Tom tegen Eva:
Je hebt er toch niets op tegen dat we hier eten?
Kira tegen Eva:
Je hebt je jurk verkeerd dichtgeknoopt.
Kira tegen Eva:
Iemand zit je nu nog te SMS’en. Wie kan dat zijn?
Eva tegen Hanna en Viv:
Heb ik dan geen recht op mijn midlife crisis?
“Wil je echt thee? En wat voor smaak?” Tom kijkt me geamuseerd aan.
“Graag groene als je hebt, zonder suiker,” zeg ik terwijl ik door de enorme ruimte slenter.
Het is acht uur en ik heb mezelf vanochtend streng toegesproken, Tom gebeld en gezegd dat ik ‘s-avonds zou komen. Gelukkig kreeg ik zijn voicemail. Ik voelde me heel vreemd, slecht, roekeloos, en tegelijkertijd ook heel jong. Hij belde een paar minuten later terug en klonk opgewonden. Daarvan is bij hem nu niets meer te merken, maar ik sta nog steeds te trillen.
Ik heb zeker tien minuten voor zijn deur gestaan, voelde me heel onzeker en was eigenlijk het liefst weer naar huis gereden. Maar de innerlijke overwinning, of misschien de verleiding van het verbodene, was toch sterker, en ik heb met doodsverachting aangebeld.
Tom heeft een soort loft in de buurt van de haven. De voor Nederlandse begrippen buitengewoon grote woonkamer heeft enorme ramen, daaraan grenzen de keuken en zijn werkplek met drie computers. Ik vermoed dat de badkamer en slaapkamer achter de dubbele deuren liggen, maar vraag het niet. In plaats daarvan kijk ik ingespannen naar de langsvarende boten. Tom heeft de tafel gedekt en er komt een heerlijke geur uit de keuken.
“Je hebt er toch niets op tegen dat we hier eten?” vraagt hij.
“Niet als je kunt koken,” zeg ik spottend.
“Weet je zeker dat je niet liever een glas koude Chardonnay wilt?” Tom staat heel dicht bij me. In zijn hand heeft hij mijn thee.
“Ja, ik weet het zeker. Misschien wil ik bij het eten een glas, maar ik heb het koud,” zeg ik en pak de beker aan.
“O, heb je daarom je jas nog aan? Terwijl het hierbinnen drieëntwintig graden is…” Hij lacht naar me. “Ik kan de open haard natuurlijk aansteken, als je dat wilt.” Tom wacht mijn antwoord niet af, maar loopt doelbewust naar de open haard. Als die brandt, krijg ik het langzaam zo warm dat ik mijn jas wel moet uittrekken. Daar gaat het eerste kledingstuk…
“Wat is er met je?” vraagt hij.
“Niets, hoezo?”
“Je had daarnet zo’n vreemde uitdrukking op je gezicht,” zegt hij en hij loopt naar me toe. “Eva, ontspan je. Er gebeurt niets wat jij niet wilt. Als je liever weg wilt gaan, is dat ook goed,” zegt hij zachtjes.
“Nee, dat wil ik niet,” fluister ik en kijk hem aan.
Zijn groene ogen stralen warm. Hij buigt zich naar me toe en ik doe mijn ogen dicht. Maar in plaats van dat hij me zoent, geeft hij een minikusje op het puntje van mijn neus en pakt mijn hand. “Kom mee naar de keuken, dan mag jij de sla maken.” Hij trekt me mee. Bereidwillig loop ik achter hem aan, meng rucola met veldsla, snipper avocado, tomaten en lente-uien, doe er wat ricotta bij en giet er de door Tom gemaakte dressing met pijnpitten overheen.
Hij haalt de lasagne uit de oven en we gaan naar de eettafel. We praten en lachen, eten en drinken, en vlak voor middernacht ga ik naar huis. Als ik in de auto zit start ik de motor, maar ik rijd niet weg. Het liefst zou ik teruggaan, me in zijn armen laten vallen en in zijn ogen verdrinken. Ik schakel in de eerste versnelling, maar kan het niet over mijn hart verkrijgen om weg te rijden. Mijn handen houden krampachtig het stuur vast. Alsof ik op afstand word bediend doe ik mijn gordel los, trek de contactsleutel uit het slot en stap abrupt uit. Gelukkig klemt de toegangsdeur van het gebouw en is hij niet in het slot gevallen. Ik ren op mijn hakken van tien centimeter de trappen op en sta een paar seconden later hijgend voor Toms voordeur. Net als ik wil aanbellen, doet hij open.
