Veertig jaar, brunette en een fikse kater
Andrea aan Barbara:
Ben veertig en voel me stokoud
Susa aan Barbara en Claudia:
Zijn er zo! Kusje Susa
Barbara aan Andrea:
Laat je verrassen…
Claudia aan Susa:
Is heerlijk hier, luxe ten top, kusje Claudia
Barbara aan Susa:
Fantastisch, check net in. Groetjes Barbara
Andrea aan Klaus:
Ben in een Susa-achtige beautyfarm. Morgen herboren terug. Lukt het allemaal met de kids? Hou van je, Andrea
“Mag ik de dames de suite tonen?” zegt een goed uitziende man van halverwege de twintig met nasale stem, terwijl hij zijn arm beweegt alsof hij ons naar een privéaudiëntie bij de paus brengt. Ik onderdruk een lachaanval. Aan het einde van de lange gang ligt onze kamer. De zware, houten deur wordt door de gesoigneerde handen van onze begeleider met een haast koninklijk gebaar geopend, en het zou me niet verbaasd hebben als prins Charles hoogstpersoonlijk verschenen was om ons te ontvangen. Het is ronduit hilarisch. Susa laat mij voorgaan, wat me al achterdochtig had moeten maken. Vergeleken bij de gang is de ruimte maar schaars verlicht en mijn ogen moeten eerst wennen.
“Verrassing!” wordt er van achter in de ruimte geroepen. Susa doet het licht aan en ik zie mijn vriendinnen Claudia en Barbara. Na de ‘aaahs’ en ‘ooohs’ en andere verbale vriendschapsbetuigingen kalmeren we langzaam.
“Zo’n beauty-weekend met z’n viertjes leek me eigenlijk veel leuker. The more the merrier! Barbara en Claudia waren ook meteen om. Ik heb vorige week alles geboekt en Klaus op de hoogte gebracht, omdat ik als de dood was dat je dit weekend weg zou gaan.” Ik vind het helemaal fantastisch. Susa trekt de zware gordijnen open, opent de terrasdeur en laat de zon en de frisse lucht naar binnen stromen. Met een glas champagne in de hand bewonder ik de kamer: een tweepersoonsbed in Amerikaans king-size-formaat, waarop je zelfs met zijn tweeën nog overdwars kunt liggen. Een enorme badkamer, met douche, dubbele wastafels, bubbelbad, design radiatoren en een keur aan luxe flesjes met badzout, bodylotions, shampoo en wat niet meer. Voor de terrasdeuren staat een crèmekleurige bank met een berg kussens, waarvan de kleuren natuurlijk volmaakt in harmonie zijn met die van het tapijt – hoe kon het ook anders in dit Rijk der Schoonheid?!
Susa heeft flink uitgepakt. Voor mijn veertigste verjaardag heb ik een all-in-verwenweekend gekregen. Typisch een cadeau van mijn bijna twee jaar jongere zus, die zich regelmatig botoxinjecties laat toedienen, overal potjes van La Prairie heeft staan en altijd precies weet wat het beste werkt tegen het verouderingsproces.
Ze is al met de verdeling van de slaapplaatsen bezig, als onze bijzonder deftige butler weer opduikt om ons de eerste instructies voor ons verblijf te geven, samen met vier zachte badjassen en voor ieder van ons een programma.
Tien minuten later worden we opgehaald en dan begint de schoonheidsmarathon. Ik storm als laatste de kamer uit en knal keihard tegen een precies op dat moment voorbijkomend – zoals ik vaststel – mannelijk wezen.
“Neemt u mij niet kwalijk, heeft u zich bezeerd?” vraagt hij met diepe, rokerige stem en trekt daarbij zijn Mick-Jagger-lippen op.
Ik ben altijd al een Stones-fan geweest.
“Nee! Bedankt, het gaat wel,” stamel ik. “Ik ben niet van porselein!” Snel maak ik me uit de voeten.
Hilda, een streng uitziende dame in een witte jas met rubberen slippers aan de voeten, verwacht me al. Eerst word ik, net als Barbara, in het hydromassagebad gezet. “Nu even snel, anders wordt uw bad nog koud en is het gedaan met de ontspanning,” instrueert Hilda me.
“Andrea?” Ik hoor Barbara’s stem.
“Ja. Waar zit jij nou?”
“Hier, achter de wand. Let op, zo meteen gaan de sproe…”.
De rest gaat verloren in het borrelende geluid van de sproeiers, want Hilda activeert wat er maar te activeren valt in deze badkuip, en ik zweef dankzij de opborrelende luchtbelletjes tien centimeter boven de bodem van het bad. Na een halfuur weken – de instelling van de sproeiers is ondertussen veelvuldig veranderd en heeft me bijna een orgasme opgeleverd – mag ik het woelige water weer verlaten. Barbara zit met rode wangen en sliertig haar in een zonovergoten hoekje op me te wachten. Even pauze voor de volgende behandeling begint. Hilda serveert water en Claudia en Susa voegen zich bij ons.
