1. De donatie komt voor in Little Man—Meyer Lansky and the Gangster Life van Robert Lacey (Century, 1991); Lacey ontleende het verhaal weer aan Dear Muffo—Thirty-five Years in the Fast Lane van Harold Conrad (Stein and Day, 1982).
2. Vóór de persen draaien—Journalisten klappen uit deschool van Maurits Reckman en Jan Heijn jr. (Elsevier, 1943).
3. Fijnaut in NRC Handelsblad van 17 februari 1996.
4. Dros en Gonzales werden beiden op 28 september 1995 door de commissie-Van Traa gehoord.
5. Hopmans en Spong in NOVA van 30 september 1995.
6. Trollope in Phineas Redux, dat in 1874 voor het eerst werd gepubliceerd.
7. Eindrapport van de commissie-Van Traa (Sdu, 1996).
1. ‘Rotterdamse straatschoffies springlevend’ in het Rotterdams Dagblad van 3 februari 2000.
2. Polletje Piekhaar werd in 1935 voor het eerst uitgegeven door Mercurius in Haarlem, met tekeningen van Albert Hahn junior.
3. Het nozemstuk van Vrijman werd gepubliceerd in Vrij Nederland van 20 augustus 1955.
4. Salamander van uitgeverij Querido, 1979.
5. Klepper en Mieremet werden aangehouden op 13 november 1997.
6. Klachtnummer 99⁄495 van de Nationale Ombudsman.
7. Klepper vertelde dit later tegen Gerlof Leistra van Elsevier, die het pas opschreef nadat Klepper in oktober 2000 was geliquideerd.
8. ‘Autocoureur bestierde drugsimperium vanuit cel’ in Trouw van 23 februari 1994.
9. Interview met Pronker in Het Parool van 2 november 2001.
10. Interview met Fijnaut in NRC Handelsblad van lyfebruari 1996.
11. Citaat van Urka in Tien moordenaars van Bert Voskuil (Het Spectrum, 1994).
12. Leven in de maf ia, het verhaal van Antonino Calderone van Pino Arlacchi (Nijgh & Van Ditmar, 1993).
13. Underboss werd in 1997 onder dezelfde titel door Het Spectrum in Nederland uitgebracht.
14. Cosa Nostra, de strijd van rechter Falcone tegen demafia van Gio-vanni Falcone en Marcelle Padovani (De Kern, 1992).
15. Persbericht van Reuters van 12 mei 1997. Met dank aan Italië-correspondent Ewout Kieckens, die in de zaak-Minu navraag voor me heeft gedaan.
1. Zie voor de investeringen van de Amerikaanse maffia in Amsterdam en de rol daarbij van Maurits de Vries als stroman onder meer De mafiain Amsterdam van mijzelf (Arbeiderspers, 1988), en Perspec-tives on Organizing Crime van de Amerikaanse criminoloog Alan Block (Kluwer Academie Publishers, 1991).
2. Commissaris Kuiper in Het Parool van 5 juli 1986.
3. De dekmantelfunctie van ‘t Spinhuisfonds werd voor het eerst beschreven in Het Parool van 23 november 1984; zie ook De mafia in Amsterdam.
4. Verklaring van rechtbankpresident mr. B.J. Asscher van 29 november 1984.
5. Van Dijk in de bundel Hoe weet je dat? Wegen van sociaalonderzoek (Arbeiderspers, 1982).
6. Van Dijk in een reportage over ‘de herinneringen van een doorgewinterde goedheiligman’ in de Haagse Post van 5 december 1987. Van Dijk liet mij in juli 2000 overigens weten dat hij ‘niet betaald’ werd door De Vries om Sinterklaas te spelen in de Casa Rosso, maar dat hij er min of meer toevallig, ‘in een dronken bui’, was beland.
7. Reportage over De Vries onder de kop ‘Ze moeten mij gewoon hebben, ik moet stuk’ in de Haagse Post van 21 mei 1983.
8. Reactie van Knoop in Het Parool van 7 september 1984 op zijn gebleken voorzitterschap van de gokclub.
9. Aankondiging van hoofdinspecteur A. van Gils van het politiebureau Warmoesstraat in hetzelfde stuk.
10. Toelichting van Knoop op zijn aftreden als voorzitter in Het Parool van een dag later, 8 september 1984.
11. Veldkamp in De Telegraaf van 4 augustus 2001.
12. Voormalige topmedewerkers van De Vries in De mafia in Amsterdam.
13. De diskwalificatie leidde tot een aantal juridische procedures tussen Somers en het Nationaal Comité Miss Holland van De Vries. De president van de rechtbank in Amsterdam bepaalde aanvankelijk dat het comité niet gerechtigd was Somers de titel Miss Holland te ontnemen, het gerechtshof draaide dat later weer terug.
14. De pagina Privé in De Telegraaf van 20 mei 1986.
15.’Politiek bedierf mijn Miss Universe-kansen’ in het weekblad Privé, augustus 1986.
16. Denatte gemeente van Koos Tak (Villa, 1984).
17. Van Hout in diverse publicaties, onder meer in een interview met zichzelf dat in november 2000 op de website van Endemol verscheen.
1. Gage in Themafia is not an equal opportunity employer (Mc-Graw-Hill Book Company, 1971).
2. ‘Zoon topindustrieel leidt Nederlands mafia-imperium’ in Het Paroolvan 5 oktober 1988.
3. Elma Verhey schreef me begin 1993 een aantal brieven over haar ervaringen met de Bruinsma-groep in de Yab Yum waaruit ik hier, met haar toestemming, citeer.
