Kira tegen Eva:
Dat is helemaal te gek, dan heb ik een jurk die niemand anders heeft!
Eva:
Hoe groot is de angst voor het lege nest syndroom?
Kira tegen Eva:
Heb jij nog nooit iets met iemand gehad, omdat jehem gewoon leuk vond en de chemie klopte?
Dirk tegen Eva:
Wie was die knul die daarnet uit de auto stapte?
De weken vliegen voorbij. Kira studeert sinds onze terugkeer uit Engeland alleen nog maar, want ze wil absoluut naar Bath.
Tom stuurde me na de week in het Caribische gebied een mail dat hij naar Los Angeles moest en daarna een opdracht voor een reistijdschrift in Midden-Amerika heeft en niet weet wanneer hij terugkomt.
Dirk is weer meer op zakenreis dan thuis. En Hanna is niet degene die Tom op reis heeft gestuurd. Ik kon het niet laten om het haar te vragen.
Het is ergens grappig. De relatie met Tom is verzand en gewoon zonder veel woorden tot een einde gekomen. Als ik dat besef word ik eerst woedend, dan verdrietig en dagen later eigenlijk heel blij. Geen onaangename discussies, geen gedoe! Met een beetje geluk kunnen we straks zonder problemen met elkaar samenwerken en ontspannen met elkaar omgaan.
Inmiddels is het eind maart en Kira’s countdown is allang begonnen. Daarstraks kwam ze naar huis en zei stralend tegen me: “Nog tweeënzeventig dagen, dan heb ik het achter de rug!”
Tweeënzeventig dagen, dan is het tijdperk school afgesloten en wordt mijn baby studente, dan gaat mijn meisje het huis uit!
“Mama?” roept Kira terwijl ze mijn kantoor komt binnenlopen en mijn gezicht ziet. “Huil je?”
“Nee,” antwoord ik. “Nog niet, maar dat gaat vast zo meteen gebeuren.”
“Maar ik ga toch niet naar de andere kant van de wereld,” troost ze me begripvol terwijl ze mijn rug streelt.
“Schatje, trekje er alsjeblieft niets van aan dat ik huil. Ik ben heel blij voor je, ik vind het fantastisch dat je zo’n geweldige meid bent geworden en dat je gaat studeren. Ik wil ook dat je het doet. Maar ik zal er de komende maanden beslist af en toe moeite mee hebben en als dat zo is, dan hoef jij je daar niet druk om te maken.” Ik draai me om en zoek een papieren zakdoekje.
“Hier,” zegt Kira en ze geeft me er een. “Ik weet dat het normaal is en ik weet ook dat je het heel goed vindt en trots op me bent. Dus als je de blues hebt, dan is dat helemaal niet erg. Kom, we gaan lekker koken, drinken samen een glas wijn en maken het gezellig,” zegt ze terwijl ze opstaat.
“Is het al zo laat?”
“Nou ja, het is al zes uur geweest en ik heb honger.” Kira loopt naar de keuken en ik slenter achter haar aan.
“We moeten absoluut over de jurk voor het gala praten,” zegt ze terwijl ze tomaten klein snijdt.
“Dat klopt, maar er zijn nog meer feesten en voor zover ik je ken, wil je verschillende jurken aantrekken en niet elke keer dezelfde,” zeg ik terwijl ik peper op de steaks strooi.
“Hm, dat moet ook wel, want het loopt uiteen van het examengala tot een ongedwongen cocktailparty.”
“Hoeveel feesten hebben jullie in totaal?” vraag ik, maar ik wacht niet op haar antwoord. “Pak een vel papier en schrijf op welk feest welke dresscode heeft.”
“Goed idee,” roept ze, ze laat de tomaten voor wat ze zijn en denkt hardop na: “Voor het slotbal heb ik in elk geval een lange jurk nodig, dan hebben we nog een aantal voorfeesten en die zijn heel verschillend…”
“In welk opzicht?”
“We hebben een cocktailparty in een kasteel die door een paar ouders wordt georganiseerd en twee of drie feesten die wij zelf regelen en waarvoor ik geen extra kleren nodig heb. Maar ik heb ook nog de diploma-uitreiking. Daarvoor heb ik een chic kort jurkje nodig.”
“Als ik het goed inschat hebben we het dus over drie of vier verschillende outfits. Dat gaat weer wat kosten,” mompel ik zachtjes.
“Eigenlijk is alleen de jurk voor het afscheidsbal belangrijk, die moet echt bijzonder zijn. De andere kunnen gewone jurkjes zijn,” zegt ze overtuigd. “Maar waar kunnen we een avondjurk kopen?” Kira fronst haar voorhoofd.
“Hanna heeft me het telefoonnummer gegeven van een kledingontwerper. Het enige waarover je moet nadenken, is hoe je jurk eruitziet. Ik zal hem morgen bellen en een afspraak maken, want ik denk dat hij wel twee maanden nodig heeft,” zeg ik terwijl ik kruidenboter op een baguette smeer.
