Hoofdstuk 5

De nacht van woelen en draaien werd gevolgd door een laat ontbijt, waarbij Kathy in haar eentje aan tafel zat, omdat de rest het allang op had. Veel trek had ze niet, dus dronk ze een kop koffie, viste een versgebakken croissant uit het mandje en besloot om die maar buiten in de tuin op te eten.

Toen ze de voordeur uitliep, duwde de huishoudster haar een klein plastic tasje in handen. “Hier is de toeristische informatie waar u om vroeg.” Ze tikte met een brede grijns op het ritselende plastic en gaf Kathy daarbij een riant uitzicht op haar bruine voortand.

“Ik ga nu even wandelen,” zei Kathy. “Wilt u het misschien op mijn kamer…”

Maar mevrouw Corbeau luisterde niet. “Prettige wandeling, Mademoiselle” zei ze kordaat en een tel later viel de zware toegangsdeur voor Kathy’s neus in het slot.

Kathy onderdrukte de neiging om het tasje op de stoep te zetten, propte het in de zak van haar blazer en liep het bordes af. Het rook heerlijk buiten en ze genoot van het zachte zomerbriesje, dat een prikkelende geur van bloeiende rozen en vers gemaaid gras naar haar toe waaide. Ze wandelde ongehaast naar het gele bruggetje boven de slotgracht en bleef in het midden even staan om naar het stille water te kijken. Er dobberden drie groene eendjes en een trotse witte zwaan tussen de uitbundig bloeiende rode waterlelies. Ze verkruimelde een stukje van haar croissant en strooide de kruimels naast de bladeren van een gele lotus. De eendjes schoten er snaterend op af.

Ze draaide haar hoofd om en keek naar het prachtige kasteel achter haar. Marcs familie woonde hier al eeuwen…

“Mare,” prevelde ze in zichzelf. Wat moest ze nou met hem?

“Ook goeiemorgen, Kathy,” zei ineens een bekende stem.

“Lekker aan de wandel?”

Mare! Hij had gehoord dat ze in zichzelf stond te mompelen. Wat een afgang!

Met een rood hoofd draaide ze zich om en staarde ademloos naar de fantastische spetter, die losjes tegen een racefiets leunde. Hij zag er geweldig lekker uit! Kathy wist alweer niet waar ze kijken moest. Naar dat spannende inkijkje in zijn hagelwitte shirt of naar zijn geweldige lichaam in die—voor haar gemoedsrust—veel te strakke rode fietsbroek. Er prijkte een geinig rood baseballpetje op zijn bruine krullen.

Kathy draaide haar blik snel naar zijn ogen, maar dat was ook geen succes. Hij keek haar zo…zo speciaal aan. Ze werd helemaal zenuwachtig van hem!

Mare had dat blijkbaar maar al te goed in de gaten, want hij begon ondeugend te grinniken en heel even was het alsof hij haar met zijn indringende ogen onbeschaamd stond uit te kleden.

Kathy sloeg nog roder uit bij de gedachte aan zijn kus van de afgelopen nacht en daar baalde ze ontzettend van.

“Ik heb eigenlijk wat vragen over dit landgoed,” zei ze snel en ze probeerde er een professioneel lachje uit te persen.

Er gleed een schaduw over zijn gezicht. “Moet dat nu?”

Daar raakte Kathy nog veel erger van in de war. “Nou nee…eh…Niet per se,” stotterde ze.

Maar Mare had blijkbaar alweer spijt van zijn woorden. “Ik ben helemaal tot je dienst hoor. Mijn trainingsrondje moet maar even wachten.”

Kathy kreeg het nog warmer.

Hij was helemaal tot haar dienst…

Verdraaid! Het moest toch verboden worden, dat mannen die zo mooi geschapen waren, in dat soort broeken rond gingen rondlopen! Je zag gewoon alles. Ze verlangde er ineens ontzettend naar, dat hij haar in zijn armen zou nemen, maar ze duwde die gedachte meteen weer van zich af.

Wat had zij in vredesnaam? Mare mocht dan een geweldige spetter zijn, hij was wél getrouwd! En hij had ook nog een dochter.

Ze haalde diep adem. Het kwam vast van het weer. Of het zat hier in de lucht. Dat kasteel was ontzettend romantisch.

“Nou?” vroeg Mare. “Wat kan ik voor je doen?”

Help! Dat kreeg je er nou van, als je er zomaar wat uitflapte.

“Ik eh…Ik wil alleen maar even weten…” Ze kuchte discreet om zichzelf nog een beetje meer bedenktijd te geven en toen schoot haar gelukkig iets te binnen. “Ik wil graag precies weten hoe dit landgoed er financieel voorstaat.”

Mare draaide in één beweging zijn fiets om. “Kom maar even mee naar mijn kantoor. Dan zal ik je de boeken laten zien.”

“Het hoeft nu niet hoor. Ga maar fietsen.”

“Weet je dat wel zeker?”

“Ja, ik ga ook even lekker van de zon genieten. Vanavond is vroeg genoeg.”

Mare keek haar even besluiteloos aan. Toen zwaaide hij zijn been over de stang van zijn racefiets. “Oké. Fijne wandeling.”

Hij stapte op en schoot er in een fiks tempo vandoor.

Heel even had Kathy een geweldig uitzicht op twee mooi gespierde billen en onweerstaanbaar kwamen er weer allerlei verhitte gedachten in haar boven. Ze haalde diep adem.

Die vent was veel te leuk. Maar ze moest nu echt ophouden met dat gefantaseer over hoe hij het in bed zou doen!

Ze draaide zich met een ruk om en liep over een perfect gemaaid grasveldje naar de prachtige bloementuin. Daar zag ze overal rozen. Heerlijk geurende rozen in allerlei kleuren. Om de bloembedden heen waren lage, perfect geknipte buxushegjes geplant.

Ze snoof de heerlijke geuren diep in en liep verder tot ze bij een schelpenpaadje kwam, dat in een woud van ondoordringbare hoge buxushagen verdween. Hier begon de doolhof, waar ergens in het midden de fontein met Cupido stond.

Zou ze die nog kunnen vinden? Of was dat onbegonnen werk?

Straks liep ze hier uren en uren rond te dolen…

Welnee, hoe moeilijk kon dit zijn? “Zoveel mogelijk rechtdoor aanhouden en bij de zonnewijzer links, dan kom je vanzelf in het midden.” Dat had Mare eergister nog tegen haar gezegd, toen ze hier samen met hem naar binnengewandeld was. En ze had immers ook haar mobieltje bij zich. Als ze verdwaalde, kon ze altijd de huishoudster bellen.

Dus stapte Kathy vol goede moed de doolhof in en volgde het smalle paadje, dat in allerlei bochten en vreemd gevormde aftakkingen tussen de heggen door kronkelde. Bij iedere stap knisperden er kleine roze schelpjes onder haar voeten en het duurde niet lang of ze had geen flauw idee meer waar ze was. Maar ze liep dapper verder tot ze eindelijk in het knusse tuinkamertje kwam. Precies in het midden stond een klaterende fontein van wit marmer.

