Hoofdstuk 19

Henri aan Susa:

…wens jou, kleine heks, alle liefde van de wereld toe.

Barbara tegen Andrea, Claudia en Susa:

Ik nodig jullie uit voor een rondje botox en restilan.

Zondagavond zit ik helemaal uitgeput in het vliegtuig. Gistermiddag zijn de meubels voor de kamers van Victoria en Jonas geleverd en gemonteerd. Ik heb Martin gebeld en hem gevraagd om het geld van de verkoop van het huis zo snel mogelijk over te maken, want mijn bankrekening heeft een dieptepunt bereikt. Hij reageerde verbazingwekkend ontspannen en mopperde niet zoals hij vroeger gedaan zou hebben.

Voordat ik naar het vliegveld ging, ben ik nog even bij Claudia geweest. Ze was neerslachtig, zelfs bijna depressief, en had donkere wallen onder haar behuilde ogen. Ik verbaasde me erover dat Ben er niet was, maar ze heeft hun afspraak voor vrijdagavond afgezegd. Claudia wil alles eerst in alle rust verwerken.

In het vliegtuig laat ik me door de stewardess een glas wijn brengen, pak mijn agenda en maak aantekeningen voor morgen. George en ik hebben nog een aantal zakelijke details te bespreken, ik moet naar de bank en met Kasimir naar de dierenarts. Michèle houdt hem, want we wilden hem met zijn twaalf jaar geen verhuizing naar een stadswoning meer aandoen. Dinsdag ga ik alles inpakken en klaarzetten, want woensdagochtend komt de verhuiswagen. Het regent als we landen, het verkeer is een chaos en het kost me ondanks dit tijdstip aanzienlijk meer tijd dan anders om thuis te komen. Als ik binnenkom zit Michèle in de zitkamer naar een of andere Nederlandse show op tv te kijken. Ze komt overeind, schenkt een glas wijn voor ons in en bestookt me met vragen. Ik vertel haar dat Jonas een vriendin heeft en dat Victoria elk weekend een andere date heeft. Ze straalt. Ik vertel over de kookkunsten van die twee en ik denk dat ik aan haar reactie kan merken dat ze ze van tevoren een spoedcursus heeft gegeven of telefonisch waardevolle tips geeft. Ze mist ze meer dan ze toegeeft en de kinderen hebben haar al weken geleden beloofd dat we de paasvakantie in Montpellier zullen doorbrengen.

“Monsieur Henri was hier gisteren,” zegt ze aarzelend. “Hij heeft dit voor je achtergelaten.” Ze duwt een envelop in mijn hand en gaat de kamer uit. Ik draai hem om en bekijk hem een hele tijd, leg hem op tafel en loop naar mijn werkkamer om mijn laptop aan te zetten, bekijk de post en probeer me op van alles te concentreren, maar het lukt niet. Dan ruk ik de envelop snel open. Hij heeft foto’s van Thailand aflaten drukken en bij zijn brief gedaan. Ik bekijk ze en zie twee mensen die een tevreden en gelukkige indruk maken. Ik heb het gevoel alsof er lichtjaren tussen Thailand en vandaag liggen. Dan leg ik ze weg om de brief te lezen. Het is een korte brief, eigenlijk maar een paar regels. Hij vraagt me om de groeten te doen aan Victoria en Jonas, Michèle te vertellen dat hij snel contact met haar opneemt en altijd voor haar te bereiken is. Hij wenst mij nog een paar prettige dagen in Montpellier, niet te veel stress en vooral een goede reis naar mijn oude nieuwe thuisland. Ik slik moeizaam. Hij is vandaag naar Parijs gevlogen, want daar wordt een seminar voor Franse hoofdcommissarissen van politie gehouden.

Ik heb pas vlak na onze terugkeer uit Thailand besloten om er naartoe te gaan, want ik kon het niet verdragen om in de stad te zijn als jij inpakt en vertrekt. En ik kon geen afscheid van je nemen, want dat had mijn hart verscheurd.

Ik veeg de tranen die over mijn wangen lopen weg.

Ik weet niet of dit het was, of dat we ooit weer samen zullen zijn. Ik wil je bedanken voor deze onvergetelijke maanden en ik wens jou, kleine heks, alle liefde van de wereld toe.

