Op weg van het ziekenhuis naar huis zei ik: ‘Wat voor dag is het vandaag, Kathryn?’
‘Zaterdag, tante Francesca.’
‘Bij mij thuis in Botswana eten we op zaterdag Spaanse omelet. Ella helpt me de aardappels in dobbelsteentjes te snijden, die bakken we met ui, en Hugh helpt me de eieren te kloppen en dan gooien we alles bij elkaar en bakken er een omelet van. Hou je van omelet?’
‘Ik weet het niet. Wat is omelet?’
‘Eieren, lieverd. Lust je eieren?’
‘Ik weet het niet, tante Francesca.’
Ik minderde vaart en zwenkte het parkeerterrein van de supermarkt op. ‘Tja, daar kunnen we maar op één manier achter komen. Hou je van boodschappen doen?’
‘Boodschappen!’ riep ze opgetogen. ‘Mogen we met een karretje rijden, tante Francesca? Mag ik in het karretje zitten?’
Toen James terugkwam van tante Grace’ uitvaart, was de Spaanse omelet gebakken en opgegeten en stond Kathryn, omhuld door een nieuw barbieschort dat tot haar enkels reikte, de afwas te doen.
‘Kijk, pappie, ik help!’ Ze wuifde met haar in nieuwe roze huishoudhandschoenen gestoken handen.
‘Het spijt me van de rommel, maar waar gehakt wordt, vallen spaanders!’
James voelde beroepsmatig aan het hoofd van zijn dochter. ‘Heeft Precash Chada een röntgenfoto gemaakt?’
Ik knikte. ‘Er was niets te vinden. En hij heeft me een college over hersenletsel gegeven. Ik weet het natuurlijk niet, ik ben geen arts, maar ze heeft niet meer overgegeven, ze is niet suf en ze zegt dat ze geen hoofdpijn heeft. Moeten we Camilla bellen om het haar te vertellen of maakt ze zich dan nodeloos ongerust?’
James werd opeens kwaad. ‘Waarom zouden we? Denk je dat dat verschil zou maken? Als je denkt dat dat ook maar iets zou uitmaken, ken je je zus niet.’
En tot mijn verlegenheid barstte hij in tranen uit.
Ik haalde diep adem. En verbeet de neiging om ‘verman je!’ tegen mijn huidige zwager te blaffen. James was al bijna twee weken een alleenstaande vader en die spanning begon zijn tol te eisen.
‘Kathryn, pappie moet huilen van de uien. Ren jij even naar je kamer om je dokterskoffertje te pakken, dan kunnen we hem onderzoeken en hem beter maken.’
Kathryn ontdeed zich met zorg van de roze huishoud-handschoenen en het barbieschort en repte zich gewichtig de keuken uit. ‘Wees maar niet bang, pappie. Ik maak je wel beter.’
Toen ze op weg naar boven was, gilde James bijna hysterisch: ‘Kathryn is mijn dochter niet! Doe niet alsof ze dat wel is. Iedereen weet dat ze niet van mij is.’
‘Ik wist het niet.’
Hij keek me verbaasd aan. Toen herhaalde hij iets zachter: ‘Ze kan niet van mij zijn; de data kloppen niet.’
‘Welke data?’
James veegde zijn nieuwe tranen weg. ‘Toen we trouwden, zei Camilla dat het kind in december zou komen, maar toen ze die keizersnee liet doen, zes weken te vroeg, was het me overduidelijk dat Sam Dawson een volgroeid kind had gehaald. Kathryn woog meer dan vier kilo.’
‘Misschien had Camilla zich in de data vergist.’
Kathryn kwam terug met haar dokterskoffertje. Ze had een witte doktersjas in haar maat aan, en ook de beeldige schoenen met puntige neuzen van haar moeder die ik tijdens de uitvaart had gedragen. Om haar nek hing een plastic stethoscoop.
