20

Eva tegen Dirk:

Ik snap niet dat Patrick zo ongelofelijk egoïstisch kon zijn.

Eva tegen Kira:

En toen Is de oude liefde weer opgebloeid?

Eva tegen Kira:

We hebben geflirt, dat klopt…

Eva tegen Kira:

Je kunt op basis van statistieken vreemd flirten en vreemdgaan niet rechtvaardigen.

“Mama, is dat niet die vent met wie je een interview hebt gedaan?” Kira houdt Hanna’s tijdschrift omhoog als we in de vertrekhal van Schiphol nog boeken willen kopen. Ik ben verbaasd, omdat Hanna hem zelfs op de felbegeerde cover heeft gezet.

“Hmm,” brom ik afkeurend. Zo goed was het interview nu ook weer niet. Ik blader door het tijdschrift en zie vanuit mijn ooghoeken de bestraffende blik van de verkoopster. Bertram ziet er goed uit, een beetje jonger en stralender dan ik hem in mijn herinnering heb. Gefotoshopt natuurlijk! Ik ben niet, zoals hij wilde, met hem het hele interview doorgelopen, maar heb het gemaild. Logisch dat ik geen antwoord heb gekregen. In plaats daarvan kreeg Hanna een paar dagen later zijn opmerkingen en wijzigingen in haar mailbox. Ik was bij hem in ongenade gevallen, had Hanna droog opgemerkt.

Kira en ik slenteren verder, snuffelen bij de parfumerieafdeling en gaan dan op zoek naar Dirk. Ik vermoed dat hij bij de computers en andere hightechspullen staat, waar hij zich bij voorkeur terugtrekt zolang Kira en ik bij de crèmes en de tubes staan.

“We gaan oesters eten,” zeg ik tegen hem terwijl hij de voordelen van de nieuwste laptopgeneratie bestudeert.

“Ik kom zo,” antwoordt hij afwezig.

We lopen verder, bestellen oesters en water en gaan tussen alle andere reizigers zitten.

“Ik heb zo’n zin in het nietsdoen! Ik ga alleen slapen, zonnen, lezen en uitrusten,”verkondigt Kira en slurpt een oester naar binnen.

“O, en wat heb je de afgelopen maand dan gedaan?” vraag ik geamuseerd.

“Dat was niet echt ontspannen. De vakantie begint nu pas!” zegt ze vastbesloten.

Ik lach, sta op en bestel een glas wijn aan de kassa.

De hemel is diepblauw en het is warm, zelfs bijna heet. De thermometer van onze huurauto geeft een indrukwekkende 32 graden aan. Ik laat me op de stoel vallen en ben ontzettend blij dat ik eindelijk weer in Spanje ben. We blijven ruim zeven weken, tot eind augustus, en gaan aan één stuk door van de zon, de zee en het lekkere eten genieten. De vakanties in ons eigen huis zijn voor mij telkens weer pure ontspanning. Maar als deze vakantie voorbij is, gaat het voor Kira echt beginnen. Dan moet ze pakken en van alles regelen. Twee weken later vertrekken we naar Engeland.

De eerste vakantieweek verloopt precies zoals gepland: lezen, zonnen en nietsdoen. Dan wordt Dirk onrustig, knettert op de scooter rond, ruimt de garage uit en weer in, verft tussendoor nog een muur. Spontaan besluit hij om een sit-on-top kajak te kopen, die hij om te oefenen in het zwembad te water laat. Hij gaat erin zitten en peddelt van de ene kant naar de andere.

“Laten we morgen naar het strand gaan,” roept hij naar me terwijl hij straalt als een kleine jongen.

“Morgen moeten we Clara halen,” antwoordt Kira.

“Maar toch niet de hele dag? We kunnen daarna of daarvoor naar het strand gaan en als het helemaal niet lukt, gaan we gewoon overmorgen.” Dirk geeft niet op.

“Het is goed, ik doe mee,” antwoord ik en ik loop naar de keuken.