“Ik had net een massage, hmm…de vingervlugheid van die masseur is ongelofelijk. Zelf is hij trouwens ook een lust voor het oog,” dweept Claudia.
“Nou, die sproeiers in het hydrobad zullen je dan ook wel bevallen, die maken zo ongeveer alles in je aan het kriebelen,” zegt Barbara tegen Claudia.
Mijn mond valt haast open van verbazing! Normaal gesproken is mijn ecologisch-verantwoorde vriendin eerder terughoudend, vooral in het gezelschap van Claudia, die ze té oppervlakkig, té materialistisch en té extravert vindt. Op dat moment duikt Hilda weer op: ik moet naar de massagetafel, Barbara wordt naar de bodypeeling gestuurd, Claudia en Susa naar de sproeiers.
In de sfeervol verlichte massagekamer klinkt een rustgevend deuntje. Zachte muziek verhoogt het welbevinden, laat het informatiebord aan de binnenkant van de deur me weten. Ik ga op mijn buik liggen en wacht. Een paar voeten met witte sokken die in van die verschrikkelijk typische gezondheidsschoenen steken, komen op de massagebank af.
“Goedemorgen, ik ben Moritz, de masseur.”
“Hallo,” antwoord ik loom, zonder mijn hoofd op te tillen. Ik voel de krachtige handen van Moritz op mijn schouders. Hij kneedt en kneedt, masseert, wrijft mijn huid in verschillende richtingen, terwijl hij me vakkundig uitlegt dat dit een uitgekiende Chinese massagetechniek is. Langzaam ontspant mijn lichaam zich en ik doezel weg. Pas wanneer Hilda weer opduikt en zachtjes mijn schouder aanraakt, word ik wakker. Moritz, de masseur, heeft de ruimte allang verlaten en is, hoor ik, naar Barbara gesneld. Jammer, nu heb ik het lichaam dat bij die heerlijke handen hoort niet nader kunnen bestuderen.
De rest van de behandelingen is al even heerlijk. Ik word van top tot teen gescrubd, in folie gewikkeld en mag dan als een cocon een halfuur blijven liggen. Wat als mijn neus ineens gaat jeuken? Gelukkig gebeurt dat niet. Maar ik ben wel opgelucht als Hilda me weer uitpelt en me verzekert dat ik nu, na ruim een uur, gegarandeerd van al mijn dode huidcellen af ben. Mooi! Ik waag een korte blik in de spiegel en heb daar meteen spijt van. Mijn wangen kunnen concurreren met die van kabouter Plop en mijn haar zit zo vol klitten, dat ik vrees het nooit meer in model te krijgen. Als ik in mijn badjas de rustruimte betreed, zijn de drie meiden er al, gelukkig ook met warrig haar en gloeiende gezichten. Zelfs Claudia is geen natural beauty meer.
“Zeg, hebben jullie geen honger?” Mijn maag knort al een uur en als ik niet snel wat te eten krijg, sta ik nergens meer voor in.
“De dames kunnen meteen naar het restaurant gaan,” meldt ‘opperwachtmeester’ Hilda.
Een deur verder is het restaurant, een ruimte die gelukkig alleen voor gasten van het beautycentrum toegankelijk is. Op een ronde, voor vier personen gedekte tafel staan witte porseleinen borden, heel eenvoudig maar heel sjiek, fijn geslepen kristallen glazen en ondanks het zonlicht een paar lange witte kaarsen. We gaan zitten in onze badjassen en klinken, deze keer met kir royal, op mijn nieuwe levensjaar.
Claudia, die met haar rug naar de rest van het restaurant zit en charmant aan haar glas nipt, dweept hardop met haar masseur. Ik durf niet te vragen wat hij allemaal met haar heeft uitgevoerd. Op de een of andere manier heeft Claudia ondertussen tamelijk veel informatie uit hem losgepeuterd. Hoe, dat blijft haar geheim. Hij is negenendertig jaar oud, pas gescheiden, heeft geen kinderen en werkt al twee jaar in dit luxeverblijf als chefmasseur en hoofd van het beautycentrum. Moritz komt oorspronkelijk uit een klein dorp bij Zürich, maar woonde met zijn vrouw in de domstad Keulen. Hij is verliefd geworden op het Rijnland en wil hier blijven.
Terwijl Claudia doorratelt, neem ik een slok wijn en zie op Barbara’s gezicht een grijns vol leedvermaak verschijnen. Ik volg haar blik. Achter Claudia staat de kerel, tegen wie ik in de gang opgelopen ben.
“Hoi Moritz,” kirt Barbara.
Claudia kijkt omhoog, verkleurt licht en is de situatie direct weer voortreffelijk meester. “Moritz, we hadden het net over je,” zegt ze, terwijl ze hem stralend toelacht.
“Ik heb de verdere dagindeling voor de dames en wilde u erop attent maken, dat er vanavond hier in huis een modeshow plaatsvindt met aansluitend een feest. Als jullie zin hebben, zijn jullie van harte welkom.” Hij straalt perfecte hoffelijkheid uit: oersaai! En dat rare accent…Claudia mag hem hebben.