‘Ga maar zitten, pappie, en niet bang zijn. Ik wil je helpen. Eerst ga ik met dit lampje in je zere oog schijnen. Dan maken we je oog schoon met water. Dan doen we er een pleister op. Dan hou je een lapje voor je oog tot het beter is.’
‘Kathryn!’ Ik was onder de indruk. ‘Je lijkt wel een echte dokter.’
Kathryn straalde. ‘Ik heb gewoon onthouden wat pappie zei toen ik in het bad shampoo in mijn ogen had gekregen!’
‘Pappie heeft me verteld dat je op Halloween jarig bent. Dat maakt je heel bijzonder. Ik denk dat je uit een pompoen komt.’
‘Doe niet zo gek, tante Francesca. Baby’s komen uit de bips van hun mammie.’
Kathryn onderzocht James’ oog. ‘Ik denk dat er wat oogschaduw op moet om het beter te maken.’
Ze rende de keuken uit en de trap op.
‘Als Kathryn in januari is verwekt, ben ik haar vader niet,’ zei James pijnlijk langzaam. ‘Camilla was in januari met de club op Barbados. Kathryn moet op Barbados verwekt zijn. Ik ben de vader niet. Ik was er niet bij.’
Een lange stilte strekte zich tussen ons uit. James zat er verslagen bij, met zijn hoofd in zijn handen. Die lelijke, pompeuze James Snotter, die elke dag van Kathryns leven sinds haar geboorte voor haar had gezorgd, voor zover dat binnen zijn beperkte vermogens lag, maar niet van de simpele genoegens van het vaderschap kon genieten. Hij kon niet die malle, trotse dingen zeggen die Will en ik altijd zeiden, zoals: ‘Ella lijkt sprekend op jou als ik probeer haar iets te verbieden. Haar onderlip zakt, ze laat haar hoofd hangen, ze krijgt tranen in haar ogen en dan geef ik altijd toe,’ of: ‘Hughs voeten hebben precies dezelfde vorm als de jouwe, Will.’ Want telkens als hij naar Kathryn keek, vroeg hij zich af op wie ze echt leek.
Uiteindelijk zei ik: ‘Jij bent al sinds Kathryns geboorte haar vader. Maakt het echt iets uit of Camilla’s eitje door jouw sperma is bevrucht?’
‘Het zou niets moeten uitmaken,’ zei James Snotter verdrietig, ‘maar dat doet het wel.’
Op zaterdagavond had ik een spannende date met mijn twee beste neven, majoor Frank en kapitein-vlieger Philip.
Ze waren op de dag van tante Grace’ uitvaart gekomen, Frank uit Irak en Philip van de Falklands, en ze zagen er allebei uitgesproken aantrekkelijk uit in uniform.
‘H?’ fluisterde Philip.
‘Hotel.’
‘F?’
‘Foxtrot.’
‘Knappe meid!’
Mijn neefjes hadden me tot mammies grote en vrome consternatie overstelpt met kussen.
‘Ik heb maandenlang alleen maar schapen gezien,’ verklaarde de onstuitbare Philip. ‘Kom hier, dan kus ik jou ook, tante Madeline!’
‘Jongens!’ riep mammie geagiteerd uit. ‘Jullie moeder is net overleden.’
‘Waar is Will?’
De laatste keer dat Frank en Philip allebei met verlof naar huis waren gekomen, was voor mijn bruiloft geweest, en aangezien Will tijdens de bushoorlog in Zimbabwe was opgeroepen, is het niet overdreven om te zeggen dat mijn neven hem als een held vereerden.
Toen Will de avond voor onze bruiloft had bedankt voor de diensten van Adam de huwelijksadviseur, waren Frank en Philip met hem de stad in gegaan. Dankzij mijn neven had Will een afgeschoren wenkbrauw en een onverklaarbare zuigzoen in zijn hals op de dag dat hij met me trouwde.
Frank en Philip hadden hun uniform uitgetrokken en verversten de olie in mijn oude BMW.
‘Ik kijk haar altijd na als ik thuis ben,’ snoefde Philip.
