“Je spreekt met Natasha Currie van BUZZ,” zegt de stem in Pats oor.
Pat mompelt iets. Ze is na het zien van het filmpje en het bezoek van de huisarts in bed gekropen, waar ze wegzakte in een halfslaap die aan flarden werd gescheurd door het indringende geluid van de telefoon.
“We hebben een paar dagen geleden in ons programma met elkaar gepraat, weet je nog Pat? Over Merel. Je kon ons toen niet veel vertellen, maar Pat, ik kan me bijna niet voorstellen dat er geen ontwikkelingen zijn. Is er iets wat je mij kunt vertellen, Pat? Iets wat je wilt delen met mij en met alle Nederlanders die zo meeleven met jouw verdwenen dochter?”
Pat komt moeizaam half overeind. “Lig je in bed, Pat? Is het je allemaal te veel geworden? Ik kan het me zo goed voorstellen. Ik heb zelf geen kinderen, maar evengoed weet ik wat je voelt. Een kind dat verdwenen is, dat moet het ergste zijn wat iemand kan overkomen. Ben je daar nog, Pat?”
“Ja,” mompelt ze. Ze pakt het glas water dat op het tafeltje naast haar bed staat en neemt een slok. Er glijdt een straaltje langs haar kin en als ze het glas terugzet morst ze de helft op de zijden dekbedhoes.
“Wat kun je ons voor nieuws vertellen, Pat? Want er is nieuws, dat kan niet anders.”
“Een filmpje,” zegt Pat. De watten in haar hoofd beginnen haar te hinderen, maar haar felrose vriendjes liggen in het medicijnkastje in de badkamer.
“Een FILMPJE, Pat? Bedoel je dat er bericht van de ontvoerders is gekomen? Dat er gebeurd is waar wij allemaal zo bang voor waren? Dat Merel is ONTVOERD?”
“Ontvoerd ja,” zegt Pat.
“Oké, Pat, luister goed naar mij. Jij gaat je nu aankleden en ik stuur een auto naar jouw huis. In onze uitzending van vanmiddag ga jij een oproep doen aan de ontvoerders. Jij gaat tegen ze zeggen dat ze jouw dochter vrij moeten laten, Pat. Dat ben je aan haar verplicht. Als moeder en als mens! Hoor je me?”
“Mijn man…”
“Nee Pat, dit is een zaak van jou alleen. Jouw man is niet eens Merels vader. Merel heeft maar één ouder en dat ben jij, Pat, niemand anders dan jij alleen! Doe je plicht, Pat! Kan ik erop rekenen dat je klaarstaat als onze limousine je komt halen?”
“Ja,” zegt Pat. Ze legt neer en slaat het dekbed terug. Dit is dé kans om iets voor Merel te doen. Iets goed te maken. Haar te laten weten dat ze van haar houdt. Dat het niet te laat is. Moeder en dochter. Gezellige dingen.
Maar eerst moet het helder worden in haar hoofd. Ze loopt naar de badkamer en doet het medicijnkastje open, de schatkamer waarin haar stemmingen liggen opgeslagen. Ze slikt een vrolijk gekleurde pil en na enig nadenken nog een.
Ariane staat onaangekondigd in zijn werkkamer, rode blosjes op haar wangen. “Meekomen, meneer Blaauw, nu!”
Ze heeft zich al omgedraaid en is op weg naar de deur. Blaauw komt overeind en zet zacht vloekend de eerste moeizame stappen, waarna hij al snel op tempo is. Hij was net van plan om naar boven te vertrekken, een rustige avond tegemoet, voor zover mogelijk met alle sores die hij aan z’n kop heeft. In plaats daarvan moet hij zich inspannen om het straffe tempo van zijn secretaresse te volgen, haar stevige pumps verdwijnen net om de hoek van de brede gang als hij zijn werkkamer uit komt.
Ze loopt voor hem uit naar de vergaderruimte, waar het plasmascherm aanstaat, en in één oogopslag herkent hij het programma BUZZ. “En?” vraagt hij. Maar Ariane legt haar vinger tegen haar lippen.
“We hebben vanmiddag een buitengewone vrouw in ons programma, die met buitengewoon nieuws komt,” zegt de presentatrice met de olijfkleurige huid. “Een vrouw die zeer zware tijden doormaakt, een moeder die wel heel zwaar door het lot getroffen is: PAT BLAAUW…!”
De camera rijdt achteruit, en daar zit zijn dochter, met nog meer make–up dan hij van haar gewend is en grote, wat angstige ogen. “Godallejezus!” mompelt Blaauw terwijl hij zich op een stoel laat zakken.