Een gevulde maag en twee glazen wijn verder ben ik toe aan een klein middagdutje. Maar het loopt anders.
“Andrea, ga je mee een stukje wandelen? Ik moet absoluut met je praten,” fluistert Barbara in mijn oor. Als we onze suite binnenkomen, liggen er crèmekleurige, wollen huispakken klaar. We kleden ons om, ik schiet mijn Uggs aan en we gaan. De voorjaarszon schijnt, en tien minuten lang lopen we zonder iets te zeggen naast elkaar, tot ik de verleiding van een bankje in de zon niet kan weerstaan.
Barbara is al twintig jaar mijn beste vriendin. We zaten bij elkaar op de universiteit. Zij studeerde rechten en biologie, heeft zich gespecialiseerd in milieurecht en heeft na haar stage heel even bij een advocatenkantoor gewerkt. Frank, haar man, is leraar in het speciaal onderwijs, een krentenkakker eerste klas. Ze hebben twee kinderen. Bea, de oudste is twaalf en nakomertje Kathi is zes, net zo oud als mijn jongste kuikentje, Lisa. Barbara woont met haar gezin in een oud, snoezig huisje dat ze van haar grootmoeder heeft geërfd. Een half jaar geleden is ze weer begonnen met werken. Niet als advocate, maar nee, tot mijn volslagen verbijstering is ze parttime manager van een natuurwinkel geworden. Het is haar gelukt de omzet te verdubbelen en ze zit met hart en ziel in de zaak. Jammer alleen dat het salaris zo biologisch mager is.
“Misschien verbeeld ik het me maar,” valt Barbara met de deur in huis, “maar de afgelopen weken heb ik het gevoel dat er iets niet klopt met Frank. Hij jogt driemaal per week, is op dieet, vroeg me onlangs wat ik vind van mannen die hun haar kleuren, en hij zit twee keer zo lang in bad als vroeger. Bovendien is hij zo afwezig tijdens de seks.” Terwijl ze praat, trekt ze een pakje Marlboro Light uit haar jaszak en steekt er een op.
“Sinds wanneer rook jij?” vraag ik verbluft.
“O, sinds een week of twee. Ik maak mezelf wijs dat roken mijn zenuwen kalmeert.”
Ik heb net drie maanden geleden afstand gedaan van de stink-stokken en snuif begerig de voorbijtrekkende rook op. Alle moraal kan me gestolen worden: ik neem ook een sigaret – bijzondere omstandigheden vragen bijzondere maatregelen. Ik inhaleer diep.
“Ik geloof dat hij een ander heeft. Wat moet ik doen?” flapt Barbara eruit.
Ik trek – om tijd te winnen – nog eens krachtig aan mijn sigaret en denk na. “Hmm, normaal gesproken zijn mannen tot alles in staat, maar jouw Frank? Ik weet het niet. Jij bent zijn grote liefde en ik kan me niet voorstellen dat het iemand lukt om daar verandering in te brengen.”
“Ja, maar je moet niet vergeten dat ik hard op weg ben naar de veertig. Frank is nog maar zesendertig, aantrekkelijker dan ooit en ik voel me naast hem met de dag ouder en onaantrekkelijker worden. Mijn hele leven draait alleen nog maar om mijn gezin en de natuurwinkel. Dat alles vreet me langzaam maar zeker op.”
Arme Barbara, ze maakt zich echt zorgen.
“Weet je, aan dat uiterlijk kunnen we wat doen, want daarvoor zijn we hier. En ik ben er zeker van dat je zelfvertrouwen dan vanzelf terugkomt,” probeer ik haar op te vrolijken.
Barbara loopt meteen warm voor dit idee en terwijl we terugwandelen bedenken we wat er allemaal aan haar te veranderen, te kleuren, te epileren en te peuteren valt. Claudia en Susa liggen languit op blauwwitte ligstoelen op het zonneterras en hebben het maar over één onderwerp: MANNEN. Ik haal een groot glas water, ben blij dat ik al zo lang gelukkig ben met Klaus, en ga erbij zitten. Susa zit midden in een klaagzang over haar Martin. Voor alles wat mannen traditioneel gesproken in het huishouden doen – het gazon maaien, de auto wassen, kleine reparaties verrichten – is in huize Wienand een manusje van alles genaamd Willi verantwoordelijk. Gisteren kwam Martin opeens in actie en werd hond Kasimir aangelijnd voor een wandeling. Dat kan ‘ie nog net zelf…
“Toen hij terugkwam, zag hij de vieze auto op de oprit. Dan denk je toch normaal gesproken hooguit aan een ritje naar de wasstraat. Meestal wast en tankt Willi namelijk onze auto. Alleen gisteren dus niet. Martin, in Boss-jeans met lichtblauw overhemd en donkerblauwe leren schoenen, zoekt de tuinslang, bindt de hond aan de achterbumper vast, want Kasimir zit wild achter het loopse teefje van de buren aan, en wast met gespeelde onschuld de auto. Ik stond in de keuken en kon mijn ogen niet geloven. Stel je voor, hij heeft zelfs het oliepeil nog gecontroleerd. Ik wist helemaal niet dat hij weet hoe dat moet.”
