Tom aan Eva:
Nu ik weer hier ben en weet dat je in de buurt bent, is het verlangen niet te verdragen.
Hanna tegen Viv en Eva:
Fred en ik zijn uit elkaar.
Viv tegen Eva:
Ik geloof dat hij er spijt van heeft dat we geen kinderen hebben.
Eva:
Rotkerels!
“Wil je dat de jurk van achteren een beetje langer is?” vraagt Martijn als we voor de een na laatste passessie bij hem zijn.
Kira’s galajurk is helemaal geweldig. Als ze zich omdraait lijkt het net alsof de lucht om haar heen gevuld is met goudstof.
“Ja, graag,” antwoordt ze. Ze kan haar ogen nauwelijks van haar spiegelbeeld afhouden. “Het is zo…Het is veel mooier dan ik me had voorgesteld,” zegt ze zachtjes en bijna eerbiedig.
Martijn straalt, gaat naast haar staan en samen bekijken ze de jurk in de spiegel.
“Wat vind jij, mama?”
“Ik ben meer dan tevreden,” antwoord ik. Intussen fotografeer ik alles wat ik maar kan fotograferen.
“Ik ben ontzettend blij, mama. De jurk…de schoenen…ze passen erbij alsof ze voor elkaar gemaakt zijn en mijn gouden clutch maakt het af.” Ze zwijgt, draait weer en vraagt plotseling: “Kan oma-ma de volgende keer meekomen? Dan is ze toch weer thuis?”
“Ja, ik vind het prima,” zeg ik en ik ben nu al benieuwd welk commentaar Berta op de split, de ruguitsnijding en het decolleté zal geven. Maandag landt mijn schoonmoeder met haar vriend in Amsterdam, dinsdag is onze afspraak bij Martijn en vrijdag is het gala.
“Mama, zullen we nog even in de stad blijven, wat rondslenteren en iets gaan eten?”
“Nee.” Ik kijk op mijn horloge en doe de autodeur open. “Ik moet nog een artikel afmaken en heb vanavond eindelijk weer eens met Hanna en Vivianne afgesproken.”
“Mag ik mee?”
“Nee, lieverd. Ik heb ze al een hele tijd niet gezien en we willen gewoon lekker bijkletsen. Sommige dingen zijn nu eenmaal niet geschikt voor jouw oren.”
“Dat is stom,” moppert ze.
“Ik zit er toch ook niet bij als jij met je vriendinnen hebt afgesproken?”
“Maar dat zou je maar wat graag willen, geef het maar toe,” grijnst ze brutaal.
Ik kijk haar waarschuwend aan en stap in.
“Goed dan, ik moet eigenlijk toch leren,” roept ze, ze laat zich op de passagiersstoel vallen en pakt meteen haar mobiel.
We zijn Amsterdam al snel uit, persen ons met de andere auto’s de snelweg op en rijden langzaam naar huis. Thuis is het een chaos, omdat Wiebke alle ramen wagenwijd open heeft gezet, de meubelen van de muur heeft gehaald en grote voorjaarsschoonmaak houdt.
“O nee,” kreunt Kira. “Ik denk dat ik maar naar boven ga.”
“Ja, doe dat, ik ga naar mijn kantoor,” antwoord ik. Ik houd mijn jas aan en doe de deur van mijn heiligdom open. Het is niet raadzaam om Wiebke bij de grote schoonmaak voor de voeten te lopen.
