De dag van Camilla’s thuiskomst uit het ziekenhuis werd uitbundig gevierd. De kinderen, Violet en ik waren een week met de voorbereidingen in de weer geweest.
‘Laten we haar een Barbie geven,’ stelde Ella voor.
‘Smarties,’ vond Hugh.
‘Poep,’ zei Isobel.
‘Hier, voor jou,’ zei Will. Hij gooide een bruine envelop vol Britse postzegels naar me toe, maar ik lette nauwelijks op, zo druk was ik aan het redderen.
‘Laten we een taart voor haar bakken. Een Welkom Thuis-taart. Ik weet het al, Ella. We bakken een taart voor haar die op Bar bies rok lijkt, en dan zetten we een blote Barbie in het midden zodat het lijkt alsof ze de taartrok aanheeft, en we versieren de taart met Hughs Smarties…’
‘Waarom ga je niet even liggen voordat ze komt, Francesca?’
Mijn echtgenoot streek met een geoefende, bezitterige hand over mijn buik. ‘Je benen zijn weer zo gezwollen als bananen.’
Ik gaf hem een kus. ‘Zet eens een andere plaat op, Will. Je zeurt al dat ik meer moet rusten sinds ik in verwachting was van Ella. De meeste mannen vergeten na de eerste baby…’
‘De meeste vrouwen weten na de eerste baby zelf wel…’
‘Als ik ga liggen, voelen mijn benen nog zwaarder aan. Ik moet in beweging blijven. Ik heb volgende week mijn medische keuring voor Air Botswana…’
Will maakte een verstikt geluid achter in zijn keel, maar zei niets. Will is geen tobber en tot nog toe heeft hij Dorothy niet in vertrouwen genomen, maar stilletjes denkt hij dat al die zwangerschapshormonen me naar het hoofd zijn gestegen.
Toen ik hem vertelde dat ik bij Air Botswana had gesolliciteerd, dacht hij dat ik een grapje maakte.
‘Neem je de tweeling dan mee? Ze kunnen vast wel in kinderzitjes op 1 en 2 Alfa voor in het toestel vastgegespt worden, en als je eenmaal op kruishoogte bent, kun je even de cabine binnenwippen om ze de borst te geven. En als je het druk hebt met landen, opstijgen of turbulentie, kan de stewardess misschien even opzij leunen vanuit haar schietstoel om ze allebei een flesje gekolfde melk te geven?’
Ik liet me niet op de kast jagen.
‘De vraag is niet hóe ik ze ga voeden, maar wfé ze gaat voeden. Er zijn zo veel vrouwen met kleine kinderen die werken. Sommige mensen zouden zelfs vinden dat ik mijn leven, mijn opleiding, mijn talenten en mijn mogelijkheden verspil door met een sliert kinderen thuis te blijven zitten. Het is nog erger dan een gevangenisstraf. In de gevangenis krijg je tenminste nog strafvermindering als je je goed gedraagt!’
‘En sommige andere mensen zouden zeggen dat het moederschap een offer is dat vreugde brengt, want een baan kan je liefde niet beantwoorden.’
‘En weer andere mensen zouden zeggen dat het ouderschap teamwerk is. Ik heb drie volle jaren thuisgezeten met de kinderen. Nu is het jouw beurt.’
‘Je begint je moeder te worden,’ zei Will vertwijfeld, want de familielegende wil dat mammie het schijnheilige lef had gehad kritiek te uiten op Camilla’s beslissing weer aan het werk te gaan en de opvoeding van Kathryn uit handen te geven. Toen Ella het jaar daarop werd geboren, had ze kritiek op mijn beslissing mijn glansrijke carrière op te geven om voor mijn kindje te zorgen.
‘Maar toen je nog bij Ex-Pat werkte, was je wel tien dagen achter elkaar weg. Ik kan met geen mogelijkheid tien dagen en nachten alleen zitten met vijf kleine kinderen!’