“Nou moet je niet zo onaardig doen.”
“Oké, natuurlijk weet hij dat; dat hebben ze hem op Business School vast uitgelegd. Kennelijk zat er niet meer genoeg olie in de motor. Martin reed meteen de vijfhonderd meter naar de benzinepomp om een liter olie te kopen. Alleen was hij even vergeten dat Kasimir nog aan de bumper vastzat. Het beest moest rennen voor zijn leven. Halverwege knapte de lijn en was die arme ziel van zijn marteling verlost. Kasimir, ook niet gek, greep zijn kans en verblijdde de hond van de buren met een bezoekje. Die hebben dat helaas wel gemerkt. Snuivend van woede stonden ze bij ons voor de deur. Hun volbloed rashond drachtig van onze snode labrador! Als zijn spermacellen snel genoeg waren, en daar ga ik maar vanuit, dan mogen wij de hele abortus betalen.”
“En wat zei Martin?”
“Niet veel. Hij heeft – mannen onder elkaar – begrip voor Kasimir. En dat hij hem vergeten was, tja, dat kan gebeuren en alles was toch nog goed afgelopen. Daarmee was het onderwerp voor hem afgehandeld en verdween hij naar de tennisclub.”
De tijd vliegt voorbij, we praten en doezelen, doezelen en praten, tot er op de deur wordt geklopt. Hilda met het middagprogramma: een facial, manicure, pedicure, make–upadvies en kapper staan op onze agenda. Aan de ochtendindeling wordt vastgehouden: Barbara en ik, Claudia en Susa.
“Ik wil alles, het hele programma!” Barbara is vastbesloten iedere marteling te ondergaan: de wenkbrauwen worden in model geepileerd, wimpers pikzwart geverfd, de haast onzichtbare haartjes op de bovenlip geharst. Bikinilijn bijgewerkt, vaarwel okselhaar en beenhaar; Franse manicure voor handen en voeten. Dan volgt de kapper. Als Barbara haar knot losgooit, vallen haar dikke lokken bijna tot op haar billen. Mona Lisa zou er jaloers op zijn geweest, ik ben het ook. Vier kappers stormen op haar af, en staan met grote ogen te kijken en snateren als een troep opgewonden ganzen. Ondertussen bekijk ik mezelf uitgebreid in de spiegel: mijn bruine wenkbrauwen zijn net gedaan, mijn lange wimpers geverfd. Alleen mijn bruine haar hangt er slap en krachteloos bij, wat een treurige vertoning! Een van de vier haarkunstenaars rukt zich van Barbara los en ontfermt zich over mijn haar. Ik wil ook een beetje kleur op mijn hoofd. De kleurspoeling die ze met z’n drieën in Barbara’s haar smeren, is van een onbestemd soort paars. Ze heeft lokken in alle denkbare schakeringen: lichtblond, donkerblond, rood en chocoladebruin. Amper een kwartier later komen Susa en Claudia binnenvallen. Susa met haar lange, donkerblonde, gehighlighte haar hoeft alleen wat haarpunten aan de schaar op te offeren. Ze laat grote krulspelden indraaien, want we hebben besloten vanavond onze opwachting bij de modeshow te maken. Claudia heeft ook geen haarproblemen. Even wassen, föhnen, krullen en klaar is de vlotte Cindy-Crawford-look. Barbara en ik daarentegen zitten met een berg aluminiumfolie op het hoofd in de kapsalon: een treurig gezicht.
Wanneer iedereen gekapt is, bestormen we resoluut de verbazingwekkend goed geassorteerde boetiek om een passende outfit te zoeken. Een paar seconden later ziet de ruimte eruit als wo m: T–shirts, jurken, jassen, broeken – alles ligt door elkaar. De verkoopster, die zich eigenlijk al op de winkelsluiting had verheugd, kijkt verbijsterd toe. Vertwijfeld probeert ze orde in de chaos aan te brengen en de op de antiek houten tafel opgestapelde kledingstukken op te ruimen. Wij nemen inmiddels al niet meer de moeite om beurtelings in de drie beschikbare paskamers te gaan. Slechts gekleed in bh en string staan we in de verder verlaten boetiek en passen het ene schandalig dure kledingstuk na het andere. Beslissingen worden bliksemsnel genomen. Claudia kiest een simpel, tamelijk kort oranje jurkje, Susa heeft zich in een nachtblauw pakje gehesen, en ik heb een zwarte mini-jurk met driekwart mouwen en rolkraag uitgezocht. Barbara is de grote hit. Haar rossig blonde haar is in laagjes geknipt en valt losjes in haar gezicht. De grijze muis is – wonder boven wonder – een pracht-vrouw geworden.