Kathy zakte op het stenen bankje in de hoek en keek omhoog naar het sierlijke beeldje van de gevleugelde Cupido helemaal boven op de fontein. Er glibberden sprankelende waterdruppeltjes langs zijn pijl en boog. Haar ogen gleden naar zijn gezichtje met het afgebroken neusje en heel even was het net of het liefdesgodje naar haar glimlachte.

Er trok een verdrietig gevoel van heimwee door Kathy heen.

Hier, precies op de plek waar zij nu zat, moest de foto gemaakt zijn, die haar oma al die jaren gekoesterd had. Had oma hier in haar jeugd ook zitten dromen van liefde en geluk?

Ze schudde langzaam haar hoofd. Veel geluk had het liefdesgodje die arme oma niet gebracht…

Kathy zuchtte diep en leunde achterover. Wat was dat eigenlijk voor raar geritsel? Iedere keer als ze bewoog, hoorde ze…

Oh, dat kwam van dat stomme tasje waar de huishoudster haar mee had opgezadeld. Vol met toeristische informatie.

Nou, ze was benieuwd.

Ze trok het tasje wat onhandig tevoorschijn en er dwarrelden allemaal kleurige papieren op het gras. Ze raapte een willekeurig foldertje van de grond en bekeek het fraaie kasteeltje, dat op de voorkant stond afgebeeld.

“Altijd al in een kasteel willen logeren? Boek snel een kamer!” schreeuwden rode krulletters op de achterkant en daaronder zag ze een prijslijstje staan, dat er niet om loog.

Kathy trok een wenkbrauw op en viste nog wat blaadjes van de grond. In de tuinen van het Château de Chéverny kon je een ballonvaart maken, in Angers was een paardenfokkerij te bezichtigen, in het Château Marie du Fou kon je wijnproeven en in Bessay moest je vooral de duiventil niet missen.

Hoofdschuddend spitte Kathy de folders door. Dierentuinen, campings, zelfs hele pretparken hadden ze van die kastelen gemaakt…

“Eindelijk!” riep een hijgende stem onverwacht achter haar. “Ik loop u overal te zoeken!”

Nee hè? Daar had je die vervelende Henri de Lascale!

“Goedemorgen, Monsieur,” zei Kathy geërgerd. “Ik weet heel zeker, dat ik u gevraagd heb om mijn telefoontje af te wachten.”

“Ik moet u dringend spreken.” Henri maakte een vaag gebaar over zijn schouder in de richting van het kasteel. “Madame Corbeau belde me vanmorgen over de salarisachterstand. Er moeten hoognodig wat zaken geregeld worden. Als u even mee wilt lopen…”

Daar had Kathy absoluut geen zin in, maar de notaris gaf haar geen kans om dat te zeggen.

“Zolang de papierwinkel niet geregeld is, loopt alles spaak. Het personeel heeft al anderhalve maand geen salaris meer gekregen. Er moeten nu heus dringend wat zaken geregeld worden. Maar eerst…”

Al pratend knipte Henri zijn aktetas open en haalde daar een overdreven grote doos chocola uit tevoorschijn. “Alice vertelde me, dat u dol bent op Belgische bonbons.”

Het klonk zo ontzettend zelfverzekerd, dat Kathy neiging kreeg om luidkeels om een teiltje te gaan roepen, maar ze wist haar kreten van afschuw nog net op tijd binnen te houden.

Henri dacht blijkbaar dat ze het een geweldige verrassing vond, want hij schonk haar een stralende glimlach.

Kathy besefte ineens, dat veel vrouwen als een blok zouden vallen voor die glimlach. Henri was knap en zijn mooi gespierde lichaam zat perfect in het pak.

Ook Alice was finaal voor de bijl gegaan voor zijn charmes…

Een extra reden voor haar om een beetje uit zijn buurt te blijven.

Maar dat zou geen moeite kosten, want Henri was absoluut haar type niet.

Henri duwde haar de doos met bonbons in handen, viste een zakdoek uit zijn colbert, veegde het hoekje van de stenen bank nauwgezet af en ging daarna op een discreet afstandje zitten.

Madame Corbeau belde me vanmorgen om te vertellen, dat het personeel erg onrustig wordt. Ze willen nu eindelijk hun geld wel eens zien.” Hij trok een stapel papieren en een pen tevoorschijn.

“Als u mij nou even machtigt om uw zaken te regelen, dan kan ik…”

Kathy drukte haar vingertoppen tegen haar lippen. “Volgens mij zijn de salarissen de taak van de rentmeester en niet van een notaris.”

Henri kuchte moeilijk. “Maar mevrouw…Ik heb uw overgrootmoeder al die jaren trouw gediend en ze heeft mij gevraagd haar testament af te wikkelen.” Hij stopte met praten en keek haar zo scherp aan, dat Kathy een onbestemd gevoel in haar maag kreeg. “Als u dat niet wilt, dan adviseer ik u om een andere notaris in dienst te nemen. Zo snel mogelijk, want…”

Hij keek haar alweer intens aan en Kathy voelde hoe haar mond ineens droog werd. “Madame Corbeau vertelde me, dat u al een waarschuwing hebt gehad.”

Kathy slikte heftig. “Een waarschuwing? Wat voor waarschuwing?”

“Het spook natuurlijk.” Henri’s stem had ineens een angstaanjagende klank. “Graaf Antoine wil dat u weggaat uit zijn kasteel.”

Er ging een ijskoude rilling door Kathy heen, maar ze trok meteen een zakelijk gezicht. Het ging Henri helemaal niks aan, dat ze zo ontzettend bang was geweest.

Henri slaakte een overdreven hoorbare zucht. “Die verschijning is echt. Er zijn al heel wat mensen doodgegaan.”

Kathy kreeg het voor elkaar om een glimlachje op haar lippen te plakken. “Ik weet er alles van,” zei ze zo cynisch mogelijk. “Al die historische personen van eeuwen geleden…Allemaal dood natuurlijk.”

Henri kuchte afkeurend. “Dit is niet het moment om flauwe grappen te maken! Het spook laat niet met zich spotten. Wie zijn waarschuwing negeert, zal sterven. Zo liggen de zaken hier.”

Kathy’s mond was nog nooit zo droog geweest en haar maag voelde aan alsof iemand er een steen in had gepropt. Maar ze had geen zin om zich door Henri op stang te laten jagen!

Monsieur De Lascale, dit soort praatjes gaan er bij bijgelovige Franse meisjes misschien grif in, maar ik geloof niet in spoken.”

Ha! Dat klonk lekker overtuigend! Het had zo zijn voordelen dat ze gewend was om met lastige klanten om te gaan.

Henri snoof en veegde met de achterkant van zijn hand langs zijn neus. “U gelooft niet in spoken, hè? Nou, De Beau-Miré wél hoor en die woont hier zijn hele leven al.”

“Daar bedoelt u Mare mee? Die heeft me gister nog gezegd…”

“En u gelooft dat?” Henri schonk haar een smalend lachje.

