Hoofdstuk 4

Luidkeels gillend schopte Kathy wanhopig om zich heen, maar het lukte haar niet om zich los te worstelen uit de ijzeren greep van de spookverschijning.

Ergens uit de verte hoorde ze ineens een hijgende stem vragen:

“Kathy, wat is er? Doe eens rustig!”

Ze deed haar ogen open en de opluchting golfde in stromen door haar heen.

Mare!

Ze stond Mare tegen zijn schenen te schoppen!

“Oh Mare,” hijgde ze overstuur. “Mare, er was iets afschuwelijks op de gang. Ik heb een spook gezien!”

“Een spook?” Mare schudde glimlachend zijn hoofd, zoals een vader liefdevol kan lachen om de stommiteiten van zijn dochtertje. “Wat een onzin nou weer. Je hebt natuurlijk akelig gedroomd.”

“Nee, hij zat vlak achter me. Hij…” Zenuwachtig keek ze om, maar de gang was helemaal leeg.

Ze draaide haar hoofd weer terug en staarde Mare sprakeloos aan. Hij was zo knap, zo vertrouwd. Haar knieën gingen ineens nog veel erger bibberen, maar dat had niks meer met paniek te maken. Hij was zo dichtbij. Ze hoefde haar hoofd maar een heel klein stukje op te tillen, dan kon ze hem kussen.

Ze wilde in haar ogen wrijven en haar vingers raakten haar bril.

Verdraaid, ze had dat Miss Piggy ding nog op!

Haastig trok ze de bril van haar neus en de wereld om haar heen werd op slag wazig. Behalve Marcs gezicht. Dat kon ze nog prima zien.

Ze slikte moeilijk. Hij was zo leuk!

“Wat was er nou precies aan de hand?” vroeg hij. Het klonk bijna als een bevel.

Struikelend over haar woorden vertelde Kathy het hele verhaal en al pratend doorleefde ze alle emoties opnieuw. “Het was afschuwelijk! Ik was zo bang!”

Ze had al snel spijt van haar gebrabbel. Hè! Wat ging het hem aan, dat ze zo bang was geweest? Als hij zo meteen begon te lachen, had ze dat helemaal aan zichzelf te danken.

Er borrelde ineens een herinnering in haar naar boven. Ze was elf en de buurjongetjes bleven een nachtje slapen omdat hun ouders naar een feestje waren. Midden in de nacht waren ze haar slaapkamer binnengerend, met witte lakens over hun hoofd.

Kleine Kathy was in paniek onder haar bed gekropen, terwijl de twee bengels gierend van de lach “Boeh, ik ben een spook!” hadden staan roepen tot oma hen weer naar hun kamer had gestuurd. Jaren later hadden ze haar er nog mee gepest…

Ze keek wat schuw naar Marcs gezicht, maar hij lachte niet.

Integendeel. Hij boog zijn hoofd naar haar toe en zijn lippen waren ineens op nog geen twee centimeter van de hare.

Wilde hij haar kussen?

Een paar tellen had ze de bijna onbedwingbare neiging om haar armen om zijn hals te slaan en haar lippen tegen die uitnodigende mond te drukken. Ze wilde zijn warme adem voelen en zijn strelende handen op haar huid…

Er ging een schokje door haar heen toen ze zijn handen onverwacht heel dicht bij haar borsten voelde. Hij wilde hetzelfde als zij…

Maar hij was getrouwd!

Ze stapte achteruit. “Ik eh…Ik ben moe. Welterusten.”

Zonder op zijn reactie te wachten, draaide ze zich om en liep weg. Maar bij de ingang van haar kamerdeur stopte ze, zette haar bril weer op en keek spiedend naar binnen.

Stel je voor, dat die engerd daarbinnen op haar wachtte? Er waren genoeg lange gordijnen waar hij achter kon zijn gaan staan. Of hij lag onder het bed.

Haar blik dwaalde paniekerig door de kamer en viel op de houten muur, die rijkelijk versierd was met houtsnijwerk. Ze rilde heftig.

Misschien zat daar ook wel ergens een deur in verborgen, net als beneden in de eetkamer. Dan was ze nergens meer veilig!

“Er is daar heus niemand hoor,” hoorde ze Mare achter zich zeggen.

Ze trok de bril weer van haar neus en draaide zich met een ruk om. “Hoe kun jij dat nou weten?” Kathy wees naar de houten wand. “Er zit daar vast een geheime deur.”

Hij schudde zijn hoofd. “Welnee, je speelt niet in een spionagefilm mee.”

“Maar beneden in de eetzaal…” begon Kathy.