4. De kleurenbijlage ‘Het bordeel’ van VN van 28 januari 1989.
5. De citaten over Voskuils betrekkingen met de Bruinsma-groep zijn afkomstig van stukken die hij daar na de dood van Bruinsma in Nieuwe Revu over heeft geschreven (de Nieuwe Revu van 4 juli 1991, van 11 juli 1991, van 23 september 1992, en van 30 september 1992) en van Voskuils boek Tien moordenaars.
6. Citaat van Urka in Tien moordenaars.
Nieuwe Revu van 12 januari 1989.
8. Nieuwe Revu van 4 juli 1991.
9. Idem.
10. Vrij Nederland van 3 juli 1993.
11. Aktueel van 4 juli 1991 en van 12 september 1991.
12. Vonnis van de rechtbank in Amsterdam van 24 juni 1992, en arrest van het gerechtshof in Amsterdam van 15 juli 1993.
13. Van Zuuren in De Gelderlander van 4 februari 1997.
1. Proces-verbaal 638820⁄94⁄280 in het Radar-onderzoek tegen Ur-ka.
2. Verslag in het rapport van de commissie-Van Traa van het verhoor van Dros op 28 september 1995.
3. Verslag in hetzelfde rapport van het verhoor van Gonzales, eveneens op 28 september 1995.
4. Verslag in hetzelfde rapport van het verhoor van Docters van Leeuwen op 6 november 1995.
5. Brief van Docters aan de hoofdredactie van De Telegraaf van 6 oktober 1995.
6. De Telegraaf publiceerde die dag niet alleen het bericht dat ‘alle beschuldigingen’ zouden zijn ingetrokken, maar ook een hoofdredactioneel commentaar onder de kop ‘Afgedaan’. In het commentaar werd betoogd dat onduidelijk was ‘waarom mr. Gonzales voor de enquêtecommissie bedenkingen heeft menen te moeten uiten over de integriteit van journalisten die beroepshalve schrijven over allerlei criminele praktijken. Maar dat is verder haar eigen probleem.’
7. De Telegraaf van 14 oktober 1995.
1. Van Beijnum in Vrij Nederland van 13 juni 1992.
2. Het stuk waarin Voskuil de vertrouwelijkheid schond werd gepubliceerd in Nieuwe Revu van 15 maart 1995.
3. Voskuil in De Journalist van 16 mei 1997.
4. ‘In gesprek met Etienne U.’ in Vrij Nederland van 10 april 1999.
5. ‘Telegraaf-journalist ernstig mishandeld’ in De Telegraaf van 22 maart 1990.
6. ‘Heineken-ontvoerder mag reizen om familie te spreken’ in De Telegraaf van 17 maart 1990.
7. Van Boxtel in Het Parool van 3 april 2000.
8. Het Parool van 20 december 2000.
9. Urka in Tienmoordenaars van Voskuil.
10. Leden van de Bruinsma-groep in Nieuwe Revu van 11 juli 1991.
11. Bruinsma tegenover Voskuil in Nieuwe Revu van 30 september 1992, en in Tien moordenaars.
12. Urka in Tien moordenaars.
13. In die periode, eind 1994, begin 1995, liet Urka aan onder anderen Voskuil weten ‘heel kwaad’ te zijn; zie Nieuwe Revu van 15 maart 1995
14. Proces-verbaal 625881⁄94⁄290 in het Radar-onderzoek.
15. De twee CID-rechercheurs die mij waarschuwden, verontschuldigden zich destijds dat zij niet over meer informatie beschikten dan dat een ‘grote jongen’ een ‘journalist’ zou gaan ‘aanpakken’; zij hadden eigenlijk ook geen idee wat je met zulke summiere informatie aan moet.
16. De Haas in Vrij Nederland van 11 oktober 1997.
1. Uitspraak van Bruinsma in Tien moordenaars van Voskuil.
2. Brief van Martin Ros aan mij van 27 april 1992.
3. Dietz in Elsevier van 19 februari 1994.
4. Het kort geding rond De Dominee is in dit verband overigens a-typisch: in het geding werd de gedaagde partij, uitgeverij L.J. Veen en ik, door de president van de rechtbank in Amsterdam namelijk bij tussenvonnis veroordeeld tot het houden van een getuigenverhoor, waarmee de kosten van de procedure aanzienlijk werden verhoogd.
5. Pleidooi mr. Moszkowicz bij het gerechtshof Amsterdam op 18 januari 1989.
6. Verslag van de zitting in Het Parool van 19 januari 1989.
7. Martens werd een paar jaar later, in september 1992, in Rome aangehouden wegens witwaspraktijken, en werd vervolgens pentita. Tegenover Alessandro Pansa, hoofd van het justitiële korps Criminele Economie en Informatie, verklaarde zij daarop dat zij begin 1989 in het Amsterdamse Garden Hotel met de Bruinsma-groep een bespreking had gevoerd over het opzetten van cokelijnen; zie daarvoor een interview met Pansa in Het Parool van 15 maart 1994.
8. Korvinus betoogde dat zowel in de dagvaarding als in zijn pleidooi ter zitting van 8 juli 1991.
9. De bv waarvan Engelsma en Urka aandeelhouders waren, en die op haar beurt weer eenderde van de aandelen van Geerts’ porno-imperium bezat, heette Tael Beheer. De constructie is onder meer terug te vinden in een arrest van de belastingkamer van het gerechtshof Amsterdam van 29 september 1998; dat arrest had betrekking op een geschil tussen Urka en de fiscus over de inkomstenbelasting over 1990. Het arrest werd op 3 mei 2000 bekrachtigd door de Hoge Raad.