Terwijl ik gintonic mix, citroenschijfjes snijd en in de glazen doe, luister ik naar Dirk en Kira.

“Papa, Clara en ik gaan overmorgen naar Ibiza, daarna kan ik pas met je gaan kajakken.”

“Hoezo? Wie heeft dat goedgevonden?” wil hij verrast weten.

“Mama! Maar jij ook.” Kira gaat rechtop zitten, legt haar boek opzij en kijkt Dirk aan. “Je hebt echt gezegd dat het mocht,” moppert ze.

“Ze heeft gelijk,” meng ik me erin en ik geef hem een glas. “Ze blijven vier dagen weg. Maar wij kunnen overmorgen toch samen gaan kajakken?”

Twee dagen later maak ik het me gemakkelijk op het voorste zitje van de kajak, stop mijn mobiel en sleutelbos in de waterdichte doos en probeer de peddel gelijkmatig in het water te laten zakken. Het kajakken is moeilijker dan ik had verwacht. Ik sla bij het omhoogkomen meerdere keren tegen mijn knie, die langzamerhand pijnlijk begint te worden en rode plekken vertoont. We komen heel goed vooruit, en zijn al bij de boei als ik me omdraai en Dirk erop betrap dat hij met zijn armen achter zijn hoofd en zijn ogen dicht ligt te luieren. Wacht maar, denk ik. Ik laat de peddel zakken, probeer er zo veel mogelijk zeewater op te verzamelen en gooi dat met een boog naar achteren. Dirk krimpt geschrokken in elkaar, schreeuwt en begint water terug te gooien. Ik probeer op te staan en me om te draaien, verlies prompt mijn evenwicht, probeer me aan Dirk vast te houden en trek hem mee, waarna we allebei in het water belanden. Proestend en snuivend klimmen we weer in de boot.

“Hé, waar zijn de peddels?” vraag ik en kijk zoekend om me heen.

“Niet hier,” antwoordt hij terwijl hij zijn haar uit zijn gezicht strijkt. “Die zijn waarschijnlijk overboord geslagen.”

“Nee hè! Hoe komen we nu terug?”

“Geen idee,” lacht Dirk en hij haalt zijn schouders op. “Met onze handen denk ik!”

“Wat?”

“Ik zie geen alternatief dan dat we met onze handen roeien.”

Ik kijk hem verbijsterd aan maar begin meteen. Centimeter voor centimeter naderen we het strand. Ik heb het gevoel dat het eeuwen duurt voordat de kajak eindelijk op het droge ligt.

“Heeft Kira eigenlijk nog iets gezegd?” vraagt Dirk me ineens.

We zitten inmiddels bij een strandbar, drinken dorstig een biertje en zijn behoorlijk uitgeput door ons korte avontuur.

“Wat bedoel je?”

“Nou, over Patricks erfenisverhaal.”

“Ze was behoorlijk in de war en kon het allemaal niet goed plaatsen. Ze maakte zich zorgen en wilde weten of Patrick snel zou sterven.”

“En wat heb je gezegd?”

“Dat ik het niet weet, dat hij op sommige dagen een fitte indruk maakt, maar dat er ook periodes zijn waarin alles te zwaar voor hem is. Ik heb echt geen flauw idee, maar wie heeft dat wel?”

“En wilde ze nog meer weten?”

“Ja, heel veel. Hoe Patrick het bedoeld had, of ze de erfenis wel kan accepteren, hoe het verder zou gaan en wat het allemaal voor gevolgen heeft,” antwoord ik en ik bestel nog een biertje.

“Ja en?”

