2002
Ik was de eerste klant in het reisbureau. Een van de reisadviseuses was achter aan het stofzuigen, Merel zette ondertussen koffie en thee klaar. Zij was degene die mijn ticket had geboekt, ‘s Ochtends had ik hem uit mijn dressoir gehaald. Dat deed ik vaker. Om weg te dromen bij mijn reis naar Australië. Vanaf vandaag zou het bij dromen blijven.
“Goedemorgen, wat kan ik voor je doen?” vroeg Merel nadat ze zichzelf een kopje koffie had ingeschonken. Ineens had ze een blik van herkenning. “Nu zie ik het. Vorige maand heb ik jou aan de balie gehad.”
Ik knikte stilzwijgend.
Genoeglijk wreef ze in haar handen. Merel had een dikke donkere pony die net boven haar wenkbrauw stopte. Als je het mij vroeg, was hij anderhalve centimeter te kort geknipt voor het leuke.
Aarzelend pakte ik het ticket uit mijn binnenzak. Ik legde het op de balie en staarde er beduusd naar. “Ik ga niet meer naar Australië.” Ik sloeg mijn ogen neer. Mijn tranen verlangden ernaar naar buiten te mogen komen, maar ik wilde hier niet huilen. Dat bewaarde ik wel voor thuis.
“Wil je het ticket omboeken naar een andere datum of helemaal annuleren?” vroeg Merel door.
“Het laatste, ik ben namelijk zwanger,” legde ik bijna fluisterend uit.
Ze veerde op en klapte in haar handen. “Gefeliciteerd, daar kan natuurlijk geen reis naar Australië tegenop.”
Ik murmelde iets onverstaanbaars.
“Koffie?” vroeg ze met oprechte blijdschap in haar stem.
Ik sloeg haar aanbod vriendelijk af.
Merel dook in haar computer om na te gaan hoe hoog de annuleringskosten waren.
De andere reisadviseuse stopte resoluut met vakken vullen en draaide zich om. “Ik heb flarden van het gesprek opgevangen, van harte, meid.” Haar rode haar zat in een woeste krul en haar bleke wangen telden ontelbaar veel sproeten. “Neem van mij aan, die reis kun je op je buik schrijven totdat hij of zij het huis uit is.” Met een liefkozend gebaar wreef ze over haar dikke buik. “Ik ben zelf een half jaar geleden bevallen en geloof me, je hebt geen seconde rust meer. Handenbindertjes zijn het.” Ze bloosde van vreugde en schonk me een ‘ons kent ons’-achtige knipoog.
Ik keek naar haar buik en zou zweren dat er nog een kind in zat. Een koude rilling liep via mijn ruggengraat naar mijn kruin. Mijn toekomstbeeld.
“De annuleringskosten zijn driehonderd euro.” Merel draaide het scherm naar me toe. “Je hebt geluk, bij sommige maatschappijen ben je het hele bedrag kwijt.”
Ik verslikte me lelijk. Driehonderd euro, daar kon ik een Dieselspijkerbroek van kopen en ook nog een paar Gucci’s. Wel in de uitverkoop, maar toch. Ik fronste mijn wenkbrauwen. “Ik vind het vreselijk veel geld voor een reis die ik niet eens ga maken.”
Merel verschoot van kleur. “Nu je het zegt, je kunt voor dat geld ook een babywiegje of een kinderwagen kopen.”
Mijn mond zakte open. Ik moest weg uit deze blije gemeenschap. “Kan ik met pin betalen?” Mijn ogen werden vochtig. Dit was het moment. Ik moest afscheid nemen van mijn reis. Van alle avonturen die ik daar zou beleven. Een ervaring voor het leven. Ik pakte de pinpas uit mijn tasje en betaalde de driehonderd euro.
Buiten liet ik mijn tranen de vrije loop. Ze lieten zich niet meer wegslikken. Op weg naar huis nam ik afscheid van mijn droom. Een droom waar iets ontastbaars voor in de plaats was gekomen. Als een bezetene trapte ik op de pedalen. De wind blies de tranen van mijn gezicht.
Bij de fontein op het Weena stapte ik af en ging op de stenen rand zitten. Sloeg mijn handen voor mijn ogen en liet de tranen tussen mijn ingehaakte vingers doorsproeien. Auto’s reden in horden voorbij. Stonden even stil voor het stoplicht om vervolgens weer langzaam op te trekken. Het leken wel kuddedieren. Terwijl ik de uitlaatgassen inademde, dacht ik aan het nieuwe leven dat voor me lag. De lijnen die ik had uitgezet waren met een grote mitrailleur weggemaaid. Ik voelde me verward en verdrietig. Er gingen andere dingen voor in de plaats komen. Ongetwijfeld zou ik ook daar weer van genieten. Het had tijd nodig, dat was alles.
Toen ik naar de klok op het stadhuis keek zag ik dat het al zeven uur was. De tijd had even stilgestaan. De tijd waarin ik me een voorstelling probeerde te maken van mijn nieuwe leven. Maar het hoorde niet bij mij, nog niet. Ik pakte mijn fiets op en ging naar huis.