Het brein in de krabnevel

Felix Thijssen

Language: Dutch

Publisher: De Fontein

Published: Jul 31, 1973

Description:

Aan het einde van “De vikingen van Tau Ceti” kregen de bemanningen van RO5 en RO6 van het commandocentrum op aarde RORP de opdracht om met één team naar de Stoorzender van Aries (zie deel 2) af te reizen en met het andere team op Tau Ceti achter te blijven om de eerste emigranten van de aarde op te vangen. Mark en de zijnen besloten daarop de samenstelling van de teams te veranderen. Tom Bradley had op Tau Ceti zijn liefde Lei Y Bar gevonden. Hij bleef met Olav Brenner achter. Joris Kowalski zou met Mark Stevens verder reizen naar de Stoorzender. 
Mark en Kowalski reizen derhalve met de Zwerver terug naar de Krabnevel, waarin zich de Stoorzender bevindt. Vermoed wordt dat zich in de Krabnevel de bron van kennis en al het intelligent leven in de ruimte bevindt en dat deze bron beschermd wordt door het afweersysteem van de Stoorzender (die Mark in het tweede deel van de Space Opera bijna fataal werd). De Stoorzender neemt via de Bliffhelm bezit van de geest van de verkenner en dwingt hem een andere richting op te gaan. 

Op die manier zijn waarschijnlijk de drie verkenners die Mark Stevens voorgingen, Spiro Andreus, Ron Baker en Kura Hadel, verdwenen. Door de bron van kennis te vinden kan mogelijk een oplossing gevonden worden voor het probleem dat de aarde bedreigt: de naderende zon, die de hitte op aarde doet toenemen.
Met een truc – de Stoorzender werkt via de Bliffhelm op het brein, de helm wordt daarom niet op het hoofd maar op de knie van Mark gezet – weten ze het midden van de Krabnevel te bereiken. Daar ontdekken ze een grote contructie met dezelfde vorm als het universele symbool dat op diverse planeten werd aangetroffen en door de computer van RORP in verband werd gebracht met de Krabnevel: een diagonaal kruis (X), waarbij drie uiteinden verbonden zijn door een bovencirkel (?) en zich een punt bevindt in de resterende, niet verbonden driehoek. Bij de planeet is de punt een kilometershoge naald (van boven gezien dus een punt). 
Terwijl Kowalski in de Verkenner achterblijft, landt Mark Stevens op de planeet. Hij wordt daar opgewacht door Theraxe, een vrouw die er hetzelfde uitziet als de beroemde actrice Thera Solfin. Het blijkt slechts een verschijning te zijn om met Mark te kunnen communiceren. Theraxe wordt bestuurd door de onzichtbare leider, de Persoon. De Persoon leidt de planeet, door hem Gnoe Eén genoemd. Hier blijken wezens gecreëerd te worden uit menselijk materiaal. De wezens worden steeds als een soort Adam en Eva op diverse planeten achtrergelaten. Vandaar dat het oerteken op diverse planeten te vinden is. Het verzamelen van de nodige grondstof voor het creëren van de wezens gebeurt in bassins. Hier drijven verschillende personen in die verkeren in een soort coma, waaronder de drie verdwenen Verkenners. 
Op de planeet Gnoe Eén wonen een soort mensen en gigantische torren en krabben. Mark wordt gevangen genomen, maar weet samen met een vrouwlijk wezen met de naam Kers te ontsnappen. Pas na een gevecht met reuzekrabben in het water weten Kers en Mark de Zwerver te bereiken. Ondertussen heeft Kowalski twee geheugenschijven weten te bemachtigen in het centrum van de contructie. Hij weet tevens de drie drijvende, in coma verkerende verkenners uit de bassins te bevrijden. Na een kort verblijf op de mediko (bed dat medische behandeling geeft) zijn ze weer hersteld. Ze hebben de Gnoe Eén nog maar nauwelijks verlaten of de planeet ontploft (als gevolg van het wegnemen van de geheugenschijven).

Het vreemde aan dit verhaal is dat de vraag, die ook Mark Stevens zich stelt, namelijk waarom mensen gebruikt worden om menselijke wezens te creëren (de wezens zijn er immers in wezen al), niet beantwoord wordt.

“Vooral het eerste en het laatste deel van deze serie zijn boeiend. Thijssen schrijft een soort avonturenromans, waarvan `Het Brein in de Krabnevel´ als science fiction het puurst is. Voor Nederlandse begrippen een uitschieter, deze sf-cyclus.” 
(B.v.O., “SF-auteur van eigen bodem”, Utrechts Nieuwsblad, 13 januari 1973)

“Ten onrechte worden de goedgeschreven boeken van Felix Thijssen (“De vikingen van Tau Ceti” en “Het brein in de krabnevel”) aangeduid met de term SF. Het zijn cowboy-boeken die in de ruimte spelen, vol met afgezaagde en onbestaanbare uitvindingen (…) De indianen (of bewoners van andere planeten) delven onveranderlijk het onderspit als de aardse helden weer eens uit hun slof schieten” 
(Elsevier, 23 maart 1975)