“Dat is helemaal te gek, dan heb ik een jurk die niemand anders heeft,” roept ze enthousiast, ze springt op, rent om de tafel heen en omhelst me zo stormachtig dat de baguette bijna in de gootsteen valt.
“Wat is het voor iemand?” wil Kira weten. We rijden naar Martijn in Amsterdam. Hij is de designer die Hanna me zo warm heeft aanbevolen.
“Geen idee, ik ken hem niet,” antwoord ik terwijl ik recht voor zijn deur parkeer.
Ik bel aan.
“Kom maar naar boven,” roept Martijn door de intercom.
Kira en ik lopen de steile, met rood tapijt beklede trap op, doen de glazen deur open en betreden zijn rijk. Martijn is lang, heeft lichtblond haar en bruine ogen. Ik gok erop dat hij zijn dertigste verjaardag net achter de rug heeft. Zijn vrouw is beeldschoon. Hanna heeft me verteld dat ze een ex-model is.
“Het spijt me, maar ik moet de kinderen van school halen,” zegt ze en ze zweeft elfachtig de trap af.
Ik kijk haar jaloers na.
“Zo, daar zijn jullie dan,” begroet Martijn ons.
“Ja. Hanna is vol lof over je en ze vindt dat alleen jij de jurk voor het eindgala van haar petekind mag maken.” Zo, ik heb genoeg geslijmd om hem in de juiste stemming te brengen.
“Wat voor jurk wil je hebben?” vraagt Martijn.
“Lang, met een mooi, maar niet te diep decolleté…” Kira vertelt uitgebreid en heeft zelfs een paar foto’s uit tijdschriften meegenomen. Ik luister geïnteresseerd. Het verbaast me dat ze haar droom-jurk zo duidelijk voor ogen heeft en ik zie dat Martijn plezier in het ontwerp begint te krijgen.
“Goed, dan moet ik nu je maten opnemen,” zegt hij. Hij haalt een meetlint, meet en schrijft alles netjes op de schets die hij aan de hand van Kira’s beschrijving heeft gemaakt. Daarna kijkt hij ons verwachtingsvol aan.
“Aan wat voor stof hadden jullie gedacht? Eén laag of twee lagen? En welke kleur moet het worden?” vraagt hij en hij legt stalen voor ons neer. “Jullie kunnen de stalen het weekend meenemen en rustig bekijken, maar maandag heb ik ze weer nodig.”
“Of zullen we liever blauw nemen?” twijfelt Kira als ze de stalen bekijkt. Martijn heeft ons op ons verzoek niet alleen blauwe, maar ook bruine, grijze en groene stalen meegegeven. Dat maakt het niet gemakkelijker.
“Alle vier de kleuren passen fantastisch bij je haren. Maar ik vind bruin en groen eigenlijk winterkleuren, terwijl grijs en blauw ook geschikt zijn voor de zomer,” antwoord ik. “Als je wilt, kunnen we er vanavond een rustige avond van maken en alles uitproberen.”
“Dat gaat helaas niet. Ik heb met Billy afgesproken, we gaan uit in Amsterdam.”
“Slaap je bij haar?” wil ik weten.
“Nee, ze moet ‘s-ochtends heel vroeg opstaan en ik wil uitslapen. Ik kom naar huis,” zegt ze en ze stopt de dopjes van haar iPod in haar oren.
“Hoe laat heb je afgesproken? Zullen we eerst iets gaan eten?” vraag ik als op de radio de filemeldingen worden voorgelezen.
“Wat?”roept Kira.
“Ja, goed idee,” antwoordt ze als ik mijn vraag heb herhaald.
In plaats van de snelweg op te rijden, draai ik en rijd ik naar Vis aan de Schelde op het Scheldeplein. Met een beetje geluk hebben ze op dit tijdstip nog een tafel vrij en kunnen we van een heerlijke maaltijd genieten terwijl half Nederland zich op de snelweg staat te verbijten. Tien minuten later zitten we aan een tafeltje voor twee bij het raam, drinken ijskoude Chablis en bekijken de stalen.
“Of zal ik een witte jurk nemen?” vraagt Kira plotseling.
“Nee, dan zie je eruit als een bruid, dat is stom.”
“Mam, wit is deze zomer megahip, je hebt er soms echt helemaal geen verstand van!”
“Dat klopt, en daarom zit jij ook één keer per week bij Hanna op de redactie. Maar als het hip is, draagt iedereen het en zien jullie er allemaal uit als minibruidjes of te oude communiekinderen. Ik weet het niet. Neem maar liever een andere kleur,” zeg ik. Ik heb mijn oog laten vallen op een van de grijze tinten.
“Ik geloof niet dat er veel voor wit zullen kiezen, maar er zit wat in. Nou goed, laten we eens kijken.”
Ze bladert en kijkt tot onze voorgerechten komen. We delen een caesarsalade, krijgen daarna een schaal sashimi en als hoofdgerecht allebei een halve kreeft op Aziatische wijze bereid. Als we even na acht uur weer op de snelweg rijden, zijn alle files gelukkig opgelost.
