2002
Laatste ontwikkelingen:
– Samenwonen met Frank bleek minder erg dan ik dacht. Ik vond het een veilig en gemoedelijk idee dat we aan ons gezinnetje werkten.
– Nu ik rust had ging het veel beter met mijn gezondheid.
– Lisa kreeg ondersteuning van stagiaire Sarah.
– Bas en Simone hadden een andere wedding planner. Dit was de laatste goede daad die ik had verricht voor mijn verlof. Ik verzocht Bas vriendelijk maar met klem mijn verzoek op te volgen. En verzekerde hem dat ik anders met zijn aanstaande Simone zou gaan praten.
– Rick Laban had een nieuwe vriendin. Tessa zat als gevolg daarvan (volgens Story ) aan de rustgevende middelen. Dat verklaarde waarom hij nooit meer feedback had gegeven op ons bezoek. Lisa had vier keer bij hem ingesproken, zonder resultaat. We waren er voorzichtig van uitgegaan dat het door mij kwam.
– Mijn bevalling stond voor de deur!
Je had vrouwen die ernaar uitkeken. Die verlangden om het kind dat negen maanden in ze had gewoond, met alle oerkracht (die ze immers niet voor niets hadden gekregen) eruit te persen. Ik keek met grote bewondering tegen deze dappere dames op. Ik was anders dan zij. Het enige wat ik voor me zag, was een te grote baby die uit een te klein gaatje moest komen. Of het nou paste of niet.
Misschien werd deze angst veroorzaakt doordat ik nooit een leuk bevallingsverhaal had gehoord. “Het deed zoveel pijn dat ik van de wereld raakte en in een roes de bevalling heb beleefd. Ik kwam pas weer bij toen de schaar in mijn binnenste werd gezet. Ben je mal, dat verdoven ze niet. Is ook niet nodig. Zo’n perswee is zo pijnlijk dat je het openknippen niet eens meer voelt.”
“Ja,” vulde manlief ongeremd aan. “Dat geluid is identiek aan het doorsnijden van een fietsband.”
Hoewel ik geen idee had hoe het doorknippen van een band klonk, stemde het me niet gerust. Kippenvel rees op mijn armen tijdens de momenten dat ik dit soort verhalen aan moest horen. Nu mijn bevalling voor de deur stond en onomkeerbaar was, gaven lotgenoten (die het zelf al lekker achter de rug hadden), ongevraagd uitgebreid verslag van hun bevalling. En om heel eerlijk te zijn, ik was bang, doodsbang voor wat komen ging.
Op een avond vlak voor mijn bevalling kroop ik in bed. Frank krulde zijn warme lijf tegen me aan en vouwde zijn handen om mijn buik. “Morgen weer een echo, ik vind het zo spannend worden,” fluisterde ik. “Ieder moment kan het zomaar gebeuren dat ik ‘pang’ hoor en dat het vruchtwater uit mijn lichaam stroomt.”
Frank klopte liefdevol tegen mijn buik. Uk reageerde niet. “Het komt goed, je gaat het fantastisch doen. Wist je dat bijna iedere vrouw achteraf vergeet hoe pijnlijk de bevalling was? Het is het allemaal dik waard, en je krijgt er iets moois voor terug.” Hij schoof mijn haar opzij en drukte een kus in mijn hals. “In Afrika hangen de vrouwen gewoon aan de tak van een boom, persen het kind eruit en gaan weer aan het werk. Zo erg kan het dus niet zijn.”
In een reflex beukte mijn hiel keihard tegen zijn scheen, waarna hij het op een jammerend krijsen zette.
“De baby is niet ingedaald en dat gaat waarschijnlijk ook niet gebeuren omdat het hoofdje wat groter is dan gemiddeld en omdat je smal gebouwd bent. Die kleine heeft natuurlijk geen zin om klem te zitten, geef hem eens ongelijk.” Dokter De Vries, de gynaecoloog die me de maand ervoor ook voor controle gezien had, veegde met een doekje de gel van mijn buik. “Zo te zien heeft hij nog genoeg ruimte om te dobberen.”
