Zeven

2002

Kate keek geamuseerd naar mijn vier tassen. “We gaan vier dagen, je hebt voor een paar maanden kleding bij je.”

Ik haalde mijn schouders op. “Skikleding weegt nou eenmaal zwaarder,” zei ik zo achteloos mogelijk. Ik hield altijd in mijn achterhoofd dat ik van tevoren nooit wist wat ik ‘s avonds aan wilde trekken. Dan was het wel zo prettig om uit verschillende setjes te kunnen kiezen. Ik stapte in en zette de tas met lekkers tussen mijn benen. Op de tast zocht ik naar de Redbull die ik speciaal voor Kate gekocht had. Ik maakte hem open, prikte er een felroze rietje in en gaf hem aan Kate die me dankbaar aankeek. Hoewel ze net uit bed was, leek het alsof ze zo bij de kapper vandaan kwam. Dat was nou het mooie van een weelderige bos met haar. Zelfs als ik mijn haar een uur lang föhnde, krulde en kamde, leek het in de verste verte niet op dat van haar. Ik keek op het dashboard en zag dat het vier uur ‘s nachts was. “Fijn dat het nog zo vroeg is, dan zijn we er begin van de middag en kunnen we nog lekker skiën,” zei ik terwijl ik een zak drop openscheurde.

We wisten ons geen raad met de uit de kluiten gewassen routekaart. Op het moment dat ik hem helemaal openklapte, reed Kate bijna tegen de vangrail aan. Toen ik het onding voor onze eigen veiligheid voor de helft inklapte, was ik weer kwijt waar ik gebleven was. Ik zag Duitsland aan voor Oostenrijk en Kate verwarde de rijksweg met B-wegen.

Veel later dan gepland kwamen we in ons dorpje aan. De gondels hingen al uren stil in de lucht.

Nadat we onze kleding in de kast hadden opgehangen, wandelden we naar de eerste de beste après-skibar. Het kostte ons moeite om de bar te bereiken en zo goed en kwaad als het ging baanden we ons een weg tussen de hossende mensen die allemaal naar zweet roken. We bestelden twee flügeltjes en namen plaats op een barkruk. Dankbaar namen we de flesjes in ontvangst. We keken elkaar aan en schoten in de lach.

“Met de grootste fantasie van de wereld kun je deze muziek nog niet leuk vinden, laat staan erop bewegen,” schamperde ik nadat ik een kleffe Duitser van me af had geduwd.

Na nog drie drankjes mengden we ons in de mensenmassa. “Anton aus Tirol,” schreeuwden we terwijl onze handen tegelijkertijd de lucht in gingen.


De volgende ochtend bestelde ik bij een pisterestaurant twee latte macchiato.

Na mijn eerste slok belde Frank. “Ik tel de dagen totdat je weer bij me bent. Weet je dat ik al twee nachten over je gedroomd heb? Gek toch? Hoe is het daar? Goede sneeuw? Ik heb het waanzinnig druk, drie huizen verkocht. Gelukkig maar, dan gaat de tijd wat sneller.”

Het leek alsof mijn keel werd dichtgeknepen en het kostte me dan ook moeite om aardig te doen. Kate keek me gedurende het gesprek met een schuin oog vanachter haar zonnebril aan. Nadat ik Frank had beloofd dat ik eind van de dag nog een berichtje zou sturen, borg ik mijn mobiel weer in mijn binnenzak op.

Kate ademde hoorbaar in. “Waarom doe je zo koel? Je kunt op z’n minst gewoon vriendelijk zijn en even de tijd voor hem nemen.”

Ik knikte schuldbewust. “Het lijkt alsof hij steeds afhankelijker wordt. Voordat hij ophing zei hij dat hij geen dag meer zonder me wil leven. Niet wil, maar ook niet kan. De eerste maanden was ik echt gek op hem, maar dit gedrag benauwt me enorm.” Ik sloeg mijn zwarte skischoenen tegen elkaar aan en keek naar de dikke brokken sneeuw die er vanaf vielen. Eigenlijk wilde ik nieuwe kopen, maar ik had me in weten te houden. Ik smeerde Labello op mijn lippen en wreef ze over elkaar.

“Dit is voor Frank ook niet goed, die moet daar toch ongelukkig van worden?” reageerde Kate. “Jij zou hem graag anders zien, maar een man van die leeftijd verander je niet meer, neem dat maar van mij aan.” Ze schepte de witte schuimlaag uit haar glas en bracht het lepeltje vlak voor haar mond tot stilstand. “Ik begrijp je ook niet helemaal. Je vindt het toch jammer dat Frank zelden een compliment geeft?”

