Viv tegen Hanna en Eva:
Ik heb goed nieuws!
Hanna tegen Viv en Eva:
Mijn woning is altijd een liefdesnestje geweest…
Hanna tegen Eva:
Misschien is deze Giorgio een van de beste partijen van het land…
Soms is het heel handig om als vrouw in een snelle sportwagen te zitten, vooral als je verkeerd staat voorgesorteerd. Vandaag lukt het helaas niet. Ik moet wachten, en dat in typisch Nederlands novemberweer, waardoor mijn toch al slechte humeur er niet beter op wordt.
Toen ik in de badkamer stond om me klaar te maken, vroeg Kira of ik haar weg wilde brengen. Ik had voor het eerst in weken met mijn vriendinnen afgesproken om in Amsterdam te gaan eten. Kira wilde naar Billy toe, maar kon door een staking van de buschauffeurs niet naar Wassenaar komen. Dus mocht ik weer eens voor chauffeur spelen. We hadden er laatst al ruzie over gemaakt dat ik afspraken op zo’n korte termijn die mijn planning in de war schoppen, niet prettig vind. Kira reageerde bot.
“Ik heb de oplossing, ik bel gewoon een taxi,” zei ze en ze pakte de telefoon.
“Nee. Dat grapje kost al snel dertig tot veertig euro. Dat is een beetje veel, vind je niet?” gromde ik en ik pakte mijn schoenen uit de kast. Ik was toch al behoorlijk chagrijnig, want Kira heeft de afgelopen weken weer veel te veel geld uitgegeven. Ik had gehoopt dat het vakantiebaantje haar had laten beseffen hoe hard je voor een euro moet werken. Tevergeefs! Gisteren kreeg ik haar bankafschrift onder ogen.
Het stoplicht springt op groen, ik geef gas en kan vlot op de juiste baan voorsorteren. Sinds we een paar minuten geleden van huis zijn weggereden, zwijgen we allebei.
“O ja, mag ik nog wat geld hebben?” verbreekt Kira de stilte.
“Lieverd, we moeten praten,” begin ik.
“Waarover?”
“Ik heb gisteren je bankafschrift gezien. Je hebt alles wat je hebt verdiend, al het geld van je zeventiende verjaardag én je zakgeld van deze maand uitgegeven en het is pas de vijftiende. Dat gaat zo echt niet!”
“Ik wilde ook een baan zoeken, maar dat mocht ik niet van jou!” moppert ze.
“Dat klopt, omdat dit je laatste schooljaar is en je je op het leren moet concentreren. Bovendien vind ik dat papa en ik je flink wat zakgeld geven. Tenslotte hoef je daarvan alleen je uitgaan te betalen, en verder niets!” zeg ik kwaad. Ik heb er een paar jaar geleden een gewoonte van gemaakt om moeilijke gesprekken met Kira in de auto te voeren, omdat dat bepaalde voordelen heeft. Ten eerste kan er niemand wegrennen, ten tweede hoeven we elkaar niet de hele tijd aan te kijken en ten derde valt minutenlang zwijgen niet zo heel erg op.
“Ik snap trouwens toch al niet wat er met je aan de hand is. Sinds een paar weken ben je veranderd. Je bent zo gesloten en ik heb voor het eerst het gevoel dat ik niet weet wat er in je omgaat,” zeg ik kalm.
“Dat kun je niet maken! Je kunt mijn uitgavenpatroon en al het andere niet op één hoop gooien. Goed, ik geef te veel uit, maar alles is ook zo duur. Iets eten, naar de bioscoop en daarna naar een club kost vijftig tot zestig euro en dan heb ik nog niet eens veel gedronken of dure cocktails besteld. Als er nog een taxi bij komt…”
“Tja,” zeg ik vastbesloten. “Misschien moet je niet zo vaak uitgaan. Ik begrijp het niet, de eerste weken van het nieuwe schooljaar ben je helemaal niet uit geweest en sinds oktober ben je voortdurend op stap.”
“Ik zie mijn vrienden en vriendinnen nog maar een paar maanden, hoor,” legt ze dramatisch uit.
Ik ben blij dat ik me op het verkeer moet concentreren, want ik weet geen geschikt antwoord te bedenken. “We maken dit gesprek thuis af,” zeg ik als ze uitstapt.