We staan een moment zwijgend tegenover elkaar, dan pakt hij mijn hand, trekt me naar binnen en laat de deur achter ons dichtvallen. Voordat ik iets kan zeggen, voel ik zijn lippen op de mijne en glijdt mijn jas op de grond. Tom tilt me op en ik sla mijn benen rond zijn heupen. Mijn nauwsluitende zwarte jurkje kruipt tot aan mijn navel omhoog. Ik voel Toms handen op de kanten rand van mijn kousen, voel hoe hij mijn billen omklemt en kreun van verlangen. Op de een of andere manier merk ik nauwelijks dat hij me door de keuken draagt. Pas door de aanraking met het koude aanrecht, op de plek waar ik uren geleden de sla heb staan maken, kom ik weer een beetje tot bezinning. Tom maakt de knoopjes van mijn jurk open, terwijl zijn ogen op mijn steeds naaktere lichaam branden. Zijn adem gaat net zo hortend als de mijne. Ik buig naar hem toe, spreid mijn benen nog verder en kan van pure begeerte nauwelijks wachten.
“Langzaam,” fluistert hij in mijn oor. Hij speelt met zijn tong in mijn hals en glijdt millimeter voor millimeter in de richting van mijn borsten.
Ik word helemaal duizelig van opwinding. Ik trek aan Toms hemd zonder erop te letten of ik het stuk maak. Met mijn vingertoppen streel ik over zijn borstharen. Het is een heerlijk, wollig gevoel en ik begraaf mijn lippen erin.
“Kom mee,” zegt hij zachtjes, hij trekt me heel dicht tegen zich aan en draagt me door de kamer. Voor de nog steeds brandende open haard laat hij me voorzichtig op de grond zakken en hij streelt mijn borsten, mijn buik en de binnenkant van mijn dijbenen net zo lang tot ik het gevoel heb dat ik explodeer.
Voor de derde keer sproei ik Shalimar op mijn jurk in de hoop dat ik niet meer naar Tom en seks ruik. Er was geen tijd om te douchen, want we waren nauwelijks op adem gekomen of mijn telefoon ging indringend over. Kira!
“Zeg, waar ben je en wat doe je?” vroeg ze geïrriteerd.
“Hoezo?”
“Ik heb de afgelopen minuten al een paar keer gebeld, maar je neemt niet op en het is al over twaalven. Ik maakte me zorgen, je ging alleen wat eten en nu ben je al meer dan vier uur weg,” ratelde ze.
“We hebben wat te lang gepraat, maar nu zit ik net in de auto en rijd zo weg,” suste ik haar.
Tom keek me aan, lachte en kuste mijn navel. Ik voelde een aangename huivering.
“Zo, je zit dus in de auto,” zei hij toen ik had opgehangen.
“Hmm.” Ik kuste hem. “En daarom moet ik nu ook gaan,” zei ik, ik maakte me van hem los en begon mijn spullen bij elkaar te zoeken.
Nu, nauwelijks vijf minuten later, start ik met verwilderde haren en verwarde gedachten mijn auto, terwijl er duizenden vlinders in mijn buik rondvliegen. Ik rijd de snelweg op en ben blij dat het niet hagelt of sneeuwt, zodat ik gas kan geven.
“Mama, wat is er met jou gebeurd? Ben je in een wervelstorm terechtgekomen?”
Ik had gehoopt dat dochterlief al lag te slapen, maar ze staat in de deuropening en bekijkt me kritisch.
“O, ik heb het autoraam een tijdje open gehad en daardoor…”
“Bij deze temperatuur? Waarom zou je het raam opendoen?”
“Nou, als je het precies wilt weten, ik had last van winderigheid en dat stonk,” lieg ik.
“Hm,” zegt ze terwijl ze nauwgezet naar me blijft kijken. “Ben je zo uit eten geweest?” vraagt ze verder.
“Ja, behalve mijn haar. Wat is er?”
“Je hebt je jurk verkeerd dichtgeknoopt. Heeft niemand dat tegen je gezegd?”
“Nee, dat hebben ze waarschijnlijk niet gezien,” antwoord ik en ik wring me langs haar. “Ik ga nu slapen en dat moet jij ook doen, het is al laat,” voeg ik er nog aan toe en ik loop nadrukkelijk ontspannen de trap op.
“Ja, dat doe ik zo meteen ook, maar ik maak eerst nog een kop thee,” zegt ze terwijl ze me nakijkt.
“Mama?” roept Kira als ze mijn badkamer in komt.
“Ja, wat is er?” Ik sta onder de douche en kan haar maar moeilijk verstaan, bovendien maakt het me onrustig dat ze me observeert en duizend vragen stelt.
“Met wie ben je eigenlijk uit eten geweest?” Kira gaat op het toiletdeksel zitten en toont daarmee duidelijk dat ze niet van plan is om meteen weer te verdwijnen. Verdomme! Ik denk even na. Moet ik haar de waarheid vertellen of liegen en zeggen dat ik met Hanna en Vivianne op stap ben geweest?