Ik knikte bevestigend en was benieuwd waar dit gesprek naartoe ging.

“Dat hij zo graag bij je is, is toch het grootste compliment dat je kunt krijgen?” Kate keek me niet-begrijpend aan, waarna ze de lepel in haar mond liet verdwijnen.

“Die twee dingen staan los van elkaar,” reageerde ik alsof het de meest logische zaak van de wereld was. “Je wilt als vrouw toch horen dat je het allermooiste meisje bent dat hij ooit op deze wereld heeft gezien? En dat er nooit een ander zal zijn die ook maar in je schaduw zou kunnen lopen?”

Kate schudde haar hoofd. “Frank laat zijn liefde op een andere manier voelen. Op zijn eigen manier. Al zou’hij je dagelijks bedelven onder de mooiste complimenten, dan nog ben je niet gelukkig in jullie relatie.” Ze haalde haar schouders op en keek me met een triomfantelijke gelaatsuitdrukking aan. Een blik waarvan ik zeker wist dat die het in de rechtbank bijzonder goed zou doen. “Dus vind je hem niet leuk genoeg. Want op het moment dat je op zoek gaat naar minpunten om je aan te kunnen ergeren is het begin van het einde in zicht.” Ze leunde naar voren om het Milka-chocolaatje van haar schoteltje te pakken.

Zonder iets terug te zeggen keek ik naar het kauwende gezicht van mijn vriendin. Wetende dat ze helemaal gelijk had.

“Volgens mij wordt het tijd dat jij als vrijgezel door het leven gaat. Dat is om precies te zijn dertien jaar geleden. Al die tijd heb je een man om je heen gehad.” Kate zette haar zonnebril op het puntje van haar neus en keek me streng aan. “Het zou goed voor je zijn. De vraag is alleen: durf je het aan?”

We werden afgeleid door haar eigen mobiel en de schatjes, liefjes en poepeledorisjes vlogen me om de oren.

“Hoe kan het, Kate?” vroeg ik verwonderd toen ze haar Jules met veel moeite gedag had gezegd. “Na zoveel jaar samen nog zo kinderachtig verliefd tegen elkaar doen.”

Kate glimlachte sereen. “Simpelweg omdat ik het weet. Jules is het voor mij. En ik voor hem,” zei ze er vlug achteraan. “We zouden elkaar eigenlijk iets vaker moeten zien. Ik werk zeventig uur per week en hij komt daar soms nog overheen.” Ze legde haar hoofd in haar nek om van de zon te genieten. Jules werkte als binnenhuisarchitect en was vaak avonden achtereen tot diep in de nacht aan het tekenen. Zijn beroep had één groot voordeel. Kate en Jules woonden in een indrukwekkend rijksmonument aan het water. Jules ontwierp een modern interieur zonder de klassieke elementen verloren te laten gaan.

“Heerlijk, Kate,” zei ik terwijl ik zachtjes in haar been kneep. “Jullie boffen maar.” Ik sloot mijn ogen. “En je hebt gelijk, het is voor niemand goed wanneer ik bij Frank blijf, terwijl ik nu al twijfel over onz’e relatie. Het zou goed zijn om de cirkel te doorbreken. Dan pas weet ik hoe het is om alleen te zijn.”

We klikten onze ski’s weer aan. De zon stond hoog aan de ijsblauwe hemel en de koude wind gierde langs mijn gezicht. We namen het bospad terug naar St. Anton. Genietend keek ik naar de besneeuwde dennentakken die aan beide kanten van het pad groeien. Ik rook de boslucht. Met mijn stokken prikte ik bij ieder bochtje dat ik draaide in de krakende sneeuw. Ik keek voor me en zag hoe het zwarte bolletje van Kates muts vrolijk heen en weer wapperde. Bij de gondel klikten we onze ski’s uit en stapten we in de wiebelende cabine. “Ik ben zo blij dat we hier zijn,” zei ik opgewekt. “Dit is echt vakantie.”