Ik gnuifde sadistisch om zijn panische gezicht. Misschien waren de zwangerschapshormonen me echt naar het hoofd gestegen. ‘Begin dan maar vast te duimen dat ik niet door mijn lengte- en gewichtkeuring kom.’
‘Je komt er wel door,’ zei Will troosteloos. ‘Je bent je hele leven voor alles geslaagd, en je zult nu niet opeens zakken. Ik wil wedden dat Air Botswana staat te trappelen om jou aan boord te verwelkomen, met jouw ervaring. Waarschijnlijk kun je elke route krijgen die je wilt.’
‘Ik beloof dat ik niet om blokken van tien dagen zal vragen.’
Wat Will niet weet, en wat ik niet van plan ben hem te vertellen, is dat de medische keuring bij Air Botswana een formaliteit is. Air Botswana heeft me als piloot aangenomen op grond van mijn arbeidsverleden bij Ex-Pat Air en hoewel ik van plan ben mijn opleiding te doen, te leren propellervliegtuigen te besturen en mijn insigne te halen voordat de tweeling wordt geboren, zijn we al overeengekomen dat ik pas aan het werk ga wanneer ze drie maanden zijn. En we zijn al overeengekomen dat ik in het begin slechts twee dagen per week drie keer per dag naar Johannesburg op en neer ga vliegen. In feite heb ik gesolliciteerd naar, en ben ik aangenomen voor, de functie van verheerlijkte buschauffeur bij Air Botswana, precies zoals Alex Flood ooit voorspelde. Er is iets vreemds met me aan de hand sinds Camilla op het nippertje aan de dood is ontsnapt. Misschien is het de overdaad aan zwangerschapshormonen, maar de luchtbel waarin ik leefde sinds mijn huwelijk met Will is doorgeprikt en ik ben opeens doordrongen van de realiteit van een echtgenoot met kanker en vijf kleine kinderen. Als Will weigert me te vertellen hoe zijn uitstapjes naar de huidkankerkliniek van het National Hospital verlopen, ga ik hem de details van mijn plannen niet vertellen, maar verder weet iedereen het al. Dorothy was dolblij voor me. ‘Wat fijn dat je weer ‘gezagvoerder Simms’ wordt. De ster van het toestel. Na drie lange jaren ‘mammie’ te zijn geweest!’
Camilla was nog heel zwak. En flets. En een beetje kwijnend.
‘Je bent zo weer beter,’ stelde ik haar gerust. ‘De winter is bijna voorbij en de warme voorjaarslucht boven Afrika is zo vruchtbaar dat je maar een takje in de grond hoeft te steken of het schiet wortel en wordt een boom.’
We zetten Camilla’s bed op de veranda en ze ging erop liggen en ademde de vruchtbare, versterkende lucht in terwijl Ella om verhaaltjes dreinde, Hugh alle Smarties van haar Welkom Thuis-taart opat en Isobel tegen haar aan gekropen haar dagelijkse dutje deed.
‘Mijn kinderen zijn gek op je. Je gaat fantastisch met ze om. Ik geloof dat je Assepoester wel honderd keer hebt voorgelezen sinds je weer thuis bent. Ben je niet uitgeput?’
Camilla schudde haar hoofd. ‘Ik ben schor. Ik wil een kop thee. Heerst er nog mond- en klauwzeer in Transvaal? Moet ik me weer voorbereiden op gesteriliseerde melk?’
‘Dus je voelt je al beter?’
‘Zelfmedelijden is moeilijk vol te houden als je wordt omringd door kinderen die het niet pikken als je nee zegt.’
‘En als je een echtgenoot hebt die op dit eigenste moment de halve wereld over vliegt om bij je te zijn.’
Zodra Camilla begon te herstellen van haar aanvaring met de dood, belde ze James vanaf haar ziekbed. Ik weet niet precies wat ze tegen hem zei, maar sindsdien belt hij haar elke dag en soms praten ze wel een uur met elkaar.
