6

Viv tegen Eva:

Nathan heeft me gisteravond ten huwelijk gevraagd.

Tom tegen Eva:

En jij vindt het goed dat ze joints rookt en drugs gebruikt?

Eva tegen Tom:

Is er na afloop een veiling onder de rijken wie die twee bij hun kont mag pakken of mee mag nemen?

Eva:

Zijn buikspieren en stijve penis hebben een gouden glans.

Drie dagen later sta ik samen met Kira op het vliegveld op Billy en haar ouders te wachten. Kira heeft de grootste koffer die we in huis hebben meegenomen en gegarandeerd 95 procent van haar zomerkleren ingepakt. Ik reis met een koffermaat kleiner. Dirks enige commentaar op onze bagage was een stomverbaasd hoofdschudden. We staan nauwelijks vijf minuten te wachten als Billy en haar ouders naar ons toe komen. Zij is een lange, aantrekkelijke blondine die duidelijk een dure smaak heeft, hij een eersteklas gentleman in een keurig kostuum. Billy lijkt sprekend op haar moeder, denk ik, terwijl ik haar een hand geef. Ze moeten zich haasten omdat ze wat oversized bagage willen inchecken.

“Geef me nog een knuffel,” zeg ik en ik zet mijn tas neer.

“Ik ben maar een paar dagen weg en alleen maar naar Italië, mam!” Kira draait met haar ogen, maar laat zich inderdaad omhelzen, klopt welwillend op mijn rug en loopt dan naar de anderen toe.

“En geef als het even kan niet al mijn geld uit, sweetie!” roep ik haar achterna. Dan pak ik mijn tas en werp een blik op het vertrekbord. Kira draait zich om en zwaait nog een keer naar me. Mijn incheckbalie is een paar meter verder. Zou Tom er al zijn? Ik kijk zoekend om me heen als mijn mobiel gaat.

“Kun je een man die veertien jaar jonger is als een serieuze partner beschouwen?”

“Viv?” vraag ik onzeker, want het is net alsof ik een computerstem hoor.

“Ja natuurlijk. Wie anders! Kan dat of kan dat niet?” wil ze ongeduldig weten.

“Ik heb er geen idee van! Hoe moet ik dat weten? Wat is er gebeurd?”

“Nathan heeft me gisteravond ten huwelijk gevraagd.”

“Shit,” antwoord ik iets te snel.

“Wat bedoel je daarmee?”

“Niets. Niet wat jij denkt in elk geval. Natuurlijk ben je een vrouw van wie elke man droomt. Maar je bent nog niet eens gescheiden en dan doet een Amerikaan die een rondreis door Europa maakt je al een aanzoek…Dat kun je toch niet serieus nemen?” antwoord ik en ik word daarbij overstemd door de geluidsinstallatie van de luchthaven, met de mededeling dat alle passagiers worden verzocht hun bagage niet uit het oog te verliezen.

“Waar ben je?” wil Vivianne weten.

“Op het vliegveld en ik zoek Tom, want we vliegen nu naar Mallorca om daar een week lang een reportage over Bea van Kutten te maken,” mopper ik.

“Het klinkt alsof je nauwelijks kunt wachten,” lacht Viv.

“Inderdaad, ik ben nu al supergemotiveerd. O, daar is Tom. Viv, kan ik je zo meteen terugbellen? We moeten nu inchecken.”

“Nee, laat maar. Ik heb een afspraak met Nathan, hij wil een antwoord en ik denk…ik ga hem dat van jou geven!” Voordat ik kan reageren, heeft ze al opgehangen.

Tom kijkt naar me met zijn groene pretogen. Een blonde lok is op de een of andere manier onder de zonnebril op zijn hoofd door gegleden en hangt nu in zijn gezicht. Hij blaast hem weg en begroet me. Ik snuffel…Hij ruikt lekker.

“Je ziet er gespannen uit. Wat is er?” vraagt hij terwijl hij onze koffers in de richting van de incheckbalie duwt. De rij voor ons is tamelijk lang. Aan deze balie kunnen de passagiers voor vier verschillende bestemmingen inchecken.

“Eigenlijk helemaal niets, het was daarnet alleen een beetje hectisch.” Ik krab aan mijn neus en kijk hem aan. “Mijn dochter Kira vliegt vandaag met een vriendin naar Italië en Dirk naar Amerika,” leg ik zachtjes uit.

“Dus toch gespannen,” stelt hij vast. “Weet je wat, we geven onze spullen af en daarna gaan we nog iets eten.” Hij kijkt geamuseerd naar mijn koffer. “Hoe lang wilde je blijven, een maand?”

Ik werp hem een vernietigende blik toe.

“Heb je eigenlijk nog met Kira over het thema joints gesproken?” vraagt Tom.

“Ja, heel even. Ze begon er zelf over en vertelde over die bewuste avond.”

“En?” wil hij nieuwsgierig weten.

“Ze doet niet aan drugs.” Ik aarzel en vraag me af of ik het hem zal vertellen. “Ik heb een tijd geleden tegen haar gezegd dat ze met elk probleem en ook met elke wens naar me toe kan komen. Ook als het om drugs gaat.”

Tom kijkt sceptisch.

“Ik ben er gewoon vast van overtuigd dat alles wat je verbiedt interessant is…”

“En jij vindt het goed dat ze joints rookt en drugs gebruikt?” vraagt Tom net iets te hard. Het echtpaar voor ons draait zich nieuwsgierig om.

“Natuurlijk niet, maar als ze graag een keer een joint wil roken, ga ik haar dat niet verbieden.”

“Heel tolerant! Maar hoe ver zou je gaan?”

“Ik weet het niet. Heel waarschijnlijk zou ik haar meenemen naar een afkickkliniek en haar laten zien hoe het kan aflopen. Als afschrikwekkend voorbeeld.”

We staan een tijdje zwijgend naast elkaar, schuiven onze bagage centimeter voor centimeter in de richting van de balie en bekijken de mensen om ons heen.

“Heb je er enig idee van wat ons bij Bea van Rutten te wachten staat?” vraagt Tom.

“Nee, niet echt. Ik heb haar twee jaar geleden uitgebreid geïnterviewd, maar verder ken ik haar niet. Ze moet flink in de rats zitten als ze ons in haar vakantieverblijf uitnodigt en een inside story toestaat. Dat was tot nu toe altijd ondenkbaar.”

“Of ze wil gewoon zeker weten dat er voldoende reclame wordt gemaakt als de film uitkomt. Trouwens, wist je dat we niet de enigen zijn?”

“Nee? Wie komen er dan nog meer? Hanna zei dat we het verhaal exclusief kregen.”

“Als tijdschrift, ja, maar Boulevard mag opnamen maken tijdens de barbecue, hoewel ze schriftelijk hebben moeten vastleggen dat ze de bijdrage pas bij het uitkomen van de film zullen uitzenden.”

Ik geef geen antwoord, want we kunnen inchecken en de vrouw bij de balie lijkt geïnteresseerd te luisteren.

“Proost,” zegt Tom en tikt met zijn glas Prosecco hard tegen mijn glas Chardonnay. Ik neem een slokje en lonk naar de oesters, waarvan er twaalf voor ons staan.

“Mama! Ik dacht al dat ik je hier zou vinden.” Kira schuift haar kleine bagagekar met daarop haar volgepakte handtas opzij en steekt haar hand naar Tom uit. “Hallo, ik ben Kira, Eva’s dochter, maar we hebben elkaar volgens mij al een keer eerder gezien.” Ze schuift Billy naar voren. “En dit is mijn vriendin Billy.”

“Mam, mogen wij ook?” vraagt Kira terwijl ze naar het bord en Toms glas wijst en met haar andere hand haar zonnebril in de rode, lange lokken schuift en brutaal naar Tom glimlacht.

“Natuurlijk mag je iets eten, maar Prosecco? Nu al?”

“We hebben vakantie en een glaasje vrolijkt wat op…” Ze wacht even. “Mama, alsjeblieft…”

“Nee, haal maar cola of water,” zeg ik en geef haar mijn portemonnee. “Waar zijn je ouders, Billy?”

