De hond van de Baskervilles is mijn lievelingsboek.
In De hond van de Baskervilles krijgen Sherlock Holmes en dr. Watson bezoek van James Mortimer, een arts uit de heidestreek in Devon. James Mortimers vriend, sir Charles Baskerville, is aan een hartaanval gestorven en James Mortimer denkt dat hij zich misschien letterlijk dood is geschrokken. James Mortimer heeft ook een oud manuscript waarop de vloek van de Baskervilles staat beschreven.
In dit manuscript staat dat sir Charles Baskerville een voorouder had die sir Hugo Baskerville heette en die een wilde, brute, goddeloze man was. En hij probeerde seks te doen met de dochter van een vrijboer, maar zij ontsnapte en hij achtervolgde haar over de heide. En zijn vrienden, die roekeloze druktemakers waren, gingen achter hem aan.
En toen ze hem vonden, was de dochter van de vrijboer van uitputting gestorven. En ze zagen een groot zwart beest, met de vorm van een hond, maar groter dan enige hond die ooit door een sterveling was aanschouwd, en deze hond was bezig sir Hugo Baskerville zijn strot af te bijten. En een van zijn vrienden stierf diezelfde nacht nog van angst en de andere twee waren voor de rest van hun leven gebroken.
James Mortimer denkt dat de hond van de Baskervilles sir Charles misschien dodelijk heeft laten schrikken en maakt zich zorgen dat diens zoon en erfgenaam, sir Henry Baskerville, gevaar loopt als hij naar het landhuis in Devon gaat.
Dus stuurt Sherlock Holmes dr. Watson mee naar Devon met sir Henry Baskerville en James Mortimer. En dr. Watson probeert te ontdekken wie sir Charles Baskerville vermoord kan hebben. En Sherlock Holmes zegt dat hij in Londen blijft, maar hij reist stiekem naar Devon om zelf ook onderzoek te doen,
En Sherlock Holmes ontdekt dat sir Charles is vermoord door een buurman die Stapleton heet en die vlinders verzamelt en verre familie van de Baskervilles is. En Stapleton is arm, dus probeert hij sir Henry Baskerville te vermoorden zodat hij het landhuis erft.
Om dat te doen heeft hij een enorme hond uit Londen meegenomen en met fosfor bedekt om hem in het donker te laten gloeien, en dit was de hond waarvan sir Charles zich dood is geschrokken. En Sherlock Holmes en Watson en Lestrade van Scotland Yard vangen hem. En Sherlock Holmes en Watson schieten de hond dood, en dat is een van de honden die in het verhaal worden gedood, wat niet leuk is omdat de hond er niets aan kon doen. En Stapleton ontsnapt en vlucht het moeras van Grimpen in dat een deel van de heide vormt, en hij gaat dood omdat hij het moeras in wordt gezogen.
Sommige stukjes van het verhaal vind ik niet zo leuk. Bijvoorbeeld dat oude manuscript omdat dat is geschreven in ouderwetse taal die moeilijk te begrijpen is, zoals dit:
Leer dan uit dit verhaal om niet de vruchten van het verleden te vrezen, maar veeleer behoedzaam te zijn in de toekomst, opdat de lage hartstochten die ons geslacht zo bitter hebben doen lijden niet weder opnieuw tot ons verderf ontketend zullen worden.
En soms beschrijft sir Arthur Conan Doyle (die de schrijver is) mensen zo:
Toch was er ergens iets mis met het gezicht, een zekere grofheid van uitdrukking, een zekere hardheid, wellicht, in de blik, een zekere loszinnigheid van de mond, waardoor de volmaakte schoonheid werd verstoord.
En ik weet niet wat een zekere hardheid, wellicht, in de blik betekent, en gezichten interesseren me niet.
Maar soms is het leuk om niet te weten wat de woorden betekenen want dan kun je ze opzoeken in het woordenboek, zoals del (wat een kuil is) of nol (wat een heuvel is).
Ik vind De hond van de Baskervilles leuk omdat het een detectiveverhaal is, wat betekent dat er aanwijzingen en Dwaalsporen zijn.
Dit zijn een paar van de aanwijzingen:
En dit zijn een paar van de Dwaalsporen:
Ik vind De hond van de Baskervilles ook leuk omdat ik Sherlock Holmes leuk vind en ik denk dat hij het soort detective is dat ik zou zijn als ik een echte detective was. Hij is heel intelligent en hij lost het raadsel op en hij zegt:
De wereld is vol dingen die voor de hand liggen en die niemand ooit opmerkt.
Maar hij ziet ze wel, net als ik. Ook staat er in het boek:
Sherlock Holmes bezat, in zeer opmerkelijke mate, het vermogen om zijn geest af te sluiten wanneer hij maar wilde.
En dat heb ik ook, want als ik echt geïnteresseerd in iets ben, zoals wiskunde oefenen, of een boek lezen over de Apollo-vluchten, of over witte haaien, ga ik daar helemaal in op en dan kan vader roepen dat ik moet komen eten maar dan hoor ik hem niet. En daarom ben ik goed in schaken, omdat ik mijn geest afsluit wanneer ik maar wil en me op het bord concentreer en na een tijdje verliest degene tegen wie ik speel zijn concentratie en begint aan zijn neus te krabben of uit het raam te staren en dan maakt hij een fout en dan win ik.
Ook zegt dr. Watson over Sherlock Holmes:
…zijn geest…trachtte een raamwerk te maken waarin al deze vreemde en schijnbaar onsamenhangende gebeurtenissen pasten.
En dat is wat ik ook probeer te doen door dit boek te schrijven.
Ook gelooft Sherlock Holmes niet in het bovennatuurlijke, zoals God en sprookjes en hellehonden en vloeken, wat domme dingen zijn.
En ik eindig dit hoofdstuk met twee interessante feiten over Sherlock Holmes: