Bedden & diëten
I’m just another heart in need of rescue
Waiting on love’s sweet charity
– Whitesnake
Max aan Susa
Ben helaas alweer onderweg terug. Weer nietgeslapen, in gedachten bij jou. Een tedere kus.
De receptioniste van hotel Los Angeles begroet mij vriendelijk. Ik probeer zo rustig mogelijk over te komen, bel Max op zijn mobiele telefoon om hem van mijn aanwezigheid op de hoogte te brengen, maar krijg de ingesprektoon. Oké, ik blader wat in een krant en wacht tot hij terugbelt. Nog geen drie seconden later gaat mijn telefoon.
“Ben je er al? Dat ging snel! Ik kom direct naar beneden.” Stom, misschien had ik later moeten komen? Ik verberg me achter de krant, de letters dansen voor mijn ogen. Lezen kan ik nu niet. Ik probeer rustig te lijken, maar ontdek dat mijn ingewanden met een all-round-training bezig zijn. Mijn maag is aan het touwtje-springen, mijn hersens turnen op de balk en mijn hart hangt, zonder vangnet, aan de trapeze. Ik straal van oor tot oor als de liftdeur opengaat en hij naar me toe komt. Hij ziet er goed uit in zijn ietwat versleten spijkerbroek, zijn lichtblauwe overhemd en een bruine trui nonchalant over de schouders. Voor hij tot een theatrale begroetingscène kan overgaan, pak ik zijn arm en trek hem mee richting uitgang. De receptioniste hoeft per slot van rekening geen getuige te zijn van mijn liefdesverhouding. We zijn nog maar amper uit zicht als ik voor hem ga staan, een beetje op mijn tenen, en hij zich naar me toebuigt. Jemig, wat een kus!
Als ik tijdens de scheikundelessen vroeger beter had opgelet zou ik nu misschien weten wat voor chemische reacties zich in het lichaam van geliefden afspelen. Maar in scheikunde was ik altijd al een nul.
“Ik heb een tafel voor ons gereserveerd.” Honger, eten, nu?
“O, ja,” stotter ik, ga weer plat op mijn voeten staan en probeer tegelijkertijd mijn haar terug in model te krijgen en de ene voet voor de andere te zetten, richting restaurant. Wanneer de ober ons ziet aankomen, springt hij op en verzekert mij met een stralende glimlach dat hij de beste tafel voor ons heeft in een knusse hoek aan het einde van het terras. De kaarsen in de glazen zijn al aangestoken. Ik steek een sigaret op, inhaleer de rook tot in mijn schoenen en verbeeld me nu iets rustiger te zijn.
“Ik ben jaren geleden gestopt met dat gerook,” zegt Max met een veelzeggende blik. Na deze korte mededeling richten we onze aandacht op de menukaart. Ik zie de kleine zwarte letters die, als je ze op de juiste manier samenvoegt, bijzonder lekkere gerechten omschrijven. Maar vandaag ontgaat me de zin van al die letters. Ik begrijp ze niet en honger heb ik evenmin. Max neemt het initiatief en bestelt twee keer gegrilde vis uit de Middellandse Zee en voor zichzelf een Caprese vooraf. Daarna begint hij zonder waarschuwing vooraf te vertellen over zijn overspelige echtgenote.
“Odette heeft in al die dertien jaar met mij nooit een orgasme gehad,” laat hij me matter-of-fact-achtig weten.
“Pardon?” Ik neem een grote slok wijn van de rioja, staar hem ongelovig aan en hoor mezelf zeggen: “In dertien jaar geen orgasme – dat is verschrikkelijk! Is ze wel eens bij een seksuoloog geweest?” Ik huiver inwendig en weet niet of ik moet huilen of lachen. Wie wil dat nou weten? Een paar seconden later kom ik erachter dat Odette natuurlijk bij haar, jongere, lover direct meervoudig klaar kan komen. Maar dat is nog niet alles: zonder punt of komma gaat hij van de orgasmeloze Odette over op de platonische liefdesverhouding met zijn vriendin Ottilde. Wie zijn dat allemaal, en wat een verschrikkelijke namen!
“Weet je, tussen Ottilde en mij klikt het.”
Ik verslik me zowat in mijn dorade.
“Maar ze zegt dat het niets tussen ons wordt, voordat ik ben afgevallen en een nieuw bed heb gekocht.”
Nou wordt het te erg!
“Zeg, hoe oud is die…(vol walging) hoe heet ze ook alweer, Or-traut, eigenlijk?”
“Ze heet Ottüde!”
“Doet er niet toe. Wat is dat allemaal voor onzin?” val ik uit. “Hoe kun je een relatie laten afhangen van een bed en een paar kilo’s? En waarom vertel je mij dit allemaal?” Dit is een onmogelijk gesprek. Ik ben tot over mijn oren verliefd, en de man van mijn dromen wauwelt over zijn O-vrouwen. Is hij niet helemaal goed snik? Kan ik niet beter opstaan en weggaan?
