Proloog

2002

Ik had een afspraak gemaakt, omdat ik wilde horen dat mijn leven nog leuker zou worden en dat er nog heel wat spannends voor me in het verschiet lag. Dat ik een geweldige man zou ontmoeten, op wie ik de rest van mijn leven verliefd bleef. En hij op mij. Want de relatie die ik had, liep ten einde. Ik wilde horen dat ik nog veel mooie huwelijken mocht organiseren, omdat ik de mooiste baan had die ik me kon voorstellen. Dat mijn familie, vrienden en ik altijd gezond bleven en stokoud werden. Bovenal wilde ik horen dat ik op de goede weg zat en alleen nog maar gelukkiger zou worden. Even had ik getwijfeld of het wel goed zou zijn om te gaan. Stel dat hij een onheilspellende voorspelling zou doen? Maar mijn vriendin Lisa trok me over de streep. “Wat heb je nou te verliezen?” vroeg ze me. En daar had ze een punt.

Zijn kamer stond vol prullaria. Aan de rechterkant van zijn kleine bureau stond een houten Boeddhabeeld, met aan de voeten een koperen schaaltje. Op een stukje karton stond met zwarte stift EEN KLEINE BIJDRAGE AL NAAR GELANG U KUNT MISSEN geschreven.

Een tikkeltje gespannen ging ik tegenover hem zitten. Ik legde het schriftje met vragen (die ik die nacht had bedacht) voor me op tafel en sloeg het open. Mijn ogen waren gericht op vraag 1:

Wanneer ga ik hem ontmoeten en hoe ziet hij eruit? Ik moest me straks inhouden om niet té gretig alle vragen op hem af te vuren. Mijn inmiddels klam geworden handen legde ik in mijn schoot. Ik probeerde rustig in te ademen door mijn neus en uit via mijn mond. Buik uit, buik in.

Meester Ramses schudde een stapeltje kaarten en liet me er drie uit pakken. Geduldig legde hij ze voor me op tafel en staarde ernaar. Toen hij de eerste kaart omdraaide, keek hij me aan. Met een blik die regelrecht naar mijn ziel leek te gaan. Een koude rilling liep via mijn ruggengraat omhoog. “In de liefde,” hij stopte even met praten, pakte mijn rechterhand en legde deze met de rug op tafel. Met zijn slanke vinger bewoog hij over de lijnen van mijn handpalm. “In de liefde zie ik moeilijkheden. Heb je al eens bedacht waarom je bij deze man bent? Het lijkt erop dat je moeilijk alleen kunt zijn.”

Verwonderd sloeg ik mijn ogen naar hem op. Lisa had het al gezegd, dit was een heel goede.

Hij liet mijn hand los, die ik weer veilig in mijn schoot legde.

Ik wendde mijn blik af en keek uit het raam. Het leek me het beste om gewoon open kaart te spelen, ook al kende ik deze man nog maar net. Ik had immers niets te verliezen. “Weet u, meester Ramses, ik vind het fijn om leuk gevonden te worden en kan inderdaad moeilijk alleen zijn.” Verlegen pulkte ik aan mijn nagel en zag hoe een stukje lak van mijn pink afbladderde.

“Hm,” hij prevelde iets onverstaanbaars en sloot zijn ogen. “Jouw ware laat nog even op zich wachten.”

Ik verschoof naar het puntje van mijn stoel en begon opgewonden op de voorste twee poten te wippen.

“Het is een man die je al eens eerder hebt gezien,” vervolgde hij. “Een man met lichte ogen.”

Mijn ademhaling werd onregelmatiger. “Vertel me alles wat u ziet, meester Ramses, ik heb alle tijd van de wereld. Kunt u zien hoe hij heet? Wat voor type man is het? En is hij misschien ook aantrekkelijk?” Dat laatste vroeg ik zo achteloos mogelijk. Ik bedoel, er zijn natuurlijk belangrijkere dingen dan uiterlijk, maar toch.

Ramses schudde met een ernstig gebaar zijn hoofd, vastberaden om dit grote geheim onder geen beding met me te delen. “Meer mag ik je niet zeggen.”

Teleurgesteld zakte ik terug in de stoel en ging alle mannen met lichte ogen na. Maar ik kon niemand noemenswaardigs bedenken die ooit mijn ware zou kunnen worden. Met gesloten ogen wreef Ramses over de kaart, waarna hij hem tussen de dikke stapel schoof. Nu zou hij vast zien dat ik een grote reis ging maken. Helemaal alleen. Hij zou me een schouderklopje geven en zeggen dat hij me dapper vond. En oneindig stoer.

Bedachtzaam pakte hij de tweede kaart en schoof deze naar me toe. Hij keek me diep in mijn ogen en haalde zijn neus op. “Eigenlijk heb je veel meer diepgang dan je de wereld laat geloven. Het is jammer dat je zo’n oppervlakkig bestaan leidt. Je hebt veel meer in je mars.”