10. Roy Adkins stond bij Scala bv op de loonlijst, Etienne Urka bij Re-creade bv.
11. Het verhoor van de voorlichter, Janneke Zumpolle, werd op de zitting van 8 juli 1991 opgenomen en deels uitgezonden door Stad Radio Amsterdam.
12.. Vonnis van Asscher van diezelfde dag.
13. Een prettig gesprek van Theo van Gogh met mr. Asscher, uitgezonden op 9 april 1993.
14. Gisolf hield zijn toespraak bij de NDP op 9 september 1993.
15. Jurgens in Het Parool van 20 september 1993.
16. Interview met Gisolf in De Journalist van 14 januari 1994.
17. ‘De ontrafeling van Octopus’ in Het Parool van 28 januari 1995.
18. Het ging daarbij om de tenuitvoerlegging van een arrest van het gerechtshof Arnhem van 24 januari 1992, waarbij Stok tot tien maanden gevangenisstraf was veroordeeld.
19. ‘De Kielhakers’ worden beschreven in Misdaadondernemingen (Gouda Quint, 1990), en in Het spook en de dreiging van de georganiseerdemisdaad (Sdu, 1995); beide boeken zijn van Petrus C. van Duy-ne, destijds onderzoeker bij het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) van het ministerie van Justitie. zo. Van Duyne in zijn verhoor door de commissie-Van Traa op 14 september 1995.
21. Proces-verbaal van het verhoor van Wortel op 11 januari 1996.
22. Pleidooi van Bakker Schut tijdens de behandeling van het geding op 2 februari 1996.
23. Vonnis van Gisolf van 15 februari 1996.
24. Arrest gerechtshof Amsterdam van 2 maart 2000.
25. Proces-verbaal van het verhoor van Stok op 22 oktober 1997.
26. Vonnis van de rechtbank Amsterdam van 18 september 1998.
1. Hoofdredactionele verklaring in Vrij Nederland van 18 november 2000.
2. Too Good to be True—The Colossal Book of Urban Legends van Jan Harold Brunvand (Norton, 1999).
3. Deglorie en de droom van William Manchester (Elsevier, 1976).
4. Scientologyfrom inside out in Quill magazine (1993) van voormalig FRO-officier bij Scientology, Robert Young.
5. Policy Letter van Hubbard van 15 oktober 1960.
1. Het dreigement van Lan is tegenover de politie door tal van getuigen bevestigd, wachten en receptionisten, en ook door Lan zelf (proces-verbaal van verhoor van Lan door de politie van 6 november 1984).
2. Proces-verbaal van verhoor van de caissière van 7 november 1984.
3. Verklaring van Casa Rosso bv van 18 december 1983.
4. Proces-verbaal van verhoor van Stapper van 17 december 1983.
5. Dat Stapper had gewaarschuwd dat ‘die mafketel’ op de gracht was is tegenover de politie bevestigd door onder anderen de wachten Cor Sijne en Michel Tanis, en de receptionisten Henk Chin Fo Sieeuw en Joyce Scholte.
6. Proces-verbaal van verhoor van wacht Cor Sijne van 3 december 1984.
7. De Vries in Vrij Nederland van 22 december 1984.
8. Aangifte van Baartmans van 2,1 december 1983.
9. Proces-verbaal van verhoor van Baartmans door rechter-commissaris mr. J. Peeters op 31 januari 1985.
10. Jagerman in De mafia in Amsterdam.
11. De verklaring van Cohen, kennelijk niet door hemzelf opgesteld, is gedateerd 31 december 1983.
12. Het gesprek tussen Knoop en Stapper vond plaats op 27 december 1983; het transcript van de heimelijke bandopname telt twaalf A4’tjes.
13. Proces-verbaal van verhoor van Knoop van 19 december 1984.
14. Jagerman in Het Parool van 10 december 1984.
15. Proces-verbaal van verhoor van Chang van 25 januari 1984.
16. Proces-verbaal van verhoor van de bedrijfsleider van de Boeddha van 14 februari 1985.
17. Proces-verbaal van verhoor van Jan Dieke van 11 december 1984.
18. Jagerman in Het Parool van 10 december 1984.
19. Idem.
20. Rechter-commissaris Peeters tegenover het hof Amsterdam op 6 juni 1985.
21. Het Parool van 9 juni 1984.
22. Idem.
23. Jagerman in Het Parool van lodecember 1984.
24. Knap in hetzelfde artikel in Het Parool.
25. Brief van Knap aan advocaat-generaal Van Riel van 21 september 1984.
26. Vrij Nederland van 22 december 1984.
27. Jagerman in Het Parool van 10 december 1984.
28. Proces-verbaal van verhoor van Lan over zijn nieuwe verklaringen van 6 november 1984.
29. Verklaringen van de betreffende buren bij de rechter-commissaris van 28 februari 1985.
30. NRC Handelsblad van 7 juni 1985.
31. Arrest van het hof Amsterdam van 18 juni 1985.
32. Het kaartje van Lan aan Stapper is afgestempeld op 9 april 1985.
33. Proces-verbaal van verhoor van Maurits de Vries van 21 december 1983.
1. Het dreigement van Zwolsman tegenover Valente is later bekendgemaakt door de Amsterdamse hoofdofficier van justitie mr. Hans Vrakking, onder meer in NRC Handelsblad van 2 december 1994.
2. Proces-verbaal van bevindingen van technisch rechercheur Leen-dert Borstlap van 26 februari 1994.
3. Rapport van onderzoek naar het functioneren van de cio-Kenne-merland van het Fort-team van de rijksrecherche van maart 1996.