Natasha Currie legt haar hand op die van Pat. “Pat, ik wil beginnen met je te zeggen hoe ver-schrik-ke-lijk trots ik op je ben. Hoe trots wij allemaal op jou zijn. Want het is een moedige daad om hier te komen om ons te vertellen wat jij en je familie in deze dagen moeten doorstaan. Jouw dochter, Pat, was vermist. Daar begon het toch mee?”
Pat knikt, schraapt haar keel en zegt: “Ja.”
“Maar nu is er iets gebeurd wat wel zo verschrikkelijk is. Wil je dat aan ons vertellen Pat, wil je ons dat verschrikkelijke vertellen?”
“Ja,” zegt Pat, “er is vanochtend een film bij ons bezorgd. Een dvd.”
“In de camera graag, Pat, want daar zitten al die honderdduizenden Nederlanders die zo met jou meeleven.”
Pat draait gewillig haar gezicht naar de camera. Blaauw ziet rode vlekken in haar hals. Sta op Pat, denkt hij, wurg die trut en kom naar huis!
“Een heel erg filmpje,” zegt Pat. Haar stem trilt als ze vertelt van de grauwe ruimte, het bed met haar dochter erop, de tape die van Merels mond werd gescheurd. Bloedende lippen waarmee ze de boodschap van de ontvoerders uitsprak. En hoe haar dochter aan haar haren werd getrokken en met haar hoofd tegen de muur gesmakt werd.
Het is even doodstil als ze klaar is met haar verhaal. “Ik kan het niet geloven!” zegt Natasha dan. “Dit is wel zo wreed. Zo volkomen onnodig wreed. Wat ging er door je heen, Pat, toen je die beelden zag?” Pat kijkt haar aan alsof ze de vraag niet begrijpt. “Is er iets wat je tegen de ontvoerders wilt zeggen?”
Pat knikt. Ze is niet vergeten dat ze in de camera moet kijken. En ze praat nu niet alleen tegen honderdduizenden Nederlanders die met haar meeleven, maar ook met de ontvoerders, die volgens Natasha geen uitzending van BUZZ missen. “Laat mijn dochter vrij,” zegt ze. “En als dat niet kan, doe haar dan in elk geval geen pijn meer. Vertel wat we moeten doen om haar terug te krijgen. We zullen alles doen om haar terug te krijgen. Alles…!”
“Je mag huilen Pat, ik heb ook tranen in mijn ogen. Wij allemaal. Huil maar rustig.”
“Nee,” zegt Pat, en ondanks zijn woede is Blaauw trots op haar. “Huilen doe ik als ik haar terug heb.”
Rupert van Zalingen zet het glas neer waaruit hij net heeft gedronken. “Wat een gruwelijk verhaal!” zegt hij. “En ik snap er ook de zin niet van. Waarom moet dit meisje mishandeld worden? Wat heeft ze misdaan, behalve dan dat ze de kleindochter is van de beroemde strafpleiter Alphons Blaauw?”
“Je kunt natuurlijk denken aan een wraakneming,” zegt Jack de Geus, zijn voorhoofd in een bezorgde frons. Op de achtergrond is Pat nog steeds zichtbaar, ze heeft haar handen gevouwen en haar hoofd een beetje gebogen. Het is niet duidelijk of ze het gesprek volgt. “Blaauw is er na de dood van zijn vrouw niet beminnelijker op geworden. Hij dendert door het juridische wereldje zonder tact of inlevingsvermogen, maar wél met veel succes. Het aantal door hem gewonnen strafzaken is langzamerhand niet meer te tellen. Algemeen bekend is dat de enige soft spots in zijn harde karakter zijn dochter Pat en zijn kleindochter Merel Blaauw betreffen. Voila, de cirkel is rond, wil je Blaauw treffen, tref dan zijn kleindochter!”
“Klootzak!” mompelt Blaauw. De hand van zijn secretaresse aarzelt boven zijn schouder en trekt zich dan weer terug.
“Toch klopt er voor mijn gevoel iets niet in die redenering, Jack,” zegt Rupert. “Blaauw redt de ene na de andere onderwereldfiguur uit handen van justitie. Terwijl deze ontvoering toch duidelijk de kenmerken van een onderwereldactie draagt. Althans, zo zie ik het. Waarom zou er nou juist vanuit dié hoek iets tegen hem ondernomen worden?”
“Waarom niet, loser!” Blaauw spreekt nu zeer luid.
“Hoe zit het met het losgeld?” wil Natasha Currie weten.