Mare liet haar niet uitspreken. “Daar is niks geheims aan. Het hele dorp weet ervan.” Hij keek op zijn horloge. “Het spookuur is intussen voorbij, dus je kunt rustig gaan slapen.”

“Je gelooft me niet, hè? Je denkt, dat ik uit mijn nek klets.”

Er krulde een klein lachje om zijn lippen. “Ik woon hier mijn hele leven al en ik heb nog nooit een spook gezien. Hoewel…”

“Hoewel wat?”

“Tja, we hebben natuurlijk onze familielegende. Maar daar zal ik je morgenochtend wel wat meer over vertellen. Het is al laat.”

“Ik heb honger,” flapte ze eruit. “Het is etenstijd in New York. Wat denk je? Kan ik even naar de keuken lopen en wat te eten maken?”

Hij aarzelde en ademde diep in. “Tuurlijk kan dat. Maar dat vind je in je eentje nooit. Ik loop wel even mee om je de weg te wijzen.”

“Oké, maar dan doe ik eerst mijn lenzen in, anders zie ik niks.”

Even later liep Kathy achter Mare aan de marmeren trappen af naar de grote hal, waar hij bij een smalle deur bleef staan.

“De keuken is in de kelder.” Mare deed de deur open, knipte het licht aan en Kathy kreeg zicht op een smalle stenen wenteltrap, die de duistere diepte inleidde.

Mare ging voorop en Kathy ging hem een beetje aarzelend achterna.

Dieper en dieper ging de trap en Kathy merkte dat ze steeds langzamer ging lopen.

Waar gingen ze heen? Naar één of ander donker hol met brandende takkenbossen op de grond? Met ijzeren kettingen aan de zoldering, waar enorme koperen ketels aan hingen?

Harder poken, harder stoken, Laaien, vuurgloed, ketel, koken…

Oh help, waarom had ze ineens dat rare rijmpje in haar hoofd?

Enge heksen die in een ketel stonden te roeren. De drie heksen uit Shakespeare’s Macbeth…

Wat een onzin nou weer. De huishoudster leek voor geen meter op een heks, daar was ze veel te dik voor.

Ze kwamen bij de laatste tree en Mare haalde weer een schakelaar over. “Hier is het,” zei hij.

Kathy knipperde in het plotselinge felle licht en keek met samengeknepen ogen om zich heen. Dit moest een heel oud stuk van het kasteel zijn, want het leek wel of ze een middeleeuwse kerk was binnengestapt. De zware muren waren van grote keien gemaakt en het ronde koepelvormige dak werd gedragen door vier pilaren onder zware Romaanse bogen. De vloer was bedekt met donkergrijze leisteen. Gelukkig hing er geen vochtige muffe lucht in de ruimte, maar het rook naar appeltaart.

De inrichting was opvallend modern. Nergens borrelden kookpotten boven stinkende houtvuren en er waren ook geen ijzeren kettingen te bekennen. In plaats daarvan zag ze keurige eikenhouten kasten met inbouwapparatuur langs de muren en een compleet kookeiland in het midden.

“Wow,” mompelde ze onder de indruk.

“Dit deel van het kasteel stamt nog uit de Middeleeuwen,” verklaarde Mare. “Hier zaten vroeger de gevangenen vast.”

“Ik vind het maar een rare plek voor een keuken. Zo diep onder de grond.”

Mare moest erom lachen. “Traditie,” grinnikte hij. “Als je uit het raam kijkt, begrijp je meteen waarom dit de plek is om je personeel op te bergen.”

“Het is een beetje donker buiten. Maar overdag zie je natuurlijk ook niks hier?”

“Klopt.” Hij knikte. “Nou, vertel eens, wat wil je eten?”

Ze trok een gezicht. “Is er iets warms?”

Mare deed de deur van de koelkast open en keek speurend naar binnen. “Er is nog soep en een stuk tarte Tatin.”

“Tarte Tatin?” fluisterde ze verbaasd. Oma had tarte Tatin gemaakt, een omgekeerde appeltaart met het deeg bovenop en de appels onderin. En in het voorjaar had oma er altijd kersen ingedaan. Sappige donkere zoete kersen…

Mare dacht blijkbaar dat ze een vraag had gesteld, want hij begon uitvoerig uit te leggen wat voor taart het was.

“Het is heerlijk. Clemmy doet een moord voor een extra stuk.”

Kathy snoof zachtjes. Clemmy zou iemand vermoorden voor een stuk taart. En Mare? Had hij ook plannen met de onverwachte erfgename van ZIJN kasteel?

In gedachten hoorde ze hem ineens tegen zijn zuster zeggen: “Ik zal het proberen, Giselle. Heus!

