Zestien

2002

Ik zat muisstil op mijn stoel. Er ontstond een glimlach op mijn gezicht, ongetwijfeld een zenuwtrek. De glimlach verdween net zo snel als hij gekomen was en maakte plaats voor paniek. Grote paniek. Zwanger, ik, wat nu? Het was gedaan met mijn leven, ik kon inpakken en wegwezen. Het einde van mijn vrijheid, mijn jeugd, mijn onbezonnen leven, mijn reis naar Australië, uitslapen, mijn slanke lijf, schone kleding zonder spuugvlekken. Het was over en uit, finito, schluss. Ik zou moeder worden, huisvrouw, mijn voeten in Mephisto’s steken en een stoppelige kin krijgen. Gehuld in een donkerblauw tuinpak zou ik voortaan door het leven gaan. Ze konden me net zo goed nu al in laten slapen. Het was over. Voorbij.

Ik draaide rondjes op mijn buigzame groene stoeltje en ging net zo lang door tot ik misselijk werd. De kamer draaide door, nadat ik met mijn voeten de stoel weer tot stilstand had gebracht. Met mijn ellebogen op tafel sloeg ik mijn handen voor mijn ogen, vervolgens voor mijn mond en gooide ik met een klap mijn hoofd op de tafel. Het ergste van alles, ik had geen relatie meer.

Ik keek naar de foto van Kate, Lisa en mij, die een jaar geleden in Barcelona genomen was. We zaten op rode badlakens op het Barcelonetastrand en keken lachend en onbezorgd naar de camera. Ook over, voorbij, verleden tijd, bedacht ik verdrietig. Mijn ticket naar Australië. Over vier maanden zou ik gaan. Eindelijk alleen op reis. Maar met een dikke buik?

Ik zou het vruchtje niet weg laten halen. Hoewel ik geen kinderen wilde, was ik tegen abortus. Verteerd door schuldgevoelens zou ik door het leven gaan. Mijn hele verdere leven zou ik denken hoe hij of zij geweest zou zijn. En in welke omstandigheid ik ook was, ik zou het altijd kunnen verzorgen. Als ze het in kansarm Afrika konden, kon ik het ook.

Ik staarde een tijdje onbenullig naar de telefoon voor ik hem oppakte. Frank, ik moest Frank bellen. Hij was immers medeverantwoordelijk voor de stip. Na die bewuste avond bij hem thuis had ik hem nog één keer gezien. Hij kwam wat kleding ophalen. Binnen vijf minuten was hij weer weg. Stilzwijgend slofte hij met gekromde schouders door mijn huis. “Je hebt me heel erg gekwetst,” liet hij me weten voordat hij de deur weer achter zich dichttrok.

De eerste keren kreeg ik zijn voicemail. Na vier keer bellen nam hij op.

“Frank, met mij, Barbara. Ik moet je iets vertellen. Iets waar ik zelf even geen raad mee weet. Ik ben, hoe moet ik het zeggen. Ik ben zwanger.”

Stilte.

“Jezus,” was zijn eerste reactie, “Jezus,” herhaalde hij, “Jezus.” Had hij nu niets beters te zeggen? “Over een uur moet ik naar de notaris voor een overdracht, daarna kom ik direct naar je toe.”

Gedachteloos stak ik een dropje in mijn mond. “Kom maar niet naar mijn werk, ik kom vanavond bij jou langs. En ik koop straks nog een test. Misschien is er iets misgegaan.”


Er kwam niets meer uit mijn vingers. Mijn gedachten vulden zich met rampscenario’s.

  1. Alleenstaande moeder worden en de baby alleen opvoeden.
  2. Alleenstaande moeder worden en co-ouderschap aangaan.
  3. Het goedmaken met Frank en bij hem intrekken.
  4. De komende maanden steeds dikker worden en vanaf de zijlijn alle spannende belevenissen van Kate en Lisa aanhoren.
  5. Mijn ticket annuleren.

Mijn lichaam voelde ijskoud aan. Ik moest naar buiten, had frisse lucht nodig. Ik schakelde de telefoon door en sloot de deur. Kate en Lisa wilde ik nog niet bellen. Eerst moest ik mijn zwangerschap zelf verwerken.