In mijn kantoor zet ze gelukkig de boel niet zo op zijn kop, omdat ze bang is iets kwijt te maken. Ik doe de deur dicht en ben blij dat het hier nog heerlijk warm is. Ik zet mijn computer aan, open Outlook en haal nieuwe mails op. Garfield en Pinky zijn eveneens voor de schoonmaakduivel gevlucht en liggen hier. Ze kijken even naar me, gapen tegelijk en slapen verder. Ik haal mijn agenda uit mijn tas en werp intussen een blik op de binnenkomende digitale post. Voordat ik mijn mailtjes openklik, lees ik vluchtig de aantekeningen van gisteren nog een keer door. De klus waar ik mee bezig ben is een artikel over vrouwen in de Europese politiek. De research ging behoorlijk moeizaam en heeft me meer tijd gekost dan ik oorspronkelijk had ingepland. Nu zit ik tegen de deadline aan. Hanna wil het artikel op zijn laatst maandag op haar bureau hebben, wat betekent dat ik na het eten nog moet werken. Als eerste heb ik een mail van Hanna, die wil weten hoe ver ik ben. De volgende mail is van Vivianne, die een paar foto’s van Patrick en haar uit Zuid–Frankrijk stuurt en schrijft dat ze zich enorm verheugt op onze afspraak van vanavond en nauwelijks kan wachten om alle nieuwtjes te horen. Welke nieuwtjes? vraag ik me af. Voordat ik verder klik, bekijk ik alle foto’s. Patrick is licht gebruind, heeft een baard en ik verbaas me over zijn buikje. Ik klik verder en erger me, want de volgende mails zijn allemaal spam, waarin vitaminepillen, buiktrainingsapparaten, inktpatronen, goedkope vliegtickets en allerlei plastische chirurgie op afbetaling worden aangeprezen. De brutaliteit! Ik wil alles net verwijderen en mijn artikel openklikken als ik de laatste mail zie. De adrenaline schiet door mijn lichaam, ik krimp in elkaar en erger me over mezelf. Waarom reageer ik zo overdreven op een levensteken van Tom, in plaats van koel en nuchter te blijven? Tenslotte is het laatste wat ik van hem heb gehoord een ultrakorte SMS met welgeteld elf woorden:
naar Midden-Amerika, nu nog Uruguay. Geen idee wanneer ik terug ben.
Ik heb geen idee waar hij nu rondzwerft.
Hallo Eva, ik ben net weer thuis. Eindelijk! Het was een avontuurlijke reis, en helemaal geweldig. Wil je alles preciesvertellen, maar je vooral zo snel mogelijk weer zien. Nu ik weer hier ben en weet dat je in de buurt bent, is het verlangen niet te verdragen.
Vreemd, was onze verhouding dan niet voorbij? Ik lees zijn mail een paar keer door, probeer de een of andere verklaring of verstopte aanwijzing of misschien zelfs een verontschuldiging te vinden, maar ik vind niets. Ik leun achterover, staar naar de mail en wissel tussen woede, vreugde en verbazing. Wat verbeeldt hij zich eigenlijk? Eerst verdwijnt hij op stel en sprong zomaar wekenlang, dan duikt hij net zo verrassend weer op en verkeert dan in de veronderstelling dat alles gewoon verdergaat zoals eerst. Nou, niet met mij! Mijn vingers vliegen over het toetsenbord en tikken een antwoord. Ik lees, verwijder, typ opnieuw en vind gewoon de passende woorden niet.
“Wat doe je daar?” Kira staat plotseling achter me.
“…? Ik schrijf een mail.”
In de gang botst Wiebke met de stofzuiger tegen de deurpost en vloekt. Ik draai me om en kijk naar Kira.
“Is Tom er weer?” Ze streelt de kat, gaat op de stoelleuning zitten en staart brutaal naar mijn beeldscherm.
“Hmm. Ja. Waarom? Hoezo weet jij trouwens dat hij weg was?” vraag ik geïrriteerd.
“Je had een paar weken geleden een mail van hem op je beeldscherm staan.”
“Wat deed je in mijn kantoor?” vraag ik kortaf. “Je weet heel goed dat ik het niet kan uitstaan als er iemand aan mijn bureau zit.”
“Rustig maar, mama, wat is er ineens met je aan de hand? Heb je geheimen of zo?” vraagt ze spottend.
“Wat een onzin. Je weet dat ik dat gewoon niet prettig vind.”
“Ik wilde alleen snel iets googlen en toen heb ik die mail toevallig gezien. Jezus, stel je niet zo aan. Waar is Tom trouwens geweest?” Kira glijdt van de stoelleuning, perst zich tussen de katten, die zich niets van haar aantrekken, en maakt geen aanstalten om weer naar haar kamer te gaan.
“Eerst was hij naar het Caribische gebied, daarna naar LA en ten slotte naar Midden-Amerika. Ik heb het niet zo goed onthouden,” antwoord ik met opzet nonchalant.
“Maar in de mail stond dat hij nog naar Uruguay moest en dat is Zuid–Amerika.”
“Dat weet ik,” zeg ik ijzig en draai me naar mijn bureau. “Schatje, ik moet nu echt werken.”
“Hmm…” Kira blijft zitten en kijkt me wantrouwend aan. “Vertel eens, wat vind je eigenlijk van Tom?”
“Hij is aardig. Waarom?” antwoord ik en ik merk dat ik rood word.
