Zevenenveertig

2005

Terwijl Max in La Vilette de gebeurtenissen van de afgelopen week met me deelde, gleed zijn hand voorzichtig langs mijn knie. Ik voelde mijn hele lijf warm worden, maar het was geen prettige warmte. Eerder een uit paniek geboren opvlieger. Terwijl mijn ogen schichtig de met veel mensen gevulde ruimte doorschoten, bracht ik het glas viognier naar mijn mond. Ik liet de koele wijn door mijn mond rollen en bedacht waarom ik me zo ongemakkelijk voelde. Hoewel ik Max meer dan leuk vond, leek het alsof ik nog niet openstond voor een relatie en dit was welgeteld de tweede ontmoeting in een week tijd.

Onrustig schoof ik op mijn stoel. “Ik ben zo gelukkig dat ik al een jaar vrijgezel ben,” begon ik, terwijl ik met mijn lepel door de aardappelsoep met truffel roerde. “Dat is me vanaf mijn zestiende nooit langer dan drie weken gelukt. Het is goed voor me om alleen te zijn. Zonder verplichtingen, zonder verwachtingen. En voor Sophie vind ik het ook wel rustig, zonder man in huis.”

Max schoot in de lach. “Dat we hier nu samen zitten te eten betekent nog niet dat we gaan trouwen, hoor,” reageerde hij met een vermakelijke grijns op zijn gezicht.

Er verscheen een dieprode blos op mijn wangen die ik uit alle macht weg probeerde te denken. “Maar wat er op het strand is gebeurd,” ging ik verder om de aandacht van mijn tomatenhoofd af te leiden.

“Dat was in één woord goddelijk,” vulde Max me aan, waarna hij een met carpaccio en Parmezaanse kaas gevulde vork naar zijn mond bracht.

Ik glimlachte verlegen. “Dat was het zeker. Maar geloof mij wanneer ik je zeg dat ik niet makkelijk ben om een relatie mee te hebben. Daar heeft Frank je misschien wel iets over verteld.” Ik boog voorover en voelde mijn fronsrimpel op mijn voorhoofd verschijnen. “Als het om liefde gaat, ben ik veeleisend. Liefde moet puur zijn en gelijkwaardig. Ik neem geen genoegen met minder, dan blijf ik liever een leven lang alleen.”

Max keek me zelfverzekerd aan. “Barbara, jij bent zo’n heerlijke vrouw en volgens mij valt dat lastige wel mee. Je hebt jezelf bewezen dat je makkelijk alleen kunt zijn, je bent sterk en zit goed in je eigen energie. De essentie is dat jouw zelfstandigheid nooit aan banden gelegd mag worden, daar word je rebels van. Maar wanneer een man jou de vrijheid gunt, zijn ziel durft te geven en je oprecht liefheeft kan ik me geen mooier mens voorstellen om een relatie mee te hebben.”

Ik was geraakt door de mooie woorden die hij had geuit. Mijn longen vulden zich langzaam met zuurstof. Bij iedere ademhaling voelde ik me rustiger worden. Toch was er nog een belangrijk iets dat me bezighield: zijn beroep. “Jij bent wel psycholoog.” Ik pakte het servet van tafel en wreef ermee langs mijn mondhoeken. De in het zwart geklede ober schonk ons nog wat wijn bij. Max keek me aan, wachtend op wat komen ging. Ik zag dat hij moeite had zijn gezicht in de plooi te houden. “Een paar jaar geleden heb ik zelf een psycholoog gehad. Uit eigen beweging heb ik iemand gezocht om me te helpen mijn onrustige geest te temmen.”

“Heel goed,” antwoordde Max. “Je hebt er duidelijk baat bij gehad.”

Ik veerde op en keek hem met een hoog opgetrokken wenkbrauw aan. “Daar betaalde ik tachtig euro per uur voor en dat heb ik afgesloten op het moment dat ik hem niet meer nodig had. Ik kan jou toch moeilijk uitzetten als je me ongevraagd wilt voorzien van raad?”

Max zijn ogen begonnen te twinkelen van plezier. “Ben je bang dat ik mijn werk thuis op jou voort ga zetten?” Hij schudde zijn hoofd alsof hij zojuist iets dolkomisch had gehoord. Het volgende moment keek hij me onderzoekend aan. Uit mijn niet-overtuigde blik kon hij vast opmaken dat ik het nog niet helemaal vertrouwde. “Lieve Bar, ik ben blij dat ik op het moment dat ik de praktijkdeur achter me dichttrek, rust heb. Jij hangt toch ook niet vierentwintig uur per dag de manager uit?”