Will stond versteld. ‘Ze zijn al jaren getrouwd. Wat hebben ze in vredesnaam nog tegen elkaar te zeggen?’
‘Volgens Camilla moeten ze jaren en jaren inhalen. Ze hadden nog nooit een gesprek gevoerd.’
‘Je man heeft al twee keer gebeld sinds hij in Johannesburg is geland. Eerst om te vragen of ik een gezagvoerder kende die Mike heet, want hij was erin geslaagd zich in de cockpit te laten uitnodigen en de gezagvoerder heette Mike en Mike was bij Ex-Pat Air begonnen en misschien kende ik hem…’
‘Zalige onschuld!’ zei Camilla. ‘James is een boerenzoon. Hij ging als kind nooit met vakantie, alleen soms op zondag naar Portstewart Strand. Waarschijnlijk stonden we naast hem geparkeerd wanneer tante Grace met ons naar het strand ging. En toen we nog aan Queen’s studeerden, heb ik hem gevraagd of hij ook bij Sams vakantieclub wilde komen, maar hij kon niet omdat hij de hele zomer op de boerderij moest werken.’
‘Dus hij kuilde aardappels in en verpakte hooi in balen terwijl wij door Europa trokken?’
‘Toen ik met hem trouwde, had hij nog niet eens een paspoort. Hij was nog nooit in de Republiek geweest. Nog niet eens een dagje met de trein naar Dublin om een internationale rugbywedstrijd te zien!’
‘Waarom niet?’
‘Hij was bang dat de Ieren hem zouden vermoorden als ze erachter kwamen dat hij een presbyteriaan uit Noord-Ierland was.’
‘Hoe zouden ze daarachter moeten komen?’
Camilla giechelde. ‘Afgezien van het feit dat hij zich nooit zonder bolhoed en oranje sjerp vertoont en altijd ‘The Green Grassy Slopes of the Boyne’ fluit?’
‘Tja, dat verklaart zijn tweede telefoontje. Toen zei hij: ‘Er zijn hier wel erg veel zwarte mensen, hè?’’
Camilla’s ogen straalden in haar broze gelige gezicht. ‘Ik wist dat hij dat zou zeggen! O, ik verheug me er zo ongelooflijk op hem te zien. Hij is zo fascinerend. Ik weet wel dat ze zeggen dat je niet op het uiterlijk moet afgaan, maar in James’ geval krijg je gewoon wat je ziet!’
‘O, hemel.’
‘Nee, het is heerlijk,’ zei Camilla blij. ‘Het is ontspannend. Bij James weet ik waar ik sta. We spreken dezelfde taal. Ik heb nooit begrepen waarom jij je aangetrokken voelt tot mannen die je taal niet spreken. De zoon van een popster, een Zimbabwaanse aannemer…’
‘Maar ze spreken mijn taal toch?’
‘En Sam Dawson?’
Ik glimlachte. ‘Sam Dawson is altijd een klasse apart geweest.’
Camilla’s ogen schoten vuur. ‘De veel-geschreeuw-en-weinig-wip-klasse. Ik kan er met mijn verstand niet bij waarom ik zoveel tijd aan die protser heb verspild terwijl ik al getrouwd was met de beste man van de wereld.’
‘Liefde is blind.’
Will stond op het punt naar de luchthaven te gaan om James Snotter en Kathryn af te halen.
Hij laadde het potje in de Disco, en zonnehoedjes, bekers, een thermosfles gekookt en gekoeld water, luiers, wetties, Hughs Deekie en een stelletje blote Barbies.
‘Straks is er geen plaats meer voor James en Kathryn,’ fluisterde Camilla.
‘Hij is aan het oefenen voor als ik weer piloot ben,’ fluisterde ik terug, ‘en met lodderogen van uitputting en eyeliner in Botswana terugkom, stinkend naar vliegtuigvoer en taxfree parfum en hij me komt afhalen, op elk uur van de dag of de nacht, in een korte broek en met een brede glimlach. En vijf kleine kinderen.’