“Kun je me om tien uur naar het station in Leiden brengen?” vraagt Kira als we thuiskomen.
“Leiden?”
“Ja, daar hebben we afgesproken en dan gaan we samen met de trein naar Amsterdam,” vertelt ze, ze gaat zich omkleden en opmaken.
“Bel me als er iets is,” zeg ik als ik haar in Leiden afzet.
“Hoe moet dat als ik in Engeland ben?” vraagt ze.
“Geen idee. Maar nu ben je hier en nog geen achttien,” antwoord ik streng. “Veel plezier!” roep ik haar nog na en ik rijd weer naar huis.
“Mijn vliegtuig heeft vertraging,” zegt Dirk, die woensdag vanwege een groot project naar Amerika is gevlogen en daar een adviessessie bij een bouwbedrijf heeft. “Ik weet nog niet precies wanneer ik hier vertrek, maar ik land beslist niet voor morgenochtend tien uur. Je kunt dus uitslapen. Ik SMS je zodra ik meer weet,” roept hij in de telefoon. “De verbinding is heel slecht en ik hang nu op, want ik hoor je nauwelijks.”
“Goed,” roep ik terug, maar ik hoor alleen nog tuuttuuttuut.
Met een glas wijn in mijn hand ga ik naar mijn kantoor, ik check mijn mails en begin aan de verwerking van een enquête met de titel: “Hoe groot is de angst voor het legenestsyndroom en wat gebeurt er als de kinderen uit huis gaan?” Hanna heeft me er een paar dagen geleden over gebeld. De basis is een Amerikaanse enquête, waaruit blijkt dat veel stellen het heerlijk vinden als de kinderen uit huis zijn. Vooral werkende vrouwen hebben dan meer tijd voor zichzelf en hun partner en hebben helemaal geen last van het lege-nest-syndroom.
“Ik weet niemand in mijn redactie die dat onderwerp beter kan behandelen dan jij,” zei ze.
“Begin je alweer? Eerst die column die ik heb geweigerd en nu dit weer. Waarom, Hanna?” vraag ik geïrriteerd.
“Heel eenvoudig, omdat jij Kira hebt opgevoed, zelf vol in het leven staat, terechte angsten en zorgen hebt, maar in staat bent die te controleren. Ik wil gewoon dat je daarover schrijft. De tijd is er meer dan rijp voor, tenslotte staat de babyboomgeneratie op het punt haar kinderen in het leven los te laten. Ik vind dat nog steeds te veel ouders bang zijn als de kinderen de deur uit gaan. En dat is absolute onzin.”
“Maar Kira is helemaal nog niet weg.”
“Dat maakt niet uit, want jij maakt je op dit moment ook los, niet alleen Kira.”
“En hoe wil je het artikel hebben?” Ik had me al bij mijn lot neergelegd.
“Dat kan me niet schelen, schrijf vanuit je eigen gevoel, interview een paar andere moeders – de hoofdzaak is dat het authentiek is.”
Ik heb met verschillende moeders gepraat en het resultaat was duidelijk. Vrouwen die werken en een goede relatie hebben, ondervinden bijna helemaal geen problemen; ze hebben het gevoel dat ze moeten wennen maar vinden het geen probleem als de kinderen uitvliegen. Het ziet er anders uit voor het type vrouw dat sinds de geboorte niets anders heeft gedaan dan zich om de kinderen bekommeren. Ook vrouwen die hun kinderen alleen opvoeden hebben het emotioneel moeilijker, omdat ze zich heel erg alleen voelen als hun kinderen het huis uit zijn. Heel logisch, vat ik samen.
Voordat ik begin met schrijven lees ik alle gespreksnotities en het Amerikaanse artikel nog een keer door. De tijd vliegt en ik heb al drie bladzijden dicht beschreven als mijn mobiel aankondigt dat ik een SMS heb. Het is van Dirk. Zijn vliegtuig landt om twee uur ‘s middags en hij vraagt of ik hem kom halen. Ik SMS kort terug en haal een nieuw glas witte wijn. Terwijl ik eraan nip, lees ik mijn tekst door en ik ben tevreden. Het is me gelukt om precies de juiste persoonlijke⁄informatieve combinatie te vinden. Ik zet de computer uit en ga slapen.
“Kira, slaap je nog?” vraag ik als ik voor haar deur sta.
Ik heb haar ergens in de ochtendschemering horen thuiskomen, de trappen op horen lopen en bellen, want ze giechelde. Het is merkwaardig stil in haar kamer, hoewel ik daarnet toch duidelijk voetstappen heb gehoord. Ik klop zachtjes aan en doe de deur voorzichtig open. “Kira?” vraag ik onzeker. Ik zie iets bewegen.
“Mama, wat, eh, wat doe jij hier?” vraagt Kira, ze gaat met een ruk overeind zitten, waardoor niet alleen haar naakte borsten zichtbaar worden, maar ook de donkere verwarde haardos van het mannelijke wezen dat naast haar ligt.
