De volgende ochtend ontwaakte ik even abrupt als ik in slaap was gevallen.
Omdat ik min of meer bewusteloos was geraakt, had ik de gordijnen niet eens meer kunnen dichttrekken, waardoor nu de zweterige augustuszon door het grote raam binnendrong en me dwong onmiddellijk uit mijn nest te komen. In mijn ene hand zat een half gesmolten koekje, in mijn andere de afstandsbediening. Op de tv was nog steeds Friends bezig (hoewel ik er bijna zeker van was dat het een andere aflevering was). Volgens de wekker op het nachtkastje was het maandag, acht uur ‘s-ochtends: mijn eerste hele dag in New York.
Ik liet me uit bed rollen (waarbij ik trachtte de spiegel te vermijden) en wierp een blik uit het raam. Op Union Square was het al een drukte van belang. Het metrostation krioelde van de mensen en een slordig marktje had de halve stoep in beslag genomen.
Ik wilde net naar de douche lopen, toen een klop op de deur me uit mijn ‘wauw-ik-ben-echt-in-New-York-en-laat-ik-maar-niet-te-diep-nadenken-over-het-waarom-daarvan’—trance haalde.
‘Roomservice!’ riep een beleefde stem.
En zonder erbij na te denken, opende ik de deur—voor een van de knapste kerels die ik ooit, maar dan ook ooit had gezien. Hij was zeker één meter vijfentachtig, had dik donker haar met een middenscheiding dat net over zijn kraag viel, grote reebruine ogen en een babyzachte olijfkleurige huid, die scherp afstak tegen zijn friswitte kraagloze overhemd.
‘Mevrouw Clark?’
Ik geloof dat ik wel een soort van geluidje maakte, maar omdat dit niet echt klonk als een ‘ja’, deed ik er nog maar een knikje bovenop. Ik was me er zeer van bewust dat mijn gezicht nog vol kus-senvouwen zat, dat er nog steeds een gesmolten chocoladekoekje in mijn rechterhand plakte en dat ik mijn beha wel heel erg miste. Maar ja, die lag minstens drie meter van waar hij hoorde te zitten, achteloos weggesmeten op de grond naast mijn bed…
‘Jenny vroeg me alles naar boven te brengen dat zij ook als ontbijt zou willen hebben…da’s dus zo’n beetje onze hele menukaart. Mijn naam is Joe.’ Hij duwde een vers stomend karretje mijn kamer binnen, dat hij vlot verwisselde voor de aangevreten bende die Jenny gisteravond had achtergelaten. ‘Ik moest u ook een briefje geven. Dat ligt daar,’ wees hij. ‘Smakelijk eten.’ En hij schonk me een verpletterende glimlach en liep de kamer uit.
Zo, zien hotelobers er tegenwoordig zo uit? dacht ik, terwijl ik deksels optilde en de geuren opsnoof van wat er allemaal op het karretje te vinden was. Een omelet (geen liefhebber van), eieren met spek (misschien nog een beetje vroeg voor), pannenkoeken (altijd tijd voor) en onderop een heel assortiment ontbijtgranen en gebak, warme chocolademelk, melk en een pot ‘omdat-je-uit-Engeland-komt’—thee. Die lieve Jenny!
Na mijn douche, mijn ontbijt en nóg een aflevering van Friends, vouwde ik Jenny’s briefje open.
Hoi,
Ik hoop dat er iets lekkers voor je bij zat. Zoals ik al zei: ik ben een vreter. Ik sta stipt om halftien klaar in de lobby. Laat me niet zitten, anders kun je die roomservice voortaan op je buik schrijven! Vandaag is de eerste dagvan je herstelprogramma met dokter Jenny. Ik hoop dat je er klaar voor bent!
