Een paar toastjes vanavond, waarom zou ze de moeite nemen te koken? Zeker voor dat anderhalve blaadje groente dat ze zichzelf gunt, en voor Eelco hoeft ze het niet te doen, alle tekenen wijzen erop dat hij vanavond ook weer niet met het eten thuis zal zijn. Er was een tijd dat hij belde als hij ergens bleef hangen. “Wacht maar niet op me, Pat, ik ben nog wel even bezig.” Een mededeling waarbij een jaloerse vrouw zich van alles voor kan stellen, en dat deed ze ook. Schreeuwende ruzies als hij uiteindelijk verscheen, beetje verfomfaaid en met de stille triomf in zijn ogen van een man die ‘m weer eens lekker heeft geraakt.
Nu maakt het haar niet meer zoveel uit. Eigenlijk maakt niets haar meer uit, behalve haar lijn. Ongelukkig zijn is erg. Ongelukkig en dik zijn, is een reden voor euthanasie.
Ze smeert een likje 20+-smeerkaas op twee toastjes en snijdt er dunne plakjes komkommer op. Neemt een schijfje tussen duim en wijsvinger van haar gemanicuurde hand, knabbelt eraan, staart naar de lege plek op het toastje en snijdt nog een plakje komkommer. Wat calorieën betreft kan ze zich nu een glas witte wijn veroorloven, ze heeft het allemaal uitgerekend.
Terwijl ze een wijnglas voor driekwart vult met Chablis—ze zou liever Sauternes hebben, maar dat is te zoet bij dit soort eten—kijkt ze met een half oog naar het kleine televisietoestel op de sidetable in de keuken. Als ze opschiet kan ze BUZZ op de bank bekijken, dat zit een stuk lekkerder.
Het bord met de toastjes in haar ene hand, het glas wijn in de andere, loopt ze over het marmer van de brede gang waar Merels knalrode Prada-laarzen in een hoek gesmeten liggen, de bijpassende schoudertas er half overheen. Pat had ze allang weg moeten leggen, maar dat heeft iets definitiefs, alsof Merel ze nooit meer nodig zal hebben. Nu ze geen idee heeft waar haar dochter zich bevindt—ze fantaseert de gruwelijkste omstandigheden bij elkaar—beschouwt ze alles wat aan haar herinnert als een soort relikwie.
BUZZ begint net als ze de kamer binnenkomt. Op het ritme van de knalharde herkenningsmelodie flitsen beelden door elkaar heen. Onbekende mensen die elkaar iets toefluisteren, de drie presentatoren die lachen, een traan wegvegen, ironisch of bezorgd kijken.
Van achter hun halfronde presentatietafel kijken ze haar even later veelbetekenend aan. Het is duidelijk dat zij van dingen op de hoogte zijn waar Pat als kijker geen weet van heeft, en ze stralen uit dat ze nauwelijks kunnen wachten om heel wat tipjes van sluiers op te lichten. Het zijn stuk voor stuk mensen zoals Pat dagelijks in haar omgeving meemaakt. Jong, welvarend, goed verzorgd en onvoorstelbaar egocentrisch.
Haar favoriet is Rupert van Zalingen: misschien iets te zonnebankbruin maar sommige mensen kleuren op een zuidelijk strand zo op, daar kun je niet veel aan doen. Zijn haren zitten zorgvuldig nonchalant; als hij straks het woord heeft zal hij ze veelvuldig naar achteren werpen met een bestudeerd nonchalant gebaar.
Jack de Geus, helaas niet bij iedere uitzending aanwezig, heeft het aantrekkelijke van een man die geen moeite doet aantrekkelijk te zijn. Hij fronst als hij in de camera kijkt en dat geeft hem iets bezorgds, alsof het hem werkelijk aan het hart gaat dat de cavia van een bekende zangeres zich dodelijk verslikt heeft in een handgemaakte Godiva-bonbon.
En dan is er natuurlijk Natasha Currie, die niet in de zon hoeft te zitten om bruin te zijn, en van wie de mysterieuze mond al menig keer bezongen is door de Dichter des Vaderlands.
