HOOFDSTUK 15

Iedereen was geschokt door de bom in Derryrose. We wisten natuurlijk wel dat Noord-Ier land in brand stond; het was begin jaren zeventig en het nieuws stond er elke dag bol van. Iemand was doodgeschoten; er was ergens een bom ontploft; het leger liep door de straten; de politici praatten; de politici praatten niet. Pief-paf-poef, jij bent dood. Maar het had ons in Derryrose niet geraakt. Tot nu toe.

Nu gingen de nieuwsberichten over onze flamboyante oom Denis en er werd een foto van hem geplaatst waarop hij er heel jong uitzag, met lange bakkebaarden, lachend op zijn trouwdag. En ze gingen over Naomi, die er heel onschuldig uitzag, een lam naar de slachtbank, op haar schoolfoto.

Na de bom in Derryrose verliet lord Laurence Glass zijn grote landgoed, Lisglasson, en verhuisde definitief naar Engeland. Lisglasson was al sinds Cromwell in zijn familie, maar één beethoofd met een vuurwapen is genoeg om je te vermoorden.

Lisglasson stond leeg. Het boerenland en het vee werden verkocht, de jachthonden werden ondergebracht en de verkoop van het landgoed nam legendarische proporties aan. Eerst kwam er een oliesjeik per helikopter, toen een hotelier, toen een vertegenwoordiger van Monumentenzorg die wel de kapel bij het meer wilde, maar verder niets, en toen kwam het ministerie van Landbouw met verhalen over een proef-boerderij.

Niemand legde zich vast. De haag rond het enorme huis met zijn paardenweides, kennels en stallen werd ondoordringbaar dicht en het huis had honderd jaar kunnen slapen, maar toen kwam sir Bobby Flood (Services to Rock Music) in een grote limousine met getint glas.

Het gerucht dat Bobby Flood in South Derry was, wond ons enorm op. Hij was de charismatische zanger van Achilles Heel, een band uit Belfast die een beetje op Thin Lizzy leek. Tante Grace draaide Hellraising Woman, hun beste album, zo vaak dat ik alle teksten uit mijn hoofd kende.

Het was zomer, ik was zeventien en ik schilderde het hek van tante Grace. Een limousine stopte naast me en de grote sir Bobby sprong eruit en stelde zich voor. Hij was minstens vijfenveertig, ouder dan pappie, maar hij was een kanjer: hij had dik zwart haar, een loeistrakke spijkerbroek en een T-shirt dat zijn spieren op de juiste plekken omspande. Zijn ogen waren groen. Ik was geen fan van Achilles Heel, dat van vóór mijn tijd was, maar iedereen viel op Bobby Flood. Hij was de eerste popster die we ooit hadden gehad in Noord-Ierland en iedereen kende zijn romantische Assepoesterverhaal, zijn zware jeugd in de binnenstad, dat hij teksten in zijn hoofd schreef tijdens zijn werk in de haven overdag en dat hij die ‘s-avonds in pubs en arbeidersclubs zong. Hoe gek hij op de vrouwen was, en de vrouwen op hem. De drank. De drugs. Het afkicken. De ridderorde.

‘Ik ben de nieuwe buurman,’ zei sir Bobby. ‘Ik ben Bobby Flood. Kan ik een kop suiker lenen?’

Tante Grace kwam het huis uit gerend. Vijf minuten eerder had ze het gras gemaaid in een oude spijkerbroek en een Achilles Heel-T-shirt, maar nu droeg ze een flodderig hemdje, haar prachtige rode haar hing los en ze had lippenstift op.

Voor het eerst in de tien jaar sinds de dood van oom Denis en Naomi twinkelden haar ogen.

Een paar dagen later zag ik Alex voor het eerst. Het was een onheilspellende kennismaking met de eerste grote liefde van mijn leven. Ik zat op Ginger, rood aangelopen van het nutteloze schoppen, toen hij naar me toe reed, van zijn paard stapte en zei: ‘Zullen we ruilen?’

Hij leek op zijn vader; hij had datzelfde vleugje glamour en schandaal.

‘O, ik kan echt niet op jouw paard rijden. Ik ben hopeloos. Ik kan deze druiloor amper in beweging krijgen.’

Alex luisterde niet naar mijn zwakke tegenwerpingen. ‘Kom eraf, dan help ik je omhoog.’

Zodra Alex zijn sterke handen om mijn kuit klemde om me op te tillen, wist ik dat er iets onvergetelijks te gebeuren stond. Het was alsof ik een elektrische schok kreeg; het gevoel sidderde door mijn been omhoog, verkrampte mijn maag en joeg mijn hart op hol.

