Drieëntwintig

“Zie je die daar in het blauw, dat is Catthoors vrouw!” Liedje knikte discreet in de richting van een vrouw in een mantelpakje.

“Ze is een stuk jonger dan hij,” zei Iris. Ze was bij Liedje aan tafel gaan zitten die ook zonder ouders of andere aanhang naar het feestje gekomen was.

“Zij is na de affaire met Letty gekomen.” Liedje lachte: “Moet je zien hoe ze naar Letty kijkt. Ze lust haar rauw.”

Tegenover Letty verzonk de vrouw van Catthoor bijna in het niet. En Letty pakte extra uit. Ze stond superenthousiast met iedereen te praten en te lachen zodat het des te meer opviel hoe duf die andere was. Makkelijk zat op eigen terrein.

Iris wist niet zo snel voor welke van de twee ze was, Liedje was duidelijk pro Letty. Misschien moest zij dan maar doen alsof ze aan de kant van de duffe kip stond.

Toen kwam de man zonder kin behoedzaam om zich heen kijkend de geïmproviseerde feestzaal in.

Catthoor stapte naar hem toe en wees in hun richting.

Liedje werd zo rood als een tomaat.

“Doe normaal, deze keer,” fluisterde ze Iris toe.

Ribaut schudde eerst Liedje de hand, dan haar. Het was maar een slap handje.

“Iris ken je al,” zei Liedje ietwat stijf. “Ze had niemand, dus is ze maar bij mij komen zitten. Maar ze is vandaag wat beter gezind dan die keer in de winkel.”

“Ja hoor,” zei Iris.

“Dat doet me genoegen,” zei de man.

“En ik doe alweer helemaal normaal.” Ze lachte hem toe. “Daar houden de mensen van.”

“Dat is zo,” zei hij doodernstig. Hij had niet eens in de gaten dat ze hem in de maling nam. “Als je dit inziet, dan ben je al een hele stap vooruit. Daar heb ik het met Lidewij al over gehad. Is het niet, Lidewij?”

Hoe was het mogelijk dat Liedje met zo’n allemachtige slijmbal van een man iets had?

“En heb je nog een geschikte bril gevonden?”

“Ja, ik heb er een. Het is een rotding, maar ik zie veel scherper.”

“Het is een prachtig hulpmiddel.”

Ze keek hem even aan. “Ja ja, een zegen voor de kippige mensheid.”

Liedje kwam in staat van alarm.

“Jullie voeren vast veel goede gesprekken, u en Lidewij.”

Hij antwoordde niet meteen.

“Ik ook. ‘s-Avonds in bed voor het slapengaan. Lidewij is daar heel goed in.”

“Als je maar voldoende nachtrust krijgt.”

“En kunt bewegen in de frisse lucht,” voegde Iris eraan toe.

De man leek daar even over na te denken en knikte toen bedachtzaam.

“Wij doen dat allemaal hier, we moeten wel, bewegen in de frisse lucht,” zei Iris. “Iedere ochtend. Rondjes lopen. Daarna opdrukken en pompen.”

“Dat is voor je bestwil,” meende hij.

“Ik weet niet waarvoor een meisje goed moet kunnen pompen…”

“Daar is Letty, meneer Ribaut. U moet met haar kennismaken, zij is hier mijn beste vriendin,” riep Liedje schril. Ze reed snel naar de verpleegster toe.

Meneer Ribaut zag de verpleegster en vergat Iris meteen. Iets lichtte op in zijn kinloze gezicht toen Letty hem de hand schudde. Hij probeerde min of meer een andere man te worden.

Iris zag het allemaal aan. Letty deed het weer. Ze deed het iedere keer met mannen. Nu keek ze de kinloze minnaar van Liedje schaamteloos lang en intens aan. Zo’n blik van: daar is-ie dan eindelijk, superman. Het was een verrekt geile rotstreek. Zelfs al wist ze niet dat die vent iets met Liedje had.

Cara kwam eraan gereden. Zij zag het ook gebeuren. Heel even kruiste haar blik die van Iris, ze wisselden een blik van verstandhouding. Hun eerste.

En die Liedje noemde Letty haar beste vriendin. Iris was er niet rouwig om dat ze geen beste vriendinnen had. Dan maar eenzaam.