“Met Tom. We moesten nog iets bespreken,” roep ik en ik zet de douche uit.
“O,” zegt ze.
Ik schuif de douchedeuren open, pak een handdoek, die dankzij de handdoekwarmer aangenaam aanvoelt, en droog me af.
“Lieverd, is er nog iets? Het is behoorlijk laat en je moet nu echt gaan slapen.”
“Hmm…” Ze aarzelt en kijkt naar me. “Hanna heeft gebeld, omdat ze je telefonisch niet kon bereiken, en Vivianne ook. Ze willen allebei dat je ze terugbelt. Welterusten mama, droom maar fijn.”
Ze geeft me een kusje, glimlacht en gaat weg. Ik krijg het warm en koud tegelijkertijd. Als ik had gelogen, was ik genadeloos ontmaskerd, dat is zeker. Vermoedt Kira iets?
“Mama!” roept ze nog een keer.
“Ja, engeltje.”
“Je mobiel piept beneden. Iemand zit je nu nog te SMS’en. Wie kan dat zijn?” roept ze, en ze voegt er dan nog ‘droom maar heel fijn’ aan toe.
Ik sla de handdoek dichter om me heen en loop naar beneden. Stom genoeg heb ik mijn mobiel naast de autosleutels op de kast in de gang gelegd. Drie nieuwe berichten, toont de display. Twee zijn er van Viv en Hanna, die vragen of ik terugbel, en de laatste is van Tom.
Als je morgenochtend niets te doen hebt, dan…zou ik enorm blij zijn. Slaap lekker. Kus.
Morgenochtend? denk ik koortsachtig, ik loop mijn kantoor in en kijk in mijn agenda.
Ik SMS terug, kruip onder mijn dekbed, omarm het kussen en val in slaap.
“Ga je nu al hardlopen?” Kira kijkt me ongelovig aan.
“Ja, waarom niet?”
“Mama, het is pas halfacht en nog hartstikke donker buiten,” zegt Kira en ze neemt een hap van haar cracker.
“Ik weet het,” antwoord ik. Ik pak mijn handschoenen en een muts, doe de rits van mijn bodywarmer dicht en smeer mijn lippen dik in met crème. Kira bekijkt het allemaal.
“Maar je gaat in de winter toch nooit voor tien uur joggen?! Bovendien heb je een stralend humeur. Wat is er aan de hand?”
“Niets lieverd, ik voel me gewoon goed.”
Kira schudt haar hoofd, haalt haar schoenen en maakt zich ook gereed om de kou te trotseren.
Even na tienen sta ik bij Tom voor de deur.
“Dat gaat wel lukken,” zegt hij in de telefoon, hij kust me geluidloos en luistert weer. “Ik zie Eva straks en zal het met haar bespreken,” belooft hij.
Ik kijk hem vragend aan.
“Tot ziens, Hanna. We bellen!” beëindigt hij het gesprek en hij zoent me vol op mijn mond.
“Wacht even,” zeg ik tussen zijn kussen door. “Wat wilde ze?”
“Alleen een overzicht van de artikelen die we laatst hebben uitgezocht. Ik had Margret gevraagd om ze te mailen. En kom nu hier,” fluistert hij en hij bijt zachtjes in mijn hals. De volgende uren brengen we voor de open haard, in zijn bed en weer voor de open haard door. We eten, drinken en genieten van elkaar.
“Ik ga een heerlijke sandwich van je maken,” fluistert hij en loopt naar de koelkast.
“Boter! Op je goddelijke lichaam!” Tom houdt een pond boter omhoog.
“Nee. Ik heb geen hulpmiddelen nodig om opgewonden te raken. Je aanrakingen zijn voldoende voor me,” zeg ik met een hese stem.
En of ze voldoende zijn. Zodra hij met zijn handen over mijn lichaam streelt, heb ik het gevoel dat ik onder stroom sta. Bij hem vind ik zelfs de missionarishouding superspannend en opwindend. Het is precies zoals ik me stiekem altijd al heb voorgesteld. Bij elke fotoshoot was ik gefascineerd door zijn handen. Ze stralen een gevoeligheid uit die me helemaal gek maakt.
Hij legt de boter terug en doet precies dat wat ik wil – pure aanrakingen, simpele liefkozingen, strelingen die zelfs de onderste lagen van mijn huid bereiken. Ik geniet, kreun en kronkel van begeerte.
Vivianne en Hanna zitten al bij Vis aan de Schelde op me te wachten. Zij hebben het voordeel dat ze in Amsterdam wonen en de files op de snelweg niet hoeven te trotseren, zoals ik.