“Ik ben zo gelukkig,” verzuchtte Frank toen hij de deur opende en me in zijn armen sloot. “Ook al was ik boos op je, ik heb je vreselijk gemist. Dit kindje gaat alles weer goedmaken.”

Zijn woorden gleden langs me heen. Ik wurmde me los uit zijn omhelzing en liep met de test in mijn hand naar het toilet. Dit keer las ik de bijsluiter nog aandachtiger. Het kon ook zonder mok. Het teststaafje enkele seconden onder mijn urinestraal houden moest genoeg zijn om erachter te komen of ik zwanger was. Na een paar minuten hingen we samen boven de test. “Weer diezelfde stip,” riep ik wanhopig nadat ik de test uit mijn handen had laten vallen.

Frank tilde mijn lamgeslagen lichaam op en zwierde het in het rond. “We krijgen een baby,” jubelde hij. “Lieverdje, dit moest gebeuren om ons weer samen te brengen. Ik wist dat we bij elkaar hoorden.” Zijn ogen twinkelden van zelfvertrouwen. “Ik wist het gewoon.”


Met zijn laptop onder mijn oksel schoof ik de witte schuifpui open en liep de tuin in. Frank zijn tuin grensde aan het water. Links en rechts van het kiezelpad dat naar het water leidde, was de tuin bedekt met gras. De reusachtige eik die het terras in de zomer grotendeels overschaduwde, stond er kaal bij. Het was inmiddels droog. In kleermakerszit ging ik op de teakhouten stoel zitten en voelde hoe mijn spijkerbroek langzaam het vocht van de regen opnam. Ik zette de computer op schoot en klapte hem open. ‘Zwangerschapsverschijnselen’ tikte ik in. “Uitblijven menstruatie, grotere en gevoeligere borsten, vermoeidheid, last van misselijkheid en eventueel braken, last van de hormoonhuishouding, schommelend humeur, duizeligheid, veel plassen, voorkeur of afkeer voor bepaald eten/drinken, constipatie.” Symptoom voor symptoom nam ik in me op en ik moest jammerlijk toegeven dat ik een score had van minimaal 95%. Mijn stoelgang was prima. “Ik ga mijn ouders bellen, ik wil dat zij het weten,” zei ik tegen Frank die een stoel naast de mijne schoof.

Met een handdoekje wreef hij hem eerst droog, waarna hij me zijn mobiel aanbood.

Mijn vingers trilden toen ik het nummer intoetste.

“Met Maart je Muller.”

“Mam, met mij.” Een vreemd geluid ontglipte mijn keel.

“Wat heerlijk dat je belt, schat. Hoe gaat het met je? Had je een fijne dag op je werk?” Op de achtergrond hoorde ik het zoemende geluid van de afzuigkap.

“Ik bel je om iets met je te delen mam,” haperde ik waarna ik een stilte inlaste. “Ik ben zwanger.” Het bleef zeker een halve minuut stil aan de andere kant van de lijn. “Mam,” doorbrak ik de stilte. “Ik kan me voorstellen dat je net zo geschrokken bent als ik. Ik weet gewoon niet meer wat ik moet doen.” Met betraande ogen keek ik naar Frank die me nauwgezet in de gaten hield.

“Kindje toch, paps en ik komen er direct aan. Ben je thuis?”

Ik schudde mijn hoofd. “Ik kom liever bij jullie langs, je ziet me snel verschijnen.” Zonder mama’s reactie af te wachten drukte ik haar weg en gaf de telefoon terug aan Frank.

“Ik ga met je mee,” zei hij resoluut.

Ik kwam overeind en liep het huis in. Frank volgde me op de voet. “Dat ik zwanger ben betekent niet zomaar dat ik bij je terugkom. Ik heb tijd nodig om te beslissen hoe het nu verder moet.”

Frank legde zijn hand tegen mijn buik en maakte kleine draaibewegingen met zijn vingertoppen. “Dat begrijp ik. Maar ik weet zeker dat we geweldige ouders zullen zijn,” fluisterde hij.