Was het stom geweest om zo argeloos met hem mee te gaan? Als hij haar iets wilde aandoen, kon ze gillen wat ze wou, niemand zou het horen.

Mare trok intussen een fles champagne open en schonk twee hoge glazen in.

Hij zag er niet erg gevaarlijk uit. Integendeel. Hij leek helemaal te gek in die strakke blauwe jeans en dat rode shirt waarvan er minstens twee knoopjes teveel openstonden.

Ze zuchtte diep. Zou hij weten dat hij erg veel inkijk had?

“Jullie Fransen doen niks anders dan wijndrinken volgens mij,” zei ze hardop.

“Wat is daar mis mee?” Mare duwde haar grinnikend een glas in haar handen. “Op je gezondheid, Kathy.” Al pratend boorden zijn prachtige ogen zich diep in die van haar.

Het bloed bruiste door haar aderen en diep haar buik begon er van alles te kriebelen. Waarom keek hij nou zo?

Dat was toch niet eerlijk? Ze kreeg zo’n gigantische zin in hem!

Ze wilde dat hij haar kuste en streelde en…

Ophouden nou!

Ze sloeg haar ogen gauw neer en nam een slokje wijn. De ijskoude bubbeltjes tintelden over haar tong.

“Lekker zeg. Wat is het precies voor wijn?” fluisterde ze, maar Mare gaf geen antwoord.

Toen ze opkeek, zag ze hem bij het kookeiland staan en een pan op het vuur zetten.

“Ik maak wel een roereitje,” verklaarde hij.

“Zal ik je helpen?”

“Je kunt tafeldekken, als je wilt.” Hij wees met een vork naar een grote kast. “Het servies staat daar ergens bovenin en het bestek ligt in de la.”

Ze glimlachte. “Oké.”

Als een volleerd kok sloeg Mare de eieren boven een kommetje stuk.

“Wil je er ham in?”

“Ja, lekker.”

Ze keek toe hoe hij een koekenpan op de pit zette en er olijfolie ingoot.

Hij zag er zo heerlijk mannelijk uit!

Wat zou er gebeurd zijn als ze daarstraks niet was weggerend uit zijn armen? Had hij haar dan gekust?

Mare pakte een scherp broodmes uit een la en liep met het mes op haar af.

Hij gaat je keel doorsnijden!” gilde een paniekerig stemmetje in haar hoofd.

Kathy staarde naar de scherpe punt en ze kon ineens niet meer bewegen. Wat was hij van plan? Hij zou toch niet echt…

Had hij aan zijn zus beloofd om haar te vermoorden? Hield het hier allemaal op? Hier, op een ijskoude keukenvloer, in een eenzaam kasteel?

Mare was nu vlakbij en Kathy’s hart klopte als een bezetene in haar keel. Dit was een nachtmerrie! Ze moest rennen! Maar ze kon geen vin meer verroeren.

Mare had blijkbaar niet door, dat zij ineens zo in paniek raakte.

Hij gaf haar een vrolijke knipoog en trok het kastdeurtje achter haar open. “Ah, daar ligt er nog eentje,” zei hij opgewekt. Hij pakte een stokbrood uit het kastje, liep terug naar het kookeiland en begon het brood vrolijk fluitend in flinterdunne plakjes te snijden.

Kathy wist niet meer hoe ze had en kon alleen nog maar naar hem staren. Had hij dit expres gedaan? Om haar even te laten merken, dat ze geen partij voor hem was? Of had hij niet in de gaten, dat ze zich rot geschrokken was?

Alsof hij haar gedachten kon lezen, draaide Mare zich om.

“Is er iets?”

“Nee eh…” Haar knieën bibberden, ze kon haar handen niet meer stil houden en haar hart hamerde in haar keel. Ze liep haastig naar de tafel en ging gauw zitten.

Ze was een ontzettende sukkel. Mare zou haar heus niks doen.

Dat kon helemaal niet. Zij was de erfgename van dit kasteel. Als zij ineens spoorloos zou verdwijnen, viel dat veel te veel op.

“Hoe zit het eigenlijk met…” Ze slikte en probeerde opgewekt te klinken. “Met dat familieverhaal, waar je het over had? Heeft dat iets te maken met die verschijning op de gang?”

Mare verdeelde het roerei over de borden en tilde ze op. “Heb je de tafel nog niet gedekt?”

Ze sprong overeind. “Sorry, helemaal vergeten.”

“Geeft niks. We vergeten allemaal…”

Achter hen klonk opeens een luid gesis en terwijl er een vieze brandlucht door de keuken trok, kookte de soep over.

“Mannen horen ook niet in de keuken,” flapte Kathy er zonder nadenken uit.