‘En ze is nog altijd verzekerd, geregistreerd en goedgekeurd,’ zei Philip. ‘Afgezien van die lege chipszakken binnenin is ze smetteloos.’
‘Goed zo, dan rij ik morgen met haar naar de kerk.’
‘U?’ zei Philip.
‘Uniform.’
‘E?’
‘Echo.’
Frank zei: ‘Heb je ooit tegen Alex Flood gezegd dat het je spijt dat je met hem naar de Malediven bent gegaan, daar je verdorven dingen met hem hebt gedaan en hem vervolgens hebt afgedankt?’
‘Zo is het niet gegaan.’
‘Zo is het precies gegaan. Je hebt die arme jongen z’n hart gebroken.’
‘Onzin!’ zei ik gedecideerd. ‘En al heb ik misbruik van hem gemaakt, dan had ik de volgende ochtend toch nog respect voor hem. Hij is nu gelukkig getrouwd met een supervrouw en heeft vier kinderen.’
‘Dan vind je het zeker ook niet erg als hij straks wat komt drinken?’
Ik trok een verveeld gezicht. ‘Waarom vragen jullie James niet in mijn plaats? James Snotter, Camilla’s huidige echtgenoot. Hij is wel toe aan een avondje uit. Ik slaap wel bij Kathryn in Bluebell Orchard 1.’
Nu was het Franks beurt om niet zo enthousiast te kijken. ‘Ik heb gehoord dat hij Malibu met ananassap drinkt.’
‘Ik heb gehoord dat hij helemaal niet drinkt,’ zei Philip.
‘Alex Flood drinkt ook niet.’
Mijn neven waren nog steeds niet enthousiast. ‘Maar we mogen Alex graag. Alex jaagt. Je weet toch wat ze over de jacht zeggen? Jagen is oorlog zonder kanongebulder.’
‘James Snotter is met Camilla getrouwd. Dat lijkt me ook een oorlog zonder kanongebulder.’
Op zondagochtend gingen Kathryn en ik samen naar de kerk. Ik zat achter het stuur van mijn oude BMW en Kathryn had haar mooiste jurk aan, gecombineerd met een veren boa, kleppers en blauwe lippenstift.
Nog voordat we de auto zelfs maar hadden geparkeerd, rende er een betoverend meisje met zwart, glanzend haar dat uit haar gezicht werd gehouden door een barbiediadeem naar ons toe en zei: ‘Ik heet Catherine Flood en mijn telefoonnummer is 79423456. Wilt u alstublieft mijn mammie bellen en aan haar vragen of ik straks met Kathryn mee naar huis mag?’
En Catherine en Kathryn draafden samen naar de kinderkerk, hand in hand en zwaaiend met plastic, met nepedelstenen bezette handtassen.
Na de dienst wilde ik met Emma praten, maar ze zag nogal rood en probeerde haar jongste zoon te pakken te krijgen, die zich onder een stoel voor haar had verstopt.
‘Sebastian, lieverd, kom, onder die stoel vandaan, anders moet die lieve mevrouw je opsluiten,’ smeekte ze terwijl een publiek van lieve mevrouwen niet-lief gnuifde en smiespelde: ‘Die Emma Flood snapt er niets van. Ze kan haar kinderen totaal niet in bedwang houden. Als het mijn kind was, was hij allang tevoorschijn gekomen, wat ik je zeg, want anders…’ Et cetera, tot vervelens toe.
‘O, wat vinden ze het leuk om me te bekritiseren,’ prevelde Emma wanhopig. ‘Ik doe al het mogelijke om mijn kinderen een gelukkig gezin te bieden. Ik lees ze voor. Ik speel met ze. Ik rij als een taxichauffeur met ze door de hele provincie, van minirugby en pianoles naar zwem- en balletles, rijles en Franse conversatieles, maar zodra ik met ze naar de kerk ga, word ik veroordeeld…’
Sebastian schoot onder de stoel vandaan en rende met gebogen hoofd en slingerende armen naar de deur. Er zat maar één ding op.