Jenny x
PS. Ik hoop ook dat je hebt genoten van Joe. Ik durf te wedden dat je ex er niet zo uitzag als hij je ‘s-ochtends ontbijt op bed bracht…
Toen ik hier hardop om lachte, vond ik dat maar raar klinken. Ik besefte dat ik mezelf al een paar dagen niet meer had horen lachen.
Mmm, het was in elk geval beter dan huilen. Maar, afgezien van lachen en lekkere obers: het was hoog tijd om de feiten onder ogen te zien. En, zo mogelijk nog schrikwekkender: om een blik in de spiegel te werpen.
De verlichting van het Union Hotel was speciaal ontworpen om je er zo flatteus mogelijk te laten uitzien, maar zelfs een zwak peertje, een wazige spiegel en maar liefst twaalf uur slaap konden weinig veranderen aan wat het verbreken van een relatie met je huid deed. Dus zocht ik mijn make–up;tas en keerde hem om op de rand van het bad. Het hield echt niet over! Ik deed wat mascara op, wat gloss op mijn lippen. Nog niet veel beter…
Mijn haar was een al even tragisch verhaal. Ik had het een eeuwigheid laten groeien voor Louisa’s gedroomde bruidsmeisjes-wrong; nu hing het er alleen maar slapjes en zielig bij. Ik knoopte het in een paardenstaart en hoopte er maar het beste van.
Met mijn kledingkeuze was het zo mogelijk nog erger gesteld: een spijkerbroek met een T–shirt of…een bruidsmeisjesjurk. En ik hoopte dat Jenny me ergens naartoe nam waar ik wat nieuw ondergoed kon kopen, want daar had ik ernstig gebrek aan. Toen ik tot dit grote avontuur besloot, had ik gedacht dat ik alles bij me had wat ik nodig had. In werkelijkheid had ik maar twee T–shirts, drie onderbroeken en een beha. En mijn Louboutins natuurlijk. Zucht. Geweldig!
Ik pakte mijn handtas en zette mijn tanden op elkaar. Het was vijf voor half tien: tijd om Jenny eens te gaan opzoeken in de lobby.
Jenny had ik zo gevonden.
De lobby was even strak en donker als gisteravond, maar zij stond geleund tegen de receptiebalie te stralen in een sexy citroen-gele zomerjurk met fijne goudkleurige teenslippers. Ik voelde me net haar oma! En het was me gisteravond ook niet opgevallen wat een ontiegelijk lange benen ze had. Misschien was dit ook weer niet zó’n geweldig iemand om vriendinnen mee te worden, net na het verbreken van je relatie…
Maar voor ik kon vluchten, had ze me al gezien en wenkte ze me.
‘Zie je wel!’ riep ze tegen het meisje naast haar—nóg zo’n stralende godin, maar dan in een receptionistenoutfit: een zwarte kraagloze blouse op een lange broek. ‘Ze bestaat! De ware heldin!’
‘Wauw!’ fluisterde het meisje, mij aanstarend.
Ik voelde me net een museumstuk van de Eastenders-set uit 1997. Hoe kwam ik erop dat ik mijn natte haar gewoon in een paardenstaart kon doen?
‘Wauw, jij bent…nou, zeg maar, een gigantische inspiratiebron. Je bent te gek! Ik ben Vanessa.’
Ik glimlachte wat ongemakkelijk. Te gek? Ik?
‘Hoi,’ zei ik tegen hen allebei, terwijl ik niet probeerde te denken aan het zwembandje dat zich wellicht boven mijn broekrand aftekende. ‘Ik wist niet precies wat we gingen doen, dus wist ik ook niet wat ik aan moest.’ De spiegel achter Vanessa vertelde me dat ik inderdaad een zwembandje had…
‘O, dit is prima,’ wuifde Jenny mijn zorgen weg en pakte me bij de arm. Ik zwaaide naar Vanessa, maar in plaats dat we naar de uitgang gingen, liepen we naar de lift. ‘Vandaag is fase één van jouw metamorfose.’
‘Metamorfose?’ herhaalde ik.