Pat knabbelt aan haar eerste toastje—je moet zuinig met eten omgaan als je maar zo weinig krijgt—terwijl Rupert, Jack en Natasha met elkaar babbelen over de geliefde zanger die nooit meer zal kunnen zingen, de Amerikaanse filmacteur David Brukovski, die naakt met zijn medespeelster Nicole Letterman is aangetroffen op het graf van haar vader (op de foto zijn ze helaas beiden niet herkenbaar, er zouden net zo goed een paar rugzakken op het graf kunnen liggen, maar toch is het behoorlijk opzienbarend), de afgehakte staart van de lievelingskat van de ex-vrouw van de beroemde ex-voetballer (“wat denken jullie? Een wraakactie?” vraagt Natasha met hoog opgetrokken wenkbrauwen) en de zwangere prinses, die betrapt is toen ze vier pakjes suikervrije kauwgum stal (“Kleptomanie! Dat heb je vaker bij zwangere vrouwen,” weet Jack).
Pat is totaal niet voorbereid op de naam van haar dochter die ineens de kamer binnenrolt. De camera zoomt in op Natasha, die met wijd opengesperde ogen en neusgaten met hese stem praat over de vorige week verdwenen achttienjarige kleindochter van Alphons Blaauw, de briljante strafpleiter, die indertijd in een sensationeel proces topcrimineel Derk Vader ondanks belastend bewijsmateriaal van het Openbaar Ministerie vrij wist te krijgen. Wat Natasha goddank niet weet, en Pat maar al te goed, is dat tijdens het alcoholrijke feestje na afloop van het proces de oude Blaauw zijn te zware lijf op de tap hees, zijn broek op zijn knieën liet zakken en whisky morsend met weidse gebaren de onvergetelijke strofe declameerde:
‘t OM is voor tevredenen en dwazen
en dan, wat is ‘t om nog in dit land
Wat kneuzen met een wetboek in hun hand
en wij nemen ze stuk voor stuk te grazen…
Waarna hij in slowmotion omviel en met natte vaatdoeken bijgebracht moest worden…
Het gezicht van Natasha vult nu vrijwel het gehele beeld. “Is Merel ontvoerd?” vraagt ze zich hardop af.
De telefoon gaat en Pat neemt op; er zijn maar weinig mensen die zo’n agressieve indringer kunnen weerstaan. “Hallo,” zegt ze.
“Is ze weggelopen van de heftige conflicten die ze voortdurend met haar ouders had?” oppert Natasha nog steeds beeldvullend. “Op stap met een vriendje?”
De stem in Pats oor zegt iets over live in de uitzending, ze snapt het niet helemaal. Ze wil iets vragen maar wordt al doorverbonden.
“Wie zal het zeggen?” Natasha kijkt vragend de kamer in alsof ze antwoord van Pat verwacht.
Rupert valt haar in de rede: “Merel verlaat het huis na uit de hand gelopen ruzie met haar stiefvader, de advocaat Eelco Verheul, met wie Merels moeder Pat nu alweer vijf jaar getrouwd is. Verheul is ook partner van het respectabele advocatenkantoor Blaauw, Blaauw en Verheul. Wat we zeker weten is dat Merel woedend op haar rode scooter naar haar favoriete fitnesscentrum rijdt. Ze praat even met wat goeie vrienden en vertrekt weer. Niemand weet waarheen. Niemand heeft nog iets van haar gehoord. Wat een drama in de familie Blaauw, waar de banden zo hecht zijn. Maar heb jij niet een nieuwtje te melden, Jack?”
“Wacht even,” zegt Natasha Currie, terwijl ze de hoorn van de knalrode telefoon die voor haar staat optilt en naar haar oor brengt.
“Ik heb hier Pat Verheul, de moeder van Merel aan de lijn.”
Op de achtergrond verschijnt tot Pats verbijstering een foto van haarzelf met Merel, op dat cruiseschip een paar zomers geleden, die zonnebril heeft ze nog.
Curries gezicht schakelt over op meelevend. “Dit moeten verschrikkelijke dagen zijn voor u, mevrouw Verheul!”
Pat staart verbijsterd naar de vrouw die vanaf het televisiescherm naar haar kijkt en door een rode telefoon tegen haar praat.
“Dat kan ik toch wel zeggen, nietwaar?” dringt Currie aan, haar ogen dwingen Pat om antwoord te geven. Vooruit, laat me hier niet voor joker zitten, bitch!
“Ik eh…ben erg…heel erg…ja, ongerust eigenlijk.”