Ik stak mijn voet uit en liet hem struikelen.
‘Kathryn,’ zei ik terwijl hij viel, ‘geef me snel je boa, dan binden we hem vast en zetten hem in de auto voor hij weer op adem is.’
Ik tilde het jongetje op voordat hij weer weg kon rennen, gooide hem over mijn schouder en zette het op een rennen. Kathryn rende kraaiend van verrukking en zwaaiend met haar veren boa achter me aan. Nu hadden die vrouwen echt iets om over te praten.
‘Ja,’ zei Emma Flood, ‘natuurlijk mag Catherine morgen bij jullie op de thee komen. Wat een goed idee. Hoe laat zal ik haar brengen?’
‘Heb je zin om ook te komen?’
‘Nee, hoor,’ zei Emma opgewekt. ‘Ik ga naar de kapper. Zal ik haar onderweg afzetten? Catherine zal het wel leuk vinden om met een vriendinnetje te spelen in plaats van met een zak chips en haar saaie oma voor de tv te zitten…’
Toen Kathryn en ik uit de kerk terugkwamen, lag James Snotter uitgeteld als een van bier doordrenkte hoop kleren op Camilla’s roomkleurige bank te snurken.
Kathryn trok haar kieskeurige neusje op. ‘Stinkpappie.’
Toen we de lunch opdienden, werd James wakker. Zijn ogen waren bloeddoorlopen, zijn haar zat in de war, een van zijn wenkbrauwen was afgeschoren en hij had een zuigzoen in zijn nek.
‘Hoe raad ik toch dat je met die vreselijke neven van mij de stad in bent geweest?’ zei ik met een glimlach. ‘Dat hebben ze Will de avond voor zijn trouwen ook geflikt. Hem dronken gevoerd en misbruik van hem gemaakt.’
James glimlachte spijtig. ‘Ik ben er nog gemakkelijk van afgekomen. Je zou moeten zien wat ze met Alex Flood hebben gedaan. Ze hebben zijn kop kaalgeschoren!’
We gingen in Camilla’s eetkamer aan tafel zitten.
‘Ongelooflijk, wat is dat rundvlees hier duur,’ zei ik terwijl ik voorsneed. ‘Meer dan drie keer zo duur als in Botswana. Maar je hebt hier wel fantastisch veel soorten aardappels. Kathryn en ik konden gisteren in de supermarkt geen keus maken. Uiteindelijk hebben we die met de mooiste naam genomen, hè, Kathryn?’
‘Roze pipo’s,’ zei Kathryn, ‘maar ze zijn niet roze. Ze zijn wit.’
‘En we hebben raapstelen gekocht, want Kathryn zei dat dat je lievelingsgroente is, en we hebben een blikje mais opengetrokken omdat Kathryn zegt dat ze dat bij mevrouw Young met een lepel uit het blikje mag eten.’
James at zwijgend. Hij kauwde elke hap zorgvuldig. Toen zei hij: ‘Je wilt iets van me.’
‘Hoe kom je daarbij?’
‘Je zuster maakt ook beef Wellington voor me als ze iets van me wil.’
‘Ja, omdat beef Wellington het enige is wat mammie ons ooit heeft leren bereiden! Ze zei altijd dat de weg naar het hart van de man door zijn maag leidt. Ik weet nog dat Camilla zei: ‘En van een kookboek word je niet zwanger.’’
James weigerde zich te laten vermurwen. ‘Wat wil je nou van me?’
‘Het is maar een kleinigheid. Kathryn en ik krijgen morgen een vriendinnetje op bezoek. Kunnen we mevrouw Young alsjeblieft een vrije dag geven, zodat Kathryn bij mij thuis kan blijven?’
James maakte bezwaar. ‘Dat kan ik echt niet goedvinden. Mevrouw Young is Kathryns voornaamste verzorger.’