Nou ja, nog maar even afwachten, besluit ik in een nanoseconde met een gezicht als een lekkende kernreactor. Ik kom erachter dat de ‘pittige’ Ottilde die halverwege de dertig is, een boeiende baan op het archief van een uitgeverij heeft. Dat zegt genoeg! Na veertig uur per week tussen stoffige kantoormuizen en papier-motten kun je ook niet op betere gedachten komen. Ik slik alle verdere opmerkingen in en probeer me voor te stellen hoe het leven van deze man er eigenlijk uitziet. Heeft hij vrienden? Wat voor mensen zijn dat? Voordat ik het gesprek daarop kan aansturen, zijn we al bij de koffie aanbeland. En eerlijk gezegd weet ik helemaal niet of ik wel een antwoord op al mijn vragen wil. Hier kan ik morgen nog over nadenken. Vandaag wil ik van hem en mijn verliefdheid genieten. Basta!
Met de glimlach van een oscargenomineerde pak ik een Marlboro. De ober – heel galant – komt als uit het niets tevoorschijn met een brandende lucifer. Is dit het einde van de avond? Nee! Tien minuten later staan we in de hotelkamer van Max en kijken uit over de zee. De kus in de lift heeft al mijn twijfels en vragen verjaagd. Ik hoor het aangename geroezemoes van stemmen op het terras terwijl Max me langzaam naar het bed draagt, me neerlegt en me nog langzamer uitkleedt. Ongelofelijk, nog geen tien minuten hier en ik wil niets anders meer dan hem. Hij doet mijn bh af en streelt mijn borsten. Zijn handen gaan op onderzoek uit en langzaam, heel langzaam laat ik me gaan. Liefde? Ja, Liefde! En het gevoel thuis te komen!
Om twee uur ‘s-ochtends – na urenlang onvergetelijk vrijen, een fles water en gegiebel en gegniffel onder de douche – moet ik gaan. Geleende tijd, gestolen uren: steeds weer beginnen we te kussen en te vrijen. We kunnen niet van elkaar afblijven. Maar ik moet weg! Max begeleidt me naar de parkeerplaats, staat naast me, kijkt me aan. Het liefst zou ik de autodeur weer hebben dichtgedaan en in zijn armen zijn gevallen.
“Blijf toch gewoon de hele nacht,” smeekt hij me.
“Je weet dat het niet kan. En bovendien: ik ben nog nooit tot het ontbijt gebleven. Samen ontbijten vond ik altijd al veel te benauwend.”
“Ja, dat is waar. Dat heb je nog nooit gedaan,” zegt Max met een zweem van droevigheid. Als ik naar hem kijk, breekt mijn hart bijna. Waarom moet ik altijd de ongenaakbare zijn terwijl ik juist nu het liefst zou blijven? De werkelijke reden van mijn vertrek zijn Jonas en Victoria. Hoe moet Andrea hun mijn afwezigheid uitleggen? Maar dat zeg ik niet tegen hem. Met trillende knieën geef ik gas. Even later sta ik voor de poort van de gele villa. In huis is het muisstil – gelukkig! Ik sluip in het donker naar boven, kruip onder de dekens en val binnen een seconde in een diepe slaap.
Het vrolijke geklets van Lisa haalt mij uit mijn dromen. Acht uur, mijn mobieltje rinkelt. Bovendien heb ik een bericht:
Ben helaas alweer onderweg terug. Weer niet geslapen, in gedachten bij jou. Een tedere kus
Onmiddellijk voel ik vlinders in mijn buik. Ik schiet in mijn slippers en ga naar beneden naar de keuken. Victoria, Jonas, Maxi en Sofie slapen nog. Alleen Lisa is buiten aan het dollen met Kasimir. Andrea, die aan de grote houten tafel op de veranda koffie drinkt en het Costa Blanca-nieuws leest, kijkt even op en grijnst veelbetekenend wanneer ik met een glas water in de hand bij haar ga zitten.
“Goedemorgen, hoe laat ben je thuisgekomen?”
“Om drie uur.”
“De vos verliest zijn haren, maar niet zijn streken. Jij die altijd zei dat je oud brood niet moet opwarmen doet dat nu zelf!”
“Dat klopt, maar dit broodje smaakt gewoon veel te lekker.” Daarna vertel ik haar bijna lyrisch het hele verhaal van de voorgaande avond.
“Weet je,” begint ze als ik klaar ben. “Normaal gesproken zou ik je veel plezier hebben toegewenst, je adviseren er zoveel mogelijk van te genieten en op te letten dat het niet uitlekt. Maar als ik de ondertoon in je stem hoor en zie hoe je straalt, dan word ik ontzettend bang. Dit is geen grappige, romantische affaire die een paar maanden brandt als een bosbrand om daarna als een stro-vuur in te zakken. Dit is Max, het grootste gevaar, alarmfase rood!”
“Ik weet het,” geef ik beteuterd maar nog steeds stralend toe.
De volgende dagen brengen we door met zonnebaden en het voorbereiden van de barbecue. Martin en Klaus hebben een goedkope vlucht weten te boeken om er voor het weekend bij te zijn en landen morgenavond in Valencia.