Ik huiverde. Mijn grootste angst werd hiermee werkelijkheid. Het hoofd van de familie van Frank. Ik had me laten vertellen dat de grootte van het hoofd de zwaarte van de bevalling kon bepalen. Ik kon het dus wel schudden. Toch probeerde ik de moed erin te houden en nam weer plaats op de stoel voor het bureau. “Goed, dokter, het is niet anders. Zullen we dan direct maar een datum voor een keizersnede inplannen?” Ik slaakte een diepe zucht. Het was natuurlijk wel anders dan ik in gedachten had. Maar om heel eerlijk te zijn was ik zielsgelukkig dat het echte werk aan me voorbijging. Ik keek hem vragend aan.
Dokter De Vries keek begripvol vanachter zijn leesbrilletje terug en schudde vastberaden zijn hoofd.
“Maar dokter, zo’n groot hoofd komt er niet zomaar uit. Dat blijft ergens halverwege mijn kanaal steken en dan knippen jullie me open om vervolgens een zuignap op zijn kwetsbare hoofdje te zetten en hem bruut op aarde te trekken. Dat is geen goed begin en al helemaal geen fijne gedachte.” Met een zorgelijk gezicht wreef ik over mijn ballonbuik.
De Vries keek me geamuseerd aan. “Barbara, een groot hoofd is geen indicatie voor een keizersnede. Je gaat gewoon via de normale weg bevallen.”
Ik kreeg het paniekerig benauwd en wapperde mijn handen voor m’n gezicht.
De Vries frummelde aan mijn dossier, tikte er een paar keer mee op de tafel en schoof het in zijn la. “Het komt echt wel goed, wij weten hier wat we doen. Sterkte met de laatste loodjes.”
Mijn tijd zat erop. Ik was de klos. Totaal ontredderd ging ik naar huis en ik wenste vurig dat dokter De Vries die avond nog een rollade van acht pond uitpoepte. Kijken hoe de vlag er dan bijstond.
“Mam, ik kom net bij de gynaecoloog vandaan en ik wil en ga niet meer bevallen. Geen haar op mijn hoofd die er nog aan denkt. Ik ben te smal gebouwd, de baby heeft een waterhoofd. Ik zal helemaal opengereten worden. Zonder verdoving mam!” Mijn blik daalde vol afgrijzen af naar mijn dikke buik en ik begon hartverscheurend te snikken.
Mama probeerde me gerust te stellen en stelde voor nog een keer over een keizersnede te praten, maar dan wel met een andere gynaecoloog. “Je mag toch zeker zelf wel bepalen hoe je wilt bevallen? En die stress is ook niet goed voor jou en je baby.”
Ik klaarde direct op. Dit was helemaal nog niet zo’n slecht idee van die moeder van mij. Nadat we ophingen belde ik direct het ziekenhuis. “Hallo,” zei ik op mijn allercharmantst. “Met Barbara Muller. Kunt u mij morgen alstublieft inplannen bij een andere gynaecoloog dan die ik vandaag had?”
Op de achtergrond hoorde ik getik op een toetsenbord. “Momentje, hoor.” Opnieuw getik. “Dat gaat moeilijk worden. Ik heb alleen nog plaats bij dokter De Vries en die had u vandaag al.”
Ongeduldig trommelde ik op mijn buik.
“Of u moet een week wachten, dan hebt u de keuze uit drie,” stelde ze tevreden vast.
Volgende week? Dan ben ik misschien al dood. “Ik zal het u maar eerlijk zeggen, ik ben wanhopig,” hijgde ik. “En ik heb geen tijd meer om te wachten. U moet me helpen.”
De dame in kwestie leek een stille dood gestorven. Maar na een halve minuut kwam mijn mobiel weer tot leven. “U klinkt niet best, mevrouw. Vooruit dan maar, kom morgen om 08.00 uur, dan schuif ik u voor de eerste patiënt.”