“Je straalt helemaal,” roept Hanna. Ze is gisteren eindelijk met Fred uit Bali teruggekomen.
“Dus het is echt waar,” zegt Vivianne een beetje te hard.
“Wat is waar?” vraag ik zogenaamd onschuldig.
“Nou, jij en Tom! Zo zie je er alleen uit als je pas verliefd bent, of je eigen man uit de klauwen van de dood is gered,” zegt Viv.
“Hoe is het met Patrick?” vraag ik schuldbewust.
“Goed, verbazingwekkend goed. Hij is weer op krachten gekomen. De vakantie heeft hem heel goed gedaan. We vliegen over een of twee weken naar Zuid–Frankrijk. Daar is het klimaat milder en kan hij verder aansterken. Maar nu over jou! Ik wil alles weten,” zegt ze vastbesloten.
Ik vertel, dweep en straal als een volledig verlichte kerstboom.
“Hoe lang is dit al aan de gang?” wil Viv weten.
“Tja, sinds iets meer dan twee weken en we zien elkaar zo vaak mogelijk, bijna elke dag…”
“En thuis heeft niemand iets in de gaten?” informeert Hanna.
“Dirk was tot afgelopen zaterdag op zakenreis. Hij had tegen me gezegd dat hij pas ‘s-avonds zou landen en omdat Kira bij Billy bleef, was ik bij Tom blijven slapen. Toen ik ‘s middags rond twee uur thuiskwam, was Dirk er al. Gelukkig had ik inkopen gedaan in Amsterdam en kwam ik met de tassen in mijn hand binnen, dus hij hoefde me niet eens te vragen waar ik was geweest.”
“Dat ging dan maar net goed,” meent Hanna.
“Ja, dat kun je wel zeggen. Maar Dirk heeft gelukkig alleen aandacht voor zijn project en merkt nauwelijks wat er om hem heen gebeurt.”
“En hoe voelde jij je daaronder?” Vivianne buigt zich nieuwsgierig naar voren.
“Je zou denken dat ik me rot zou voelen, maar dat was niet zo. Het was vreemd. Ik ben meteen en zonder na te denken verdergegaan met mijn gewone leven, alsof ik de achttien uur daarvoor niet in de armen van een andere man had gelegen.”
“Nou, fantastisch,” zegt Hanna weinig enthousiast.
“Alleen Kira is behoorlijk wantrouwend, ze vraagt me steeds waar ik naartoe ga, wat ik ga doen en wanneer ik weer terugkom,” antwoord ik nadenkend.
“Hoezo? Is ze dan zo vaak thuis?” vraagt Vivianne.
“Ja, ze moet leren. En bij de redactie is ook niet bepaald veel te beleven, daarom is ze op het moment veel thuis en observeert ze me met argusogen.”
“Hoe moet het nu verder?” Hanna zoekt in haar tas.
“Ik weet het niet. Het is merkwaardig fijn met Tom,” antwoord ik.
“Wat? Denk je er serieus over na?” vraagt Viv verbaasd.
“Nou ja, met Dirk is het niet meer zoals het zou moeten zijn…”
“Je mag natuurlijk doen wat je wilt, maar net nu Kira haar eindexamen heeft, ben ik er eigenlijk faliekant op tegen,” snauwt Hanna tegen me.
“Dat is ook niet mijn bedoeling. Ik hoef helemaal geen beslissing te nemen. Ik ga dat met Tom gewoon beëindigen en snel ook, anders wordt het steeds moeilijker,” zeg ik kalm en met een brok in mijn keel. “Kunnen we nu alsjeblieft ergens anders over praten?”
Hanna kijkt me onderzoekend aan.
“Nog even over Dirk. Het is voor mij nieuw dat het niet goed gaat tussen jullie. Tot nu toe heb je daar niets over verteld,” zegt Viv terwijl ze citroensap op de oesters druppelt.
“Nou ja, dat merk je eigenlijk pas goed als iemand anders ineens een rol speelt,” zeg ik en neem een slok wijn.
“Natuurlijk, dat had ik ook met Patrick en Nathan. Maar je vergelijkt appels met peren. Twintig jaar, of hoeveel het er precies zijn, met Dirk en twee weken hete seks met Tom. Eva, ik had echt gedacht dat je slimmer was,” bekritiseert Viv me.
“Daar heb ik niets aan toe te voegen,” zegt Hanna kalm.
“Heb ik dan geen recht op mijn midlifecrisis?” vraag ik verontwaardigd.
“Nee!” roepen ze in koor.