Tussendoor verbeter ik mijn vingervlugheid door ontelbaar veel SMS’jes aan Max te sturen. De alarmtoon voor binnenkomende SMS’jes zet ik maar uit, omdat Jonas en Victoria anders achterdochtig zouden kunnen worden. Ik kan me een dag zonder zijn berichtjes niet meer voorstellen. We gedragen ons als een stel verliefde tieners, en het beste daarvan is: ik voel mij er heel goed bij. Het verlangen wordt met de dag groter, ‘s-Ochtends sta ik op met mijn gedachten bij hem en ‘s-avonds denk ik aan hem als ik naar bed ga. En tussendoor zijn er de berichten met tussenpozen van vijf minuten. Wanneer ik Andrea mijn verwarde gevoelens kenbaar maak, wordt ze chagrijnig. Ze weet wat dit betekent, ze heeft een voorgevoel hoe dit zal eindigen.
Donderdagavond, iets na negenen komen Klaus en Martin aan. Ik ben oprecht blij dat ze er zijn en hoop dat ik door de aanwezigheid van Martin weer een helder hoofd zal krijgen. Nadat beide heren het huis aan een grondige inspectie hebben onderworpen en het huis goedgekeurd is, nestelen we ons op de overdekte veranda. Op tafel staan El Coto, de nieuwe huiswijn, zwarte en groene olijven, een groot stuk Parmezaanse kaas, een in de oven opgewarmde tortilla en een grote kom veldsla. Vijfentwintig graden in de schaduw en een goedverlichte tuin doen de rest. Ik doe ontzettend mijn best. Ben spraakzaam tegenover Martin, luister naar zijn verhalen en ben vastbesloten hem vannacht te verleiden. Terwijl het gesprek over de planning van de barbecue van morgen gaat, doorzoek ik in gedachten het kastje in de slaapkamer. Heb ik de jarretels ingepakt, de pluchen handboeien meegenomen?
Ja, de jarretels en de handboeien hebben hun uitwerking niet gemist en de nacht was een succes, zoals ik aan Martin’s gezicht kon aflezen. Hoe makkelijk is het om mannen om de tuin te leiden. Hoe weinig is er voor nodig om mannen gelukkig te maken: een beetje tederheid, een beetje liefde en veel seks.
Tussen de hectische voorbereidingen door probeer ik Max te bellen, alleen om zijn stem te horen. Als ik de eerste keer zijn mobiele nummer in Duitsland draai, staat ineens Martin naast me, samen met Juan, Diego, mijn Spaanse minnaar, en de cateraar. Diego ziet er in zijn spijkerbroek en T–shirt werkelijk uit om op te eten. Zijn donkere ogen fonkelen uitdagend, en het wordt me direct duidelijk dat ik zijn begroeting alleen met een tegenoffensief kan pareren. Ik adem diep in, stel Martin voor als mijn echtgenoot en hoop hiermee de gênante ontmaskering te ontlopen. Gelukkig heeft de cateraar me op dat moment nodig. Ik vertel hem in de drie woorden Spaans die ik beheers waar alles moeten komen te staan en dat het tuinhek vanwege Lisa en de hond altijd dicht moet zijn. Martin en Klaus bekijken het gebeuren met een glas bier in de hand. Een paar Spanjaarden zijn met zilveren dienbladen vol heerlijk eten in de weer. Maxi, Victoria en Sofïe hebben plaatsgenomen op de schommelbank en keuren de jongens van de cateraar. Ik maak van de gelegenheid gebruik en toets, verstopt achter in de tuin, het twaalfcijferige nummer van Max in. De telefoon gaat net over, wanneer Jonas me komt melden dat Martin me zoekt. Op het moment dat ik hem zie weet ik meteen dat er iets niet klopt. Zijn hoofd is vuurrood aangelopen, zijn ogen staan wagenwijd opengesperd van woede en ik bereid me voor op het ergste.
“Ik heb Victoria net betrapt bij het zoenen met een van die Spaanse jongens,” sist hij.
“Waar dan? Ze zat toch net nog op de schommelbank?”
“Net? Net was een halfuur geleden. Ze was ineens weg en toen ik naar de auto liep, zag ik haar daar met die jongen verstrengeld staan.” Ik zie zijn bloeddruk oplopen.
“En waar is ze nu?”
“Op haar kamer! Daar heb ik haar namelijk naartoe gestuurd. En die knul gaat vanavond met zekerheid niet bedienen. Ik heb zijn chef alvast op de hoogte gebracht.”
“Martin, ze is veertien. Ze is een tiener en dit is heel normaal.” Daarna draai ik me om en loop het huis in. Victoria ligt – helemaal volgens de regels van het tienerdrama – met haar hoofd onder het kussen op bed en vergiet haar tranen.
“Het is zo oneerlijk,” begint ze als ik de deur achter me dichtdoe. “Zo oneerlijk! Mag ik soms niet ook een beetje plezier maken? Ik ben verliefd op Raphael en hij op mij en we hebben alleen maar gekust, niet eens getongd.” Ze snikt iets harder: “En papa maakt alles stuk! Nu zal ik hem nooit meer zien!” Het komende kwartier probeer ik haar te kalmeren, haar uit te leggen dat er nog veel meer Raphaels zijn en dat ze haar avond niet moet laten bederven.