We stapten de lift in en Jenny drukte op een knop waar ‘Kuuroord Rapture’ bij stond. Zag ik er zó slecht uit?
‘Jazeker!’ zei ze. ‘Regel één na het verbreken van een belangrijke relatie: geef je over aan een dosis algehele vertroeteling. Welkom bij Rapture!’
Toen de liftdeuren openschoven, zag ik een enorme, luchtige ruimte—het tegenovergestelde van de hotellobby. Overal was licht en het rook er naar citrusvruchten en vanille. Er liepen talloze sereen kijkende schoonheidsspecialistes rond in lichtblauwe tunieken: glimlachend, grapjes makend en sjouwend met gigantische flessen shampoo, massageolie en bundels handdoeken. Door de boxen klonk Motown-muziek, net hard genoeg om te kunnen meezingen.
Een van de schoonheidsspecialistes wuifde ons dichterbij. Ze was klein en tenger, met pikzwart haar in een streng knotje, waardoor alle aandacht werd getrokken naar haar akelig scherpe jukbeenderen en lippen, waar zelfs Angelina Jolie nog een hoop Res-tylene voor nodig zou hebben.
‘Hai!’ Zij en Jenny kusten elkaar snel op elke wang. Toen keek het meisje naar mij. ‘Zo, dus dit is d’r dan!’
Jenny knikte. ‘Angela Clark, dit is Gina Fox, onze beste schoonheidsspecialiste. Zij gaat jou van top tot teen een opknapbeurt geven. Hoe klinkt dat?’
Zonder me tijd te geven om te reageren, pakte Gina mijn hand en trok me langs de receptiebalie mee naar een grote kleedruimte. ‘Jenny heeft ons verteld over je verbroken relatie, lieverd. Jij bent echt ongelooflijk!’ Ze wees naar een van de lichtblauwe badjassen. Ik nam aan dat het de bedoeling was dat ik me uitkleedde. ‘Maar als je verkering uitgaat, móét je wat veranderingen aanbrengen. Heb je wel eens gehoord van het gezegde: ‘Spoel die vent uit je haar’? Nou, ik ga hem er bij jou uit knippen!’
Jenny zat intussen aan het barretje bij de deur van een schaal brownies te snoepen. ‘Ik dacht aan een leuk bobje, iets klassieks,’ murmelde ze, met haar mond vol pecannoten.
Gina draaide mij rond en bestudeerde mijn kapsel van alle kanten. ‘Geweldige jukbeenderen: een bob is geen slecht idee. En een paar highlights misschien.
‘O nee, ik geloof niet dat ik een highlights-type ben…’ stamelde ik, lichtelijk in paniek. Highlights—dan zag ik meteen van die meiden in witte spijkerbroeken en glittertopjes voor me!
Gina keek me even scherp aan en draaide zich toen weer naar Jenny. ‘Gaat zij het me nog lastig maken?’ vroeg ze.
Jenny schudde vlug haar hoofd. ‘Welnee! Maar pak haar niet te hard aan, Gina: ze heeft een hoop meegemaakt.’ Ze pakte nog een brownie.
Ik nam plaats op een stoel bij een wasbak, waar Gina vlug een ‘voor-de-behandeling’—foto van me maakte, met een camera die ook Rapture als merk droeg. Toen ze me begon in te zepen, was ik blij dat ik mijn haar vanochtend al had gewassen: toen was het pas echt een gore puinzooi geweest.
‘Zo, lieverd,’ zei Gina. ‘En vertel me nu eens alles over jou.’
‘Nou…’ De rugleuning van de haarwasstoel bleek tot mijn verbijstering een massagefunctie te bezitten, die me nu net zolang afroste tot ik me willoos aan hem onderwierp. ‘Ik ben schrijfster. Nou ja, soort van: ik schrijf de boeken van kinderfilms, tv-pro-gramma’s en zo.’
