2003
Slaperig roerde ik in mijn koffie verkeerd en mijn oog bleef steken bij een vacature in de Volkskrant. “Kijk,” zei ik terwijl ik de krant onder Frank zijn neus duwde. “Hier zie ik mezelf wel werken, als locatiemanager bij een particuliere zorginstantie.”
“Dat is helemaal niks voor jou. Jij houdt van commercie en snelheid, dat ga je in de thuiszorg nou niet bepaald vinden,” lachte Frank minachtend.
Mijn ogen werden groter. “Reden temeer om er wel te gaan werken. Die snelheid en resultaatgerichtheid kan ik juist inzetten om de zorg te verbeteren.” Ik keek naar Sophie die vrolijk in haar wipstoeltje zat te kraaien. Ze had een bosje plastic sleutels in haar handjes en probeerde er een in haar mondje te steken. Alles verdween tegenwoordig in haar mond. Volgens mij kreeg ze weer tandjes. “Ik wil weer wat doen, de tijd is er rijp voor.”
Frank keek me met een schuin oog vanachter zijn krant aan. Zijn haar zat warrig en zijn ogen waren nog klein van het slapen. “Het is nu zes maanden geleden dat je gestopt bent met je eigen bedrijf. Daarvan heb je de eerste drie maanden Lisa ondersteund en aan je overdracht gewerkt. Vind je het niet wat snel om nu weer aan het werk te gaan?”
Ik haalde mijn schouders op. “Niet als ik drie dagen kan werken. Dan heb ik vier dagen over voor Sophie, beter kan niet. De tijd die Sophie en ik samen doorbrengen is heerlijk, maar ik mis de dynamiek van een baan, van collega’s om me heen. Ik heb vanaf het begin gezegd dat ik op een dag weer aan het werk zou gaan, als de tijd daar was. En dat moment is nu aangebroken.”
Frank trok een moeilijk gezicht. “Waar wil je Sophie dan naartoe brengen? Ik vind haar nog steeds te klein voor de crèche.” Hij legde zijn krant neer en nam een slokje koffie.
“De crèche is juist leuk voor kinderen. Sophie is nu acht maanden. Ik weet zeker dat ze ervan gaat genieten.”
Frank kwam overeind uit zijn witgelakte stoel en ging gehurkt voor Sophie zitten. “Arme Sophie, wat zal je mama missen,” zei hij terwijl hij haar een kneepje in haar wang gaf. Als reactie trappelde ze uitgelaten met haar voetjes.
Het bloed in mijn hoofd ging gonzen. “Het wordt tijd dat ze jou eens wat meer gaat missen, maar dat kan natuurlijk alleen maar als ze je wat vaker zou zien,” sneerde ik. Met een verbeten blik drukte ik op het knopje van het espressoapparaat en ik luisterde naar het malende geluid van de bonen. Het was belangrijk dat ik nu rustig bleef. Wanneer ik boos werd, deed Frank altijd het tegenovergestelde van wat ik in mijn hoofd had. Voor Sophie zou het minder belastend zijn als ze maar twee dagen naar de opvang ging. En daar had ik Frank voor nodig. “Als jij nou een dag minder gaat werken, dan hoeft ze maar twee dagen naar de crèche.” Ik knikte hem bemoedigend toe. “Je zou er echt van genieten. Ik gun het je zo, tijd met je dochter. Je moet het nu alleen van de weekenden hebben.”
Frank verslikte zich lelijk. “Ik minder werken? Dat is toch godsonmogelijk als makelaar? Ik heb een kantoor te runnen en krijg het nu al niet ingepland allemaal.”
Ik slaakte een diepe zucht. “Frank, we leven in de eenentwintigste eeuw. De tijd dat jij er in een berenpak opuit moest om voedsel voor ons te halen is echt voorbij. Een nieuw tijdperk is aangebroken, waarin ook de man voor zijn kind zorgt en daarbij ook nog wat in de huishouding doet. Jullie zijn als het ware multifunctioneel geworden. Net als wij.” Ik trok mijn wenkbrauw op en wachtte op een reactie van deze man die duidelijk in het hunebeddentijdperk was blijven ronddolen.
Frank wreef over zijn stoppelige wang. “Onmogelijk,” herhaalde hij koppig.
Ik probeerde me niet te veel op te winden, die tijd lag achter me. En ik wilde mijn enthousiasme niet laten temperen.
Sophie werd driftig omdat haar sleutelbos op de grond was gevallen.
Ik pakte haar uit haar wipstoeltje en zette haar bij me op schoot. Gaf haar kusjes in haar nek die ze schaterend ontving. Verlangend keek ik naar de vacature die voor me lag. Ik zette Sophie in de box en legde meneer de beer naast haar. Van alle knuffels die we na haar geboorte hadden gekregen, was hij haar favoriet. Compact, lichtbruin van kleur en twee gitzwarte kraaloogjes. Ik ging achter mijn laptop zitten om een sollicitatiebrief te maken. Diep in mijn hart wist ik het. Dit werd mijn nieuwe werkgever.