“Precies!” Victoria staat op, veegt de laatste tranen van haar gezicht, stapt op haar klerenkast af en zegt: “Vanavond ga ik extra chic. Mam, mag ik misschien je Roberto Cavalli-zomerjurk lenen?” Typisch Victoria: meteen gebruik maken van de situatie. Wie kan een dochter met liefdesverdriet iets weigeren? Wanneer ik naar beneden ga vraag ik me af wat ze van plan is, want in die jurk kun je niet meer om haar heen.
De tuin is een lust voor het oog. De hoge statafels met hun witte tafelkleden zien er mooi uit tussen de palmen, de rotanstoelen, de bonte lampions en de tuinkaarsen. Martin is nergens te bekennen. Andrea roept naar me dat ze zich nu gaat omkleden omdat over een halfuur de eerste gasten zullen arriveren. Ik begin aan mijn derde belpoging. Gewapend met een sigaret en de telefoon loop ik richting tuinhek om buiten in het warme, zachte zand te gaan zitten. En eindelijk – niemand stoort mij, er zijn geen problemen op te lossen – is daar zijn warme stem. Hij is op een persconferentie, is heel blij om mij te horen en verlaat direct de conferentieruimte. Ik voel het verlangen naar hem in mijn lichaam. Hoe kan zoiets? Met Max is het niet anders. Nog voor ik iets kan zeggen steekt hij van wal.
“Over een week ben ik in het weekend hoogstwaarschijnlijk thuis in München en kan ik ervoor zorgen dat ik vrij ben, dus als je kunt en wilt komen…?”
“Ja, ik denk het wel, dat moet kunnen.” Natuurlijk, ik zal alles in het werk zetten om de hindernissen uit de weg te ruimen. En deze keer zal ik ook voor het ontbijt blijven. Terwijl ik door het tuinhek terugloop, werk ik aan mijn alibi.
Andrea roept vanaf het balkon dat ik moet opschieten. Een blik in de spiegel bevestigt dit. Ik heb nog altijd mijn shorts aan, een aardig versleten T–shirt, en mijn haren hangen als slierten bieslook naar beneden – het is de hoogste tijd voor een douche. Ik vlieg de trap op en moet constateren dat iedereen al op zijn paasbest is. Andrea ziet er perfect uit: een dunne witte katoenen broek, een wit T–shirt en daaroverheen een olijfgroen vest. Alleen Victoria staat in haar bh voor mijn klerenkast en maakt een radeloze indruk. “Je hebt de Cavalli-jurk helemaal niet meegenomen, mam,” pruilt ze verwijtend. Doelgericht trek ik de la van mijn kastje open en heb de jurk in één keer te pakken.
“Hier schat, wie zoekt die vindt!” Ze kijkt me stralend aan, verdwijnt naar haar kamer, en ik stap onder de douche. Soms ben ik jaloers op mannen. Ze trekken een spijkerbroek aan, een T–shirt of overhemd en klaar. Maar ik sta radeloos voor mijn klerenkast, terwijl op het bed de stapel uitgeprobeerde kleren groeit. Uiteindelijk kies ik voor een donkerbruin T–shirt, een oudroze, zachtleren minirok en suède laarzen met een platte zool.
Tijdens het opruimen vind ik mijn mobieltje met een bericht:
Heb afgesproken weekend gecheckt, je mag⁄kunt⁄moet zo vroeg komen als je wilt. Alleen, vanaf dinsdag moet ik weer werken. Kom alsjeblieft, lieve Susa
Ik start snel mijn laptop en surf naar de internetsite van de vliegtuigmaatschappij. Bingo! Op donderdag om 15:15 is er een vlucht vanaf Valencia. Ik boek meteen, terwijl beneden al de eerste gasten arriveren. Bij de gedachte dat ik vier dagen en vier nachten met Max ga doorbrengen word ik duizelig. Vier keer ontbijt, vier keer niet vrijblijvend.
Als ik eindelijk naar beneden ga, staat Andrea stralend in de tuin.
“Is het niet heerlijk?”
“Ja, het leven is heerlijk,” stem ik lachend toe.
Na twee uur is het feest in volle gang. De mensen praten en iedereen valt op de barbecue aan. Het bier stroomt in overvloed. Sommigen dansen. Ik hoor Klaus en Martin met de buurman over de voordelen van de lokale jachtclub praten. Jonas zit vol overgave met de dochter van de buurman, die even oud is, op de schommelbank te flirten. Lisa rent samen met een ander meisje achter Kasimir aan en Victoria koketteert hevig, maar niet met Raphael. In gedachten verzonken bekijk ik het gebeuren. Over nog geen twee weken zal ik Max zien.
