Description:

In dit boek wordt beschreven wat er van Kat, de jeugdvriendin van Conny Coll, is geworden. Toen de jonge Conny afscheid moest nemen van zijn indiaanse makkers, de Ogalala’s om naar de beschaafde wereld terug te keren, liet hij haar bij de indianen achter. Hij vertrouwde haar toe aan zijn vriend en broeder Marjou. Kat echter, hield het niet uit in het indianenkamp. Dagenlang sloop zij krijsend en miauwend om de tenten van de roodhuiden, zelfs de dapperste krijgers schrik aanjagend. Vooral in de donkere nachten vervulden de ijselijke kreten van de volwassen poema met volle hartstocht de stilte van de natuur. Opeens was zij verdwenen! Later vonden indianen een uitgeteerd poema lijk. Was het de van smart omgekomen Kat, de rover? Dit boek geeft antwoord op die vraag. Ook wordt duidelijk, waarom de bossen aan de Black River weken achtereen branden, waardoor al het wild, jachtbuit van de indianen, een jammerlijk einde in de vlammen vindt, of uit het reservaat vlucht. In een houthakkerskamp aan de Black River strijdt Conny Coll een van de zwaarste duels uit zijn carrière, waarbij Zwarte Wolf hem na afloop bijna van de wal in de sloot helpt.