Een half-uur later belde ik aan, zonder Frank.

In de tussentijd hadden pap en mam een fles wijn nodig gehad om weer rustig te worden. In de gang sloot mama me in haar armen. “Meisje van me, we wisten helemaal niet dat jullie weer samen waren, laat staan bezig waren om zwanger te raken.” Ze liet me los en tastte met nieuwsgierige ogen mijn gezicht af.

“Dat zijn we ook helemaal niet, mam. Het is nog steeds uit en ik slik iedere dag trouw de pil.”

Papa stond in de deuropening van de hal en keek net zo onthutst als mama. “Kindje, wat moet dat een schok voor je zijn,” reageerde hij. “Kom binnen, trek je jas uit en schuif maar lekker aan. We eten zuurkool.”

Ik knikte stilzwijgend en liep naar de tafel.

“Ik kan het bijna niet geloven, ik word oma,” zei mama terwijl ze de worst in plakjes sneed en met haar roestvrijstalen mes minimaal de helft van de plakken op mijn bord schoof.

“Mam, ik eet al zestien jaar geen vlees meer, weet je nog?”

Ze steunde met haar hand op tafel en boog voorover. “Lieverd, vlees zou heel goed voor je zijn, nu je zwanger bent. Vitamine B en ijzer zijn belangrijke bouwstoffen voor je kindje en voor jou.”

Mijn moeder probeerde me vanaf de dag dat ik weigerde vlees te eten op andere gedachten te brengen. Ik was dertien en keek naar een programma over het slachten van dieren ten behoeve van de vleesindustrie. Een bruin-wit gevlekte koe met gitzwarte ogen, krulwimpers en een vochtige snuit, richtte haar blik naar de camera. Onwetend op weg naar een gruwelijke dood. Door drie man sterk werd ze in een hoek gedreven. In een handomdraai werd haar heup aan een ijzeren haak geslagen. Het volgende moment werd het beest de lucht in getakeld. Een van de mannen sneed haar nek door en deed een paar passen achteruit. Het bloed spoot op de betonnen vloer. In het begin probeerde de koe zich te verzetten door met haar poten te trappelen. Haar romp maakte schokkende bewegingen. Het duurde lang voor ze zich kon overgeven aan haar lot. De laatste beelden zouden nooit meer van mijn netvlies verdwijnen. De moegestreden koe die aan de haak bungelde. De plas bloed die de hele vloer in beslag leek te nemen. Het onregelmatige knipperen van haar ogen, tot het moment dat het knipperen ophield en de koe glazig in het luchtledige staarde. Met een immens gevoel van woede en machteloosheid sloeg ik mijn handen voor mijn ogen en de tranen drupten door mijn gespreide vingers. Vanaf dat moment beloofde ik mezelf, mijn ouders en alle dieren op de wereld dat ik nooit meer vlees zou eten.

Mama was het niet met me eens. “Dieren zijn er om opgegeten te worden,” propagandeerde ze maar al te vaak. “Zo zit de natuur nou eenmaal in elkaar.” Als ik moe was of griep had, was het mijn eigen schuld. Had ik maar vlees moeten eten.

Ik schoof de worst op papa’s bord en prikte onwillekeurig in de stamppot.

“Wat ga je nu met je ticket doen? Als zwangere lijkt het me niet verstandig om alleen op reis te gaan,” probeerde mama op luchtige toon. Zonder mijn reactie af te wachten ging ze verder. “Je kunt natuurlijk samen met Frank gaan. Lijkt me een goede manier om elkaar weer te vinden en jullie voor te bereiden op het ouderschap.”

Ik legde mijn bestek neer en keek van papa naar mama en weer terug. “Ik heb dat ticket geboekt om een tijd helemaal op mezelf aangewezen te zijn. Frank zou de laatste zijn met wie ik dat avontuur wil delen.”

Met een moedeloos gebaar bracht mijn moeder de met zuurkool gevulde vork naar haar mond. “Ik vind dat Frank een kans verdient. Het is toch geen slechte man?” Haar ogen schoten dwingend naar mijn vader, op zoek naar versterking.