De volgende ochtend word ik tevreden wakker. Martin ligt naast me te snurken en knort wanneer ik hem een kus geef. De keuken is verlaten, maar de deur naar het terras staat open. Ik heb het vermoeden dat Andrea al wakker is, maar helemaal zeker daarvan ben ik niet omdat ze gisteren behoorlijk diep in het glaasje heeft gekeken. Ik schenk een glas jus d’orange in, slenter de tuin in en zie haar met een zonnebril op in de schaduw zitten, met een glas spa rood in de ene hand en de plaatselijke krant in de andere. Ik moet haar over mijn reisplannen vertellen. Het plan is simpel: vernissages zijn gelukkig meestal op zaterdag of zondag. Ik zal tegen Martin zeggen dat ik dat weekend naar twee belangrijke vernissages moet. Dat is niet ongebruikelijk. Jonas en Victoria blijven dan bij Andrea in Denia. Geniaal en onschuldig, vind ik. Andrea is niet erg onder de indruk van het plan, maar verklaart zich bereid medeplichtige te worden. Ik ben zo blij als een klein kind dat ontdekt dat zijn verjaardag, sinterklaas en kerst op dezelfde dag vallen.
“Goedemorgen,” bromt Martin. “Hier, je telefoon. Je hebt een bericht.” Hij kijkt chagrijnig. Nog voor ik kan reageren, draait hij zich om en loopt terug de keuken in. Mijn adem stokt in mijn keel en mijn hart slaat over. Heeft hij het gelezen? Ik staar naar de telefoon en Andrea schuift onrustig op de houten bank heen en weer.
“Lees nou eindelijk!” zegt ze bevelend. Op het scherm staat nog ‘i nieuw bericht ontvangen’. Als hij hem had gelezen, zou die tekst er niet meer staan, redeneer ik opgelucht. Ik open het SMS’je en ja, hij is van Max:
Al die jaren waren geen probleem. Ik heb er alleen op gewacht tot je volwassen zou worden. Maar deze komende veertien dagen, daar heb ik moeite mee. Ga even mijn hoofd in mijn stamcafé afkoelen
Ja, ik heb ook moeite met deze veertien dagen. Ik ben blij met elke dag die voorbij is en mijn weekendje met Max dichterbij brengt. Claudia heeft spontaan besloten om ons te bezoeken. Ik haal haar op van het vliegveld in Valencia. In plaats van meteen door te rijden naar Denia, willen we hier in de haven eerst even koffie drinken. Terwijl ik de auto door het drukke verkeer manoevreer, kletst Claudia erop los. Ze is lid geworden van een internet-datingservice. Ik sta versteld: Claudia, die met één knipoog elke man kan krijgen die ze maar wil, wordt lid van een online-datingservice? Maar ja, zo is Claudia, altijd in voor een gek idee. Al vanaf de middelbare school is ze mijn beste vriendin, en toen was ze al zo impulsief als wat. Ze heeft altijd gekregen wat ze wilde, al moest ze met haar knappe koppie dwars door de muur heen.
“Je kunt je niet voorstellen hoe dat ging met die online-dating. Ik moest eerst een formulier invullen, een foto scannen en toen was ik online. Daarna begon het. Binnen het uur had ik veertig e–mails.”
“Zoveel?” vraag ik oprecht verbaasd.
“Ja, de kwantiteit was goed, maar de kwaliteit…Wat daar allemaal tussen zat! Smeerlappen, analfabeten, freaks, je kunt het zo gek niet bedenken.”
“Dus dat wordt niets dan?”
“Nee, dat ook weer niet. Twee of drie waren redelijk bruikbaar. Ik had eergisteren mijn eerste date en gisteren mijn tweede,” verklapt ze met een glimlach.
“Ja, en?”
“Een vermogensadviseur. Zeg, als je je geld nog eens op een fatsoenlijke manier wilt beleggen, dan kan ik hem aanbevelen. Maar goed, verder kan hij het shaken. Ik ben nu helemaal bijgepraat over beleggingsfondsen, de beste rendementen en de beste beleggingstips, maar met flirten heeft dat niets te maken. Na de tweede fles wijn ben ik midden in een zin opgestaan en naar huis gegaan.”
“Maar je hebt toch op zijn minst gedag gezegd, of je verontschuldigd of zoiets?”
“Nee hoor, ik ben opgestaan, heb gezegd dat ik ging, mijn jas gepakt en ben vertrokken. Toen had ik gisteren dus mijn tweede date.”
“Je hebt er nogal haast mee!”
“Ja, en het was ook echt leuk. Hij heet Peter, is 35 jaar oud, blond, een beetje verlegen, architect en heeft een pracht van een huis.”
“Je bent al bij hem thuis geweest?”
“Alleen omdat zijn auto pech had en het restaurant in de buurt van zijn huis was. Verder niets. Maar zijn huis is echt geweldig.” Claudia is er behoorlijk van onder de indruk, want ze praat zonder punt of komma door. Peter heeft een aantal jaren geleden een oude boerderij gekocht en gemoderniseerd.
“Hij heeft me een kop koffie en een sight-seeingtour aangeboden en daarna zijn we naar de Italiaan gegaan.” Met spaghetti en salade hebben die twee de hele avond vol gepraat. En, zo laat ze me weten, reed ze die avond een beetje verliefd naar huis.
“Er is verder niets gebeurd. Hij heeft me nog niets eens gezoend. Maar het voelde wel goed. Wie weet…”
“Maar het is geen liefde op het eerste gezicht, en jij zegt toch altijd dat het alleen maar deugt als er direct een vonk overspringt?” Terwijl ik het zeg moet ik meteen aan Max denken. Was het liefde op het eerste gezicht tussen ons indertijd? Geen idee. Er was in ieder geval wel meteen iets tussen ons, iets dat ik nog niet met een andere man had gehad. Ik had het idee dat hij sinds die ene dag deel uitmaakte van mijn systeem. Misschien toch liefde op het eerste gezicht? Voordat ik hier verder over na kan denken moet ik eerst van de snelweg af. Claudia wil een samenvatting van mijn afgelopen twee weken.