“Die zijn in de lounge, we zien elkaar straks bij de gate,” antwoordt Billy, waarna ze Kira volgt.

Ik kijk Kira en Billy na. Ze zijn allebei iets langer dan een meter zeventig en zien er van achteren uit als jonge vrouwen. De kinderlijke loop heeft plaatsgemaakt voor een zacht heupwiegen, dat ze beiden heel goed beheersen. Ik weet zeker dat elk mannenhart bij de aanblik van die twee sneller begint te slaan. Kira’s bruine minirok van gekreukt leer wipt brutaal op, de witte bloes zit superstrak rond haar smalle taille en staat open boven haar borsten. Daaronder draagt ze een wit kanten hemdje en haar bruine benen steken in dunne suède laarsjes. Billy heeft een minirok van spijkerstof, een witte bloes en blauwe mocassins aan.

“Daar krijg je nog heel wat mee te stellen,” voorspelt Tom. “Zie je de blikken van al die door testosteron gestuurde wezens hier?”

“Je zou wel eens gelijk kunnen krijgen,” zeg ik droog. Ik richt mijn aandacht op mijn bord en geniet van mijn eerste oester.

“Mama, we nemen nu al voor de derde keer afscheid,” zegt Kira als Tom en ik weg moeten.

“Dat maakt toch niet uit? Als we elkaar zo meteen toevallig weer tegenkomen, neem ik nog een keer afscheid van je,” dreig ik lachend. Ik omhels haar en wens haar nogmaals veel plezier en loop dan achter Tom aan.

“Je dochtertje heeft me flink opgenomen,” zegt hij.

“Wat? Nee, ze kijkt altijd heel aandachtig naar mensen die ze niet kent, maar opnemen is bij haar anders, dan wil die persoon het liefst door de grond zakken,” antwoord ik. Kira heeft hem inderdaad opgenomen en zelfs tamelijk brutaal. En toen Tom nog een glas Prosecco bij de bar haalde, fluisterde ze: “Mama, hij is echt aardig, maar je moet hem wel goed laten merken dat je een getrouwde vrouw bent.”Voordat ik kon reageren, was Tom er alweer.

Ik bekijk hem vanuit mijn ooghoeken als we naar onze gate lopen en vraag me af waarom Kira hem aardig vindt. Is het zijn houding of zijn uiterlijk?

“Treuzel niet zo, anders missen we ons vliegtuig nog,” moppert hij zachtjes.

“Lieve hemel, het boarden is net begonnen. Ben jij misschien ook een van die zenuwachtige passagiers?”

“Hoe kom je daarbij? Nee, ik heb alleen geen zin om als laatste in te stappen en mijn handbagage over het hele vliegtuig te moeten verdelen, omdat de bakken boven ons allemaal vol zijn. Kom op dus!” Tom gaat harder lopen.

Als we bij de gate aankomen, lopen de laatst twee passagiers net voor ons de sluis in. Tom vloekt. Gelukkig is het vliegtuig halfleeg.

De landing in Palma is allesbehalve aangenaam en ik heb het gevoel alsof we op een hobbelpiste zijn geland. Logisch dat ik in één keer klaarwakker ben en mijn nagels meteen in de leuningen klauw.

“Lekker geslapen?”vraagt Tom terwijl hij zijn mobiel aanzet.

“Gaat wel,” zeg ik gapend. Ik rek me zo goed als dat gaat uit, drink het flesje water dat voor me staat in één teug leeg en luister naar het weerbericht van de stewardess – zon met een enkele wolk en temperaturen tot 25 graden, belooft ze. Daarna wenst ze ons een prettig verblijf.

Het duurt eindeloos lang voordat we eindelijk onze koffers hebben en bij het autoverhuurbedrijf zijn. We hebben twee bagagewagens nodig om al Toms apparatuur naar de auto te vervoeren. Zonder iets te vragen gaat Tom achter het stuur zitten en verplicht mij tot kaartlezen.

“Wat doe je in vredesnaam?” vraagt hij geamuseerd terwijl hij toekijkt hoe ik de kaart heen en weer draai en hem dan op mijn manier opvouw. “Waarom draaien alle vrouwen de kaart altijd?” vraagt hij geïrriteerd als het hem te lang duurt.

“Dat kan ik je wel vertellen: als ik hem in de rijrichting houd, weet ik precies of je naar rechts of naar links moet afslaan,” antwoord ik scherp. Vroeger had ik met Dirk altijd dezelfde discussie. Zodra er een goed navigatiesysteem op de markt kwam, heb ik het meteen gekocht en laten installeren. Sindsdien zijn onze gemeenschappelijke autoritten weer stressvrij.

“Weet je zeker dat we hier goed zitten?”

“Ja, volgens de kaart moeten we na de volgende kruising nog een tot twee kilometer rijden.”

“Dan laten we ons gewoon verrassen,” antwoordt Tom ongelovig en hij stopt even, om meteen daarna met piepende banden verder te rijden. Hij wijkt uit voor een zwerfhond, geeft gas tot de volgende kruising en blijft daar abrupt staan.

“En nu, rechts of links?”

Ik staar naar de kaart, kijk naar de weg, kijk naar rechts en naar links en draai de kaart. Er klopt iets niet.

“Rechtdoor,” zeg ik zelfverzekerd.

Tom schudt zijn hoofd. Na tweehonderd meter zie ik aan de rechterkant eindelijk het bord.

“Je hebt geluk gehad.” Tom grijnst, slaat af en parkeert de auto. We stappen uit.

“Mooi dat jullie er zijn,” roept een man van gemiddelde lengte met rossig haar en een markant gezicht, die plotseling voor ons staat. “Sorry, ik wilde je niet laten schrikken,” zegt hij als hij mijn gezicht ziet.

“Ach…” antwoord ik enigszins onbeholpen en ik loop naar hem toe. “Ik ben Eva Bertel, de journaliste, en dat is Tom de Bijk, de fotograaf.”

“Ik ben de heer des huizes en de echtgenoot van Bea. Noemen jullie me alsjeblieft gewoon Joe. Bea komt zo,” zegt hij terwijl hij een uitnodigend gebaar maakt. “Laat alles maar staan, we hebben twee sterke mannen in huis, de zogenaamde alleskunners. Zij zorgen dat alles op rolletjes loopt en ze regelen alles – soms zelfs te veel. Maar anyway “, begint hij weer, “ze brengen de bagage naar jullie kamers. Gaan jullie mee? Dan breng ik jullie naar Bea, die waarschijnlijk in de tuin met vuur aan het spelen is,” zegt hij en hij begint meteen te lopen. Als we om het huis zijn gelopen, komen we in een klein mediterraan paradijs met veel teakhout, bloemen en kruiden.

“Hallo, fijn dat jullie er zijn,” roept Bea, die net een windlicht aansteekt. Bea is net zo oud als ik en niet bijzonder slank. Ze heeft het zandloperfiguur van de jonge Sophia Loren en draagt sinds jaar en dag haar gitzwarte haren in een bob.

“Konden jullie het vinden? Jullie hebben vast honger na die lange reis.”

“Nou en of,” antwoordt Tom en wrijft over zijn buik.

“Kunnen we ons eerst opfrissen?” vraag ik met een geamuseerde blik op Toms beweging.