Will zegt dat ik Camilla veel harder had moeten aanpakken. Dat ik haar de listige manier waarop ze me manipuleerde en me ervan overtuigde dat hij een verhouding had niet zo makkelijk had moeten vergeven.
‘Maar het was deels je eigen schuld. Jij ging onder valse voorwendselen naar Johannesburg. Camilla deed er goed aan twijfel bij me te zaaien over je bedoelingen. Als je iets minder geheimzinnig had gedaan, had ik geweten dat je naar Johannesburg ging om je voor kanker te laten behandelen.’
‘En als zij iets minder geheimzinnig had gedaan, had ze je wel verteld, met alle respect, dat ze je uit de weg wilde hebben, en het liefst zo ver mogelijk, wanneer zij probeerde haar ongeboren kind en zichzelf te vermoorden.’
Will had de Disco eindelijk ingeladen. Toen hij wegging, riep hij: ‘Heb je je brief al opengemaakt?’
‘Wat voor brief?’
‘Die met die Britse postzegels erop. Hij zag eruit alsof er iets belangrijks in zat.’
Ik zocht de brief en maakte hem open om Will een plezier te doen. Ik haalde er de oude foto uit waarop Alex Flood en ik elkaar kusten op een luchthaven voorafgaand aan ons debacle op de Malediven. En een droge brief van Alex’ notaris waarin hij mevrouw Dallas-Simms—dat ben ik—meedeelde dat de heer Alex Flood bereid was twee miljoen Britse ponden voor de douairièrewoning op landgoed Lisglasson te betalen. En mocht ik ooit een bezoek willen brengen aan South Derry, dan zou het de heer Flood een genoegen zijn mijn gezin en mij te ontvangen.
‘Twee miljoen! Of je de loterij wint. Lisglasson is helemaal geen twee miljoen waard!’
‘O, wees niet zo’n watje, Francesca,’ zei Camilla. ‘Het is waard wat de gek ervoor geeft. Waag het niet Alex Flood terug te schrijven dat je zijn bod te hoog vindt. Ik vind dat je het heel goed hebt gedaan. Alex Flood is de gierigste man op aarde.’
‘Hoe kom je daarbij?’
‘Van zijn vrouw. Zo triest, eigenlijk, als je bedenkt dat ze alleen om zijn geld met hem is getrouwd, en dat hij te beroerd en te vrekkig is om het met haar te delen.’
‘Ik geloof je niet!’
‘Hoe kan ik je overtuigen? Waar zal ik beginnen? Misschien met die tweedeurs Vauxhall Nova waar ze in reed toen de tweeling nog heel klein was en zij Catherine verwachtte. En dat ze een soort slangenmens moest zijn om Ralph en Oliver in hun zitjes achterin te krijgen terwijl ze acht maanden zwanger was. En dat ze ‘s-avonds bij ons in de praktijk moest schoonmaken omdat ze anders geen geld had om het huishoudgeld aan te vullen en de Vauxhall Nova na Catherines geboorte in te ruilen voor een vierdeurs…’
‘En dat Ruitercentrum dan?’
‘Daar verdient ze niets aan.’
‘Toch is het te veel geld voor het huis. Alex is me niets schuldig.’
Camilla’s ogen vonkten weer. ‘Wie heeft zijn reisje met jou naar de Malediven betaald?’
‘Ik. Kijk me niet zo aan. Ik had hem uitgenodigd, dus ik betaalde.’
‘Maar je had geen cent, Francesca. Je was net afgestudeerd. Pappie en Mammie betaalden je bruiloft en Sam de huwelijksreis. Hoe kwam je aan het geld om je minnaar mee te nemen naar de Malediven?’