“Uitspraak van je oma zeker?” vroeg Mare en hij haastte zich naar het rampgebied, waar hij druk in de weer ging met een keukenrol. “Je overgrootmoeder Cathérine vond het ook maar niks als ik me hier vertoonde.”

“Ik help wel even,” bood Kathy aan, maar Mare schudde zijn hoofd. “Als jij nou de tafel dekt, ruim ik intussen die troep op.”

Een tijdje later was de keuken weer op orde en zaten ze tegenover elkaar van de kruidige champignonsoep te genieten.

“Heerlijk zeg.” Kathy glimlachte. “Maar hoe zit dat nou met die rare verschijning?”

Mare nam eerst nog een flinke hap van zijn brood en werkte ook zijn roerei naar binnen. “Het verhaal komt uit de tijd van de Franse Revolutie, als dat je wat zegt.”

“Ja, ik heb daar zelfs een boek over gelezen. De Scarlet Pimpernel. Die vent die al die edelen van de guillotine…” Ze stopte met praten en keek Mare aarzelend aan. Oma was met dat boek aan komen zetten. Omdat ze het belangrijk vond dat Kathy iets van Franse geschiedenis wist.

“Het was eigenlijk best een heel oud boek,” praatte Kathy langzaam door. “En er stond een handtekening in. Van de schrijfster, zei oma. Maar hoe ze eraan kwam, heeft ze me nooit verteld.”

De onuitgesproken vraag bleef even in de lucht hangen. Toen knikte Mare, alsof hij er alles van wist. “Je oma ging er met een kunstschilder vandoor, toen ze 17 was.”

Het was zo’n onverwachte opmerking, dat Kathy hem verbijsterd aanstaarde. “Wat? Dat meen je niet.”

“Die vent kwam hier de portretten schilderen, maar Cathérine was niet onder de indruk van zijn schilderkunsten en schopte hem de deur uit. Het schijnt een erg knappe man geweest te zijn en je oma was helemaal hoteldebotel van hem.”

“En toen haar moeder hem wegstuurde…”

“Ging je oma stiekem met hem mee. Rechtstreeks naar Gretna Green om te trouwen.”

“Oh…” mompelde Kathy.

“Maar twee weken later was de schilder alweer vertrokken. Toen kreeg je oma namelijk bericht, dat ze onterfd was als ze niet heel gauw weer naar huis terugkwam. Haar ouders hadden er geen flauw idee van, dat ze al getrouwd was.”

“Nou ja zeg! Oma heeft me verteld dat haar man onverwacht dood is gegaan. Nog voor mijn moeder geboren was.”

“Nee, hij liet haar in de steek.”

“Maar waarom?”

“Het ging hem alleen maar om haar geld en hij dacht dat ze alles voorgoed kwijt was.”

Kathy keek Mare scherp aan. “Hoe kwam hij daar zo ineens bij?”

“Je overgrootvader had meteen al haar tegoeden bevroren en toen de jonge bruid geld wilde opnemen, kreeg ze geen cent mee. Daarna kwam de vent erachter, dat de politie onderweg was en toen wist hij niet hoe snel hij moest wegwezen.”

Kathy schudde haar hoofd. “Wat een raar verhaal. Oma had geld genoeg hoor.”

“Ja, toen ze 23 werd, kwam haar eigen geld vrij. Maar daarvoor moet ze het erg moeilijk hebben gehad. Ze was zwanger, maar dat wisten haar ouders natuurlijk niet.”

Er ging een pijnlijke steek door Kathy’s hart. “Is ze daarom naar Amerika gegaan?”

Mare knikte. “Ze haatte haar ouders, omdat die haar geluk hadden stukgemaakt en ze heeft al het contact verbroken. Cathérine heeft haar nog wel eens geschreven, maar die brieven kwamen altijd ongeopend terug.”

“Die arme oma,” prevelde Kathy ontroerd.

Als je zo in de steek gelaten werd door je familie en je man…

Dan was het ook geen wonder, dat oma er nooit over had willen praten.

“En die kunstschilder? Hoe is het daar mee afgelopen?”

“Die is een half jaar later met een andere rijke erfgename getrouwd. Een geval van bigamie, maar dat kwam pas uit, toen hij na een uit de hand gelopen feestje in het water viel en verdronk.”

“Wist oma dat?”

Mare haalde zijn schouders op. “Geen idee. Cathérine heeft het ook pas jaren later gehoord.”

Kathy smeerde wat kruidenboter op een snee stokbrood en begon daar peinzend van te eten. “Wist Cathérine eigenlijk, dat ze een kleinkind had?”

“Dat heeft ze pas vlak voor haar dood gehoord. Henri de Lascale was op eigen houtje naar je oma op zoek gegaan om…”

Mare stopte met praten en nam een hap soep.