“Oeps, ik geloof dat je me iets uit te leggen hebt,” zeg ik verrast glimlachend. “Ik zie je zo meteen beneden.” Ik ga naar de keuken en zet thee. Zo, denk ik, het is zo ver. Mijn dochter heeft seks. Niet onverwacht, maar wel iets waaraan ik moet wennen.
Opgelucht besef ik dat het pas elf uur is en dat Dirk nog lang niet landt.
“Eh, ja, hoe moet ik het zeggen,” praat Kira eromheen als ze in een T–shirt en boxershort de keuken inkomt. Haar mascara is uitgelopen, ze heeft vuurrode lippen, beslist van het zoenen, en een lachje rond haar mond.
“Nou ja, uitleggen hoeft niet, ik weet heel goed hoe dat gaat. Maar wie is het?” vraag ik terwijl ik een glimlach onderdruk.
“Ben je niet boos?” vraagt ze verbaasd.
“Nee, waarom zou ik? Je bent zeventien en ik heb liever dat je hem mee naar huis neemt. Is hij je vriend?” vraag ik nieuwsgierig.
“Vriend? Ja, hij is in een bepaald opzicht mijn vriend, maar niet zoals jij denkt. Ik heb niets met hem,” zegt ze en ze kijkt me afwachtend aan.
“En waarom is hij dan hier?”
“Jee, mam, heb jij nog nooit iets met iemand gehad omdat je hem gewoon leuk vond en de chemie klopte?”
“Tja…maar met zeventien…?” Ik schenk thee in een kopje.
“Jullie gebruiken toch wel condooms?”
“Ja, natuurlijk. Wat denk jij dan? En nu alsjeblieft geen preek over bescherming en ziekten. Dat is er jaren geleden op school al in gehamerd.”
“Hoe lang ken je hem al?” vraag ik ongerust. Hoe gaan meisjes tegenwoordig om met het uitkiezen van hun bedpartners?
“We kennen elkaar al lang, meer dan twee jaar, en ik mag Thomas heel graag, maar ik ben niet tot over mijn oren verliefd.”
“Moet je dat bij de eerste keer niet zijn?”
“Het is niet de eerste keer en hij is niet de eerste,” zegt ze.
“O,” antwoord ik verbaasd.
“Wat bedoel je daarmee?”
“Niets, ik ben alleen…Hemel Kira, ik ben verbijsterd. Ik dacht altijd dat je het zou vertellen, en ook dat ik het zou merken. Ik sta gewoon perplex,” zeg ik harder dan ik wil.
“Maak er alsjeblieft geen drama van, mam. Hij is de tweede en de eerste keer was ik verliefd, maar nadat we met elkaar naar bed waren geweest, werd hij ineens heel bezitterig, en toen was mijn verliefdheid voorbij.”
“En wie was dat?”
“Michiel,” antwoordt ze kort.
“Michiel? De Michiel die ook mee naar Peru was, met wie je zo vaak bent uitgegaan, die bij jullie groep hoort en die met oudjaar ook op Ibiza was?”
“Ja, en kijk nu niet zo verbaasd.” Kira glimlacht en neemt een slok thee. “Voordat we trouwens uren blijven praten…Ik geloof dat ik weer naar boven moet gaan. Heb je voor Thomas ook een kop thee?”
“Hmm…” Ik schenk een kop in en geef hem aan haar. “Je moet tegen Thomas zeggen dat het beter is als hij op zijn laatst om halfdrie uit huis is, dan komt je vader namelijk thuis en ik geloof niet dat hij hetzelfde reageert als ik.”
“Daar heb je waarschijnlijk gelijk in,” zegt ze en loopt weg. “O ja,” ze steekt haar hoofd om de deur. “Je bent echt de beste moeder ooit!”
“Ja ja, ga maar naar boven.” Hoe moet ik het Dirk vertellen?
Ik loop naar boven, trek mijn joggingkleren aan en ben tien minuten later onderweg. De lucht is heerlijk warm, helemaal zoals eind maart moet zijn. Na iets meer dan drie kwartier ben ik bezweet en buiten adem weer thuis. Het wordt tijd om weer dagelijks mijn rondje te lopen, besluit ik en doe de deur open. Het mannelijke wezen met het donkere haar dat ik eerder in Kira’s bed heb gezien, staat nu aangekleed voor me. Hij is groot, in elk geval groter dan Dirk, heeft knalblauwe ogen, een driedagenbaard, brede schouders en hij is zeer waarschijnlijk geen zeventien meer.
“Goedemorgen mevrouw Bertel. Ik ben Thomas. Bedankt voor de thee,” zegt hij een beetje verlegen, maar hij lacht zo lief dat ik hem meteen in mijn hart sluit.
“Je mag gerust Eva zeggen, dat is geen probleem, en ik zal jullie niet storen, ik ga eerst maar eens douchen,” zeg ik en ga glimlachend naar boven.