“Als ik aan Patricks actie denk word ik nog steeds razend. Ik snap niet dat hij zo ongelofelijk egoïstisch kon zijn.” Ik neem een slok, veeg met een bierviltje wat zand van de bar en ga verder. “Ik heb Kira verteld wat wij samen hadden besproken de avond na het voorval. Ik heb het hele thema afgezwakt en haar uitgelegd dat het op dit moment helemaal niet nodig is dat ze zich daarover het hoofd breekt. Ik wil niet dat ze zich zorgen maakt. Ze moet nu studeren en van het leven genieten,” zeg ik opnieuw woedend. “Ik heb ook met Viv gepraat, ze was behoorlijk boos op hem, maar vertelde dat hij er niet van af te houden was. Hij wilde, nee, hij moest het absoluut kwijt.”

“Hmm,” zegt Dirk, hij neemt een slok en kijkt me een tijdje aan. “Waar hebben we het eigenlijk over?”

Ik kijk hem verbouwereerd aan.

“Ik bedoel, wat of eigenlijk hoeveel gaat ze van hem erven?”

“Heel veel. Patrick is meervoudig miljonair, hij bezit onroerend goed in Amsterdam en een hotel op Curaçao. En hij heeft een bedrijf, dat zich om deze en waarschijnlijk nog andere objecten bekommert. Maar de complete omvang van zijn vermogen ken ik niet.”

“Heeft Kira je dat niet gevraagd?” wil Dirk nadenkend weten.

“Vreemd genoeg niet.”

We drinken ons bier op en gaan richting huis.

De volgende dagen zijn harmonisch maar saai. Ik kijk hoe Dirk vliegen, bijen en andere insecten met het net uit het zwembad vist, zijn scooter glimmend oppoetst, met de buren kletst, zijn middagdutje doet en tussendoor tevreden naar de televisie kijkt. Hij koopt nieuwe peddels, we ontspannen overdag, proberen ‘s-avonds nieuwe restaurants uit en gedragen ons als een bejaard echtpaar. Mijn voornemen om elke dag te gaan hardlopen blijft een goed voornemen, want ik slaap altijd te lang. Gefrustreerd zwem ik daarom meerdere keren per dag honderd banen en vraag me bijna elk uur af of mijn leven nu voor altijd zo rustig en eentonig blijft. Verschrikkelijk! Prompt dwalen mijn gedachten af naar Tom. Ik stel met tegenzin vast dat ik hem mis. Of is het de prikkel van het verbodene, zijn lach en zijn ongelofelijk erotische uitstraling die ik mis? Ik wil het leven voelen, heb actie nodig, denk ik nors.

“Zo meteen hebben we geen tegels meer,” bromt Dirk vanuit de hangmat als hij ziet dat ik de tuinslang alweer uitrol en de terrastegels met een schrobber bewerk. Ik geef geen antwoord, maar werp hem alleen een dodelijke blik toe en schrob sneller.

Slechtgehumeurd vraag ik me af wat er met me aan de hand is. Eerst was elke activiteit me te veel en nu ik niet meer moe ben, Dirk zich op rust ingesteld heeft en van het heerlijke nietsdoen geniet, ben ik ontevreden, chagrijnig en vooral oneerlijk. Na een halfuur ben ik drijfnat van het zweet, voel een lichte zonnebrand op mijn schouderbladen, spring in het zwembad en ga daarna op mijn ligstoel liggen. Het liefst zou ik nu met Hanna of Vivianne bellen, naar hartenlust roddelen en mijn onterechte frustratie van me af praten. Maar dat gaat niet, omdat Dirk alles zou horen. Dan krijg ik een idee: ik marcheer naar de slaapkamer, verwissel mijn bikini voor een doorzichtige bloes, die ik de wet-T–shirt-look geef, schenk twee glazen ijskoude witte wijn in en ga naar Dirk, die net in het zwembad stapt.

“Wat doe jij nou? Zo kun je toch niet rondlopen, je ziet alles,” stamelt hij als ik in het water voor hem sta en het glas wijn in zijn hand duw.

Ik glimlach verleidelijk en kus hem in plaats van antwoord te geven. Seks in het zwembad!

“Zo, en wat gaan we vandaag doen?” vraag ik Kira als we Dirk en Clara op het vliegveld afgezet hebben.