Het duurde een paar seconden voordat ik ophield met trillen en weer adem kon halen. “U hebt geen idee wat dit voor me betekent,” jubelde ik. “Duizendmaal dankuwel.”
Hij had een vriendelijk gezicht en een diep kuiltje in zijn kin waar nog wat vergeten stoppels doorgroeiden. Voor zijn leeftijd had hij nog een flinke bos haar. Bij binnenkomst zag ik dat hij suède Tod’s droeg, een man met smaak. We werden vast vrienden. Mijn hart klopte twee keer zo hard als normaal en mijn zelfvertrouwen was wankeler dan in de wachtruimte.
“Wat kan ik voor je betekenen?” vroeg de dokter nadat Frank en ik plaats hadden genomen.
Als een stortvloed van woorden stroomden de zinnen uit mijn mond. “Dokter, in mijn familie geeft het generaties lang problemen om te bevallen. Mijn oma is gestorven bij de bevalling, mijn moeder overleefde ternauwernood en nu ben ik aan de beurt. Wij hebben allen het lichamelijke obstakel te smal gebouwd te zijn. Waar het op neerkomt…” Ik leunde met mijn rechterarm op zijn bureau en boog wat voorover. “Waar het op neerkomt, is dat ik heel graag een keizersnede wil.”
De dokter bladerde in mijn dossier. “Vreemd, ik lees hier niets van terug,” reageerde hij en hij wreef over zijn hoofd alsof hij zijn gedachten op een rijtje moest krijgen. “Dat lijkt me voldoende indicatie voor een keizersnede. We plannen direct een datum voor de operatie.”
Frank en ik bleven muisstil zitten. Dit had ik niet verwacht, in ieder geval niet zo snel en soepel. Een warme gloed van trots stroomde door mijn lichaam. Dankzij mijn leugen om bestwil om de regie over mijn lichaam te behouden, had ik Uk en mezelf voor iets gruwelijks weten te behoeden. Ik sprong op uit mijn stoel en tot grote verbazing van Frank en de gynaecoloog in kwestie, kuste ik de dokter blij op beide wangen. “Pak die agenda er maar bij,” riep ik opgewonden.
De avond voor de grote dag. De donkere lijnen onder haar ogen verraadden dat ze de afgelopen dagen niet veel geslapen had. Lisa sleepte een dik kussen voor de bank en ging er in kleermakerszit op zitten. “Ik ben ermee gestopt,” fluisterde ze. “Geloof me, ik vind hem echt heel erg leuk, maar het kan niet.”
Niet-begrijpend keek ik haar aan. “Ik dacht dat jullie geen contact meer hadden nadat ze zijn overgestapt naar De Weddingplanner?” Moeizaam kwam ik omhoog uit de bank en waggelde naar de koelkast op zoek naar een koude fles wijn.
Lisa kwam achter me staan en pakte een wijnglas uit de kast. “Hij heeft me gebeld en gevraagd hem tijd te geven. Het huwelijk wilde hij niet meer afzeggen, daar zou hij Simone en hun beide families te veel pijn mee doen. Maar als hij me na een paar maanden nog steeds zo leuk zou vinden, wilde hij overwegen een scheiding aan te vragen.”
Mijn zuurstoftoevoer werd dichtgeknepen. “Wat een schoft,” brieste ik. “Zag je hem dan nog vaak?”
Lisa schudde haar hoofd. “Heel af en toe. We hebben geen seks met elkaar gehad, daar ben ik blij om. We hebben een paar keer in de kroeg afgesproken en hij had me deze week bij hem thuis uitgenodigd. Simone is een paar dagen met vriendinnen naar Maastricht. Op het laatste moment heb ik hem afgebeld, hoewel ik dol op hem ben. Ik kon het gewoon niet. Zij verdient dit niet.”