“Weet je zeker dat het een goed idee is om naar München te vliegen?”
“Nee, maar ik moet toch uitzoeken of het wel zo leuk met hem is.”
“Laat je niet helemaal gaan, wees op je hoede en probeer alles een beetje van een afstand te bekijken.” En dat ben ik ook precies van plan. Ik wil weten hoe het is om ‘s-ochtends naast hem wakker te worden of negentig uur onafgebroken met hem door te brengen. Ik ken niet één van zijn eigenaardigheden, en die heeft hij vast. Zit hij soms uren op de wc de krant te lezen? Doet hij de dop nooit op de tube tandpasta? Laat hij alles vallen waar het maar uitkomt? Zal hij mij in zijn armen nemen en inslapen of draait hij zich gewoon om? Hebben we genoeg te bepraten en kunnen we samen zwijgen? En wat als mijn gevoel nog sterker wordt?
Andrea en de kinderen zitten in de tuin omdat twee schoonmakers binnen aan het werk zijn. Eén week lang hebben we geprobeerd het huis zelf schoon te houden. Iedereen die het ook maar waagde om met een boterham in de hand door de woonkamer te lopen, kon op een zware straf rekenen. Dat bleek geen groot succes. Toen besloten we om een schoonmaker in dienst te nemen. Vanmiddag komt een aannemer om de bouw van een klein gastenverblijf met ons te bespreken. Onze gele villa is weliswaar gigantisch, maar niet groot genoeg voor al onze vrienden. Wanneer er, zoals nu, bezoek is, wordt het toch krap. Daarom hebben we besloten om vlak naast de oprit een huisje met drie slaapkamers, een badkamer en een kleine keuken te laten bouwen.
Victoria is blij om Claudia weer te zien. Sinds die het tijdens mijn laatste vernissage voor haar heeft opgenomen, is het bij mijn dochter Claudia voor en na. Bovendien vindt zij het ontzettend cool om een ‘tante’ te hebben die modeontwerpster is. In een mum van tijd laat ze zich van haar luchtbed glijden, crawlt naar de rand van het zwembad, wikkelt zich in een handdoek en begroet Claudia uitbundig.
“Ik zou heel graag mijn kleren uitdoen, me in een badpak hijsen en een duik in jullie pool nemen. Laat jij me mijn kamer zien?” vraagt Claudia aan Victoria terwijl ze aan een glas ijskoude pouilly fumé nipt. Victoria showt Claudia het huis en haar kamer. Zo enthousiast ken ik haar helemaal niet. Terwijl Claudia zich omkleedt gaat de bel. Fernando, de aannemer, staat voor de poort met zijn zwarte Porsche Cayenne. Hij is ongeveer van mijn leeftijd, heeft zwart, golvend haar, donkere ogen en, voor zover ik kan opmaken, een getraind lichaam. Onder het genot van een ijskoud glas water vertellen we hem van onze plannen met het gastenverblijf. We hebben een paar amateuristische schetsjes gemaakt en laten hem de plek zien waar we het huisje willen hebben. Fernando hoort ons aan, maar zijn blik dwaalt steeds af naar Claudia, die nietsvermoedend rondtippelt op het terras. Ze ziet er ook werkelijk uit om op te eten. Haar zwarte badpak is enorm hoog opgesneden en bij het sexy decolleté zit een suggestieve rits. Claudia gooit haar haren met een typisch vrouwelijk gebaar in haar nek, neemt een aanloop en belandt met zo’n grote plons in het water dat de spetters bijna tot het terras vliegen en Victoria kletsnat wordt op haar luchtbed. Damesachtig gedrag was nooit haar ding. Claudia zwemt een rondje, klimt de trap op, droogt zich af en Fernando staart nu ongegeneerd. We kijken besmuikt toe totdat Andrea door hard te kuchen zijn extase verbreekt. Fernando duikt ineen, draait zich naar ons om, schraapt geïrriteerd zijn keel en belooft om binnen twee dagen terug te komen met een gedetailleerde offerte. Dan gaat hij er als een haas vandoor.
“Wie was dat lekkere ding?” vraagt Claudia voordat ze een grote slok wijn neemt.
“Dat was Fernando. En als je hem het hoofd op hol wilt brengen, moet je over twee dagen weer bij het zwembad gaan zitten. Dan komt hij namelijk met een offerte. Misschien kun je ervoor zorgen dat hij dan vooral niet aan zaken denkt?”
“Huh?”
