2007
Ik ga tegenover hem zitten en speel met het theezakje dat in de kokende mok drijft.
Eric Schultz schuift zijn stoel aan. Met een triomfantelijke blik kijkt hij me aan.
Afwachtend klem ik de warme mok tussen mijn handen.
“Wat zou je ervan zeggen om directeur te worden van Homecare Rotterdam?” zegt hij uiteindelijk.
Ik kijk hem onderzoekend aan en vraag me af of het wel helemaal goed met hem gaat.
Eric negeert mijn non-verbale reactie en praat rustig verder. “Je hebt in een relatief korte tijd zoveel goeds voor deze locatie gedaan. Het leeft weer, de mensen leven weer. Ze zitten goed in hun vel en er is weer aandacht voor hen.” Tevreden wrijft hij zijn handen over elkaar. “Uit de klanttevredenheidsenquête is gekomen dat we een negen scoren, dat is twee punten hoger dan twee jaar geleden. De klant voelt zich weer gehoord en ons aanbod sluit beter aan op hun vraag. Natuurlijk maken we nog fouten, maar die worden adequaat opgelost.” Hij zet zijn bril af, kijkt er met een samengeknepen oog naar en poetst de glazen op met zijn lichtbruine zakdoek. “Ik weet zeker dat je het aankunt,” zegt hij terwijl hij de bril op zijn schrijfblok legt. “Natuurlijk is dit geen baan die je in drie dagen kunt doen, maar in vier moet het jou zeker lukken.” Eric trekt zijn wenkbrauw hoog op. “Mits je die vrije dag telefonisch bereikbaar bent.”
Ik leun achterover in mijn stoel, leg mijn hoofd in mijn nek en staar naar het plafond. We hebben nog één poging te gaan. Als die niet lukt, kan ik makkelijk meer werken. Sophie gaat naar de basisschool. Als ik de woensdag- en vrijdagmiddag thuis kan zijn, is dat voor mij voldoende. Maar als het wel lukt ben ik zwanger, dan wil ik de eerste jaren juist minder werken om er voor de baby te zijn. Ik veer op en sla mijn benen over elkaar. “Geldt jouw aanbod nog steeds wanneer ik zwanger raak?”
Eric wrijft over zijn dun behaarde wenkbrauw, waarna hij zijn bril weer opzet. “Ik heb er geen enkel probleem mee wanneer je straks zwanger bent, mits je voor vier dagen terugkomt.” Hij neemt aandachtig zijn kamer in zich op en ik kijk automatisch met hem mee.
De ficussen in de grote ecrukleurige potten links en rechts bij de deur doen het goed. Dat heeft er deels mee te maken dat ze weinig water nodig hebben. De grote kalender aan de muur is vervangen door een reeks zwart-witfoto’s van prachtige oude mensen. In dikke zwartomrande lijsten hangen ze aan de muur en kijken met hun verworven wijsheid de kamer in. Iedere afdeling heeft weer andere foto’s. Erics bureau oogt opgeruimd, nadat ik een hippe roestvrijstalen opbergkast heb aangeschaft, die voldoende ruimte heeft voor alle bureauspullen. Niet alleen Eric, maar iedere afdeling heeft er inmiddels een.
“Jouw ideeën over een snellere manier van werken, zonder daarbij kwaliteit te verliezen, hebben het nodige gekost, maar we onderscheiden ons nu eens echt van de concurrent,” onderbreekt Eric de stilte. “We zijn allesbehalve een stoffige thuiszorgorganisatie en dat hebben we grotendeels aan jou te danken.”
Ik voel dat ik begin te blozen door al zijn complimenten.
“Het terugdringen van de reistijden van de medewerkers, de vernieuwde alarmcentrale voor de klanten, de servicebox, intervisiedagen voor het managementteam.” Bij iedere opsomming steekt hij een nieuwe vinger op.
Ik weet even niet wat ik moet zeggen. “Wat ga jij dan doen?” vraag ik na enig stilzwijgen.
Eric staat op en loopt naar de watermachine. Hij drukt op de witte knop, het apparaat komt met een pruttelend geluid tot leven. “Er is een plek vrijgekomen in de landelijke directie. Ze hebben me gevraagd de functie van financieel directeur te bekleden. En ik heb ja gezegd,” besluit hij, waarna hij weer in zijn bruinieren fauteuil zakt. “Wat vind je van mijn voorstel?”
Ik kijk hem glimmend aan. “Ik voel me heel erg vereerd door je complimenten. Ik heb het ook zo naar mijn zin. Eindelijk heb ik een baan waar ik echt iets voor een ander kan betekenen. Anders dan het organiseren van een trouwerij. Dat was ook leuk, maar toch. Hier kan ik met het team een bijdrage leveren om de zorg te verbeteren. Door op te komen voor anderen die niet meer gehoord worden.” Ik haal mijn schouders op. “Dat is toch het mooiste wat er is? En dat was mijn doel, de reden dat ik hier ben gaan werken.”
“Is dat een ja?”
Ik kijk Eric lang aan. “Ik moet erover nadenken. Geef me een week, dan kom ik erop terug.”