In de grote zaal van het kasteelachtige hotel hebben vlijtige handen aan weerszijden van de catwalk stoelen opgesteld, kaarsrecht naast elkaar, alsof ze er een liniaal langs hebben gelegd. Lekkere jonge mannen in witte overhemden, zwarte broeken en schorten bieden iedere gast een glaasje Moet & Chandon aan om alvast in de stemming te komen, en we kijken toe hoe een televisieploeg zich opstelt bij de catwalk. We hebben dankzij Claudia voortreffelijke plaatsen weten te bemachtigen en bewonderen de broodmagere modellen die de mode voor de – zeker niet zo slanke – lokale vrouwen presenteren. “Oubollig en saai’, daar zijn we het over eens. Claudia is ontzet. Een tijdje terug is zij benaderd als ontwerpster voor dit evenement. “Toen stond mijn neus de hotelleiding op de een of andere manier niet meer aan en heb ik nooit meer wat van ze gehoord,” legt ze ons het verloop van de zaak uit. We drinken te snel en te veel, en worden na de eerste glaasjes overmoediger en brutaler. Ongegeneerd roddelen we over dit gruwelkabinet. Na een uur is de ellende voorbij. Het saaiste deel van de verzamelde high society van Bensberg, Bergisch-Gladbach gaat rechtstreeks naar huis. De rest waagt zich naar de bar. Wij gaan mee. Intieme verlichting, harde muziek en voor de bar dromt het publiek samen.
Barbara heeft haar zelfvertrouwen teruggevonden en converseert geanimeerd met een man in grijs krijtstreeppak.
“Vier caipirinha’s, alstublieft!” Claudia kan veel alcohol hebben, ik niet en Barbara al helemaal niet.
“Waar is Susa?” wil ik weten.
“Geen idee, die zal zo wel weer opduiken,” zegt Claudia en drukt de cocktail in mijn hand. Ik kijk zoekend rond en hoor net wat de redacteur van het televisieteam tegen zijn cameraman zegt. “Begin maar alvast met filmen, ik heb eindelijk een enigszins bekend gezicht ontdekt. Eens kijken of die haar mening over deze flauwekul prijsgeeft.” Daarmee bedoelt hij waarschijnlijk Claudia. Verder zie ik hier werkelijk niemand op wie de omschrijving ‘bekend’ in de verste verte van toepassing zou kunnen zijn.
En inderdaad, Claudia krijgt een microfoon in haar gezicht. “Goedenavond, wij zijn van TV Cologne. Wij doen verslag van deze modeshow en zouden u graag een paar vragen willen stellen!”
“Nee, echt niet. U mag me gerust wat over de laatste show van Lagerfeld, Dior, D&G of Prada vragen, die heb ik uitvoerig bekeken. Dit hier heb ik alleen maar zijdelings gevolgd.” Claudia kijkt hem stralend aan, draait zich om en verdwijnt. Ik ben verrukt, de kat heeft even haar nagels laten zien.
“Eh, zouden we u misschien wat mogen vragen?” vraagt de redacteur nu aan mij.
Nu wordt het leuk. Als huisvrouw en moeder ga ik een plaatselijke modeshow becommentariëren voor tv? Ha, ik dacht het niet! “Ja, u mag me alles vragen, maar niet voor een lopende camera.” Kwam die zin werkelijk uit mijn mond?
Een halfuur en twee caipirinha’s verder sta ik nog steeds met David te kletsen, want zo heet deze man. Hij is groot, ongeveer één meter negentig, midden dertig, heeft brede schouders, donkerbruin haar dat tot de kraag van zijn leren jack valt en een baard van drie dagen, waardoor hij er nonchalant uitziet. Zijn team is vertrokken en het wordt me langzaam duidelijk dat hij mij net zo interessant vindt als ik hem. We dansen. Eerst uitbundig, dan iets dichter bij elkaar en ten slotte in elkaar verstrengeld. Ik vergeet alles om me heen, ook het feit dat ik een getrouwde vrouw en moeder van drie kinderen ben, zie alleen af en toe de prachtige haren van Barbara voorbij huppelen en verdrink dan weer in zijn ondefinieerbare kleur ogen. Groen? Blauw? Grijs? Ik weet alleen dat op het moment zijn zachte lippen de mijne strelen en ik me in één klap weer heel, heel jong voel. De tijd lijkt stil te staan. Dansen, kussen, kussen, dansen, de warmte van zijn lichaam voelen. Pas als mijn keel op uitdrogen staat, gaan we weer terug naar de bar.
“Aloha, sexgodin: ben je je verstand verloren? Je staat al een halfuur te vrijen op de dansvloer. Stuur die jongen naar huis.” Susa heeft er blijkbaar genoeg van.
“Ja, je hebt gelijk,” stem ik met tegenzin in, maar hij is nog maar net met mijn drankje terug, of ik kan niet anders dan hem meteen weer kussen.
“Bij jou of bij mij?” fluistert hij in mijn oor.
Waarom ben ik verbaasd? Waarom ontzet? Was het niet duidelijk dat op mijn gedrag deze vraag zou volgen? “Eh, weet je, ik geloof niet dat dat zo’n goed idee is. Ik kan het niet! En ik denk dat het ook beter is, als je nu gaat.” Ik klink werkelijk overtuigend.