Ik wacht tot ze bij Billy’s voordeur is en rijd dan verder. We moeten echt praten. Na de reis naar Peru is er iets veranderd, bedenk ik ongerust terwijl ik op de snelweg richting Amsterdam rijd.
Kira is in de eerste week van oktober met een groep van achttien scholieren en twee leraren voor negen dagen naar Zuid–Amerika geweest. Ik vraag me af wat daar is gebeurd. In de afgelopen jaren heeft Kira aan alle studiereizen die de school aanbiedt meegedaan, en ze is op die manier al in China, Cambodja, Vietnam en Zuid–Afrika geweest. Maar misschien heeft het helemaal niet met de reis te maken en hoort het bij de leeftijd? Ik geef gas en blijf er nog een tijdje vergeefs over piekeren.
Vivianne en Hanna zitten al aan tafel, hebben een glas wijn voor hun neus staan en praten opgewonden.
“Waar bleef je zo lang?” wil Hanna weten.
“File,” lieg ik. Ik wil het even niet over Kira hebben. Innerlijk kook ik nog.
“Hoe gaat het met jullie?” vraag ik aan mijn vriendinnen. We hebben elkaar vreemd genoeg al een hele tijd niet gezien of gesproken.
“Ik heb goed nieuws,” zegt Viv stralend. “Patrick is als door een wonder weer stabiel, sinds twee dagen mag hij zelfs lichte voeding eten. De laatste chemokuur is zo goed aangeslagen dat zijn arts het nauwelijks kan geloven.”
Hanna kijkt somber.
“Maar Hanna denkt dat het hoogstwaarschijnlijk alleen een laatste opleving is en praat al de hele tijd op me in dat ik niet te blij moet zijn. Wat vind jij?” gaat Viv verder.
“Hm.” Ik kuch en kijk even naar Hanna, die haar schouders ophaalt. “Dat is moeilijk te zeggen, maar Hanna heeft niet helemaal ongelijk, vaak verloopt het ziektebeeld zo. Maar misschien heeft Patrick de kans om nog een paar maanden langer te leven, dat weet niemand.”
“Ik wil alleen dat Viv er niet op gaat rekenen dat Patrick weer gezond wordt en dat ze nog dieper in de put raakt als het niet zo is. Genezing is bij dit ziektebeeld uitgesloten, Viv, dat moet je goed voor ogen houden.”
“Hemel, waarom zijn jullie toch zo verschrikkelijk realistisch! Je moet altijd hoop houden en misschien gebeurt er bij Patrick een wonder…”
“Ja, misschien,” antwoord ik zachtjes.
“Zo,” zegt Viv. “En nu wil ik horen hoe het samenwonen met Fred is.”
“En ik wil weten hoe het met mijn petekind is,” voegt Hanna eraan toe.
“Goed,” zeg ik lachend. “Wie eerst?”
“Eh…Hanna,” roept Vivianne, ze snuit haar neus en neemt een slok wijn.
“Tja,” begint Hanna als de ober met onze sashimi komt. We wachten tot de schalen, borden en bakjes met saus voor ons staan.
“Kom op, vertel,” zegt Viv.
“Op sommige momenten heb ik jullie echt gemist, er is zo veel gebeurd en ik moest alles alleen doormaken. Het was een chaos! In plaats van met twee of drie koffers, kwam Fred met een bestelbus die tot het dak toe gevuld was. Dus moest ik helpen sjouwen en dat in mijn sexy outfit.” Ze neemt een slok en kijkt ons aan. “Tja, ik had natuurlijk heel andere dingen in gedachten.”
“O jee,” zeg ik zachtjes.
“Mijn woning is altijd een liefdesnestje geweest en ik de pure verleiding en nu moest ik dozen slepen!”
“Waarom heeft hij de auto niet later uitgeladen en eerst aandacht aan jou besteed?” wil Viv weten.
“Heb je dat midden in Amsterdam wel eens geprobeerd?”
We doen geen moeite om antwoord te geven. Hanna beschrijft hoe ze de romantiek uit haar hoofd zette, een spijkerbroek en sweatshirt aantrok, de bestelbus leeghaalde en het appartement heeft vol gezet.