Kathy keek de notaris wat aarzelend aan. “U bedoelt?”

“Ik bedoel dat die keurige graaf alles bij elkaar liegt wat los en vast zit. Ga maar eens aan hem vragen, waar hij al die jaren al zo fanatiek naar aan het graven is.”

Kathy trok haar wenkbrauwen op. “Aan het graven?” Wat bazelde die vent nou?

“Hij heeft dat halve kasteel op de schop gegooid en zo ongeveer het hele landgoed omgespit. Want meneer moest en zou het vinden!”

“Wat wilde hij dan vinden?”

“De verloren erfenis van dat spook natuurlijk.”

Kathy voelde hoe haar ogen zich vernauwden. “Een verloren erfenis? Waar gaat het over?”

“Kijk eens aan, daar heeft meneer de edelman u dus niks over verteld, hè?” Henri grijnsde zuurtjes. “Nou, er is nog heel wat meer dat u niet weet. Die mooie graaf is voor geen snars te vertrouwen. En dat geldt ook voor de rest van die armoedzaaiersfamilie.”

Henri viste een pakje sigaretten uit zijn borstzakje, maar stopte dat na een blik op Kathy toch maar weer weg. “Weet u dat de oude graaf jaren geprobeerd heeft om uw overgrootmoeder te verleiden? Terwijl hij nog getrouwd was, nota bene.” Hij haalde diep adem. “Die kerel wilde dat kasteel terug en dat is het enige waar het om gaat bij die familie. Dat kasteel.” Hij snoot uitvoerig zijn neus. “Ik wil wedden, dat Zijne Edele bij u ook alles in de strijd gooit. Misschien heeft hij zelfs al geprobeerd om u te verleiden.”

Henri keek haar zo uitdagend aan, dat de vlammen Kathy ineens aan alle kanten uitsloegen.

“Zijn vrouw heet Angela,” praatte Henri langzaam door.

Kathy had opeens het gevoel dat Henri haar een klap had verkocht. Recht in haar gezicht.

Angela…

Dat mens was natuurlijk ergens de echtscheiding aan het regelen, terwijl Mare de onverwachte erfgename van hun landgoed even verleidde. En als hij dan eenmaal met haar, Kathy, getrouwd zou zijn, was het natuurlijk een koud kunstje om haar weer kwijt te raken. Een tragisch ongeluk zat in een klein hoekje en het was alleen maar een kwestie van tijd voor het kasteel van Beau-Miré weer in handen van de rechtmatige eigenaars zou zijn. Dan kwam Angela weer terug en zou het hele gezinnetje nog lang en gelukkig leven.

En zij maar stiekem hopen, dat Mare misschien wel écht iets om haar gaf!

“Ja, het is een stelletje zwendelaars,” bromde Henri op een zelfingenomen toontje.

Kathy kon zijn aanwezigheid ineens niet meer verdragen. Ze sprong woest overeind en terwijl de kleurige kasteelfoldertjes van haar schoot fladderden, rende ze het knusse tuinkamertje uit.

De doos bonbons bleef vergeten op het bankje staan.

Na Kathy’s onverwachte vertrek stak notaris Henri met driftige gebaren een sigaret op en diep inhalerend liep hij Kathy met grote stappen achterna.

Dat ellendige stuk ongeluk! Hij had het niet voor mogelijk gehouden, maar dat mens was nog lastiger dan die ouwe knol van een overgrootmoeder van haar! Hoe had hij ooit kunnen denken, dat dit een makkie zou worden? Even naar New York vliegen om een paar handtekeningetjes op te halen…Ja, ja!

Maar erg lang kon die arrogante Amerikaanse bitch dit gezeur niet meer volhouden, want hij zou het personeel nog wel even wat verder opstoken! En een andere notaris zou ze in de wijde omtrek niet vinden, daar had hij wel voor gezorgd!

Met een sadistisch grijnsje vermorzelde hij zijn sigarettenpeuk onder de hak van zijn schoen. Hij kreeg dat verrotte kasteel heus wel in handen. Hij moest gewoon nog een beetje langer geduld hebben.

Omdat ze niet goed oplette waar ze heenging, kostte het Kathy zeker een kwartier voor ze de doolhof weer uit was. Nog steeds in gedachten liep ze terug naar het kasteel en klom het bordes op. Terwijl haar hand al naar de enorme ijzeren klopper ging, zag ze ineens dat de zware eikenhouten deur op een kier stond. Ze glipte naar binnen en besloot om eerst maar eens te kijken of ze in de eetkamer nog een kop koffie kon scoren. Erg vers zou het wel niet meer zijn, maar het was beter dan niks. Mevrouw Corbeau had inderdaad nog niet afgeruimd. Kathy pakte een schoon kopje van het blad, vulde dat met koffie en nam voorzichtig een slokje.

Bah, niet te drinken zeg, zo sterk.

Maar er wat warme melk bijdoen, was ook al geen optie meer. Er dreef intussen een enorm rimpelig vel in die kan.

“Je weet best, wat je aan vader op zijn sterfbed hebt beloofd, Mare,” hoorde ze ineens een zachte vrouwenstem zeggen.

Giselle?

Kathy keek opzij. Hé, dat maffe paneel stond op een kiertje en Giselle was duidelijk in gesprek met Mare. Dat leverde misschien weer wat informatie op!

Op haar tenen liep Kathy naar de kunstig versierde deur in de zijwand van houtsnijwerk en zette haar oren wagenwijd open.

“Ja, ik weet nog heel goed wat hij tegen me zei,” bromde Mare.

“Ik kan mijn taak op deze wereld niet meer afmaken. Als oudste zoon zul jij dat moeten doen.”

“Het lot van ons kasteel ligt in jouw handen,” vulde Giselle aan.

De papagaai begon hevig te krijsen en daardoor miste Kathy jammergenoeg de reactie van Mare.

“En als dit allemaal achter de rug is, moet je zo snel mogelijk hertrouwen, broertje van me,” praatte Giselle verder, “Onze dynastie kan niet zonder mannelijke erfgenaam.”

“Dat ben ik heus niet vergeten, zusje van me. Wees maar niet bang, ik zal mijn plicht heus wel doen.”

Er klonken sloffende voetstappen op de gang en Kathy schoot verschrikt rechtop. Nee hè, dat klonk naar de huishoudster! Alle kans, dat die eindelijk de ontbijtbod eens kwam afruimen. Maar die mocht haar hier niet zien! Anders had Mare meteen in de gaten, dat zij weer stond te luistervinken.

Kathy schichtte naar de deur en draaide die haastig op slot.

Bonk! Bonk!

Net op tijd!

“Die verdraaide deur klemt weer eens,” klaagde mevrouw Corbeau op hoge toon en ze begon nog harder tegen het hout te bonken.

Oh help, als dat mens doorging met herrie maken, was het alleen maar een kwestie van tijd voor Mare haar in de gaten kreeg en dat was echt het laatste waar ze nu zin in had.