‘Maar ik ben het niet gewend om de hele dag alleen thuis te zijn,’ smeekte ik aandoenlijk. ‘In Botswana kan ik niet eens in mijn eentje een plas doen. Ik mis het. Ik voel me eenzaam. Ik krijg hoofdpijn van de stilte in huis.’
Ten slotte zei James: ‘Ze mag bij jou thuis blijven, op één voorwaarde.’
‘En die is?’
‘Dat je morgen de hele dag met je voeten omhoog blijft liggen. Lees een boek. Zet een dvd op. Rust uit en ontspan je. Ik weet dat je me hier niet dankbaar voor zult zijn, maar het is mijn medische opinie als arts dat je niet nog een zwangerschap zult kunnen uitdragen als je niet meer rust neemt. Ik ga morgenochtend meteen Sam Dawson bellen om een afspraak voor je te maken. Me dunkt dat je in elk geval ijzerinjecties nodig hebt. Heb je al een echo laten maken?’
Ik schudde mijn hoofd. ‘Wat ben je toch een ouwe drukte-maker!’
James glimlachte quasi-zielig en aaide met zijn duim over Kathryns wang. Kathryn gaf een zoen op zijn hand. ‘Ik vind jou lief, pappie.’
James’ ogen vulden zich met tranen. ‘Kathryn, nou krijgt pappie weer een zeer oog van de uien,’ zei ik. ‘Ga maar gauw een zakdoek voor hem pakken, lieverd.’
Toen ze weg was, zei ik: ‘Je zou een DNA-test kunnen laten doen.’
James schudde zijn hoofd. ‘Ik heb het destijds wel overwogen, maar ik zou er niets mee bereiken. Ik zou Camilla toch vergeven, wat de uitslag ook was. Het is tenslotte gebeurd voordat we getrouwd waren, en sindsdien heeft ze me nooit meer aanleiding tot wantrouwen gegeven. Tot mijn verjaardag…’
Hij liet de rest van de zin triest in de lucht hangen. Toen zei hij: ‘Waarom heb jij je tijd nooit verspild aan verachtelijke, onsmakelijke verhoudinkjes voordat je met Will trouwde?’
‘Hoe weet je dat ik dat niet heb gedaan?’
Sinds Camilla’s aanbod voor me uit te zoeken of Alex Flood aseksueel was, homo of gewoon niet op me viel, heb ik ‘wat gij niet wilt dat u geschiedt’ hoog in mijn vaandel staan. Ik vind het belangrijk me nooit met Camilla’s huwelijken te bemoeien. Ik stel geen vragen. Ik geef geen ongevraagde raad of meningen.
Wat ik tegen James Snotter zei, verbaasde hem dus nog meer dan mij.
‘James, ik vind dat je moet weten dat Sam Dawson onvruchtbaar is. Hij heeft zich laten steriliseren toen hij nog jong was. Het is niet algemeen bekend, maar ik was destijds zijn vriendin, vandaar dat ik het weet…’
Vanaf het moment dat ze wakker werd, vroeg Kathryn om het kwartier: ‘Tante Francesca, wanneer komt Catherine? Is het al tijd?’
We maakten broodjes met chocolade-Rice Krispies en leegden vijf zakken chips in een grote plastic mengkom. Toen legde Kathryn al haar verkleedkleren (haar Disney-prinsessenjurk, haar bruidsjurk en haar Angelina Ballerina-tutu) op het bed klaar zodat Catherine kon uitzoeken wat ze wilde aantrekken. En haar diadeempjes, kralenkettingen, armbanden, ringen en oorbellen. En haar verzameling muilen en make–up;. ‘En mijn hoge handschoenen, tante Francesca, en mijn veren boa.’
Ze stalde haar theeserviesje netjes uit en hielp me verdunde jus d’orange te maken voor in de theepot. De wijzers van de klok kropen langzaam naar drie uur.
‘Ze zijn maar iets te laat,’ zei ik om halfvier. ‘Misschien zijn ze opgehouden.’
Om vier uur zei ik: ‘Misschien zijn ze het vergeten.’
