233

De volgende morgen kreeg ik gebakken tomaten als ontbijt en sperziebonen uit blik die moeder in een steelpan warm maakte.

Midden onder het ontbijt zei meneer Shears: “Goed, hij kan een paar dagen blijven.”

En moeder zei: “Hij kan zo lang blijven als nodig is.”

En meneer Shears zei: “Deze flat is amper groot genoeg voor twee mensen, laat staan drie.”

En moeder zei: “Hij begrijpt wat je zegt, hoor.”

En meneer Shears zei: “Hoe moet dat dan? Er is hier geen school voor hem. Wij hebben allebei een baan. Het is gewoon belachelijk.”

En moeder zei: “Roger. Zo is het genoeg.”

Toen maakte ze Red Zinger kruidenthee met suiker voor me maar die vond ik niet lekker, en ze zei: “Je kunt zo lang blijven als je wilt.”

En toen meneer Shears naar zijn werk was gegaan belde ze naar kantoor en nam Buitengewoon Verlof, zoals dat heet, dat is als er iemand in je familie doodgaat of ziek is.

Toen zei ze dat we kleren voor me moesten gaan kopen en een pyjama en een tandenborstel en een washandje. Dus gingen we de flat uit en liepen we naar de grote weg, dat was Hill Lane en dat was de A4088, en die was heel druk en we namen bus 266 naar het winkelcentrum in Brent Cross. Alleen waren er te veel mensen in de John Lewis en ik werd bang en ik ging op de grond liggen naast de polshorloges en ik gilde en moeder moest me naar huis brengen met een taxi.

Toen moest zij terug naar het winkelcentrum om kleren voor me te kopen en een pyjama en een tandenborstel en een washandje, dus ik bleef in de logeerkamer terwijl ze weg was want ik wilde niet in dezelfde kamer als meneer Shears zijn omdat ik bang voor hem was.

En toen moeder thuiskwam bracht ze een aardbeienmilkshake voor me mee en liet me mijn nieuwe pyjama zien, en die had een patroon van blauwe sterren op een knalrode ondergrond, zo:

En ik zei: “Ik moet terug naar Swindon.”

En moeder zei: “Je bent er net, Christopher.”

En ik zei: “Ik moet terug omdat ik mijn vwo-examen wiskunde-B1 moet doen.”

En moeder zei: “Ga je vwo-examen wiskunde-B1 doen?”

En ik zei: “Ja. Volgende week woensdag en donderdag en vrijdag.”

En moeder zei: “God.”

En ik zei: “Dominee Peters is de surveillant.”

En moeder zei: “Ik bedoel, wat goed.”

En ik zei: “Ik ga een 10 halen. En daarom moet ik terug naar Swindon. Alleen wil ik vader niet zien. Dus moet ik met jou naar Swindon.”

Toen deed moeder haar handen voor haar gezicht en ademde heel hard uit, en ze zei: “Ik weet niet of dat wel kan.”

En ik zei: “Maar ik moet erheen.”

En moeder zei: “We hebben het er een andere keer wel over, goed?”

En ik zei: “Goed. Maar ik moet wel naar Swindon.”

En zij zei: “Alsjeblieft, Christopher.”

En ik dronk van mijn milkshake.

En later, om 22:31 uur, ging ik het balkon op om te kijken of ik sterren kon zien, maar die waren er niet vanwege alle wolken en de zogenaamde Lichtvervuiling, dat is licht van straatlantaarns en koplampen van auto’s en schijnwerpers en lichten in gebouwen die gereflecteerd worden door hele kleine deeltjes in de dampkring en zo het licht van de sterren tegenhouden. Dus ging ik weer naar binnen.

Maar ik kon niet slapen. En ik ging om 2:07 uur mijn bed uit en ik was bang voor meneer Shears dus ik ging naar beneden en de voordeur uit en Chapter Road in. En er was niemand op straat en het was stiller dan overdag, ook al hoorde je verkeer in de verte en sirenes, dus voelde ik me rustiger. En ik liep door Chapter Road en keek naar alle auto’s en de patronen die de telefoondraden op de oranje wolken maakten en de dingen die mensen in hun voortuintjes hadden, zoals een kabouter en een fornuis en een klein vijvertje en een teddybeer.

Toen hoorde ik twee mensen aan komen lopen, dus hurkte ik neer tussen een afvalcontainer en een Ford Transit-busje, en ze praatten in een taal die geen Engels was, maar ze zagen me niet. En er lagen twee kleine radertjes bij mijn voeten in het vuile water in de goot, zoals van een horloge dat je moet opwinden.

