Hoofdstuk 13

Ik was die zondagochtend al aan mijn derde Starbucks Venti Wet Latte toe, voor ik bereid was te accepteren dat een blog schrijven niet zo’n eitje was als ik had gehoopt. Ik zat maar naar dat lege witte scherm te turen, wachtend op inspiratie…

Mary had gevraagd om een introductie en drie dagboekstukken. Het was natuurlijk het meest logisch om dan donderdag, vrijdag en zaterdag te nemen. En zij had erop gestaan dat het thema ‘daten’ werd, wat inhield dat mijn eerste afspraakjes met Tyler en Alex er ook in moesten. Maar ik wist niet hoe ik daarover moest vertellen zonder te klinken (a) als een enorme slet en (b) alsof ik met de hele stad over twee mannen zat te roddelen. Was dat niet vreselijk bot? Kon je wel zonder toestemming over iemand bloggen? Zat ik werkelijk in een Starbucks in New York, opgefokt door de cafeïne, mezelf stomme vragen te stellen?

Ik dronk mijn restje koffie op en begon te tikken. In plaats van me druk te maken over wat anderen wel niet zouden denken, probeerde ik te bedenken wat ik zou willen lezen. Dus begon ik te schrijven over iets makkelijks, iets waar ik gek op was.

Mijn superfantastische Mare Jacobs-tas.

De avonturen van Angela: hoe een handtas een gebroken hart heelde.

Ik schonk de tas een liefdevolle blik en gaf hem een zacht klopje—maar uiteraard niet zo hard dat ik hem eventueel zou kunnen beschadigen. Ik kon nog steeds maar moeilijk geloven dat ik een halve hypotheekaflossing aan een handtas had gespendeerd. Een paar stukjes leer en metaal, aan elkaar genaaid om mijn spullen te bewaren—aan elkaar genaaid door engelen…

Waarom had ik eigenlijk nooit eerder zoiets fabelachtigs gekocht? Waarschijnlijk omdat ik niet vond dat ik dat verdiende. Zoals ik ook dacht dat ik het niet verdiende om uit te gaan met hunks als Tyler en Alex. Zoals ik dacht dat ik deze blogklus eigenlijk niet verdiende. Zoals ik ook niet nog een kop koffie verdiende. Wacht, die had ik ook niet echt nodig. Maar ik had ‘m toch. Net als die tas dus. Ach, stik ook maar!

Ik typte verder en stortte me er helemaal op: alle details. Het was grappig: de Angela uit mijn dagboek leidde zo’n heerlijk leventje, zonder al die vervelende zorgen die de echte Angela plaagden. Aan het eind liep ik alle stukjes nog eens door en wiste alles wat mijn moeder overstuur zou maken. Daarna zette ik het er weer in. Geen koffie meer voor mij!

Toen de dagboekstukken klaar waren, ging ik weer naar de introductie. Omwille van Mary móést ik terug naar dat rotmoment van het verbreken van mijn relatie—en dat net nu alles weer een beetje begon te lopen. En hoe zwaar ik ook onder de cafeïne zat, dit was echt stukken lastiger dan die dating-stukjes.

Mijn hele leven was ik al ‘iets’ van iemand anders: Annettes dochter, Louisa’s hartsvriendin, Marks vriendin…Maar wie was ik nu? Ik was gevlucht voor een leven als Marks ex, het bruidsmeisje dat de trouwerij had verpest, het meisje dat weer bij haar moeder woonde. De afgelopen week was ik voor Jenny, Erin en Vanessa die ietwat gekke meid met die nare⁄heldhaftige verbroken relatie geweest. Bij Tyler was ik die eigenaardige Engelse meid die graag mannenbanden brak; bij Alex was het me gelukt dit terug te brengen tot gewoon een wat eigenaardige Engelse. Met een beetje geluk kreeg ik tegen het eind van de maand iemand zover dat hij mij omschreef als:’Gewoon een meisje dat ik heb leren kennen; ik geloof dat ze uit Engeland komt’.

