In dit tweede deel van de Meriumbe-trilogie neemt de schrijver ons nogmaals mee naar werelden waar, dankzij de goden, vrede en voorspoed heersen. Tot diezelfde goden onder de invloed van een duistere macht alle controle over zichzelf verliezen en in een vlaag van zinsverbijstering verdwijnen naar plaatsen waar ze terreur en verdriet zaaien. 

Recensie(s) 

NBD|Biblion recensie 

Meester Hoegi en Brammi komen achter een plan van de duistere figuur Jaspi om zich heer en meester te maken van Meriumbe, de vijftienarmige kandelaar die macht uitstraalt. Daartoe laat hij gelijktijdig diverse steden aanvallen door zijn leger van apen. De goden kunnen deze aanval afweren, maar de mensen vertrouwen niet meer op de goden en richten legers op. Het karakter van de goden wordt vergiftigd door Jaspi waardoor zijn zich tegen de mensen keren en elk van de vijftien goden door de magische deur gaat naar een andere wereld om daar een alleenheerschappij te vormen. Hoegi kan nog net met godin Verit meerreizen en probeert haar op andere gedachten te brengen, maar de kans dat het allemaal goed komt, is klein. Jaspi komt zo in het bezit van Meriumbe. Hoewel als deel 2 uitgebracht speelt zich dit verhaal af voor 'De vlucht van het heilig vuur' (2003)*. Onnatuurlijke dialogen zorgen voor een pover leesplezier. Bovendien lijken er elementen in het verhaal te zijn opgenomen uit verschillende sciencefiction tv-series. Op omslag een 15-armige kandelaar met een wazige figuur. Normale druk.