grey, jij wordt nog eens mijn dood. Toen ik je op de jetski zag, kreeg ik bijna een hartstilstand.’ Hij laat zich op het bed vallen en houdt een hand voor zijn ogen; hij rilt even.

‘Christian, het is een jetski. Zelfs kinderen gaan erop. Dat belooft wat als we naar jouw huis in Aspen gaan en ik voor het eerst ga skiën...’

Zijn adem stokt en hij draait zijn gezicht naar me toe, en eigenlijk moet ik lachen om de verschrikte blik op zijn gezicht.

‘Ons huis,’ zegt hij uiteindelijk.

Ik negeer zijn opmerking. ‘Ik ben volwassen, Christian, en veel sterker dan ik eruitzie. Wanneer leer je dat nou eens?’

Hij haalt zijn schouders op en perst zijn lippen samen. Ik besluit van onderwerp te veranderen.

‘Dus, die brand. Weet de politie dat het opzet was?’

‘Ja.’ Hij kijkt ernstig.

‘Mooi.’

‘De beveiliging wordt aangescherpt,’ zegt hij zakelijk.

‘Dat begrijp ik.’ Ik kijk naar zijn lichaam. Hij heeft nog steeds zijn broek en shirt aan, en ik mijn T-shirt. Jemig – over wham, bam, thank you ma’am gesproken. Ik moet lachen om mezelf.

‘Wat is er?’ vraagt Christian beteuterd.

‘Jij.’

‘Ik?’

‘Ja, jij. Je hebt je kleren nog aan.’

‘O.’ Hij kijkt eerst naar zichzelf, dan naar mij, en vervolgens verschijnt er een enorme lach op zijn gezicht.

‘Ach, nou ja, u weet hoe moeilijk het voor me is om van u af te blijven, mevrouw Grey – vooral wanneer u giechelt als een schoolmeisje.’

O ja – het kietelen. Gah! Het kietelen. Met een snelle beweging probeer ik hem in een houdgreep te nemen, maar hij heeft mijn gemene plannetje al snel door en grijpt mijn polsen beet.

‘Nee,’ zegt hij, en hij meent het.

Ik trek een pruillip, maar besluit dat hij hier nog niet klaar voor is.

‘Niet doen, alsjeblieft,’ fluistert hij. ‘Ik zou het niet aankunnen. Als kind ben ik nooit gekieteld.’ Hij stopt met praten en ik ontspan mijn handen zodat hij me kan loslaten.

‘Ik keek altijd hoe Carrick Elliot en Mia kietelde, en ze hadden altijd zo veel lol, maar ik... ik...’

Ik druk mijn wijsvinger tegen zijn lippen.

‘Stil maar, ik weet het,’ zeg ik liefdevol en ik kus hem op de plek waar net mijn vinger lag. Daarna leg ik mijn hoofd op zijn borst. De bekende pijn en het gevoel van diepe treurnis die ik voel voor Christian als kleine jongen, welt weer eens in me op. Ik hou zoveel van deze man dat ik alles voor hem zou doen.

Hij slaat zijn armen om me heen en duwt zijn neus in mijn haar, haalt diep adem terwijl hij mijn rug streelt. Ik heb geen idee hoe lang we zo liggen, maar uiteindelijk verbreek ik de prettige stilte tussen ons.

‘Wat is de langste periode dat je dr. Flynn niet hebt gezien?’

‘Twee weken. Hoezo? Heb je een onbedwingbare drang om me te kietelen?’

‘Nee.’ Ik grinnik. ‘Ik denk dat hij je helpt.’

Christian snuift. ‘Dat is maar goed ook, ik betaal hem er genoeg voor.’ Zachtjes trekt hij aan mijn haar, zodat ik naar hem moet kijken. Ik til mijn hoofd op en onze blikken ontmoeten elkaar.

‘Maakt u zich druk om mijn welzijn, mevrouw Grey?’ vraagt hij zacht.

‘Elke goede vrouw maakt zich druk om het welzijn van haar geliefde echtgenoot, meneer Grey,’ antwoord ik plagerig.

‘Geliefde?’ fluistert hij; de vraag hangt dreigend in de lucht.

‘Zeer geliefde.’ Snel kom ik overeind om hem een kus te geven, en hij lacht zijn verlegen lach.

‘Wil je aan land gaan om te eten, mevrouw Grey?’

‘Ik wil eten waar jij je het prettigst voelt.’