“En daarna werd het romantisch!” roept Viv.
“Nee,” antwoordt Hanna.
We lachen weer.
“Toen we net klaar waren, kwam er een vriend langs die de bestelbus zou afhalen.”
“En?”
“Hij heeft een biertje gedronken, een eeuwigheid zitten kletsen en alles bekeken. Ik was lief, heb heel vriendelijk gedaan en de hele tijd op mijn tong gebeten. Dat was donderdag,” zegt ze en ze neemt alweer een slok. “De zaterdag erna werd er om halfelf ‘s-ochtends aangebeld alsof er brand was. Jullie geloven het niet, maar Freds moeder stond met een taart in haar hand op de stoep. Ze riep door de intercom: “Hier is Gerrie, je nieuwe schoonmoeder, ik wil je graag leren kennen.””
“Wat heb je gedaan?”
“De deur opengemaakt natuurlijk!”
“En? Hoe was het?”
“Ach, het ging wel. Ze is een krasse zeventigjarige, kletst je de oren van het hoofd, maar is voor zover ik dat tot nu toe kan beoordelen heel aardig.”
“Wat een fantastisch begin!” roept Viv.
“Ja, maar dat was nog lang niet alles!” Hanna schuift twee stukken sashimi in haar mond, kauwt en neemt een slok voordat ze verder praat. “Op zondagochtend stond Freds ex met de kinderen voor de deur.”
“Wat?”
“Sstt! Niet zo hard! Ja. Fred was net gaan joggen, dus heb ik ze alle drie maar boven laten komen en toen hebben we samen gewacht tot Fred weer terug was.”
“En je hebt ze niet allemaal, inclusief Fred, meteen de deur uitgezet?” vraag ik ongelovig. Het is zo anders dan Hanna normaal gesproken is. Ze moet wel enorm verliefd zijn.
“Nee, maar het scheelde niet veel. Toen ze weg waren, had ik dringend behoefte aan een gesprek.”
“Hmm,” bromt Viv nadenkend. “Hoe is zijn ex?”
“Ach, niets bijzonders, een heel gewone vrouw. Ze had ook moeite met de situatie, maar de jongens hadden zo dwingend naar hun vader gevraagd, dat ze ze in de auto heeft gezet en naar mijn huis is gereden.”
“Ze had toch eerst kunnen bellen!” breng ik in het midden.
“Ja, dat heeft ze ook gedaan, maar Fred was joggen en toen de kinderen steeds meer aandrongen, wist ze niet meer wat ze moest doen. Ik heb haar nu voor noodgevallen ook mijn nummer gegeven. Dat vind ik prettiger dan zondagse overvallen.”
“Dat je dat allemaal pikt,” zegt Viv.
“Het was behoorlijk heftig, maar het lijkt me overdreven om hem daarvoor een rode kaart te geven. Ik ben deze keer vast van plan om niet weer voor honderd procent mijn eigen weg te gaan, maar ook ruimte voor iemand anders te maken. Tja, en ik moet ook leren met zulke situaties om te gaan. Maar nu jij Eva, hoe was Milaan en hoe gaat het met Kira?”
Ik vertel over het oninteressante bezoek aan Fiorini, over Kira’s flirt en dat dit voor mij een nieuwe ervaring was.
Hanna lacht. “O jee, dat wordt nog grappig. Hoe denk je dat Dirk zal reageren als een jongen zijn oogappel versiert?” vraagt ze lachend.
“Geen idee, ik kan me niet voorstellen dat iemand dat durft als hij erbij is.”
“Ben je jaloers?” vraagt Viv plotseling.
“Nee, absoluut niet,” antwoord ik overtuigd.
“Ook niet een heel klein beetje? Tenslotte…”
“Natuurlijk niet,” onderbreek ik Viv. “Ik ben toch niet jaloers op mijn eigen dochter!”
“Nou ja, dat komt voor. Mijn moeder was het wel,” zegt ze kalm. “Het is tenslotte een generatiewissel. Je bent niet meer most wanted, maar je hebt een dochter met haar eigen charme. Dat gebeurt als je midden veertig bent – de volgende generatie wordt volwassen en staat in het middelpunt van de belangstelling.”
