21

Tom tegen Eva Je ruikt lekker…:

Kira tegen Eva

Is Tom geen betere man voor je?

Ik toeter gespannen. En dat terwijl ik een volkomen ontspannen weekend heb gehad. Opgewekt ben ik gisteren met Dirk meegegaan naar zijn rugbywedstrijd en ik heb braaf een uur langs de kant gestaan. De regels zijn me nog steeds niet helemaal duidelijk, maar toen iedereen ineens begon te juichen, heb ik gewoon meegedaan. De overwinning van het eerste spel van het nieuwe seizoen werd met een barbecue en veel bier gevierd. Tegen tien uur zijn Dirk en ik lichtelijk aangeschoten naar huis gelopen, we hebben van de zwoele zomeravond genoten en in de tuin nog een glas wijn gedronken. Nauwelijks lagen we in bed of Dirk begon te snurken. Daar ben ik aan gewend en normaal gesproken val ik toch in slaap, maar afgelopen nacht was het anders. Hoe ik ook draaide en keerde, ik bleef wakker, zelfs de verhuizing naar de logeerkamer hielp niet. Doodmoe zat ik tot de dageraad naar de televisie te staren, ben uiteindelijk op de bank in de woonkamer in slaap gevallen en werd om negen uur volkomen verstijfd wakker van het geluid van mijn telefoon. Het was Hanna, die al een halfuur in haar kantoor op me zit te wachten. Gisteravond belde ze en vertelde ademloos dat actrice Bea van Kutten ‘s middags bij een auto-ongeluk om het leven was gekomen. Hanna had daarop de drukpersen stop laten zetten en een paar bladzijden uit het tijdschrift gehaald. Ze wil razendsnel delen van het interview met bijpassende foto’s in het nieuwe nummer zetten, en dat kan ze niet zonder mij.

“Kun je niet een keer op tijd zijn?” sist ze in de hoorn.

Ik gaf geen antwoord, maar beloofde me te haasten. Dirk had zich eveneens verslapen en stond onder de douche. Kira sliep haar laatste weekend in Nederland bij Thomas en komt ergens in de loop van de dag weer thuis. Ik poets mijn tanden, was me snel en ren naar de kast, op zoek naar iets om aan te trekken. Als ik nauwelijks een halfuur later met mijn auto van de oprit wil rijden, kiept een vrachtauto net een lading zand ervoor. Ik scheld, vloek en staar in het stomverbaasde gezicht van de chauffeur. Het blijkt dat hij zich in het huisnummer heeft vergist, en in plaats van bij nummer dertien bij nummer achttien heeft geleverd. Binnen enkele minuten schept hij zo veel zand weg, dat ik er net langs kan rijden. Maar vandaag heb ik geen geluk, want nauwelijks heb ik deze hindernis overwonnen of ik kan achter de vuilniswagen aansluiten.

“Wat doe jij hier?” vraag ik verbaasd als ik Hanna’s kantoor in storm en Kira daar vind.

“Margret is ziek, de andere meisjes hebben meer dan genoeg te doen en daarom heb ik vanochtend je dochter gevraagd hiernaartoe te komen om me te helpen. Ze is echt goed en kan een heleboel telefoontjes afhandelen. Bovendien zie ik haar dan tenminste nog een keer voordat ze naar Bath vertrekt,” antwoordt Hanna voordat Kira iets kan zeggen.

“Goed, hè?” zegt Kira vrolijk, ze draait zich om en loopt naar de deur. “O ja, Tom komt ook zo,” zegt ze kalm en met een brutaal lachje.

“Prima,” bromt Hanna, die zich over de tekst buigt.

“Is dat een probleem?” vraagt ze als Kira de deur dicht heeft gedaan.

“Nee, ik geloof het tenminste niet. Ik heb sinds ons gesprek geen contact meer met hem gehad,” antwoord ik zelfverzekerd.

“Mooi,” antwoordt Hanna, ze schuift de tekst naar me toe en loopt het kantoor uit.

Meteen na het telefoontje van gisteren heb ik het manuscript van het interview geprint, vluchtig doorgelezen en in mijn tas gestopt. Veel van wat Bea, haar man en de kinderen destijds vertelden, heb ik niet gebruikt. Met een markeerstift in de hand lees ik de tekst door, ik onderstreep bepaalde passages en zet net mijn laptop aan als Tom in de deuropening verschijnt.