Ik besloot dat er maar één ding opzat: meedogenloos eerlijk zijn. Ik opende het dagboek waaraan ik in het Union was begonnen en las het door. Alles stond erin: hoe ik Mark had aangetroffen op die parkeerplaats, hoe ik tegen Louisa tekeer was gegaan, hoe ik Tim met mijn schoen had gemept…tot aan hoe ik in Marks toilettas had geplast. Dit was de versie voor Mary! Of misschien niet dat plassen in die toilettas…Met appeltje-X was het hele incident verdwenen—al bleef ik met een vage glimlach rond mijn lippen zitten, terwijl ik me de blik op zijn gezicht voorstelde, de volgende keer dat hij zijn dassenharen scheerkwast wilde gebruiken. Inderdaad Mark, hij ruikt een beetje raar!

Hoewel Jenny me verzekerde dat er niks mis was met twee mannen tegelijk daten (én erover bloggen), voelde het toch een beetje vreemd om minder dan vierentwintig uur na mijn date met Alex alweer met Tyler uit te gaan. Ik had me zelfs al afgevraagd wat het protocol ervan zou zeggen als ik Jenny voorstelde hem van me over te nemen (hij was precies haar type), maar toen ik de deur van ons appartement opendeed en hem zag staan—van top tot teen in Armani—verwierp ik dat idee onmiddellijk weer.

‘Hai!’ riep ik uit. Toen ik zijn kus op de wang accepteerde, voelde ik me meteen veel te eenvoudig gekleed in mijn Splendid T–shirtjurkje en Havaiana’s. ‘Eh…je zei toch dat we naar de bioscoop gingen?’

‘Klopt,’ zei hij, knikkend in de richting van een taxi, die met draaiende motor aan de overkant van de straat stond te wachten. ‘Maar toen bedacht ik dat jij nog maar een week in de stad bent en dat ik New York echt een slechte dienst zou bewijzen, als ik gewoon met je naar een megabios ging voor de een of andere Ca-meron Diaz-film. Dus heb ik iets anders bedacht. Ik hoop dat je het niet erg vindt?’

‘Dat niet,’ zei ik, terwijl we naar de zwarte auto liepen. ‘Alleen, ben ik dan wel goed gekleed?’

Echt, moest je hem zien: zwart Armani-pak, wit shirt met de eerste knoopjes open, geen haartje verkeerd.

‘Uitstekend,’ zei hij en liet zijn arm om mijn schouder glijden. ‘Je vindt het vast geweldig, dat beloof ik je.’

Dus haalde ik mijn schouders op en glimlachte. Alles onder controle. Een kleine verrassing zoals een andere locatie kon geen kwaad.

Enkele gespannen momenten vol getoeter later, stopten we voor een theater.

‘Het is net zoiets als naar de film,’ zei Tyler, terwijl hij het portier opende en me hielp uitstappen.

Maar daar leek het helemaal niet op: we gingen naar een heuse Broadway-show! Ik was door het dolle heen.

‘Ik heb kaartjes voor Wicked weten te bemachtigen, via iemand op mijn werk. Moet erg goed zijn. Heb jij het al gezien?’

Ik schudde mijn hoofd. ‘Maar dat is fantastisch! Daar wilde ik in Londen al naartoe, maar het kwam er nooit van. Ik ben stiekem dol op musicals.’

‘Nou, je zei immers dat je van muziek hield,’ zei hij, terwijl hij me professioneel door de lobby leidde.

Mmm, interessante conclusie. Maar mij hoorde je niet klagen: wat een aardige, attente vent! En toen die aardige vent me met een arm rond mijn middel naar mijn plaats op de derde rij begeleidde, voelde ik ook weer dat hij zeer regelmatig de sportschool bezocht.

‘Zo, en heb je nog handen gebroken sinds onze laatste ontmoeting?’

Ik schudde mijn hoofd en had er nu al spijt van dat ik hem had verteld over het verbreken van mijn relatie. De Regels waren er niet voor niets, begreep ik nu. ‘Nee, maar ik heb wel een baantje gevonden,’ vertelde ik, expres de details voor me houdend. Ik dacht niet dat het hem zou kunnen bekoren, dat hij een van hoofdrolspelers in een online-zoektocht naar de liefde was.

‘Maar das geweldig!’ zei hij en kuste me volkomen onverwacht. ‘Dan vieren we dat vanavond dus! Waarom heb je dat niet meteen verteld?’

‘Ach, zoveel stelt het nu ook weer niet voor,’ zei ik blozend. Goh, hij vond dat ik hem dat had moeten vertellen—wat lief…’Het is maar online; het komt niet eens in het tijdschrift.’