“Om?” vroeg Kathy uiteindelijk.

“Om uit te vinden wat er van haar geworden was,” zei Mare.

Maar Kathy had ineens het rare gevoel, dat hij iets anders had willen zeggen.

“Wat had Henri dan met mijn oma te maken?” vroeg ze, “Waarom…”

Mare maakte een vaag afwerend gebaar. “Geen flauw idee.” Hij sprong op. “Ik zal eerst nog maar eens wat inschenken.”

Hij haalde de champagnefles uit de koelkast en vulde de glazen opnieuw. Daarna ging hij weer tegenover haar zitten.

Kathy keek toe hoe hij genietend een slok van zijn champagne nam. Ergens snapte ze niks van Mare. Hij deed nou wel zo gezellig tegen haar, maar kon ze hem vertrouwen?

Mare hield haar de mand met stokbrood voor. “Wil je nog een sneetje?”

“Nee. Ik eh…Ik denk, dat ik zo maar weer eens naar mijn kamer ga.”

“Wil je het verhaal van graaf Antoine niet meer horen dan?”

“Graaf Antoine?”

“Het spook. Tenminste…”

Het spook…Daar had ze geen seconde meer aan gedacht.

Natuurlijk wilde ze daar alles over weten.

Ze knikte heftig. “Ja, vertel maar.”

“Nou, in de tijd van Franse revolutie woonde graaf Antoine de Beau-Miré dus hier op het kasteel en toen die revolutionairen de koningin naar het schavot hadden gereden, wilde hij met zijn gezin naar Engeland vluchten. Om het niet teveel te laten opvallen, stuurde hij zijn vrouw en kinderen in een koets vooruit en hij bleef zelf nog wat langer om zijn zaken te regelen.”

Kathy snapte ineens hoe het zat. “En toen hebben ze hem gepakt en onthoofd,” prevelde ze rillend.

Mare knikte. “Klopt.”

“Dus het was die graaf Antoine, daarstraks op de gang. Met zijn afgehakte hoofd in die mand. Toch?”

Mare glimlachte en haalde wat vaag zijn schouders op. “Sommige personeelsleden beweren inderdaad dat ze hem wel eens hebben zien strompelen met zo’n ijzeren bal aan zijn voet. Maar je weet hoe dat gaat met die dingen…Een glaasje teveel en ineens zien ze van alles.”

“Nou, dat geldt voor mij niet. Ik heb gister geen druppel gedronken, maar Antoine liep wel degelijk op de gang. Compleet met roestige bal en al!”

Mare veegde zijn mond af en schudde zijn hoofd. “Je moet echt gedroomd hebben, Kathy. Ik woon hier mijn hele leven al, maar ik heb mijn geachte voorvader nog nooit over de gang zien struinen.” Hij schoof zijn stoel achteruit. “Stukje taart om af te sluiten?”

“Waarom geloof je me niet? Zelfs als het een droom was…Dan heb ik heel toevallig wél over jullie huisspook gedroomd. Dat is op zijn minst raar voor iemand, die dat hele verhaal niet kende.”

Mare gaf geen antwoord. Hij liep naar de oven, haalde de taart eruit, sneed er met het enorme mes twee punten af en schoof die met geroutineerde gebaren op schoteltjes.

“Wil je er koffie bij?”

“Waarom geef je geen antwoord?”

“Glaasje wijn dan maar?”

Ze schudde geërgerd haar hoofd. Voor Mare had het onderwerp spook blijkbaar afgedaan. Maar voor haar niet! Die geest had haar bedreigd! Geroepen, dat ze weg moest gaan. En als dat spook volgens Mare niet bestond, dan moest er iemand voor spook gespeeld hebben. Iemand, die haar hier kwijt wilde…

Mare bijvoorbeeld.

Nee, dat kon eigenlijk niet. Ze was tegen Mare aangerend, terwijl ze van dat monster wegliep. En daar zat zo weinig tijd tussen, dat hij zich ook niet even snel had kunnen verkleden. Mare had niet voor spook gespeeld. Maar het was wel erg toevallig dat hij net op dat moment in de gang was. Voor zover ze wist, was zijn slaapkamer in de andere vleugel. Dus wat had hij daar dan te zoeken gehad?

Verdraaid! Misschien had hij wel iemand ingehuurd om voor Graaf Antoine te spelen. Mare liep hier steeds de Big Boss uit te hangen, maar dat was hij dus absoluut niet. Op de familieschilderijen en de antieke meubeltjes in Marcs privé-vleugel na, was er in dit hele kasteel niks meer van Mare. Dat had hij haar eergisteravond haarfijn uit de doeken gedaan. Hij zat in haar kasteel, op haar stoel, in haar keuken…

“Reken er maar niet op, dat ik me door die gek laat wegjagen,” zei ze fel. “Dit is MIJN kasteel, die Antoine heeft hier geen enkel recht meer!”

