14

Het was kinderlijk simpel. Precies zoals Sandra had voorspeld dat het zou zijn. Voor de neus van de politie voor twaalf miljoen aan diamanten inpikken, alleen door een hoofddoekje om te doen. Nou ja, bij wijze van spreken. En de diamanten in het kantoor zelf te laten, om precies te zijn in de la van zijn bureau, was geniaal in z’n eenvoud. Geen politieman die het in zijn hersens haalt om daar te gaan zoeken. Alleen een vrouw als Sandra kan zoiets bedenken en het dan ook nog foutloos uitvoeren!

Hij had moeite gehad zijn gezicht in de plooi te houden toen Kampstra vanochtend langskwam. Vierentwintig uur per etmaal politiebewaking. Observatieteams. Camera’s. Afgetapte telefoons. “Het had niet mogen gebeuren,” zei Kampstra. Waar heeft hij die tekst toch eerder gehoord? Hij had zijn handen in de zakken van z’n colbert gestoken en verdomd, hij had een erectie gekregen toen hij het zeemieren zakje met de diamanten streelde. Clevere Sandra.

De oude Alphons in het ziekenhuis, en wie zit er nu achter zijn bureau? Precies, de lulhannes die dagelijks z’n portie vernederingen moest slikken, totdat hij uiteindelijk nog maar aan één ding kon denken: de oude Blaauw een loer draaien waar die van z’n leven niet meer overheen zou komen. Hem treffen in de drie dingen die belangrijk voor hem zijn: z’n dochter, z’n kleindochter en z’n centen. Drie in één klap, het is bijna te mooi om waar te zijn.

Hij kijkt op zijn horloge. Over een paar uur zit Sandra in het vliegtuig naar Hongkong, waar ze elkaar over een week zullen ontmoeten. Ze hebben geen afscheid genomen. Ze wilde geen enkel risico nemen en hij kan niet anders dan haar gelijk geven. “We kunnen nog lang genoeg samen zijn!” heeft ze gezegd.

Vanmiddag is ze voor de laatste keer naar de villa gegaan om Yuri het geld te geven waarop hij nog recht heeft. En om hem nog eens op het hart te drukken dat Merel niets mag overkomen. Voordat hij ervantussen gaat zal hij villa Nachtegaal in brand steken en Merel geblinddoekt op een parkeerplaats langs een snelweg achterlaten. Dat is de afspraak en daaraan heeft hij zich te houden.

Ariane komt binnen, ze kijkt alsof het de gewoonste zaak van de wereld is dat hij op de plek van Alphons zit.

“Koffie graag,” zegt hij.

“Neemt u alle afspraken van meneer Blaauw over?” vraagt ze.

“Voor zover mogelijk,” zegt hij. “Ik moet zelf ook nog het een en ander regelen.”

In de zak van z’n colbert trilt Sandra’s mobieltje.

Hij knikt naar Ariane, terwijl hij het tevoorschijn haalt en ze loopt geruisloos de kamer uit.

“Verheul.”

“Met Carien Vredenburg. Ik heb een tijdje geleden met u gesproken over mijn buren. Ik weet eigenlijk niet goed hoe ik het uit moet leggen, maar ik denk toch echt dat er iets heel erg niet klopt hiernaast.”

Hij heeft het fysieke gevoel dat hij in een lift zit die in een vrije val is geraakt. “Waarop baseert u dat?”

Er zit een trilling in zijn stem maar hij denkt niet dat ze dat hoort, want zelf is ze ook knap zenuwachtig. Op de rand van hysterie.

Ze hijgt als ze vertelt over een foto in de krant. Een foto waarop haar buurvrouw Maria Varia met een andere naam en een ander uiterlijk aan de arm van een topcrimineel staat.

“Het is natuurlijk bizar, maar dat maakt iemand nog niet tot een ontvoerder,” zegt hij. “Tenslotte heeft de politie uw buren gescreend, en daarbij zijn ze ongetwijfeld op de dingen gestuit die u nu noemt. Er is ook nog zoiets als een ander leven beginnen, en dat begint vaak met het aannemen van een nieuwe naam.”

Ze is stil. Hij kan haar horen denken aan de andere kant van de lijn. Er is geen speld te krijgen tussen de argumenten die hij net heeft aangevoerd. Dat zal ze zelf toch ook wel snappen.

“Misschien heeft de politie wel iets belangrijks over het hoofd gezien,” zegt ze.