‘Bagatelliseer het nou niet,’ wees hij me terecht. De lichten flitsten tweemaal achter elkaar. Tyler pakte mijn hand. ‘Je zei dat je een echte schrijfster wilde worden…en nu ben je het al!’ Hij keek me van opzij aan. ‘Jij bent een bron van inspiratie, weet je dat? Nog maar één week in de stad en kijk eens wat je allemaal al hebt bereikt. Ik hoop echt dat iets van dat geluk ook op mij zal afstralen.’ Hij wist echt precies wat hij moest zeggen om me het gevoel te geven dat ik speciaal was. Toen het orkest inzette, boog hij zich over de fluwelen armleuning en kuste me heftig.

‘Mmm, dat zou best wel eens kunnen helpen bij het afstralen van dat geluk,’ zei ik, waarna ik mijn lippen opeen perste na die eindeloze zoen.

‘Nou, ik ben bereid het te blijven proberen, net zolang tot het lukt,’ fluisterde Tyler toen de acteurs op het podium verschenen.

Ik zakte onderuit en grijnsde in het donker. Vanavond had ik in ieder geval al wat voor mijn dagboek.

De rest van de avond was o zo bijzonder.

Ik liet me volledig meeslepen door de romantiek van de voorstelling: kneep in Tylers hand, legde mijn hoofd op zijn schouder, begroef mijn gezicht in zijn jasje tijdens de droevige stukken. Na afloop slenterden we naar een kaarsverlicht restaurantje om de hoek.

In enkele uren tijd was ik veranderd in een spinnende poes: een en al koket gegiechel en geaai over zijn strakke biceps. Mijn god, als Mark had geweten dat musicals dit effect op mij hadden, had hij me misschien vaker naar een voorstelling meegenomen.

‘Jij bent echt bijzonder,’ zei Tyler, terwijl hij me ijs voerde met zijn lepeltje (stelletjesgedrag waar ik gewoonlijk van moest braken, maar bij Tyler leek het gewoon lief en schattig). ‘Gewoon niet te geloven dat je dit alles in één week voor elkaar hebt gebokst. Ik geloof niet dat ik zulke grote risico’s durf te nemen.’

‘Het is zo raar als je iemand anders jezelf hoort omschrijven,’ zei ik, terwijl ik hem een hapje kwarktaart aanbood in ruil voor het ijs. ‘Het enige riskante wat ik heb gedaan, is naar New York gaan. Maar dat pakt inmiddels aardig goed uit. Misschien moet ik maar eens wat vaker risico’s nemen.’

‘Lijkt me een prima idee,’ zei Tyler. ‘Ik heb mijn leven al helemaal uitgestippeld: Ivy League-universiteit, goede baan bij een hele goede bank…vervolgens moeten er een vrouw en kinderen komen, verhuizen naar Connecticut en dan na mijn pensioen naar Florida.’

‘Klinkt leuk,’ zei ik, hoofdschuddend. ‘Ik had ook zoiets in de planning staan, tot ik mijn vriend met zijn onderbroek rond zijn enkels aantrof. Kan ik niemand aanraden.’

‘Als ik mijn vriend met zijn broek op zijn enkels had aangetroffen…was er iets drastisch mis met mijn levensplan.’ Zijn ogen twinkelden, terwijl hij hoofdschuddend lachte.

O, hij ziet er ook nog leuk uit als hij lacht, dacht ik, mijmerend over zijn sterke punten. Lief, grappig, fantastische vooruitzichten, behandelt me als een prinses, en—om heel eerlijk te zijn: niet bepaald rot om te zien en met een paar keiharde buikspieren onder dat pak.

‘Maar eh…als je inderdaad drastisch van je plan moest afwijken…’ Ik moest het scheurtje in al die perfectie zien te vinden. ‘Wat zou je dan doen?’

‘Hm…weet ik niet,’ zei hij, achteroverleunend. ‘Als ik volkomen egoïstisch bezig zou mogen zijn? Als ik alles kon doen wat ik wilde?’

‘Alles,’ zei ik.

‘Dan…zou ik eenjaar vrij nemen om de Yankees achterna te reizen. En naar élke wedstrijd gaan,’ zei hij, wazig voor zich uit grijnzend. ‘Kun je het je voorstellen?’