Mare zette een punt taart voor haar neer en ging weer tegenover haar zitten. “Spoken bestaan niet, Kathy.”

“Helemaal mee eens! Dus speelt er hier iemand voor spook. Maar zo makkelijk komt die niet van mij af!”

Het was haar ineens allemaal duidelijk. Iemand wilde haar kwijt en die iemand was heus nog wel in leven! Dit was haar kasteel en daar zou ze voor knokken als het moest!

Terwijl hij naar Kathy’s vastbesloten gezichtje keek, flitste er een warme sensatie door Mare heen. Kathy leek totaal niet op de uitgezakte verwende Amerikaanse zeurpiet, die hij had verwacht.

Integendeel!

Ze was mooi, ze had prachtige groene ogen, ze had pit en ze was net zo eigenwijs als haar overgrootmoeder.

Hij had zo’n enorme zin om haar in zijn armen te nemen! Dan zou hij haar kussen en naar haar kamer dragen en…

Maar hij moest het natuurlijk wel zakelijk houden. Anders ging Angela hem geheid met de deegroller te lijf!

“Hoog tijd om te gaan slapen,” zei Kathy langzaam. Ze schoof haar stoel naar achter en stond op. “Welterusten, Mare.”

“Ik loop wel even met je mee,” zei hij.

Dat vond Kathy een goed idee, want ze had zich net af zitten vragen hoe ze ook alweer moest lopen. Het was hier binnen ook net een doolhof.

Achter elkaar aan klommen ze de smalle wenteltrap op en liepen door de grote hal met alle voorvaderlijke schilderijen naar de zijvleugel, waar ze via de brede marmeren trap en een lange donkere gang weer bij Kathy’s kamer kwamen.

Mare gooide de zware deur open en knipte het licht aan. “Als je wilt, kan ik wel in de kamer hiernaast slapen,” stelde hij voor.

“Als je het niet vertrouwt, kan ik je zo komen helpen.”

Kathy aarzelde even, maar schudde toen haar hoofd. “Nee, dat hoeft niet. Ik red me wel.”

“Oké,” fluisterde hij. Hij kwam een stap dichterbij, pakte haar hand en terwijl hij haar diep in haar ogen keek, kuste hij haar vingertoppen.

Er flitste een geweldig verlangen door haar buik en haar knieën veranderden in een soort smeltend roomijs. Ze wankelde achteruit, maar voordat ze kon vallen, gleden zijn armen om haar middel en gaven haar de steun die ze ineens zo nodig had.

Hij was zo dichtbij. Veel te dichtbij. Ze voelde de kracht van zijn sterke armen en de heerlijke geur van zijn puur mannelijke aftershave prikkelde haar neus.

Ze wist best, dat ze nu niet naar hem moest kijken, maar ze deed het toch. Hij was zo knap en hij had zo’n guitig kuiltje in zijn kin. Ze had zo’n zin om met haar vingertoppen over zijn lippen te gaan, zijn wang te strelen en dan lekker met haar handen door zijn haren te woelen.

Hij glimlachte naar haar en haar roomijs-knieën smolten nog verder weg. Ze lachte wat bleekjes terug.

Meer aanmoediging had Mare niet nodig. Hij boog naar haar toe, pakte haar kin tussen zijn vingers en kuste haar. Het voelde als een belofte van geluk en bescherming.

Met een zachte kreun sloeg ze haar armen om zijn hals en beantwoordde zijn kus vol passie en overgave. Het puntje van zijn tong ging over haar lippen, uitnodigend, vragend.

Zonder aarzelen nam ze de uitnodiging aan en hun tongen begonnen een opwindend spel van elkaar uitdagen, opwinden en proeven. Hij smaakte heerlijk naar appeltaart en sprankelende champagne.

Langzaam strelend gleden zijn handen over haar rug en vandaar verder naar beneden. Kathy vloog compleet in brand toen ze zijn harde verlangen tegen haar buik voelde drukken. Ze klampte zich aan hem vast, hunkerend naar zijn lichaam, zijn liefde, zijn ziel…

Maar hij was getrouwd! Dit mocht niet!

Ze worstelde zich uit zijn omhelzing los en stapte achteruit.

Maar Mare stapte mee, in de vaste veronderstelling dat ze met hem naar bed wilde.

“Sorry Mare,” fluisterde ze helemaal buiten adem. “Ik kan dit niet.”