Nadat Kira en Clara vier dagen op Ibiza hadden gefeest, kwamen ze uitgeput terug. De dagen daarop hebben ze geslapen, rondgehangen en urenlang giechelend gebeld. Gisteren kwam het droevige bericht dat Clara’s oma na een lang ziekbed was overleden. Clara’s moeder had een vlucht geboekt en omdat Dirk toch voor een bespreking naar Amsterdam moest, vliegen ze nu samen terug.

“Nu we hier toch zijn, kunnen we wel gaan shoppen,” stel ik voor en ik sla zonder een antwoord af te wachten meteen af naar het centrum van de stad.

Een halfuur later slenteren we door kleine boetiekjes die, hoewel het augustus is, al wat van de nieuwe wintercollectie tussen de afgeprijsde zomerkleren hebben hangen. Kira en ik zoeken, snuffelen, proberen ijverig van alles aan en kopen ook het een en ander.

“Mag ik je nieuwe Gucci’s aan?” roept Kira. “Ze staan hartstikke goed bij het bruine jurkje dat we net hebben gekocht.”

“Ja, dat weet ik, maar dat jurkje is ook van mij! Waarom trek je niet iets van jezelf aan?” Ik kom met de mascara in mijn hand uit de badkamer, blijf in de deuropening staan en kijk naar Kira. Brutaal nest, denk ik, ze heeft mijn jurk al aan en nu zijn mijn schoenen aan de beurt.

“Je zou het op zijn minst kunnen vragen. Misschien wilde ik het vandaag wel aantrekken,” beklaag ik me.

“Ik vraag het toch net, en bovendien heb je gezegd dat je vanavond voor het eten iets gemakkelijks wilt dragen, een broek of zo. En meestal draag je daar zulke dingen niet bij,” antwoordt ze en ze wijst naar de Gucci’s. Die zijn allesbehalve comfortabel, hebben halsbrekende hakken en riempjes die de kleine teen iets indrukken. Schoenen dus waarop je eigenlijk niet meer dan honderd meter per keer kunt afleggen. Maar ze zien er fantastisch uit.

“Hoe moet dat als je naar Engeland gaat? Zodra je begint met pakken, moet ik een hangslot op mijn kast maken.”

“Geen slecht idee,” lacht Kira.

Ik draai me om en maak me verder op. Vandaag precies over een maand brengen we Kira bepakt en bezakt naar Engeland. Het is heel vreemd, maar sinds een paar dagen zijn de angst, de onzekerheid en het vreemde gevoel dat altijd bij me opkwam zodra ik aan Kira’s studie dacht, verdwenen.

Gisteren kreeg ze een mail met de mededeling in welk gebouw haar kamer was. We hebben gegoogeld en gezien dat haar paradijsje geen eigen badkamer heeft en dat ze vier douches en vier toiletten met tien andere studenten moet delen. Ik trok mijn neus op, maar Kira vindt op dit moment alles wat met de universiteit te maken heeft helemaal te gek.

“Ik zal maar een badjas en slippers meenemen,” verkondigde ze stralend. Ik glimlachte. Kira kon je op het moment ook een tent aanbieden, en dan zou ze nog toehappen.

“Mama, het is al halftien en de taxi is er. Ben je eindelijk klaar?” vraagt ze terwijl ze haar tasje heen en weer zwaait.

We hebben een tafel gereserveerd in ons lievelingsrestaurant. Casa Pepa is een Spaans familierestaurant dat de huidige eigenaar gelukkig heeft gelaten zoals het oorspronkelijk was. Alleen de keuken is gemoderniseerd en een paar jaar geleden heeft hij een van de beste koks uit Madrid naar de Costa Blanca gehaald. Casa Pepa ligt verstopt tussen sinaasappelstruiken, iets meer dan tien kilometer landinwaarts, en is niet ontdekt door de korte broeken en slippers dragende toeristen. Hier ontmoeten mensen in mooie kleding en met verwende smaakpapillen elkaar.

