Nawoord

Beste Barbara,


Ik heb je boek gelezen, van naaldje tot draadje. Na zovele ontmoetingen was het ook voor mij nog een revelatie. Het is zelden dat je tijdens het intakegesprek en de erop volgende, eerder korte ontmoetingen, een goed zicht krijgt op de persoonlijke levenssfeer van je patiënten en wat hun verwachtingen en emoties zijn. Zelfs na het uitgebreide intakegesprek tijdens onze eerste ontmoeting wist ik eigenlijk niet hoe en waarom je vorige relatie op de klippen was gelopen. Hoe je met list een keizersnede hebt afgedwongen, hoe je relatie met Max vorm had gekregen; je (bij)-geloof in een helderziende was een verrassing voor mij. Vooral had ik nooit kunnen vermoeden dat je zo een onstuimig, vurig maar ook grillig karakter had: fuiven, feesten en katers, vreugde en verdriet, vrijheidsdrang maar ook verlangen naar tederheid. Je lijf bleek een hypergevoelige barometer voor hormonale veranderingen te zijn. Kortom, je bent een vrouw van vlees en bloed. Nadat ik je boek had gelezen vroeg ik me af of ik met deze voorkennis je op dezelfde manier zou zijn tegemoet getreden. Op dezelfde manier behandeld zou hebben; ik denk het wel.

Anderzijds klinkt je verhaal me niet vreemd in de oren. Duizenden stellen met vruchtbaarheidsproblemen, waaronder veel uit Nederland, heb ik gezien, aangehoord en gelukkig dikwijls kunnen helpen om hun droom te realiseren. Ik ken de carrousel van emoties die een vruchtbaarheidsbehandeling met zich meebrengt: verlangen, hoop, verwachting en ontgoocheling. Gevoelens die bij iedere vruchteloze poging zo versterkt worden tot wanhoop en depressie de kop kunnen opsteken.

Ik heb nu geleerd dat er dikwijls een hemelsbrede kloof gaapt tussen de zorgverlener en de patiënt. Het zal wel onmogelijk zijn om in alle omstandigheden deze kloof te dichten. Iedere patiënt is verschillend: zijn verwachtingen, voorkennis, zijn privé- en beroepssituatie, familiale en omgevingsfactoren, zijn relatie en zoveel meer.

Wat wel kan is luisterbereidheid, respect voor zijn inzichten en gevoelens, blijk van medevoelen, kortom wat men samenvat met het woord ‘empathie’. Goede geneeskunde steunt op vier pijlers: correcte infrastructuur, feilloze organisatie, expertise van alle betrokken zorgverstrekkers én empathie. Ik ben blij en ook fier dat je deze combinatie bij ons hebt gevonden. Na twee mislukte IVF-behandelingen heb je spontaan aangeboden om anoniem een deel van je eicellen te schenken aan een andere vrouw. Zoals jij is ook deze vrouw zwanger geworden. Ik ben niet zo om te denken dat deze geste je heeft geholpen om zelf zwanger te worden, maar ze illustreert in ieder geval een aloud gezegde: “wie geeft die krijgt”.


Het ga je goed, samen met Sophie, Max en je toekomstige kinderen.

Prof. dr. M.

EOF