“Nou, je had moeten zien hoe hij naar je zat te staren. Hij doet vannacht vast geen oog dicht,” zegt Andrea plagerig. Ondertussen zijn Jonas, Maxi en Sofie terug van hun fietstocht en ze hebben honger als wolven. Vandaag staan er lamskoteletten à la Andrea op het menu, dat wil zeggen: behoorlijk zwart! Daarbij tzatziki, aardappelen uit de oven en bergen sla. Ik sta in de keuken en giet een dressing over de sla terwijl Andrea en Claudia buiten de tafel dekken. De kinderen springen in het zwembad, krijsen en gillen van plezier, en dan gaat ineens mijn telefoon. Zonder te kijken druk ik op de groene knop en vraag Claudia snel of ze nog wijn wil.
“Ja, hallo?”
“Ik ben het,” zegt Max, en zijn stem doet mijn hart sneller kloppen. Terwijl ik zout, peper en kruiden op de lamskoteletten strooi, Lisa een glas water aangeef, probeer ik teder en lief over te komen. Max vertelt me zijn dag: dat hij vanwege een stom interview uren op de snelweg in de file heeft gestaan en uiteindelijk niet meer dan tien minuten tijd had voor het gesprek. Hij zit net midden in een verhaal dat ik toch al niet kan volgen, wanneer de kinderen allemaal tegelijk met veel lawaai de keuken binnen komen stormen. Ik vlucht de woonkamer in, wijs op de telefoon en brul: “Stil!” Max beëindigt het gesprek en ik beloof hem om vannacht, als ik in bed lig, te bellen. Pas wanneer ik heb opgehangen dringt het tot me door dat Claudia bij mij op de kamer slaapt.
Ik vlieg over een week. Op donderdag komt Fernando zoals beloofd met de offerte en een architect. Claudia draagt een model uit haar eigen zomercollectie en zit, heel toevallig, in een boek verdiept op de veranda. Ze glimlacht naar Fernando als we samen de veranda op lopen. Ik haal in de keuken een karaf ijswater en wanneer ik terugkom zijn Fernando en Claudia met elkaar in gesprek! Fernando kan zich haast niet meer op onze vragen concentreren en gooit in zijn Claudia-waanzin een vol glas water om. Wanneer we de architect de plek van het huisje aanwijzen, blijft Fernando met Claudia achter. Hij heeft volgens mij niet eens gemerkt dat we zijn opgestaan. Tien minuten later zit het stel er nog steeds, als in een cocon zonder contact met de buitenwereld. We zijn klaar met de bespreking, en ik vraag Fernando morgen nog eens langs te komen. Daar zegt hij geen nee tegen, natuurlijk.
“Ik hoop alleen niet dat hij getrouwd is,” zegt Andrea terwijl ze de stralende Claudia met een glas wijn beloont.
“Nou, weet je, dat maakt me eigenlijk niet uit. Geen paniek: ik heb geen zin een relatie met iemand aan te gaan die een paar duizend kilometer bij mij vandaan woont. Dat kan ik hoe dan ook niet met mijn agenda combineren.”
“Het is dus geen liefde op het eerste gezicht?”
“Nee, noch op het tweede of derde. Niet bij mij.”
Ik ben gerustgesteld.
Wanneer ik Claudia op vrijdag naar het vliegveld breng, heeft ze het al niet meer over Fernando. Vreemd genoeg heeft hij onze afspraak naar maandag doorgeschoven.
De daaropvolgende dagen verlopen redelijk rustig. We zonnebaden en genieten van de zee en het zwembad. We gaan winkelen, koken of barbecuen elke avond, en als mijn weekendje weg niet voor de deur stond, zou ook ik ontspannen.
Op maandagochtend is de verzette afspraak met Fernando. Hij kijkt zoekend en maakt een terneergeslagen indruk als ik hem vertel dat Claudia is vertrokken. De offerte is pittig. Ik had niet verwacht dat een gastenverblijf zo duur zou zijn. We vragen om bedenktijd.
De volgende dag bekijk ik mijn klerenkast kritisch. Wat ik zie is helaas redelijk ongeschikt voor mijn romantische weekend. Hier in Denia is het zo heet dat ik de hele dag in bikini loop, en verder heb ik alleen maar zomerkleren bij me. Volgens het weerbericht op internet komt het kwik in München voorlopig niet boven de twintig graden uit.
“En, heb je iets gevonden?” wil Andrea weten omdat ik al meer dan een uur vertwijfeld voor mijn klerenkast sta en alles aan probeer om het vervolgens uitgeput op het bed te gooien.
“Nee, niet echt. Eén outfit gaat wel. Die fladderrok met dat bruine T–shirt, en de oudroze, suède jas en de bruine laarzen. Dat doe ik voor de reis aan. En dan heb ik nog mijn spijkerbroek met een bruin T–shirt, dat was het dan ook wel. Shit!”
“Dan ga je morgen toch gewoon naar Valencia om te winkelen? Met een beetje geluk hangt er al iets van de herfstcollectie.”
Er zit niets anders op. Morgenochtend zal ik me in de hel van het verkeer storten en mijn slag slaan. Ondertussen bel ik Fernando en geef hem opdracht voor de bouw. De werkzaamheden moeten zo snel mogelijk beginnen, spreken we af.