‘Gaat het? Niet bang?’

Onze ogen vonden elkaar.

‘Je hebt groene ogen,’ zei ik zwakjes.

‘Jij ook,’ zei hij. Hij sprong moeiteloos op Ginger, gaf een enkele schop in haar dikke maag en weg waren we.

‘Kun je springen?’ riep hij.

‘Nee, natuurlijk niet.’

‘Pak haar bij haar manen, dan doet zij het voor je,’ riep hij en hij wipte over het paardvriendelijke sier hek dat Camilla altijd nam als ze stiekem in het park van Lisglasson ging rijden.

Ik deed mijn ogen dicht en slaagde erin niet flauw te vallen toen zijn merrie sprong. Ik volgde Alex. Ik werd voortgesleept door een magnetische kracht die ik niet begreep, niet wilde begrijpen en niet hoefde te begrijpen. Ik werd erdoor gegrepen.

Cynische oude zeuren die hun eerste liefde zijn vergeten, spotten graag met gesublimeerde hartstocht. Het is tegenwoordig maar ouderwets om onder je lusten te lijden en er niets aan te doen. De eerste liefde wordt geacht uit een reeks seksuele verwikkelingen en condooms te bestaan.

‘Hoe bedoel je?’ zei mammie vol afgrijzen. ‘Je hebt gereden met Alex Flood? De zoon van de popster? Denk toch om je reputatie, Francesca!’

‘Wat voor reputatie?’

Toen ik zeventien was, kon ik mijn ogen niet van Alex Flood afhouden. Wanneer hij niet op zijn kostschool zat, waren we onafscheidelijk. Hij zocht zelfs een rustig paard voor me uit en leerde me rijden. Plotseling kon ik de dappere Dora zijn die op een wild paard door het moeras galoppeerde om majoor Anthony Ongeteld te vertellen dat het jagersjasje dat hij wilde aantrekken vergiftigd was. Ik was de betoverende Sally die Flurry Knox op de hielen zat.

‘Weet je zeker dat hij niet de verkeerde voor zich heeft?’ Mammie snapte er niets van. ‘Camilla houdt van paarden. Heeft hij Camilla niet liever?’

Wat niemand ooit van Alex Flood begreep, was dat hij maar één grote passie in zijn leven had. En dat was niet het hoeren en snoeren waar zijn flirtzieke, sexy vader zo dol op was, maar de vossenjacht. Vanaf het moment dat hij met sir Bobby en lady Millicent in South Derry aankwam, wilde hij nog maar één ding: het land veroveren en jagermeester worden. Er blonk een fanatiek vuur in zijn ogen wanneer hij het erover had. Een passie.

Camilla was niet onder de indruk. ‘Ik heb dat fanatisme wel vaker gezien, en jij ook! Doet het je niet denken aan de reizende zendeling met zijn tent?’

De reizende zendeling kwam elke zomer met zijn tent. Hij logeerde in de pastorie en mammie nam ons altijd mee naar zijn tent om te zorgen dat hij genoeg toehoorders had. ‘Het is een kwestie van manieren, meisjes.’

Camilla had gelijk. Er blonk vaak een fanatiek vuur in de ogen van de reizende zendeling wanneer hij preekte over de zondigheid van drank, geslachtsgemeenschap, werkende moeders…

‘Hoed je voor Alex Flood,’ raadde Camilla me aan. ‘Die jongen is bezeten…’

‘Ze is gewoon jaloers,’ schamperde tante Grace.

Alex’ idee van een geweldig dagje uit was een bezoek aan een van de gevestigde jachtafdelingen op het platteland en dan de halve middag met de jagers discussiëren over zijn onmogelijke droom de jacht in South Derry weer in te stellen. Intussen kreeg ik regelmatig standjes omdat ik een ‘brak’ gewoon een hond noemde of ‘groep’ zei in plaats van roedel.

Ik vond het allemaal vrij komisch. ‘Wat had je dan gedacht? Ik ben nooit goed geweest in talen.’

Mammie was natuurlijk bang dat de intimiteit van de lange ritten samen, de gedeelde zakjes chips en Alex’ gewoonte langs de weg te parkeren om naar The Archers te luisteren zouden leiden tot een gênante, onhandige zwangerschap.

‘Ik denk niet dat Alex opgewonden zal raken van The Archers!

Camilla was het met me eens. ‘Is het niet vreemd voor een jonge jongen om naar The Archers te luisteren? Helemaal als de vader van die jongen popster is? Zou hij aseksueel zijn, denk je? Of homo?’