4. Woelders in Het Parool van u januari 1995.
5. Proces-verbaal van onderzoek van brigadier-rechercheur C. Wil-mans van unit 1 van 18 september 1994.
6. Idem.
7. Het proces-verbaal van technisch rechercheur Borstlap.
8. Woelders legde het gesprek met Roy Piceni vast in een proces-verbaal van bevindingen van 5 april 1994.
9. Proces-verbaal van bevindingen van Woelders van 19 september 1994.
10. Idem.
11. Proces-verbaal van huiszoeking bij De Vries van 22 december 1994.
12. Charles Z.—ex-autocoureur en drugsbaron van Marian Husken (Meulenhoff, 2001).
13. Aangifte van Woelders van 10 augustus 1994.
14. De opsomming van de gestolen goederen is afkomstig uit de aangifte die Valente op 25 augustus 1994 deed van de inbraak.
15. Klepper beweerde dat tegen onder anderen Gerlof Leistra van El-sevier, die het pas op 21 oktober 2000 publiceerde, na Kleppers dood.
16. Verslag van de zitting in Het Parool van 5 december 1994.
17. Vrakking in NRC Handelsblad van 2 december 1994.
1. Brief van Feike Salverda aan de Utrechtse recherche van 22 februari 1995.
2. Ooggetuige van 31 maart 1993.
3. Van Hout bediende zich bij Panorama niet alleen van het pseudoniem ‘Karel Bosgaard’, maar ook van ‘Henk Prins’. Volgens correspondentie van een redacteur van het weekblad, die later opdook in civiele procedures, werd Panorama af en toe ‘horendol’ van al die schuilnamen.
4. Verklaring van Van Hout die in 1995 aan de Amsterdamse rechtbank werd overgelegd in een procedure die hij tegen Penthouse voerde.
5. Proces-verbaal van verhoor van Van Hout van 22 augustus 1995.
6. Idem.
7. Zowel Salverda als Brown heeft later tegenover de politie verklaard waar de onderhandelingen werden gevoerd, zonder daarbij de naam van Roy Piceni te noemen.
8. Verklaring van Brown tegenover de rechter-commissaris van 1 augustus 1995.
9. Brief van Brown aan mr. Doedens van 10 augustus 1994.
10. De verklaring van Brown bij de rechter-commissaris.
11. Brief van Van Hout aan Salverda van 14 december 1994. Van Hout faxte de brief overigens niet rechtstreeks naar Salverda’s Track Television, maar in eerste instantie naar Brown, zodat deze het epistel waar nodig van commentaar kon voorzien; Brown stuurde de brief vervolgens weer door naar Salverda.
12. Brief van Van Hout naar mr. Germ Kemper, Salverda’s advocaat, van 23 maart 1995.
13. Inschrijving van ‘Dan Voelen…’ bij de Kamer van Koophandel onder nummer H33264267.
14. De advertentie werd geplaatst op zaterdag 12 november 1994.
15. Citaat uit Hubbard’s Manual ofjustice.
16. Ooggetuige van 29 augustus 1994. Dat Van Erve ‘riant betaald’ was gaf Van Hout een jaar later toe in de onder 4 genoemde verklaring.
17. Algemeen Dagblad van 29 augustus 1994.
18. Salverda’s brief aan de Utrechtse recherche van 22 februari 1995.
19. Proces-verbaal van verhoor van Salverda door de Amsterdamse recherche van 23 februari 1995.
20. Salverda’s ‘verklaring bij vrijspraak’ is gedateerd 2 februari 1996.
1. Proces-verbaal van het Recherchebijstandsteam (RBT) Gelderland van 3 juni 1992.
2. Martin Hoogland kreeg van de rechtbank in Amsterdam op 12 oktober 1992 acht jaar voor de Bruinsma-moord, en van de rechtbank in Utrecht op 17 december 1992 voor de Hijzelendoorn-moord twaalf jaar, in totaal twintig jaar. Het hof in Amsterdam bekrachtigde die twintig jaar op 17 juni 1993, maar kwam tot een andere optelsom: tien jaar voor de Bruinsma-moord, en tien voor de Hijzelendoorn-moord.
3. Brown in zijn boek Steve Brown—Drugbaron in spijkerbroek.
4. Panorama nummer 35,1992.
5. Panorama nummers 9 en 10, 1993.
6. Van Hout in HF⁄De Tijd van 13 oktober 1995.
7. De hier genoemde bedragen zijn niet alleen ontleend aan Browns opgave aan de fiscus, maar ook aan een rekening die Van Hout Brown op 8 maart 1995 heeft gestuurd, toen de twee inmiddels ruzie hadden gekregen.
8. Brief van Salverda aan de Utrechtse recherche van 22 februari 1995.
9. Van Hout bevestigde die gang van zaken eind 1995 in een verklaring die in een door hem aangespannen procedure tegen Penthouse werd overgelegd aan de rechtbank in Amsterdam. Van Hout zou, volgens die verklaring, Brown zelf hebben voorgesteld een stuk over de B-sting voor Panorama te maken.
10. Panorama nummer 46, 1993.
11. Van Hout in zijn verklaring in de procedure tegen Penthouse.
12.. De Loor in Het Parool van 27 november 1993.
13. Proces-verbaal van verhoor van Van Hout door de Amsterdamse politie van zi augustus 1995.
14. De vriendin van Van Hout beweerde later, in een verklaring van 28 oktober 1995, dat zij er niets van wist dat Ostrowski haar woning had betrokken. Aanvankelijk was zij van plan Ostrowski’s spullen ‘op straat te gooien’, maar zag daar op verzoek van Van Hout van af: ‘Hij was bang dat Steve zijn medewerking aan het boek zou opzeggen als ik zo agressief zou reageren.’