“Geen probleem, we eten altijd heel laat. Maar een glas wijn mag ik jullie ter begroeting toch wel aanbieden?” Bea loopt naar de tafel en pakt een al geopende fles rode wijn en twee glazen. Als ze voor ons inschenkt, haar eigen glas bijvult en Joe vraagt om wat kaas en olijven te halen, kijk ik op mijn horloge. Het is al bijna negen uur. Ik neem een slokje rode wijn, slenter wat over het terras en check of ik nieuwe SMS’jes heb – het zijn er zes en vier daarvan zijn van Kira. Ze heeft de gewoonte om kleine romans in SMS-taal te typen. Daarom weet ik ook nu weer verbazingwekkend veel: ze is goed aangekomen, zit al aan tafel voor het avondeten en is laaiend enthousiast over het vakantiehuis van haar vriendin. Het enige minpunt, schrijft ze, is dat het veel te ver van de beschaving af ligt, maar de keuken zou ik waarschijnlijk meteen na laten bouwen, zo fantastisch is die. Ik heb twee SMS’jes van Dirk: in het eerste wil hij weten waar zijn paspoort is, want hij kan het nergens vinden, en in het tweede deelt hij mee dat hij het heeft gevonden en al in het vliegtuig richting Florida zit. Tom praat intussen met Joe, die Bea blijkbaar zelf naar de keuken heeft gestuurd, want ze komt weer naar buiten met een kaasplankje, maar zonder olijven.

“Hoe ver ben je?” roept Tom. We zijn net tien minuten op onze kamers.

“Uitgepakt! Maar ik wil nog snel even douchen,” antwoord ik goedgehumeurd terug en ik draai de thermostaat op een aangename 38 graden. Bea heeft zich erg gastvrij getoond. Tom en ik hebben beiden een meer dan ruime slaapkamer met terras en mijn badkamer is net zo groot als de slaapkamer en heeft een regendouche. Heerlijk, denk ik als ik eronder ga staan. Bij deze manier van douchen moet ik me altijd verschrikkelijk inhouden om geen enorme waterverspiller te worden en een eeuwigheid van de kletterende, warme druppels op mijn huid te genieten. Na iets meer dan een kwartier ben ik aangekleed, opgemaakt en klaar voor vertrek. Tom zit op het terras. Hij rookt weer eens – zijn sigaret licht bij elk trekje op als een glimworm.

“Hé, dat is snel,” prijst hij me en hij leunt achterover. “Kijk eens naar de hemel, is die niet prachtig?”

Ik leg mijn hoofd even in mijn nek en kijk naar de zee van kleine lichtjes. De maan schijnt helder. De windlichten, die de struiken en palmen van onderen verlichten, geven de directe omgeving een onwerkelijke sfeer.

“Ja, maar sterren of niet, mijn maag rammelt als een gek.”

“Ach,” is het enige dat Tom antwoordt. Maar hij staat meteen op, doet de terrasdeur dicht en loopt voor me uit.

“Ik kan de weg ook wel vinden, hoor,” stel ik een beetje gepikeerd vast.

“Eerlijk gezegd geloof ik dat niet,” mompelt hij.

“Mama, je weet toch dat ik inktvis smerig vind, waarom maak je dat dan elke keer? Dat is gemeen!” zegt de stem van jonge vrouw.

“Dat vind ik ook,” antwoordt iemand met een beduidend lagere stem.

Ik pak Toms arm en houd hem tegen.

“Wat is er?” vraagt hij.

“Sst…laten we even luisteren,” fluister ik.

“Ik weet niet wat je daarmee wilt zeggen,” sist Bea zachtjes. “Maar vorige week hebben jullie het nog gegeten en jullie weten dat we journalisten op bezoek hebben…”

“Ja, en?” antwoorden ze allebei in koor.

“Niets ja en! Inktvis is als voorgerecht gewoon lekker.”

“En heel goedkoop bij de Aldi,” bromt de lage stem.

“Ze schrijven een groot verhaal over mij en ons allemaal en ik wil natuurlijk goed overkomen. Beheersen jullie je dus, tenslotte profiteren jullie er ook van.”

“Ha,” roept de mannenstem, “daar heb ik tot nu toe anders nog helemaal niets van gemerkt. Waarom krijg ik geen nieuwe computer? Omdat je blut bent, want je hebt al je geld in die belachelijke film en dat stomme feest gestopt.”

Ik kijk naar Tom.

“Jonathan! Zachtjes, ze kunnen elk moment hier zijn!” Bea klinkt wanhopig.

“Dat zou behoorlijk shit zijn, hè, mama! Stel je eens voor dat ze erachter komen hoe het er hier in werkelijkheid aan toe gaat,” roept nu het meisje, waarschijnlijk Bea’s dochter, provocerend.

“Darling,” bemoeit Joe zich er nu mee. “Dat gaat niemand natuurlijk iets aan en ik vind dat jullie nu moeten stoppen met die onzin.”

“Ha…onzin, sinds wanneer is dat onzin? Het is eerder…” laat de dochter zich weer ontvallen.

“Wie praat daar de hele tijd?” wil Tom weten.

“Ssst!”

“Nu is het afgelopen,” sist Joe.

Helaas moet Tom uitgerekend op dit moment niezen. “Gezondheid,” zeg ik zachtjes, maar zo hard dat het net is alsof we nog een paar meter verwijderd zijn.

“Stil nu!” sist Bea. “Kunnen jullie de weg in het donker vinden?” roept ze hartelijk in onze richting.

“Ja, dat lukt helemaal,” antwoordt Tom terwijl hij de struiken achter ons beweegt.

We maken nog een paar loopgeluiden op de plaats en lopen dan de laatste meters expres luidruchtig. Het terras ziet er sprookjesachtig uit. Het aantal kaarsen is het afgelopen halfuur verveelvoudigd en in het midden staat een grote tafel met een wit tafelkleed.

Twee van de zes stoelen zijn bezet en het ziet er absoluut niet naar uit dat ze geldgebrek hebben.

“Hallo,” zeg ik vriendelijk.

“Ook hallo,” antwoorden ze in koor.

“Dat is mijn dochter Wilhelmina,” zegt Joe trots.

Ik kijk naar haar en weet niet wat ik zie. Wilhelmina, die een jaar of achttien is, heeft minstens tien piercings in haar ronde gezicht, draagt een wit topje met zwarte doodshoofden en haar ravenzwarte haren worden met kleine doodshoofdjes bij elkaar gehouden. Ze blijft verveeld zitten als ik haar een hand geef.

“En naast Wilhelmina zit Jonathan,” zegt Bea net zo trots.

Ik steek mijn hand uit, maar hij maakt geen aanstalten om op te staan. Zijn hand is slap, vochtig en plakkerig. Ik moet mijn best doen om mijn vingers niet meteen aan mijn broek af te vegen. Ik gok dat Jonathan een of hoogstens twee jaar jonger is dan zijn zus. Hij draagt een verwassen grijs T–shirt met Aziatische tekens, heeft een bril en zijn haar is met gel bewerkt of hij heeft het op de natuurlijke manier vet laten worden. Ze kijken allebei afwijzend en vooral geïrriteerd naar ons.

“Ga toch zitten,” zegt Joe meer tegen mij dan tegen Tom en hij trekt de stoel tegenover Jonathan een stukje naar achteren.

Ik ga gehoorzaam zitten en Tom laat zich op de stoel tegenover Wilhelmina vallen. Bea en Joe nemen ook plaats.

“Kan ik je nog ergens mee helpen?” vraag ik Bea snel, want het verbaast me dat ze er zo ontspannen bij zit.

“Nee, dank je, Claude en Igor zorgen voor de rest.”

Ik kijk haar vragend aan.

“O,” neemt Wilhelmina het woord. “Dat zijn mama’s toyboys. Die staan altijd voor je klaar, of niet?” Daarbij kijkt ze Bea met fonkelende ogen uitdagend aan.

“Zonder die twee zouden we hier echt verloren zijn,” zegt Joe iets te snel.

Ik wil net antwoord geven als een van de twee met het voorgerecht naast me staat.

“Dat is Claude, hij brengt de Franse sfeer in huis, hè, mama?” sist Wilhelmina en dan gaat ze iets minder agressief verder: “Igor leren jullie zo meteen kennen, hij is een Russische macho.” Ze pakt een sigaret, steekt hem op, pakt haar mobiel en verdwijnt tussen de palmen.

Ik vind het moeilijk om mijn ogen op het eten te richten, want Claude is een indrukwekkende man met een lengte van minstens een meter negentig, een donkere huid en een kaal hoofd. Zijn schedel en naakte bovenlichaam glanzen in het kaarslicht. Hij heeft een sixpack dat zelfs Matthew McConaughey groen van jaloezie zou maken. De laaghangende witte linnen broek voegt zich bij elke beweging naar zijn lichaam, en daarmee bedoel ik naar alle lichaamsdelen! Ik krijg het er behoorlijk warm van.