Hij herkent de koppigheid in haar stem. Zo klinken vrouwen die weten dat ze ongelijk hebben maar niet van plan zijn zich daar iets van aan te trekken. “En u bedoelt daarmee?”

“Dat de politie dit nog een keer goed moet onderzoeken. En als de rechercheurs met wie u contact hebt daar geen zin in hebben, dan bel ik zelf de politie.”

“Natuurlijk neem ik dit meteen op met de recherche,” zegt hij. “Maar één ding: verwacht niet dat er meteen overvalwagens aan komen rijden als u gelijk mocht hebben met uw verdenking. Juist als zou blijken dat uw buren daadwerkelijk betrokken zijn bij de ontvoering van mijn dochter, zullen ze de uiterste behoedzaamheid in acht nemen. De veiligheid van een ontvoerde heeft altijd de hoogste prioriteit. De politie heeft in zo’n geval tijd nodig om een plan op te stellen. Zodra ik iets weet zal ik u bellen.”

“Nee,” zegt ze met een vasthoudendheid waarop hij haar bij hun ontmoeting niet getaxeerd heeft. “Dat is me te vrijblijvend. Er is geen tijd te verliezen.”

“Oké, dan zal ik druk uitoefenen. Morgen bel ik u. Ik kan u niet zeggen hoe dankbaar ik ben voor uw betrokkenheid. Ongeacht de uitkomst.”

“Dat is een pak van m’n hart,” zegt ze. “Ik ben zo blij dat u mij serieus neemt.”

Je moest eens weten hoe serieus ik je neem, denkt hij als hij heeft neergelegd. Hij voelt zich misselijk. Op die ene uitzondering na is alles tot nu toe gegaan zoals Sandra en hij gepland hebben, en uitgerekend nu, op het laatste moment, doet zich opnieuw iets voor waardoor het mis kan gaan.

Hij denkt aan het akkefietje met de vrouw die eerst in het buurhuis woonde, een illustratrice die vanuit haar tuin foto’s van Yuri stond te nemen. En dat is nou net iets wat je met hem niet kunt uithalen. Hoe hij het voor elkaar gekregen heeft mag god weten, maar zijn foto zit in geen enkel politiebestand, net zomin als z’n vingerafdrukken. Dat is goud waard in zijn beroep en hij heeft er alles voor over om het zo te houden.

Hij had de zaak opgelost op z’n eigen manier. “Bekende illustratrice van natuurboeken overleden na val van trap.” Gevallen toen ze probeerde weg te komen, heeft Yuri gezegd. Het klonk alsof het hem speet dat hij er niet meer aan had hoeven doen. In zoiets moet je je niet verdiepen, en dat heeft hij dan ook niet gedaan, al gaf het bericht hem een hol gevoel in z’n maag want je schoonvader te grazen nemen is wel even iets anders dan juridisch medeplichtig zijn aan dood door schuld.

Deze keer weet hij tevoren al wat er gaat gebeuren, in feite is hij nu zelfs de opdrachtgever, wat de zaak juridisch nog erger maakt, maar er is geen andere keuze, hoe graag hij ook zou willen. Carien Vredenburg is een wandelende tijdbom die uitgeschakeld moet worden voordat ze tijd heeft nog een keer de telefoon te pakken, maar nu om de verkeerde te bellen.

Hij haalt Sandra’s mobieltje uit z’n zak en legt het voor zich op het bureau van Alphons Blaauw. Yuri bellen betekent het doodvonnis voor Carien Vredenburg. Hij steunt z’n hoofd in z’n handen.

Het constante geluid van meeuwen aan de andere kant van het raam neemt in volume toe. De een of andere idioot is ze weer vanaf de brug aan het voeren. Mensen denken altijd dat vogels honger hebben, dat alles wat vliegt afhankelijk is van de hoeveelheid oud brood die je naar ze gooit. En dan bof je nog als ze het bij brood houden en geen ouwe matrassen, kapotte fietsen, vuilniszakken en overleden huisdieren in de gracht dumpen.

Hij verlangt hevig naar Sandra. Naar haar rustige manier van redeneren, waarmee ze de noodzakelijkheid van onaangename maatregelen onschuldig laat klinken. Alhoewel hij haar raad wat dit betreft eigenlijk niet nodig heeft. Hij weet het immers zo ook wel.

Hij pakt haar mobieltje op en toetst het nummer van Yuri in.