Elf

Toen Maddie de volgende morgen uit haar dampende badkamer tevoorschijn kwam, haar haren nog nat van het douchen, maakte het knipperende lichtje op haar antwoordapparaat haar duidelijk dat er een boodschap voor haar was. Ze luisterde ernaar terwijl ze voor de spiegel zat.

“Hallo, Maddie. Met Art. Ik wil je even laten weten dat Ginny’s soep zijn magische uitwerking niet heeft gemist en dat ik vandaag weer naar mijn werk ga. Het huis staat dus tot je beschikking. Je bent van harte welkom. Ik eh…heb een briefje voor je achtergelaten…op de gebruikelijke plaats. Nou…dat was het. Daag.”

Hoewel er een rilling over haar rug liep toen ze Arts stem hoorde, voelde ze gelijktijdig iets van schuld. Maar ze meende ook enige aarzeling in zijn stem te horen en vroeg zich af wat dat betekende. Sinds ze gisteren uit het pension was weggegaan, had ze over Arthur Tyler, Art, gedroomd, zowel overdag als ‘s nachts. Ze was smoorverliefd. Maar kende ze de man eigenlijk wel? Of was ze alleen maar verliefd op het idee om verliefd te zijn?

“Waar heb je het over, Houser?” vermaande ze zichzelf terwijl ze naar haar spiegelbeeld keek en haar haren borstelde. Ze hield plotseling op. “Je weet niet eens wat liefde is.” Maar o, wat verlangde ze ernaar.

Toen ze gisteren tegenover elkaar, over hun bord soep gebogen, aan tafel hadden gezeten, al pratend en lachend, had het geleken of ze al heel lang goede vrienden waren. En ze wist iets van zijn hart, zijn dromen en verlangens, uit de briefjes die ze de afgelopen weken gewisseld hadden. Ze zuchtte. In zekere zin hadden ze elkaar al leren kennen vanaf de tweede dag dat ze naar het pension was gegaan en zijn attente briefje als reactie op het hare had gevonden. Maar ze waren er zich niet van bewust geweest.

Maddie vroeg zich af hoe Art zich vanmorgen zou voelen. Had hij net zo’n sterke band gevoeld als zij? Hoewel zijn vrouw al een aantal jaren geleden overleden was, was uit zijn reactie gisteren duidelijk gebleken dat hij nog steeds niet over dat verlies heen was. Ze zou heel voorzichtig moeten zijn.

Met een hele wolk vlindertjes in haar buik reed ze naar het pension. Met een nieuw gevoel van verwachting keek ze uit naar zijn briefje dat op haar lag te wachten. Ze liep het huis binnen en haastte zich naar de eetkamer. Ze nam niet eens de moeite om haar computer aan te zetten maar pakte meteen het vel papier van de tafel op.

Terwijl ze las, dook haar hart naar beneden, begon weer te zweven en dook opnieuw naar beneden als een vlieger in een onbestendige wind in maart.

Beste Maddie,

 

Niet mevrouw Houser, niet Madeleine, maar beste Maddie. Ik probeer nog steeds alle misverstanden te ontwarren die ervoor gezorgd hebben dat we elkaar pas gisteren ontmoet hebben. Maar op de een of andere manier weet ik dat het goed was dat het zo gegaan is. Als we elkaar ontmoet hadden vanaf de eerste dag dat je naar het pension kwam om te schrijven, dan denk ik dat we elkaar misschien nooit zo goed hadden leren kennen en respecteren als we nu doen. (Ik hoop tenminste dat je deze gevoelens met mij deelt.)

 

Ik denk dat je moet weten dat ik ten aanzien van vrouwen, en zeker ten aanzien van mooie, getalenteerde, alleenstaande vrouwen, een paar muren om mijzelf heen heb opgetrokken. Mijn huwelijk was buitengewoon gelukkig, maar had een tragisch einde. En aangezien jij en ik vanaf het begin eerlijk tegenover elkaar zijn geweest, wil ik je zeggen dat ik erg bang ben dat ik nooit meer op die manier van iemand zal kunnen houden. Ik wil niet dat je iets verwacht wat ik je misschien niet kan geven.