“Au,” zeg ik zachtjes als Tom me een por met zijn elleboog geeft.

“Staar niet zo,” sist hij.

Ik kijk naar mijn lege bord, neem een flinke slok van de rode wijn die Joe net heeft ingeschonken en verslik me bijna.

Potato, patata or rice?” mompelt Igor onverstaanbaar. Hij kijkt me aan alsof mijn leven ervan afhangt. Hij draagt ook alleen een linnen broek, maar heeft in tegenstelling tot Claude een lichte huid en een klein, gespierd postuur.

“Wat?”vraag ik.

“Igor wil weten of je aardappelen, frites of liever rijst wilt hebben,” informeert Bea me met een klein lachje.

“Rijst,” pers ik eruit terwijl ik mijn ellebogen wat dichter bij mijn lichaam houd. Igor staat namelijk zo dichtbij dat hij langs mijn arm wrijft. Ik neem nog een slok. Seconden later zie ik dat Tom net zo plotseling zijn ellebogen naar zich toe trekt.

“Wat is jullie planning eigenlijk?” doorbreekt Joe de stilte.

“Dat is een goede vraag,” zegt Tom snel. Hij pauzeert even, schraapt zijn keel en gaat dan verder. “Ik wil morgenmiddag graag met de eerste fotoshoot beginnen.”

“En ik,” val ik hem in de rede terwijl ik me tot Bea richt, “dacht dat we morgenochtend vroeg over je carrière en je nieuwe film zouden kunnen praten.”

“Dat kan dan leuk worden,” flapt Jonathan eruit. Hij drinkt zijn glas water leeg.

“En vergeet alsjeblieft niet dat we over twee dagen de grote barbecue hebben.” zegt Bea zenuwachtig. “Ik verwacht veel BN’ers en daarover moeten jullie absoluut schrijven.”

Bea en Joe geven elkaar een kus. De kinderen verdraaien hun ogen en als ik Tom een blik toewerp, zie ik dat Igor aan zijn ballen krabt. Ik kijk verlegen naar mijn bord. Plotseling staat Claude naast me.

“Madame, wilt u een stuk filet, langoustines of liever een stuk gegrilde snoekbaars?” Hij wijst naar de snoekbaars. “Deze is speciaal voor Madame Bea ingevlogen,” zegt hij met een heerlijk Frans accent.

“Laat je vis invliegen?” vraagt Tom verbouwereerd.

“Tja, veel Noord–Europeanen willen zo nu en dan graag een zoetwatervis uit inheems water eten,” legt Bea uit.

“Eh, ja…ik wil graag de langoustines,” zeg ik harder dan noodzakelijk.

Als Claude zich van me af draait, geloof ik mijn ogen niet. Zijn witte linnen broek heeft op het achterwerk een hartvormige uitsparing van minstens twintig centimeter doorsnede.

“Bevalt het jullie bij ons?” Jonathan, die me heeft geobserveerd, grijnst brutaal naar me.

“Wat ik tot nu toe heb gezien, is prachtig, maar ik kan er nog niet veel over zeggen, we zijn nog maar een paar uur hier.” zeg ik. “Vertel eens, welk computersysteem vind je beter? Apple of Windows?”

“Hallo, dat was niet de afspraak. Dat gevraag zou toch pas morgen beginnen? Daar heb ik vandaag helemaal geen zin in,” antwoordt hij geïrriteerd. Hij draait zich naar zijn zus en snauwt: “En kun je aan tafel in elk geval stoppen met dat stomme roken, het stinkt!”

“Een andere toon, graag, Jonathan,” wijst Joe hem terecht. Hij kijkt Tom en mij aan en praat verder. “Jonathan zit op een internaat voor hoogbegaafde kinderen en Wilhelmina bezoekt de beste op kunst georiënteerde privéschool in Parijs. Ze hebben deze week vakantie. Tja, en soms vergeten ze helaas hoe ze zich horen te gedragen, maar dat gebeurt wel vaker bij hoogbegaafde kinderen.”

“Ja ja,” mompel ik. Ik ben blij dat mijn mobiel op dat moment piept en verkondigt dat ik een SMS’je heb. Kira schrijft dat ze net de allerallerlekkerste pasta van haar leven heeft gegeten en dolblij is dat ons huis niet in Italië staat, want dan zou ze binnen een paar weken in een rolmops veranderen. Ik glimlach. Ja, Italië is een ramp voor haar figuur, maar ook voor het mijne. Ik tik snel een antwoord en kijk dan weer op. Jonathan prikt nors in zijn eten, krijgt bij elke opmerking van zijn moeder een blik van walging in zijn ogen en is gewoon weerzinwekkend. Wilhelmina is niet veel beter, ze schrokt haar eten naar binnen en kauwt ten overvloede tussendoor ook nog op haar zwartgelakte nagels. Ik observeer ze een tijdje en ben dolblij dat Kira niet zo is. Zij zit ook op een privéschool en geniet van de voordelen van kleine klassen en leraren die de tijd voor haar nemen. Maar in tegenstelling tot deze twee exemplaren is ze geen etter en weet ze zich te gedragen. Tot nu toe heeft ze de puberteit zonder allerlei toestanden achter zich gelaten en het typische ‘tegen elke prijs tegengas geven’ is me ook bespaard gebleven. Ik ben er ontzettend trots op dat we een harmonische relatie hebben en ik kan alleen maar hopen dat dat ook zo blijft. Wat ik hier meemaak is een pure nachtmerrie voor alle ouders.

Na het eten gaat Jonathan meteen naar zijn kamer, Wilhelmina ligt op een van de ligstoelen, telefoneert en rookt de ene sigaret na de andere en Claude en Igor zijn met Bea in de keuken verdwenen. Tom en ik zitten nog steeds op onze stoelen en komen nauwelijks aan het woord, want Joe vertelt ons tot in detail hoe ze destijds de finca hebben gekocht en gerenoveerd.

“Het spijt me,” onderbreek ik hem, “maar ik moet nu echt naar bed. Ik ben heel moe en morgen wordt het een lange dag. Bovendien moet ik nog iets voor het interview voorbereiden.”

“Ik ook!” Tom springt op.

“O, dat is jammer, misschien kan ik jullie het verhaal een andere keer vertellen,” zegt Joe teleurgesteld en hij neemt nog een slok rode wijn.

“Daar vinden we beslist nog een goed moment voor, we zijn hier tenslotte nog een paar dagen,” antwoord ik bemoedigend. Ik heb ineens medelijden met hem. “Ja, natuurlijk,” zegt Tom snel.

“Ook al heb je medelijden met hem, het wordt tijd om naar dromenland te gaan, want ik kan dat geleuter niet meer aanhoren,” fluistert Tom als we tussen de struiken door naar onze kamers lopen.

“Hoe…”

“Hoe ik weet dat je medelijden met hem had? Dat was je aan te zien en ik vond dat we snel moesten vertrekken, voordat we dat gezeur over de Spaanse bouwvakkers nog urenlang moeten aanhoren.”

“Ja, ik weet het, maar hij leek ineens zo verdrietig.”

“Heel begrijpelijk met zulke vreselijke kinderen.”

“Denk je dat er hier slangen zijn?” vraag ik aan Tom, die voor me uit loopt. “Er siste net iets bij mijn voet.”

“Uiteraard! We hadden er een aan tafel zitten.” Tom lacht zachtjes en doet de deur naar onze kamers open. “Ik heb nog iets te drinken nodig.” Hij loopt naar onze kleine minibar annex koelkast en pakt er een fles wijn uit. “Drink je eigenlijk altijd zo veel water?”

“Nee, maar na het tweede glas wijn dacht ik dat het beter was om nuchter te blijven. Wat is dat voor een gezin?” Ik pak twee glazen uit de kast.