“Dat kunnen wij ons allemaal levendig voorstellen. Maar is er al bericht van de ontvoerders gekomen?”
“We weten nog helemaal niet wat er gebeurd is.”
“U bedoelt dat uw dochter wel vaker een tijdje verdwijnt?” Pat kijkt Natasha recht in de ogen.
“Ik bedoel dat we niet weten wat er gebeurd is. Dat bedoel ik.”
“Dan kunnen wij misschien een tipje van de sluier oplichten, mevrouw Verheul. Hartelijk dank voor uw tijd. Jack, had jij niet iets te melden?”
Misdaadspecialist Jack de Geus kijkt strak in de camera en zegt verbeten: “Méér dan dat, Natasha! Er is een doorbraak. Vandaag kregen wij informatie dat er een rode scooter is gevonden die met een grote mate van waarschijnlijkheid van Merel is.”
“Hoe weet je dat?” roept Pat met de telefoon tegen haar oor. Maar de hoorn van de rode telefoon ligt alweer op de haak, in haar oor klinkt een staccato ingesprektoon.
Natasha Currie: “Hoe weet de politie dat het de scooter van Merel is?”
“Ja, precies, dat bedoel ik!” roept Pat naar het beeld.
Jack de Geus bekijkt Natasha medelijdend: “Het verzekeringsplaatje staat op Merels naam, schat!”
Natasha knikt nadenkend, zucht en knippert drie keer met haar ogen. Pat laat zich op de bank zakken, haar handen voor haar gezicht.
De stem van Jack de Geus: “De scooter is een collector’s item, een Avanti 3000, door Alphons Blaauw gekocht voor zijn jarige kleindochter bij Vivace in Amsterdam, de scooterwinkel voor bekende Nederlanders.”
“Ik zei nog: doe dat nou niet, ze is nog zo jong…” mompelt Pat. Ze laat haar handen moedeloos in haar schoot zakken en staart naar de foto van een blije Merel op haar nieuwe scooter die nu het beeld vult.
Rupert van Zalingen: “Waar en door wie is de scooter gevonden?”
Jack de Geus: “In een sloot, stom toevallig gevonden door een paar broertjes die bezig waren met een schepnet. Haar helm lag onder een bosje. Hun ouders hebben de politie én BUZZ gebeld, waardoor ze aanspraak kunnen maken op de honderd euro tipgeld die we uitloven voor iedere tip waaraan we in ons programma aandacht besteden.”
Natasha: “Toch wel een eng verhaal!”
Pat buigt zich voorover, haar handen trillen, ze moet eten, ze kent de voortekenen, ze gaat proppen, zoveel als ze naar binnen kan werken voordat ze het weer uitkotst, maar eerst gaat ze pappa bellen, vragen of hij misschien meer weet. Ze staat op en loopt naar de deur.
“Ik ben er stil van,” zegt Rupert haar achterna. “Dit klinkt toch echt niet onschuldig.”
Jack: “We mogen toch veronderstellen dat de politie zich met de zaak bezighoudt.”
Rupert, peinzend: “Is een scooter in een sloot eigenlijk een zaak…?”
Natasha: “Is Merel ontvoerd, denk je?”
Pat blijft staan en draait zich om.
Jack: “Het is nog te vroeg om die conclusie te trekken. En wat ik weet uit betrouwbare bron: de familie heeft nog géén aangifte gedaan van vermissing, laat staan van ontvoering. Dat kan niet anders dan betekenen dat als Merel ontvoerd is, de ontvoerders zich nog niet gemeld hebben. En dat klinkt weer alsof de familie er nog steeds rekening mee houdt dat Merel een tijdje ondergedoken is.”
“In dit geval dan wel heel letterlijk!” zegt Rupert.
Ze lachen, maar kijken meteen daarna weer ernstig.
Rupert, nadrukkelijk in de camera: “BUZZ houdt u op de hoogte, zoals u van ons gewend bent…!” Zijn gezicht verandert van ernstig en betrouwbaar naar vrolijk en vriendelijk: “Leuk nieuws tot slot. Viviane en Pieter Brekelmans hebben een zoon!”
Het BUZZ-presentatieteam begint collectief te stralen.