 

Misschien is het tamelijk voorbarig om je deze dingen te zeggen en je nu een verzoek te doen, maar wat ik gisteren zei was waar: ik zou je graag beter leren kennen. Kunnen we binnenkort samen nog een keer gaan eten? Een echte afspraakje, waag ik nu te zeggen. Als ik je belangstelling verkeerd geïnterpreteerd heb, wees dan alsjeblieft eerlijk tegen mij en vergeef mij alsjeblieft. Maar als dat niet zo is, wat denk je dan van zaterdagavond? Het symfonieorkest van de universiteit geeft een concert en ik heb twee kaartjes. (En iemand vertelde mij dat er in Wichita net een geweldig nieuw restaurant geopend is. We zouden daar voor het concert kunnen gaan eten.) Ik moet je bekennen dat ik een beetje zenuwachtig ben over deze volgende stap in onze vriendschap. Om eerlijk te zijn, ik bewonderde de oudere, charmante, ‘veilige’ Madeleine Houser, en ik vind het een beetje jammer dat die nu voorgoed uit mijn leven vertrokken is. Maar ik heb het gevoel dat haar jongere tegenhanger mij even snel voor zich zal winnen. Ik weet eigenlijk niet zo goed of ze dat al niet gedaan heeft. Als ik vanavond thuiskom, hoop ik je antwoord te vinden, maar als je wat tijd nodig hebt om erover na te denken, heb ik daar alle begrip voor.

 

Je vriend, Art

Maddie las het briefje nog een keer en streelde het gladde papier tussen haar duim en wijsvinger. Hoe zou ze haar roman kunnen afkrijgen binnen de gestelde tijd, kunnen ademen als de brief die ze in haar handen hield zo’n openlijke aarzeling bevatte, zo’n fragiele belofte?

Ze las het briefje nog een derde keer en raakte nog meer in verwarring. Wat wilde die man? Eerst scheen hij wat romantische openingszetten te maken, maar dan waarschuwde hij haar ervoor dat nooit iemand Annies plaats in zijn hart zou kunnen innemen. En meteen daarop wilde hij een afspraak met haar maken. Wist hij eigenlijk wel wat hij wilde? Interesseerde het hem niet dat hij probeerde haar aan het lijntje te houden?

Ze pakte haar pen, keerde de brief om en wilde haar antwoord op de achterkant schrijven. Maar ze wilde de brief houden. Ze wilde hem mee naar huis nemen, hem nog eens lezen en proberen erachter te komen wat hij nu eigenlijk echt bedoelde.

Ze haalde een blocnote uit haar tas en pakte haar pen, maar zat toen een poosje in gedachten verzonken voordat ze wist wat ze zou schrijven.

Beste Art,

 

Wees gerust, ik ben net zo bang en onzeker als jij. Na dit gezegd te hebben, ja, ik ben zaterdag vrij en het lijkt mij bijzonder leuk om met een vriend uit eten te gaan en naar een concert te gaan.

 

Zullen we het daarbij houden, zonder verdere verwachtingen of mogelijkheden? Ik kan op dit moment wel een vriend gebruiken.

 

Maddie

Ze legde haar pen op tafel. Ze begreep wel wat Art bedoelde toen hij schreef dat hij het jammer vond dat zijn ingebeelde, oudere vriendin verdwenen was. Zo voelde zij zich ook over Arthur Tyler. Bij de ‘oude meneer Tyler’ had ze haar woorden nooit zo zorgvuldig hoeven af te wegen. Ze had zich er nooit zorgen over hoeven maken dat ze door hem beoordeeld zou worden op de manier waarop mannen van haar leeftijd vrouwen beoordeelden. Hadden ze de prachtige vriendschap die ze hadden gehad, geruïneerd door het simpele feit dat ze zich aan elkaar hadden voorgesteld? Was hun vriendschap gedoemd te mislukken alleen door het feit dat ze van dezelfde leeftijd waren, en dat ze daardoor verliefd op elkaar zouden kunnen worden? Er ontsnapte haar een vreugdeloos lachje. Dit brak ongetwijfeld haar record voor het mislukken van een relatie. Van vrienden tot vreemdelingen, nog bijna voordat ze de man ontmoet had.

Ze zette haar computer aan, opende het bestand en dwong zichzelf ertoe om te gaan typen terwijl ze in werkelijkheid niets liever had gedaan dan haar hoofd in haar handen te leggen en te huilen.