“Het beste heb je niet eens gemerkt.” Tom opent de fles en schenkt in. Hij pakt zijn iPod en speakers, neemt alles mee naar buiten en zet zachte muziek aan.

“Muziek? Nu nog?”

“Voor het geval we worden afgeluisterd,” zegt hij terwijl hij de wijn op de kleine houten tafel zet.

Ik neem een slok. “Wat heb ik niet gemerkt?”

“Dat kleine kreng…”

“Wie? Bea of dikkerdje Wilhelmina?” onderbreek ik hem.

“Dikkerdje heeft tijdens het eten de hele tijd met haar voeten aan me gezeten.”

“Wat?”roep ik.

Tom steekt een sigaret op. “Ja, maar dat was nog niet alles. Ze was niet lang tevreden met mijn laarzen en schoof met haar voet onder mijn spijkerbroek omhoog, tot ook dat niet meer voldoende was.”

“Ga verder,” zeg ik tegen hem. “Mag ik ook een sigaret?”

“Ja, natuurlijk, maar jij rookt toch helemaal niet?”

“Normaal gesproken duwt er tijdens het eten ook geen stijve penis van een halfnaakte man tegen mijn elleboog en normaal gesproken…”

“Bij jou ook?” Tom lachte hardop.

“Bij jou…?” Ik lach mee. “En hoe was het?”

“Ik had een stijve penis tegen mijn elleboog en de voet van Wilhelmina tussen mijn benen.”

“Nee!” roep ik en ik steek de sigaret nu echt op, maar begin meteen te hoesten.

“Misschien moet je niet roken,” Tom trekt zijn wenkbrauwen op, inhaleert diep en praat verder. “Je zult het niet geloven, maar dat wicht masseerde mijn ballen, stak haar vinger in haar mond, zoog erop en had er duidelijk veel plezier in.”

“Maar…je hebt toch niet gereageerd?” vraag ik onzeker.

“Nee, nou ja, ik niet. Maar…hemel Eva, wat denk je nou? Natuurlijk kreeg ik een stijve, ik ben tenslotte niet van ijzer.”

“Dat kan toch niet waar zijn,” snauw ik. “Dat wicht probeert je op te geilen en jij bent zo’n idioot die zichzelf niet in de hand heeft…” Nu inhaleer ik diep. “Je had toch gewoon je stoel naar achteren kunnen duwen.”

“Dat heb ik ook bijna meteen gedaan, maar ik denk dat het al te laat was.”

“Hoezo te laat?”

“Nou ja, ze heeft mijn erectie beslist gevoeld,” mompelt Tom verlegen.

“Zeldzaam stom, kan ik alleen maar zeggen.” Ik neem nog een krachtige trek van de sigaret en druk hem daarna uit. “Welterusten en droom maar lekker,” zeg ik spottend en ik loop naar mijn kamer.

Terwijl ik mijn tanden poets, laat ik de avond de revue passeren. Wat is hier eigenlijk aan de hand? Claude en Igor lijken een merkwaardige rol te spelen. En waarom kunnen Wilhelmina en Jonathan die twee niet uitstaan? Jonathan is een vreemde vogel, het schoolvoorbeeld van een nerd, hoogbegaafd en contactgestoord. Hij moet dringend een sport gaan beoefenen, zodat zijn broodmagere lichaam wat spieren krijgt, en een bezoekje aan de kapper en iets meer lichaamsverzorging zouden zeer waarschijnlijk ook wonderen doen. En wat is er bij Wilhelmina zo verschrikkelijk misgegaan? Ze heeft overgewicht, kauwt op haar nagels alsof ze zich daarmee moet voeden, drinkt stevig en rookt als een ketter. Ze is maar iets ouder dan Kira, maar heel anders, zo vol afwijzing. Als je de doodskoppen, piercings en zwartgelakte nagels buiten beschouwing laat, lijkt ze eigenlijk niet ordinair of onnozel. Was die versierpoging alleen een provocatie of een serieuze poging om Tom tussen de lakens te krijgen? Zou Kira zoiets ook doen? Nee, zeg ik tegen mezelf, dat zou ze niet doen. Kira heeft bovendien geen behoefte aan oudere mannen en zou zich onder mijn ogen nooit zo gedragen en zich aanbieden. Maar hoe is mijn dochter in de omgang met het andere geslacht? Hoe gedraagt ze zich als ze met haar vriendinnen op stap is? Ik doe het licht in de badkamer uit, ga in bed liggen en pieker verder. Ze is spontaan, zelfverzekerd, vriendelijk en beleefd, is intelligent, ambitieus en tot nu toe een goede leerlinge. Ik hoef al jaren niet meer voor oudergesprekken op te draven, want de leraren zijn blij als ze hun tijd aan de echte probleemgevallen kunnen besteden. Ja, dat is de Kira die ik ken, maar hoe is het als mijn dochter na drie glazen wijn op de dansvloer met haar heupen draait, haar haren in het rond laat vliegen en de jongens gek maakt? Ik ga rechtop in bed zitten, overweeg of ik Dirk zal bellen om hem om zijn mening te vragen, maar doe het niet, want Dirk zou in staat zijn om een van zijn vrienden de opdracht te geven Kira te bespioneren. Misschien moet ik me niet zo veel zorgen maken. Toch val ik maar moeilijk in slaap.

De volgende ochtend word ik gewekt door de zonnestralen die door de kieren van de dichtgetrokken gordijnen naar binnen schijnen. De vogels tjilpen om het hardst en voordat ik mijn ogen helemaal open heb, hoor ik vlak bij mijn oor iets ronken. Ik doe langzaam mijn ogen open en zie naast mijn kussen een lichtgrijze streepjeskat liggen. Ze lijkt sprekend op de kat uit de Whiskasreclame.

“En, ben je tevreden? Mijn resultaat mag er zijn,” zegt Tom terwijl hij een trekje van zijn sigaret neemt. Hij zit op ons terras, drinkt een glas wijn en kijkt naar de foto’s van de middagshoot.

“Een beetje,” antwoord ik, ik doe mijn sandalen uit en laat me in de stoel naast hem vallen. Zwijgend geeft hij me een glas ijskoude wijn.

“Ze heeft veel over de film verteld, een paar heel grappige verhalen, maar het ging hoofdzakelijk over haar unieke acteertalent. Dat was behoorlijk geestdodend. Ik heb een hekel aan zelfverheerlijking.”

Ik leun achterover, geniet van de avondzon en bel Dirk, maar ik word meteen naar zijn voicemail doorgeschakeld. Als hij op zakenreis is, bellen we elkaar minstens twee keer per dag. Ik vertel het antwoordapparaat een korte versie van mijn dag en hang op. Een paar minuten later probeer ik Kira te bereiken, maar ook zij neemt niet op. Billy en zij zijn met de trein van Florence naar Rome gegaan om daar Pierre te ontmoeten. Büly’s moeder heeft een hotel in het hart van de Tibermetropool voor de meisjes geboekt. Die twee staan nu beslist in de een of andere modieuze boetiek en maken de verkoopsters gek door urenlang van alles te passen en niets te kopen. Ik stuur haar een sms.

“Nog een paar opnamen en het feest en dan zit het erop.” De sigaret hangt in zijn mondhoek terwijl hij op zijn laptop de foto’s sorteert.

“Ik moet nog wat meer materiaal hebben.”zeg ik. “De kinderen en Joe interesseren me, want volgens mij voeren ze hier een toneelstuk op dat Oscarwaardig is. Ik geloof Bea’s verhaal over haar gelukkige gezinnetje gewoon niet.”

We kletsen over de foto’s die Tom nog moet maken, bespreken de volgorde en genieten daarna gewoon van de avond.

De volgende ochtend is het bloedheet, de thermometer staat om halftien al op 28 graden in de schaduw. Ik zwem een paar baantjes in het inmiddels iets te warme water, maar word daar niet wakker of opgefrist van. Vandaag staat er een fotoreportage bij het ontbijt onder de Spaanse zon op het programma, en daarna afzonderlijke interviews en de meermaals aangekondigde barbecue met sterrenbezetting.