Reiniers vriend, de componist die zo sterk op een vertegenwoordiger leek, was bij Cara, hij herkende Iris ook en duwde Cara’s rolstoel haar richting uit. Hij leek blij Iris te zien, maar Cara zei iets tegen hem en toen reed hij met haar naar de drankenbalie.

Iris zag het allemaal gebeuren en hoewel ze erop voorbereid was en zich ertegen trachtte te wapenen, deed het pijn. Iedereen in Rosa’s Huis was zogezegd heel aardig en tegemoetkomend. Maar in feite was het evengoed een krokodillenvijver als alle andere plekken waar mannetjes en wijfjes om elkaars gunsten dongen.

Iris zat een poosje alleen. Natuurlijk hield ze de schijn hoog dat ze zich uitstekend vermaakte. Maar bijna ging het haar spijten dat ze thuis gezegd dat haar ouders niet moesten komen.

Toen kwam Catthoor naar haar toe: “Durf je je aan een dansje te wagen met deze oude man?”

“Ik kan niet dansen.”

“Hindert niet. Gewoon volgen, meer niet. Ik leid, jij volgt.”

Hij legde zijn hand op haar heupen van gips. Ze schuifelden langzaam over de geïmproviseerde dansvloer.

Iris was ervan overtuigd dat ze allemaal naar haar en Catthoor keken.

“Het lukt wel, hè. Ik leiden, jij volgen.”

Iris zuchtte.

“Toen ik jong was, dansten we wel iets anders. Dit is wat te tam naar mijn smaak,” zei Catthoor.

“Na de Eerste Wereldoorlog, hè? Was dat niet de charleston?”

“Zodra je uit het gips bent, moet je leren rock-‘n-rollen. Dat je eindelijk wat van die vreselijke energie kwijtraakt. Dit is het eerste wat je aan de dokter moet vragen.”

Na het dansen stelde hij haar aan het blauwe mantelpakje voor. Iris gaf haar keurig een hand. Om mevrouw Catthoor te laten zien dat er aan haar opvoeding gewerkt was. Het mantelpakje zocht naar iets om tegen haar te zeggen. Maar waarmee moest ze aankomen bij een onbekend meisje dat door haar man werd opgevoed: valt hij bij jullie een beetje mee, mijn Fredje? Kijkt hij bij jullie ook altijd de kat uit de boom?

Mevrouw Catthoor vroeg wat Iris studeerde en wat ze later wilde worden.

Mevrouw Catthoor had nog niets over haar gehoord. Ferdinand Catthoor was thuis bepaald geen kletskous. Dat kon Iris waarderen.

Omdat Iris weinig te melden had, ze zat op het atheneum en ze wilde niks worden, begon mevrouw Catthoor te vertellen over het warenhuis waar ze werkte.

Ze deed dat werk al twaalf jaar, vertelde ze, en ze deed het heel graag. Ze was verkoopster op de lingerieafdeling. Toch wel een afdeling waarover een sterk verhaal te vertellen viel, bedacht Iris. Waarvan je op een feestje, met meisjes onder elkaar, best iets amusants kon maken. Maar misschien hield ze dat voor thuis.

Ze vroeg aan Iris hoe ze dat met haar lingerie deed nu ze in het gips zat. Iris had helemaal geen zin om over speciale hemdjes te vertellen en bh’s met voorsluiting. “Ik ben helemaal bloot onder mijn kleren.” Ze keek met een quasi-onschuldige blik op naar de vrouw.

Het blauwe mantelpakje was merkbaar opgelucht toen Alain het meisje kwam halen om te dansen.

Alain had een goed ritme ondanks zijn kunstbeen. Hij danste met zijn hele lichaam en beleefde er duidelijk plezier aan. Hij hield haar dichter tegen zich aan dan Catthoor had gedaan. Ze legde haar hoofd tegen zijn borst en toen verdween zelfs het gevoel dat ze nu eenmaal niets anders kon dan bewegen als een poppenkastpop.

“De volgende dans ook?” Ze keek hem lief aan. De jongen van de muziekinstallatie zette een geile Franse hit op, ze vlijde zich nog wat dichter tegen Alains grote, elektrisch geladen lichaam aan. Letty stond te lachen en te praten met haar collega’s, een paar seconden bleven haar ogen op hen rusten. Iris richtte haar hoofd naar Alain op en keek hem aan op dezelfde manier als zij Letty daarnet nog had zien doen met Liedjes geheime minnaar.