De derde middag dronken we zoveel dat we de après-skibar uitzwalkten en niet meer wisten waar ons hotel stond. Ik ging op de stenen rand van de fontein zitten om me rustig te oriënteren. In de verte zag ik een man op ons aflopen. Toen hij dichterbij kwam knikte hij me vriendelijk toe. Hij droeg een azuurblauw skipak met bijpassende muts. Uitnodigend bood hij zijn hand aan, trok me omhoog en drukte twee zachte lippen op mijn mond. Hij smaakte naar een mengelmoes van pepermunt en bier. In een nuchtere wereld had ik hem een enorme oplawaai gegeven, maar in deze staat zoende ik hem gretig terug.

“Zullen we straks afspreken in de Mooserwirt?” vroeg hij alsof het de gewoonste zaak van de wereld was dat hij net met een volstrekt vreemde vrouw had gekust. “Ik heb nu met mijn vriend afgesproken om een hapje te gaan eten, daarna kunnen we elkaar zien.” Hij drukte zijn wang tegen de mijne.

“Leuk, tot zo dan,” antwoordde ik tot mijn eigen verbazing, waarna ik hem hinnikend uitzwaaide.

“Bizar,” reageerde Kate die verdwaasd haar hoofd schudde.


Met een biertje in zijn hand stond hij bij de bar.

Kate gaf me een knipoog en mengde zich op de dansvloer.

In een half-uur tijd hadden we best veel informatie met elkaar gedeeld. Korte onderwerpen. Of hij vaker in St. Anton kwam, waar hij woonde, hoe oud ik was, hoeveel dagen we hier nog zouden blijven. Onze namen, waarbij ik die van hem steeds vergat. Hoewel hij hem al twee keer had gezegd. Het leek me onbeleefd om er nog een derde keer naar te vragen. Een paar dingen bleven me bij. Hij was geboren in Zuid-Afrika, had Engelse ouders en woonde sinds een paar jaar weer in Londen.

Ik wist genoeg, wilde dansen. De drankjes zorgden ervoor dat mijn blik troebel werd. Mijn hoofd tolde.

De kusman sloeg zijn armen om me heen en duwde mijn bekken tegen zijn heupen. Hij fluisterde woorden in mijn oor die ik niet meer kon verstaan. Onze lippen raakten elkaar aan. Zijn tong tegen de mijne.

Toen werd ik misselijk. Heel erg misselijk. Met moeite wurmde ik me los uit zijn greep. Ik moest Kate zien te vinden.

Het duurde even voordat ik haar tussen de kudde swingende mensen zag. Ze danste met een man die vast en zeker in dit dorp geboren was. Hij droeg een Cars-spijkerbroek met daarop een okergele spencer met rendiermotief. Ik sprong tussenbeide.

“Kate, ik moet hier weg,” lispelde ik.

Haar danspartner wierp me een geïrriteerde blik toe.

“Waarom?” Ze haalde haar schouders op en wierp haar armen weer in de lucht. “Ik heb het net zo naar mijn zin, heb een leuke man ontmoet. Wilde je trouwens net aan hem voorstellen. Hij heet Günter, is hij niet enig?” Ze liet Günter een pirouette draaien om de as van haar vinger. Hij leek wel een marionet.

Ik keek haar dwingend aan. “Kate, luister naar me. Als ik nu niet ga, dan maak ik mezelf volstrekt belachelijk. Dan spuug ik jouw nu nog fris ruikende Günter de Geitenhoeder helemaal onder en dat gaat echt te ver!”

Ze zag aan mijn instabiele houding dat ik geen grap maakte. “Tjuus, we moeten gaan,” riep ze, terwijl ze verontschuldigend met haar handen wapperde. Günter kreeg een vluchtige kus op zijn wang en bleef verbouwereerd op de dansvloer achter. Met mijn hand in die van haar leidde ze me naar de uitgang, opende de deur en zette me buiten. Ze liep terug om onze jassen op te halen.

Vanaf dat moment werd het donker.


Flarden van de vorige avond dansten op mijn netvlies. Drank, kusman, dansvloer, misselijk. Hoewel mijn relatie niet goed zat, voelde ik me schuldig. Dit verdiende Frank niet. Ik rolde me op mijn zij en sloot mijn ogen. Dicht voelde nog even beter dan open. Mijn mond voelde kurkdroog aan. Mijn adem rook naar schimmelkaas. Het grootste gedeelte van de nacht had ik hangend boven het toilet doorgebracht. Met een wazig oog keek ik naar Kate, die zachtjes lag te kreunen.