“Ik heb honger,” bromt Tom als ik terugkom. Hij pakt zijn camera en maakt een paar foto’s van me.

“Ik moet eerst nog…Nee, niet doen alsjeblieft, ik zie er echt niet uit,” roep ik terwijl ik me verder afdroog.

“Wat moet je nog?” vraagt hij spottend.

“Me klaarmaken,” antwoord ik.

“Haast je dan!”

Als we op het terras aankomen, zitten de kinderen aan een prachtig gedekte tafel demonstratief te zwijgen.

“Wat ziet dat er heerlijk uit!” roept Tom enthousiast. “Kan ik hier meteen een paar foto’s van maken?”

“Dat zou te gek zijn,” mompelt Jonathan. “Ik heb honger als een paard en ik mag niets aanraken voordat jij je foto’s hebt gemaakt.”

“We moeten toch wachten tot mama die schaal met verdomde exotische vruchten zo heeft opgemaakt, dat ze eindelijk tevreden is. En dan is het helemaal niet belangrijk dat wij inmiddels allang zijn verhongerd,” sist Wilhelmina.

“Ach, dat gebeurt bij jou…” verder komt Tom niet want ik por met mijn elleboog in zijn zij.

“Ik zal me haasten, beloofd,” zegt hij snel.

Wilhelmina verdraait haar ogen en steekt een sigaret op. Ze draagt vandaag voor de afwisseling een zwart-wit jurkje met doodskoppen.

“Getver! Voor het ontbijt? Dat is toch smerig!” roept Jonathan onmiddellijk en hij draait zich demonstratief om.

“Jonathan,” zegt Tom, “laten we naar die bomen gaan, daar is het licht goed om een paar foto’s van je te maken.” Jonathan sjokt lusteloos achter hem aan, gaat staan en kijkt geïrriteerd.

“Ik ben bijna zo ver,” kraait iemand.

“Wie was dat?” vraag ik.

“Mijn moeder. Ze klinkt ‘s-ochtends altijd als een seniele papegaai, maar na het eerste glas wordt het beter,” roept Jonathan cynisch.

“O.” Ik draai me om.

Tom fotografeert tijdens het ontbijt en erna, als de tafel er als een slagveld uitziet en Bea en Joe in liefdevolle eensgezindheid de tafel af – en de afwasmachine inruimen. Hij legt alles vast wat op een foto vereeuwigd kan worden. Intussen praat ik met Jonathan en daarna met Wilhelmina. Jonathan is terughoudend, beantwoordt mijn vragen over het gezin met eenlettergrepige antwoorden, maar is des te spraakzamer als het over zijn hobby’s, computers en muziek, en over het internaat gaat. Hij kan nauwelijks wachten tot de week voorbij is en hij weer in het vliegtuig naar Zwitserland zit. Zijn droom is studeren in Amerika, daarnaast speelt hij dolgraag gitaar en verheugt hij zich er al ontzettend op om in de herfstvakantie met zijn band op tournee te gaan. Wilhelmina vertoont hetzelfde gedrag. Ze praat als een waterval over haar eigen bezigheden en dweept met haar vader, maar houdt zich verder op de vlakte. Ze vertelt dat haar vader zijn zelfstandigheid helemaal heeft opgegeven en zich alleen om de carrière van Bea bekommert. Sindsdien wordt hij door haar gecommandeerd. Vroeger was hij een grappige, evenwichtige man die van alles met haar en haar broer ondernam, ze hadden een jaarabonnement op Duinrell en gingen vaak naar de bossen en de duinen, terwijl Bea zich om haar uiterlijk bekommerde. Haar moeder ziet Wilhelmina liever gaan dan komen. Ik probeer te achterhalen waarom dat zo is, maar Wilhelmina vindt dat ze al veel te veel heeft gezegd.

“Als je nog vragen over mijn school hebt, graag, maar alle andere beantwoord ik niet meer,” besluit ze ineens kordaat.

Tijdens de lunch, die bij de Ruttens Spaans laat, dus om twee uur, plaatsvindt, zitten we alleen met Bea en Joe op het terras. Claude en Igor hebben gazpacho en tapas tevoorschijn getoverd en met ijskoude witte wijn op tafel gezet. Wilhelmina en Jonathan zijn vlak daarvoor met vrienden naar het strand vertrokken, legt Joe uit.

Tom en ik laten de wijn staan en drinken liters water, maar Bea en Joe legen de fles in een razendsnel tempo.

“Jullie hebben er toch niets op tegen als ik mijn taperecorder mee laat lopen?”

“Nee, natuurlijk niet. Tenslotte ben je hier om een verhaal over ons te schrijven,” antwoordt Joe.

“Over mij, darling, het gaat over mij en mijn laatste film,” benadrukt Bea, ze duwt een lok van het zwarte haar achter haar linkeroor en kijkt met boos fonkelende ogen naar Joe. Tom schraapt zijn keel en ik zet de recorder aan.

“Zo,” zeg ik als hij loopt. “Ik wil graag weten hoe jullie het voor elkaar krijgen om na zoveel jaar nog gelukkig getrouwd te zijn.”

Tom verslikt zich bijna en Joe kijkt geschrokken van mij naar zijn bord.

“Vertrouwen en wederzijds respect, dat is het,” antwoordt Bea overtuigd. “En je moet de ander natuurlijk ook een portie vrijheid gunnen!”

“Wat betekent vrijheid in de relatie voor jullie?” vraag ik verder.

Bea steekt van wal. Ze legt uit en vertelt met behulp van voorbeelden. Joe knikt alleen, staat tussendoor op en haalt nieuwe wijn. We zijn midden in het interview als we gestoord worden.

“De cateraar is net gekomen,” kondigt Claude aan. “Waar moeten ze beginnen?”

“O, mon dieu! Dat was ik bijna vergeten,” roept Bea en ze geeft duidelijke aanwijzingen. Ik verbaas me erover dat ze helemaal niet aangeschoten klinkt, want de tweede fles wijn is inmiddels ook leeg.

“Liefje,” zegt ze tegen mij, “we kunnen voor het vervolg van dit gesprek ook in het paviljoen gaan zitten, terwijl hier alles in orde wordt gemaakt.”

Ik knik.

Het paviljoen ligt verstopt tussen hoge grassen, die als onkruid rond de vijver groeien. Het is een houten gebouw met enorme ramen en een veranda, die aan een Amerikaans huis in een van de zuidelijke staten doet denken. Bea doet de schuifdeuren open en gaat naar binnen.

“Als ik hier toch ben, kan ik meteen luchten,” zegt ze vrolijk en zet alle ramen open.

“We gaan buiten op de veranda zitten,” verkondigt ze daarna en ze haalt twee cola light uit de koelkast.

“Weet je, Eva,” zegt ze terwijl ze haar ogen dramatisch op de verte richt. “Ik ben al heel lang met Joe samen en ik waardeer hem echt, maar sinds een paar jaar heeft hij een bepaald probleem en dan is het belangrijk dat je elkaar voldoende vrijheid geeft en meer wil ik er niet over zeggen. Laten we het liever over de film hebben,” stelt ze voor en ze begint aan één stuk door te praten.

Vlak voor zevenen en twee tapes verder zijn we eindelijk klaar. Mijn oren suizen van haar urenlange monoloog. Ik ga met een biertje op een ligstoel liggen en geniet van de avondzon. Het zal me verdomd veel tijd kosten om alle tapes uit te tikken, denk ik en doe mijn ogen uitgeput dicht.

“Eva, wakker worden! Het is bijna negen uur en over een uur begint de barbecue.” Tom schudt me wakker. Ik heb diep en vast geslapen en wrijf in mijn ogen.

“Vooruit, opstaan!”