15. Van Hout verklaarde dat jaren later, in 1996, in een door Brown tegen Jahae aanhangig gemaakte procedure bij de Raad van Discipline.
16. De broer van Brown heeft het gesprek destijds op band opgenomen. Het transcript van de opname werd in 1995 door onder andere Penthouse overgelegd aan de rechtbank in de reeds genoemde procedure.
17. In de verklaring die Van Hout in 1995 zelf inbracht in zijn procedure tegen Penthouse, schrijft hij dat het verhaal op papier is gezet door Paworawa-redacteur Rolf Stallinga: ‘Ik heb aan de uiteindelijke vorm waarin het is gepubliceerd geen zeggenschap gehad.’
18. Brief van Brown van 16 mei 1995 aan zijn toenmalige advocaat, mr. M. Zwagerman.
19. Bzztöh-directeur Phil Muysson beschreef die gang van zaken in oktober 1995 in een brief aan Van Houts advocaat, mr. R. de Lauwere.
20. Idem.
21. Brief van Brown aan Van Hout van 7 maart 1995.
22. Brief van Van Hout aan Brown van 8 maart 1995.
23. Vonnis van de president van de rechtbank in Haarlem van 12 september 1995.
24. Van Hout in de Volkskrant van 20 oktober 1995.
1. Dagvaarding van mr. De Lauwere van 26 oktober 1995 in het kort geding tegen Penthouse en Stuivenberg.
2. De verklaring van Ostrowski is van oktober 1995, die van Van Erve van 1 augustus 1995, en die van Schuster van 21 juni 1995.
3. Pleitnotities De Lauwere van 30 oktober 1995.
4. Vonnis van de president van de rechtbank in Amsterdam van 13 november 1995.
5. Brief van de advocaat van Klepper en Mieremet, mr. Bakker Schut, aan Elmar-directeur Masthoff van 7 mei 1996.
6. Brief van Masthoff aan Bakker Schut van 13 mei 1996. j. Het Parool van 11 mei 1996.
8. Masthoff zegde Bakker Schut⁄Klepper⁄Mieremet de kwantumkorting toe bij brief van zz mei 1996.
9. Brief van Bakker Schut aan Masthoff van zi mei 1996.
10. De Telegraafvan 13 oktober 2000.
11. Dagvaarding van De Lauwere van 2 juli 1996 in het kort geding tegen Elmar.
12. Vonnis van de president van de rechtbank in Den Haag van 26 juli 1996.
13. Vonnis van de rechtbank in Den Haag van 17 februari 1999.
14. Transcript van het opgenomen telefoongesprek tussen Masthoff en Ostrowski.
15. Proces-verbaal van aangifte van 2 maart 1998.
16. Akte uitlating producties van De Lauwere van 24 maart 1998.
17. ‘De bekentenissen van Ron O.’ in Nieuwe Revu nummer 47,1991.
18. Proces-verbaal o-AH-iz4 in de Radar-strafzaak tegen Urka; het gaat hier om een te autoriseren interview dat Urka bij zich had toen hij eind 1996 werd aangehouden.
19. Het Eindhovens Dagblad van 25 november 1995.
20. Op zo mei 2000 zette Van Hout een uitgebreid portret van Brown op zijn website onder de titel ‘Synopsis Brown’. Daarvoor maakte hij gemakshalve gebruik van een aantal stukken en brieven die hij al eerder had geschreven in de campagne tegen Brown. Zo recyclede hij een klaagbrief over Brown die hij een jaar eerder naar de Raad voor Rechtsbijstand had gestuurd, maar verzuimde daarbij weer een aantal zinnen te verwijderen waaruit die recycling kon worden afgeleid (zo schreef Van Hout dat de raad er is voor ‘bonafide burgers’, die ‘over geen andere optie beschikken dan bij uw raad aan te kloppen’). In die brief aan de raad, en bijgevolg ook in het portret op zijn site, maakte Van Hout gewag van de genoemde ‘U-bocht onkosten⁄zwart geld constructie’.
21. Fax van Betapress-directeur Harmsen aan Brown van 19 januari 1997.
22. NRC Handelsblad van 31 januari 1997.
23. Proces-verbaal van aangifte van de vrouw van Brown van zz juli 1997.
24. A Piece of Blue Sky van Jon Atack (Carol Publishing, 1990), en L. Ron Hubbard: Messiah or Madman? van Bent Corydon (Barricade Books, 1992).
25. Beschikking van het hof Amsterdam van 26 april 1999.
26. Van Hout heeft zich bij tal van gelegenheden uitgelaten over het gebruik van verborgen taperecorders en camera’s, onder meer in het tv-programma Het Wakend Oog van 23 februari 2001, waarin hij demonstreerde hoe cameraatjes kunnen worden verborgen in een overhemd.
27. Haarlems Dagblad van 18 november 1995.
1. Steve Brown—Drugbaron in spijkerbroek, bladzijden 217 en 316.
2. Ik heb Peter Stuivenberg eind zooi gevraagd hoe de beide passages in het boek terecht waren gekomen, en om welke journalist het daarbij ging; hij antwoordde me per e–mail op 19 december zooi.
3. Format van Brown van 25 augustus 1997.
4. In een brief aan de hoofdredactie van Het Parool van zo januari 1998 bevestigde De Vries die gang van zaken: ‘Het was juist Van Hout die mij waarschuwde dat Brown bezig was met het omkopen van mensen om mij van corruptie te beschuldigen.’