Nu stroomt er een stortvloed over mijn wangen. Ik voel dat Michèle haar arm om mijn schouders slaat en me naar zich toe trekt en ik begin onbeheerst te huilen.

“Dat dacht ik al,” kalmeert ze me. “Henri is geen man voor grote afscheidsscènes. Zoals de meeste mannen trouwens.”

“Michèle…” Ik kijk haar met een wazige blik aan. “Waarom weet ik niet of mijn keuze de juiste is? De afgelopen twee jaar heb ik de ene na de andere beslissing genomen en ik ben nog nooit zo onzeker geweest.”

Michèle zucht, streelt over mijn haar en geeft me een Kleenex. “Ik vind dat je het goed doet. Je hebt voor je kinderen gekozen en ze zijn nu eenmaal gelukkiger in Keulen. De rest komt wel in orde, Susa.”

We drinken de fles rode wijn leeg, Michèle ruimt nog wat op en ik loop een beetje onvast naar mijn bed.

Ik zie de achterlichten van de verhuiswagen tussen de bomen steeds kleiner worden. Ik draai me om, streel Kasimir, die al snel weer naar zijn kattenvriendin toe gaat om met haar door de tuin te ravotten en ga weer naar binnen. De laatste uren waren heel hectisch. Ik ben gisteravond begonnen alles in grote dozen te pakken; de helft van het beddengoed, wat bestek, een paar voorwerpen die ik ook al uit Klein-Vernich hiernaartoe had meegenomen, onze kleren, papieren en een paar schilderijen die voor de Keulse galerie zijn bedoeld. Resoluut heb ik vanochtend mijn reservering veranderd en een vlucht voor donderdagmiddag geboekt. Mijn terreinwagen laat ik voorlopig hier staan. Voor Keulen is hij te groot en te onpraktisch, en bovendien heeft George een geïnteresseerde. Met een beetje geluk is hij verkocht als ik over drie weken terugkom. In Keulen rij ik eerst een tijdje in een huurauto zodat ik rustig na kan denken welke auto ik voor mezelf ga aanschaffen.

Als ik de keukendeur opendoe, zweeft de geur van Michèles tomatensoep me tegemoet.

“Nog tien minuten,” roept ze tegen me. Ik loop naar mijn werkkamer, zet de haard met de afstandsbediening aan en klap mijn laptop open. Ik lees eerst Barbara’s mail. Ze heeft gisteren met Max gepraat, schrijft ze, en ze heeft belangrijke informatie van hem gekregen.

Met een beetje geluk heeft hij een paar namen van mensen die niet alleen verantwoordelijk zijn voor Pinini’s dood, maar ook voor die van Jürgen. Bovendien heeft hij me gevraagd hoe het met jou gaat en of ik je over ons gesprek heb verteld.

Ik neem een slok thee en lees verder.

Ik heb hem gezegd dat je het weet en ook hoe je hebt gereageerd. Hij leek neerslachtig. Ik hou me er verder buiten. Jullie moeten zelf beslissen of jullie weer contact met elkaar willen. Ik heb het gevoel dat Max met je wil praten en ik vind dat je hem daarin tegemoet moet komen, maar dat is alleen mijn mening.

Ik klik de mail weg, lees de volgende drie en open dan die van Claudia. Ze schrijft dat het goed met haar gaat, maar ze heeft Ben gevraagd om een tijdje niet langs te komen en een rustpauze in te lassen.

Eigenlijk voel ik me nu net zoals meteen na Jürgens dood. Het lijkt erop dat ik die emotionele hel nog een keer moet doormaken en dat, terwijl ik de hele tijd zeker wist dat hij geen zelfmoord heeft gepleegd.

Ze heeft vandaag een psychologe gebeld en een afspraak met haar gemaakt. En zolang ze haar evenwicht niet terug heeft, wil ze de relatie met Ben in de ijskast zetten.

Ik pak mijn thee en ga weer naar de keuken. De tomatensoep is klaar, de tafel is gedekt en Michèle opent een fles wijn. Ze kijkt me sceptisch aan en wil weten wat er aan de hand is. Ik steek van wal.