Haar ogen flitsten paniekerig door de eetkamer. Wat moest ze doen? De gangdeur open doen en met een schijnheilig gezicht weglopen? Of proberen om ongezien onder haar benen door te schieten? Achter het gordijn gaan staan misschien? Onder de tafel kruipen?

Nee, ze had maar één kans om hier ongezien tussenuit te knijpen en dat was het raam!

Ze sjeesde naar de brede vensterbank, klom er bovenop en peuterde verwoed aan het antieke schuifje. Maar haar vingers bibberden zo heftig, dat het niet lukte om het los te krijgen en de voetstappen die ze in de kamer ernaast dichterbij hoorde komen, droegen ook al niet bij aan een ontspannen gevoel.

“Zit de eetkamerdeur weer eens vast? Natuurlijk kunt u het paneel gebruiken.”

Ze kwamen eraan! Ze ging de afgang van de eeuw tegemoet!

Ze gaf een laatste wanhopige klap tegen het schuifje en dat gaf zich onverwacht luid knarsend over.

Kathy gooide het raam open en sprong naar buiten. Er bleek een heerlijk geurend rozenbed onder het raam te zijn en ze landde midden tussen de venijnige stekels. Zonder op haar geschramde ledematen te letten, worstelde ze zich uit de vlijmscherpe doorns en maakte als een soort blinde kip dat ze wegkwam.

Bam!

Met een fikse klap bonkte ze volkomen onverwacht tegen een sterk mannenlichaam aan, dat naar verschaalde rook en foute aftershave stonk. Ze voelde twee sterke armen om zich heen en spieren die zich aanspanden. Tevergeefs. Nog geen tel later tuimelde ze met onbekende vent en al een bloeiend geraniumperkje in, dat net water had gehad.

“Sorry hoor, ik kon je niet meer houden,” zei de stem van notaris Henry in haar oor.

Kathy schoof zo snel mogelijk bij hem vandaan en krabbelde overeind.

Henry sloeg intussen met een zuinig gezicht de modder van zijn anders zo onberispelijke maatpak. “Wat een onverwacht weerzien,” zei hij droogjes. “Zat het spook u op de hielen?”

Kathy haalde diep adem en besloot dat de aanval altijd de beste verdediging was. “Nee hoor, geen zorgen. Ik was aan het joggen.”

Ze wilde zich omdraaien en snel weglopen, maar Henri kuchte nogal overdreven en hield haar tegen.

“U hebt de bonbons in de doolhof laten staan en ik wil toch nog graag even wat bespreken.”

“Nou, daar heb ik nu echt geen tijd voor.” Kathy draaide zich heftig uit Henri’s greep los en ging er op een holletje vandoor.

Maar even snel het kasteel inglippen, zoals ze had gehoopt, zat er helaas niet in, want toen ze boven op het bordes kwam, bleek de zware toegangsdeur hermetisch gesloten. Met een balend gevoel liet ze de zware klopper vallen. Het geluid galmde door de grote hal, maar verder gebeurde er niet veel. Net toen ze zich begon af te vragen of ze nog een keer moest kloppen, hoorde ze Henri pesterig achter zich zeggen: “Niemand thuis? Dan kunnen we altijd nog door het raam naar binnen klimmen, denkt u niet?”

Op dat moment zwaaide de deur open en de forse gestalte van de huishoudster verscheen op de drempel.

Kathy deed haar mond al open om Henri weg te sturen, maar ineens zag ze onderaan het bordes de gestalte van Mare opdoemen.

Nee hè, die moest haar door het raam achterna zijn geklommen en kwam verhaal halen! Daar had ze al helemaal geen zin in!

Henri kon blijkbaar gedachten lezen. Hij pakte galant Kathy’s arm, duwde de huishoudster opzij en stapte de hal in.

“Wij zitten in de Kersenkamer, Madame Corbeau. Wilt u koffie brengen?”

Mevrouw Corbeau knikte gedienstig en keek Kathy aan. “Ik hoop dat u snel iets wilt regelen met het geld, want ik kon vanmorgen de groenteboer niet meer betalen.”

Ze keek Kathy zo verwijtend aan, dat die een enorm schuldgevoel omhoog voelde borrelen. “Ik ga mijn best voor u doen,” beloofde ze haastig, maar van die vage opmerking werd mevrouw Corbeau niet erg vrolijk, dat was op haar gezicht duidelijk te zien.

Henri trok afkeurend een wenkbrauw op. “Niet zo ongeduldig, Madame. Wij gaan ons uiterste best voor u doen. Als u dan even koffie wilt brengen…”

Hij liet de huishoudster staan, pakte opnieuw Kathy’s arm en voerde haar mee door een lange onbekende gang, waar hij tenslotte bij een bruine houten deur vol houtsnijwerk bleef staan.

“Hier is de werkkamer van uw overgrootmoeder,” verklaarde hij en hij liet haar los. “U bent hier nog niet eerder binnen geweest, is het wel?”

Kathy schudde haar hoofd en dat was voor Henri het sein om direct na binnenkomst een belerend praatje te houden. “Dit is dus de Kersenkamer,” neuzelde hij. “En die heet zo, omdat bijna alles van kersenhout is gemaakt, van de vloerdelen tot het houtsnijwerkwerk van het plafond. Dit is…eh…was het privékantoor van uw overgrootmoeder.”

Terwijl Henri doorkletste, keek Kathy de kamer rond. Het zag er gezellig uit. Overal kersen, waar ze ook maar keek. Op de wandtapijten, de gordijnen, de lijsten van de schilderijen, zelfs het Perzische kleed op de vloer had een kersenmotief. Zonnestraaltjes dansten door de prachtige kamer en kriebelden over een enorm schilderij naast de marmeren open haard. Het was een manshoog portret van een bejaarde dame met zilvergrijze krulletjes en blozende wangen. Ze zat op de rug van een gitzwarte volbloed, die snuivend aan de teugels trok. De vrouw had het ranke figuur van een mannequin en haar sierlijke uitstraling werd nog eens extra benadrukt door een getailleerd rood ruiterjasje. Haar lange benen staken in gitzwarte rijlaarzen met zilveren sporen op de hak en een strakke beige rijbroek completeerde het geheel. In haar opgeheven rechterhand hield ze een gitzwart rijzweepje. Ze keek met stralende felgroene ogen de wereld in en heel even had Kathy het vreemde gevoel, dat haar eigen lieve oma vrolijk naar haar lachte. Toen vielen haar ogen op het langwerpige naamplaatje, helemaal onderaan op de goudkleurige lijst van het schilderij. “Cathérine Dubois op Devil” stond daar in sierlijke letters. Het was oma niet. Kathy kneep haar lippen op elkaar om niet te gaan huilen. Overgrootmoeder Cathérine leek echt sprekend op oma. Waarom hadden die twee vrouwen hun ruzie nooit bijgelegd? Dan had haar eigen leven er vast ook anders uitgezien. Alle kans dat ze wel eens waren komen logeren. Dan had ze Mare al ontmoet, voordat hij met die Angela…

Hè, wat zat ze toch steeds over Mare door te zagen? Had ze nou nog niet door dat hij niet te vertrouwen was? Waarschijnlijk was dat hele gedoe op die hete stoep daar in New York allemaal opzet geweest om zogenaamd haar leven te kunnen redden. Want Mare had die afspraak met haar gemaakt, uitgerekend op een plek waar een parkeerverbod gold, zodat die auto makkelijk op de stoep kon komen. Die chauffeur moest precies hebben geweten wat hij deed, anders waren er heus wel andere voetgangers geraakt.