“Nee, ik ben niet jaloers op Kira…” zeg ik nadenkend en ik slik, “…maar het is eerlijk gezegd een merkwaardig gevoel. Ik mag dan nog geen oude taart zijn, het gaat wel die kant op.”
“Ja, zo gaat het ook bij onze generatie,” zegt Hanna in zichzelf gekeerd.
“Onzin!” roept Viv. “De vijftigers zijn de nieuwe veertigers, dus zijn de veertigers de nieuwe dertigers en die zijn nog lang niet afgeschreven. Bij jou valt het gewoon meer op omdat je een bijna volwassen dochter hebt.” Ze wijst naar Hanna en zichzelf. “Wij merken dat minder omdat we geen kinderen hebben.”
“Nou, vertel verder,” zegt Hanna.
“De universiteit in Milaan wordt het in elk geval niet,” begin ik. Ik beschrijf uitvoerig de chaos, vertel over professor Bini en zijn abominabele Engels, weid daarna uit over onze zoektocht naar de perfecte avondjurk en het heerlijke eten in Nobu, inclusief Giorgio.
“Misschien is deze Giorgio een van de beste partijen van het land en heb jij dat verpest. Toch jaloers,” grapt Hanna.
“Nee,” zeg ik scherp. “Ik heb niets verpest. Kira wilde niet. En stop nu met al die insinuaties dat ik jaloers zou zijn. Ik heb ook sjans gehad…”
“Dat heb je tot nu toe verzwegen,” beklaagt Vivianne zich.
“Nou ja,” zeg ik spottend, “de portier heeft met me geflirt, maar die was beslist al zeventig.”
Hanna en Viv lachen luidkeels.
“Goed,” zegt Hanna. “Nu weer naar de kern van de zaak. Wat de avondjurk betreft weet ik wel een oplossing en dat Kira zich niet meteen door een schattige Italiaan laat betasten, stelt me bijzonder gerust. Haar moeder was destijds anders!”
Het klopt, denk ik, ik had mijn hart tijdens een hete nacht meteen aan een vurig zuidelijk type met de naam Renzo verpand en verschrikkelijk veel liefdesverdriet toen hij de volgende dag alweer vertrok.
“In Italië was Kira met haar roodblonde, lange haren een magneet geworden, in Engeland zie je dat meer. Wel zo prettig, dan zit niet meteen iedereen achter haar aan,” giechelt Vivianne.
“Dat klopt, maar eigenlijk zou ik het prettiger vinden als ze nog een of twee jaar hier bleef en in Rotterdam ging studeren,” zeg ik hoopvol.
“Eva, daar hebben we het al tig keer over gehad! Laat dat kind gaan!” moppert Hanna.
“Hmm.”
“Luister,” zegt Hanna, “tijdens de laatste redactievergadering hebben we verschillende onderwerpen besproken en Margret, je weet wel, mijn assistente, kwam met het voorstel om iets over moeders en hun bijna volwassen dochters te doen. Ze noemde jou als voorbeeld. Ik was er eerst niet zo enthousiast over, maar als ik je nu hoor praten…”
“Absoluut niet,” zeg ik afwerend.
“Natuurlijk wel,” zegt ze zelfverzekerd. “Ik wil dat je elke maand een column schrijft over het loslaatproces van Kira en jou. Je kunt het als een soort dagboek schrijven of als een doorlopende tekst, wat je wilt. Het heeft ook meteen een therapeutisch effect. Als je erover schrijft houd je je er kritisch mee bezig en bekijk je het van alle kanten.” Hanna leunt op haar ellebogen en heeft haar hoofd in haar handen gelegd.
“Ik weet het niet, ik vind het te persoonlijk.” Ik wil er niet over schrijven, denk ik koppig.
“Mix je persoonlijke ervaringen met wat je van anderen hoort. Waar is ze nu trouwens? Ze ging toch naar Peru?”
“Ze is alweer drie weken terug en er is daar iets gebeurd. Ze is zo gesloten.”
“Heeft ze een vriend?” vraagt Viv, die van mening is dat veranderingen in vrouwen meestal worden veroorzaakt door mannen.