En ik vond het prettig tussen de afvalcontainer en het Ford Transit-busje dus bleef ik daar heel lang. En ik keek naar de straat. En de enige kleuren die je zag waren oranje en zwart en mengelingen van oranje en zwart. En je kon niet zien welke kleuren de auto’s overdag zouden hebben.

En ik vroeg me af of je met kruisen ook een mozaiëk kon maken, en ik ontdekte dat dat kon door me dit plaatje voor te stellen:

En toen hoorde ik de stem van moeder en ze schreeuwde: “Christopher…? Christopher…?” en ze rende door de straat, dus kwam ik tussen de afvalcontainer en het Ford Transit-busje vandaan en ze kwam naar me toe gerend en zei: “Jezus,” en ze bleef voor me staan en wees met haar vinger naar mijn gezicht en zei: “Als je dat ooit weer doet, ik zweer het je, Christopher, ik hou van je, maar…dan weet ik niet wat ik doe.”

Dus liet ze me beloven dat ik nooit meer in mijn eentje de flat uit zou gaan omdat dat gevaarlijk was en omdat je de mensen in Londen niet kon vertrouwen want dat waren vreemden. En de volgende dag moest ze weer naar de winkels en ze liet me beloven dat ik niet zou opendoen als er werd aangebeld. En toen ze terugkwam bracht ze wat voer voor Toby en drie video’s van Star Trek en daar keek ik naar in de huiskamer tot meneer Shears thuiskwam en toen ging ik weer naar de logeerkamer. En ik wilde dat Chapter Road 451c, Londen NW2 5NG een tuin had maar dat was niet zo.

En de dag daarna belden ze van het kantoor waar moeder werkte en zeiden dat ze niet meer terug mocht komen omdat ze iemand anders hadden gevonden om haar werk te doen, en ze werd heel boos en zei dat dat tegen de wet was en dat ze een klacht ging indienen, maar meneer Shears zei: “Stel je niet zo vreselijk aan. Het was maar een uitzendbaantje.”

En toen moeder de logeerkamer inkwam voordat ik ging slapen zei ik: “Ik moet naar Swindon voor mijn examen.”

En zij zei: “Niet nu, Christopher. Je vader belt steeds en dreigt me voor de rechter te slepen. Van Roger krijg ik ook de wind van voren. Dit is geen goed moment.”

En ik zei: “Maar ik moet erheen want het is afgesproken en dominee Peters gaat surveilleren.”

En zij zei: “Hoor eens, het is maar een examen. Ik kan de school bellen. We krijgen het wel uitgesteld. Je kunt het ook een andere keer doen.”

En ik zei: “Ik kan het niet een andere keer doen. Het is afgesproken. En ik heb heel hard geblokt. En mevrouw Gascoyne zei dat we een lokaal op school mochten gebruiken.”

En moeder zei: “Christopher, ik trek dit nog maar net allemaal. Er hoeft maar dit te gebeuren en ik stort in elkaar. Dus doe me een…”

Toen stopte ze met praten en deed ze haar hand voor haar mond en ze stond op en ging de kamer uit. En ik begon net zo’n pijn in mijn borst te krijgen als in de ondergrondse want ik dacht dat ik niet terug naar Swindon zou kunnen om mijn examen te doen.

En de volgende morgen na het ontbijt keek ik in de eetkamer uit het raam om de auto’s op straat te tellen om te zien of het een Vrij Goede Dag of een Goede Dag of een Super Goede Dag of een Zwarte Dag zou worden, maar het was anders dan in de bus naar school want je kon uit het raam kijken zo lang als je wilde en net zoveel auto’s zien als je wilde en ik keek 3 uur uit het raam en ik zag 5 rode auto’s achter elkaar en 4 gele auto’s achter elkaar wat betekende dat het tegelijk een Goede Dag en een Zwarte Dag was dus het systeem werkte niet meer. Maar als ik me concentreerde op het auto’s tellen dacht ik tenminste niet meer aan mijn examen en de pijn in mijn borst die er nog steeds zat.

En ‘s-middags nam moeder me in een taxi mee naar Hampstead Heath en gingen we boven op een heuvel zitten en keken naar de vliegtuigen die in de verte op vliegveld Heathrow aanvlogen. En ik kreeg een rode ijslolly bij een ijskarrerje. En moeder zei dat ze mevrouw Gascoyne had gebeld en gezegd dat ik mijn vwo-examen wiskunde-B1 volgend jaar zou doen dus ik gooide mijn rode ijslolly weg en gilde heel lang en de pijn in mijn borst was zo erg dat ik bijna niet kon ademen en er kwam een man naar me toe die vroeg of alles goed was en moeder zei: “Is dat niet duidelijk dan?” en toen ging hij weg.