“Gewoon zomaar,” mompelt ze, ze staat op, geeft me een kus en loopt naar de deur.
“Veel plezier met antwoorden,” roept ze en ze vertrekt.
Ik lees nog een keer wat ik heb geschreven en verwijder alles. Vandaag reageer ik niet.
Als ik om halfacht Vivianne en Hanna in ons favoriete restaurant tref, heb ik het artikel over vrouwen in de politiek half afgeschreven, nog twee keer Toms mail gelezen, maar niet beantwoord en voel me daar goed bij. Natuurlijk zitten Hanna en Vivianne al aan onze tafel, hebben een glas wijn in hun hand en proosten me toe.
“Is er iets te vieren?” vraag ik nieuwsgierig en ga snel zitten, omdat de ober langs me heen wil met een schaal oesters.
“Het gaat goed met Patrick, hij is zes kilo aangekomen en het aantal kankercellen in zijn bloed is snel gezakt,” zegt Vivianne stralend.
“En dat betekent?”
“Dat er op dit moment geen acute noodzaak is om hem nog verder te behandelen. Jullie weten niet half hoe blij ik ben.” Ze vertelt uitvoerig over de laatste weken in Zuid–Frankrijk, verkondigt dat ze haar huis in Amsterdam wil verhuren en voorlopig aan de Cóte d’Azur wil blijven.
“Het klimaat is gewoon beter voor Patrick. De artsen zijn er goed, en als het nodig is zijn we in twee uur met het vliegtuig hier.”
“Ja, maar zo ver weg?”
“Hm…Eva, het is daar echt heerlijk. In maart liepen we al in T–shirt en dunne jas over de markt en konden we heerlijk in de zon op een terras cappuccino drinken. Het is nu mei en dan is het daar zomer, we hebben al in zee gezwommen. En het belangrijkste is dat Patrick daar helemaal opbloeit. Warmte is goed voor hem.” Ze wacht even en praat dan verder. “Misschien kopen we nog een huis in Florida, om daar de wintermaanden door te brengen.”
“Nee hè,” zucht Hanna.
“Ik begrijp het wel, vooral als het daar zo veel beter met Patrick gaat,”zeg ik.
“Ik moet jullie ook iets zeggen. Fred en ik zijn uit elkaar,” flapt Hanna eruit.
“Wat? Waarom?” roepen Viv en ik in koor.
“Nou ja, niet helemaal,” verbetert ze zichzelf. “Waarom reageren jullie zo verrast?”
“Nou ja,” antwoordt Viv. “Je hebt tenslotte gezegd dat je het deze keer anders ging doen.”
“Ja, en ik heb echt het gevoel dat Fred de ware voor je is,” merk ik op.
“We gaan ook niet echt uit elkaar. Hij neemt alleen een eigen woning. Ik ben nu eenmaal niet geschikt om op elkaars lip te zitten.”
“Op elkaars lip? Je woning is bijna tweehonderd vierkante meter groot,” fluister ik sprakeloos.
“Ja, maar ik kan zo veel nabijheid gewoon niet verdragen. Hij loopt voortdurend om me heen. Als ik thuiskom heeft hij al gekookt, de tafel is gedekt, de wijn staat koud. Hij bemoedert me zoals mijn moeder dat vroeger deed, en dat werkt me enorm op mijn zenuwen. Bovendien,” zegt ze aarzelend, “heeft hij om de week de kinderen. Ik mag ze graag en ze zijn lief, maar dan ligt er overal rommel…”
“Logisch, het zijn kinderen,” zeg ik en schud mijn hoofd. Hanna is echt niet geschikt voor het normale gezinsleven.
“Fred gaat nu een woning zoeken die dichter in de buurt van zijn kinderen is. Hij mist ze en zou ze liever vaker bij zich hebben, maar weet ook dat ik er niet goed tegen kan als ik ‘s-avonds doodmoe van de redactie thuiskom. Dus hebben we besloten dat het beter is als hij vertrekt. Dan kan hij in zijn eigen huis de kinderen ook door de week bij zich hebben. We hebben dan een latrelatie en zien elkaar wanneer het uitkomt.”
“Hmm…” zeg ik nadenkend. “Living apart together, ik weet het niet. Jij gaat weer ongeremd werken en meer tijd doorbrengen op de redactie dan ergens anders. Jammer. Je had eindelijk een beetje een normale relatie met je baan en nu dit.”