“Jammer, maar het is jouw keuze.” Hij geeft me een kusje op de wang, draait zich om en weg is hij. Ik adem diep in.
Dan is hij er opeens weer. “Weet je, je begrijpt er vast niets van, maar je hebt zojuist meer dan honderd punten verdiend!” En weg is hij weer. Ik kijk hem verbluft na. Honderd punten? Nou geweldig!
De volgende morgen lijkt het voorval van de avond al haast weer vergeten, maar schijn bedriegt. Ik zit samen met Susa en Barbara aan het ontbijt. Ik krijg geen hap door mijn keel, Claudia is de hele nacht niet komen opdagen; Susa doet aan schadebeperking en houdt haar lippen stijf op elkaar. Barbara is in de war. Ze heeft gisternacht met Krijtstreepje geflirt, tot in de kleine uurtjes met hem door het park gewandeld en ergens ver na middernacht kwam ze verkreukeld weer terug.
“Eigenlijk was Jurgen echt heel aardig. Hij heeft geen enkele poging gedaan om me te versieren, heeft in alle rust mijn verhaal aangehoord en me een paar tips gegeven,” vertelt ze.
“Je hebt hem toch niet over Frank verteld?” Susa is verbijsterd.
“Ja, op de een of andere manier kregen we het daarover.”
“Je kunt toch niet bij de man die je aan het versieren bent je huwelijksproblemen op tafel gooien!”
“Hij leek er begrip voor te hebben…” antwoordt Barbara onzeker.
“Natuurlijk, en de aarde is plat. Werkelijk, Barbara, dat kan niet!” Susa is echt verontwaardigd. Ik houd me erbuiten, want mijn gedachten dwalen af naar David.
“Wat heeft hij je eigenlijk aangeraden?”
“Och, hij vond dat ik Frank jaloers moest maken. Als hij opeens bang wordt mij te verliezen dan zou dat wel eens alle andere activiteiten in de kiem kunnen smoren.” Barbara klinkt niet echt overtuigd.
“Natuurlijk, te beginnen met Krijtstreepje…Wat is er in vredesnaam met jullie aan de hand? Andrea krijgt glazige ogen bij een man met brede schouders en een leren jasje, jij bent helemaal ondersteboven en wat Claudia allemaal heeft uitgespookt weten we niet eens…”
“Hebben jullie het over mij?” vraagt Claudia. Als uit hét niets is ze komen opdagen, met stralende ogen en een grijns van oor tot oor. Moritz, vast en zeker de reden voor haar stralende uiterlijk, omhelst Claudia snel nog een keer en excuseert zich vervolgens – de plicht roept.
“Wat is er aan de hand?” vraagt Claudia, stralend van geluk.
“Ach,” antwoordt Susa. “Andrea is smoorverliefd, Barbara heeft haar tranen geloosd bij haar aanbidder van gisteravond en ik heb me in mijn niemendalletje van tweeduizend euro stierlijk verveeld. Maar hoe was jouw avond?”
“Heerlijk, fantastisch – de beste seks in weken. We hebben voor vanavond ook een date, hij heeft tegen achten nog een afspraak en komt me daarna ophalen. Jullie vinden het toch niet erg?”
Voordat Susa kan antwoorden, gaat haar telefoon. Natuurlijk vind ik het niet erg, ik zou toch precies hetzelfde doen. Of niet? Om beurten vertellen Barbara en ik Claudia over de vorige avond. Ze luistert benieuwd, lacht tussendoor en vindt dat we gewoon moeten genieten van de onverwachte aandacht, in plaats van te gaan zitten kniezen en ons door een slecht geweten te laten tegenhouden.
“Geef me je vader nu!…Het kan me niet schelen of hij nog slaapt. Nou, zeg dan maar tegen hem dat hij me meteen moet bellen,” sist Susa in haar piepkleine mobieltje. “Dit geloven jullie niet,” zegt ze tegen ons. “Gisteravond zijn Jonas en Martin gaan tennissen. Martin heeft Jonas op een gegeven moment naar huis gestuurd en is in de club blijven hangen – tot vijf uur ‘s-ochtends. Nu ligt hij in coma. Heeft die man dan helemaal geen verantwoordelijkheidsgevoel? En met wie heeft hij daar tot vijf uur gezeten? Om tien uur gaat die tent dicht!”
“En waar is Victoria?” wil ik weten.
“Die is gelukkig bij een vriendin. Hij lijkt wel gestoord!” Susa steekt een sigaret op, blaast woedend de rook uit en loopt stampvoetend over het terras.
“O jee!” zegt Claudia.
“Hoezo ‘O jee’? Die gaat wat meemaken! Het liefst zou ik nu direct naar huis rijden om hem de huid vol te schelden.” Daar kunnen we haar nog net van afhouden. Om elf uur precies staat Hilda in de deuropening met ons dagprogramma: ontspannende gymnastiek, een fitness-check, yoga en als positieve afsluiting weer de Chinese massage. Morrend gaan we mee. In crisissituaties zijn gesprekken met vriendinnen de beste remedie, maar misschien helpen massage en ontspanning ook wel.