Art zat in de gezellige woonkamer van Ginny Ross thee te drinken uit een gebloemd porseleinen kopje. Hij was bang dat hij het oortje eraf zou breken alleen al door het op te pakken. Ze hadden het wereldnieuws en de plaatselijke politiek besproken en werkten zich nu naar het weer toe.

Naast hem op de sofa met kussens zette Ginny haar eigen kopje op het kleedje van de salontafel. “Nu hebben we genoeg over koetjes en kalfjes gepraat. Waar kwam je eigenlijk voor,Arthur?”

Art glimlachte. Ginny was nooit iemand geweest die haar woorden op een goudschaaltje afwoog. Goed, hij zou ter zake komen, alles op tafel leggen en eens kijken of zij een remedie had tegen zijn tegenstrijdige emoties. “Ik denk dat ik verliefd ben op je buurvrouw.”

Ginny wees met haar duim even naar het noorden en deed net of ze schrok. “Elma Wheaton? Ik weet het niet, Art. Is ze niet te oud voor je?”

“Erg grappig, Ginny. Je weet heel goed wie ik bedoel.” Hij werd weer ernstig. “Ik denk dat ik verliefd ben op Madeleine Houser.”

Ginny keek hem onbewogen aan. “En waarom vertel je dat aan wij’? Volgens mij is Madeleine de vrouw die als eerste recht heeft op deze verrassende ontboezeming.”

“Die heeft ze al gekregen…nou ja, min of meer.”

“Arthur, hoe vertel je een vrouw dat je ‘min of meer’ verliefd op haar bent? Volgens mij ben je verliefd of je bent dat niet.”

“Ginny…”

De ogen van de oudere vrouw werden nu wat zachter. Ze stak haar hand uit en klopte hem op zijn knie. “Het gaat om Annie, hè?”

Art legde zijn hoofd in zijn handen, dankbaar dat Ginny er zelf mee kwam. “Ik weet dat het niet goed is, Ginny. Ik weet het, maar ik weet niet wat ik ertegen kan doen.”

“Art,Annie komt niet terug. Nooit meer. Ik weet dat je dat begrijpt,” zei ze zacht. “En ik weet ook dat Annie wilde dat je weer verder gaat met je leven.”

De tranen zaten vlakbij, maar hij zag kans ze binnen te houden. “Ik ben…ik ben alleen maar bang dat niemand ooit in staat zal zijn haar te evenaren. We hadden het samen heel goed, Ginny. Heel goed…volmaakt tot het eind toe.”

“Nee, het was niet volmaakt, Art.” Ginny schudde haar hoofd. “Ik heb soms ook de neiging om de slechte momenten te verdoezelen die Grover en ik hadden. Maar dat zou niet goed zijn. En dat zou ook niet eerlijk zijn. Maar je moet de problemen die jullie soms hadden niet vergeten. Je moet ze niet romantiseren. Dat is niet eerlijk, niet tegenover Annie en zeker niet tegenover Madeleine.”

Art dacht even na over wat Ginny gezegd had. Ja, als hij eerlijk was, moest hij toegeven dat hij en Annie ook wel eens ruzie hadden gehad. Maar ze hadden die momenten nooit lang laten duren. Ze hadden elkaar nooit zo diep gekwetst dat er geen verzoening meer mogelijk was. Dat was niet zijn, maar allereerst Annies verdienste geweest. Ze was een zachtmoedige en liefdevolle vrouw geweest, ook nadat ze zo ziek was geworden.

Toen hij zich weer tot Ginny richtte voelde hij zich net een kind, maar niettemin was hij blij dat hij met iemand die ouder en wijzer was over zijn angsten kon praten. “Stel…stel dat ik met iemand anders trouw en dat het niet zo goed zou zijn als het met Annie was. Ik weet hoe een huwelijk moet zijn. Ik kan niet het risico nemen om de herinneringen die ik heb, te bederven.”

Ginny boog zich naar hem toe en nam zijn handen in de hare. Haar tengere, dooraderde handen leken in vergelijking met de zijne erg klein, maar er zat een verbazingwekkende kracht in.