“Je hebt gelijk. Maar laten we er nu over ophouden. Het is veel belangrijker dat we bestellen, anders verhonger ik nog. En daarna wil ik weten hoe het met mijn petekind gaat,” zegt ze vastbesloten en ze slaat demonstratief de menukaart open.
Ik vertel uitvoerig over de passessies bij Martijn, beschrijf de jurk, vertel over Thomas en zijn ontmoeting met Dirk.
“Jullie hebben volgende week vrijdag toch vrijgehouden? Kira verwacht jullie!”
“Ja! Wat denk je? Patrick komt er speciaal voor uit Zuid–Frankrijk. Hij wil er absoluut bij zijn. Sinds zijn ziekte praat hij vaak over Kira. Ik geloof dat hij er spijt van heeft dat we geen kinderen hebben en…Nee, dat moet hij je zelf maar vertellen.”
“Wat moet hij me zelfvertellen?”
“Dat kan ik nu echt niet zeggen, Eva. Ik heb het hem beloofd. Laat het maar, alsjeblieft,” smeekt ze.
Ik neem een slokje wijn, kijk hoe de ober de voorgerechten neerzet en kan de vragen die bij me opkomen maar met moeite onderdrukken.
“Ik weet nog niet of Fred meegaat.” Hanna leunt naar achteren en slaat haar armen over elkaar.
“Dat verbaast me niets.”Viv giechelt.
“Nee, daar gaat het niet om,” verdedigt Hanna zich. “Hij wilde er echt bij zijn, maar moet in het weekend verhuizen.” Ze trekt een gezicht.
“Zo snel?” laat ik me ontvallen. “Je zei daarnet nog dat hij een woning gaat zoeken. Wanneer hebben jullie die beslissing genomen?”
“Drie weken geleden of zo,” antwoordt ze zenuwachtig. “Heb jij eigenlijk geen nieuws?”
“Weer een verandering van onderwerp?” lach ik.
“Ja, alsjeblieft. Dit bederft mijn humeur. Nu naar jou!”
“Ach, er is niet zo veel te vertellen,” zeg ik ontwijkend.
“Eva, doe niet zo. Ik weet dat Tom vorige week teruggekomen is, en hij heeft vast en zeker contact met je opgenomen.”
“Wat? Vorige week al?” roep ik harder dan ik wil.
“Sst, niet iedereen hoeft het te horen. Hij is vrijdagavond geland, was gisteren, maandag dus, op de redactie en wilde met me over nieuwe projecten praten. Hij wil de komende weken hier werken en weigert opdrachten in het buitenland aan te nemen. Bovendien heeft hij gevraagd hoe het met jou gaat,” besluit Hanna veelbetekenend.
“Heeft hij nog geen contact met je opgenomen?” wil Viv weten.
“Jawel. Vandaag. Daarstraks, om precies te zijn. Een kort mailtje. Ik ben behoorlijk pissig.”
“Wat heeft hij geschreven?”
“Niets bijzonders. Hij wil me zien, verlangt ineens naar me en wil over zijn reis vertellen.”
“Ja, en?” vraagt Viv door.
“Niets, ja en,” antwoord ik kortaf terwijl ik mijn sashimi in de sojasaus doop.
“Heb je al geantwoord?” vraagt ze verder.
“Gelukkig niet en dat ga ik voorlopig ook beslist niet doen,” sis ik zachtjes terug.
“Eva, zo is Tom. Hij denkt er niet bij na. Tom is een vrije globetrotter. Dat hij nu een tijdlang niet weg wil, heeft waarschijnlijk iets te betekenen.”
“Nou, geweldig, en wat dan? Ik dacht dat dat gedoe met hem achter de rug was. Dirk en ik groeien net weer naar elkaar toe en nu meldt meneer zich weer, bazelt iets over verlangen en brengt me compleet in verwarring!” zeg ik boos. “Rotkerels!” Ik drink mijn glas wijn in één teug leeg. “Wat moet ik daar nu mee?” praat ik verder terwijl ik mijn glas weer volschenk.
“Je moet met hem praten, anders kunnen jullie niet meer samenwerken en dat zou een ramp zijn…voor mij,” zegt Hanna.
“Doe niet zo verdomd egoïstisch,” wijst Viv haar terecht.
“Jij hebt gemakkelijk praten, die twee zijn de beste combinatie die je je kunt voorstellen,” bijt ze van zich af.
“Hallo! Ik ben je vriendin en niet de een of andere journaliste die je naar believen kunt inschakelen,” klaag ik.