5. De band werd later door De Vries uitgezonden in zijn programma.
6. Brief van John de Mol Produkties aan Brown van 17 september 1997.
7. Story nummer 41, 1997.
8. In HP⁄De Tijd van 18 juni 1999 werd een artikel gewijd aan de curieuze omstandigheid dat Story al gedrukt was voor de uitzendingen van De Vries waren begonnen; in dat artikel werd gemeld dat het verhaal in Story naar het roddelblad zou zijn gefaxt vanuit het Veronica-gebouw.
9. Het Parool publiceerde op 3 oktober 1997 een verhaal over de beweerde ‘ontmaskering’ die week van Brown, en drukte daarbij drie foto’s af die van het tv-programma van De Vries waren genomen. Van Hout schreef de hoofdredactie van de krant vervolgens een brief waarin hij meedeelde dat al het met de verborgen camera gefilmde materiaal ‘mij exclusief toebehoort’. Hij eiste daarbij, aangezien hij een en ander exclusief aan Story had toegezegd, een ‘schadevergoeding’ van veertigduizend gulden, zakte in latere brieven maar naar vijftienduizend gulden, maar kreeg uiteindelijk niets.
10. Brown stelde Story en de recherche van de Warmoesstraat op 9 oktober 1997 schriftelijk op de hoogte van de dreigbrief, op 12 oktober stuurde hij het epistel door naar John de Mol.
11. Uitspraken van de Raad voor de Journalistiek van 26 februari en 22 september 1998.
12. Seponeringsbesluit van mr. R. Vorrink van 26 mei 1998.
13. Vonnis van de rechtbank in Amsterdam van 17 januari 2001.
14. Brown in Het Parool van 14 december 1999.
15. Van Hout op zijn website op 27 augustus 2000.
16. Brief van het College van Bestuur van de Universiteit van Amsterdam aan Brown van 6 maart 2000.
17. Proces-verbaal van Janssen van 6 maart 2000.
18. Aangifte van bedreiging van Brown bij de recherche in de Rivierenbuurt van 6 maart 2000.
19. Bijdragen van Van Hout aan zijn eigen site op onder meer 29 mei 2000, 21 juli 2000, en 27 augustus 2000.
20. Zogenaamde bijdragen van de voormalige medewerker van Brown, Nico Schuster, verschenen in met name mei en augustus 2000 op de site.
21. Aangifte van Nico Schuster tegen Van Hout bij justitie in Amsterdam van 25 maart 1999.
22. Op 25 mei 2000 sprak een bezoeker van de site er zijn verwondering over uit dat hij op een door hem gestelde vraag antwoord had gekregen van Nico Schuster, zo moest althans uit de inhoud blijken, maar dat dat antwoord door Van Hout was ondertekend: ‘PS. Laatste keer kreeg ik antwoord van ‘Bas van Hout Antwoord’, maar was het antwoord volgens mij van iemand anders (Nico S.?).’
23. Van Hout op zijn site op 5 juni 2000.
24. ‘In afwachting van de kogel’, een interview met Brown in het Algemeen Dagblad van 3 december 2001.
25. Van Hout op 27 augustus 2000 op zijn site.
26. Oproep van Van Hout op zijn site op 13 november 2001.
1. Vonnis van de rechtbank in Amsterdam van 2,0 september 1995; het ging daarbij om de vraag of de belastingdienst gerechtigd was bij het innen van navorderingen op wijlen Bruinsma beslag te leggen op de bij stichtingen ondergebrachte schepen.
2. Officier van justitie mr. Frits van Straelen op 17 december 1997 in zijn requisitoir in de Radar-zaak, en het arrest van de belastingkamer van het gerechtshof in Amsterdam over Urka’s inkomstenbelasting 1990 van 29 september 1998.
3. Urka’s aandeelhouderschap van Helino wordt eveneens genoemd in het arrest van de belastingkamer van 29 september 1998; de rol van Yee Tat Wong en Engelsma als ‘directeur’ en ‘gevolmachtigde’ van Helino blijkt onder meer uit processen-verbaal in de HALT-zaak.
4. Alle genoemde transacties van Helino zijn destijds kadastraal geregistreerd.
5. Ook de investering van Helino, via Tael Beheer, in het Nijco-concern, en het aandeelhouderschap van Engelsma en Urka in Tael, worden beschreven in het arrest van de belastingkamer van 29 september 1998.
6. De notariële verklaring van Reeberg werd overgelegd aan de Amsterdamse rechtbank in een kort geding van onder anderen Engelsma tegen Het Parool, dat op 17 december 1991 diende.
7. Pleidooi van Korvinus voor de Amsterdamse rechtbank op 17 december 1991 in hetzelfde kort geding.
8. Op welke gronden tot het Delta-onderzoek werd besloten is naderhand in tal van rapporten beschreven, onder meer in een vertrouwelijk verslag dat de voor het IRT verantwoordelijke officier van justitie, mr. Onno van der Veen, op 22 januari 1994 naar toenmalig minister van Justitie mr. Ernst Hirsch Ballin zond. Het driemanschap dat de Delta-groep in de visie van het IRT leidde werd door Van der Veen daarbij omschreven als ‘een cm-subject uit de onderwereld’ (Urka), als ‘een cio-subject met een been in de onderwereld en een been in de bovenwereld’ (Geerts), en als ‘een cio-subject uit de bovenwereld (een advocaat’) (Engelsma).