Natasha: “Sijmen Brekelmans is vannacht zonder problemen geboren. Hij weegt 3643 gram…”
Rupert: “Viviane en Pieter, hartelijk gefeliciteerd namens BUZZ”
Natasha: “En he-le-maal tot slot: de dag nadat de foto van de naakte Nicole Letterman en David Brukovski op het graf van haar vader werd gepubliceerd, stond er een ingezonden brief in The Washington Post, geschreven door de vader van Nicole Letterman.” Ze buigt zich voorover en zegt samenzweerderig: “Hij is helemaal niet dood, meldde hij! En zijn dochter heeft hij in geen jaren gesproken.”
Rupert schudt zijn haren naar achteren. “Op wiens graf lagen ze dan wel, for God’s sake!”
Natasha: “Dat vroeg iedereen zich natuurlijk af. Even spieken…het is het graf van de drieentwintig-jarige Bill Weatherspoon, recentelijk omgekomen bij een zelfmoordaanslag in Bagdad. Zijn ouders zijn furieus. Zijn broer verklaart dat Bill de joke absoluut had kunnen waarderen. En dit is dan écht het einde voor nu. Tot morgen, tot BUZZ.”
Pat neemt een slok wijn, denkt even na, drinkt het glas achter elkaar leeg en loopt naar de telefoon.
“Kindje, ik weet het ook niet!” zegt Alphons Blaauw tegen zijn dochter. Hij houdt de telefoon een eindje van zijn oor, de hysterische stem van Pat is tot in de uithoeken van zijn werkkamer te horen.
“We wéten niet of het een ontvoering is, Pat. Het ligt toch voor de hand dat een ontvoerder zich zo snel mogelijk meldt. Die wil geld zien en verdwijnen, hoe eerder het achter de rug is hoe minder kans op ontdekking. Zou ik tenminste zeggen. Dus ik houd op dit moment nog alle opties open. Alle opties, Pat! Het zou niet de eerste keer zijn dat Merel gekke dingen uithaalt. Je denkt toch niet dat ze blij is als ze straks opduikt en de politie én de pers zitten haar op de hielen? We moeten ons nog even gedeisd houden, in haar belang, kalm afwachten. Waar we geen van allen iets mee opschieten is dat jij over je toeren raakt, kindje.”
Hij wrijft over zijn voorhoofd, laat zich op de stoel achter zijn bureau zakken en legt de telefoon voor zich op het groenleren tafelblad. Het ding kronkelt, zo hard praat zijn dochter.
Hij pakt de telefoon weer op. “Ja, ik wéét het, pas achttien ja, die sloot is natuurlijk raar, ben ik helemaal met je eens. Geef me nog even, een paar dagen, ik zal niet stilzitten, dat beloof ik je. En die lulhannes van je, waar hangt die eigenlijk uit, heb je iets aan hem?”
Hij zucht terwijl hij luistert. “Ik zal hem wel weer eens toespreken, al denk ik niet dat het zal helpen. Jij moest hem zo nodig hebben, ik had vanaf het begin mijn reserves…Nee, oké, sorry, het is al goed. Rustig nou maar kindje. Rustig maar…!”
Maar ze is niet rustig. Ze gooit de telefoon op de haak en loopt heen en weer in de zitkamer, telkens op dezelfde plek struikelend over een valse vouw in het Perzische tapijt. Totdat ze tot stilstand komt bij het antieke bureau, waar ze iedere dag de post neerlegt die voor Eelco bestemd is. Boven op het stapeltje ligt een geopende envelop van de Rabo. Het bankafschrift er half verfrommeld bovenop. Eelco heeft een halve ton aan aandelen verkocht. Een week geleden. En het vrijgekomen geld heeft hij opgenomen.
Een halve ton! Sinds ze van haar moeder geërfd heeft, is hij wel heel nonchalant geworden met geld. Het bekende gevoel in haar maag valt niet langer te negeren. Ze moet nu eten, ze moet, ze moet. Ze loopt met onzekere stappen naar de keuken.
Carien schakelt de televisie uit. Het populaire televisieprogramma heeft een vage weerzin bij haar opgewekt. Opgeklopte non-onderwerpen over mensen van wie ze nog nooit heeft gehoord. Zodra je eenmaal Bekende Nederlander bent, wordt alles wat je doet en zegt in de media uitvergroot tot bizarre proporties.