Ik voelde weerstand opkomen. “Wat bedoelt u daarmee?” vroeg ik bits.

Hij nam me van top tot teen op en trok een gezicht alsof hij bedorven vis rook. “Uitgaan, drank, dure kleding; niet bepaald verrijkend voor de geest.”

Met een betrapt gezicht keek ik naar mijn Chloé-laarzen en even voelde het alsof ik een vreselijke misdaad had begaan door ze aan te schaffen. Toch haalde ik mijn schouders op en probeerde zijn beledigingen van me af te laten glijden. De man wist niet beter. Mijn ogen gleden over zijn gebreide gilet met daaronder een donkerrode glanzende blouse met flinke puntkraag. Helderziend en hip, dat ging natuurlijk niet samen.

Meester Ramses focuste zich weer op de kaart. “Onder invloed van ‘de vijf van zwaarden ‘ – kaart breekt er een moeilijke periode aan. Een periode van diepe eenzaamheid, waarin je het gevoel krijgt dat niemand je meer begrijpt en dat je de controle over je leven helemaal kwijt bent. Maar als je deze periode door bent gekomen, zal het geluk je weer toelachen.” Met een tevreden gebaar verdween ook deze kaart tussen de stapel.

Alle spieren in mijn lichaam spanden zich aan. Ik rechtte mijn rug en vouwde mijn armen over elkaar. “Nou, dat klopt niet helemaal. Ziet u, ik ga een reis maken en dat zal mij juist rust geven. Een paar maanden in de zon, geen zorgen en alleen maar plezier maken.”

Zijn mondhoeken gingen omlaag.

“En natuurlijk ga ik daar ook wat vrijwilligerswerk doen. Voor u zit een vrouw met diepgang, die altijd klaarstaat voor de minderbedeelde medemens.” Ik knikte hem hoopvol toe en verwachtte dat hij het nu ook ging zien.

Ramses concentreerde zich weer op de kaart en wreef over zijn stoppelige wang. Hij leunde naar achteren, legde zijn armen ontspannen in zijn nek en zei: “Jij kunt dan wel weg willen, maar in een ander land ga je niet vinden wat je nodig hebt. Jij bent namelijk op de vlucht voor jezelf.” Met één opgetrokken wenkbrauw zei hij meer dan met duizend woorden. Hij stond op en liep naar de andere kant van de kamer, waar hij een doosje lucifers uit de la pakte. Hij streek het zwavelstokje af en hield de vlam boven een wierookstaafje. Zijn handen wapperden driftig in de lucht om de rook door de kamer te verspreiden. Toen draaide hij zich om en wees met een priemend gebaar mijn kant op. “Jij, meisje, gaat pas rust vinden als je een groot gezin hebt om voor te zorgen.”

Kreunend sloeg ik mijn handen voor mijn gezicht. Wat deed ik hier ook alweer bij deze vreemde man met zijn absurde uitspraken?

Toen had ik het door. Dit was zo’n bedrieger waar je wel vaker over las. Een charlatan die geld uit mijn zak wilde kloppen en de meest rare voorspellingen over mijn leven uit zijn duim zoog. Natuurlijk vond Lisa hem fantastisch nadat hij haar een geweldige en ook nog eens knappe man had beloofd. Ik schudde mijn hoofd, verbaasd om zoveel naïviteit van mijn kant en zuchtte diep.

Het schriftje klapte ik dicht en ik liep naar de deur. Vlak voor Ramses bleef ik staan. Mijn ogen vernauwden zich tot spleetjes. “Dit is heel gevaarlijk wat u doet, wist u dat? Er zijn ook mensen die uw praatjes geloven en ernaar gaan leven.”

Met een verbaasd gezicht deinsde hij terug. Hij wilde nog iets zeggen, maar ik was hem voor.

“U wordt bedankt, ik had me hier iets heel anders van voorgesteld,” zei ik, harder dan mijn bedoeling was, waarna ik de deur achter me dichttrok.


Nadat ik de auto had gestart, zette ik de radio aan en draaide het raampje open. Ik ademde de koude buitenlucht in. Een groot gezin? Ik? Haha. Ik schudde mijn hoofd en moest nu eigenlijk wel lachen om dit gekke verhaal. In de achteruitkijkspiegel controleerde ik of mijn make-up nog in orde was. Ik had geen Ramses, geen man en al helemaal geen kinderen nodig om gelukkig te worden. De gedachte alleen al. Snel werkte ik mijn pinknagel bij. Ik draaide de volumeknop naar rechts en zong uit volle borst ‘Girls Just Wanna Have Fun’ mee, terwijl ik met mijn nieuwe laarsje het gaspedaal diep intrapte.