Chronologie van het leven van Klinkhamer

(voor zover relevant voor Woensdag gehaktdag)

In 1962 trouwt de 25-jarige Richard Klinkhamer met zijn eerste vrouw, Leontien. Twee zoons worden geboren en later nog een dochter. Klinkhamer heeft een aantal slagerijen in Amsterdam, samen met zijn twee halfbroers.

In 1970 begint hij met zijn vrouw een pension in Bergen aan Zee. Hij krijgt een verhouding met Hannie, de jongere pleegzuster van zijn vrouw. In 1977 scheidt hij van Leontien, een jaar later trouwt hij met Hannie. Ze kopen een vrijstaand landarbeidershuis in het afgelegen buurtschap Ganzedijk, vlakbij Finsterwolde in het hoge noorden. Ongeveer tien jaar zullen ze daar gelukkig zijn.

Hannie gaat werken als verpleegster in een ziekenhuis in Winschoten. Klinkhamer is dan al een paar jaar fanatiek bezig met schrijven. In 1983 debuteert hij met Gehoorzaam als een hond, een roman over zijn ervaringen in het vreemdelingenlegioen. Daarna volgen De hotelrat (1984), Losgeld (1993) en Kruis of Munt (1996). De oorlogsroman Kruis of Munt verschijnt ook in Duitse vertaling en krijgt goede kritieken. Klinkhamer speculeert op de beurs, een aantal jaren heel succesvol. Het echtpaar leidt een luxeleven. Ze kopen een stuk grond in de Algarve en laten er een villa op bouwen. Na een beurskrach in 1987 verliest Klink—hamer zo’n 800.000 gulden; het Portugese landgoed moet verkocht worden.

De relatie met Hannie verzuurt langzaam. Als de ruzies verergeren, begint hij steeds meer te drinken. Van zijn vrouw mag hij niet meer speculeren op de beurs, hij moet een baan zoeken. In 1989 gaat Klinkhamer werken als nachtportier in het Alteahotel in Nieuweschans. In de vroege avond van 30 januari 1991 horen buren de noodkreet van een vrouw. Een paar dagen later geeft Klinkhamer Hannie bij de politie op als vermist; hij heeft haar fiets bij het station van Winschoten neergezet. Veel later zal blijken dat Klinkhamer zijn vrouw tijdens een heftige ruzie onder invloed van alcohol heeft doodgeslagen met een breekijzer. In een impuls heeft hij het lichaam (afgedekt met een laag puin en beton) begraven in het schuurtje. Er was daar al een gat in de grond dat hij gebruikte om zijn bier koel te houden.

Klinkhamer wordt vijf weken later gearresteerd, er vindt huiszoeking plaats, maar wegens gebrek aan bewijs wordt hij weer vrijgelaten. Hij begint te schrijven aan een nieuw boek, Woensdag gehaktdag, en gaat fulltime werken als nachtportier. Hij simuleert een depressie, wordt afgekeurd door een psychiatrisch arts en ontvangt een tijdlang een WAO-uitkering. In 1993 begint hij een miniatuurstad van stenen en beton te bouwen in zijn achtertuin; ook maakt hij kunstwerken van schapenbeenderen en schapenschedels. Hij schrijft op contactadvertenties van vrouwen en heeft een aantal kortdurende verhoudingen.

In 1997 verhuist Klinkhamer naar Amsterdam. Hij ontmoet een 24-jarige studente (bijgenaamd ‘Theo’) met wie hij een aantal jaren een intense relatie heeft.

In februari 2000 besluiten de nieuwe eigenaren van het huis in Ganzedijk om de schuur af te breken en de achtertuin om te spitten. Er komt een graafmachine aan te pas, die op de plaats waar het schuurtje heeft gestaan botten blootlegt. Diezelfde avond wordt Klinkhamer thuis in Amsterdam gearresteerd. De schrijver bekent vrijwel onmiddellijk dat hij zijn vrouw negen jaar eerder tijdens een ruzie heeft doodgeslagen. Nederlandse en buitenlandse journalisten duiken op de opmerkelijke zaak. In de Verenigde Staten wordt een documentaire over de zaak uitgezonden. Klinkhamer wordt van het Huis van Bewaring in Leeuwarden overgebracht naar het Pieter Baan Centrum in Utrecht, een psychiatrische kliniek die verdachten van ernstige delicten gedurende zeven weken onderzoekt. Willem Anker, de bekende strafadvocaat uit Leeuwarden, verdedigt Klinkhamer in de rechtszaal.

In september 2000 veroordeelt de rechtbank in Groningen hem tot zes jaar wegens doodslag. Het Openbaar Ministerie gaat in hoger beroep tegen het vonnis. In maart 2001 krijgt hij alsnog zeven jaar opgelegd. Het gerechtshof deelt de conclusie van het Pieter Baan Centrum en acht Klinkhamer op het moment van het misdrijf enigszins verminderd toerekeningsvatbaar.

Zeventien maanden zit hij in het Huis van Bewaring De Marwei in Leeuwarden.

In september 2001 wordt hij overgeplaatst naar de Penitentiaire Inrichting Norgerhaven in Veenhuizen, een gevangenis voor langgestraften, waar hij blijft tot zijn voorlopige vrijlating op 1 oktober 2003. Het laatste jaar van zijn straf zit hij uit in zijn huis in Amsterdam, onder elektronisch toezicht. Dat jaar moet hij vier dagen in de week, later drie dagen, werken in de afwaskeuken van een bejaardentehuis. Sinds 1 oktober 2004 is zijn detentie officieel afgelopen.

Stil werd het niet rond Klinkhamer. Hij schreef verhalen voor het studentenweekblad Propria Cures, voor Verdacht! (het misdaadmagazine van Panorama) en voor het jaarboek Dif. Ook stond hij centraal in een aflevering van het Vara-programma Het zwarte schaap, uitgezonden in november 2005. En in de zomer van 2007 verscheen een fragment van Woensdag gehaktdag in het literaire tijdschrift Kinbote. ‘Fijnzinnig kan Klinkhamers proza niet worden genoemd’, schreef de Volkskrant hierover. ‘Toch blijft de lezer geboeid.’