“Hallo.” Hij doet de deur dicht en blijft gewoon staan. Tom is helemaal niets veranderd; licht gebruind met een baard van drie dagen kijkt hij me stralend aan met zijn intens groene ogen.

“Hoi,” antwoord ik. “Fijn je te zien!” Ik sta op en loop naar hem toe.

“Je ruikt lekker,” fluistert hij als ik hem ter begroeting de drie gebruikelijke kussen op de wangen geef.

“Jij ook.” We kijken elkaar een moment aan. “We moeten beginnen, het is behoorlijk veel.”

“Wat willen jullie drinken?” roept Kira, die het kantoor binnenstormt en ons belangstellend opneemt.

De uren daarna gaan razendsnel. Als we net voor zes uur bijna klaar zijn, bestellen we pizza en wijn.

“We hebben tien nieuwe bladzijden in elkaar gezet, Hanna kan tevreden zijn. We zijn gewoon een perfect team,” zegt hij trots, hij kijkt me even aan en knipoogt. Daarna richt hij zijn aandacht weer op de lay-out op Hanna’s computer. “Waar is ze eigenlijk?”

“Ze is over een halfuur hier,” antwoordt Kira, die de pizza’s wonder boven wonder al in haar handen heeft. Ze zet alles op Hanna’s vergadertafel en haalt glazen. Mijn dochter heeft de hele dag dapper standgehouden en Margret goed vertegenwoordigd, denk ik trots.

“Het was echt heel leuk,” roept ze enthousiast in de keuken. “Ik ga dit heel erg missen als ik naar de universiteit ben.”

“Wanneer gaat Kira?” vraagt Tom.

“Dit weekend brengen we haar naar Engeland.”

“Op de een of andere manier ben je anders als je met Tom werkt,” zegt Kira nadenkend als we in de auto zitten en naar huis rijden.

“Hoe bedoel je?”

“Veel losser, helemaal ontspannen. Jullie zijn echt een goed team, vullen elkaar aan en lachen om dezelfde dingen. Met papa lach je nooit zo veel.” Ze kijkt me aan.

“En wat wil je daarmee zeggen?”

“Is Tom geen betere man voor je?”

“Je stelt me voor om van je vader te scheiden en met Tom verder door het leven te gaan, alleen omdat ik meer met hem lach?” vraag ik verbaasd.

“Nee, natuurlijk niet. Maar is die gedachte nog nooit bij je opgekomen? Bovendien is er spanning tussen jullie.”

“Kira, je vergelijkt appels met peren. Alleen omdat we vaker met elkaar lachen…”

“Er was meer! Dat heb je zelf gezegd,” onderbreekt ze me.

“Dat klopt, waarbij de nadruk op was ligt. Goed, met je vader lach ik misschien niet zo veel, maar we hebben meer wat ons verbindt. Ik kan me een leven zonder hem niet voorstellen,” zeg ik. Zonder Dirk, nee. Hij is mijn rots in de branding, hij is de man met wie ik het dagelijkse leven aankan, ook al is hij er vaak niet. “Hij is de man die me nooit dingen heeft voorgeschreven,” ga ik verder. “De man die me mijn vrijheid geeft…”

“Dat is geen kunst, hij is tenslotte bijna nooit thuis, hoe zou hij dat moeten doen?” antwoordt Kira brutaal.

Ik negeer de opmerking en praat verder. “Je kunt zo’n lange relatie niet met een flirt vergelijken, lieverd. Met papa was het de eerste jaren ook spannend, grappig, prikkelend, maar het is een illusie dat dat bijna twintig jaar zo blijft. Relaties veranderen in de loop der jaren, net als mensen.”

“Dus dat wil zeggen dat ik, als ik Giorgio in Bath tegenkom en hem fantastisch vind, goed moet nadenken of ik Thomas aan de kant zet?”

“O, gaat het daarom,” mompel ik en denk na over het meest verstandige antwoord. “Je zult er vanzelf achter komen. Als Thomas de ware voor je is, doet Giorgio je niets. Wacht het gewoon af. Op jouw leeftijd moet je daar trouwens je hoofd nog helemaal niet over breken.”

“Ik weet het echt niet, en Thomas vraagt me de hele tijd of hij over twee weken naar Bath kan komen.”

“Wat heb je gezegd?”

“Niets.”