“Bar, ik beloof mezelf plechtig dat ik vanaf vandaag nooit meer een druppel alcohol drink. Ik heb me nog nooit zo waardeloos gevoeld.” Ze trok het kanten dekbed tot ver over haar neus.

Ik zette mijn mobiel aan. Vier berichten. De letters dansten over het beeldscherm. Ik probeerde te focussen en opende nummer één:

Hoi lieverd, veilig aangekomen? Laat even wat van je horen. Xx mams ps doe voorzichtig en drink niet te veel!!!

Twee:

Bar, waar ligt het draaiboek van Robert en ïlarja? Komen straks op kantoor en ik kan het nergens vinden. HELP. L

Werk, daar moest ik nog even niet aan denken.

Ik deed mijn best een bericht terug te sturen, want ik wilde dat ze verder kon.

Sorry, vergeten in de kast op te bergen, ligt in mijn bureaula. Hoe ging het gisteren?

Drie:

Trouwens, de trouwerij van Jeroen en Kat ja is perfect gegaan. Bruidspaar supertevreden. Volgend jaar wil ik ook met jullie mee!

Ze was me voor, fijn dat het succesvol was.

Nummer vier en daarna kon hij weer uit:

Lieflieflief, ik vind jou lief, bel je me vandaag even? Heb niets meer van je gehoord.

Frank, hij moest eens weten wat zijn zogenaamde vriendin allemaal uitspookte als ze alleen op pad was.

Hoi, alles goed hier, we genieten! x tot gauw.

Snel deed ik mijn mobiel uit en verstopte me onder het warme dekbed.

“Wat was dat trouwens met die Günterman van jou gisterenavond?” vroeg ik en ik hoorde de argwanende ondertoon in mijn stem. Ik keek naar Kate en zag alleen twee waterige oogjes boven het dekbed uitkomen.

“Een beetje lol maken kan toch geen kwaad? Ik zou nooit met een ander kussen, hoor, maar een kleine flirt moet kunnen.” Ze giechelde onder haar dekbed.


We besloten, nadat we de hele ochtend als twee troosteloze hoopjes mens op bed hadden gelegen, naar het dorpscentrum te wandelen. Ik pakte een reep Toblerone uit mijn zak en bood Kate het eerste stukje aan.

“Die koude berglucht doet wonderen,” zei ze terwijl ze een diepe teug inademde. “Ik heb zelfs weer een piepklein beetje zin in een drankje.”

We passeerden een groepje mensen die met hun koffers naast een knalrode touringcar stonden.

“Barbara?”

Ik draaide me om. “Ja?” Vlug probeerde ik de chocola van mijn voortanden te vegen.

“Waarom ben je zonder gedag te zeggen weggegaan? We hadden het zo leuk samen.”

Ik vroor vast aan de grond. De kusman. Hij streek met zijn hand door zijn lichtbruine haar. Hij had perfect haar. Dik, met een lichte slag, dat net boven zijn schouders viel. Haar dat altijd goed zat, weer of geen weer. Hij keek me afwachtend aan.

Mijn ogen dwaalden af naar zijn volle lippen. Ik bleef een moment stil, krampachtig zoekend naar een geloofwaardige uitleg. En zei het stomste wat ik had kunnen zeggen. “Het spijt me, ik was zo misselijk van al die flügels dat ik over je heen had gekotst als ik was gebleven.”

Kate gaf me een gemene por in mijn zij. “Zoiets zeg je toch niet?” sneerde ze terwijl ze haar kaken stijf op elkaar hield.

De kusman keek eerst naar Kate, toen weer naar mij en barstte vervolgens in een bulderende lach uit. Als een verloren schaap lachte ik mee.

“Helaas vertrekt mijn vliegtuig over een paar uur, runaway lady. Wil je me je telefoonnummer of e-mailadres geven? Ik vind het leuk om contact met je te houden.” Hij zocht in zijn jaszak en bood me zijn visitekaartje aan.

Nieuwsgierig keek ik naar zijn naam. STAN WARNINGS, MANAGER ING BARINGS LONDEN.

Stan pakte het kaartje weer uit mijn handen, draaide me een kwartslag en borg het veilig op in mijn kontzak.

Ik viste op mijn beurt het omhulsel van de Toblerone uit mijn jaszak en probeerde de kreuken eruit te strijken. Nadat ik mijn naam en e-mailadres had opgeschreven, gaf ik het papiertje aan mijn kusman.

“Barbara Muller, beloof me dat we elkaar nog eens zien.”