Het wordt langzaam licht als ik kaarsrecht in mijn bed zit. Ik heb slecht geslapen, verward gedroomd, ben twee keer in de keuken geweest om een glas warme melk te halen, maar het heeft niet geholpen. Nu ga ik, voorlopig voor het laatst in Montpellier, mijn joggingspullen aantrekken en met Kasimir door het bos lopen.

Michèle kijkt me verrast aan als ik helemaal uitgeput de keukendeur openduw en me op de stoel laat vallen.

“En, was het lekker?” vraagt ze glimlachend. “Je hebt nog drie uur voordat de taxi er is.” Ze geeft me een glas water en ruimt luidruchtig de afwasmachine uit.

“Ga nu, anders mis je je vliegtuig nog!” Michèle heeft tranen in haar ogen. Bij mij stromen ze al over mijn wangen, maar ik negeer ze. De taxichauffeur kijkt geïrriteerd en mompelt iets over file en vliegveld. Dan stap ik in. Ik zwaai nog een keer en kijk dan geconcentreerd voor me uit.

Che belle donne, ’ fluit Giorgio in extase als we Fellini binnenkomen. De ramen staan open, want sinds twee dagen is het voor eind mei verbazingwekkend warm in Keulen. Een hogedrukgebied, dat zijn oorsprong boven Noord–Afrika heeft, zorgt voor de heerlijke temperatuur. Ik ben al redelijk aan Keulen gewend geraakt, Victoria is meteen na mijn aankomst met al haar spullen uit de mannenhuishouding vertrokken en woont nu weer bij mij, Jonas pendelt heen en weer.

Afgelopen week was ik met Catharina in Rome, we zijn samen met Giovanni naar Frascati gereden, hebben het door hem uitgezochte kunstenaarsduo bezocht en hebben schilderijen voor de openingsvernissage in München uitgezocht. Rome zonder Max was vreemd, maar ik had die dag zoveel aan mijn hoofd dat ik nauwelijks aan hem heb gedacht. Pas tijdens de terugreis werd ik weer overvallen door weemoed. Twee dagen geleden heb ik hem een brief gestuurd. Ik heb er urenlang over gepiekerd, heb hem drie keer opnieuw geschreven en daarna een nacht laten liggen, heb nog iets veranderd en de tekst ten slotte in het net geschreven en heb de brief toen op de bus gedaan. Sindsdien slaap ik bijna niet meer. Zodra ik mijn mailbox open, gaat mijn hart als een razende tekeer. Tot nu toe echter voor niets, want ik heb nog geen antwoord gekregen. Andrea, Barbara en Claudia weten hier niets van en ik zal ze ook vanavond niet wijzer maken.

Vandaag proberen we Claudia een beetje op te vrolijken. Ze is nog steeds down en lacht nauwelijks. Op de een of andere manier schijnt ze de realiteit nu pas echt te beseffen. Vorige week kwam Ben onverwacht langs. Hij stond plotseling in haar kantoor en vroeg of hij met haar kon praten. Claudia haat dit soort onverwachte bezoekjes meestal, maar toch zijn ze gaan eten. Claudia kwam iets relaxter terug. “Het is fijn om te weten dat er iemand voor me is die van me houdt,” zei ze daarna ongevraagd tegen Andrea. Ze gaan het heel langzaam opbouwen, maar ze weet niet zeker hoeveel ze hem kan geven. Het is verontrustend om Claudia zo mee te maken, ze trekt zich terug, werkt weliswaar zoals altijd veel en zorgt liefdevol voor Eva, maar een lachje op haar lippen komt op dit moment maar heel zelden voor.

Andrea blijft consequent ten opzichte van Fabio. Ze weigert pertinent om zelfs voor een puur zakelijke afspraak naar Milaan te vliegen en is van plan haar beslissing keihard vol te houden. Fabio SMS’t nog heel regelmatig, maar ze doet haar best om afstand te houden. De laatste tijd moppert ze wel veel over Klaus en over haar huwelijk. Ze heeft voortdurend ruzie met hem.