‘Mooi.’ Hij grinnikt. ‘Hier aan boord kan ik een oogje op je houden. Dankjewel voor het cadeau.’ Hij pakt de camera en houdt hem op armlengte, vervolgens maakt hij een foto van ons samen – nog nagloeiend van het kietelen, de seks en een gesprek vol bekentenissen.

‘Heel graag gedaan.’ Ik lach, en zijn ogen lichten op.

 

 

We wandelen door het weelderig vergulde zeventiende-eeuwse Paleis van Versailles. Ooit was het een bescheiden koninklijk jachtverblijf, maar de Roi Soleil maakte er een luisterrijke, luxueuze machtszetel van vol pracht en praal. Al zou het tijdperk van absolute monarchen het einde van de achttiende eeuw niet meer zien.

De meest verbazingwekkende ruimte is de Spiegelzaal. Het vroege middaglicht schijnt door de ramen aan de westkant, waardoor de spiegels aan de oostelijke kant het licht vangen en zo het bladgoud en de enorme kristallen kroonluchters een gouden gloed geven. Het is adembenemend mooi.

‘Interessant om te zien wat er terechtkomt van een despotische megalomaniak die zichzelf in dergelijke luxe afzondert van de wereld,’ zeg ik tegen Christian. Hij kijkt geamuseerd naar me en houdt zijn hoofd een beetje scheef.

‘Wat wilt u daarmee zeggen, mevrouw Grey?’

‘O, het is niet meer dan een observatie, meneer Grey.’ Met een luchtig gebaar wuif ik in de ruimte. Grinnikend volgt hij me naar het midden van de ruimte, waar ik stilhoud en geniet van het uitzicht – ik zie de prachtige tuinen, en de prachtige Christian Grey, mijn echtgenoot, naar me terugkijken in een spiegel, fraai en stoutmoedig.

‘Ik zou dit voor jou bouwen,’ fluistert hij. ‘Al was het maar om te zien hoe het licht je haar oplicht, zoals je hier nu staat.’ Hij steekt een pluk haar achter mijn oor. ‘Je ziet eruit als een engel.’ Hij kust me net onder mijn oorlelletje, neemt mijn hand in de zijne en mompelt: ‘Wij despoten doen dat namelijk voor de vrouwen van wie wij houden.’

Ik bloos door zijn compliment, en verlegen lachend leidt hij me naar de volgende ruimte.

 

 

‘Waar denk je aan?’ vraagt Christian zacht. We hebben net gegeten en drinken koffie.

‘Versailles.’

‘Opzichtig, vind je ook niet?’ Hij grinnikt. Ik kijk om me heen naar de minder opzichtige grandeur van de eetkamer in de Fair Lady en tuit mijn lippen.

‘Dit is niet echt opzichtig,’ zegt Christian, met een half verdedigende ondertoon.

‘Dat weet ik. Het is mooi. De beste huwelijksreis die een meisje zich kan wensen.’

‘Echt?’ vraagt hij, oprecht verbaasd. En hij lacht er zijn verlegen lachje bij.

‘Ja, natuurlijk.’

‘We hebben nog maar twee dagen. Wil je nog iets zien of doen?’

‘Ik wil alleen maar met jou zijn,’ zeg ik. Hij staat op, loopt naar me toe en kust me op mijn voorhoofd.

‘Denk je dat je een uurtje zonder me kunt? Ik moet mijn e-mail checken, kijken wat er thuis allemaal gebeurt.’

‘Ja hoor,’ zeg ik opgewekt, en ik probeer mijn teleurstelling dat we een uur niet samenzijn, te onderdrukken. Is het ongezond dat ik de hele tijd bij hem wil zijn? Mijn onderbewuste perst haar lippen tot een harde onaantrekkelijke streep en knikt heftig.

‘Bedankt voor de camera,’ zegt hij, en dan is hij al op weg naar de werkkamer.

 

Ik zit in onze slaapkamer en besluit mijn e-mail te checken op mijn laptop. Er zijn berichtjes van mijn moeder en van Kate, die me op de hoogte houdt van de laatste roddels en wil weten hoe de huwelijksreis is. Nou, fantastisch, tot iemand besloot om GEH Inc. in de fik te steken... Terwijl ik een berichtje aan mijn moeder afrond, komt er een mailtje van Kate binnen.

 


Van: Katherine L. Kavanagh

Datum: 17 augustus 2011 11:45

Aan: Anastasia Grey

Onderwerp: OMG!!!!

 

Ana, hoor net het nieuws van de brand in Christians kantoor.

Denk je dat het is aangestoken?