Het is al bijna donker buiten als we de tweede dag achter de rug hebben. Claudia haalt in onze suite de gemiste slaap in. Barbara belt met Frank.
“Suus, alles goed?” vraag ik mijn zusje, die diep in gedachten voor zich uit zit te staren.
“Wist je dat je heel makkelijk iemands voicemail kunt afluisteren?” Met een grijns van oor tot oor kijkt Susa me zijdelings aan. “Als je de pincode van iemands mobieltje weet, kun je onder een bepaald nummer de voicemail van iedere telefoon beluisteren!”
Briljant, denk ik, terwijl Susa al druk met haar mobiel is. Ik verbaas me erover dat mijn zusje zo thuis is in dit soort technische details.
Een paar seconden later staat ze voor me, lijkbleek met angstige, wijd opengesperde ogen, nog steeds met haar mobiel in de hand. “Moet je dit eens horen,” brengt ze nog net uit. Haar vingers beven als ze me de telefoon aanreikt.
Een vrouwenstem klinkt in mijn oor: “Hé daar, ik geloof dat je net gebeld hebt. Ik was alleen even buiten met de hond. Jammer, nu heb ik je gemist en je bent vast al thuis. Maar als het kan, bel me dan nog even terug, zou ik leuk vinden. Doeiii!”
“Susa, wie is dat?” Nu begin ik me ook zorgen te maken.
“Nou, ik was het niet en iedere vrouw die zo’n bericht bij mijn man achterlaat, kan maar beter niet in mijn buurt komen.” Haar stem slaat over.
Claudia wordt wakker van ons en Barbara kapt met een vragende blik in onze richting het gesprek met Frank af. Terwijl Susa Martin met een in tranen gesmoorde stem beschuldigt van overspel, opent Claudia een fles champagne en praat sussend op haar in. Maar Susa is niet te stoppen. Ze wil Martin onmiddellijk ter verantwoording roepen, maar Claudia weet haar om te praten.
“Het is veel beter om dit nog even voor je te houden. Wie weet is het niets, en dan ben jij degene die stiekem voicemails afluistert.” Typisch Claudia, die heeft een tactiek klaar voor elke situatie.
Susa is inmiddels weer wat gekalmeerd. Ze belt Martin op, maar houdt haar pas verworven kennis achter. Na twee glazen champagne achterover te hebben geslagen, lukt het haar zelfs om Martin met vrolijke en zorgeloze stem te vragen hoe zijn avond was. Vol spanning kijken Claudia, Barbara en ik haar aan. Maar zodra het gesprek beëindigd is, verschijnt er weer een donderwolk op haar gezicht.
“Weet je wat die eikel zei: “Ach, het was wel leuk, een beetje laat, want ik was pas om vijf uur thuis en had wat te veel gedronken. Maar verder is alles oké.” De gore leugenaar!”
We besluiten dat alleen een exquise maaltijd deze situatie nog kan redden. Het duurste is nu net goed genoeg, vinden we en we bestellen als voorgerecht een enorme portie kaviaar. Heerlijk decadent! Natuurlijk draait het gesprek vervolgens om de afgelopen avond en om mannen in het algemeen. Om Moritz, Krijtstreepje, Frank, David en dan helaas ook weer Martin. We lachen ons krom, zwijgen met een romantisch gevoel in de buik, ontsteken in woede en zijn na vier flessen wijn behoorlijk aangeschoten. Voor Claudia is mijn geval zo klaar als een klontje. “Ach, wat doet het ertoe, jonge mannen zijn ten minste nog een beetje in vorm. Liefje, je zou met hem moeten afspreken – kijken, praten en een beetje flirten – dat is toch niet verboden!”
We giechelen als tieners die betrapt zijn bij het zoenen. Ik ben – ik ken mezelf inmiddels wel een beetje – het alles-of-niets-type. Me beperken tot flirten en mijn portie aandacht binnen slepen…daarmee heb ik nog nooit genoegen genomen. Na een laatste cognac – het restaurant is ondertussen aardig leeg en de kelners luisteren met gespitste oren naar ons – maken we ons uit de voeten. Ver hoeven die voeten niet te lopen want ons doel is de bar. Het is onze laatste avond, en we willen eigenlijk nog één keer goed doorhalen, maar het is een saaie bedoening. Op de vriendelijke barkeeper na zijn wij de enige menselijke wezens. Ik verbaas me er net over dat Claudia nog niet met haar Moritz verdwenen is, als deze de bar betreedt. Claudia werpt zich in zijn armen, kijkt ons veelzeggend aan en nog geen twee minuten later zijn ze verdwenen. Ook Barbara neemt afscheid: ze is moe, wil slapen. Ik vermoed dat ze Frank weer wil bellen. Susa en ik blijven achter. Ik steek een sigaret op en bestel twee glazen champagne.