“Mama, kunnen we Thomas meenemen naar Schiphol als we papa afhalen? Hij heeft zijn auto in Amsterdam laten staan en moet hem op de een of andere manier weer ophalen,” roept ze me achterna.
“Cool,” antwoord ik en schrik meteen. “Eh, ik bedoel, natuurlijk, dat kan.”
Wat was dat daarnet: cool? Ik zet de douche aan, eerst koud, dan warm en dan weer koud. Een halfuur later loop ik aangekleed en opgemaakt de trap af. Het wordt tijd om Dirk van het vliegveld te halen.
“Vooruit, we gaan,” spoor ik ze aan en ik stop nog snel een lepel heerlijke zelfgemaakte vruchtenyoghurt in mijn mond. “Laat alles staan, ik heb me in de tijd vergist,” roep ik een beetje jachtig en ik trek mijn jas aan.
Kira en Thomas zijn al eerder dan ik buiten, gaan achterin zitten en houden elkaars hand vast. Ha! Hoezo niet verliefd?
“Wie was dat?” wil Dirk meteen weten als hij in de auto stapt.
“Wat bedoel je?” vraag ik nadrukkelijk nonchalant en ik draai tegelijkertijd de contactsleutel om, hoewel de motor nog loopt. Het maakt een onaangenaam geluid.
“Eva! De motor loopt nog!” roept Dirk terwijl hij me argwanend aankijkt. “Die vent die daarnet uit mijn auto is gestapt.”
“O, dat was Thomas, een vriend van Kira.”
“En waarom hebben jullie hem mee hiernaartoe genomen?”
Verdomme! Waarom vraagt hij ineens zo veel?
“Hij heeft zijn auto in Amsterdam laten staan en moet daar op de een of andere manier weer zien te komen.”
“En waarom rijdt hij met jullie mee?”
“Waarom niet? Hij heeft bij ons geslapen en moet nu terug. Ik kan hem toch moeilijk met de bus laten gaan en ik moest toch naar Schiphol.”
Dirk wil iets zeggen, maar doet het niet. In plaats daarvan draait hij zich om naar Kira, kijkt naar haar en richt daarna zijn aandacht weer op mij.
“Begrijp ik dat goed?”
“Ik denk het wel,” zeg ik.
In de achteruitkijkspiegel zie ik hoe Kira tevreden naar me glimlacht.
“Heeft onze dochter soms al seks?” vraagt Dirk me zodra we in de keuken staan. Kira is de confrontatie uit de weg gegaan en heeft zich op haar kamer teruggetrokken.
“Ja, blijkbaar wel. Dat is voor mij ook nieuw, maar ze is een heel normaal meisje van zeventien jaar en dan heb je nu eenmaal seks, ook al weten wij dat niet,” antwoord ik en verbijt een glimlach.
“Ik vind het te jong,” verkondigt Dirk terwijl hij een kop koffie zet.
“Denk er eens over na hoe oud jij was. Je moeder heeft me een keer verteld dat je al op je zestiende meisjes op je kamer hebt verleid en dat ze daar alleen achter is gekomen omdat ze een aangebroken verpakking condooms had gevonden.”
“Dat is iets…”
“Zeg nu niet dat dat iets anders is,” onderbreek ik hem. “Kira gaat over een paar maanden naar de universiteit en wordt dan achttien, wat wil je nou?”
“Hmm,” moppert hij. “Toch vind ik het te jong.”
“Rustig maar, dat vinden alle vaders,” antwoord ik lachend en ik ben blij dat ik hem niets heb verteld over het sekslijngedoe. Misschien doe ik dat ooit nog. Dirk drinkt in gedachten verzonken zijn koffie en streelt Garfield. Ik ben opgelucht dat hij zo ontspannen heeft gereageerd en het accepteert. Een paar jaar geleden heeft hij half voor de grap, half serieus aangekondigd dat hij de jongen die Kira mee naar huis zou nemen heel precies onder de loep zou houden. “Ik heb al een vragenlijst opgesteld,” grapte hij.
Kira was geschokt, hoewel ik tegen haar zei dat Dirk haar in de maling nam.
Dirk maakt gewoon een gelukkige en tevreden indruk. Ik vind het fijn om met hem getrouwd te zijn. Dat de verhouding met Tom voorbij is, is goed, maar ik heb er ook geen spijt van. Hij heeft me precies op het juiste moment gegeven wat ik nodig had: bevestiging, maar ook de overtuiging dat ik Dirk niet wil missen. We zullen eraan moeten wennen dat Kira uit huis is en ons meer op onszelf moeten concentreren. Maar na Tom weet ik zekerder dan ooit dat we bij elkaar horen en ook bij elkaar zullen blijven.
“Wil je een glas wijn?” vraag ik hem.
“Nu al?”
“Ja.” Ik doe de open haard aan en daar horen naar mijn mening een glas rode wijn en een paar lekkere hapjes bij.