“Misschien ga ik de baby wel zelf opvoeden, zonder man.”

Mama stopte met kauwen. Het ongeloof was van haar gezicht af te lezen. “Maar lieverd, zou dat nou wel verstandig zijn? Jullie baby heeft toch recht op een vader én een moeder? Je draagt een grote verantwoordelijkheid met je mee,” zei ze, wijzend op mijn buik. “Een verantwoordelijkheid die jullie samen dragen.”

Papa pakte zijn servet om zijn mond af te vegen. “Maartje, je stelt vragen waar Barbara op dit moment nog geen antwoord op kan geven. Als de mist in haar hoofd weer is opgetrokken, is ze vast weer in staat om helder te denken. Dan komen de antwoorden vanzelf.”

Ik zag hoe mama’s wangen begonnen te gloeien. “Rob, je weet inmiddels hoe impulsief ze is. Voor je het weet vliegt ze naar de andere kant van de wereld en blijft ze daar omdat ze een nieuwe vader voor haar kind heeft gevonden. En dan zien wij haar nooit meer terug.”

Lamgeslagen schudde ik mijn hoofd. Wat bezielde me ook weer om bij mijn ouders langs te gaan? Het enige waar ik naar verlangde waren de geruststellende woorden dat het hoe dan ook goed zou komen, ongeacht de keuzes die ik uiteindelijk moest maken.

Mijn vaders ogen vernauwden zich. “Ik denk dat Barbara heel goed zelf kan beslissen wat goed voor haar is. Als ze onze hulp daarbij nodig heeft dan vraagt ze daar zelf wel om.” Zijn vertrouwde knipoog maakte me warm vanbinnen. “Geloof me, we vinden het geweldig dat je zwanger bent van ons eerste kleinkind. Als je ons nodig hebt, zullen we er voor je zijn,” besloot hij.

Mama legde haar handen op haar gezicht en begon te snotteren. “Ik ben zo bang dat je straks als alleenstaande moeder eindigt. Dat gun je toch niemand? Ik kom ze maar wat vaak tegen hier in het dorp, verlaten door hun man en afhankelijk van de bijstand.”

Ik gooide mijn armen in de lucht en liet ze vervolgens slap langs mijn lichaam vallen. “Ik heb gestudeerd, ben zelfstandig ondernemer en zal nooit afhankelijk worden. Niet van de bijstand en al helemaal niet van een man. Waar is je vertrouwen in mij gebleven?”

Mama haalde haar neus op. “Ik zeg het alleen maar uit liefde voor jou. Het laatste wat ik wil, is dat je een zwaar leven krijgt doordat je er alleen voor staat. Je had een man die stapelgek op je was en volgens mij nog steeds is, de vader van je kind. Frank kan je zekerheid en veiligheid bieden. Ik gun je de warmte van een harmonieus gezin.”

De radeloosheid die in mijn moeders stem doorklonk, ontroerde me. Ik pakte haar hand en streelde over haar vingers. “Mam, het komt echt wel goed, al weet ik nog niet hoe. Het is lief dat je zo bezorgd bent, maar dat is niet nodig. Voor mij is het belangrijk die zekerheid en veiligheid in mezelf te vinden. Dokter Nicolai helpt me daarbij. Mede dankzij zijn hulp vind ik het tegenwoordig heerlijk om alleen te zijn. Dat ga ik toch niet om zeep helpen door halsoverkop samen te gaan wonen met een man van wie ik niet genoeg hou?”

“Maar liefje,” hielp mijn moeder me uit de droom. “Je bent niet meer alleen.”


Die nacht kon ik niet in slaap komen. Het lukte me maar niet om rustig te worden. Al die tijd had ik gedacht dat ik zonder kinderen door het leven zou gaan, maar mijn toekomst had van de ene op de andere dag een andere invulling gekregen. Zonder mijn toestemming. En ik voelde me ook nog eens schuldig dat ik niet blij kon zijn. Het laatste wat ik wilde was de baby met prenatale stress opzadelen. Van mijn ene zij rolde ik op de andere, totdat ik zeker wist dat ik niet meer in slaap zou vallen.