Ze kneep even in zijn handen waardoor hij naar haar opkeek. “Arthur Tyler, ik ken je goed genoeg om te weten dat jij zeker niets zal doen wat de instelling van het huwelijk zou bezoedelen. Ja, misschien wel als je alleen maar op jezelf zou vertrouwen. Maar ik ken je wel beter. Jij bent altijd iemand geweest die zijn leven aan God heeft toevertrouwd. Waarom zou je dat dan nu niet doen?”

“Ik eh…ik was mij er niet van bewust dat ik dat nu niet deed.”

“Nou, laat ik je dan zeggen dat je dat nu niet doet.”

Hij gaf geen antwoord. Dat was ook niet nodig.

Ginny liet zijn handen los, gaf er nog een bemoedigend klopje op, en ging weer rechtop zitten. “Ik zal nog wat thee zetten. Wil jij ook nog een kopje?”

Hij knikte, dankbaar dat ze hem met zijn gedachten alleen liet.

Art sloeg het ene eind van zijn stropdas over het andere heen en trok zonder erbij na te denken de knoop aan. De man die hem vanuit de spiegel aanstaarde, zag er bepaald niet schuldbewust uit. Hij wilde wel dat ze van plaats konden ruilen.

Hij wist dat het verkeerd was om zich zo te voelen. Het was al drie jaar geleden dat Annie overleden was. En bovendien, Ginny had gelijk: Annie had het goedgevonden dat hij opnieuw liefde zou vinden. Op dat moment had hij er niets van willen weten, had hij in een ontkenningsfase verkeerd, geweigerd te geloven dat God zijn Annie ooit van hem zou wegnemen. Tot lang na haar dood had haar toestemming voor hem geen enkele betekenis gehad; hij had niet eens naar een andere vrouw willen kijken.

Maar nu was er een levende, ademende vrouw onder een dekmantel van misverstand zijn leven binnengedrongen en was hij, bijna zonder het te beseffen, verliefd op haar geworden. Goed, misschien was het te vergezocht om het liefde te noemen. Hij kende haar niet echt. Maar hij had wel het gevoel dat hij haar kende. De briefjes die ze elkaar hadden geschreven, hadden vensters in elkaars hart geopend. En nu hij Maddie had ontmoet, had ontdekt dat ze samen veel meer deelden dan hij zich ooit had kunnen voorstellen, kon hij niet ontkennen dat zijn hart met een ritme klopte dat hij allang vergeten was, maar dat maar al te bekend was.

Dinsdag had hij tegenover een mooie vrouw aan tafel gezeten en voor het eerst sinds de dood van Annabeth McGee had hij opwinding in zijn hart gevoeld. Het had hem een energie gegeven zoals hij lange tijd niet meer had gekend.

Nu, vier dagen later, was die ruk aan zijn hart een krachtmeting geworden. En op dit moment trok schuld veel harder aan het touw van zijn emoties. Gelukkig leek Maddie niet zo van haar stuk gebracht als hij. In feite was hij zwaar teleurgesteld geweest toen hij haar briefje had gelezen. Ze scheen besloten te hebben gewoon vrienden te blijven en meer niet. Maar misschien was dat wel goed.

En dan was er nog de kwestie van hun afspraakje. Nee, corrigeerde hij zichzelf, hun avondje uit. Als ze alleen maar vriendschap wilde, moest hij vanavond niet als een afspraakje beschouwen. Maddie zou zich nu waarschijnlijk ook staan aan te kleden voor het avondje. Hij vroeg zich af hoe ze er gekleed voor een feestelijke gelegenheid, uit zou zien.

Houd op, Tyler. Ze is een vriendin. Meer niet. Deze gedachten waren ten aanzien van een vrouw die alleen maar een vriendin was, nauwelijks gepast. Maar hij kon het niet helpen. In gedachten zag hij haar soepel vallende, lichtbruine haar en die betoverende groene ogen. Hij kon bijna de melodie van haar lach horen.

Als hij zo aan haar bleef denken, zou hij nog gek worden. Met een scherpe ruk legde hij de laatste hand aan het strikken van zijn das, controleerde zijn zakken op de kaartjes voor het concert en liep toen naar zijn pick·up. Hij reed naar de stad, zwetend ondanks het feit dat de temperatuur tot vijf graden was gedaald.