“Hmm…” Hij loopt naar me toe, slaat zijn armen om me heen en tilt me op. “Gaat Kira vanavond nog weg?”
“Nee, helaas niet,” antwoord ik en ik lach hees. “Ze is moe en wil een relaxte zondag thuis.”
“Jammer.” Dirk kust me. “Dan blijft het waarschijnlijk bij een glas wijn, de open haard en een goede film.” Hij zet me weer op de grond en lacht. “Als het maar geen stomme vrouwenfilm is,” roept hij terwijl hij de houtblokken in de open haard stapelt.
Ik geef geen antwoord, maar ontkurk de wijn in de keuken.
Kira draait voor de spiegel en beoordeelt hoe de jurk valt. We zijn al bijna een uur bij Martijn. Hij heeft het model geknipt, genaaid en is nu zo ver dat Kira het kan passen. We kunnen nog steeds nieuwe dingen bedenken, maar zodra Martijn met de echte stof gaat werken, wordt een verandering heel duur. Kira heeft na lang wikken en wegen voor een zachtbruine kleur gekozen. Daaroverheen komt een tweede laag transparante stof met een goudglittereffect, die de jurk volgens Martijn heel feestelijk maakt.
“Kan het rugdecolleté iets lager en de split een stukje hoger?” vraagt Kira.
“Natuurlijk,” antwoordt Martijn, hij pakt de schaar en knipt de stof zo ver uit dat de bilaanzet bijna zichtbaar wordt.
Ik frons mijn voorhoofd, kijk sceptisch en weet zeker dat er maar twee kleine repen stof overblijven als hij zo doorgaat.
“Kijk niet zo, mam. Het ziet er fantastisch uit en helemaal niet ordinair,” zegt Kira vleiend.
“Nee, ordinair wordt het niet, maar wel heel sexy,” is Martijn het met haar eens. “Maar dat willen jullie toch?”
Ik knik.
We maken een afspraak voor over tien dagen om nog een keer te passen. Kira’s feest is in de laatste week van mei, wat betekent dat Martijn nog drie weken heeft.
“Nemen jullie volgende keer de schoenen mee?” zegt hij als we op het punt staan om weg te gaan.
“Ja,” zeg ik automatisch en ik zoek mijn mobiel, die weer eens gaat.
“Mama, die moeten we nog kopen,” fluistert Kira.
“We kunnen nu meteen schoenen gaan kopen,” stel ik voor terwijl we in de auto stappen.
“Hier is een parkeerplaats,” roept Kira als ik langzaam door de Cornelius Schuytstraat rijd. Ons doel is een van de bekendste schoenenwinkels hier. Kira probeert bruine, zwarte, gouden en met stras bezette sandaaltjes met torenhoge hakken. Haar keuze valt op een paar dat weliswaar geen duizelingwekkend hoge hakken heeft, maar wel een duizelingwekkend hoge prijs.
“Deze zijn echt super, mama,” bedelt Kira als ze ziet dat ik aarzel. “En ik heb toch maar één keer in mijn leven eindexamengala?” smeekt ze.
“Dat mag ik hopen,” zeg ik droog. Ik moet eerlijk toegeven dat deze schoentjes van Alexander McQueen het hart van elke vrouw harder laten slaan. Ze zijn elegant en hebben klasse. Het bruine suède is precies dezelfde kleur als Kira’s jurk. De sandaaltjes hebben een suède rozet en riempjes die om de enkels sluiten, zodat de voet voldoende houvast heeft.
“Weet je wat,” zeg ik als we de schoenen hebben gekocht en naar de auto lopen. “Laten we naar het Leidseplein rijden en in de kleine boetiekjes in de buurt naar een passende outfit voor je andere feesten kijken. Misschien hebben we geluk en vinden we iets, en dan is het onderwerp kleren voor alle festiviteiten eindelijk afgesloten.”
“Graag,” antwoordt Kira verbaasd.
De kofferbak van mijn auto is afgeladen met tassen en tasjes. We hadden geluk en vonden bij Raak alles wat ons hartje begeert en hebben mijn creditcard laten gloeien. Kira heeft niet alleen een schattig, zwart kort jurkje gevonden, maar ook twee vrolijke zomerjurkjes. Daarbij een paar feestelijke zwarte pumps met open neus en strik en middelbruine suède laarzen met franje. Ik heb voor mezelf twee zwarte jurkjes en een witte bloes gekocht.