En toen was ik moe van het gillen en moeder bracht me terug naar de flat in een andere taxi en de volgende morgen was het zaterdag en zei ze tegen meneer Shears dat hij wat boeken over wetenschap en wiskunde voor mij uit de bibliotheek moest gaan halen, en die heetten 100 Getallenpuzzels en De oorsprong van het heelal en Kernenergie, maar ze waren voor kinderen en ze waren niet zo goed dus ik las ze niet, en meneer Shears zei: “Fijn om te weten dat mijn bijdrage op prijs wordt gesteld.”

En ik had niets gegeten sinds ik de rode ijslolly op Hampstead Heath had weggegooid dus maakte moeder een kaart met sterren erop net als toen ik heel klein was en ze vulde een maatbeker met Complan wat een voedingsdrank is plus aardbeiensmaakstof en ik kreeg een bronzen ster toen ik 200 ml had gedronken en een zilveren ster toen ik 400 ml had gedronken en een gouden ster toen ik 600 ml had gedronken.

En toen moeder en meneer Shears ruzie maakten pakte ik het radiootje uit de keuken en ik ging in de logeerkamer zitten en stemde hem af tussen twee zenders in zodat ik alleen maar witte ruis hoorde en ik zette hem heel hard en ik hield hem tegen mijn oor en het geluid vulde mijn hoofd en dat deed zo’n pijn dat ik geen ander soort pijn meer voelde, zoals de pijn in mijn borst, en ik kon moeder en meneer Shears geen ruzie meer horen maken en ik kon niet meer denken aan dat ik mijn examen niet zou doen of dat Chapter Road 451c, Londen NW2 5NG geen tuin had of dat ik geen sterren kon zien.

En toen was het maandag. En het was heel laat op de avond en meneer Shears kwam mijn kamer in en maakte me wakker en hij had bier gedronken want hij rook net als vader als die bier had gedronken met Rhodri. En hij zei: “Jij vindt jezelf zo ontzettend slim, hè. Denk jij ooit, ooit weleens één tel aan iemand anders? Hè? Je bent nou zeker wel heel tevreden met jezelf, hè.”

En toen kwam moeder binnen en trok hem de kamer uit en zei: “Het spijt me, Christopher. Het spijt me echt verschrikkelijk.”

De volgende morgen, toen meneer Shears naar zijn werk was gegaan, pakte moeder een heleboel kleren in twee koffers en zei dat ik naar beneden moest komen en Toby mee moest nemen en in de auto moest stappen. En ze deed haar koffers in de achterbak en we reden weg. Maar het was de auto van meneer Shears en ik zei: “Steel je de auto?”

En zij zei: “Ik leen hem alleen.”

En ik zei: “Waar gaan we heen?”

En zij zei: “We gaan naar huis.”

En ik zei: “Bedoel je naar Swindon?”

En zij zei: “Ja.”

En ik zei: “Is vader daar ook?”

En zij zei: “Alsjeblieft, Christopher. Ga nou even niet moeilijk doen, oké?”

En ik zei: “Ik wil niet bij vader zijn.”

En zij zei: “Wees…Wees…Het komt allemaal goed, Christopher, oké? Het komt allemaal goed.”

En ik zei: “Gaan we terug naar Swindon zodat ik mijn vwo-examen wiskunde-B1 kan doen?”

En moeder zei: “Wat?”

En ik zei: “Ik zou morgen mijn vwo-examen wiskunde-B1 doen.”

En moeder sprak heel langzaam en ze zei: “We gaan terug naar Swindon omdat als we nog langer in Londen waren gebleven…iemand daar de dupe van was geworden. En dan bedoel ik niet per se jou.”

En ik zei: “Wat bedoel je dan?”

En zij zei: “Nu moet je even een tijdje stil zijn.”

En ik zei: “Hoe lang moet ik stil zijn?”

En zij zei: “Jezus.” En toen zei ze: “Een half uur, Christopher. Je moet een half uur stil zijn.”