“Ja ja,” antwoord ik humeurig. Het kost me moeite om weer naar de werkelijkheid terug te keren. Ik heb een verschrikkelijke nachtmerrie gehad waarin ik Kira van het vliegveld afhaalde. Ze had piercings in haar wenkbrauwen en neus en zelfs een door haar tong, die ze net zo trots aan me liet zien als de doodskoptatoeage op haar rechterhand. Bovendien kwam ze naar me toe lopen met een enorm bord spaghetti, die ze tijdens het praten in haar mond propte. De rode saus liep langs haar mondhoeken naar beneden en druppelde op haar witte T–shirt, dat veel te klein was en aan haar buik kleefde. Het was gewoon walgelijk.

“Wat trek jij een gezicht,” zegt Tom.

“Weet je waar mijn telefoon is?”

“Hier, waarom?”

“Mag ik hem even, ik moet Kira bellen,” zeg ik en ik kies het nummer.

“Mama, hoe is het met je? Heb je het leuk?” roept ze vrolijk in haar mobiel. Op de achtergrond is het tamelijk rustig.

“Wat doe je op dit moment?”

“Niets bijzonders. We lagen net nog bij het zwembad te lezen en te kletsen. Nu maken we tomaten met ricotta en lente-uien, je gelooft niet hoe lekker dat hier smaakt! Echt duizend keer beter dan thuis en vanavond zijn we uitgenodigd voor een barbecue. Billy zegt dat het voor ons nogal saai gaat worden, want we zijn met haar ouders bij de buren uitgenodigd en die zijn volgens haar al schijndood. En wat doe jij?”

“O, ook niets bijzonders, we hebben straks dat geniale feest van Bea met allerlei beroemdheden…Maar nu even iets heel anders, zou jij ooit tatoeages of piercings nemen?” Ik loop met mijn mobiel aan mijn oor over het terras heen en weer.

“Tatoeages? Nee.” Ze lacht. “Hoe kom je daar nou bij? Stel je voor. Ik vind tattoos heel vet, maar alleen als ze met henna zijn gemaakt. En die ene piercing in mijn navel vind ik wel genoeg. Waarom wil je dat eigenlijk weten?”

Ik vertel haar mijn droom, beter gezegd nachtmerrie. Kira lacht hartelijk.

“Echt niet, mama, dat zal niet gebeuren. Ik ben niet gek en niet van plan mijn lichaam te laten verminken.”

We kletsen nog een tijdje tot ik moet ophangen omdat Tom voor me staat.

“Vertel eens…” Hij kijkt me verrast aan, schudt zijn hoofd, steekt een sigaret op en gaat tegenover me op de ligstoel zitten.

“Ja, wat is er?”

“Ik heb Kira weliswaar maar twee keer kort gezien, maar zoals jij haar beschreven hebt is ze een heel ander type! Echt, joints, piercings of tatoeages, nee, dat kan ik me niet voorstellen. Waarom raak je dan ineens zo in paniek? Ik dacht dat je haar vertrouwde?”

“Dat doe ik ook, maar als ik naar die twee exemplaren kijk die hier rondlopen, begin ik te piekeren.”

“Natuurlijk, dat is normaal. Maar daarom hoefje je toch nog niet door twijfel te laten opvreten?”

Opvreten? Ik lach om zijn woordkeuze. “Je hebt gelijk, maar toch ben ik soms onzeker.” Ik leun achterover.

Tom steekt een nieuwe sigaret op en grijnst plagerig naar me. “Alleen met cocaïne weet ik het niet zo zeker.”

“Hou op,” roep ik en ik sta op.

“Bel haar alsjeblieft niet weer op, anders breng je haar nog op ideeën.”

Ik loop langs Tom, steek mijn tong naar hem uit, haal een glas water en ga naar mijn badkamer. Daar zet ik de douche aan en trek de gemakkelijke, dunne katoenen broek en het T–shirt die ik draag uit. De koele waterstraal is heerlijk. Ik zet de thermostaat deze keer op een verfrissende 25 graden en word met elke druppel wakkerder.

Daarna is het tijd voor het uitzoeken van geschikte kleren voor Bea’s sterrenbarbecue. Ik heb meerdere jurken meegenomen. Natuurlijk pas ik alles aan, draai voor de spiegel heen en weer en vind niets waarover ik tevreden ben.

“Klaar?” roept Tom terwijl hij zonder meer binnen komt lopen.

“Nee, ik heb op de een of andere manier alleen stomme dingen meegenomen,” zeg ik terneergeslagen terwijl ik in bh en string op mijn bed ga zitten. Vreemd genoeg kan het me niet schelen dat Tom me in zo weinig kleren ziet.

“Laat mij maar eens kijken. Deze,” besluit hij. “Die is helemaal goed. Dit witte jurkje laat je decolleté tot zijn recht komen en het is niet te lang. Dan zie je tenminste nog iets van je benen,” zegt hij terwijl hij mijn pumps met open teen oppakt. “En dan deze schoenen erbij, dat ziet er supersexy uit.”

Ik kijk naar hem en voel me ineens toch behoorlijk naakt.

“Ik ga een sigaret roken, tot zo, schoonheid.”

Verbaasd staar ik hem na. Ik heb nooit gemerkt dat Tom me op die manier bekijkt. Ik trek het jurkje aan, föhn mijn haren en maak me op.

“Wauw, ik wist het wel. Je ziet er fantastisch uit,” roept hij enthousiast als ik het terras op kom.

Pas nu valt me op dat hij zich ook heeft opgedirkt. De rokerige cowboylook is verdwenen. Hij draagt een lichtgrijs overhemd, een donkergrijze stoffen broek die aan de zijkant met zwarte biezen is afgezet, en donkergrijze suède sportschoenen.

“Zou je willen ophouden me van top tot teen op te nemen?” grijnst Tom.

“Hm…o ja, sorry,” stamel ik. “Maar eerlijk, Tom, je ziet er heel goed uit…Niet dat je gewone outfit je niet zou staan, maar dit…”

“Tja, nadat Hanna’s assistente op me had ingepraat, ben ik gaan winkelen.”

“Echt?”

“Ze heeft me gedwongen om haar styliste mee te nemen, waarschijnlijk om zeker te weten dat ik iets geschikts zou kopen.”

Typisch Hanna, denk ik, die neemt geen enkel risico. Ik geef hem een arm en we lopen samen naar het sterrenfeest. Als we op het terras aankomen, ben ik verbaasd. Alles wat eerst gemoedelijk mediterraan was, is nu in koel wit gedrenkt: witte banken omzoomd met witte plantenbakken, statafels met witte kleden, witte rotanstoelen en witte lakens, die onder de wilde druiven aan de houten balken zijn vastgebonden en door schijnwerpers worden verlicht – het moet een klein vermogen hebben gekost, bedenk ik. Met zo’n uitgavenpatroon is het geen wonder dat Bea blut is.

“De keuze van je jurkje is in elk geval een schot in de roos,” fluistert Tom tegen me.

“Ten aanval,” fluister ik terug en ik duw hem voor me uit.

Jonathan en Wilhelmina zijn vanavond afwezig. Bea heeft ze waarschijnlijk met opzet juist vandaag permissie gegeven te gaan stappen in Palma en de hele nacht weg te blijven. Om me heen zie ik al een aantal bekende gezichten: twee presentatrices met hun wederhelften, een paar actrices en een cabaretier die zijn vriendin heeft meegenomen. Hij draagt een van zijn beroemd-beruchte doorzichtige hemden, altijd in pasteltinten, en in het oerwoud van zijn borstharen glanst een zilveren kruis. Ik kijk hoe hij een glas champagne pakt, ervan nipt, en zich tot Bea richt. Als Claude met een blad vol heerlijke hapjes langskomt, verslikt de man zich bijna. Claude draagt een spierwit hemd, met mouwen die tot op de millimeter nauwkeurig zijn omgeslagen en dat alleen aan de voorkant bijna tot zijn knieën over zijn witte glanzende broek valt. De broek is eigenlijk geen broek, want net als bij het model van eergisteren springt Claudes bruingebrande sexy kont de geïnteresseerde toeschouwer als het ware tegemoet. Als Igor opduikt kan ik mezelf er niet van weerhouden om een beetje dichterbij te komen, en ik bekijk alles onomwonden.