Ik heb een hele tijd voor mijn kleerkast gestaan en nagedacht over wat ik moest aantrekken. Mijn zijden broek, in de stijl van een spijkerbroek, vond ik na een paar minuten al te warm. Dus heb ik vastbesloten maar weer naar het altijd goede zwarte jurkje gegrepen en er zwarte lakpumps bij aangetrokken. Daarop kan ik op het kiezelpad nog enigszins redelijk lopen, Kira daarentegen loopt houterig, als op eieren, naar de ingang van het restaurant. We hebben voor een tafel binnen gekozen, omdat ik bij ons laatste bezoek al heel snel zo ontzettend door de muggen werd geplaagd, dat het eten me niet meer smaakte en ik alleen nog maar naar huis wilde.

In de zomermaanden werkt hier een schare goeduitziende Spanjaarden als ober, die erom vechten Kira te mogen bedienen. Vaak word ik, puur door het geflirt met haar, helemaal vergeten. Alleen als Dirk erbij is, houden ze zich in. Pepe begroet ons hoogstpersoonlijk en loopt voor ons uit. “We hebben vandaag een tafel met uitzicht op de prachtige tuin,” vertelt hij glimlachend, en hij bericht dan trots dat twee dagen geleden alle ramen voorzien zijn van horren, zodat de gasten van de warme lucht kunnen genieten zonder gestoken te worden. Ik knik dankbaar en ga zitten. Zoals altijd bestellen we als aperitief een gintonic. Het is alleen al een genot om te zien hoe het bereid wordt. In een enorm wijnglas worden naar behoefte met een zilveren tang ijsblokjes gelegd, daarna kan de gast uit vier verschillende soorten gin kiezen en ook aangeven tot hoe ver het glas ermee gevuld moet worden. Voordat het geheel met tonic wordt aangevuld, legt de ober een kunstig gesneden limoen in de gin, die als een roomhoorntje over de rand tot de steel van het glas hangt. Voordat de ober het van zijn blad op de tafel zet, roert hij het met zorg om. Kira en ik toosten, drinken en bestuderen de menukaart, die meestal maar uit één menu bestaat, maar dan in veel variaties.

“Wanneer komt papa eigenlijk terug?”

“Dat hangt van de bespreking in Amsterdam af. Misschien vliegt hij nog naar New Orleans. Meer weet ik ook niet, waarom?”

“Nou…” zegt ze aarzelend. “Thomas wil overmorgen voor een paar dagen komen.”

“Maar ik dacht…Je hebt het toch uitgemaakt?” vraag ik verbaasd.

“Ja, dat wel. Maar ik heb hem op Ibiza gezien…”

“Toevallig?”

“Ik weet niet of het zo toevallig was, tenslotte wist hij dat ik in die tijd met Clara daar naartoe wilde.”

“Aha, en toen is de oude liefde weer opgebloeid?” vraag ik.

“Ja, zo kun je het wel noemen,” zegt ze stijfjes.

“En je hebt liever dat papa er niets van weet?”

“Precies.” Ze neemt een grote slok. “We dachten dat het leuk was om nog een of twee dagen naar Ibiza te gaan.”

“Met de veerboot vermoed ik?”

“Ja, hoe anders,” antwoordt ze brutaal.

“Maar waarom kan hij alleen komen als papa er niet is?” vraag ik door.

“Ik heb papa verteld dat het uit is met Thomas en…Ach, ik weet het niet, het is gewoon een vreemd gevoel.”

“Van mij mag hij komen, maar ik vind het belachelijk dat je dat van papa laat afhangen.”

Terwijl ik drink komt de ober en serveert ons de eerste gang van het menu: flinterdun gesneden, rauwe tonijn op een bedje van reepjes gedroogde tomaat en waterkers, besprenkeld met een sesamdressing. Daarbij schenkt hij een droge witte wijn voor ons in.

“Heb je het wijnarrangement bij het menu besteld?” vraagt Kira als haar wijnglas ook wordt gevuld.