‘Echt? Klinkt leuk!’ zei Gina, terwijl ze nog een dosis shampoo in mijn haar begon te masseren. Au, een tikje te ruw. ‘Zou ik er ook iets van kunnen hebben gezien?’
‘Misschien,’ mompelde ik, terwijl ik me overgaf aan Gina’s schedelmassage. ‘Ik heb aan zo’n beetje elke kinderfilm gewerkt die in de afgelopen vijfjaar is uitgekomen: grote groene boemannen, radioactieve spinnen, pratende schildpadden…’
‘Leuk!’ Ze knikte en perste haar knokkels in mijn slapen.
Ooooo…
‘In het begin welja, maar na een tijdje is het ook maar gewoon je werk.’
‘Wat zou je dan willen?’ kwam Jenny ertussen vanuit de stoel naast me. ‘Als je alles kon kiezen, wat zou je dan voor werk willen doen?’
‘Ik weet het niet,’ knorde ik, me eindelijk helemaal overgevend aan de zalige verzorgende massage. ‘Ik geloof dat ik dan een echte schrijver zou willen zijn. Je weet wel, mijn eigen dingen schrijven. Maar daar heb ik gewoon nooit tijd voor gehad.’
‘Nou, nu dus wel!’ zei Jenny. Ze klonk alsof ze weer aan de brownies zat. Wat ik tot nu toe van deze griet wist, was dat ze een tiran van het alleraardigste soort was én dat ze meer at dan wie ook, terwijl haar middel nauwelijks dikker was dan mijn bovenbeen. ‘Je hebt nu geen deadline, toch?’
‘Nee,’ moest ik toegeven. ‘Op het moment heb ik helemaal niks.’
‘Nou, blijf dan hier…en schrijf,’ zei ze.
Gina wikkelde ondertussen mijn haar in een handdoek en leidde me naar een andere plek.
‘Je zit in New York: zo’n beetje de beste plek op aarde om te schrijven. D’r zijn duizenden boeken geïnspireerd op Manhattan.’
Gina snoof. ‘Noem één titel, Jenny Lopez, en je krijgt honderd dollar van me—handje-contantje.’
‘Nou ja…technisch gesproken ben ik geen lezer,’ zei Jenny, bij het laatste woord aanhalingstekens in de lucht makend. ‘Maar ik moet me wel verdiepen in mijn studieobject: ik lees stapels zelf-hulpboeken!’
‘Als je bedoelt dat je stapels zelfhulpboeken koopt en ze dan overal in huis laat rondslingeren…dan klopt dat wel, ja,’ zei Gina.
‘Wonen jullie twee soms samen?’vroeg ik, terwijl ik de dodelijke blikken die Jenny Gina toewierp probeerde te ontwijken. Het was vast dolgezellig bij hen thuis!
‘Inderdaad…totdat Gina mij woensdag in de steek laat,’ zei Jenny, met een gespeelde snik in haar stem. ‘Ik kan het nog steeds niet geloven dat je mij dumpt…enkel om bedrijfsleidster van een schoonheidssalon te worden.’
Gina begon mijn haar te kammen: midden, links, rechts en weer terug naar het midden. ‘Ja ja: zomaar ‘een’ schoonheidssalon…niet het eerste internationale filiaal van Rapture in Parijs…Je overleeft het heus weljenny,’ zei ze, terwijl ze me in de spiegel aankeek. Als ze zich ontspande, leek ze zelfs iemand met wie je vreselijke lol zou kunnen hebben, in plaats van een onberispelijke schoonheidsterroriste.
‘Maar Angie, waar hou jij nog meer van: muziek, theater, zelf-hulpboeken?’
‘In elk geval,’ onderbrak Jenny haar, ‘vind ik het interessant dat jij de vraag ‘vertel eens wat over jezelf’ beantwoordt met informatie over je werk. Denk je niet dat je te veel tijd aan werken besteedt en te weinig aan de andere aspecten van je leven?’