“Wat ben je aan het doen?” vraagt Tom als hij ziet dat ik uitgebreid om Igor heen loop.

“Wist je dat er witte latex broeken bestaan?”

“Nee,” lacht Tom. “Hoe kom je op dat idee?”

“Kijk toch eens naar Igors broek. Die is absoluut wit en latex.”

“Ha, dat zijn chaps, Eva!”

“Dat betekent dat hij van voren ook open is,” zeg ik zachtjes. “Wat voert Bea in haar schild? Is er na afloop een veiling onder de rijken wie die twee bij hun kont mag pakken of mee mag nemen? Nou, dat kan nog grappig worden.” Ik pak demonstratief een glas water.

“Mij doet het niets,” zegt Tom spottend. “Jou?” Hij bukt zich en pakt zijn camera. “Ik zal dit bonte gezelschap maar eens fotograferen.”

Ik blijf eerst nog een tijdje staan, bekijk de nieuwkomers en verbaas me erover dat zoveel BN’ers ook in hun vakantie dolgraag tijd met elkaar doorbrengen. Hebben ze geen andere vrienden?

“Niet zo lui,” fluistert Tom in mijn oor terwijl hij achter me hurkt. “We zijn hier onder andere om een reportage over het feest te maken en ik heb al een heleboel mensen gefotografeerd.”

“Dat is niet eerlijk,” antwoord ik scherper dan de bedoeling is. “Bij jou lachen ze vrolijk in de camera en ik moet luisteren naar gewauwel en zelfverheerlijking,” zeg ik en sta op.

De volgende uren mag ik inderdaad naar gewauwel luisteren. Om drie uur is iedereen enorm aangeschoten en moe en willen ze naar hun eigen droomfinca. Het is een merkwaardig gezicht, al die bekende gezichten, deels met uitgelopen oogmake–up en hooggehakte schoentjes in de hand, die naast Joe bij de zware houten deuren staan te wachten tot de jongens van de chauffeursservice de statussymbolen Porsche Cayenne, Range Rover, Touareg of Q7 vóórrijden. Mijn oren tuiten nog van het geklets over fantastische vooruitzichten, geweldige en op zijn minst hoogbegaafde kinderen, die zóóó lief en zorgzaam en daarnaast buitengewone sportgenieën zijn. Alles wordt alleen in superlatieven beschreven. Geen enkel kind is humeurig, veroorzaakt problemen, liegt, smijt met de deuren of heeft puberale aanvallen. Deze droomkinderen liggen in hun droomfinca’s, bewaakt door droomnanny’s, te wachten tot hun benevelde droomouders terug zijn. Lieve hemel, wat een verschrikking!

Ik loop naar het terras en zoek Tom. Mijn voeten branden en ik snak naar een gintonic. Tenslotte heb ik de afgelopen uren uitsluitend alcoholvrije drankjes gehad. De jongens van de cateringservice verzamelen alle glazen en servies als ik me op een van de comfortabele banken laat vallen.

“Een drankje?” vraagt een van de obers me.

“Ja, een gintonic alsjeblieft!” antwoord ik dankbaar. “Moet ik opstaan? Nemen jullie de meubelen ook meteen mee?”

“Nee,” zegt hij, hij tovert mijn drankje tevoorschijn en glimlacht zoals alleen een twintigjarige dat kan. “Die worden morgenmiddag opgehaald.”

“Waar is Bea?” wil ik van Tom weten als hij naast me komt zitten.

“Ik heb haar ook al een tijd niet meer gezien, die neemt waarschijnlijk afscheid van de laatste gasten.”

“Nee,” antwoordt Joe, die naar ons toe komt en met een zucht uitgeput op de leuning van een stoel gaat zitten. “De laatste gasten zijn al een kwartier geleden vertrokken. Ze was moe en ik ga nu ook slapen. Kunnen jullie de kaarsen uitblazen?” Joe staat op.

“Geen probleem,” antwoordt Tom. “Maar we kunnen net zo goed ook naar onze kamers gaan.”

“Nee, dat is niet nodig. Ik doe de terrasdeur dicht. Blijf rustig zo lang als jullie willen zitten. Er is nog voldoende drank.”

Als Joe in huis is verdwenen, het licht kamer voor kamer uitgaat en de cateringservice afscheid heeft genomen, wordt het heel stil. Het enige geluid is klassieke muziek in de verte.

“Kom, laten we nog wat door de tuin slenteren. Het is volle maan en het licht is gewoon fantastisch. Ik hou van die sfeer.”

Ik kijk sceptisch.

“Je kunt me gerust geloven, het is echt mooi,” verzekert hij me.

“Dat doe ik ook, maar je gelooft toch niet echt dat ik op deze schoenen met jou door de tuin ga wandelen? Mijn voeten branden als een gek.” Ik steek een van mijn D&G’s in de lucht en wijs naar de hak van tien centimeter.

“Haal dan gewoon een paar andere schoenen en trek ook meteen iets gemakkelijks aan. Het is de moeite waard!”

Vijf minuten later heb ik me omgekleed, doe de terrasdeur dicht en ga terug.

“Verdomme,” vloek ik zachtjes. Uitgerekend nu verdwijnt de maan achter een wolk en de kaarsen, die net nog langs het pad brandden, zijn gedoofd – het is aardedonker. Voorzichtig loop ik op de tast tussen de struiken door, probeer het pad naar het huis terug te vinden en ben blij als ik het heb gevonden. Na een paar meter splitst het pad ineens. Ik blijf staan en frons mijn voorhoofd. Hmm…dat kan ik me helemaal niet herinneren, ik ben de hele tijd tenslotte gehoorzaam achter Tom aan gelopen of heb de windlichten gevolgd en ben zo automatisch bij het terras van het hoofdgebouw aangekomen. Ik heb niet gelet op wat er links en rechts is, en een ander pad is me al helemaal niet opgevallen. Ik blijf staan, kijk in beide richtingen en weet me geen raad. Welke van de twee is het? vraag ik me af terwijl ik probeer een aanknopingspunt te vinden. Of moet ik Tom roepen? Nee, besluit ik, het zou toch belachelijk zijn als ik dit probleem niet op kan lossen. Heel even valt er een beetje maanlicht door de wolken en zijn de struiken en paden verlicht. Ik besluit spontaan het rechterpad te nemen en schuif een paar lastige takken opzij. Een paar meter verder wordt het pad plotseling supersmal. Ik kan me er maar met moeite doorheen wringen, en weet nu ook zeker dat mijn oriëntatievermogen me genadeloos in de steek heeft gelaten, maar aan de andere kant wil ik absoluut weten waar dit pad naartoe leidt.

“O!” roep ik geschrokken als er iets voor mijn voeten door het struikgewas glipt. Het is gelukkig geen rat of slang, maar de lichtgrijs gestreepte kat die op jacht is. Ik verlies mijn evenwicht, struikel en beland bijna in de paarse bougainville. Meteen na de struik wordt het paadje weer een pad en ineens sta ik een paar meter voor het paviljoen. Door de half dichtgetrokken gordijnen zie ik grote hoeveelheden theelichtjes, die de hele ruimte in een behaaglijk licht zetten. Nieuwsgierig loop ik dichterbij, schuif takken opzij, schrik als ik ineens harde klassieke muziek hoor en probeer tussen de waaiervormige bladeren van een kleine palm door te kijken. Hopeloos! Ik kruip eronderdoor en sta recht voor het raam. In de kamer, een paar meter bij me vandaan, staat Igor met zijn rug naar me toe. De gespierde Rus heeft zijn hemd uitgetrokken en draagt alleen zijn witte latex chaps nog.

“Draai je eens om,” fluister ik.

Alsof hij me heeft gehoord, draait Igor zich om.

“O, mijn god,” zeg ik iets harder. Zijn buikspieren en stijve penis hebben een gouden glans en bovendien heeft zijn prachtexemplaar de omvang van een volgroeide Nederlandse komkommer. Ik staar ernaar alsof ik water zie branden. Dat moet pijn doen, denk ik en ik wil me net omdraaien als de deur opengaat.