En we reden helemaal naar Swindon en daar deden we 3 uur en 12 minuten over en we moesten stoppen om te tanken en moeder kocht een witte reep voor me maar die at ik niet op. En we kwamen in een lange file terecht die werd veroorzaakt door mensen die vaart minderden om naar een ongeluk op de andere rijbaan te kijken. En ik probeerde een formule te bedenken om te bepalen of er een file zou ontstaan puur doordat mensen vaart minderden en hoe dit werd beïnvloed door a) de dichtheid van het verkeer, en b) de snelheid van het verkeer, en c) hoe snel bestuurders remden als ze de remlichten van de auto voor zich zagen. Maar ik was te moe omdat ik de nacht daarvoor niet had geslapen omdat ik dacht aan dat ik mijn vwo-examen wiskunde-B1 niet kon doen. Dus viel ik in slaap.

En toen we in Swindon kwamen had moeder de sleutels van het huis en we gingen naar binnen en ze zei: “Hallo?” maar er was niemand want het was 13:23 uur. En ik was bang maar moeder zei dat ik veilig zou zijn, dus ik ging naar mijn kamer en deed de deur dicht. Ik haalde Toby uit mijn zak en liet hem rondrennen en ik speelde Minesweeper en ik deed de Expert in 174 seconden, wat 75 seconden langer was dan mijn beste tijd.

En toen was het 18:36 uur en hoorde ik vader in zijn bestelwagen thuiskomen en ik schoof het bed tegen de deur zodat hij niet naar binnen kon en hij kwam het huis in en hij en moeder schreeuwden tegen elkaar.

En vader schreeuwde: “Hoe ben je hier binnengekomen?”

En moeder schreeuwde: “Dit huis is ook van mij, of was je dat vergeten?”

En vader schreeuwde: “Is dat fijne vriendje van je er soms ook?”

En toen pakte ik de bongo die ik van oom Terry had gekregen en ik knielde in de hoek van de kamer en ik drukte mijn hoofd in de voeg tussen de twee muren en ik sloeg op de bongo en ik kreunde en ik bleef dit een uur doen en toen kwam moeder de kamer in en zei dat vader weg was. En ze zei dat vader een tijdje bij Rhodri ging logeren en dat wij binnen een paar weken een woning voor onszelf zouden vinden.

Toen ging ik de tuin in en ik vond Toby’s kooi achter de schuur en ik nam hem mee naar binnen en ik maakte hem schoon en ik stopte Toby er weer in.

En ik vroeg moeder of ik de volgende dag mijn vwo-examen wiskunde-B1 kon doen.

En zij zei: “Het spijt me, Christopher.”

En ik zei: “Kan ik mijn vwo-examen wiskunde-B1 doen?”

En zij zei: “Je luistert niet naar me, hè Christopher?”

En ik zei: “Ik luister wel naar je.”

En moeder zei: “Ik heb het je uitgelegd. Ik heb het hoofd van je school gebeld. Ik heb tegen haar gezegd dat je in Londen was. Ik heb gezegd dat je het volgend jaar doet.”

En ik zei: “Maar nu ben ik hier en kan ik het toch doen.”

En moeder zei: “Het spijt me, Christopher. Ik probeerde het goed te doen. Ik probeerde het niet te verknoeien.”

En mijn borst begon weer pijn te doen en ik deed mijn armen over elkaar en ik wiegde van voren naar achteren en kreunde.

En moeder zei: “Ik wist toch niet dat we terug zouden komen?”

Maar ik bleef kreunen en van voren naar achteren wiegen.

En moeder zei: “Toe nou. Hier schieten we niets mee op.”

Toen vroeg ze of ik een van mijn Blue Planet-video’s wilde zien, over het leven onder het ijs van de noordpool of de trek van buitruggen, maar ik zei niets want ik wist dat ik mijn vwo-examen wiskunde-B1 niet zou kunnen doen en het was net als wanneer je je duimnagel tegen een radiator drukt die heel heet is en de pijn begint en je wilt gaan huilen en het blijft zelfs nog zeer doen als je je nagel van de radiator haalt.

Toen maakte moeder worteltjes en broccoli met ketchup voor me, maar dat at ik niet op.

En die nacht sliep ik weer niet.

De volgende dag bracht moeder me naar school in de auto van meneer Shears omdat we de bus hadden gemist. En toen we in de auto stapten, stak mevrouw Shears de straat over en zei tegen moeder: “Waar haal jij het gore lef vandaan?”

En moeder zei: “Ga in de auto zitten, Christopher.”

Maar ik kon niet in de auto gaan zitten omdat de deur op slot zat.

En mevrouw Shears zei: “Dus hij heeft jou uiteindelijk ook gedumpt?”