“Nee, voor zover ik weet niet. Ze is voortdurend op stap, geeft weer veel te veel geld uit en heeft…”
“Dat klinkt absoluut naar een man,” onderbreekt Viv me. “Is ze al met een jongen naar bed geweest?”
“Nee,” antwoord ik overtuigd. “Dat zou ze me verteld hebben.”
“Daar zou ik maar niet zo zeker van zijn.” Hanna trekt haar wenkbrauwen op. “En wat die relatie met geld betreft, stuur haar in de kerstvakantie maar naar de redactie.”
Op de terugweg pieker ik. Heeft Kira een vriend? En is ze nog maagd? De meeste meisjes hebben op haar leeftijd hun eerste seksuele ervaringen al gehad. Ik destijds ook. Vlak na mijn zeventiende verjaardag was het zo ver. Maar waarom zegt Kira niets?
Als ik thuiskom is ze er weer. Ze staat in de keuken en zet thee.
“Hallo lieverd,” begroet ik haar terwijl ik mijn winterjas uittrek. “Waarom ben je al zo vroeg thuis?”
“Ik voel me niet lekker, ik heb het koud en ik heb hoofdpijn,” zegt ze en ze draait zich naar me toe.
Ondanks de make–up die ze draagt is ze lijkbleek. Haar donker opgemaakte ogen lijken enorm groot en glanzen koortsachtig.
“En toen had ik geen zin meer. Kim heeft me met haar Beast naar huis gebracht. Ik geloof dat ik griep krijg. Ik ga naar boven, mama.”
“Dat is goed,” antwoord ik en ik kijk haar bezorgd na als ze langzamer dan anders de trap op loopt.
Als ik in de zitkamer kom, zie ik dat Dirk op de bank bij de televisie in slaap is gevallen. Hij niest en hoest al een paar dagen, maar wil morgen per se rugby spelen. Ik haal een deken en leg die voorzichtig over hem heen, schuif het scherm van de open haard dicht, zet de televisie uit en ga ook naar boven. Uit Kira’s kamer komt zachte muziek en ik hoor haar praten. Terwijl ik met een wattenschijfje de mascara van mijn ogen haal, bedenk ik hoe ik het gesprek met Kira het best kan beginnen. Moet ik haar rechtstreeks met mijn vermoedens confronteren? Of moet ik om de hete brij heen draaien? Hoe zorg ik ervoor dat ze uit zichzelf vertelt? En wil ze me alles vertellen? Ik wrijf en wrijf en merk helemaal niet dat mijn mascara allang weg is. Dan loop ik resoluut naar boven. “Lieverd, luister,” begin ik als ik de deur opendoe. Kira schrikt. Door de muziek heeft ze mijn voetstappen op de trap blijkbaar niet gehoord. Ze schuift haastig een boek onder het dekbed en doet net alsof er niets aan de hand is.
“Ja, wat is er?”
Ik zwijg even. Ze verbergt iets voor me. “Ik wilde je vragen…Nee, dat zeg ik verkeerd. Ik moet van Hanna zeggen dat je tijdens de kerstvakantie bij haar kunt werken,” zeg ik terwijl ik op haar bed ga zitten. Ik hoop dat het boek ergens uitsteekt. Het is zo raar. Kira heeft tot nu toe nog nooit iets voor me verstopt. Of heb ik dat tot nu toe nooit gemerkt?
“We gaan toch naar Spanje?” antwoordt ze.
“Dat klopt, maar de eerste week van je vakantie zijn we nog hier. Ik zou het een goed idee vinden, want je moet echt leren met geld om te gaan.”
“Begin je nu alweer? Ik heb zelf al iets bedacht. En ik zal in de toekomst niet meer zo veel van je geld uitgeven!”
“Het gaat er niet om dat het mijn geld is. Ik wil dat je erover nadenkt waaraan je het uitgeeft.”
“Ja, mama, dat is duidelijk. Je herhaalt jezelf. Mag ik nu alsjeblieft slapen?” vraagt ze geïrriteerd.
Er klopt iets niet. Ik ga naar bed, maar draai me van de ene zij op de andere en lig de halve nacht te malen. Ik zal Kira snel onder handen nemen en proberen een verstandig gesprek met haar te voeren.