Ik draaide de dop van de fles en vulde haar glas. “Weet je, Lies, wat hij nu bij Simone doet, zou hij straks ook bij jou doen. Als hij überhaupt bij haar weg zou gaan. Deze man is natuurlijk bijzonder onbetrouwbaar, zo iemand wil je toch niet aan je zijde?”
Tranen sprongen in haar ogen. Ze zag er kwetsbaar en klein uit. Zo goed en zo kwaad als het met mijn dikke buik ging, drukte ik mijn vriendin tegen me aan.
“Ik heb zo’n behoefte aan liefde en aandacht. Waarom lukt het me niet een normale man te vinden, één die lief voor me is, betrouwbaar en niet na een paar dagen wegrent?” Lisa snikte op mijn schouder.
“Lieverd, die man komt echt wel, maar laat het nou een man zijn die niet al bezet is. Een eerlijke man die onvoorwaardelijk voor jou kiest. Misschien moet je stoppen zo hard te zoeken, dan komt hij vanzelf op je pad.”
Ze keek me met waterige oogjes aan en knikte. “Ik heb drank nodig,” besloot ze terwijl ze haar neus stevig ophaalde en een slokje nam.
Ik rook aan de fles en genoot van de houtgeur die mijn neusvleugels binnendrong. “Nog even en dan mag ik ook weer,” zei ik genietend. “Vertel, hoe gaat het op kantoor?”
Lisa plofte op het paarse kussen. “Het is eigenlijk iets te rustig. Er staan een paar afspraken gepland voor intakegesprekken. Ik heb het idee dat het vorig jaar rond deze tijd wel wat drukker was.” Lisa liet de wijn door haar mond rollen. “De eerste trouwerij staat in april gepland. En deze rust heeft ook zijn voordelen. Sarah is alle administratie op orde aan het maken. Dat is zoals je weet niet mijn sterkste punt. Ik ben blij dat zij op kantoor is, anders zouden de muren op me afkomen.” Ze zuchtte diep. “Ik ben zielsgelukkig als jouw verlof straks voorbij is.” Lisa keek me voorzichtig aan. “Lijkt het je niet veel, fulltime werken en een baby?”
Ik veerde op. “Ben je gek. Ik kan niet wachten om straks weer aan het werk te gaan. Dat nietsdoen is heerlijk, maar het moet niet te lang duren.”
Om elf uur stond ze op van het kussen. Met een zwierend gebaar zette ze het glas op tafel. “Ik ga, jij moet slapen.” Hand in hand liepen we naar de deur. “Het gaat iets beter met me, bedankt voor je luisterend oor.”
Mijn handen ondersteunden mijn buik en ik glimlachte. “Fijn, probeer wat tot rust te komen,” drukte ik haar op het hart.
Lisa klopte zachtjes tegen mijn buik. “Vanaf morgen ben je nooit meer alleen,” fluisterde ze. “Ik duim voor jullie. Morgen kan ik helaas niet komen, dan ben ik op locatietocht in Duitsland. Maar overmorgen kom ik jullie zeker bewonderen. Veel sterkte en bel me als je daar weer toe in staat bent, oké?”
Nadat ik de deur op slot had gedraaid, bekeek ik mezelf in de spiegel. “Morgen ben ik mama,” zei ik zacht en ik zag een glinstering door mijn ogen schitteren.
Frank lag te slapen, ver voordat Lisa kwam. Hij was om half-acht naar bed gegaan, op van de zenuwen. Als een neuroot had hij door het huis gelopen, zoekend naar klusjes. Hij had twee uur besteed aan het schoonmaken van de keuken. “De baby moet in een proper huis terechtkomen. Voor je het weet heeft hij een infectie. Ze zijn nog zo kwetsbaar,” hijgde hij. Nadat hij voor de tweede keer alle babyflesje uit ging koken, had ik hem naar boven gestuurd. Ik werd er goed nerveus van.