Alleen in Barbara’s hart schijnt de zon. Ze zit midden in de huwelijksvoorbereidingsstress en mailt ons elke dag foto’s van bruidsjurken, waarover ze onze mening wil hebben. Volgende week heeft ze ons uitgenodigd voor een bruidsjurkenparty: we gaan met zijn vieren naar een bruidswinkel waar Barbara jurken voor ons gaat showen, terwijl wij lekker borrelen. En ‘s-avonds staat er nog een verrassing op ons te wachten. Het belooft leuk te worden.

Giorgio verwent ons ook vandaag weer. De prosecco staat al voor onze neus als we nauwelijks zitten. Claudia bestelt van alles: courgettebloemen in wijndeeg, verschillende gefrituurde groenten, risotto met zeevruchten, een portie scampi, minestrone en gnocchi met salie en boter. Het water loopt me nu al in mijn mond.

Gelukkig komen de lekkernijen al snel, want mijn maag knort gevaarlijk hard. Claudia vertelt over haar nieuwe collectie, Andrea over de problemen om deze op zo’n korte termijn te financieren zonder de reserves van het bedrijf aan te spreken en ik vertel over de sculptuurexpositie in Montpellier, over de schilderijen uit Frascati en over Victoria en Jonas. Verbazingwekkend genoeg lukt het ons om de hele avond over van alles en nog wat te praten en onderwerpen zoals Jürgen, Ben, Fabio en Max handig te vermijden.

“Nou, jullie hebben het voor elkaar gekregen, ik heb al heel lang niet meer zo gelachen,” zegt Claudia vlak voordat we uit Fellini vertrekken.

“We hebben ook onze uiterste best gedaan,” antwoorden we bijna gelijktijdig en glimlachen er aangeschoten bij.

Drie dagen later is het zover. We gaan op jurkenjacht. Andrea en Claudia halen me bij de galerie op.

“Vertel eens, weet jij wat Barbara vanavond met ons van plan is?” Andrea draait zich om en kijkt me nieuwsgierig aan.

Ik ontken, want Barbara deed ook tegenover mij enorm geheimzinnig en liet zich geen aanwijzing ontlokken. Vlot ontwijkt Claudia alle files. Ze slalomt door straten waarvan ik het bestaan niet eens vermoedde, en bijna een halfuur later parkeren we in Rodenkirchen voor ‘Anita’s Bruidsmode’. We staan voor een enorme etalage waarin ogenschijnlijk levensechte bruiden voor zwarte fluwelen wanden staan. Daarboven hangt een bescheiden bord met het opschrift: ‘De andere bruid’. Barbara is er al, ziet ons en loopt meteen naar de deur. Haar wangen zijn rood, haar ogen stralen en ze omhelst ons opgetogen.

“Al in de bruidsjurkenroes?” zegt Andrea spottend lachend.

We gaan naar binnen, krijgen meteen een glas witte wijn van een vrouw van in de dertig, Anita zelf zo blijkt, en we worden naar de eerste verdieping gebracht. Aan de muren hangen foto’s van bruiloften die hele verhalen vertellen. Grappige momentopnamen, in plaats van de kleinburgerlijke bruid- en bruidegomposes. Het assortiment jurken is enorm: sexy met split of diep decolleté in fantastische kleuren, weinig daarvan vallen onder de categorieën ‘goedgekeurd door schoonmoeder’ of’tule en ruches’. Het is helemaal mijn smaak. We zitten aan een tafel en nippen van onze witte wijn terwijl Barbara ons haar keuze gaat showen.