Toen deed moeder haar deur open en stapte in de auto en maakte mijn deur open en ik stapte in en we reden weg.

En toen we op school kwamen zei Siobhan: “Dus u bent de moeder van Christopher.” En Siobhan zei dat ze blij was om me te zien en ze vroeg of alles goed met me was en ik zei dat ik moe was. En moeder legde uit dat ik van streek was omdat ik mijn vwo-examen wiskunde-B1 niet kon doen en daardoor niet goed had gegeten en geslapen.

En toen ging moeder weg en tekende ik een plaatje met perspectief van een bus zodat ik niet aan de pijn in mijn borst dacht en dat zag er zo uit:

En na het middageten zei Siobhan dat ze mevrouw Gascoyne had gesproken en die had mijn examenopgaven nog in 3 verzegelde enveloppen in haar bureaula liggen.

Dus vroeg ik of ik mijn examen toch nog kon doen.

En Siobhan zei: “Ik denk het wel. We gaan dominee Peters vanmiddag bellen om te kijken of hij alsnog bij je kan komen surveilleren. En mevrouw Gascoyne gaat in een brief aan de examencommissie schrijven dat je het examen alsnog doet. En hopelijk vinden ze dat goed. Maar daar kunnen we niet zeker van zijn.” Toen hield ze een paar seconden op met praten. “Het leek me goed om het je nu te vertellen. Zodat je erover na kunt denken.”

En ik zei: “Zodat ik waarover na kan denken?”

En zij zei: “Is dit wat je wilt doen, Christopher?”

En ik dacht over die vraag na en ik was niet zeker van het antwoord want ik wilde het vwo-examen wiskunde-B1 doen maar ik was erg moe en als ik aan wiskunde probeerde te denken werkten mijn hersens niet goed en als ik me bepaalde feiten probeerde te herinneren, zoals de logaritmische benaderingsformule voor het aantal priemgetallen niet groter dan (x), wist ik ze niet meer en daar werd ik bang van.

En Siobhan zei: “Je hoeft het niet te doen, Christopher. Niemand wordt boos op je als je zegt dat je het niet wil doen. En het is niet verkeerd of onwettig of dom. Het is gewoon wat jij wil en dat is prima.”

En ik zei: “Ik wil het doen,” want ik vind het niet leuk als ik dingen op mijn rooster zet en die dan weer weg moet halen, want als ik dat doe word ik misselijk.

En Siobhan zei: “Goed.”

En ze belde dominee Peters en hij kwam om 15:27 uur op school aan en hij zei: “Zo, jongeman, kunnen we aan de slag?”

En ik deed Deel 1 van mijn vwo-examen wiskunde-B1 in het lokaal van expressie. En dominee Peters was de surveillant en hij zat aan een bureau terwijl ik het examen deed en hij las een boek dat Navolging heette van Dietrich Bonhoeffer en at een boterham. En midden onder het examen ging hij op de gang een sigaret roken, maar hij keek naar me door het raam voor het geval ik spiekte.

En toen ik de toets opensloeg en doorlas kon ik geen enkele opgave doen en ik kon ook niet goed ademhalen. En ik wilde iemand slaan of steken met mijn zakmes, maar er was niemand om te slaan of te steken behalve dominee Peters en hij was heel lang en als ik hem sloeg of stak met mijn zakmes kon hij de rest van het examen geen surveillant meer zijn. Dus haalde ik diep adem zoals Siobhan zei dat ik moest doen als ik iemand op school wilde slaan en ik telde 50 ademhalingen en deed de derdemachten van de hoofdtelwoorden terwijl ik telde, zo:

1, 8, 27, 64, 125, 216, 343, 512, 729, 1000, 1331, 1728, 2197, 2744, 3375, 4096, 4913…enz.

En toen voelde ik me wat rustiger. Maar het examen duurde 2 uur en er waren al 20 minuten voorbij dus moest ik heel snel werken en had ik geen tijd om mijn antwoorden goed na te kijken.

En die avond, vlak nadat ik was thuisgekomen, kwam vader terug en ik gilde maar moeder zei dat ze ervoor zou zorgen dat er niets naars met me zou gebeuren en ik liep de tuin in en ging liggen en keek naar de sterren aan de hemel en maakte mezelf te verwaarlozen. En toen vader het huis uit kwam keek hij heel lang naar me en toen gaf hij een klap tegen de schutting en maakte er een gat in en ging weg.

En ik sliep die nacht een beetje omdat ik mijn vwo-examen wiskunde-B1 deed. En als avondeten kreeg ik spinaziesoep.

