Ik vertel mijn verhaal om u van dichtbij een wereld van twee zwervers te tonen, zoals u ze zou kunnen tegenkomen op straat – hier of in Frankrijk. Ik neem u mee naar een periode uit mijn leven die mij brandmerkte.
Mijn zeven jaren op straat brachten me bij de zwervers, en ze deelden hun weinige brood met mij als de gewoonste zaak van de wereld. Zij toonden mij een eenvoud en een medemenselijkheid die ik in mijn ‘vorige’ leven miste.
In Nederland was ik steeds verder verstrikt geraakt in een materialistisch leven met waarden die niet klopten met mijn gevoel. Op een dag vond ik de kracht, schudde alle vervalsing van me af en toverde me om van ‘keurige’ vrouw van in de dertig met een goede baan tot een soort indiaan met geverfde haren die ten strijde trekt. Dat was mijn eerste stap, de moeilijkste, en een echtscheiding was onvermijdelijk. Mijn vrienden vielen me af, op één na, aan wie ik dit boek opdraag. De grote stad benauwde me, ik verlangde naar de rust van de natuur. Geleidelijk aan verloor ik ook mijn inspiratie op mijn werk, en een confrontatie met de dood overtuigde me van de zinloosheid van het bestaan. Mijn teleurstellingen en mijn frustraties sloegen al spoedig om in haat.
In die tijd ontmoette ik Renaud. Hij heeft veel armoede gekend in zijn jeugd. Het leven leidde hem al heel jong naar een zwerversbestaan. We hielden meteen van elkaar op onze onuitgesproken wijze. Hij was voor mij de bohémien, de vrijbuiter die ik in wezen mijn hele leven al zocht.
Hij nam me mee naar de andere kant van de scheidslijn, naar een wereld zonder garanties. Van de ene dag op de andere zei ik mijn werk in Nederland vaarwel, en mijn nieuwe leven met hem begon. Samen legden we een lange weg af: ik vanuit een ‘burgerlijk’ milieu met materiële zekerheid en hij vanuit een bestaan zonder enige binding met maatschappelijke waarden.
“Dit mag nooit weer gebeuren,” zeiden Renaud en ik na onze ervaringen in Narbonne tegen elkaar. Maar hoevelen ‘overleven’ vandaag de dag in uw dorp of in uw stad zoals deze twee mensen uit dit boek?
Saint-Sardos, juni 2000
Ada Jonkman