De mannen kijken elkaar aan. “Dat is een vreemde zaak,” zegt Jack de Geus. “Volgens mijn doorgaans zeer goed ingelichte bronnen is het onderwerp losgeld nog helemaal niet aan de orde geweest.”
“Raadselachtig,” vindt Rupert.
“Dat zeg je nu wel…” Natasha trekt haar slimste gezicht. “Maar als ik de ouders van Merel was dan zou ik na het zien van deze beelden alles betalen wat er gevraagd wordt. En dan bedoel ik ALLES! Met andere woorden, ik vind het wel slim. Eerst deze gruwelijke beelden laten zien en als die goed zijn doorgedrongen, dan pas de eisen.” Ze leunt tevreden achterover.
Blaauw staat op. Zijn onderkaak steekt een beetje uit, zijn ogen zijn klein van woede. Ariane doet een stapje achteruit. Ze zal wel gek zijn om op dit moment te vragen of ze nog iets voor hem kan betekenen.
“Waarom heb je dat gedaan, Pat?” vraagt Blaauw. Hij heeft een stoel naar de bank geschoven waarop ze weggedoken in de kussens naar hem zit te kijken en overweegt haar hand in de zijne te nemen. Hij kan zich niet herinneren ooit zo kwaad op haar geweest te zijn als deze middag, toen hij haar op de televisie hoorde praten over wat voor zijn gevoel een ‘familieaangelegenheid’ is. Maar zijn woede verdween toen hij zoeven dat magere lijfje zag, de violette verkleuring onder haar ogen, de handjes die langzamerhand op vogelklauwtjes beginnen te lijken.
“Ik denk dat uw dochter hulp nodig heeft,” zei Ariane niet lang geleden. Ze liet zich niet intimideren door zijn dreigende blik. “Ze heeft anorexia, er zijn vrouwen die daaraan doodgaan. En, als ik zo vrij mag zijn, ik heb niet de indruk dat iemand in haar omgeving zich daar erg veel van aantrekt.” Het was een regelrechte aanval, en kalm rechtop trotseerde ze zijn blik. “Wat moet ik dan?” capituleerde hij. “Haar zover krijgen dat ze er met een deskundige over praat. Er zijn klinieken voor. Ze is geen uitzondering, meneer Blaauw, en als ze er straks aan sterft, is ze nog steeds geen uitzondering.” Waarna ze zich omdraaide en zijn kamer uitliep.
Nu probeert hij zijn dochter te zien zoals een buitenstaander doet. Te mager. Te kwetsbaar. Te vermoeid. “Pat,” dringt hij aan, “waarom?”
“Om Merel,” zegt ze. “Zodat ze weet dat ik van haar houd.”
Hij slikt de woorden in dat Merel wel de laatste is die een uitzending van BUZZ te zien zal krijgen. “Dat is mooi van je, Pat,” en nu pakt hij echt haar hand en schrikt van het gewichtloze ervan. “Maar Pat, begrijp goed dat het vanaf nu een zaak van de politie is.”
Ze schiet overeind. “Waarom?”
“Omdat het een misdrijf is waarover jij op de televisie hebt verteld, en daar moet de politie iets mee doen. Daar hebben wij verder niets meer over te zeggen. En ik denk, Pat, dat we het nu verder aan hen moeten overlaten en dat je ze niet in de wielen moet rijden door nog een keer mededelingen te doen in een televisieprogramma. Dit was eens maar nooit meer, zullen we dat hierbij afspreken!”
“Wat gaan ze doen?”
Haar stem heeft ook al zo weinig kracht. Hij haalt zijn schouders op. “Wat ze altijd doen in zo’n geval. Telefoons aftappen. Observatie. Alles wat ze nodig vinden.”
Ze haalt diep adem. “Wat Rupert zei, dat je al die criminelen uit de gevangenis hebt gehouden, waarom vraag je niet of zij je helpen? Rupert zei na de uitzending dat ze bij jou in het krijt staan. Dat ze het zó hebben uitgezocht voor je. Waarom doe je dat dan niet? Je ziet toch wat er gebeurt!” Ze begint te huilen met haar handen voor haar gezicht.
Hij ziet een doos bonbons in de hoek van de bank, half verstopt onder zijden kussens. Vreten en kotsen, hij heeft het opgezocht op internet. Dan is het dus boulimie. Zijn dochter heeft hulp nodig, maar dit is niet het moment om erover te beginnen. Is er eigenlijk ooit wel een goed moment voor zoiets?
Ze brengt hem naar de deur.