“Ja. Als we het doen, doen we het goed. We zijn tenslotte met de taxi en we hoeven niet alles op te drinken,” antwoord ik en ik probeer de wijn. Die is heerlijk koel en fris.

“Nog even over Thomas. Wat was de echte reden dat je het uitgemaakt hebt?” wil ik weten.

Kira kijkt me aan, prikt een stukje tonijn op haar vork, stopt het in haar mond en kauwt in alle rust. “Eerlijk gezegd was het niet alleen omdat ik als single naar de universiteit wil. Toen we op een zaterdagavond bij Jimmy Woo in Amsterdam waren, ben ik halsoverkop verliefd geworden op een andere jongen. Ik heb in een hoek met hem staan zoenen en voelde me hartstikke rot tegenover Thomas. Daarna heb ik het uitgemaakt,” zegt ze en ze eet verder.

“O. Wat heb je tegen Thomas gezegd?”

“Hetzelfde als tegen jou, dat ik als single naar Engeland wil.”

“Dus hij weet helemaal niets van je avontuurtje?”

“Nee, en dat wil ik graag zo houden.”

“Aha, en hoe gaat het nu dan verder? Zijn jullie weer bij elkaar en hoe zit het met die andere jongen?” vraag ik een beetje in de war.

“Thomas en ik hebben een vrije relatie. We kunnen allebei doen wat we willen. En die ander was maar een opwelling. Ik heb nog een paar keer met hem gebeld, hij zag er hartstikke goed uit maar had helaas helemaal geen hersenen.”

“Tja, dat kan gebeuren.” Ik schuif de gintonic weg en kijk naar Kira.

“Mama, kijk niet alsof jou dat nog nooit is overkomen. Ik wil het gewoon niet aan papa uitleggen, dat vind ik pijnlijk.”

“Je hoeft hem toch niet alle details te vertellen? Zeg gewoon dat Thomas weer een beetje in je leven terug is.”

“Denk je dat papa dat goed vindt en niets zal vragen?”

“Dat weet ik bijna zeker, hij is er hemaal niet zo op gebrand om alles over je liefdesleven te weten. De basisinformatie is voldoende voor hem. En hij mag Thomas graag.”

Kira is zichtbaar opgelucht, neemt een grote slok wijn, straalt tegen de schattige ober en SMS’t Thomas. Ik kijk naar haar en vind het heerlijk om te zien hoe ze onbewust flirt. Als volgende gerecht krijgen we lauwwarme groene asperges, die in een saus zwemmen die zo ongelofelijk lekker is, dat je hem het liefst zou oplepelen. Ik ben in de verleiding om het vocht met brood op te deppen, maar doe het niet omdat we nog maar aan het begin van het menu zijn.

“Zo,” zegt ze en ze legt haar mobiel weer op tafel. “Thomas weet het en boekt een vlucht.” Ze neemt een slok water en kijkt me recht in mijn ogen. “Mama, hoe zit het nu met Tom?”

Ik verslik me en begin te hoesten. “Hoezo?”

“Kom op. Er is spanning tussen jullie. Was er meer?”

“Wat bedoel je met ‘was er meer’?” vraag ik ontwijkend.

“Dat weet je heel goed!” roept ze iets harder dan nodig is.

“We hebben geflirt, dat klopt, maar meer niet,” zeg ik en ik word rood. Verdorie, kan ik nog niet eens tegen mijn eigen dochter liegen?

“Je bloost,” zegt ze voordat de ober de volgende gang serveert. Het is zwarte rijst met zeeduivel en kreeft en knapperige broccoli. Ik nip van mijn witte wijn als de ober nieuwe glazen neerzet en vertelt dat bij dit gerecht een iets zwaardere witte wijn uit het wijngebied Valdepensa het best smaakt. Deze keer probeert Kira, keurt hem goed en snoept al van de rijst.

“Nou mama, hoe zit het met jou en Tom? Ik heb zo’n vermoeden…En dat je juist bij die vraag zo rood wordt als een tomaat…Biecht maar op.”