Maar Alain keek iets te lang in haar ogen. Het werd warm waar zijn handen op de niet in gips gestoken delen van haar lichaam rustten. In een flits wist Iris wat ze wilde. Op het moment dat Serge Gainsbourg zijn hese gezang voor enkele suggestieve ademhalingsoefeningen onderbrak, nam de zestienjarige Iris Bisschops een besluit dat een vrouw waardig was.

Ze wist waar ze zich op zou toeleggen. Ze had eindelijk haar doel gevonden.

Daarna kon het feest niet meer stuk. Iris danste met de jongere jongens en met een paar van hun vaders. Ze veroverde een plaatsje naast Reinier en toen ze daar eenmaal zat, bleef ze daar zitten. Veel praten deden ze niet want Reinier was moe.

Het liep tegen enen toen Ferdinand Catthoor weer opdaagde. Om het slot van het feest mee te maken, zei hij. Hij was met zijn vrouw naar huis gegaan en niemand verwachtte hem nog terug. Alain en Letty zouden nachtdienst doen.

Letty wees op haar horloge: “Zou jij niet eens aan slapen denken, Iris? Liedje is al een hele tijd naar bed.”

Iris knikte maar bleef zitten.

“Laat haar toch,” zei Ferdinand. Hij had hem een beetje om. Hij sloeg zijn arm om Iris’ gipsen schouder.

De jongen achter de draaitafel legde Lady Jane op.

“Kom mee, de dansvloer op, jij,” Ferdinand trok haar mee. Hij liet haar dansen, zelfs toen ze lachend riep dat ze niet meer kon.

Maar toen iedereen zijn glas leeg had, was het toch voorbij. In de bar schonk niemand nog drankjes uit. Alain bracht Reinier naar zijn kamer en de verpleegster liep met hen mee. De jongen van de muziek stak de laatste plaat in de hoes. Cara zei iets tegen de componist. Hij antwoordde, lachte en liep toen achter haar rolstoel met haar mee naar buiten.

Ferdinand Catthoor en Iris waren de allerlaatsten.

“We geven Cara en Daniël een voorsprong, we hoeven er niet met onze neus bovenop te zitten.”

Ze bliezen de kaarsen uit die nog waren blijven branden en maakten de asbakken leeg.

“Heb je je geamuseerd?” vroeg Ferdinand.

Ze knikte.

“Hoelang moet dat gips nog?”

“Een week of drie.”

Ferdinand doofde de lichten. Hij hielp haar in haar jas, trok de zijne aan, en bood haar zijn arm aan om naar de paviljoenen te stappen. Hij floot een liedje dat ze van haar vader kende, iets van heel vroeger, van voor ze geboren was. Hij legde een vinger op zijn lippen toen ze in de slaapzalen kwamen.

Ze liepen geruisloos langs de bedden van de jongens, eentje zei iets in zijn slaap. Ze kwamen in het halletje dat uitkwam op de kamer van Reinier, Catthoors eigen kamer en het aanpalende kleine kantoor waar ze al meteen na haar eerste schooldag bestraffend door hem was toegesproken.

In zijn kamer was het licht aan, het kwam door een kier onder de deur. Er werd heel stil gepraat.

“Hier is iemand,” zei hij verbaasd. Hij hikte.

“Alain natuurlijk,” zei Iris. “Hij is met Letty meegegaan.”

Ferdinand klopte aan: “Alain?” probeerde hij.

“Wie is daar?” De stem van Letty.

“Letty! Verdomme moet dat nou op mijn kamer?”

“Ga naar je eigen bed, Fred!” fluisterde ze dringend.

“Mijn eigen bed, daar lig jij in.”

Iris trok hem bij de arm mee.

“Ze doen maar,” zei hij. “Ze doen maar,” herhaalde hij. Hij schudde zijn hoofd.

Hij maakte de deur van de infirmerie open: “Ik ga hier slapen.”

Iris bleef hij hem staan. Haar hart bonsde, ze zocht naar woorden.

“Ga naar je eigen bed, liefje,” zei hij, toen ze aanstalten maakte om de kamer in te stappen. “Dat is het beste, geloof me.”

En hij sloot haar met zachte aandrang buiten.

Deel V