En de volgende dag deed ik Deel 2 en dominee Peters las Navolging van Dietrich Bonhoeffer, maar deze keer rookte hij geen sigaret en Siobhan liet me voor het examen de wc in gaan en in mijn eentje zitten om ademen en tellen te doen.

En die avond speelde ik The Eleventh Hour op mijn computer toen er een taxi voor het huis stopte. Meneer Shears zat in de taxi en hij stapte uit en smeet een grote kartonnen doos met spullen van moeder op het gazon. En dat waren een föhn en een paar slipjes en L’Oreal shampoo en een pak müsli en twee boeken, DIANA Haar eigen verhaal van Andrew Morton en Rivalen van Jilly Cooper, en een foto van mij in een zilveren lijst. En het glas in de fotolijst brak toen het op het gras viel.

Toen haalde hij sleuteltjes uit zijn zak, stapte in zijn auto en reed weg en moeder rende het huis uit en ze rende de straat op en schreeuwde: “En je hoeft ook niet meer terug te komen!” En ze smeet het pak müsli naar zijn auto terwijl hij wegreed en het raakte de kofferbak en mevrouw Shears stond voor het raam te kijken toen moeder dit deed.

De volgende dag deed ik Deel 3 en dominee Peters las de Daily Mail en rookte 3 sigaretten.

En dit vond ik de leukste vraag:

Bewijs de volgende bewering:

“Een driehoek met zijden die geschreven kunnen worden in de vorm n² + 1, – 1 en 2n (met n > 1) is rechthoekig.”

Toon met een tegenvoorbeeld aan dat het omgekeerde onjuist is.

En ik wilde opschrijven hoe ik de vraag beantwoordde alleen zei Siobhan dat het niet zo interessant was, maar ik zei van wel. En ze zei dat mensen geen antwoord op een wiskundevraag in een boek zouden willen lezen, en ze zei dat ik het antwoord in een Appendix kon zetten, dat is een extra hoofdstuk aan het eind van een boek dat mensen kunnen lezen als ze dat willen. En dat heb ik dus gedaan.

En toen deed mijn borst niet meer zo’n pijn en kon ik makkelijker ademhalen. Maar ik voelde me nog steeds misselijk omdat ik niet wist of ik het examen goed had gemaakt en omdat ik niet wist of de examencommissie mijn examen wel geldig zou verklaren nadat mevrouw Gascoyne had gezegd dat ik het niet zou doen.

En het beste is als je weet dat er iets leuks gaat gebeuren, zoals een verduistering of met Kerstmis een microscoop krijgen. En het is naar als je weet dat er iets naars gaat gebeuren, zoals een vulling bij de tandarts krijgen of naar Frankrijk gaan. Maar het ergste vind ik als je niet weet of er iets leuks of iets naars gaat gebeuren.

En vader kwam die avond langs en ik zat op de bank naar University Challenge te kijken en alleen de wetenschappelijke vragen te beantwoorden. En hij bleef in de deuropening van de huiskamer staan en hij zei: “Niet gillen, oké, Christopher? Ik ga je niets doen.”

En moeder stond achter hem dus ik gilde niet.

Toen kwam hij iets dichterbij en hurkte neer zoals je bij honden doet om te laten zien dat je geen Aanvaller bent en hij zei: “Ik wilde je vragen hoe het examen ging.”

Maar ik zei niets.

En moeder zei: “Vertel het hem maar, Christopher.”

Maar ik zei nog steeds niets.

En moeder zei: “Alsjeblieft, Christopher.”

Dus ik zei: “Ik weet niet of ik alle vragen goed heb want ik was heel moe en ik had niets gegeten dus ik kon niet goed nadenken.”

En toen knikte vader en zei hij even niets. Toen zei hij: “Bedankt.”

En ik zei: “Waarvoor?”

En hij zei: “Gewoon…bedankt.” Toen zei hij: “Ik ben heel trots op je, Christopher. Heel trots. Je hebt het vast heel goed gedaan.”

En toen ging hij weg en keek ik naar de rest van University Challenge.

En de volgende week zei vader tegen moeder dat ze het huis uit moest, maar dat kon ze niet omdat ze geen geld had om de huur van een flat te betalen. En ik vroeg of vader aangehouden zou worden en naar de gevangenis zou gaan omdat hij Wellington had vermoord want wij konden in het huis wonen als hij in de gevangenis zat. Maar moeder zei dat de politie vader alleen zou aanhouden als mevrouw Shears een klacht zou indienen, dat is als je de politie vraagt iemand voor een misdaad aan te houden, want de politie houdt mensen alleen aan voor een kleine misdaad als je dat vraagt en moeder zei dat een hond doden maar een kleine misdaad was.