“Is die lulhannes weer eens niet thuisgekomen?” vraagt hij.
“Het is nog vroeg.”
Als hij zijn jas aanheeft, slaat ze ineens haar armen om zijn hals. “Dag pap.”
Het voelt even als vroeger en verdomd, hij krijgt er tranen van in zijn ogen.
Pat is weer op de bank gaan zitten, stopt twee bonbons tegelijk in haar mond en probeert alles wat ze de laatste dagen heeft meegemaakt uit haar hoofd weg te drukken. Als je heel erg denkt dat iets niet waar is, dan is het misschien ook niet waar, hoopt ze.
Zoals haar dochter scheefgezakt tegen die muur zat. Alsof ze niet het zondagskind is, dat alles mee heeft wat het leven van waarde maakt. Er zitten zelfs hersens in dat mooie hoofdje met die halflange donkerblonde haren. En pit in dat beeldschone lijfje. Wat dat betreft heeft die Italiaanse vakantie wel nut gehad. De woede van haar vader, nadat ze hem verteld had dat ze zwanger was van een haar onbekende Italiaan, was angstaanjagend. Ze had hem nooit eerder zo buiten zichzelf gezien, en hij kalmeerde pas toen haar moeder haar stem verhief, iets wat zelden gebeurde, en zei dat het nu genoeg was. Het zou een mooi kindje worden, want zoiets kun je wel aan Italianen overlaten, en het zou welkom zijn. Vanaf dat moment negeerde hij haar groeiende buik, maar hij hield tenminste wel zijn mond, en toen ze samen met haar moeder naar de privékliniek vertrok omdat de weeën begonnen, liep hij bars en zwijgend mee tot de voordeur. Later bleek dat hij hen vrijwel onmiddellijk in zijn auto gevolgd was en gedurende de bevalling, waarbij haar moeder aanwezig was, in de wachtkamer had lopen ijsberen. Hij stond naast haar bed toen ze bezweet en bekaf met de baby in haar armen lag, en vanaf dat moment is hij alleen nog maar gek geweest op zijn kleindochter. Niets is goed genoeg voor haar, ze is zijn toekomstdroom, zijn hoop op voortzetting van zijn naam op de koperen plaat naast de voordeur van het grachtenpand, ze gaat een briljante advocaat worden en nog mooi ook!
De enige smet op dat toekomstbeeld is de aanwezigheid van zijn schoonzoon in zijn zaak en in zijn leven. En eerlijk gezegd, Pat weet zelf ook niet meer zo goed wat ze ooit in hem zag. Zijn charme, dat zeker, maar die bleek achteraf vooral te bestaan uit gladde verhalen waar geen speld tussen te krijgen was. Zoals nu weer over die aandelen die hij verhandeld heeft.
“Waar is dat geld dan gebleven?” wilde ze weten toen ze gisteravond eindelijk weer eens samen aan tafel zaten.
“Jezus Pat, als je dat allemaal wilt weten, doe het dan zelf. Dacht je dat het leuk is om met beurskoersen bezig te zijn, ik heb verdomme wel iets anders te doen. Dat geld wordt opnieuw belegd, ik ben ermee bezig en ik zal je op de hoogte houden. Is het zo goed?”
Natuurlijk was het niet goed. Of ook weer wel. Wat kan het haar schelen? Dat op geld beluste, dat ze telkens weer bij hem merkt, heeft zijzelf allang niet meer. De tijd dat ze oeverloos uren achter elkaar kon kopen in de PC is voorbij. Nog meer kleren die ze niet nodig heeft, in een maat die ze eigenlijk niet wil hebben. Nog meer spullen waarvan ze niet weet waar ze ze laten moet, en waarop ze al is uitgekeken voordat ze de winkel uit is.
Een gevoel van oeverloze verveling heeft bezit van haar genomen, en dat is al een hele tijd zo. Pillen hebben de plaats van bezigheden ingenomen, nu Eelco met steeds vagere excuses steeds langer wegblijft. In het begin maakte ze zich er druk om, nu is het eigenlijk wel prettig als hij er niet is. Hoeft ze de schijn niet op te houden, wel zo rustig.
Ze zou alleen zo graag een soort band willen hebben met haar dochter. Zoals ze dat weleens van vriendinnen hoort. Samen met je dochter lunchen en een beetje bijpraten. Een dochter die zegt: “Mam, zullen we…” en dan iets gezelligs voorstelt.
Het is zo verdomde leeg om haar heen. Ze stopt de laatste bonbon in haar mond. De doos is leeg. Hoog tijd voor een bezoekje aan de plee.