K xox

 

Kate is online! Ik duik als een gek op mijn nieuwe speeltje – Skype – en zie dat ze beschikbaar is. Snel typ ik een berichtje.

 

Ana: Hé, ben je daar?

Kate: Ja, Ana! Hoe gaat-ie? Hoe is je huwelijksreis? Heb je mijn e-mail gelezen? Weet Christian al van de brand?

Ana: Het gaat prima. Huwelijksreis is geweldig. Ja, ik heb je e-mail ontvangen. En ja, Christian weet het.

Kate: Dat dacht ik al. Het is niet helemaal duidelijk wat er precies is gebeurd. En Elliot wil niks zeggen.

Ana: Ben je aan het hengelen naar informatie?

Kate: Je kent me te goed.

Ana: Christian heeft me niet veel verteld.

Kate: Elliot heeft het van Grace gehoord!

 

O, nee – ik denk niet dat Christian wil dat heel Seattle dit weet. Ik besluit mijn gepatenteerde Kavanagh-afleidingstactiek toe te passen.

 

Ana: Hoe gaat het met Elliot en Ethan?

Kate: Ethan is toegelaten tot de psychologiecolleges voor zijn master op de universiteit. Elliot is een schatje.

Ana: Hiep hiep voor Ethan.

Kate: Hoe gaat het met onze favoriete ex-Dom?

Ana: Kate!

Kate: Wat is er?

Ana: DAT WEET JIJ DONDERS GOED!

Kate: K. Sorry

Ana: Het gaat goed met ’m. Heel goed zelfs. :)

Kate: Oké, als jij gelukkig bent, ben ik het ook.

Ana: Ik ben supergelukkig.

Kate: :) Ik moet hobbelen. Spreek ik je straks nog?

Ana: Weet ik niet. Kijk maar even of ik online ben. Tijdzones zijn stom!

Kate: Ja. Hou van jou, Ana.

Ana: Ik ook van jou. Later. x

Kate: Later. <3

 

Reken maar dat Kate boven op dit nieuws zit. Ik rol met mijn ogen en sluit het e-mailprogramma af, zodat Christian mijn chat met Kate niet kan zien. De opmerking over de ex-Dom zal hij ongetwijfeld niet kunnen waarderen, en ik weet eigenlijk niet of het wel helemaal ex is...

Ik zucht hardop. Kate weet alles sinds ons dronken avondje, drie weken voor mijn trouwdag, toen ik eindelijk toegaf aan de Inquisitie van Kavanagh. Het was een opluchting om er eindelijk met iemand over te kunnen praten.

Ik kijk op mijn horloge. Het is al een uur later, en ik mis mijn man. Ik ga terug naar het dek om te kijken of hij al klaar is met werken.

 

 

Ik ben in de Spiegelzaal en Christian staat naast me, kijkt me liefdevol en vol genegenheid aan. Je ziet eruit als een engel. Ik kijk stralend terug naar hem maar als ik weer in de spiegel kijk, zie ik dat ik alleen ben en de kamer is grijs en kaal. Nee! Ik draai mijn hoofd weer naar hem; zijn blik is verdrietig en verlangend. Hij duwt mijn haar achter mijn oor. Dan draait hij zich zonder wat te zeggen om en loopt langzaam weg richting de rijkelijk versierde dubbele deuren aan het eind van de ruimte, zijn voetstappen klinken hol... hij is een man alleen, een man zonder spiegelbeeld... en ik schrik wakker, snakkend naar adem terwijl een golf van paniek me overspoelt.

‘Hey,’ fluistert hij naast me in het donker, zijn stem klinkt bezorgd.

Gelukkig, hij is hier. Hij is veilig. Een gevoel van enorme opluchting stroomt door me heen.

‘O, Christian,’ zeg ik, en ik probeer mijn op hol geslagen hart tot rust te brengen. Hij neemt me in zijn armen, en pas dan merk ik dat de tranen over mijn wangen stromen.

‘Ana, wat is er?’ Hij streelt mijn wang, veegt de tranen weg, en ik kan de angst in zijn stem horen.

‘Niks. Gewoon een nachtmerrie.’

Hij kust mijn voorhoofd en mijn klamme wangen, troost me. ‘Het is maar een nare droom, schatje,’ zegt hij liefdevol. ‘Ik ben bij je. Ik zorg dat je niets overkomt.’

Ik ga helemaal op in zijn geur, krul me om hem heen, en probeer het gevoel van verlies en wanhoop dat ik in mijn droom voelde, te negeren. En op dat moment weet ik dat mijn grootste, diepste angst is dat ik hem zou verliezen.