Kathy wreef over haar lippen. Ja, dat was allemaal gepland geweest. Zeker weten. Dus moest ze Mare uit haar hoofd zetten.

Hij was niet alleen gevaarlijk, hij was ook nog eens ontzettend getrouwd met die Angela!

Maar hij bleef een geweldig lekker ding en als ze alleen maar aan hem dacht, sloegen de vlammen haar al uit. Zucht…

“En nou ophouden, Kathy Wayne,” riep ze zichzelf in gedachten tot de orde. “Jij hebt helemaal geen man nodig en al die zogenaamde liefde kun je ook heel goed missen. Dus…”

Henri tikte op haar arm en Kathy schoot geschrokken een stukje opzij. Henri deed net of hij het niet merkte. “Luistert u eigenlijk wel? Ik vroeg u iets.”

Kathy wist even niet meer wat ze moest zeggen.

Henri trok een wenkbrauw op en wees op het grote kersenhouten bureau, dat in het midden van de kamer stond. “Misschien wilt u even gaan zitten, dan kunnen we het over de financiën hebben,” zei Henri op een toon alsof hij die zin al voor de vierde keer herhaalde. Wat misschien ook wel zo was.

“Ik heb echt geld nodig, Mademoiselle” hoorde Kathy de huishoudster zeggen. Die was blijkbaar binnengekomen met een dienblad vol koffie, terwijl zij over Mare stond te filosoferen.

Mademoiselle Cathérine gaat daar onmiddellijk voor zorgen, Madame” beloofde Henri, voor Kathy iets terug kon zeggen.

Hè, die ellendige Henri begon haar mijlenver de keel uit te hangen! Ze had er totaal geen zin in, dat die vent haar zaken zou regelen.

Maar wat moest ze dan?

Mare vragen?

Maar ja, ze had net bedacht dat Mare ook voor geen centimeter te vertrouwen was.

Misschien moest ze gewoon even luisteren naar wat Henri te vertellen had, dan kon ze daarna altijd nog zien. Ze liep naar het bureau, ging zitten en liet Henri’s neuzelende palaver over successierechten, grondbelastingen en ander financieel ongerief gelaten over zich heenkomen.

Na een kwartier sloeg Henri eindelijk zijn mappen dicht en keek haar indringend aan. “Om kort te gaan, Mademoiselle, u heeft nog ongeveer een maand de tijd om de loterij winnen. En lukt dat niet…” Hij streek met zijn hand door zijn donkere haar. “Dan zal er niks anders opzitten, dan dit kasteel zo snel mogelijk in de markt te zetten voor de deurwaarder het voor u doet.” Kathy drukte haar vingers tegen haar mond. Zo somber als Henri het nu voorspiegelde, was haar financiële positie gelukkig niet. Dankzij de erfenis van oma had ze nog wat geld op een bankrekening en als ze haar appartement in New York verkocht, kon ze de belachelijk hoge successierechten ook nog wel ophoesten. Maar ja, wat dan?

De rest van haar bezit zat in haar boetiek en die was haar werk, haar leven…

Zelfs als ze het zou willen, kon ze haar trendy modewinkeltje niet zomaar verkopen, want Alice was voor 25 procent mede-eigenaar. En Alice zou haar nooit uit kunnen kopen, omdat ze elke cent die ze voor de boetiek betaald had, al had moeten lenen…

Mode van Alice en Kathy had veel succes en dat zorgde voor scheve ogen bij hun concurrenten. Zo zat de modewereld nou eenmaal in elkaar. Als ze maar even de kans kregen, zouden al hun concurrenten zich als aasgieren op het winkeltje storten en het helemaal opvreten. Dan was ze haar levenswerk voorgoed kwijt. En Alice ook.

Henry had natuurlijk gelijk. Ze moest dit kasteel zo snel mogelijk verkopen en teruggaan naar New York.

Maar waarom aarzelde ze dan zo?

Ze keek nadenkend naar Henri en die had verder geen aanmoediging meer nodig. “Zoals ik al zei, alleen al het onderhoud van dit gigantische landgoed is zo goed als onbetaalbaar. En dan heb ik het nog niet eens over de enorme personeelslasten en de verzekeringsgelden…”

Kathy schoot verschrikt rechtop. Nee hè, Henri was toch niet van plan om die hele ellende nog eens te gaan oplepelen?

“Ja, ja, daar heeft u het allang over gehad, over die verzekeringen,” zei ze haastig. “Maar ik moet hier toch heus nog even over nadenken, dat zult u begrijpen.”

Op Henri’s gezicht was duidelijk te lezen, dat hij absoluut niet begreep, waarom Kathy toch zo aarzelde om haar handtekening te zetten. Maar hij deed gehoorzaam een greep naar zijn intussen koud geworden koffie, nam een slok en hield eindelijk op met praten.

Kathy wreef over haar neus. “Ik ga binnenkort mijn Amerikaanse notaris maar eens om een second opinion vragen,” verklaarde ze rustig.

Henri verslikte zich lelijk in zijn koffie en zijn benauwde gehoest vulde de mooie kamer.

“Daar zult u niet veel aan hebben,” bromde hij uiteindelijk gesmoord. “Amerikanen hebben hier volgens de Franse wet niks te zoeken. U heeft een Franse notaris nodig.”

Hij stopte abrupt met praten en keek haar met samengeknepen ogen aan. “Ik krijg steeds sterker de indruk dat u hier wilt blijven wonen, klopt dat?”

Kathy trok een gezicht. “Als dat zou kunnen!” flapte ze eruit.

Henri keek haar wat broeierig aan. “Als we de loterij even buiten beschouwing laten, is er nog een mogelijkheid.”

“Oh…En dat is?”

“Met een rijke man trouwen.”

Kathy ademde diep in en liet de lucht fluitend ontsnappen.

“Ik geloof niet zo in verstandshuwelijken. Ik ben meer van de liefde.”

“Liefde?” Het klonk neerbuigend. “Van liefde rookt de schoorsteen niet.”

Kathy sloeg haar armen over elkaar en keek Henri geërgerd aan.

Hoe was het in vredesnaam mogelijk dat Alice iets in deze bal gehakt zag? Alleen al dat constante gemademoiselle van hem, daar kreeg ze onderhand wat van! Zou hij in bed ook juffrouw tegen Alice…

“Als ik u was, zou ik de mogelijkheid toch eens overwegen,” praatte Henri door Kathy’s zwoele gedachten heen. “Meer keuze heeft u niet.”