Johannes, onze taxichauffeur, staat al voor de deur op Kira en mij te wachten. Het is acht uur en we moeten ons haasten, omdat het vliegtuig naar Bristol om tien uur vertrekt. Vandaag heeft de universiteit in Bath open dag. Dirk, die eerst ook mee wilde, ligt met koorts en een loopneus in bed.
Bath, in het zuidwesten van Engeland, heeft twee hogescholen en een universiteit. Volgens de informatie wonen er ongeveer zesentachtigduizend mensen in de stad aan de Avon. Ik lees op mijn laptop dat het in Bath beduidend warmer is dan in andere plaatsen op dezelfde breedtegraad. De oorzaak daarvan is de nabijheid van de golfstroom. Terwijl ik me door de info van Wikipedia heen worstel, bladert Kira in de brochure van de universiteit.
“Heb je eigenlijk een auto gehuurd?” wil ze weten als we de luchthaven naderen.
“Nee, ik durf niet links te rijden. We nemen een taxi,” antwoord ik en ik erger me een beetje. In Engeland zijn taxi’s namelijk behoorlijk duur.
De luchthaven in Bristol is aangenaam klein en overzichtelijk. We hebben onze tassen al snel en gaan op weg naar de taxistandplaats. Ik sta een beetje perplex voor de uitgang: er is in de verste verte geen taxi te bekennen. Na wat zoeken vinden we een klein bordje, volgen dat en belanden na een paar meter in een bouwkeet, waar de taxicentrale naar is uitgeweken. Ik zeg waar we naartoe willen, krijg een nummer en word vriendelijk verzocht om buiten te wachten tot onze taxi voorrijdt. Gelukkig komt hij snel, want er staat een ijskoude wind. Hoewel het maar zo’n vijfentwintig kilometer van Bristol naar Bath is, duurt de rit, langs typisch Engelse villa’s en karakteristieke stenen muren, bijna een uur. We willen eerst in ons hotel inchecken en daarna naar de campus. Ik had een gulle bui en heb een suite in het Royal Crescent Hotel gereserveerd. Het is een prachtig, traditioneel gebouw, waarin ook Lord Nelson, Charles Dickens en George III hebben overnacht. De suites dragen de namen van beroemde Engelse personen die een directe band met het gebouw of met Bath hebben. Zo kun je onder andere in de suites Hertog van York, Jane Austen en Sir Gainsborough overnachten. Zodra we onze kamer hebben gezien, krijgen we een korte rondleiding langs de spa en de restaurants en zijn na een kleine eeuwigheid weer in de ontvangsthal.
Om van het hotel naar de universiteit te komen moeten we de hele stad doorrijden; die bevindt zich namelijk precies op de tegenoverliggende heuvel. Bath – dat wist ik tot nu toe niet – ligt in een voor Nederlanders tamelijk heuvelachtig landschap. Het voortdurende bergop bergaf ben je als je in Noordwijk woont helemaal niet gewend.
“Ik moet u hier afzetten,” zegt de taxichauffeur als hij achter een aantal bussen stopt. “Ik mag het universiteitsterrein niet verder op rijden.”
We stappen uit en lopen langs allerlei gebouwen naar de administratie. Kira moet zich, net als alle andere studenten, aanmelden. Op haar uitnodiging staat dat we vandaag een rondleiding door de universiteit krijgen. Bovendien krijgen we informatie over de studierichting International Management and Modern Languages die Kira wil gaan volgen. Als er nog vragen zijn, kunnen we de volgende dag nog een keer langskomen.
We lopen prompt verkeerd en komen op een zonovergoten pleintje terecht. Hier staan banken en tafels, waaraan studenten met elkaar zitten te praten of gewoon van de februarizon genieten. Dan hebben we het meetingpoint eindelijk gevonden. Kira noemt haar naam.
“U kunt alvast bij de anderen gaan staan. We beginnen over een paar minuten met de rondleiding,” zegt een studente met een Indiaas uiterlijk beleefd en ze wijst naar een groep moeders en vaders met hun opgewonden kroost.
Ik kijk naar Kira, observeer haar een tijdje en voel als het ware haar spanning. Ze heeft sinds we op de campus zijn nauwelijks een woord gezegd, maar bekijkt alles met grote ogen en neemt alle indrukken in zich op. Haar rechterwenkbrauw trekt een beetje, dat gebeurt normaal gesproken alleen als ze geconcentreerd leert. Bovendien heeft ze de afgelopen minuten haar jas al tien keer open en weer dicht geknoopt, friemelt ze aan haar riem en wordt ze boos zodra ik stop om iets te bekijken.
“Weet je, lieverd,” zeg ik zachtjes. “Ik laat het vragen stellen vandaag helemaal aan jou over en zal netjes mijn mond houden.”
“Ja, maar als je iets belangrijks bedenkt?” vraagt ze onzeker.