Er hing een onbehaaglijke stilte tussen ons in, die alleen werd doorbroken door het zachte snurken van Isobel en het kletsen van Violets ontgoochelde dweil. Camilla had het verschrikkelijk, venijnig bij het rechte eind met betrekking tot mijn financiële omstandigheden die ellendige herfst toen ik Alex Flood naar de Malediven ontvoerde om mijn verdorven dingen met hem te doen. Ik had zelfs letterlijk geen cent. Ik had een patserige BMW en een mooie ring met een grote, kostbare robijn erin, maar dat waren cadeautjes van Sam die niet echt van mij waren. Ik had geen creditcards, dus ik kon mijn impulsaankoop niet bepaald op mijn gemak afbetalen. Nadat ik de cheque voor de veertiendaagse, geheel verzorgde vakantie had uitgeschreven, zat ik me met een tollend hoofd en met bonzend hart in de BMWaf te vragen hoe ik dat ooit moest betalen.
Uiteindelijk verkocht ik mijn enige waardevolle bezitting: tante Grace’ antieke Cartier Tank-horloge dat ze me voor mijn afstuderen had gegeven. En God vergeef me, maar ik zei tegen haar dat ik het op de Malediven was verloren toen ik van het duikplateau sprong, die dag met het tropische noodweer toen ik bijna was verdronken.
‘Ik ben er niet trots op.’
‘Je hebt werkelijk alles voor Alex Flood op het spel gezet, vervolgens heeft hij je in de steek gelaten en jij denkt nog steeds dat hij je niets verschuldigd is?’
De Disco reed door de elektronische hekken. De kinderen—Ella, Hugh en Kathryn Snotter—tuimelden eruit.
‘Waarom stak het huis de weg over, mammie?’
‘Omdat het een bips had.’
‘Waarom stak de lamp de weg over?’
‘Omdat hij een gezicht en geen bips had.’
‘Wanneer steekt een televisie de weg over?’
‘Als er niets op is.’
Ze renden gillend van het lachen de tuin in.
James Snotter zag bleek. ‘Wat is er, James?’
Will snapte er niets van. ‘Hij zegt dat hij iets ruikt. Wat dan? Ik ruik niets.’
‘Ik dacht dat ik me had voorbereid,’ zei James terwijl ik zijn hand pakte en hem behoedzaam het huis in loodste. ‘Ik heb de reisgids van voor tot achter gelezen. Ik kan Mastermind winnen met ‘de geschiedenis van Botswana’ als mijn onderwerp. En ik heb Zulu op video gezien, en Out of Africa en George of the Jungle…’
‘George of the Jungle?’
Later die avond, toen de kinderen eindelijk naar bed waren (Ella, Hugh en Kathryn Snotter lagen om elkaar heen gekruld als een nest jonge hondjes te slapen) en we Camilla’s ziekbed in de woonkamer hadden gezet en de Welkom Thuis-taart tot de laatste kruimel was opgegeten en James ons dodelijk had verveeld met zijn gedetailleerde beschrijving van zijn vlucht (‘Ik had de roereieren voor het ontbijt en Kathryn de pannenkoeken en we hebben samen…’) zei Will: ‘Wat stond er nou in die brief met die Britse postzegels, Francesca?’
Ik gaf hem de brief. Hij las hem een paar keer. Toen gaf hij hem aan James Snotter, die hem ook een paar keer las.
Ten slotte zei Will: ‘Wat denkt hij je schuldig te zijn?’
‘Geen idee. Hij is me niets schuldig.’
Camilla nam het woord.
‘Het is mijn schuld. Toen we zeventien waren, wilde ik proberen of ik hem van Francesca kon afpakken. Ze waren zo gelukkig samen en ik was stikjaloers. Ik haalde haar dus over mij ‘Verwarring’ te laten spelen. Je was zo onschuldig, Francesca, en zo goed van vertrouwen. Ik vond het rot voor je, maar niet rot genoeg om ervan af te zien. Ik trok dus jouw kleren aan en ging die avond met hem uit. Maar hij wist van het begin af aan dat ik het was…En door mijn toedoen heeft hij Francesca nooit meer vertrouwd.’
‘O, nou ja,’ zei ik met een glimlach naar Will, ‘er zijn genoeg andere vissen in de zee!’