“En als ik hier nou eens een leuke attractie van maak? Een camping of zo, of een spannende dierentuin? Ik heb daarstraks allerlei folders zitten bekijken en…”

“Dat is toch geen optie voor zo’n prachtig landgoed als dit? Dat wilde Madame Cathérine ook niet. Over mijn lijk, zei ze dan. Bovendien denk ik niet, dat u de nodige vergunningen zo makkelijk loskrijgt.”

Kathy trommelde met haar vingers op het kersenhouten bureau en dacht na.

“Als u met mij zou trouwen, bent u uit de zorgen,” zei Henri plompverloren.

“Wat?” schrok Kathy. “Wat zegt u?”

“Wilt u…Wil je met me trouwen, Kathy? Ik…Je bent een prachtige vrouw…”

Ze staarde hem sprakeloos aan. Vroeg die slijmjurk haar ten huwelijk? Terwijl hij met haar vriendin naar bed geweest was?

Lieve help, hoe redde ze zich hier nou weer uit?

“Het zou al je problemen uit de wereld helpen en ik ben al een hele tijd smoorverliefd op je,” praatte Henri door. “Al vanaf het eerste moment dat ik je zag…”

Nou ja, zeg! Kathy kreeg haar stem weer terug. “Ik eh…Ik vind het natuurlijk heel lief aangeboden, maar zo’n trouwpartij kan natuurlijk niet. Je hebt iets met mijn vriendin.”

Henri glimlachte en maakte een soort weggooigebaar. “Alice en ik…Dat was gezellig voor een keer. Een prettig nachtje samen. Meer niet.”

Kathy snoof. “Volgens mij denkt Alice daar heel anders over.”

Henri ging niet op haar opmerking in. Hij pakte zijn aktetas van een fragiel antiek stoeltje en keek haar glimlachend aan. “Ik kan het geld voor de successierechten meteen contant op tafel leggen en de betaling van de salarissen van het personeel voor mijn rekening nemen. Als wij onze vermogens koppelen, kun je hier voor altijd blijven wonen.”

Al pratend liep Henri rustig naar de deur. Op de drempel draaide hij zich nog even om. “Ik hoef niet op stel en sprong een antwoord. Denk er even rustig over na, dat is alles wat ik vraag.”

Hij trakteerde haar op een opwindend lachje en verdween achter de deur.

Ze zakte terug in haar bureaustoel en schudde haar hoofd. Wat dacht Henri nou eigenlijk wel niet? Dat ze er ook maar één seconde over piekerde om met hem te trouwen? Oké, hij was knap en Alice had hoog opgegeven van zijn prestaties in bed, maar hij was echt haar type niet! Dacht hij nou heus dat hij een kans bij haar maakte? Ze had toch al nee gezegd? Wat een gezanik zeg. Voorlopig moest ze heus uit zijn buurt blijven!

Haar blik gleed naar het ouderwetse telefoontoestel, dat op de rand van het bureau stond. Ze ging meteen een andere notaris zoeken. Een Franse notaris, een beetje in de buurt!

“Waar hebt u de Gouden Gids verstopt, overgrootmoeder?” mompelde ze hardop.

Die ligt in de linkerla, ma petite.”

Kathy schrok zich een ongeluk en keek wantrouwig om zich heen.

De stem…Daar had je die vreemde ijle vrouwenstem weer. En die gaf antwoord op haar vraag.

In de linkerla…

Kathy stak haar hand uit en merkte dat ze zat te trillen als een rietje. Met een diepe zucht trok ze aan het handvat van het laatje.

Op slot. Haar blik gleed over het bureau. “Dat schiet niet op zo zonder sleutel.”

“Alle sleutels zitten in dit pakje,” zei een overbekende donkere mannenstem en er verscheen een bruin pakketje in Kathy’s blikveld.

Mare!

Haar hart sloeg een tel over en begon vervolgens als een razende te kloppen. Ze keek Mare fel aan. “Was het nou echt nodig om me zo te laten schrikken? Ik dacht heel even, dat…”

Mare grinnikte. “Sorry. Geen spook dit keer.”

“Waar kom je eigenlijk vandaan? Ik heb geen deur gehoord.”

Mare gebaarde in de richting van de muur, waar een houten paneel op een kiertje stond.

Ja hoor, alweer een geheime deur. Dit ellendige kasteel zat er vol mee.

“Hoe lang ben je hier al?” bitste ze.

Hij haalde zijn schouders op. “Lang genoeg, denk ik. Het was heel verhelderend om te horen wat Henri allemaal voor romantische plannen heeft.”

“Nou, dat staatje netjes, om me zo ongegeneerd af te luisteren!” bitste Kathy boos.

“Nou, dat staat je netjes, om me zo ongegeneerd af te luisteren, riep de bekende pot tegen de ketel,” antwoordde Mare met een grijnsje.

Kathy sloeg rood uit. Wat moest ze daar nou op terugzeggen?

Dus tikte ze op het bruine pakje. “Wat zit daarin?”

“Cathérine’s sleutelbos.”

“Dat is wel handig.”

“Denk ik ook. Als je ooit nog eens de neiging krijgt om uit het raam te springen, is het altijd wel handig als je sleutels bij je hebt.”

“Ja, wrijf het er nog maar even in,” ging Kathy in de verdediging.

“Wat wil je eigenlijk van mij? Kun je dat eens uitleggen, jij graaf van Beau-Miré?”

Ze keek hem uitdagend aan en ze dacht dat ze helemaal voorbereid was op ieder antwoord dat hij zou geven, maar dat was niet zo.

“Ik was al bang, dat je me dit nooit zou vragen,” zei hij met een ondeugende, adembenemende glimlach, die haar direct naar haar tenen schoot. “Maar nu je het zo vraagt, ik heb wel zin in een kusje.”

Een kusje! Was hij nou helemaal gek geworden? Maar de ellende was, dat er ineens allemaal verhitte gedachten door haar heen schoten. Waar haalde ze ooit de kracht vandaan om deze geweldige spetter ook maar iets te weigeren?

“Eén aanzoek per dag is wel genoeg, Monsieur.”

“Een aanzoek? Ik wil alleen een kusje.”

“Nou, dat gaat dan mooi niet door.” Kathy probeerde heel overtuigend te klinken, maar ze hoorde zelf wel, dat ze er niet veel van bakte.

Om zich een houding te geven, trok ze het pakje naar zich toe en probeerde het open te krijgen, maar ook dat lukte haar niet.

“Laat mij maar even,” zei Mare losjes. Hij nam het pakje uit haar hand, pakte een briefopener uit een bakje, ritste het papier eraf en stalde de inhoud voor Kathy uit.

“Er zit ook een brief bij,” zei hij ineens verbaasd.

Ze keek naar zijn gezicht. Het leek wel of hij echt verbaasd was.

Intussen haalde Mare de brief uit de enveloppe en begon hem ongegeneerd te lezen. “Oh, kijk eens aan,” bromde hij. “Ik dacht ook al.”