“We moeten alles uitladen voordat papa thuiskomt,” zeg ik als we onze oprit op rijden. Afhankelijk van het humeur van mijn echtgenoot kan het gebeuren dat hij bij de aanblik van een flinke hoeveelheid winkeltassen een principediscussie begint. De noodzaak om meerdere zwarte jurkjes te bezitten ontgaat hem helemaal, zoals voor de meeste mannen geldt. Dus laat ik de nieuwe aankopen in de kleerkast verdwijnen om ze over een gepaste tijd aan te trekken en te beweren dat ik het al héél lang heb. Wat tijd betreft klopt dat meestal ook. Dirk kijkt me dan altijd weifelend aan en zijn mondhoeken vertrekken in een spottende grijns, maar hij onthoudt zich van commentaar. We hebben alles net opgeborgen als Dirk luidruchtig komt aanknetteren op zijn motor. Hij is in een uitstekend humeur, het weer is eindelijk goed genoeg om motor te rijden en we gaan vanavond in zijn favoriete restaurant eten. Dirks smaakpapillen verlangen naar de Thaise keuken. Ik heb een paar keer geprobeerd recepten na te koken, maar dat is jammerlijk mislukt en ik heb het inmiddels opgegeven.
“Voor hoe laat hebben we gereserveerd?” wil hij weten en hij zoent me verbazingwekkend hartstochtelijk.
“Acht uur,” antwoord ik ademloos.
“Wat is er met jullie aan de hand? Lente in de bol?” vraagt Kira geamuseerd als ze ons in de keuken verrast.
We lachen.
“Ik ga douchen.” Dirk laat me los en loopt de trap op.
“Wat doe jij vanavond?” vraag ik aan Kira, terwijl ik een glas cola inschenk.
“Ik heb afgesproken met Thomas. We gaan in Noordwijk uit.”
“O,” zeg ik terwijl ik een glimlach verberg. Niet verliefd, ja ja…
“Hij mag hier toch wel slapen? En wil jij dat tegen papa zeggen?” vraagt ze voorzichtig.
“Ik heb er geen probleem mee dat Thomas hier slaapt, maar je moet het zelf tegen je vader zeggen, of liever gezegd, het aan hem vragen,” antwoord ik terwijl ik naar haar kijk.
“Mama, dat kun jij veel beter. Alsjeblieieieieft!”
“Nee, Kira, dat is echt jouw ding. Hij bijt je hoofd er heus niet af, tenslotte is hij ooit ook jong geweest…”
“Ha, dat is minstens duizend jaar geleden!” roept Kira oneerbiedig.
Ik kijk haar waarschuwend aan.
“Nou goed, misschien moet ik het iets anders zeggen,” grijnst ze en ze loopt naar boven.
“Papa?” hoor ik haar schetteren.
Ik loop zachtjes naar de gang en probeer te luisteren, maar dat lukt niet omdat Dirk de douche al heeft aangezet. Jammer, denk ik. Ik had het gesprek tussen die twee graag willen horen.
Het is weliswaar nog een beetje fris voor begin mei, maar Dirk en ik zijn van plan naar het restaurant te lopen. Ik heb mijn pumps in een tas gedaan en ben in mijn Uggs geglipt. Ik loop graag, maar dan wel comfortabel en warm. Ik wil net de voordeur opendoen als er wordt gebeld. Ik doe de poort open en wacht, maar in plaats van een auto zie ik een sonoor brommende, tot hoogglans gepoetste motor de oprit oprijden.
“Wie komt daar nu aan?” roept Dirk uit de keuken.
“Ik denk Thomas!”
Binnen een nanoseconde staat mijn man naast me, hij kijkt gespannen naar buiten en gaat zonder nog een woord te zeggen naar Thomas toe. Ik zie hoe ze een hele tijd met elkaar praten.
“Thomas is geaccepteerd,” roep ik naar Kira, die in de badkamer is en daar met de krultang worstelt.
“Wat?”
“Kijk maar eens naar buiten,” antwoord ik en haal mijn tas.
“Dat is nog eens een leuke knul,” stelt Dirk vast als we bijna een halfuur later langs het strand naar het restaurant wandelen.
Ik sla mijn kraag op omdat de plotseling opgekomen wind behoorlijk koud is.
“We hebben een heel goed gesprek gehad,” wijdt Dirk verder uit. “Dat is een verstandige jongen.”
“Dirk, alsjeblieft. Je hebt alleen met hem over motoren gepraat. En als ik niet had gezegd dat we weg moesten, stonden jullie daar nu nog en hadden Kira en ik een boterham moeten smeren.”
Dirk kijkt me van opzij ongelovig aan.
“Oké, dan waren we alleen uit eten gegaan,” geef ik lachend toe.
“Ja, jammer eigenlijk. Ik had hem graag mijn twee motoren laten zien.”
“Het was donker en hij is verliefd op je dochter, je motoren komen bij hem beslist op de tweede plaats.”
“In mijn garage is het niet donker.” Dirk droomt ervan om met mannen over stoere tweewielers te bomen.
Ik lach stiekem, ben blij dat Dirk Thomas aardig vindt en geef hem rillend een arm.
Terwijl ik mijn pikante pomelosalade eet, lepelt Dirk luidruchtig zijn pittige garnalensoep met citroengras naar binnen en vertelt enthousiast over de opdracht in de Verenigde Staten. Over een tot twee jaar gaat de bouw van de wolkenkrabber echt van start en dan moet Dirk voor langere tijd in New Orleans blijven.
“Maar dan kun jij mee,” zegt hij. Hij neemt een slok.