‘Niet echt,’ zei ik fronsend. Dat was bepaald niet het romantische antwoord waarop ik had gehoopt.

‘Of ik zou een eiland huren, zoals die vent van Virgin,’ zei hij.

‘Necker Island?’ Mmm, dat leek er meer op!

Hij knikte. ‘Dan zou ik Necker Island huren en me een paar maanden gedeisd houden. Alleen maar zon, zand en een paar flessen goede wijn en whisky. En een satelliet-tv, voor de wedstrijden van de Yankees. O, en WïFi natuurlijk—zodat jij kunt blijven schrijven.’

‘O. Zou ik er dan ook zijn?’ vroeg ik, spelend met mijn servet.

‘Tja, het is mijn fantasie,’ zei hij en pakte over de tafel mijn hand. ‘Dus mag ik meenemen wie ik wil.’

Terwijl ik zwijgend van top tot teen zat te blozen, probeerde ik zijn blik te zoeken, maar ik was plots een Grote Meid geworden en kon hem niet eens aankijken.

‘Het eten is hier geweldig, maar de koffie is verschrikkelijk,’ fluisterde hij, zo hard dat de voorbijlopende ober het kon opvangen. Deze snoof luid en liep door. ‘En ik heb zo’n gevoel dat we hier niet langer welkom zijn,’ lachte hij. ‘Ik daarentegen, heb geweldige koffie. Dus eh…heb je zin om mee te komen?’

Ik keek naar de ober, die onze rekening al stond uit te printen. Hij keek alsof hij veel zin had om in onze koffie te spugen—op zijn minst.

‘Ik woon tien minuutjes hiervandaan,’ zei Tyler, terwijl hij zijn portemonnee tevoorschijn haalde en, zonder naar de rekening te kijken, de legendarische zwarte Amex-kaart erbovenop legde. Ik had vanavond echt voor mezelf willen betalen, maar ergens vond ik het ook fantastisch dat hij dat niet goedvond. ‘En dan bedoel ik echt goede koffie: ik heb een Gaggia.’

Wat een Gaggia ook wezen mocht, het gaf de doorslag. Ach, het ging tenslotte ook maar om een kop koffie: Tyler zou vast niet minder heer zijn dan Alex.

Dus doken we een taxi in en reden langzaam een rondje om het park, naar een deel van de stad waar ik nog niet was geweest, prachtig verlicht in de avond.

‘Zullen we de laatste paar blokken lopen?’ vroeg Tyler, alsof hij mijn gedachten kon lezen.

Ik knikte gretig. Dus sprong ik even later op de stoep, leunde tegen de lage muur en keek uit over het meer. Het leek wel een scène uit een film. Mijn film.

‘Je vergeet soms hoe je boft dat je dit allemaal om de hoek hebt,’ zuchtte hij, terwijl hij zijn jasje uittrok en het om mijn schouders legde. Het was nog warm en rook licht naar zijn aftershave. ‘Altijd bijzonder om het door iemand anders’ ogen te zien.’

Toen ik me omdraaide om iets te zeggen, werd me de mond gesnoerd door een zoen. Zijn armen kropen rond mijn middel en zonder los te laten, tilde hij me op en zette me op het muurtje, alsof ik van lucht was, zo licht als een veertje. Ik drukte me tegen hem aan en liet de zoen steeds heftiger worden, tot mijn handen door zijn dikke haar woelden en mijn benen zich onbezorgd om de zijne wikkelden. Ik vergat totaal dat ik midden op een drukke straat zat—zo volledig gaf ik me over aan deze zoen, dit moment.

Alle frustraties kwamen omhoog: van al die avonden dat ik alleen in bed op Mark had liggen wachten, elke hoopvolle glimlach die ik had afgewezen, elke aanraking die niet was beantwoord; ja, zelfs Alex’ weigering gisteravond om met me mee naar boven te komen (hoe eerzaam zijn bedoelingen ook waren): ik gooide het er allemaal uit in de ene zoen.

‘Mijn appartement is hier om de hoek.’ Tyler maakte zich voorzichtig van me los.