“Kan het zijn, dat dit pakje voor mij bedoeld was?” vroeg Kathy en ze probeerde om een ijzig toontje in haar stem te leggen.

Hij knikte. “Ja hoor, het is voor jou.”

“Kun je me dan eens uitleggen, waarom je mijn post zit te lezen?”

“Zou jij mijn brieven lezen als je de kans kreeg?” vroeg hij met een stralende lach.

“Hoe kom je erbij?” begon Kathy verontwaardigd, maar daarna viel ze stil. Tja, als zij de kans kreeg, zou ze schaamteloos hetzelfde doen.

“Oké.” Kathy onderdrukte een zucht. “Mag ik ‘m dan nu zelf misschien ook even inzien?” Het klonk cynisch.

“Tuurlijk, geen probleem.” Mare schoof de brief naar haar toe.

Country Lodges, voor uw exclusieve kasteelvakantie”, stond er bovenaan de brief. En daaronder:

Geachte mevrouw Dubois,

 

In antwoord op uw schrijven van 2 mei 2008 hebben wij de eer om u mee te delen, dat onze directie bereid is het bod op het Château de Beau-Miré te verhogen. Wij bieden u thans de somma van drie miljoen Euro voor de landerijen inclusief de opstallen. Wij garanderen u dat wij het landgoed in de huidige staat zullen conserveren. U zult echter begrijpen, dat wij diverse aanpassingen aan het interieur van het kasteel zullen moeten doen, om het geheel aan te passen aan de wensen van onze geachte clientèle.

 

Hoogachtend,

Jean Descartes,

Country Lodges Ltd.

Daaronder had iemand met een rode pen een enorm uitroepteken neergezet en de kreet ‘Pas question! JAMAIS!!!’ knalde bijna van het papier. Het zinnetje was minstens drie keer onderstreept en werd gevolgd door de opmerking: “Henri bellen over testament!”

Kathy keek nadenkend naar het handschrift. Had haar overgrootmoeder Cathérine dit geschreven?

Tot haar verbazing gaf Mare antwoord op de onuitgesproken vraag. “Ja, dat heeft Cathérine eronder gezet. Ze ontplofte bijna toen ze die brief kreeg. Ze wilde absoluut niet dat Beau-Miré een luxe hotel zou worden.” Mare kuchte en voegde er droogjes aan toe. “En voor een camping was ze ook niet bepaald in.”

“Ze dacht er dus net zo over als jij,” knikte Kathy.

Mare negeerde haar opmerking. “Zij wilde op stel en sprong haar testament veranderen. Er moest een passage in komen, waarmee het onmogelijk zou worden om het kasteel te verminken, zoals ze dat noemde.” Zijn gezicht werd donker. “Ze had al een afspraak met de notaris gemaakt, maar haar onverwachte ziekte heeft daar een stokje voor gestoken.”

“En daarom heb jij haar sleutels maar ingepakt en daar die brief bijgedaan?”

“Welnee, dat heeft Cathérine natuurlijk zelf gedaan. Ze heeft mij alleen maar gevraagd om het pakje te bewaren. Voor het geval dat…” Hij haalde zijn schouders op en zijn blik dwaalde naar de sofa van rood velours. “Ze moet het al hebben zien aankomen, dat ze het niet ging redden.”

“Is ze hier gestorven? In deze kamer?”

Mare knikte. “Ja, daar op de bank. Ze was dol op de Kersenkamer.”

Kathy wist niet waarom, maar ze stond op en liep langzaam naar de bank. Met samengeknepen ogen staarde ze naar het rode velours en een paar tellen was het net of ze iemand zag liggen.

Een oude vrouw met wit haar.

Oma…

Vorig jaar had ze oma gevonden, ook op een bank. Haar gezicht blauw, haar grijze haar in de war en haar mond wijd open in een laatste wanhopige kreet om hulp.

Alleen de witte muren van de flat hadden die doodskreet gehoord en daar voelde Kathy zich nog steeds ontzettend schuldig over.

Omdat zij zo nodig met Alice moest gaan winkelen, terwijl oma…

Ze beet op haar lip.

“Waarom lag ze eigenlijk niet in bed?” vroeg ze zacht. “Ze had toch longontsteking?”

“Cathérine had een laaiende hekel aan op bed liggen. Dat was meer iets voor bejaarden, zei ze altijd.”

Kathy schudde haar hoofd. “Ze was al negentig.”

“Jazeker, maar ze zat nog vol leven. Ze heeft een paar dagen op bed gelegen, maar zodra ze de kans kreeg, is ze naar deze kamer gestrompeld. Ze had altijd ruzie met de dokter. Die probeerde haar er al jaren van te overtuigen, dat ze ‘s middags een poosje siësta moest houden.” Mare grinnikte. “Ze was gigantisch eigenwijs.”

Kathy draaide zich om en keek Mare fel aan. “Eigenwijs? Ze kende haar eigen lichaam het beste, lijkt mij. Wat weet zo’n dokter daar nou van?”

Mare liep een paar stappen in haar richting en begon te lachen.

“Het is net of ik haar weer hoor praten. Je gebruikt precies dezelfde woorden.” Hij haalde diep adem en zijn gezicht werd weer ernstig. “Ik heb vaak het gevoel dat ze hier nog steeds is. Dan hoor ik haar kordate stappen in de hal of haar stem op de gang…”

Kathy kauwde nadenkend op haar nagel. “Bedoel je dat ze hier rondspookt, net als Graaf Antoine?”

“Nee, zo bedoel ik het niet. Ze is hier gewoon nog. Ze was zo sterk, zo levend. Ze zal je beschermen.”

“Wat?”

Mare staarde haar aan en ze zag de verbijsterde glans in zijn ogen.

“Ik heb geen flauw idee, waarom ik dat zei. Het was eruit voor ik het wist. Nou ja…” Zijn blik gleed naar het grote schilderij boven de schouw. “Ze was helemaal dol op paardrijden. Als het aan haar lag, deed ze dat de hele dag. Ze heeft…Ze had wel tien paarden, er zit ook een koerswinnaar tussen.”

“Wow!” prevelde Kathy.

Mare streek zijn haar naar achter. “Ik heb het niet zo op paarden. Zelf heb ik wel genoeg aan mijn racefiets.”

Kathy kreeg een onverwacht visioen van Marcs lichaam in een strakke fietsbroek en ze slikte heftig.

“We kunnen zo wel even naar de stallen lopen, als je wilt,” bood Mare aan.

“Ja, dat lijkt me leuk.”

Of kon ze maar beter niet teveel met hem optrekken?

Met een hulpeloze blik in haar ogen keek ze naar Mare. Hij was zo dichtbij, dat ze zijn heerlijke mannelijke aftershave kon ruiken.

Ze kreeg ineens weer zo’n gigantische zin om in zijn armen te kruipen en in haar buik begon het te kriebelen van verlangen.

“Misschien ben ik ook wel eigenwijs,” zei Mare. Hij stapte nog dichterbij en Kathy kon zijn warme adem voelen.

“Hoezo?” vroeg ze schor.