“Op jou, zusje en heel erg bedankt. Dit was het mooiste, prikkelendste en het meest bijzondere verjaardagscadeau in jaren,” zeg ik tegen Susa.
“Wat moet ik morgen nou met Martin doen? Moet ik hem zeggen wat ik vind of doen alsof ik dat bericht niet gehoord heb? Verdomme, ik geef een vermogen uit aan crèmes en botox en die idioot begint iets met de eerste de beste gepermanente blondine.”
Ik verbaas me over haar radeloosheid, want voor ze Martin leerde kennen, was Susa een echte vamp. Ze had meestal meerdere mannen tegelijkertijd, nam relaties eigenlijk nooit serieus en deed gewoon haar ding. Eén man kwam – afgezien van Martin – gevaarlijk dicht in de buurt en brak bijna haar hart. Maar Susa zou Susa niet zijn geweest als ze niet net op tijd, vóór de definitieve supercrash, uit de boot was gestapt. De helende werking van de tijd, haar huwelijk met Martin, en de kinderen hebben haar een beetje rustiger gemaakt. Ik heb haar altijd bewonderd. In vergelijking met haar was mijn leven zo braaf. Ik ging na mijn eindexamen direct bedrijfseconomie studeren, deed in onroerend goed, investeerde in betrouwbare beleggingen en had altijd een vaste, hoewel in die tijd nog regelmatig wisselende, vriend. Het was typerend: ik speelde schaak met onze vader, terwijl Susa hem bij backgammon het geld uit de zak klopte. Toen ik Klaus leerde kennen, lag mijn toekomst al helemaal vast. Na twee jaar woonden we samen, getrouwd, één jaar later kwam Sofie op de wereld en nam ik afscheid van mijn carrière buitenshuis. Maxi werd geboren en een paar jaar later onze jongste telg, Lisa. Ik ben gemuteerd tot het soort moeder en huisvrouw dat ik voorheen altijd verafschuwd heb. Afgezien van het feit dat ik mijn vader nog altijd bij zijn financiële aangelegenheden help, maak ik van mijn kennis geen gebruik meer. Ik weet ook niet wat wijsheid is. Het zou vast het beste zijn als Susa haar mond hield en rustig afwachtte. Alleen – en daar ben ik honderd procent zeker van – krijgt mijn zus dat nooit voor elkaar. Ze zal, ondanks alle goede voornemens, binnen vijf minuten als een donderbui over Martin losbarsten en alles erger maken dan het misschien al is. Ach, weet je, kijk gewoon hoe de situatie is. Beslis naar aanleiding daarvan, iets anders werkt toch niet.
De volgende morgen worden we door de zon gewekt. We bestellen ontbijt voor drie en maken het ons net gemakkelijk op ons terras, als Claudia stralend en gearmd met Moritz over het gazon aan komt lopen. “We hebben al een ochtendwandeling achter de rug,” gniffelt ze vergenoegd. “Moritz moet weg en ik sterf van de honger.” Ze geeft haar lover een klapzoen op de wang en neemt afscheid. Claudia laat zich de kans niet ontnemen om ons enthousiast en in detail over de afgelopen nacht te vertellen. Moritz hier en Moritz daar. Na een halfuur durende monoloog van de verliefde Claudia heb ik er genoeg van. Ik haal net diep adem om een nare opmerking te maken, als ik een SMS-bericht krijg. Klaus wil weten wanneer ik weer thuiskom. Mijn hoofd staat helemaal niet naar thuis. Kan ik doen alsof, of zal Klaus aan het puntje van mijn neus kunnen zien dat ik verliefd ben? Want dat ben ik. Ik krijg die vent, David Wagner, gewoon niet meer uit mijn hoofd.
We pakken onze spullen in. Barbara vindt in het pietepeuterige zakje van haar mini-jurk het visitekaartje van Krijtstreepje. Nu heeft ook hij een identiteit: Jurgen Burger, marketingmanager bij een modebedrijf in Koblenz.
“Wat moet ik daar nu mee doen?” vraagt ze verbijsterd.
“Bewaren, popje,” vindt Claudia. “Je weet tenslotte maar nooit!”
“Als Frank het vindt, dan denkt hij…” werpt Barbara tegen. “Nee, ik gooi het weg!”
“Geef het dan aan mij, misschien kan ik het contact nog een keer gebruiken. Hoe zag die kerel er eigenlijk uit?”
“Groot, slank, ergens achter in de dertig, donker haar, verzorgd uiterlijk.”
“Vooruit, hier met die kaart, zoiets gooi je niet zomaar in de vuilnisbak! Jij bent al te lang getrouwd, liefje,” zegt Claudia poeslief, helemaal femme fatale.
Na een uitbundig afscheid – het was een heerlijk weekend – stap ik in Susa’s Audi en gaan we op weg naar Klein-Vernich. Terug naar man, drie kinderen, rijtjeshuis met geraniums voor het raam. Oftewel: terug naar het oersaaie, burgerlijke, maar o zo veilige leven…