Maar toen was alles weer goed want moeder kreeg een baan achter de kassa van een tuincentrum en de dokter gaf haar pillen die ze elke morgen moest innemen om zich niet verdrietig te voelen, alleen werd ze daar soms duizelig van en dan viel ze als ze te vlug opstond. Dus verhuisden we naar een kamer in een groot huis dat van rode baksteen was gemaakt. En het bed stond in dezelfde kamer als de keuken en ik vond het niet leuk want het was er klein en de gang was bruin geschilderd en er was een wc in een badkamer die andere mensen ook gebruikten en moeder moest de wc schoonmaken voordat ik erop ging, anders ging ik er niet op en soms plaste ik in mijn broek omdat er andere mensen in de badkamer waren. En de gang voor de kamer rook naar jus en het bleekmiddel dat ze op school gebruiken om de wc’s schoon te maken. En in de kamer rook het naar sokken en luchtverfrisser met dennengeur.

En ik vond het niet leuk dat ik op de uitslag van mijn vwo-examen wiskunde-B1 moest wachten. En als ik aan de toekomst dacht zag ik niets duidelijks in mijn hoofd en dan raakte ik in paniek. Dus zei Siobhan dat ik niet aan de toekomst moest denken. Ze zei: “Denk alleen maar aan vandaag. Denk aan dingen die gebeurd zijn. Vooral aan leuke dingen die gebeurd zijn.”

En een van die leuke dingen was dat moeder een houten puzzel voor me had gekocht die er zo uitzag:

En je moest het bovenstuk los krijgen van het onderstuk, en dat was heel moeilijk.

En nog iets leuks was dat ik moeder had geholpen om haar kamer Wit Met Een Zweem Van Geel te schilderen, alleen kreeg ik verf in mijn haar en zij wilde dat eruit wassen door shampoo op mijn hoofd te wrijven toen ik in bad zat, maar dat wilde ik niet, dus zat er 5 dagen lang verf in mijn haar en toen knipte ik die weg met een schaar.

Maar er waren meer nare dingen dan leuke dingen.

En een daarvan was dat moeder pas om 17:30 uur van haar werk kwam dus moest ik tussen 15:49 en 17:30 uur naar vaders huis omdat ik niet alleen mocht zijn en moeder zei dat ik geen keus had dus duwde ik het bed tegen de deur voor als vader zou proberen binnen te komen. En soms probeerde hij door de deur heen met me te praten, maar ik gaf geen antwoord. En soms hoorde ik hem heel lang voor de deur zitten zonder iets te zeggen.

En nog iets naars was dat Toby doodging omdat hij 2 jaar en 7 maanden oud was wat heel oud is voor een rat, en ik zei dat ik hem wilde begraven, maar moeder had geen tuin, dus begroef ik hem in een grote plastic pot met aarde zoals een pot waar je een plant in zet. En ik zei dat ik een nieuwe rat wilde maar moeder zei dat dat niet ging omdat de kamer te klein was.

En ik loste de puzzel op want ik kwam erachter dat er twee bouten in de puzzel zaten en dat waren cilinders met metalen staafjes erin, zo:

En je moest de puzzel zo houden dat allebei de staafjes naar het eind van hun cilinder gleden en ze de aansluiting tussen de twee stukken van de puzzel vrij lieten en dan kon je ze uit elkaar trekken.

En op een dag toen ze klaar was met werken haalde moeder me bij vaders huis op en zei vader: “Christopher, kan ik even met je praten?”

En ik zei: “Nee.”

En moeder zei: “Het is goed. Ik blijf erbij.”

En ik zei: “Ik wil niet met vader praten.”

En vader zei: “Ik heb een voorstel.” En hij had de kookwekker in zijn hand, wat een grote plastic tomaat is die doormidden is gesneden, en hij zette de wekker en die begon te tikken. En hij zei: “Vijf minuten, goed? Meer niet. Daarna mag je weg.”

Dus ik ging op de bank zitten en hij in de leunstoel en moeder bleef op de gang en vader zei: “Hoor eens, Christopher…Zo kan het niet doorgaan. Ik weet niet hoe jij het vindt, maar dit…dit doet mij gewoon te veel pijn. Dat jij in huis bent maar weigert met me te praten…Je moet me leren te vertrouwen…En het maakt me niet uit hoe lang dat duurt…Al is het eerst een minuut per dag en dan twee minuten en dan drie minuten en al duurt het jaren, het maakt me niet uit. Want dit is belangrijk. Dit is het allerbelangrijkste.”