“Nou ja, het was inderdaad een beetje meer dan flirten, maar niet veel meer. Kira, ik kan, wil en ga het je niet precies vertellen. Alleen dat het al heel lang weer voorbij is en…”

“Hoe lang heeft het geduurd?”

“Kira!” zeg ik scherp.

“Toe nou, ik ben gewoon nieuwsgierig en ik vind het spannend.”

“Dat geloof ik graag, maar ik zeg het je toch niet. Wat je nu weet is eigenlijk al te veel.”

“Maak je geen zorgen, ik vertel papa niets. Het heeft me altijd al verbaasd dat je niet af en toe een flirt of meer hebt gehad. Papa vermaakt zich op zijn zakenreizen vast ook wel.”

“Wat?” roep ik en ik stoot mijn glas wijn om.

“Ik heb een paar dagen geleden een reportage over de huwelijken van tegenwoordig gezien. Het ging over trouw, scheiden, vreemdgaan, gewoon de hele relatiechaos, en in dat programma werd gezegd dat bijna de helft van alle huwelijken in een scheiding eindigt. Huwelijken die langer dan tien jaar duren en waarbij een van de echtgenoten in een midlifecrisis komt zijn vooral in gevaar.”

“En dan trek jij gewoon je conclusies?” vraag ik. Ik verbaas me er tegelijkertijd over dat ze niet verder vraagt maar het thema algemener maakt.

“Natuurlijk, de meeste ouders van mijn schoolvrienden zijn gescheiden, zitten midden in een scheiding of hebben in een patchworkgezin. Alleen Billy’s ouders en jullie niet. Tja, en als je dan de statistieken bekijkt, moet er ook bij jullie wel eens iets gebeuren, al is het maar een flirt.”

“Je kunt op basis van statistieken vreemdflirten en vreemdgaan niet rechtvaardigen,” zeg ik overtuigd. Gedraag ik me nu als moraalridder?

“Dat doe ik ook niet, maar je moet toch toegeven dat het blijkbaar nauwelijks nog één stel lukt om elkaar langer dan tien jaar trouw te blijven.”

“Ja, dat klopt. Maar wat is trouw?” antwoord ik. Dus toch een moraalridder! We bespreken hoe je trouw definieert, waarom daar vandaag anders over wordt gedacht dan vroeger, waar de grenzen moeten liggen, wat wel en wat niet kan, en zijn al aan ons dessert toe als we het eens worden: iedereen moet dat voor zichzelf beslissen.

Twee dagen later komt Thomas met de dagelijkse vlucht naar Valencia. Dirk hoefde niet meer naar New Orleans en heeft dezelfde vlucht geboekt. Ik vermoed dat die twee maar één gespreksonderwerp hebben: motoren. Kira loopt onrustig heen en weer, checkt elke twee seconden of ze een SMS heeft, rent naar het terras en kijkt of ze Dirk en Thomas al ziet verschijnen. Ze heeft vanochtend een deel van haar spullen naar het gastenverblijf gebracht en kaarsen, glazen en nog wat spullen geïnstalleerd. Ik was er heel blij mee, want Kira’s kamer ligt naast onze slaapkamer en de muren zijn niet echt geluiddicht.

“Mama, denk je niet dat het zo meteen erg ongemakkelijk wordt?”

“Nee, gedraag je gewoon normaal, en normaal betekent ook dat je Thomas gerust om de hals kunt vliegen…Papa zal er heus geen opmerkingen over maken,” stel ik haar gerust.

“Zo, en slapen die twee nu beneden?” wil Dirk weten als we samen de tafel afruimen. Dirk en ik hebben gebarbecued, terwijl de twee tortelduifjes met Dirks huurauto naar de stad zijn gereden. Ze wilden daar iets eten, een beetje rondslenteren en gewoon lekker met z’n tweeën zijn.

“Inderdaad,” zeg ik tevreden glimlachend en ik loop naar de keuken.