Drie

2002

Mijn kamer was aardedonker. Ik opende mijn ogen en keek naar mijn nieuwe zonwerende gordijnen. Ze waren het geld meer dan waard. Als moeilijke slaper was het geweldig om de hele nacht het gevoel te hebben dat het nog lang geen ochtend was.

Totdat de wekker ging. Het kostte me moeite mijn ogen open te krijgen. Ik legde mijn handen op mijn buik en probeerde op mijn ademhaling te letten. Bij inademing kwam mijn buik omhoog en als ik met een zucht uitblies kromp hij weer in. Mijn yoga juf had me op het hart gedrukt dit zeker tien minuten vol te houden om rustig de nieuwe dag tegemoet te treden. Wanneer ik ook weer met dezelfde oefening afsloot kon mijn leven niet meer stuk en werd ik een ontspannen mens. Hoewel ik al een jaar haar yogalessen volgde, had ik nog niet het gevoel dat mijn inspanning vruchten afwierp.

De dekens trok ik tot ver over mijn hoofd. Ik krulde me op als een wormpje en dacht aan de dag die voor me lag. Om elf uur zou ik de Vondelkerk in Amsterdam bezichtigen. Het unieke van deze kerk was dat het bruidspaar vanuit de kelder, in een tweepersoons kooi, op kon stijgen. Met de juiste muziek zou dat een geweldig spektakel worden. Bruidspaar Lopez uit een stenen vloer getoverd. De unieke openingsdans.

Om drie uur moest ik terug op kantoor zijn. Een redacteur van Bruid en Bruidegom had ons benaderd voor een interview. Ze wilde meer weten van die vreemde hype die overgevlogen was vanuit Amerika.

Met mijn handen pakte ik de rand van de wastafel vast om mijn gezicht beter te kunnen bekijken in de spiegel. De wasbak voelde koud aan. Mijn donkere haar hing sluik langs mijn gezicht. Ik gebruikte liever het woord ‘sluik’ als het om mijn haar ging. Dat klonk nou eenmaal vriendelijker dan futloos vlashaar, wat het eerlijkheidshalve wel was. Aandachtig bestudeerde ik mijn gezicht. Twee donkerbruine ogen keken me aan. Ik zag er moe uit. Ik kon me niet herinneren dat ik de laatste maanden één keer voor twaalven in bed lag. Als ik niet tot laat aan het werk was, ging ik wel uit met Kate en Lisa. We hadden een vast ritueel waar we zelden van afweken. Vrijdagavond na het werk. Cocktails drinken in Pol, bij voorkeur mojito’s, een hapje eten bij La Pizza en daarna wel zien waar we uitkwamen. Ook buiten die vrijdagavond zagen we elkaar geregeld.

Ik stak mijn tong uit naar mijn spiegelbeeld. Negenentwintig jaar. Nog even en de eerste rimpels zouden mijn gezicht ouder maken. Met mijn wijsvinger wreef ik langs mijn ooghoek en haalde er wat slaap uit. Ik trok mijn boxer en hemdje uit en zette de kraan van de douche aan. Het kippenvel stond op mijn lijf. Vlug pakte ik een handdoek en legde deze op de verwarming. Nog geen moment had ik spijt van de aankoop van dit huis, maar het was stokoud en had alleen maar enkel glas, waardoor in de winter de ijspegels aan de binnenkant van de ramen hingen. En aan mijn neus.

Terwijl de warme stralen mijn lijf verwarmden sloot ik mijn ogen. Het werd tijd dat ik meer rust ging nemen. Er waren momenten dat ik moe werd van mezelf. Ik rende en ik vloog zonder ook maar heel even tijd voor mezelf te nemen. Mijn gezicht hief ik richting douchekop en ik genoot van het water dat over mijn gezicht kletterde. Op het moment dat de douche koud werd, kwam ik eronder vandaan en wikkelde ik de opgewarmde handdoek strak om mijn lichaam. Ik pakte de mascara uit mijn toilettas en zette in lange halen mijn wimpers aan. Tevreden bekeek ik het resultaat. Het was voor het eerst dat een reclame zijn belofte waarmaakte. Mijn wimpers oogden superdik en nog eens lang ook. Met een dikke kwast bepoederde ik mijn bleke winterse wangen en ik bracht tot slot een dun laagje lipgloss aan.

Misschien moest ik eens op een rijtje zetten waar ik stond in het leven en waar ik naartoe wilde. Het begin van de bewustwording, las ik laatst in de Happinez. Ik pakte pen en papier en begon met mijn ‘hoera tot nu toe bereikt’-lijstje.

  1. Ik was wedding planner (sinds twee jaar runde ik samen met Lisa Before You Kiss the Bride).
  2. Ik had een huis gekocht waar ik (voor het eerst in mijn leven) helemaal alleen in woonde.
  3. Ik had de twee leukste vriendinnen van de wereld.
  4. Ik was fincieel onafhankelijk.
  5. Punt 2 stond dertig kilometer bij mijn ouders vandaan. Voor mijn moeder net te ver om dagelijks te controleren of ik wel voldoende groente en fruit in mijn koelkast had.
  6. Sinds een jaar had ik een relatie met Frank (maar ik twijfelde of dit punt wel op mijn hoera-lijst thuishoorde).

Terwijl ik mijn spijkerbroek aantrok en op zoek ging naar mijn zwarte lakpumps dacht ik na over de punten waar ik nog aan wilde werken. De moeilijkste opdracht, want daar was zelfkennis voor nodig. Ik opende de keukenkast, pakte de cornflakes en goot er wat melk overheen. Langzaam roerde ik de flakes door de melk, waarna ik de witte kom voor me op de houten keukentafel zette. Al etend begon ik aan mijn ‘helaas nog steeds niet bereikt’-lijstje.