Zuchtend stapte ik uit bed, schoof mijn slippers aan mijn voeten en liep naar de keuken. Ik goot wat melk in een pannetje, zette het vuur hoog en keek hoe de melk na verloop van tijd naar boven kroop. Toen hij bijna over de rand heen kwam, zette ik het vuur af, waarna het schuim weer naar beneden zakte. Ik deed er een anijsblokje bij en roerde in de mok. Dokter Nicolai verzekerde me dat ik in plaats van yoga beter kon gaan hardlopen of kon schrijven. Een goede manier om mijn gedachten te structureren en weer overzicht te krijgen. Toen ik pen en papier had gevonden, ging ik op de bank zitten en sloeg een wollen deken om mijn schouders.

Lieve Uk,

Ik schrijf je een brief omdat ik heel erg van slag ben. Want vanaf nu zal alles anders zijn. Het spijt me dat ik nog niet blij kan zijn. Je komt op een moeilijk momemt. Ik ben eindelijk alleen en dat bevalt me goed. Jouw vader en ik zijn niet bepaald een goede match, waardoor er weinig kans is we bij elkaar zullen komen. En het is toch veel leuker om in harmonie bij je vader en moeder op te groeien? Dat geeft veel minder gedoe.

Uk, neem van mij aan dat je echt het minst geschikte wezen op aarde hebt uitgekozen om je moeder te zijn. Ik bied je geen structuur en ik vergeet je ongetwijfeld op te halen van school. Ik stuur je met twee verschillende schoenen en de Nutella nog op je gezicht het huis uit. Ontbijt eet je staand of in de auto op, want ik leid een gehaast leven. En reken er niet op dat ik een hulpmoeder op school word, ik ben namelijk te dol op mijn eigen werk. Ik ben geen moeder die elke dag vers fruit en groente voor je in de blender gooit, ik hou van gemak, dus van potjes. Ik kom er, als de winkels al dicht zijn, achter dat ik geen luiers meer in huis heb. Ik sleep je overal mee naartoe, om zelf maar niets te hoeven missen. Rust en regelmaat ga je bij mij niet vinden, nog in geen honder jaar. Reinheid weer wel, ik hou namelijk niet van stank en viezigheid.

Uk, deze vrouw is echt niet gemaakt om mama te zijn. Ik mis alle essentiële vereisten. Om te beginnen ben ik wispelturig, grillig en slordig. Ik vergeet verjaardagen, waarschijnlijk ook die van jou. Ik moet je bekennen dat ik kinderen eigenlijk alleen leuk vind op foto’s. Daarbij drink ik te veel wijn en ik hou van verre landen. En dan weet je waarschijnlijk nog niet eens van mijn reis naar Australië. Het zou zo goed voor me zijn om die helemaal alleen te ondernemen. Met een baby in mijn buik kan dat toch niet meer? Tel daar tot slot nog eens bij op dat ik veel waarde hecht aan mijn nachtrust en dat kinderen daar geen boodschap aan bebben. Dan begrijp je vast dat dit geen kenmerkende eigenschappen voor een aanstaande moeder zijn en ook geen eigenschappen die jou gelukkig gaan maken.

Zeg nou zelf, je kunt in mij met de beste wil van de wereld nog geen moeder ontdekken. Moeder, ik, mama. Het spijt me, ik geloof dat ik heel erg moet wennen. Geef me alsjeblieft wat tijd?

Liefs,

Mama? Barbara

Ik legde de brief op mijn ticket die in het dressoir lag en dacht aan de secretaresse van Kate. Binnenkort zou ze met haar eerste IVF-poging beginnen. Zij was meer dan klaar voor een kindje. Het kamertje stond er bij wijze van spreken al. De natuur had een bijzondere manier van uitkiezen. Zachtjes aaide ik over mijn buik. Hij was nog zo plat dat ik me niet voor kon stellen dat er een baby in leefde. Ik nam een laatste slok en kauwde op het velletje van de melk.

Terug in bed leek het alsof ik de grip op mijn leven voorgoed kwijt was.