‘Zou u denken, dokter Phil?’ zei Gina, mij een lastig antwoord besparend. ‘O, jij kunt soms zo vreselijk zwammen, Jen. Maar serieus: waar hou je, naast schrijven, nog meer van? Muziek, mode, hondenshows?’
‘Muziek, daar hou ik inderdaad van,’ zei ik, blij dat ik me weer op veilig terrein bevond. ‘Ik ben vooral gek op live optredens, festivals en zo. En ik heb een zwak voor indie-jongens. Je weet wel: smalle stropdas, leren jack, Converse-gympen…dat type.’
Jenny en Gina knikten grijnzend.
‘O ja, dat hebben wij ook gehad,’ zei Jenny en haar blik werd een beetje wazig. ‘Nou, jij hoeft alleen maar downtown te gaan en de naam van een of ander obscuur bandje te roepen. Zo’n mooie Engelse als jij: daar komen ze in bosjes op af!’
Gina lachte. ‘Ja, je kunt dat accent van je helemaal uitmelken…Maar ja, ik ben daar nu veel te oud voor,’ zei ze. ‘Ik hang nu op vrijdagavond liever rond op Wall Street. Ik zoek iemand die me via Tiffany’s meeneemt naar zijn appartement aan Park Avenue, niet via de kosteloze kliniek voor condooms naar een zolderetage in Brooklyn…O jongens, wat mis ik het twintigersleventje!’
‘Nou…ik word in oktober ook al zevenentwintig,’ zei ik, terwijl Gina met een kleine schaar in mijn haar begon te hakken. ‘Ben ik dan niet ook te oud voor dunne indie-jongens?’
‘Welnee, jij hebt nog wel een paar goeie jaren voor je,’ zei Gina. ‘Maar zou je niet eens iemand willen hebben die voor je zorgde? Grote sterke kerel…getraind, gespierde buikpartij, zwarte American Express-creditcard, goed gekleed…iemand die je gigantisch kan verwennen?’
‘Ik weet het niet; klinkt nog niet eens zo slecht. Mijn eh…ex werkte ook in de grote stad, maar ik zou hem niet bepaald ‘gespierd’ willen noemen…en hij was ook nog een enorme krent,’ zei ik traag. ‘Ik heb eigenlijk nooit zo naar jongens gekeken. Ik geloof dat ik op dat punt nog niet echt volwassen ben. Stom, hè?’
‘Nou…om te beginnen moet je eens ophouden met ze ‘jongens’ te noemen, Angie,’riep Jenny. ‘Wat jij nodig hebt, is een man! Misschien zelfs meerdere…’
‘Tja…misschien zou dat niet eens zo erg zijn: iemand die meer weegt dan ik…God nee, ik ben veel te oud voor dat verkerings-gedoe! Ik kan er maar niet over uit dat dat nu allemaal weer moet. Shit, op mijn zesentwintigste weer daten en zo…’ Ik kon me er werkelijk niets bij voorstellen.
Jenny schudde haar hoofd. ‘Ik wou dat mijn volgende verjaardag pas mijn zevenentwintigste was: ik word in juli alweer dertig!’ Ze liet haar hoofd op mijn armleuning vallen. ‘Da’s toch niet te geloven? Ik kan toch geen dertig worden, zonder dat ik ook maar één van mijn levenswensen heb vervuld?’
‘Maar jouw levenswensen zijn: Oprah ontmoeten, werken bij Oprah, bevriend raken met Oprahs hele vriendenkring en dan stilletjes Oprahs plekje in de harten van het hele land innemen,’ zei Gina.
Er lag intussen een hoop haar op mijn schouders, maar nog meer op de vloer.
‘Tot nu toe heb je Oprahs boeken gelezen, Oprahs tijdschriften gekocht, naar Oprahs shows gekeken en al je vrienden op de kast gejaagd door het constant over Oprah te hebben.’
