Aan het begin van het besneeuwde pad dat naar de boerderij leidde, stond hij haar op te wachten. Al van ver zag Jorien hem staan en terwijl zijn gestalte groter en groter werd, klopte haar hart sneller en sneller. Ze keek op haar horloge. Tweeënhalf uur.
Viel niks tegen!
Gekkenwerk natuurlijk om met dit weer op de fiets te komen. Ze had met de bus kunnen gaan, maar ze wilde per se op de fiets.
Die sneeuw lag er immers al een paar dagen en de meeste wegen waren geveegd en tegen de kou kun je je kleden. De winter was vroeg begonnen dit jaar.
Ze kneep in haar remmen.
“Jasper!”
Ze gleed de warmte van zijn jas binnen. Ze voelden elkaars adem eerder dan elkaars lippen.
“Jorien!”
Met de armen om elkaars middel liepen ze naar de boerderij.
“Was het niet te koud?” De bezorgde klank van zijn stem deed Jorien de kou alweer vergeten.
“Nee, het is prachtig buiten met die blauwe lucht boven de witte grond. Ik hou van vrieskou.”
Ze zetten Joriens fiets in de schuur en liepen naar het woonhuis.
Ze stampte met haar voeten op de grond. “Ik heb alleen koude tenen,” zei ze.
Met één hand tegen het midden van haar rug en met één hand op haar heup drukte hij haar tegen zich aan. “Ik heb je gemist…” zei hij. Direct schraapte hij zijn keel omdat zijn stem begon te trillen. “Zullen we naar mijn kamer?”
“Moet ik niet eerst je ouders gedag zeggen?” vroeg Jorien.
In zijn ogen begon iets te glinsteren. “Ze zijn er niet. Op familiebezoek. Mijn zusje is ook mee.”
Onder aan de trap én halverwege én bijna bovenaan stonden ze stil om te zoenen. Jorien voelde zich helemaal gloeien van de warmte. Op zijn kamer deed ze dan ook direct haar dikke trui uit. Jasper pakte hem aan. Voor hij hem zorgvuldig over de leuning van zijn bureaustoel hing, hield hij haar trui even tegen zijn wang. Jorien voelde zich smelten van binnen. Wat heerlijk weer bij hem te zijn!
Ze keek om zich heen om te zien of er nog iets veranderd was sinds de vorige keer dat ze hier was geweest. Ze glimlachte toen ze de ingelijste foto zag van zes mensen in zomerse kleren met hun fiets: twee jongens en vier meiden.
Jasper zette muziek aan en ze gingen op het bed zitten met de armen om elkaar heen. Na een lange zoen duwde Jorien hem tegen zijn schouder en hij liet zich achterovervallen. Direct ging Jorien boven op hem liggen. Uitgelaten als jonge honden stoeiden ze.
“Wanneer komen je ouders terug?” hijgde ze.
“Pas aan het einde van de middag,” zei Jasper. “Dus…”
Jorien lachte. “Dus hoogste tijd voor wat meer bloot!”
Hij stond op om de gordijnen dicht te doen. Jorien bleef op de rand van zijn bed naar hem zitten kijken. Een beetje zenuwachtig beet ze op haar lip. Hij draaide zich om, ging op zijn knieën voor haar zitten en trok haar T–shirt over haar uitgestoken armen. Ze duwde haar schouders zo ver mogelijk naar achteren zodat haar borsten wat groter leken. Hij keek naar haar hemdje met de kanten randjes en begon precies daar haar huid te zoenen.
“Alles uit?” vroeg ze even later.
Snel trokken ze de rest van hun kleren uit. Jorien glimlachte. Jaspers korte, rode haar was overeind gaan staan, wat ze heel vertederend vond. Een moment stonden ze midden in zijn kamer uiterlijk onbewogen tegenover elkaar, maar vanbinnen ging alles bonzend, roffelend, donderend en stommelend tekeer. Eén stap naar voren hoefde ze maar te doen. Ze legde zoveel mogelijk kracht in haar armen toen ze zich tegen hem aandrukte. En nu nooit meer loslaten.
Daarna kwamen ze in beweging. Ze kropen onder het dekbed.
Ze verlangde naar zijn lichaam, wilde heel dicht bij hem zijn, zo djcht mogelijk. Huid op huid, haar borsten tegen zijn borst.
Lager voelde ze heel duidelijk iets duwen tegen haar buik. Nog steviger drukte ze zich tegen hem aan.
Om en om rolden ze op zijn smalle bed. Plotseling wist ze niet meer wat onder was en wat boven, wat zijzelf was en wat hij.
Hun handen en lippen waren overal op elkaars lichamen, die ze nu zo goed kenden. Geen verlegenheid of kleren meer die hen scheidden. Ze waren overal eerder geweest. Bijna overal.
“Ik heb iets meegenomen,” zei Jorien en ze graaide in haar tas, die naast het bed stond.
Jasper grijnsde en haalde eenzelfde soort pakje onder zijn matras vandaan.
Jorien giechelde, ze kon het niet helpen. Van de spanning. En hij verslapte. Zo kreeg hij het niet voor elkaar.
Ze probeerde het goed te maken. Ze trok het dekbed, dat op de grond gegleden was, weer over hen heen en dook eronder.
“Probeer nog eens?” vroeg ze even later.
Nu lukte het wel. Ze hield haar adem in toen ze voelde hoe hij voorzichtig bij haar naar binnen gleed. Zo dicht waren ze nog nooit bij elkaar geweest. Waar zij ophield, begon hij.
“Gaat het goed zo?” Het zweet stond op zijn voorhoofd. Ze sloeg haar benen stevig om zijn heupen heen en drukte haar bekken omhoog. Ze voelde zijn bewegingen diep in haar buik.
Daarna draaiden ze om en boog zij zich over hem. Soms fluisterde hij woorden in haar hals. Gretig luisterde ze naar hem, ontroerd, dronken, innig gelukkig.
Ten slotte maakten ze zich los uit hun omhelzing en rolde hij het condoom voorzichtig af. Hij ging naast haar liggen, legde zijn hand op haar buik en begon haar te strelen. Haar adem, die sneller en sneller ging, steeg uiteindelijk als een vlinder omhoog.
En nog hadden ze niet genoeg van elkaar.
EOF