Daar had hij een punt. Het gebeurde zelden dat ik mijn werk mee naar huis nam. En een tandarts zou bij thuiskomst ook niet de hele middag boven het gebit van zijn gezin hangen. Opgelucht zakte ik weer terug in de stoel.

“Ik kan je natuurlijk altijd een factuurtje sturen op het moment dat je voor advies bij me aanklopt. Om het puur en zuiver te houden tussen ons,” grapte Max terwijl hij zachtjes in mijn wijsvinger kneep.


Na afloop van ons etentje nodigde ik hem bij mij thuis uit voor een kopje thee. Terwijl het water aan de kook raakte, keek ik naar buiten. Ik was gek op de zomer. Op het gezellige geroezemoes van buren die tot laat buiten zaten, de geur van barbecue, mijn klamme huid. Het leek wel of in de zonnige zomer de mensen tot leven kwamen. Ik kwam tot leven. En ik had weer een man op mijn bank zitten.

“Ping,” gaf de waterkoker aan. Ik pakte twee zakjes kamillethee en liet deze trekken.

Voorzichtig ging ik op de bank zitten en zette de kopjes dampende thee voor ons op de grond. Terwijl we verder praatten, pakte Max mijn arm en draaide langzame rondjes met zijn vinger over mijn pols. Ik keek ernaar. Het voelde fijn. Ik keek hem van opzij aan terwijl hij praatte. Opvallend hoe mooi zijn haar was. Dik en ook nog eens veel haar, dat dankzij een prachtige slag nonchalant langs zijn gezicht viel. Dit haar zou je als vrouw moeten hebben. Het zou goed staan, bijvoorbeeld op mijn hoofd.

Tegen twaalven pakte Max zijn jas. “Ik ga maar, we moeten morgen allebei weer vroeg op.”

Ik ging op de eettafel zitten, pakte zijn handen en bekeek ze onderzoekend. Handen waren veelzeggend. De handen die ik nu in mijn handen droeg, waren goed. Groot, keurig onderhouden, met mooie nagels aan de vingertoppen. Op negen van de tien nagels was net boven de nagelriem een klein wit half maantje te zien. Volgens mijn moeder een teken van blakende gezondheid. “Vind je het nu niet erg meer dat ik de ex van Frank ben?” vroeg ik voorzichtig.

Max liet mijn hand los en kwam naast me op tafel zitten. Hij pakte zijn veter en draaide hem om zijn vinger. “Frank heeft in Karin zijn ware gevonden, ik denk dat het daardoor makkelijker wordt mijn liefde voor jou toe te laten. Toen ik je net leerde kennen, vond ik je vluchtig. Maar na die avond in de tuin ben ik je met andere ogen gaan zien. Iedere dag ben je wel in mijn gedachten. Ik zie je in de zon die door de wolken breekt, ik hoor je als de vogels me ‘s ochtends wakker zingen, ik voel je als ik mijn eigen huid aanraak. Zulke diepe gevoelens heb ik nog nooit voor iemand gevoeld.” Max streek langs mijn wang en speelde met een plukje haar. “Jouw eigenwijsheid maakt me aan het lachen. Jij durft tegen me in te gaan als dat nodig is. Jij loopt niet weg voor een confrontatie. Ik kan niet wachten om al jouw eigenschappen te leren kennen. Je onzekerheid, je ondeugd, je liefde en je humor. Volgens mij heb ik aan een heel leven nog niet genoeg.”

Mijn keel was zo opgezet dat er bijna geen geluid meer uitkwam.

“En dat je de ex van Frank bent, daar moet ik dan maar dankbaar voor zijn. Zonder hem had ik jou nooit ontmoet.” Max zijn ogen straalden zoveel warmte uit dat ik het in mijn buik voelde gloeien.

“Wat lief,” piepte ik. Alle onrust die ik aan het begin van de avond voelde, was verdwenen. Zoiets moois had nog nooit iemand tegen me gezegd. Max wilde me ontdekken, mijn leuke maar ook mijn afschrikwekkende kanten. Bij Max kon ik mezelf zijn, zonder dat ik hem daarmee kwetste. Ik keek hem aan, zijn lichtblauwe ogen maakten me licht in mijn hoofd. Zijn zelfverzekerde blik hield me zo lang vast dat het onwennig werd.

“Ik ga nu maar,” zei Max uiteindelijk om de stilte te doorbreken. “Je moet gaan slapen, het is al laat.”

Met mijn hand in die van hem trok ik Max naar me toe. Onze neuzen raakten elkaar aan. Ik opende mijn mond en voelde hoe zijn tong de mijne aanraakte.

Hij pakte me op en droeg me zoenend naar de deur.

Toen ik hem had uitgezwaaid en de deur op slot had gedraaid, voelde ik tranen van geluk over mijn wangen glijden.