Ten slotte werd het iedereen, ook mij, duidelijk dat mijn reputatie geen kans zou krijgen van de rails te lopen. Los van dat eerste zetje om in het zadel te komen raakte Alex me nooit aan, flirtte hij nooit met me en vroeg hij me al helemaal niet of ik met hem wilde ‘lopen’.

‘Lopen, waarnaartoe?’ zei ik plagerig tegen Camilla. De duizelingwekkende opwinding die ik in zijn aanwezigheid voelde, wende eraan stevig in bedwang gehouden te worden.

‘Millicent zegt dat hij verlegen is,’ zei mammie.

Camilla, ongeduldig als altijd, had er als eerste genoeg van te wachten op niets, en ze besloot mijn bijna-romance in eigen hand te nemen. Maar toen ze zich voor mij uitgaf, er niet in slaagde hem te verleiden en hij het hazenpad koos, moest ik het wel met haar eens zijn dat er iets aan hem zou kunnen mankeren.

‘Misschien is hij echt aseksueel of homo. Misschien valt hij gewoon niet op me. Het verandert niets aan wat ik voor hem voel en de gevoelens die hij bij mij opwekt.’

‘Je moet een echt vriendje hebben,’ zei Camilla botweg. ‘Een degelijk, veilig iemand voor je eerste rit.’

‘Iemand die ik kan laten voelen wie de baas is? Hebben we het nou over paarden of vriendjes, Camilla?’

Na mijn schooltijd ging ik naar de universiteit en Alex ging naar Engeland om in de kennels van een voorname jachtvereniging te werken en een jachtopleiding te volgen. We hielden contact, via sporadische brieven, en soms kwamen we elkaar toevallig tegen in de vakanties.

‘Hij reed een halfuurtje geleden langs,’ zei tante Grace. ‘Hij ging vossen zoeken in de bosjes aan het eind van de laan. Waarom loop je er niet heen om een praatje te maken?’

‘Wat zou ik tegen hem moeten zeggen?’

Ik vond zelfs een ander vriendje.

Sam Dawson, de zoon van mevrouw Dawson van de dokter, die verstoppertje met ons had gespeeld op het kerkhof van Derryrose, studeerde medicijnen. Hij zat een jaar hoger dan Camilla. Camilla zat in zijn club medische studenten en tot mijn verbazing, want hij was uiterst populair en bijzonder aantrekkelijk, kon hij zijn handen niet van me afhouden. Ik ging zelfs een paar keer op vakantie met hem en zijn club medische studenten. Op een ochtend was ik bij het ontwaken met hem verloofd.

‘Ik heb begrepen dat je weer jachthonden op Lisglasson hebt,’ zei ik in tante Grace’ keuken tegen Alex.

‘Ik heb begrepen dat jij twee keer om de wereld bent gevlogen,’ zei Alex tegen mij.

‘Ik heb gehoord dat je vier kinderen hebt.’

‘Ik heb gehoord dat jij er drie hebt.’

‘We hebben elkaar een hele tijd niet gezien.’

‘Zestien jaar.’

De laatste keer dat ik Alex zag, stond ik op het punt naar het Midden-Oosten te vertrekken om bij Ex-Pat Air te gaan werken. In de kofferbak van mijn BMWlag een nieuwe Delsey-koffer, Camilla had de passagiersstoel voorin ingepikt, mammie zat achterin en we wachtten op tante Grace, die erop had gestaan me op de luchthaven uit te zwaaien, maar was vergeten haar wekker te zetten en verlaat was. Het was vroeg in de ochtend en Alex doemde op zijn paard uit de mist op. De magnetische aantrekkingskracht waaronder ik altijd had geleden, sloeg hard toe en het kostte me al mijn puriteinse zelfbeheersing om stevig achter het stuur te blijven zitten tot hij weg was. Ik zal niet doen alsof het toeval was dat tante Grace zich versliep en ons liet wachten tot Alex toevallig langsreed. Tante Grace was de subtielste, liefste koppelaar die je je maar kon wensen.

‘Is Grace al op?’ vroeg Alex. ‘De gordijnen en haar slaapkamerramen zijn open.’

‘Goh,’ zei ik vrolijk. ‘Ik weet het niet. Ik hoop het maar. Ik ren even naar boven om te kijken. De vloerbedekking in de slaapkamer moet vast gestofzuigd worden voordat die man van de televisie komt.’

En ik haastte me de keuken uit, blozend als een idioot en gloeiend op de meest ongepaste plekjes. Wat mankeerde me in vredesnaam?