Op zich een interessant fenomeen dat zich moeilijk verklaren laat, tenzij je ervan uitgaat dat een groot deel van de bevolking het leven van zulke mensen boeiender en belangrijker vindt dan dat van henzelf. Overigens, zelf heeft ze toch ook zitten kijken tot het einde? Zo’n programma heeft absoluut iets fascinerends als je er eenmaal aan begint. Zoiets als te veel drop eten. De zak moet leeg, hoe beroerd je er ook van wordt.
De berichten over dat verdwenen meisjes waren aangrijpend. Meer nog dan de beelden van de druipende scooter die uit het water getakeld werd, trof haar die eenzame helm ernaast. Niet meer nodig. Maar waarom niet? Wat kan er in een land als Nederland gebeuren met zo’n kind?
Ze denkt aan haar eigen dochter, aan Hester, met wie ze halverwege de middag een uurtje heeft zitten telefoneren. Vandaag is het de eerste dag van haar zwangerschapsverlof. Ze waren van plan dat samen te vieren. Gezellig shoppen en ergens eten. De toekomstige pappa, Lourens, was weer eens veertien dagen van huis. Bezig met het opzetten van nieuwe vestigingen in China van het technische bedrijf waarin hij een snelle carrière aan het maken is. China of all places. Maar China is van ‘de markt van de toekomst’ ineens ‘de markt van nu’ geworden, heeft Lourens uitgelegd. Er is geen tijd te verliezen. Wie niet snel toeslaat kan het vergeten.
Wat niet wegneemt dat het ongelukkig uitkomt, nu Hester aan de laatste, zware maand van haar zwangerschap is begonnen. Vinden Bob en Carien tenminste. Hester hoor je er niet over, dus vermijden zij het onderwerp ook maar. Dat Bob vanmiddag in haar plaats met Hester op stap is geweest, hoort bij zijn nieuwe verworvenheden. ‘Vrij inzetbaar’ noemt hij zichzelf, sinds hij zijn zaak, in- en verkoop van oude prenten annex lijstenmakerij, heeft verkocht.
Zijn tweede hartinfarct zette hen aan het denken. Op hoeveel tijd mag een mens rekenen? En wat wil je je herinneren van je leven, als je oud en versleten bent? Dat je dag en nacht gewerkt hebt in je bedrijfje? Dat je dagelijks met vermoeide tegenzin, opgebouwd in twintig jaar lesgeven, naar school ging om aan niet bijster geïnteresseerde kinderen het onderwijs te geven waarmee je het niet eens bent? De paar jaar dat ze gedwongen was als een soort begeleider toe te zien hoe haar klas wanhopig probeerde zich op eigen kracht iets van de voorgeschreven leerstof eigen te maken, is haar niet in de koude kleren gaan zitten. Het studiehuis, al vanaf dag één een mislukking, is het inktzwarte dieptepunt in haar carrière als docent. Het kostte dan ook bizar weinig tijd om te besluiten afscheid van het onderwijs te nemen, en de opluchting die de beslissing opleverde was zo groot dat het haarzelf verbaasde.
“Geweldig!” riep Hester toen ze ervan hoorde. “Mag ik jullie inroosteren voor een wekelijkse oma- of opa-dag?”
Met de afstandsbediening in haar hand blijft ze op de bank zitten. Ze voelt zich niet op haar gemak in dit huis, dat ze ooit zo gezellig vond. Waarin ze zich thuis voelde en dat haar nu op een bijna vijandige manier laat voelen dat ze er niets te zoeken heeft.
De kilheid van de kamers heeft te maken met de afwezigheid van boeketten. Carien heeft nooit iemand ontmoet met zo’n feilloze smaak voor kleuren als Simone, zo’n zeldzaam vermogen om bloemen bij elkaar te zoeken en te mengen met takken van heesters en struiken die in de tuin groeien. Ieder boeket een stilleven dat erom vroeg geschilderd te worden. Er moet een legioen lege vazen op de kelderplanken staan. Die ook ergens naartoe moeten, realiseert ze zich nu.
Elk meubelstuk, boek, schilderij, tafeltje, kastje, en erger nog, de inhoud van iedere kastplank en iedere lade, alles wat in dit grote huis een plek heeft gevonden, zal over een paar weken verdwenen moeten zijn. Dat is de enige reden waarom ze hier is.