9. Zie voor het verloop van het Delta-onderzoek en de ontbinding van het IRT onder meer Operatie Delta—Hoe dedrugsmafia het IRT opblies van Kurt van Es en mijzelf, het Eindrapport van de commissie-Van Traa, en het eindrapport van het Fort-team van de rijksrecherche.
10. Dat de overheid door de ‘groei-informant’ werd ‘gegijzeld’ had, volgens het Eindrapport van Van Traa, ook tot gevolg dat de ‘gecontroleerde doorlevering’ nog lang na de opheffing van het IRT moest worden voortgezet omdat de informant anders, zo beweerde met name de CID-Haarlem, ‘in levensgevaar’ zou zijn gekomen,
11. De Telegraaf van 3 november 1994.
12. De directeur van de Bank Baumann, Hans-Peter Friedrich, werd op 13 september 1996 door het HALT-team gehoord over de rekening en over de vele opmerkelijke mutaties (proces-verbaal 0-G.12.1-01); het verhoor van Friedrich werd later ook toegevoegd aan het Radar-dossier tegen Urka.
13. Rapport van het hoofd van het Narcotics Bureau of the Royal Hongkong Police, Financial Investigations, Steve Carruthers, aan de leiding van de FIOD van 31 augustus 1995.
14. De Libanees, Richard Abousleiman, werd op 10 januari 1997 door het Kernteam Randstad Noord en Midden en door de FIOD gehoord in de gevangenis in Brixton (proces-verbaal o-V. 13-01 in het Radar-dossier); uit een ander proces-verbaal van het KTR en de FIOD (o-V.13-ozb) blijkt dat Abousleiman Geerts, Engelsma en Cok van observatiefoto’s herkende als de mensen die hem rond zijn tweede reis naar Bazel van instructies voorzagen.
15. Vragen van vvo-Kamerlid Korthals aan de minister van Financiën van 27 november 1997, en van het CDA-Kamerlid Koekkoek aan de minister van Justitie van dezelfde datum.
16. Deken mr. Hamming in Het Parool van 6 augustus 1998.
17. Arrest van het gerechtshof Amsterdam van zg maart 1999.
18. Quote 100 van 2000.
19. ‘RTL4 ‘pure onderwereld-pr’’ in Het Parool van 27 mei 1995.
20. Voorbeschouwing van de serie in het Algemeen Dagblad van 10 april 1995.
21. Van Rey in Het Parool van 27 mei 1995.
22. Brief van mr. Signer aan de hoofdredactie van Het Parool van 30 mei 1995.
23. RTL4-voorlichter René T’Sas in Het Parool van 27 mei 1995 na overleg met programmadirecteur Boermans.
1. Proces-verbaal 0-T-101 in de Radar-zaak van een tapgesprek tussen Urka en de gevangenisbewaarder.
2. Nieuwe Revu nummer 12, 1995.
3. Nieuwe Revu van 25 oktober 1995.
4. Nieuwe Revu nummer 12, 1995.
5. Rapport van de commissie-Van Traa, Deelonderzoek iv, ‘Georganiseerde criminaliteit in Nederland’, paragraaf ‘De rol van Nederlandse drugshandelaren’.
6. Van Hout in Panorama nummer 36, 1991.
7. Idem.
8. De Telegraaf van 12 oktober 1996; bij een onderzoek naar de verkoop van de Casa Rosso, waarbij ook de Heineken-ontvoerders Cor van Hout en Willem Holleeder betrokken zouden zijn geweest, werden later door justitie zelfs invallen gedaan bij bv’s van Geerts.
9. Haarlems Dagblad van 18 november 1995.
10. Engelsma tegenover Van Hout in diens boek De jacht opde erven-Bruinsma, in 2000 uitgegeven door Van Houts eigen bv Pro Shot.
11. De advocaten van Urka voerden op 23 december 1997 in een zitting bij de belastingkamer van het hof aan dat De Dominee niet als bewijs mocht worden geaccepteerd. Het hof bepaalde later dat over de toelaatbaarheid van dergelijk bewijs niet hoefde te worden geoordeeld, aangezien er voldoende ander bewijs was.
12. Zie De mafia in Amsterdam.
13. Van Hout op de website van Endemol, november 2000.
14. Van Hout op 6 juni 2000 op zijn eigen website.
15. Proces-verbaal van verhoor van Van der Top bij de rechter-commissaris op 16 december 1992.
16. Steverink tegenover de rechter-commissaris op dezelfde dag.
17.’Het grote echec van De Dominee’ in Het Parool van 25 april 1992.
18. Tussenvonnis van 26 november 1992..
19. Proces-verbaal van bevindingen van rechter-commissaris mr. M. van Kamp.
20. Vrij Nederland van 3 juli 1993.
21. Proces-verbaal van verhoor van Urka door de rechter-commissaris van 29 januari 1993.
22. Arrest gerechtshof Amsterdam van 4 mei 1995.
23. VN van 3 juli 1993.
1. Verklaringen van Bort Roos van 16 december 1996 en 24 januari 1997, en van Geurt Roos van 3 september 1998, 18 december 1998, 22 maart 1999, 2 juni 1999, en 17 juni 1999.
2. Panorama nummer 20, 1993.
3. Klaagschrift Geurt Roos van 17 juni 1999.
4. Klaagschrift Geurt Roos van 22 maart 1999.
5. Klaagschrift Geurt Roos van 17 juni 1999.
6. Het in 2000 door Van Hout in eigen beheer uitgegeven boek De jacht op de erven-Bruinsma.
7. Brief van de hoofdredactie van Het Parool aan John de Mol Pro-dukties van 30 maart 1999.
8. Brief van Van Hout aan John de Mol Produkties van 31 maart 1999.
9. Uitspraak Raad voor de Journalistiek van 5 oktober 1999.
1. In NRC Handelsblad van 21 november 1997 sprak Van Hout van ‘honderden gesprekken’, in zijn uiteindelijke boek in april 2000 weer van ‘honderdvijftig gesprekken’; dat er maar beter ‘géén actie’ kon worden ondernomen tegen zijn boek verkondigde Van Hout in De Telegraaf van 15 april 2000.