Toen ik tante Grace vredig overleden in haar bed zag liggen, dacht ik in mijn egoïsme het eerst aan mezelf.

‘Godver!’ zei ik, want nu zou ik haar nooit meer kunnen vragen wat ze op mijn bruiloft had bedoeld met de uitspraak dat mijn leven op mijn veertigste Kerstmis volslagen anders zou worden. Nu zou ik moeten wachten tot ik er vanzelf achter kwam.

Toen borrelde er iets pijnlijks en emotioneels in me op en ik wilde op mijn borst roffelen, janken en de haren uit mijn hoofd trekken.

Mijn lieve tante Grace was weg en ik zou haar nooit meer zien.

‘Alex, Alex!’ Kwam dat hysterische geluid uit mijn keel? Ik was nog nooit overstuur geraakt waar Alex Flood bij was, maar ja, ik had ook nog nooit een dierbare verloren.

Hij nam de trap naar boven met twee treden tegelijk en toen hij zag dat ze dood was, sloeg hij zijn armen om me heen en hield me stevig vast. Ik drukte mijn wang tegen zijn overhemd en voelde zijn hart in de stilte kloppen. Ik zei niets, hij zei niets en het pijnlijke, emotionele verdriet ebde langzaam weg.

Ik weet weinig van de etiquette voor de omgang met vroegere geliefden. Camilla was altijd veel beter in vluchtige relaties dan ik.

‘O, we zijn nu gewoon vrienden,’ zei ze altijd.

‘Maar hoe kun je terug? Als je de intimiteit eenmaal hebt toegelaten, kun je die toch niet meer wegstoppen? Gebeurd is gebeurd.’

Camilla haalde haar schouders op. ‘Misschien zijn er verschillende gradaties van intimiteit.’

‘Ben jij dat?’ Alex wees naar een foto van een klein meisje in een zilveren lijst op het nachtkastje.

Ik schudde mijn hoofd. ‘Nee, dat is Naomi, en dat is Naomi’s teddybeer, daar naast haar in bed. Ik dacht altijd dat ze alles had verbrand. Ik herinner me het vuur nog. Ze had er veel te veel benzine op gegooid. Ze was krankzinnig van verdriet. Toen ze de kist wilden sluiten, hield ze niet op met schreeuwen, en ze heeft nooit meer een voet op het kerkhof van Derryrose gezet. Ze is niet bij Camilla’s eerste huwelijksinzegening geweest.’

‘Naomi lijkt op jou. Jullie hadden zusjes kunnen zijn.’

‘Ik weet het. Die arme tante Grace! Ik vraag me af of dat wel zo gunstig was.’

De bus van de BBC stopte bij de voordeur. Hij was een stuk chiquer dan ik had verwacht. Er stond NEWS AT TEN op de zijkant.

‘We zullen wel moeten zeggen dat ze dood is,’ zei Alex onwillig.

‘Ja, maar het zou jammer zijn om die man met lege handen weg te sturen terwijl het een van haar laatste wensen was die diefachtige charlatans van Big Carpet op tv aan de kaak te stellen.’

We keken elkaar aan. De man van de televisie was uitgestapt.

‘Als een passagier tijdens een vlucht overlijdt, schrijft het protocol voor dat je hem laat zitten tot de landing. Leg er een deken overheen. Maak geen heisa. Je mag nooit van het schema afwijken en landen of een vlucht afbreken, alleen maar omdat er een overledene aan boord is.’

De man van de televisie klopte op de voordeur.

‘Jij mag het zeggen,’ zei Alex. ‘Jij bent de baas. Ik ga opendoen.’

Ik legde Naomi’s oude teddybeer naast tante Grace en trok het roze satijnen dekbed over haar heen. Die lieve tante Grace met haar afgrijselijke smaak in beddengoed. De roze dekbedhoes paste bij de roze gordijnen en het roze behang. Na de dood van oom Denis had ze de slaapkamer helemaal veranderd—‘vrouwelijk gemaakt’, noemde ze het zelf. Roze was Naomi’s lievelingskleur geweest.

Ik liep naar beneden. Alex en de man van de televisie zaten in de keuken sterke koffie uit de cafetière te drinken en op de Aga stond een viscurry aromatisch te sudderen. Ergens in een heel ver hoekje van mijn brein dacht ik: ik moet zijn vrouw de hand schudden als ik haar zie. Wat heeft ze hem goed opgevoed. Toen ik hem kende, kon hij nog geen water koken.