Om halfvijf, toen Kathryn in tranen was, belde ik lady Millicent.
‘Catherine is hier,’ zei lady Millicent. ‘Emma heeft niets gezegd over een speelafspraak. Wel jammer, want Catherine heeft zich de hele middag stierlijk verveeld.’
Camilla belde op.
‘Spreek ik met mijn beroemde zus? Die elk uur in het BBC World News te zien is? Bobo gevloerd door consumenten.’
‘Ben ik echt bij BBC World geweest? Wauw!’
‘Ja, en het moest me wel opvallen dat je nog steeds niets aan je haar hebt laten doen.’
Ik vertelde haar dat Emma Flood me had laten barsten. ‘Kathryn verheugde zich er ontzettend op; ze heeft de hele middag gehuild. Ik kan zelf ook wel janken. Hoe kan Emma Flood ons nou laten barsten?’
Camilla begreep niet waar ik me zo druk om maakte. ‘Ze zal het wel vergeten zijn. Ze wordt vergeetachtig van de pillen.’
‘Wat voor pillen?’
‘Haar tranquillizers. Ze zijn sterk genoeg om een van die dikke paarden uit haar Ruitercentrum om te leggen. Heeft James je niet voor Emma Flood gewaarschuwd? Of mammie? Ze is mammies trouwste klant. Ze heeft een vaste afspraak, elke middag om drie uur in de pastorie. Het is het hoogtepunt van Emma’s dag. Een vol uur om over haar geliefde onderwerp te praten: zijzelf.’
‘Tegen mij zei ze dat ze om drie uur bij de kapper moest zijn. Ik wilde haar zelfs vragen wie haar haar deed!’
‘James noemt haar ‘Mrs Rochester’. Hij weet zeker dat Alex een gecapitonneerde kamer voor haar heeft op Lisglasson. Voordat ze mammie betaalde om naar haar te luisteren, kon ze helemaal gefixeerd raken op een onderwerp en dan ging ze er maar over door, telkens als je haar tegenkwam, tot je op het punt stond een sok in haar mond te proppen en de mannen in de witte jassen te bellen om te zeggen dat ze haar konden komen halen.’
‘Wat voor onderwerpen?’
‘Het laatste was de slechte kwaliteit van het eten op de basisschool. Daarvoor waren het de supervirussen in ziekenhuizen voor fondspatiënten. Daarvoor was het Tony Blair en de oorlog in Irak. Toen de tweeling naar de basisschool ging en zij ontdekte dat alle protestantse dominees in Derryrose op dinsdag de scholen bezoeken om godsdienstles te geven aan de kinderen die bij hun kerk horen, leek ze wel een wandelend roddelblad. Pappie doet de presbyteriaanse kinderen, en dan is er nog een dominee van de vrijgemaakte presbyterianen, een doopsgezinde dominee, eentje van de broedergemeenschap, een van de Ierse kerk en er zullen er nog wel meer zijn. En de kinderen die niet kerkelijk zijn, blijven in het lokaal een bibliotheekboek lezen. ‘Maar er is maar één God,’ bleef Emma maar zeggen. ‘Zo staat het toch in de Bijbel, keer op keer? Dat er maar één God is? Waarom kan er dan niet maar één godsdienstles zijn? De tweeling wil niet meer bij de Ierse kerk horen. Ze staan erop dat we allemaal presbyteriaans worden omdat die lieve dominee Simms snoep meebrengt voor de presbyteriaanse kinderen…’’
‘Maar ze leek zo leuk en normaal toen ik haar sprak!’
‘Je kunt een boek niet op het omslag beoordelen. Dat zou jij moeten weten! Jij zit altijd met je neus in de boeken!’
‘Nog één vraagje. Weet je man al dat je weer zwanger bent?’
‘Sorry, ik moet ophangen,’ zei Camilla.
En ze hing op voordat ik de tijd had om weer diezelfde afgezaagde vraag te stellen die ik haar altijd stelde als we elkaar spraken: ‘Is Will al terug?’