En toen scheurde hij een reepje huid van de zijkant van zijn linkerduimnagel af.

En toen zei hij: “We noemen het…we noemen het een project. Een project dat wij samen moeten doen. Jij moet vaker bij mij zijn. En ik…ik moet jou laten zien dat je me kunt vertrouwen. En in het begin zal het moeilijk zijn want…want het is een moeilijk project. Maar daarna gaat het beter. Dat beloof ik.”

Toen wreef hij met zijn vingertoppen over de zijkanten van zijn voorhoofd en hij zei: “Je hoeft niets te zeggen, niet meteen. Je moet er alleen over nadenken. En, eh…ik heb een cadeau voor je. Om je te laten zien dat ik echt meen wat ik zeg. En om te zeggen dat het me spijt. En omdat…nou ja, je zult wel zien wat ik bedoel.”

Toen stond hij op uit de leunstoel en liep naar de keukendeur en deed die open en daar stond een grote kartonnen doos op de grond en daar lag een deken in en hij boog zich voorover en stak zijn handen in de doos en hij haalde er een zandkleurig hondje uit.

Toen kwam hij weer terug en gaf mij het hondje. En hij zei: “Hij is twee maanden oud. En het is een golden retriever.”

En het hondje zat op mijn schoot en ik aaide het.

En een tijdje zei niemand iets.

Toen zei vader: “Christopher. Ik zou jou nooit, maar dan ook nooit van mijn leven kwaad doen.”

Toen zei niemand iets.

Toen kwam moeder de kamer in en zei: “Ik ben alleen bang dat je hem niet kunt meenemen. De kamer is te klein. Maar je vader gaat hier voor hem zorgen. En je mag hem komen uitlaten wanneer je maar wil.”

En ik zei: “Heeft hij een naam?”

En vader zei: “Nee. Jij mag kiezen hoe je hem wil noemen.”

En de hond kauwde op mijn vinger.

En toen waren de 5 minuten om en ging de tomaatwekker af. Dus reden moeder en ik terug naar haar kamer.

En de volgende week was er een storm met regen en onweer en de bliksem sloeg in een grote boom in het park bij vaders huis waardoor hij omviel en er kwamen mannen die de takken met kettingzagen in stukken zaagden en alles met een vrachtwagen weghaalden, en het enige dat overbleef was een grote zwarte puntige stronk, van verkoold hout.

En ik kreeg dé uitslag van mijn vwo-examen wiskunde-B1 en ik had een 10 wat de beste uitslag is en toen voelde ik me zo:

En ik noemde de hond Sandy. En vader kocht een halsband en een riem voor hem en ik mocht met hem naar de winkel en terug lopen. En ik speelde met hem met een rubberen bot.

En moeder kreeg griep en ik moest 3 dagen bij vader blijven en in zijn huis logeren. Maar het was goed want Sandy sliep bij me op bed dus hij zou blaffen als er ‘s-nachts iemand de kamer in kwam. En vader maakte een moestuintje in de tuin en ik hielp hem. En we plantten worteltjes en spinazie en doperwten en die ga ik allemaal plukken en opeten als ze klaar zijn.

En ik ging naar een boekwinkel met moeder en ik kocht een boek dat heet Wiskunde-B2 voor het vwo en vader zei tegen mevrouw Gascoyne dat ik volgend jaar vwo-examen wiskunde-B2 ging doen en zij zei: “Goed.”

En dat ga ik halen en ik ga een 10 halen. En over 2 jaar ga ik vwo-examen natuurkunde doen en een 10 halen.

En dan, als ik dat heb gedaan, ga ik naar de universiteit in een andere stad. En het hoeft niet in Londen te zijn want ik hou niet van Londen en er zijn universiteiten in een heleboel plaatsen en dat zijn niet allemaal grote steden. En dan kan ik in een flat met een tuin en een eigen wc wonen. En ik kan Sandy en mijn boeken en mijn computer meenemen.

En dan studeer ik Cum Laude af en word ik wetenschapper.

En ik weet dat ik dit kan omdat ik in mijn eentje naar Londen ben gegaan, en omdat ik het raadsel Wie Vermoordde Wellington? heb opgelost en mijn moeder heb gevonden en ik dapper was en een boek heb geschreven en dat betekent dat ik alles kan.