‘Dat klopt, maar dat zijn allemaal belangrijke stappen als je het volgende nationale geweten wilt worden. En miljardair,’ zei Jenny met een vastberaden blik. ‘Wat zijn jouw levenswensen eigenlijk, lieverd?’
Ik dacht even diep na.
‘Ik geloof niet dat ik die heb,’ zei ik. ‘Of misschien…dat er een echt boek van mij wordt uitgegeven, of dat ik een column in een tijdschrift krijg of zoiets. Maar ik weet het niet, hoor: dat soort dingen is niet eenvoudig.’
‘Maar je kunt het wel,’ zei Jenny en ze haalde een notitieblok en een pen uit haar tas. ‘Je moet alleen zorgen dat je het allemaal goed organiseert. Laten we maar eens een lijst maken. O, dit vind ik pas leuk!’
Gina trok aan weerszijden van mijn kin aan mijn haar, om te zien of de lengte gelijk was. ‘Jezus Angela, je hebt een monster gecreëerd. Als je die griet eenmaal een project geeft…’ Ze tikte met haar schaar op Jenny’s notitieblok. ‘Maar nu even geen geklets: ik ga mevrouw hier eens even lekker laten uitwaaien.’
Twintig minuten later had ik een prachtige hippe bob op kinlengte, met een dramatische schuine pony tot dwars over mijn rechterjukbeen. Het stond volwassen en tegelijkertijd beeldig, modieus maar niet té. Ik betwijfelde of ik er ooit beter uit zou kunnen zien.
‘En nu…’ zei Gina, terwijl ze een likje wasachtig spul uit een potje haalde, ‘hebben we diverse mogelijkheden, afhankelijk van wat jij nietje leven wilt. Wat je op dit moment voor je ziet, is de Park Avenue Prinses. Zo kun je elke uitgeverij binnenstappen en een boekcontract afdwingen: supergeraffineerd.’
Jenny zat enthousiast te knikken.
‘Maar zo…’ Gina wreef de was uit in haar handen en stortte zich toen op mijn hoofd: duwde mijn haar naar voren, trok haar vingers door mijn hele kapsel…En toen ze alles weer naar achteren zwiepte, had de strakke bob plaatsgemaakt voor een wilde, rommelige laagjeslook—iets dat ik zelf ook wel eens voor elkaar had proberen te boksen, maar dat er uiteindelijk gewoon uitzag alsof ik met nat haar was gaan slapen. ‘…ben je helemaal klaar om de Lower East Side met al die hippe luitjes op zijn kop te zetten. Vind je het wat?’
‘Goh, bedankt,’ mompelde ik. Ik wist van blijdschap niet wat ik moest zeggen. ‘Nooit geweten dat ik er zó goed kon uitzien.’ Ik bleef maar aan mijn haar voelen: heel voorzichtige kneepjes in de onderkant, voor het geval het…plof… in het niets zou verdwijnen als ik er te veel aanzat.
‘Ik wil jou vanaf dit moment nooit meer met een haartje verkeerd tegenkomen!’ zei Gina, met zo’n strenge blik dat ik de leiding van Rapture Parijs in stilte heel even bedankte voor hun besluit.
‘Oké, liefste Angie: pak nu je tas. Dan neem ik dat coole kapsel van jou eens mee de stad in. ‘Jenny propte nog een halve brownie in haar mond en trok me omhoog uit mijn stoel.
‘Waar gaan we naartoe?’ vroeg ik, terwijl ik Gina een klein beetje volume liet wegborstelen, zodat het ergens tussen de strakke bob en de waanzinnige warbos uitkwam. ‘Want ik ben niet echt gekleed voor…’
Jenny pakte mijn hand en schonk me een blik, die je eerder zou gebruiken voor een bejaard familielid dat denkt dat het nog 1947 is. ‘Schat, dat is exact waarom we gaan naar waar we naartoe gaan.’