Zijn ogen gloeiden en ik wist gewoon dat ik niet anders meer kon: ik verlangde zo vreselijk naar hem! De absolute zekerheid dat ik waanzinnig verwend zou gaan worden, brandde in mijn borst, terwijl we ons zwijgend voortbewogen—ergens tussen een snelle wandeling en langzaam rennen in. Het was maar een paar minuten naar zijn appartement aan Park Avenue, maar het leek wel duizend kilometer.

Eenmaal daar, struikelden we naar binnen, waarna ik onmiddellijk aan dat mooie pak van hem begon te trekken en mijn teenslippers uitschopte, terwijl we door de gang stommelden.

Ik wist dat ik eigenlijk even een stapje terug moest doen, om na te denken over waar ik mee bezig was. Maar het kon me niet schelen; het kon me niet schelen of ik dit slechts deed uit wraak—een soort duivelsuitdrijving via seks—of dat het gewoon iets was waar ik aan toe was, met iemand naar wie ik verlangde. Het enige wat ik dacht, was dat de deurknop die in mijn onderrug drukte moest worden omgedraaid, als hij tenminste naar de slaapkamer leidde…

Dat bleek inderdaad het geval. Tyler trok me naar binnen en knipte het zachte bedlampje aan, nadat we ons op zijn gigantische bed hadden laten vallen.

Nee, dit is niet het moment om te piekeren over je drijfveren, zei ik tegen mezelf. Ik voelde me klein en tenger, toen Tyler boven op me kwam liggen en met zijn handen al mijn rondingen begon te onderzoeken, zijn lippen nog steeds op de mijne. Dit was het moment om mijn lichaam voor me te laten beslissen.

En als alle beslissingen van mijn lichaam zo lekker aanvoelden, zou ik het van nu af aan een stuk vaker raadplegen…

De ochtend kondigde zich aan met het schrille gepiep van een wekker.

Ik had geen idee hoe laat het was, maar het voelde nog vroeg, erg vroeg. Terwijl ik me uitrekte, verwonderde ik me over de breedte van het bed, de zachtheid van de lakens, de felheid van de zon door dat enorme raam…

Ho eens even.

‘Goeiemorgen!’ Daar stond Tyler in de deuropening, geheel gekleed—pak mét das.

Geschrokken trok ik de dekens tot onder mijn kin omhoog. Ik gluurde even snel en ja hoor: ik had niks aan!

Hij ging op de rand van het bed zitten en zette twee dampende bekers koffie op het nachtkastje. ‘Omdat we daar gisteravond niet meer aan toe zijn gekomen,’ zei hij en boog zich naar me toe voor een lange, trage zoen.

Ik wist nog steeds niet wat ik moest zeggen.

‘Sorry, dat het zo vroeg is,’ ging hij gewoon verder, terwijl hij zijn koffie pakte en bedachtzaam een slok nam. ‘Maandag is altijd een klotedag: dan moet ik binnen zijn voor het begin van alle besprekingen, anders kan ik wel inpakken. Normaalgesproken zit ik de hele zondagavond altijd aan mijn BlackBerry gekluisterd, maar zoals je weet had ik gisteravond wat beters te doen.’

Ik glimlachte vaag en tastte naar mijn beker. ‘Mm-mm,’ knikte ik en nam voorzichtig een slokje. Hoe langer ik dit rekte, hoe kleiner de kans dat ik een fatsoenlijk gesprek moest voeren. Verdomd, dacht ik terwijl ik nog een slok nam, hij zet echt een fantastisch bakje!

‘Maar goed, ik moet eens gaan.’ Hij streek over mijn haar en kwam nog een kus halen. ‘Je kunt naar huis gaan wanneer je maar wilt, oké? De deur valt vanzelf in het slot, dus geen zorgen over het alarrn of zo. Bel je me?’

Ik knikte.

We zoenden nog één keer. Toen stond hij op en liep de kamer uit.

Ik zette mijn koffie weg en verstopte mijn gezicht in het kussen—waardoor ik niet zag dat hij nog even in de deuropening bleef staan.

‘O ja,’ zei hij,’en succes met die bespreking bij The Look, hè!’

Godzijdank: niks over hoe geweldig het vannacht was. Dat kon ik niet aan, hoor.

‘Goh, bedankt,’ wist ik uit te brengen, zonder overeind te komen.

‘En ik wilde toch ook nog even zeggen dat ik het vannacht echt…’

Mmm, te vroeg gejuicht. ‘…geweldig vond.’ Oké, bijna perfect.