“Maar je verlangt toch naar me?” protesteerde hij al net zo hijgend. “En ik verlang naar jou.”

“Dat kan wel zijn, maar je hebt al iemand.”

Zijn gezicht werd asgrauw en er kwam een afwezige blik in zijn ogen. “Je hebt helemaal gelijk, Kathy. Ik heb al iemand.”

Hij slikte moeizaam. “Nou eh…welterusten dan maar.” Met een ruk draaide hij zich om en liep met grote stappen weg.

Kathy staarde hem verbijsterd na, haar wangen rood van opwinding, haar lippen nog nagloeiend van zijn kus.

Waarom ging hij nou weg? Ze wilde niet dat hij wegging! Wat moest ze nou alleen in die enge kamer? Ze verlangde naar zijn beschermende armen, naar zijn strelende handen en zijn warme adem op haar huid.

Helemaal gefrustreerd balde ze haar vuisten en er spoelde een golf van teleurstelling over haar heen. Het was haar eigen schuld, dat hij was weggelopen. Ze had hem zelf weggejaagd. Omdat hij getrouwd was.

Wat was dat toch met haar? Waarom moest zij constant maar op de verkeerde mannen vallen? Waar had ze deze afgrijselijke eenzaamheid eigenlijk aan verdiend?

Kathy rechtte haar rug. Eenzaam? Zij? Welnee, ze barstte immers van de vriendinnen? Er waren er genoeg, waar ze altijd bij terecht kon, zoals Alice.

Maar er was geen enkele speciale man…

Als ze na een dag hard werken in haar flat kwam, wachtte er niemand op haar. Als ze zich rot voelde, was er geen brede mannelijke borst om eens lekker op uit te huilen. Ze had geen man die haar een kindje kon geven…

Wat? Een kindje? Draaide ze door of zo? Ze wilde helemaal geen baby! Zij had haar werk!

Er liep ineens een traan over haar wang, die ze met een geïrriteerd gebaar snel wegveegde. Natuurlijk hield ze van haar werk en dat zou ze ook nooit opgeven, maar…Ze wilde best wel een baby.

Een leuk vrolijk meisje zoals Clemmy.

Oh, ze wilde zo graag ergens bij horen! Een gezinnetje hebben.

Want nu had ze eigenlijk helemaal niemand, haar hele familie was dood…

Ze snoof heftig en stapte haar kamer in. Daar deed ze alle lichten aan en ging wat bibberig op speurtocht. Maar er lag niemand onder het bed, achter de lange gordijnen was ook niks te zien en de muur van houtsnijwerk gaf geen krimp. Ze drukte op alle uitstekende bloemblaadjes, sleepte er een stoel bij om ook de hoge plekjes te kunnen controleren, maar er ging nergens een geheime deur open.

Uiteindelijk schopte ze haar schoenen uit en klom met kleren en al in het hemelbed. Zo was ze tenminste klaar om weg te sjezen als Graaf Antoine het in zijn afgehakte hoofd zou halen om terug te komen.

Ze ging languit liggen en als vanzelf gleden haar gedachten weer terug naar het verleden. Net als oma viel zij op de meest foute mannen. Had ze met Harald haar lesje dan nog niet geleerd? Of zat het in haar genen, dat ze er steeds maar weer intrapte?

Harald…Knappe blonde Harald uit Zweden in zijn spetterende pilotenuniform. Ze was op de stoep voor de boetiek tegen hem aangebotst en hij had zich meteen letterlijk in alle talen verontschuldigd. Vervolgens bood hij haar een etentje aan om het weer goed te maken en daarna nam hij haar mee naar de bios om een heerlijke romantische zwijmelfilm te gaan zien. Notting Hill Gate om precies te zijn, met Julia Roberts en die geweldige Hugh Grant.

Harald zag er helemaal te gek uit in zijn spannende pilotenuniform en zij liep apetrots naast hem. Want alle meiden die ze tegenkwamen, sloegen helemaal groen uit van pure jaloezie.

Harald was van het type dat echt luisterde naar een vrouw en binnen de kortste keren had zij het zwaar van hem te pakken gehad. Amper een paar weken daarna was hij al voor haar op zijn knieën gevallen, met een spannend doosje in zijn hand.

Het was het meest romantische moment in haar leven geweest.

Het kleine diamantje op de ring fonkelde in het zonlicht en in gedachten hoorde ze hem weer fluisteren: “Kathy? Ik ben stapel op je. Wil je alsjeblieft met me trouwen?”

Kathy snoof en veegde met een heftig gebaar een traan van haar wang. Tuurlijk had ze meteen ‘ja’ gezegd. En daarna hadden ze de agenda’s getrokken en een trouwdatum vastgelegd. Ze waren immers allebei helemaal alleen op de wereld. Waarom zou je dan wachten?