Terwijl Sofie, Jonas, Maxi en Victoria zich klaarmaken voor hun zeilcursus, begin ik aan mijn uitje naar Valencia. Ik beloof de meisjes om voor hen iets leuks van Zara mee te nemen Het is half tien als ik de oprit afrijd. De snelweg is rustig en ik zit binnen drie kwartier op de ring rond Valencia. Ik parkeer mijn auto in een kleine zijstraat van de Plaza de Toros en sta al na een paar meter in de eerste winkel. Ze verkopen er schoenen in alle denkbare vormen en kleuren – maar helaas allemaal zomers, licht en open. In een kleine boetiek om de hoek vind ik een enig suède jasje. Tien minuten later is het van mij. Met mijn eerste buit in de hand slenter ik verder richting Zara. Doelgericht ga ik naar de eerste verdieping en het geluk lacht me toe. Ja, hier hangt al het een en ander van de herfstcollectie. Genadeloos sla ik mijn slag. Bij Habitat word ik verliefd op een geeloranje vaas. Daarna ben ik zo zwaar beladen dat mij niets anders rest dan linea recta naar de auto te lopen. Op de klok zie ik dat het inmiddels al bijna twaalf uur is. Het kwik wijst drieëndertig graden aan in de schaduw en zelfs een doorgewinterde shoppingfreak als ik wil nu niets liever dan een duik in het zwembad. De airco is toch ook een geweldige uitvinding, bedenk ik en rijd de stad uit.
Donderdagochtend! Het grote aftellen is begonnen, nog een paar uur en ik zit in het vliegtuig. Om acht uur zit ik ineens kaarsrecht in bed. Van slapen komt niets meer. In huis is het nog stil. Iedereen slaapt, de tieners misschien wel tot ver in de middag. Zachtjes loop ik naar de keuken en word door Kasimir met slaperige ogen begroet. Ook hij heeft zich aan het Spaanse ritme aangepast. Ik drink een glas water, pak mijn joggingspullen en ga hardlopen. Langs toeristen die naar het strand gaan, langs winkels die langzaamaan hun deuren openen, langs cafés waar de sporen van de afgelopen nacht met de waterslang van de terrassen gespoeld worden. Een kleine twintig minuten later open ik compleet bezweet en nahijgend de tuindeur. Andrea zit op haar gemak met een kop thee op de veranda en leest op haar notebook online de krant. Als ze me binnen hoort strompelen, glijdt een besmuikte glimlach over haar gezicht.
“Zou je niet liever wat energie bewaren?”
“Hahaha. Ik moest rennen. Mijn schouderspieren zaten helemaal in de knoop,” antwoord ik. Terwijl ik mijn joggingspullen in de wasmachine gooi, sla ik twee glazen water achterover, pak mijn badpak en duik na een korte douche ontspannen in het zwembad. Andrea en ik zullen iets na tweeën naar Valencia rijden. De uren tot het vertrek treuzel ik, pak ik mijn tas, ga een paar minuten met een gezichtsmasker liggen, krijg niet meer dan drie slablaadjes naar binnen, drink twee glazen wijn en ben zo opgewonden als een puber voor een eerste date. Als ik dan eindelijk in mijn vliegtuigstoel zit, stuur ik nog een kort SMS’je naar Max:
Vertrek zo. Heb geen vertraging dus binnen twee uur bij jou, dikke kus, Susa
Daarna moet de telefoon uit en taxiën we naar de startbaan. De plek naast me is gelukkig vrij en naast het gangpad zit een zakenman in pak met stropdas verdiept in de krant. Ik blader wat door een magazine en wacht op de stewardess met de drankjes. Een glas wijn is precies wat ik nu nodig heb. Ik bijt één, twee keer in het kartonnen broodje om het vervolgens vol walging terug te stoppen in de papieren zak. Mijn buurman heeft zijn krant dichtgevouwen en dringt mij een luchtig gesprek op. Ik ben blij met elke afleiding. Als we aan de daling beginnen, word ik weer zenuwachtig. Amper tien minuten later voel ik hoe het vliegtuig de grond raakt, hoe het vliegtuig afremt en we vervolgens naar de terminal taxiën. Wanneer ik mijn mobiele telefoon weer aanzet, zie ik dat er drie berichten zijn: Andrea die mij veel plezier toewenst en mij aanraadt om vooral verstandig te zijn; Claudia met een bericht met bijna dezelfde inhoud; Max die me laat weten dat hij in de aankomsthal op me staat te wachten. Mijn hart huppelt hem alvast met grote sprongen tegemoet. Ik schrijf terug:
Kom er aan. Omdat het vliegtuig bijna leeg is, kan het niet lang meerduren…
Drie seconden later komt zijn antwoord:
Neem je tijd, ben blij, kus
Ja, misschien ga ik nog even naar de duty free
– sms ik stout terug.
Als je het maar laat!
Ik heb geluk. Als ik de trap naar de bagageband afloop, zie ik mijn tas al op de band. Langzaam loop ik naar de glazen deur, die automatisch opengaat. Er staan mensen te wachten, maar geen Max. Ik kies voor de rechter uitgang en begin al een beetje onrustig te worden. Zou hij bij de verkeerde gate staan? Dan zie ik hem. Hij zit op een van die stoelen van gevlochten ijzerdraad. Helemaal ontspannen (shit, ik ben weer de enige die stijf staat van de zenuwen) komt hij met een brede grijns op mij af.