“Welke zal ik het eerst aantrekken?” Ze springt overeind en gaat naast haar jurken staan. En dan begint het! Ze glipt van de ene jurk in de andere, loopt heen en weer, draait, vecht met sluitingen, praat onafgebroken, vloekt, drinkt veel te snel twee glazen witte wijn en giechelt als een verliefde tiener. Wij drinken en giechelen mee. Na drie keer de complete voorselectie te hebben gepast, neemt ze eindelijk een beslissing. Nu is de lingerie aan de beurt: een bh met halve cup waarboven de tepels erotisch uitsteken of een push-up? En wordt het een lage heupstring of het slipje tot de navel dat ultrahoog opgesneden is, of misschien de veelbelovende ministring? Inmiddels kletsen en lachen we aan een stuk door en we worden bij de schoenen pas weer rustiger. Tussendoor wordt een schaal sushi gebracht die we ons laten smaken, waarna Barbara voor het spetterende slot alles wat ze heeft uitgekozen aantrekt en aan ons showt. Het is een nauwsluitende, smal gesneden, crèmekleurige japon met een split aan de voorkant geworden. De mouwen komen tot vlak onder de ellebogen, het decolleté is diep en belooft veel. Barbara’s prachtige rode lokken vallen losjes op haar schouders, ze ziet er nu al fantastisch uit. We applaudisseren. Anita straalt en ik vermoed dat ze een meer dan tevreden stemmend bedrag heeft uitgerekend in haar hoofd.

Een halfuur later zit ik bij Claudia in de auto. Andrea rijdt met Barbara voor ons uit. De verrassing is heel spannend, zei ze daarnet knipogend. Handig rijdt ze van Rodenkirchen naar Keulen-Marienburg. Ze rijdt van de Oberlander-oever de Römerberg op, dan naar links, vlak daarna weer naar rechts en dan ben ik mijn oriëntatie kwijt.

Plotseling stoppen we voor een oude, felverlichte jaren dertig villa. De poort gaat open en Claudia’s Saab rolt achter Barbara’s BMW langzaam over het grindpad. Twee mannen staan bij een zijdeur van de villa en kijken toe hoe we uit de auto’s stappen. Ze dragen allebei jeans, de een heeft een wit overhemd met openstaande kraag en een colbertje aan, de ander heeft gekozen voor een hemelsblauwe versie met das. Barbara loopt stralend naar ze toe. Ik kijk Claudia vragend aan, maar ze haalt alleen haar schouders op. Als we bij de deur komen, geeft Withemd me een hand en stelt zich voor als dokter Hoblitzky. Hemelsblauw loopt samen met Barbara en Andrea al twee meter voor ons uit en begeleidt ons naar een zwak verlichte ruimte met zachte muziek.

“Kijk,” zegt Barbara en ze wijst naar de glazen die op een blad staan. De champagne parelt en ik vraag me af waarom mannen altijd denken dat vrouwen deze bubbeltjeswijn lekker vinden. Ik nip aan mijn drankje en huiver, want deze soort is me veel te zoet, en zet het weer weg.

“Omdat we allemaal de magische veertig overschreden hebben, dacht ik dat het tijd werd voor een kleine opfriskuur. Ik nodig jullie uit voor een rondje botox en restilan,” zegt Barbara zo stralend, alsof ze de twee middelen zelf heeft uitgevonden. “Over een week, maar dat weten jullie vast al, is het maximale effect bereikt en zijn we voorlopig verlost van de rimpeltjes.” Nodigt Barbara, die zich twee jaar geleden nog op Birkenstocks en in wollen sokken door het leven haastte, ons uit voor een chemische verjongingskuur?

“Wist jij daar iets van?” fluistert Claudia tegen me.

“Nee,” antwoord ik net zo zacht.

Andrea gaat meteen voor een spiegel staan, waarvan de belichting na het drukken op een knop genadeloos wordt.

“Goed,” begint ze, ze duwt haar pony naar achteren en bekijkt zichzelf sceptisch. “Deze en die en…” Haar rimpels-weg-verlanglijstje lijkt eindeloos. Ze laat zich uitvoerig voorlichten door Hoblitzky terwijl wij verbaasd luisteren. Als ik weer eens een paar kraaienpootjes met botox liet verlammen, kreeg ik tot voor kort de wind van voren van haar. Mijn laatste verfraaiingsactie is inmiddels bijna een jaar geleden, de rimpeltjes zijn weer rimpels. Hoblitzky heeft het een en ander te doen.