Toen Lisa weg was, at ik tot twaalf uur ontbijtkoek met roomboter en dronk warme melk met anijs (na die tijd moest ik nuchter blijven, dus een voorraad was nodig omdat ik anders misselijk kon worden). Mijn koffers had ik meerdere malen opnieuw ingepakt, spullen eruit gegooid en nieuwe erin ingelegd. Wat nam ik mee naar een ziekenhuis, was de vraag die me de laatste dagen uitvoerig bezighield.
In ieder geval:
Uiteindelijk viel ik in de schommelstoel in de kinderkamer in slaap.
Frank wekte me door met zijn vinger tegen mijn dij te prikken. “We moeten opschieten, over een uurtje moeten we ons al melden.”
Ik rekte me uit en kwam voorzichtig overeind. Voor Uks witte ledikant bleef ik een moment staan. Ik boog voorover en legde wat knuffels aan het hoofdeind om zijn plekje warm te houden. Mijn vingers gleden vertederd over het lakentje. “Vandaag word je geboren,” neuriede ik.
Frank sleepte de twee koffers en mijn beautycase naar de auto en voordat de zon opkwam, vertrokken we naar het ziekenhuis.
De zuster liep mijn kamer in en schudde uitnodigend mijn hand. In haar vrije hand hing een vreemdsoortig iets dat ik niet direct kon plaatsen. “Ik ben Sandra en ik zal je vanochtend begeleiden.” Sandra had een perfect donkerbruin boblijn kapsel dat alleen leuk was als je, net als zij, stijl haar had en de juiste kaaklijn aanhield. “Ik kom even een kathetertje plaatsen,” zei ze opgewekt. “Je mag je kleding uitdoen, ik geef je zo het operatiehemdje.”
Ik bestudeerde het plastic buisje dat in Sandra’s hand bungelde en vroeg me bezorgd af hoe dat in mijn plasbuis ging passen.
“Niet zo bang kijken, het valt echt wel mee,” raadde ze mijn gedachten.
Plasbuizen zijn niet op dit formaat gebouwd, constateerde ik in alle ernst. Ik moest me dan ook inhouden niet als een speenvarken te gaan gillen op het moment dat Sandra de katheter naar binnen schoof. Mijn lichaam spande zich aan en ik haalde met korte stoten adem. Desondanks probeerde ik me te vermannen en hield ik mijn lippen stevig op elkaar.
“Hij zit,” zei Sandra.
Er liep een rilling door mijn lijf. Dat zat er op, dacht ik opgelucht terwijl ik terug in mijn kussen zakte. Erger dan dit kon het niet worden. Maar de pijn in mijn plasbuis viel in het niet bij de eerste aanblik op het blauwe pakje waarin ik gedwongen werd te bevallen. Met verschrikte ogen staarde ik naar het doorzichtige gewaad dat van papier gemaakt leek te zijn. Zo goed en zo kwaad als het met de slang in mijn lijf lukte, pakte ik de koffer die onder mijn bed stond en prees ik mezelf dat ik zo slim was geweest zelf kleding mee te nemen. Met een trots gezicht liet ik mijn nieuwe joggingpak zien. “Kijk, dan slaan we twee vliegen in één klap. Praktisch voor jullie en menswaardig voor mij.”
Sandra schoot in de lach, vouwde mijn joggingpak in een handige manoeuvre op en legde het terug in de koffer. “Wie weet kun je hem overmorgen dragen. Vandaag en morgen moeten we gemakkelijk je maand ver bandjes kunnen verwisselen.”
Het leek alsof ik onder een ijskoude douche werd gezet. “Maandverband heb ik nog nooit gebruikt en dat doe ik eerlijk gezegd ook liever niet.” Ik trok mijn neus op. “Het is allesbehalve charmant en daarbij gaat het ook nog eens ruiken en plakken.” Ik schonk haar een vriendschappelijke knipoog en duwde een doosje tampons in haar hand. “Verschoon me hier maar mee, ik zal het er met niemand over hebben.”
Sandra liet haar hand op mijn schouder rusten. “Dit is zeker je eerste keer in een ziekenhuis?”