“Dan zal ik het tegen je zeggen en dan kun jij het regelen,” antwoord ik.
“Dat is lief van je,” zegt Kira, ze straalt en geeft me een kusje.
Het zal me beslist moeite kosten mijn mond te houden en de docenten niet met vragen te overstelpen, maar Kira moet het ook leren, en bovendien is haar Engels aanzienlijk beter dan het mijne. Gisteravond hebben Dirk en ik nog lang over de universiteit zitten praten. Hij had zich echt op het bezoek verheugd, tenslotte staat Bath onder meer bekend om het uitstekende rugbyteam. Het Britse nationale team traint bovendien regelmatig op de velden van de universiteit. Voordat ik verder kan denken, komt de studente met wie Kira daarnet al heeft gepraat naar ons toe.
“Ik wil jullie nu graag alles laten zien, zijn jullie er klaar voor?” vraagt ze.
“Ja, natuurlijk,” antwoordt Kira.
Ik moet meteen op mijn tong bijten, want uit gewoonte wil ik antwoord geven. Kira en het meisje beginnen te lopen en ik slenter gehoorzaam achter hen aan. Als eerste zien we de ruime bibliotheek, waar de zon heerlijk naar binnen schijnt. Daarna gaan we naar het entertainmentgedeelte. Ik ben verrast: er zijn zelfs een snookerclub en een pub op de campus, waarin één keer per week een hippe band optreedt. Het is een wereld van verschil met de Fiorini-universiteit in Milaan. We lopen verder en komen bij verschillende televisiehoeken, die van enorme flatscreens zijn voorzien. Dan gaan we langs een soort Starbucks, waar studenten hun stimulerende middel nummer één, koffie, met liters tegelijk kunnen drinken en lopen verder naar het sportcomplex. De weg ernaartoe leidt langs een klein park, het hele terein is netjes, het gazon Engels correct kort gemaaid en nergens ligt afval. Deze universiteit is voor mij nu al een succes. Kira straalt, luistert gebiologeerd naar de woorden van de studente en pakt soms mijn hand, knijpt erin en laat hem snel weer los. Ik weet zeker dat het haar hier heel goed bevalt. En als ik eerlijk ben, zou ik hier ook wel willen studeren. Dan betreden we het sportcentrum en zijn overweldigd. Hier ontbreekt het aan niets. Geen wonder: Bath heeft zich namelijk samen met Londen kandidaat gesteld voor de Olympische Spelen van 2012. Ik ben onder de indruk van het aantal squash- en tennisbanen en enthousiast over het zwembad en het fitnessgedeelte. Buiten bevinden zich meerdere rugbyvelden en een atletiekbaan met tribunes voor de toeschouwers.
Dan zijn de studentenkamers aan de beurt. Kira zal, als ze voor deze universiteit kiest en zich kwalificeert, het eerste jaar op de campus wonen, dat is verplicht. De accommodatie verschilt heel erg. Weliswaar mag elke student zijn wensen uiten, maar uiteindelijk worden de kamers door een instantie verdeeld. De kamer die wij bezichtigen is een suite, wat betekent dat de kamer een eigen badkamer heeft. Het bevalt ons meteen, want de ruimte is met bijna twaalf vierkante meter niet zo verschrikkelijk klein, de badkamer is voorzien van een douche, een wc en een wastafel. Sali, de Indiase studente, legt uit dat niet alle kamers zo zijn. Ze hebben weliswaar allemaal een eigen wastafel, maar douches en toiletten zijn bij sommige kamers op de gang en moeten met meerdere studenten worden gedeeld. Kira trekt een gezicht.
Sali kijkt op haar horloge. “We moeten teruggaan, zo meteen geven de docenten een toelichting,” zegt ze en ze doet de deur achter zich dicht.
“Mama, hoe vind je deze universiteit?” vraagt Kira als we met een glas cola en wat koekjes op de eerste informatieronde wachten.
“Als datgene wat de docenten zo meteen vertellen ook zo’n goede indruk maakt, ben ik verschrikkelijk enthousiast,” antwoord ik. Deze universiteit behoort tot de top vijf van Europa, en is niet zo duur als de elitaire universiteiten in Amerika. En wat ik heel belangrijk vind, het is maar een uur vliegen van Amsterdam. Zoals gezegd, als de docenten een goede indruk maken, ben ik helemaal overtuigd.
Na drie uur intensief luisteren hebben we het achter de rug. Het programma is nog beter dan ik dacht, de eisen zijn hoog, maar haalbaar voor Kira.
“Mama, hier wil ik naartoe!” roept ze als we op weg naar de bushalte zijn.
“Dat geloof ik graag. Maar je weet ook dat je vloeiend Spaans moet spreken,” antwoord ik terwijl ik zoekend om me heen kijk naar een taxi.