“Ik wil graag een verdovingscrème aanbrengen, zodat de prikken niet zo pijnlijk zijn,” zegt Hemelsblauw nasaal. “En deze crème,” hij wijst naar een andere tube, “moet een paar keer per dag worden gebruikt om blauwe plekken te voorkomen.” Ik bekijk hem met walging: hij heeft donkere, met gel naar achteren gekamde haren, terwijl zijn gezicht ontsierd wordt door een snor en anderhalve centimeter brede, pikzwarte, borstelige en boven de neuswortel samengegroeide wenkbrauwen. Bovendien draagt hij een gouden playboysteker in zijn oor en een zegelring aan zijn linkerhand. Ik hoop dat ik niet door hem word behandeld! Hoblitzky daarentegen is echt een schatje. Hij heeft knalblauwe, brutaal fonkelende ogen en zijn blonde haren, die zo te zien met een wild geworden schaar zijn bewerkt, want er is geen coupe of model in te herkennen, staan hem uitstekend. Zijn vingers zijn lang en smal, maar toch krachtig. Hij pakt de tube verdovingszalf, staat ineens voor me en kijkt me aan, ik ben verlamd.

“Kunt u uw pony alstublieft op de een of andere manier omhoogbinden?” vraagt hij.

“Wat? Wat bedoelt u?” stotter ik.

“Uw pony! U wilt toch dat ik de rimpel tussen de wenkbrauwen met restilan opvul?”

“Dat klopt.” Ik kijk hem aan.

“Dan moet u uw pony op de een of andere manier van uw voorhoofd halen, anders kan ik de zalf niet aanbrengen,” zegt Hoblitzky geduldig.

Claudia geeft me een elastiekje. Ik kijk stralend naar Hoblitzky.

“Zo,” zegt hij en hij brengt de crème met zijn wijsvinger voorzichtig op mijn voorhoofd aan. Hij smeert hem licht uit en kijkt ondertussen onafgebroken in mijn ogen. Claudia en Barbara gaan met Hemelsblauw naar een andere kamer. Zij willen een botox-behandeling om hun ogen en hebben geen verdovende zalf nodig.

“Nu moet het nog een paar minuten intrekken,” zegt Hoblitzky tegen me en hij richt zich dan tot Andrea. “U mag meekomen.”

Nieuwsgierig loop ik achter ze aan. We lopen door een gang, waarvan de meeste deuren gesloten zijn, alleen uit de een na achterste schijnt een lichtkegel op de donkere vloertegels.

“Het kan zijn dat het zo meteen een beetje pijn gaat doen,” hoor ik de nasale stem van Hemelsblauw, die zich net over Barbara buigt, zeggen. Uit zijn gelharen krult een lok als een varkensstaartje in zijn gezicht, waarvan het uiteinde zijn linkerwenkbrauw raakt. Gatverdamme! Claudia komt stiekem weer binnen, grijnst ondeugend en fotografeert het tafereel met haar mobiel. Hoblitzky duwt de tegenoverliggende deur open, doet de neonverlichting aan en vraagt Andrea om op de behandelstoel plaats te nemen. Mijn zusje is net zo wit als de muur achter haar en zou volgens mij het liefst wegrennen. Ik geef haar een geruststellende glimlach en kijk stiekem naar Hoblitzky; hij kijkt me even aan en buigt zich dan over Andrea.

“Jullie hadden haar moeten zien!” roept Andrea lachend als we de kliniek nauwelijks verlaten hebben. “Susa heeft hevig met Hoblitzky geflirt.”

“Ja, maar hij is begonnen,” verdedig ik mezelf.

“Dat klopt,” zegt ze proestend. “Maar dat is het nou juist!”

Ik kijk haar verbijsterd aan.

“Ja, liefje, je zag er gewoon zo grappig uit!” lacht ze.

“Hoezo?”

“Nou,” Andrea haalt adem en veegt de lachtranen uit haar ooghoeken. “Als je flirt, beweeg je je hoofd altijd zo dat je blonde haren van de ene kant naar de andere zwaaien.”

“Ja, en? Dat vinden mannen erotisch. Tot nu toe heeft het in elk geval altijd gewerkt,” zeg ik overtuigd.

Nu lachen Barbara en Claudia ook.

“Dat kan wel zo zijn, maar daarnet stond je pony als een palmboom kaarsrecht omhoog en wipte bij al je bewegingen mee. Ik zeg jullie dat het onbetaalbaar was!” zegt ze tegen Claudia en Barbara. “Susa op volle toeren met palmenpony!”