  1. Me zen voelen, terwijl ik toch wekelijks trouw naar yoga ging.
  2. Mijn schoenen-fetisj overwinnen (deze hobby kostte me maandelijks meer dan mijn hypotheek).
  3. De liefde van mijn leven ontmoeten.
  4. Met plezier een avond alleen thuisblijven.
  5. Eens langer dan twee weken op vakantie gaan.
  6. Een dag (een uur zou ook al prettig zijn) zonder mijn mobiel op pad gaan.

Ik was altijd al onrustig. Nou ja, op mijn eerste twee levensjaren na dan. Toen was ik een dooie en tevens dikke pierlala die af en toe een hysterische keel opzette als ik eten zag. Of wanneer mijn buurjongen van drie met zijn nieuwe rode sportauto gedreven over mijn bolle lijfje reed. Maar dat is begrijpelijk, dan huil je als baby.

In mijn kleutertijd kwam ik tot leven, met name als het donker was. Iedere nacht sloop ik mijn bed uit. “Ik wil niet alleen zijn, mammie. Als ik alleen ben word ik bang,” fluisterde ik in haar oor. “Kom maar kleintje, bij mij ben je veilig. Ik zal je beschermen, voor altijd,” zei ze terwijl ze de dekens opzij sloeg en me tegen zich aantrok. Mama voegde de daad bij het woord. Tot op de dag van vandaag.

Ik zette de lege kom terug op het aanrecht. Als ik niet werkte ging ik ‘s avonds de stad in. De gedachte dat ik helemaal alleen thuis op de bank moest zitten maakte me angstig. Misschien was ik bang dat ik antwoord zou krijgen op de vraag waarom ik niet alleen durfde te zijn. Waarom ik vanaf mijn zestiende zonder tussenfases vriendjes had. Was ik bang voor de leegte die ik in mezelf aan zou treffen? Een enkele keer vroeg ik me af of ik ooit moeder wilde worden. Dat was tijdens de momenten dat anderen dit onderwerp aansneden. Maar het antwoord was nee, iedere keer weer. Mijn biologische klok leek buiten werking. Wat betreft mijn vriendje dacht ik dat we de zomer niet zouden halen.

Frank wilde zich binden, ik niet en dat gaf frictie. Daarbij waren we twee totaal verschillende persoonlijkheden. Wat een meerwaarde voor je relatie kan zijn, mits je elkaars taal spreekt. En dat deden wij niet. Frank was een ster in het onderuithalen van mijn enthousiaste en spontane ideeën. Hij deed dat op een dusdanige manier dat ik al snel geen zin meer had om mijn hersenspinsels met hem te delen. Maar er was nog een onoverkomelijk iets. Nou was ik niet het type vrouw die het de hele dag nodig had te horen hoe leuk ze wel niet was, maar ik moest Frank nog op zijn eerste compliment betrappen. “Leuk haar, het zou alleen op een hond moeten zitten,” grapte hij toen hij voor het eerst naast me wakker werd. Natuurlijk, één uitglijder kon de beste overkomen, relativeerde ik terwijl ik met hem mee lachte alsof mijn voortanden zonder verdoving getrokken werden. Maar het bleef niet bij die ene misser. Na een paar maanden wist ik zelfs zeker dat wanneer ik naakt op zijn voorruit had gelegen, hij zonder mij op te merken naar kantoor was gereden. Terwijl het in een relatie juist zo leuk was te horen waarom mijn lief nou net op mij viel. Waarin ik me onderscheidde van mijn soortgenoten. Het was zeker geen onwil, Frank kon het gewoon niet. Toch voelde ik wel dat hij zijn leven met me wilde delen. Gewoon en zonder veel poespas.

Waar Frank wel helemaal in opging was zijn werk. Hij was makelaar, een heel serieuze. Hij had zijn eigen kantoor in Rotterdam en het grootste gedeelte van zijn leven ging op aan zijn werk.


Zo zag Frank er ongeveer uit.

– Donkerblond haar, ergens tussen dun en dik in.

– Groene ogen.

– Een brede kaaklijn en een scherpe neus.

– 1.84 meter (wat twintig centimeter groter is dan ik ben).

– Een klein litteken op zijn bovenlip, dat ontstaan is toen hij als tienjarige op de hark van zijn vader viel.

– Kaarsrechte tanden (waar hij wel op hoge leeftijd een plaatjesbeugel voor nodig had, maar dat was gelukkig voordat ik hem ontmoette).

Franks eigenaardigheden:

– Hij poetste tweemaal daags de gootsteen met bleekmiddel.

– Hij tankte benzine voordat de meter onder de helft stond.

– Hij onderzocht na het niezen altijd zijn vangst.

– Hij at die dan ook nog op.

– Hij vloekte tijdens een orgasme.


Volgens Lisa zou je hem kunnen vergelijken met de Marlboro-man, ware het niet dat die in het echt waarschijnlijk groter en breder was en dat Frank niet rookte.

Als latrelatie vond ik het prima, zo konden we elkaar zien op momenten dat we daar zin in hadden.

Frank dacht daar dus anders over. Hij was meer dan klaar voor een relatie. Misschien omdat hij acht jaar ouder was dan ik. “Ik wil niets liever dan met je samenwonen.” De avond dat hij dit met me deelde zat ik tegen een hyperventilatieaanval aan. Het was drie maanden voor de grote schok.