“Ja, maar dat is toch geen probleem? Ik ben goed in Spaans, en ik ga de komende maanden regelmatig een Spaanse krant kopen om nog beter te worden,” zegt ze vastbesloten.
“Dat moet je doen,” ben ik met haar eens. “Ik geloof dat we de bus moeten nemen. Er is hier nergens een taxi te bekennen.”
“Wat gaan we nu doen? Een beetje rondslenteren en de stad bekijken?” vraag ik als we even later in de bus stappen en met een grote groep studenten in de richting van het centrum rijden.
“Ja,” antwoord Kira ineens weinig spraakzaam. Ze staart uit het raam. “Mama, met een beetje geluk woon ik hier vanaf september,” fluistert ze melancholiek.
“Ja schat, je zult het hier vast naar je zin krijgen, snel nieuwe vrienden maken en je binnen de kortste keren thuis voelen,” antwoord ik terwijl ik haar hand streel. Ik voel me vanbinnen helemaal warm worden.
“Kunnen we morgenochtend nog een keer naar de universiteit?” vraagt Kira als we in een Frans restaurant van het diner genieten.
“Natuurlijk, maar wat wil je er nog doen?” antwoord ik en neem een slok van mijn water.
“Ik wil nog een keer over de campus lopen en in alle rust een paar dingen bekijken.”
We smullen, genieten van de sfeer en bedenken hoe het zal zijn als ze hier studeert.
Kira is onder voorbehoud aangenomen, maar de examens in mei zijn belangrijk. Als ze het noodzakelijke puntenaantal haalt in de voor haar relevante vakken – wiskunde, economie, Duits, Spaans en Engels – kan ze hier volgend jaar studeren. Haar andere vakken, natuurkunde en geschiedenis, zijn voor deze studierichting van secundair belang. Er zijn maar dertien plaatsen voor deze studie beschikbaar, daarom is de toelatingsprocedure keihard. Als alles goed gaat zal Kira hier vier jaar gaan doorbrengen. In het derde jaar gaat ze naar Spanje of een Spaanssprekend land in Zuid–Amerika. Kira weet precies wat ze wil en de mogelijkheid dat ze niet aan de toelatingseisen zou voldoen wil ze niet horen. Ze heeft voor alle zekerheid wel een aantal alternatieven, want ze is toegelaten tot de City University in Londen, Ashton in Birmingham en de Erasmus Universiteit in Rotterdam.
“Ik moet hier midden september al zijn, dan is de Freshers’ Week…”
“De wat?”
“De Freshers’ Week, de introductieperiode. Dat zijn de weken waarin alle kennismakingsfeesten plaatsvinden. Daar moet ik absoluut bij zijn. Begin oktober beginnen de colleges. Ik kom de eerste zes of zeven weken beslist niet naar huis,” verkondigt ze.
“Nou, dan komen we toch gewoon naar jou…”
“Nee, dat wil ik niet. Dan zijn toch alle feesten!”
Hmm. Ik slik. Zes weken zonder Kira, dat is nog nooit gebeurd.
“We zullen zien,” antwoord ik ontwijkend. Ik wil nog niets vastleggen.
Zodra we de volgende ochtend hebben uitgecheckt, laten we ons door een taxi naar de universiteit rijden. Ik vraag het telefoonnummer van de taxichauffeur en spreek met hem af dat hij ons bij de universiteit ophaalt en naar het vliegveld brengt. Met onze gelukkig lichte reistassen wandelen we over het terrein, we bekijken alles nog een keer rustig, lunchen in een café en bellen na twee uur de taxi.
“Mama, heb je die jongen daarnet gezien?” vraagt Kira plotseling opgewonden.
“Wie van de vele bedoel je?”
“Die net langs ons liep,” zegt ze.
Ik draai me om en zie een jongen die zich ook omdraait. “Is dat niet…?”
“Ja, dat is toch de ober die ons bij Nobu in Milaan heeft geholpen?” zegt ze nadrukkelijk en ze kijkt de andere kant op.
“Dat klopt! Of hij lijkt sprekend op hem. Hij komt naar ons toe. Misschien moet je je maar weer omdraaien.”
“Sorry, maar kennen we elkaar niet?” vraagt de jongen aan Kira.
“Dat zou kunnen,” zegt ze cool.
“Nobu? Milaan? Ik heb jullie bediend. Wat doe je hier? Studeer je in Bath?”
“Nog niet, maar we hebben de universiteit net bekeken en vliegen zo meteen weer naar Amsterdam,” zegt Kira terwijl ze haar rood-blonde lokken over haar schouder gooit. Een duidelijk flirtsignaal.