“Nou, ik heb nog steeds zin om je te kussen. En als je dat niet wilt, dan moet je nu weggaan.”

“Weggaan? Ik? Dit is nu mijn kamer hoor.”

“Dus je wilt ook wel een kusje?”

Haar hart sloeg een tel over. Wat moest ze nou doen? Weglopen?

Maar dit was écht haar kamer. En als ze bleef staan, dacht hij natuurlijk…En dat wilde ze niet!

Hij mocht vooral niet gaan denken, dat zij…

Ze keek schichtig naar Mare en schrok van de blik in zijn ogen.

Een overwinnaarsblik.

In haar droom vannacht had ze een gevaarlijk roofdier willen temmen. Een leeuw met het gezicht van Mare. En het was haar niet gelukt…

Ze verlangde zo ontzettend naar zijn kus! Dus moest ze toch maar maken dat ze als een speer uit deze kamer verdween. Voor ze iets ging doen, dat ze waarschijnlijk de rest van haar leven zou bezuren.

Ze wilde achteruit stappen en weglopen, maar haar lijf kreeg ineens totaal andere plannen. Voor Kathy besefte wat er met haar gebeurde, nestelde ze zich tegen Mare aan en en haar armen gleden om zijn hals.

“Nou, kom maar op met dat kusje,” fluisterde ze verhit.

Mare trok haar nog dichter tegen zich aan en ze kon zijn opwinding voelen. Zachtjes likte ze over zijn lippen. Hij nam de uitnodiging meteen aan en volgde haar tong op een opwindende reis.

Kijk uit!” schreeuwde een ijle stem. “Stap opzij! Het is gevaarlijk daar!

Alweer die stem? Wat nu weer?

Kathy wilde haar hoofd achteruit trekken, maar Mare liet haar niet gaan. Ach, wat kon haar die stem ook schelen? Ze had wel iets anders te doen!

Ze drukte haar lippen met hernieuwde passie op de zijne en ging door met het opwindende spelletje.

PAS OP!” gilde de stem. “Die boekensteun zit los!

De stem knalde zo door Kathy’s heerlijke gevoel heen, dat ze zich uit Marcs greep loswurmde en geërgerd om zich heen keek.

Wat was dat toch voor gezeur met die…

Oh nee! Die boekensteun daar, met die leeuwenkop…Die kon elk moment van de plank duikelen! En Marcs hoofd was er net onder!

“Kijk uit!” gilde Kathy en ze gaf Mare een enorme duw. Nog geen seconde later vloog de boekensteun vlak langs zijn hoofd en knalde op de houten vloer in stukken.

Mare keek verbaasd naar de bruine splinters bij zijn voeten.

“Hè? Waar komt die nou ineens vandaan?”

Kathy wees omhoog. “Van die plank. Het leek net of dat leeuwtje helemaal zelf naar het randje van de plank scharrelde en…” Of had ze een hand gezien, in die nanoseconde voor het ding naar beneden tuimelde?

Ach onzin! Als ze echt een hand gezien had, moest er iemand in die boekenkast zitten en daar waren de plankjes heus te smal voor.

“Ik snap niet dat je dit zag aankomen,” zei Mare.

Er ging een onverwachte rilling over Kathy’s rug. “Dat kwam door die st…” Nee, dan zou hij denken dat ze gek geworden was.

“Ik bedoel, ik keek gewoon ineens omhoog en…” Tja, erg sterk klonk dat ook niet.

Maar Mare vond haar verklaring blijkbaar afdoende. Hij keek met een bezorgd gezicht naar de andere boekensteunen die nog keurig in de kast stonden en schudde zijn hoofd. “Dat had nog wel eens heel anders af kunnen lopen,” mompelde hij. “Als één van ons dat ding op zijn hoofd gekregen had…”

Hij draaide zijn blik terug naar Kathy. “Ik ben blij dat het goed afgelopen is.”

Anders ik wel,” zei de ijle vrouwenstem.

Kathy kneep haar lippen op elkaar. Zou dat nou echt haar overgrootmoeder zijn, die ze hoorde? Maar dat kon toch niet?

Dood was dood. En spoken bestonden niet! En dat moest ze goed in haar oren knopen, want anders durfde ze vannacht niet eens meer te gaan slapen.

Ze voelde zijn hand onder haar kin en ze keek op. Hij lachte naar haar en nam haar opnieuw in zijn armen.

Maar op dat moment klonk er een bescheiden klopje op de deur en Mare stapte een stukje bij haar vandaan. “Binnen!” riep hij.

De deur ging langzaam open en Clemmy verscheen op de drempel. “Papa, we gaan zo eten en daarna heb je me beloofd om verstoppertje te spelen…” Ze keek verbaasd naar Kathy. Alsof het raar was, dat die ook in het kantoortje was. “Bonjour Kathy,” zei ze beleefd. “Wil je straks ook meedoen met verstoppertje?”

“Ik heb nog erg veel te doen,” antwoordde Kathy langzaam.

Mare boog zich naar toe en gaf haar een samenzweerderige knipoog. “Ik weet een perfecte verstopplek. Daar vindt ze ons nooit,” fluisterde hij.

Kathy besefte dat hij haar zoveel meer probeerde te beloven, dan alleen maar een goed plekje om zich te verstoppen.

Hij wilde haar! En zij wilde hem…

Nee, zij wilde hem helemaal niet!

Hè, waarom was het leven zo ingewikkeld? Ze vond Mare zo leuk! Maar ze zou wel gek zijn, als ze hem vertrouwde. Toch?

“Wat een troep, zeg,” zei Clemmy intussen.

“Ja, er viel een boekensteun naar beneden,” legde Mare uit. “Zal de tocht wel geweest zijn. Mevrouw Corbeau ruimt het wel op.

Kathy schudde haar hoofd. “Nee, ik ga eerst wat telefoontjes plegen. Ik eh…” Ze aarzelde even.

Ach, ze kon het hem best zeggen, hij had de hele conversatie met Henri toch af staan luisteren. “Ik ga even kijken of ik een andere notaris kan vinden. Ik heb niet veel zin meer in Henri en zijn gezanik.”

Mare wierp een blik op zijn horloge. “Op dit moment kun je niemand bereiken. Heure de repas.”

Kathy knikte. “Oké, dan gaan we eerst maar eten.”

Ze liep achter Mare en Clemmy aan de deur uit, maar op de drempel kreeg ze een enorme drang om om te kijken.

Er lag een oude dame op de bank van rood velours. Ze droeg een elegant ruiterkostuum en haar witte krulhaar glansde in een verdwaalde zonnestraal. Er speelde een glimlach om haar kersenrode lippen.

Heftig knipperend staarde Kathy naar de oude vrouw en daarna gleden haar ogen naar het grote schilderij boven de schouw.

Er was geen twijfel mogelijk. Dat was haar overgrootmoeder Cathérine daar op de bank.

Met een wild kloppend hart dwong Kathy zichzelf om weer naar de verschijning te kijken. Maar de bank was leeg…