Vijf

2006

Wat onwennig zitten we in de wachtkamer van de gynaecoloog. De hele ruimte is gevuld met dikke buiken. De een nog boller dan de ander. Naast ons zit een stel dat bij mij in de buurt woont. Na een enthousiaste begroeting schieten twee paar ogen nieuwsgierig naar mijn buik. Omdat deze meer dan plat is (wat de kans heel klein maakt dat er een baby in woont) vragen ze gelukkig niet verder.

Een van de deuren gaat open. We zien alleen een hoofd buiten de kier verschijnen. “Mevrouw Muller?”

Max en ik schieten omhoog en lopen op haar af.

“Dokter A., aangenaam.” Onder de witte jas draagt ze een auberginekleurige velours broek en zwarte Kickers-schoenen. Ze heeft bruin haar dat net over haar schouders valt en als je het mij vraagt nodig aan een wasbeurt toe is. Dokter A. draagt een zwarte bril met een dik montuur. Ze kijkt ons met een opgewekte blik aan. Door haar warme persoonlijkheid geeft ze ons een welkom gevoel, waardoor we ons direct op ons gemak voelen en het onderwerp minder beladen lijkt.

Drs. A. ’Hoelang zijn jullie al bezig?”
B. (wat overdreven) ’Al anderhalf jaar.”
Drs. A. ’Hoe vaak hebben jullie seks?”
M. (trots) ’Minstens drie keer per week.”
Drs. A. ’Komt er veel sperma uit tijdens de ejaculatie?”
M. (minder trots) ’Nee.”
Drs. A. ’Wat is weinig?”
B. (kijkend naar M.) ’Een paar druppels?”
M. Frummelt wat aan zijn veter.
Drs. A. ’Hebben jullie al een kindje samen?”
B. ’We hebben een dochtertje van vier, Sophie, maar zij heeft een andere biologische vader.”
Drs. A. ’Komen er ziektes, genetische- en/of eventuele chromosoomafwijkingen in jullie families voor?”
M. en B. Na in gedachten de hele familie doorlopen te hebben: “Nee.”
Drs. A. ’Oké, dan mag Max nu zijn broek uitdoen.”
M. en B. Stilte.

Max denkt dat de dokter een grapje maakt.

Maar de dokter maakt geen grapje. Vastberaden staat ze op en gaat recht voor hem staan.

Het arme schaap trekt helemaal wit weg, maar probeert zich dapper te vermannen.


Ik houd mijn hand voor mijn mond en weet ternauwernood een uit nervositeit geboren lach te onderdrukken.

Max, die inmiddels vuurrood is aangelopen, staat op en hupst een beetje onnozel door het kleine kamertje.

“Kom maar hier staan, Max,” zegt dokter A. “Recht voor mij alsjeblieft.”

In een nonchalante beweging probeert hij zijn broek te laten zakken. Zijn ogen zijn strak op de muur gericht. Op het schilderij van onze koningin.

“Graag ook je onderbroek, anders zie ik nog niks.”

Als een vos in de val laat hij de onderbroek van zijn billen glijden.

De dokter gaat recht op haar doel af, pakt hem vol bij zijn ballen en kneedt er flink in. Alsof ze een gehaktbal draait. “Tja, eigenlijk zie ik het zo al. Je hebt een hoogstaande bal.”

Dan hou ik het niet meer. Een hoogstaande bal, dat is nog eens prachtig jargon voor zijn mankement. Die ga ik er absoluut in houden.

Max (zichtbaar aangedaan door de spontane kneedactie van drs. A.) probeert krampachtig mee te lachen. Hij ziet eruit alsof hij een Napoleon-zuurbal in zijn mond heeft.

“Omdat je op latere leeftijd pas aan deze hoogstaande bal geholpen bent, is de kans groot dat je sterk verminderd vruchtbaar bent,” legt ze uit. A. gaat weer zitten en maakt een aantekening. “Jullie mogen direct door om bloed te prikken. Dit om uit te sluiten dat jullie seropositief zijn, hiv-besmetzijn of hepatitis hebben. Volgende week mag Max zijn zaad inleveren. Na productie moet het binnen dertig minuten in het lab zijn. Je mag het thuis doen, maar alleen als je in buurt woont.” Haar ogen worden kleiner en ze buigt voorover. “Anders hebben wij er in dit ziekenhuis een speciaal en discreet kamertje voor.” A. knikt Max bemoedigend toe.

Max ziet inmiddels groen.

“Binnen een week krijgen jullie de uitslag van het bloedonderzoek en van de zaadkwaliteit. Op basis daarvan bepalen we welk traject jullie ingaan. En, heel belangrijk, het zaad moet op lichaamstemperatuur verwarmd blijven.” Ze geeft ons nog een foldertje mee met uitgebreide informatie over vruchtbaarheidsbehandelingen.

“Al moet ik ervoor verhuizen, geen haar op mijn hoofd die erover denkt zo’n pervers kamertje in te gaan,” sist Max in de gang. “Nog in geen honderdduizend jaar!”


‘s-Avonds nadat Max de open haard heeft aangemaakt, komt hij naast me zitten.

“Vreemd idee, vind je niet? Vorige maand dacht ik nog dat ik via de natuurlijke weg zwanger kon worden. Nu staan we aan het begin van het onvruchtbaarheidscircuit. Een totaal andere wereld.” Ik rek me uit en wurm mijn benen om zijn middel.

Max tilt me voorzichtig op en legt me op het kleed. Met de warmte van het vuur op onze naakte lijven hebben we seks. Als we na afloop loom naast elkaar liggen en het vuur is gedoofd, voel ik dat er iets veranderd is. Seks zal een andere betekenis gaan krijgen. We zullen waarschijnlijk nooit meer vrijen en daarna in elkaars oor fluisteren: “Dit keer is het vast raak.” En als het tegenzit, zal ik hem nooit meer spontaan kunnen verrassen met een positieve zwangerschapstest.

Nooit meer.