Ik pak mijn mobiel uit mijn tas en ga een stukje verderop staan. Flirten als je moeder ernaast staat is bespottelijk. Kira komt aanrennen als ik al bijna in de taxi zit.
“Hij is zó leuk,” zegt ze ademloos.
“Dat hebben we in Milaan al vastgesteld. Wat doet hij hier?”
“Je zult het niet geloven, maar hij studeert vanaf volgend jaar International Management en Duits!” Kira lacht, gaat naast me in de taxi zitten en begint meteen te SMS’en.
“Hoe heet hij ook alweer?”
“Giorgio. En hij wist mijn naam zelfs nog!” roept ze enthousiast.
“Waarom ook niet, je wist de zijne toch ook nog?”
“Eh, nee. Die schoot me niet te binnen. Maar stel je voor wat een toeval!”
“Ja, dat kun je wel zeggen,” antwoord ik. Ik vind het maar niets dat deze bloedmooie Italiaan hier ook gaat studeren.
De vlucht verloopt kalm, alleen de landing op Schiphol is een beetje onrustig. Johannes komt ons afhalen omdat Dirk nog steeds met griep in bed ligt. Ik heb gisteravond even gebeld en Kira heeft een hele tijd met hem gekletst. Ze heeft uitvoerig en lyrisch over Bath verteld. Als we thuiskomen, zit Dirk nieuwsgierig in zijn badjas in de zitkamer. Kira beschrijft bereidwillig elk detail, maar laat, zoals ik vanuit de keuken kan horen, de toevallige ontmoeting met Giorgio achterwege.
“Waarom heb je papa niet over Giorgio verteld?” vraag ik haar later als Dirk weer naar boven is.
“Je weet toch hoe papa is. Als ik het hem vertel, beweert hij dat ik alleen vanwege hem per se daar naartoe wil en dat klopt niet. Ik ga naar boven. Ik moet nog wat huiswerk maken,” zegt ze, ze pakt een appel en verdwijnt.
“Het wordt dus Bath?” vraagt Dirk als ik hem een kop thee breng.
“Ja, waarschijnlijk wel. Het is tot nu toe de universiteit met het beste programma. Het maakte een goede indruk en is internationaal ingesteld,” leg ik uit.
Dirk neemt een slok en vertrekt zijn gezicht. “Au, dat is heet!”
Ik glimlach. Dat gebeurt hem altijd, omdat hij gewoon niet kan wachten. “Ik heb gisteren en vandaag allerlei universiteiten in Europa bekeken. De City University in Londen is ook heel goed. Wist je trouwens dat Tony Blair en Margret Tatcher daar hebben gestudeerd? Maar het leven is er schandalig duur,” zegt Dirk.
“Nee, dat wist ik niet,” zeg ik, “maar hoezo schandalig duur?”
“Als ze na een jaar niet meer op de campus woont en zelf een appartement zou moeten nemen, bedoel ik. Voor een piepkleine kamer in een niet bijzonder goede Londense wijk betaal je al snel zevenhonderd pond.” Hij neemt voorzichtig nog een slok. “Bovendien vind ik Bath als stad minder gevaarlijk. Ik vind het een goed idee.”
“Dat dacht ik al,” zeg ik, ik geef hem een kus en ga naar mijn kantoor.
Voor het eerst sinds dagen denk ik aan Tom. De afgelopen week hebben we elkaar weer gezien en in plaats van een eind aan onze verhouding te maken, heb ik een heerlijke middag bij hem thuis doorgebracht. Ik voel dat het verlangen naar hem weer groeit. Ik haal mijn mobiel uit mijn tas om hem te bellen en zie dat hij me een SMS heeft gestuurd.
Moet vanwege een fotoshoot voor een paar dagen naar het Caribische gebied, meld me als ik weer terug ben.
Zo, dat is onverwacht! Zou Hanna hem die opdracht hebben gegeven om er zeker van te zijn dat we elkaar niet te veel zien? Is dit haar manier om zich ermee te bemoeien? Tijdens ons laatste telefoongesprek heeft ze me nog een keer duidelijk gemaakt wat ze van onze verhouding vindt. Zal ik haar bellen om het te vragen? Nee, Hanna gaat tegenwoordig elke dinsdag met Fred uit eten en vandaag is het dinsdag. “Vaste relatie, vaste regels,” verkondigde ze vorige keer. Ik stort me op de grote hoeveelheid onbeantwoorde digitale post, hoop op een uitvoerige mail van Tom, maar vind niets. Om elf uur doe ik het licht uit en ga naar boven. Dirk is tijdens het televisiekijken in slaap gevallen, Kira zit in haar kamer te chatten. Ik kruip in bed, zap nog wat en ben al snel in dromenland.