“Ja,” antwoord ik. Kira zal me op dat tijdstip waarschijnlijk nauwelijks nog nodig hebben, ze is over twee jaar al in haar derde studiejaar en bezoekt haar ouders waarschijnlijk veel liever in het bruisende New Orleans dan het burgerlijke Noordwijk. Een paar weken met Dirk in New Orleans klinkt heel verleidelijk.
“Ja, graag. Dat is een goed idee! Hoe lang moet je daar blijven?”
“Waarschijnlijk langer dan twee jaar in cyclussen van drie tot vier weken.”
“O,” zeg ik ontnuchterd. “Vier weken lang sightseeing, shoppen en niet werken.”
“Je kunt toch heen en weer vliegen,” antwoordt hij, en hij voegt er meteen aan toe dat de opdrachtgever een luchtvaartmaatschappij is.
Maar hoe kom ik de tijd door? Ik ken mezelf maar al te goed. Een dag sightseeing met een reisleider en een dag shoppen, daarna verveel ik me en wil ik werken. Bovendien heb ik Hanna een paar dagen geleden verteld dat ik vanaf oktober meer kan en wil werken. Ik pieker nog een beetje terwijl Dirk tot in detail uitweidt over de technische facetten van de opdracht.
“Hoe denk je dat het Kira in Engeland zal vergaan?” verandert hij ineens van onderwerp. Hij heeft eend in tamarindesaus besteld, ik tonijn met mango, en zoals gewoonlijk ziet zijn gerecht er smakelijker uit.
“O, ze zal zich behoorlijk verbazen over het echte leven,” antwoord ik terwijl ik de mango over het bord heen en weer schuif.
Kira heeft een eeuwigheid geleden onze werkster Wiebke zo ver gekregen dat ze braaf om de week haar complete kleerkast opruimde. Toevallig ben ik daar pasgeleden achter gekomen. Ik heb eerst mijn werkster en daarna mijn dochter onder handen genomen en de laatste ertoe veroordeeld zelf haar troep op te ruimen. “Ze moet alles zelf doen – wassen, boodschappen doen, koken, alles opruimen – en afwasmachines zijn er in de keukens op de campus beslist niet. Dat wordt de eerste weken een enorme chaos,” ga ik verder.
“En ga jij dan net als je moeder één keer per week een werkster regelen?” Dirk kijkt me waarschuwend aan.
“Nee, het was trouwens Hanna’s moeder die haar parel bij ons langs stuurde. Je zult het niet geloven, maar Kira wil niet dat ik iets regel. Ze wil alles alleen doen.”
“Dat is goed,” antwoordt Dirk tevreden en hij stopt genietend het laatste stukje eend in zijn mond.
Terwijl we de fles wijn langzaam leegdrinken, giechelen we over onze eigen schanddaden op de universiteit en aanvaarden lichtelijk aangeschoten de terugweg.
“Trouwens,” zegt Dirk ineens ernstig, “mijn moeder is vlak voor Kira’s eindgala van haar wereldreis terug.”
Ik kijk hem geamuseerd aan.
“Ja,” gaat hij verder. “Australië en Nieuw-Zeeland zijn zo ver verkend, dat ze weer naar huis wil komen. Ze landt een paar dagen voor Kira’s eindexamenbal, maar ze zou jou nog bellen en mailen omdat je Wiebke langs moet sturen.”
“Hoe klinkt je moeder?”
“Goed, echt goed en vrolijk. Ik geloof dat ze heel gelukkig is. Maar hoe het met Will verdergaat als de dagelijkse sleur toeslaat? Ik laat me verrassen!”
“Kira zal blij zijn als je moeder erbij is,” zeg ik en ik doe de voordeur open.
De volgende ochtend word ik wakker van een verschrikkelijk kabaal recht onder mijn raam. Nieuwsgierig sta ik op en ik zie Thomas op zijn motor wegrijden. Ik kruip weer onder mijn dekbed en probeer verder te slapen, maar dat lukt niet. Dirk ligt daarentegen diep en vast naast me te slapen. Met een jaloerse blik op hem sta ik zachtjes op en ga naar beneden. Kira zit met een beker hete chocolademelk in haar hand achterovergeleund op de bank en kijkt naar een film.
“Ben jij al zo vroeg beneden?” vraag ik, verbaasd omdat het pas halfnegen is.
“Ja, ik heb met Thomas ontbeten en het me daarna gemakkelijk gemaakt,” antwoordt ze gapend. Haar ogen zijn heel klein, het haar zit in de war en ze draagt een T–shirt dat ik nog nooit heb gezien.
“Waarom moest hij al zo vroeg weg?”
“Tien uur hockey in Amsterdam,” antwoordt ze weinig spraakzaam en ze nestelt zich in de deken.
Ik ga bij haar zitten en kijk mismoedig naar buiten. Vandaag is een typische ik-blijf-op-de-bank-dag, het is bewolkt, mistig, regenachtig en bovendien veel te koud voor mei.