Ik lachte stralend naar de man van de televisie, stak mijn hand uit en zei: ‘Goedemorgen, wat fijn dat u er bent. Ik ben Grace Walsh.’

Alex en de man van de televisie kwamen allebei half uit hun stoel.

‘Dag mevrouw Walsh, ik ben Jimmy.’

Alex trok een stoel voor me onder de tafel vandaan en zei: ‘Ga zitten, schat.’

Door de schok en het verdriet was ik één bonk zenuwen. Mijn handen beefden tot Alex’ vingers erlangs streken toen hij me mijn koffie aanreikte, en mijn benen beefden tot hij onder de tafel zijn voet licht op de mijne zette.

‘Het is vandaag een bijzondere situatie, mevrouw Walsh,’ zei Jimmy, ‘en dit wordt een heel bijzondere uitzending. De uitvoerend directeur van Big Carpet is zojuist ontslagen. De officiële lezing is dat hij door een Japans elektronicabedrijf is weggekocht, maar het gerucht gaat dat Big Carpet sinds hij aan de top is gekomen werd overstroomd met klachten over gebrekkig tapijt. Het is een groot, menselijk verhaal: Bobo gevloerd door consumenten. News at Ten zendt het vanavond uit. U komt met uw vloerbedekkingverhaal in het journaal, mevrouw Walsh.’

‘Zeg toch Grace,’ zei ik zwakjes.

De opnames voor het nieuws trokken in een surrealistische waas aan me voorbij. Ik zat op de rand van het bed om tante Grace af te schermen terwijl Alex Jimmy hielp zijn apparatuur op te stellen.

‘Wat een prachtig huis hebt u hier,’ zei Jimmy terwijl hij aan de belichting prutste. ‘Je ziet niet vaak een oud huis waarvan alle stijlkenmerken zo goed bewaard zijn gebleven. De wc in de badkamer is een echte Thomas Crapper, wist u dat?’

‘Het zal wel,’ zei ik met een lach.

‘En ik zag dat de bellen voor de bedienden nog achter in de hal hangen. Doen ze het nog?’

Ik drukte op een knop naast het bed.

‘Ik denk dat je de overloop op moet. Als de deur naar de achtergang openstaat, kun je de bel horen.’

‘En dan die oude Aga in de keuken. Alex, heb jij die naar olie laten ombouwen of werkte hij al op olie toen je het huis kocht?’

‘Het is mijn huis niet,’ zei Alex glimlachend. ‘Het is van Grace. Ja toch, schat?’

‘Ja, het is mijn huis. Ik heb het van mijn tante geërfd. Ze heeft de oude Aga een jaar of twintig geleden laten ombouwen.’

Jimmy liep naar het raam om het licht nog eens te beoordelen. ‘Wat een fantastisch uitzicht over de wei naar het landhuis zelf! Woont daar nog een oude edelman?’

Ik schudde mijn hoofd. ‘Popadel. Bobby Flood. De zanger van Achilles Heel. Ik denk dat je te jong bent om die groep gekend te hebben. Ik ook. Ze waren heel beroemd in de jaren zeventig. Bobby Flood was de blikvanger. Loeistrakke spijkerbroek, zwart haar en groene ogen. Meisjes werden hysterisch en vielen flauw van opwinding als ze hem zagen, hè, Alex?’

‘Ik zou het niet weten,’ zei Alex minzaam. ‘Toen zat ik op kostschool.’

Jimmy was gek op roem. Hij was onder de indruk. ‘Mijn moeder is een groot fan van Achilles Heel. Ze heeft al hun platen. Ik heb haar vorig jaar Hellraising Woman nog op cd gegeven met Kerstmis.’

We waren eindelijk klaar om met de opnames te beginnen.

‘Alleen de feiten graag, Grace,’ zei Jimmy en ik keek in de camera en vertelde de feiten over de ondeugdelijke vloerbedekking, de onafhankelijke inspecteur, het dubbelzinnige rapport en de huidige impasse in de onderhandelingen met Big Carpet.

‘Goh, petje af,’ zei Jimmy. ‘Het staat er in één keer op. Je bent een natuurtalent.’

‘Wat kun jij overtuigend liegen,’ zei Alex toen Jimmy klaar was, zijn spullen had ingepakt en was vertrokken. ‘Ik geloofde je woord voor woord.’

‘Ik heb niet gelogen. Ik lieg niet.’ Toen vroeg ik, omdat de toon van zijn stem me niet beviel: ‘Noem jij je vrouw schat?’

‘Ik noem mijn vrouw Emma.’