2. In een deels door hemzelf geproduceerd item in 2 Vandaag omschreef Van Hout Urka op 18 april 2000 als ‘onderknuppeltje’, in De Telegraaf van 25 augustus 2001 was Urka plotseling weer een van de ‘grote jongens’.
3. Persbericht van het openbaar ministerie in Amsterdam van 24 november 1997.
4. Het rapport ‘Post-Fort-onderzoek geëvalueerd’ van Van de Bunt, Fijnaut en Nelen werd op 3 juli 2001 gepubliceerd.
5. Brief van minister van Justitie Benk Korthals aan de Tweede Kamer van 3 juli 2001.
6. Zie De Dominee.
7. Correspondentie van 18 en 23 april 1991 met een zaakwaarnemer van Incarfin.
8. Verklaring van Carruthers van 31 augustus 1995 aan de Fioo-lei-ding.
9. Uitspraak van de rechtbank Amsterdam, sector Bestuursrecht, van 1 mei 1998.
10. Het Parool van 22 april 1995.
11. Diverse telefoongesprekken met Dobson, en e–mails van hem van onder meer 11 en 27 maart, en 9 en 26 april 2002.
12. Het transcript van het interview werd later door justitie toegevoegd aan het strafdossier in de Radar-zaak tegen Urka.
13. Proces-verbaal o-AH-iz4 in de Radar-zaak.
14. Urka tegenover de rechtbank in Amsterdam op 12 november 1997.
15. De Telegraafvan 29 november 1997.
16. ‘Mr. Korvinus waarschuwt media voor de laatste keer’ in Het Parool van 20 november 1997.
17. ‘Tegenslag OM in zaak-Urka’ in Het Parool van 7 november 1997.
18. Het programma werd uitgezonden op 14 november 1997.
19. NRC Handelsblad van 21 november 1997.
20. Blijkens de dagvaarding die Elmar op 8 juli 1996 ontving, was er voor Van Hout op 2 juli 1996 toevoeging aangevraagd bij de Raad voor Rechtsbijstand.
21. Van Hout in Nieuwe Revu, nummer 29, 2000.
22. René Zwaap in De Groene Amsterdammer van 20 mei 2000.
23. Vermaal in De Journalist van 5 mei 2000.
24. ‘Van Hout jaagt meer op collega-misdaadjournalist dan op feiten’, van Arno Ruitenbeek in de GPD-bladen van 13 mei 2000.
25. Mr. van oktober 2000.
26. Van Hout op zijn website op 6 juni 2000.
1. Scoop—A novel aboutjournalists van Evelyn Waugh (Penguin Books, 1977).
2. The news at any cost van Tom Goldstein (Simon & Schuster, 1985).
3. HP⁄De Tijd van 13 oktober 1995.
4. Voskuil in Nieuwe Revu nummer 51, 1999, en Van Hout zelf in De jacht op de erven-Bruinsma.
5. Van Hout in De Journalist van 3 november 2000.
6. ‘Als een schildpad trekt hij zijn nek weer in’ in Trouw van 5 juni 1999.
7. Organized Crime and its Containment (Kluwer, 1990).
8. Hedendaags Kwaad (Meulenhoff, 1992).
9. Het eerste verhoor van Bovenkerk door de commissie-Van Traa vond plaats op 6 september 1995, het tweede op 25 september 1995.
10. HP⁄De Tijd van 9 februari 1996.
11. HP⁄De Tijd van 16 februari 1996.
12. Biografie Bulletin—De criminele biografie (Werkgroep Biografie, 1996).
13. The Sicilian Mafia van Diego Gambetta (Harvard University Press, 1993)
14 Misdaadprofielen (Meulenhoff, 2001).
1. De lezing is terug te vinden in De georganiseerde criminaliteitin Nederland—Hetcriminologisch onderzoek voor de parlementaire enquêtecommissie Opsporingsmethoden in discussie (Gouda Quint, 1996).
2. Zie onder meer Trouw van 13 mei 2000, waarin D66-Kamerlid Boris Dittrich werd geciteerd: ‘Deze mevrouw moet worden aangehouden […] Zij kan niet zomaar op televisie vertellen dat zij mensen heeft laten vermoorden.’
3. The Miami Herald van 12 september 2000.
4. De Journalist van 18 augustus 2000.
5. Onder meer De Journalist van 18 augustus 2000.
6. Van Hout in Nieuwe Revu nummer 33, 2000, en op zijn eigen website.
7. De Telegraaf van 14 november 1985.
8. Pleitnota van Bruinsma’s advocaat, mr. Max Moszkowicz senior, van 26 oktober 1988.
9. Nieuwe Revu nummer 3, 1989.
10 ‘Politie vindt wapens op Harlinger schip’ in de Leeuwarder Courant van 6 september 1991; Moear werd in het artikel omschreven als ‘een 40-jarige vrouw’.
11. In het psychiatrisch rapport omschreef Bruinsma hun derde compagnon als iemand ‘die veel meer ervaring had dan ik’, en Moear als ‘de vrouw die negen jaar lang had samengewerkt met mijn compagnon’.
12. Bruinsma in Tien moordenaars van Voskuil.