Alice was meteen al heel wat minder enthousiast geweest. “Wat is dat voor onzinnige haast? Je kent die vent amper.”

“Maar we zijn voor elkaar gemaakt!” had zij geroepen. “Alice, ik hou zo verschrikkelijk veel van hem!”

“Daarom hoef je toch niet meteen naar het stadhuis te spurten? Maar als je het dan toch door wilt zetten, ga dan in elk geval even langs de notaris.”

“De notaris? Doe niet zo maf! Ik zeg toch dat ik van hem HOU? Dan ga ik echt niet op huwelijkse voorwaarden trouwen.”

Nog geen week na zijn romantische aanzoek had Harald haar paniekerig opgebeld. Hij was druk bezig met het reserveren van een zaaltje voor de receptie en nou was zijn creditcard ineens in drie stukken gebroken. Of Kathy even financieel kon bijspringen? En zij, suffe naïeve trut die ze was, had zonder aarzelen ‘ja’ geroepen. “Als je me dan even vijftigduizend dollar kunt lenen, ben ik ook weer gered,” zei Harald opgewekt. Ze was zich rot geschrokken. Vijftigduizend dollar? Was dat niet een beetje veel voor een zaaltje?

Maar Harald had haar gelijk gerustgesteld. “Kom zeg, met een beetje mazzel heb je het morgen alweer op je rekening staan.” Ze was zelfs nog rood aangelopen van pure schaamte, omdat ze even geaarzeld had. Wat zat ze te zeuren over een paar stomme centen? Ze gingen trouwen! Haar hele kapitaaltje was voortaan gewoon van hen samen. Niet dat Harald dat nodig had trouwens. Als piloot verdiende hij immers gigantisch. Kathy beet op haar lip. Ze kon nog steeds niet geloven, dat ze zo stom had kunnen zijn. Maar diep van binnen had ze natuurlijk best geweten dat er iets helemaal fout zat, want ze was meteen met een smoesje naar de bank gedraafd zonder Alice er iets over te vertellen. Harald was er nog niet en toen ze op het stoepje voor het bankgebouw stond te wachten, had ze ineens letterlijk nattigheid gevoeld. Nee toch! Ongesteld? Maar ze had een hagelwit rokje aan!

Haastig vluchtte ze naar het dichtstbijzijnde toilet en daar kwam ze toevallig Elma tegen, waar ze vroeger bij in de klas gezeten had. Elma las alle roddelbladen en ze raakte helemaal opgewonden van de foto van Harald…

“Maar Kathy! Leef jij tegenwoordig onder een steen of zo? Dat is een bekende oplichter. Die vent is alleen maar op je geld uit!” Kathy wreef over haar ogen. Ze had eerst nog even gedacht dat Elma lollig wou zijn, maar dat was niet zo. Harald had nooit van haar gehouden en een succesvolle piloot was hij al helemaal niet. Hij was specialist in het oplichten van rijke erfgenames en hij had daar ook al voor in de bak gezeten. “Hij is intussen zeker acht keer getrouwd,” vertelde Elma. “Volgens mij is hij net weer op vrije voeten.”

Na die rampdag had ze zich zo voorgenomen om nooit meer verliefd te worden!

Tja…Nou was ze toch weer voor de bijl gegaan. Ze zou het wel nooit leren.

Ze ademde diep in. Mare kon nog veel beter kussen dan Harald…

Maar vond hij haar leuk? Of had hij aan Giselle beloofd om haar te verleiden om op die manier zijn kasteel in handen te krijgen?

“Maar wat schiet hij daar dan mee op?” prevelde ze hardop, “Hij is al getrouwd.”

Maar ja, dat was Harald ook, alleen had ze dat niet geweten.

Dus als Mare nou dacht, dat zij niks over zijn vrouw wist…Maar dan was het weer niet logisch dat hij zo snel was vertrokken.

Trouwens, ze had nog geen spoor van die echtgenote ontdekt.

Lag dat mens in het ziekenhuis? Of zaten ze soms midden in een echtscheiding? Hoe kwam ze daar nou achter?

Al piekerend zakten haar ogen langzaam dicht en Kathy gleed weg in een onrustige slaap, waarin ze droomde dat ze een beroemde dompteur was in een circus. Maar het optreden werd een complete afgang. Hoe vaak ze ook met haar zweep klapte, de prachtige leeuw weigerde om mooi te gaan zitten. Ineens kreeg het roofdier het gezicht van Mare en de mopperende toeschouwers op de tribunes veranderden in gillende spoken zonder hoofd…